De markt- en straathandel. Brillen of geen Brillen. Kabinetscrisis in Zweden. Wettelijke regeling van den markthandel? Wettelijke regeling markthandel. Een ieder, die belang stelt in het midden standsleven in ons land zal met groote waar deering kennis nemen van het praeadvies van den bekenden secretaris der Rotterdam- sche Middenstandsvereeniging ..Handel en Nijverheid", getiteld: Is wettelijke regeling van den markt- en straathandel gewenscht? Zoo ooit, dan is dit onderwerp op dit oogen- blik uiterst actueel, omdat het naar mijn ge voelen bezien behoort te worden in samen hang met het inmiddels ingediende wetsont werp Vestigingseischen Intusschen dient een scherp onderscheid gemaakt te worden tus- schen beide vormen van. kleinhandel. In 't algemeen gesproken is het aantal vijanden in den middenstand met betrek king tot het marktwezen grooter dan het aantal vrinden. Het zou te ver voeren alle argumenten van middenstandszijde tegen de algemeene markten aan te voeren, maar het belangrijkste is: de ongelijke concurrentie voorwaarden. De hoooge lasten, welke op het winkelbedrijf drukken, geven den markt kooplieden een on toelaatbaren voorsprong. Dit argument bleef natuurlijk niet onbeant woord en de Marktkooplieden-vereenigingen wezen op de veelvuldig voorkomende hooge marktgelden en de zeer bijzondere risico's aan hun bedrijf verbonden. De strijd tus- schen beide groepen laaide hoog op ten tijde van het in 1922 gehouden Middenstandscon gres te Zwolle, waar de heer Koopmeiners eveneens als prae-adviseur over het markt vraagstuk optrad. Zijn conclusie luidde des tijds: zorgt dat de standplaatsen op de markt door „werkelijke" marktkooplieden worden ingenomen. Op dit oogeniblük pleegt men een andere terminologie te gebruiken en spreekt men van „erkende" marktkoop lieden. De conclusie van den prae-adviseur werd door het Congres getorpedeerd, in hoofdzaak als gevolg van het feit, dat men zich in groote meerderheid had vastgebeten in een verdere opvoering der marktgelden. Volkomen terecht maakte de prae-advisseur daartegen bezwaar, zich beroepend op het desbetreffende artikel uit de Gemeentewet, waaruit volgt, dat de retributie voor stand plaatsen op de markten tot geen hooger be drag mag worden goedgekeurd dan vereischt wordt om een „matige winst" aan de Ge meente te verzekeren. De heer Koopmeiners had gelijk ik wees er reeds op in de eerste plaats theoretisseh beschouwd. Want de praktijk heeft sindsdien zeker geleerd, dat het begrip „matige winst", bekeken door menigen gemeente-bril, een uiterst rekbaar begrip is. Daargelaten nog, dat men einde loos zou kunnen discussieeren over de vraag: wat is matig?, is het beter naar de praktijk te kijken en vast te stellen, dat tal van ge meenten juist uit deze en andere retributies onmatige winsten putten. Het Zwolsche con gres besloot het marktprobleem ter verdere behandeling en afwikkeling over te dragen aan de Kamers van Koophandel en Fabrie ken! Wij zijn veertien jaar verder en bij zijn vervolg-prae-advies klopt de heer Koop meiners zich begrijpelijkerwijze op de borst en schrijft: wettelijke regeling van den markthandel is noodig. Hoe deze tot stanld te brengen? Daarbij kan de prae-adviseur een belangrijk bondgenoot ten tooneele voe ren. De leiders van de marktloopliedenorga- nisaties hebben in den loop der jaren inge zien, dat hun hobby: het in het leven roe pen van zooveel mogelijk nieuwe markten, geen oplossing brengt. Zij wenschen thans de markt uit te sluiten voor gelegenheids- kooplieden en uitsluitend te bestemmen voor „erkende" kooplieden. Een rijksregeling zou daarvoor aangewezen zijn. De basis voor een dergelijke regeling ligt in het Ontwerp-Ves tigingswet. De afvloeiing van gelegenheids- marktkooplieden zal in vele gevallen kun nen leiden tot inperking van vele marktter reinen. De middenstand en de marktkoop lieden zouden bij een dergelijke regeling ge baat zijn. Wettelijke regeling straathandel. Naast een regeling van den markthandel zou een regeling van den straathandel niet kunnen ontbreken. De prae-adviseur onder scheidt een vijftal vormen van straathandel. De belangrijkste is het ventersbedrijf, waar bij de betrokkenen de gemeente hunner in woning en de naaste omgeving gewoonlijk als hun operatieterrein uitkiezen. Daarnaast kent men een straathandel, gedreven door kooplieden, die een vaste standplaats op den openbaren gemeentegrond innemen, niet be- hoorende tot het marktterrein. De derde .groep wordt gevormd door kooplieden, die •met hun koopwaar van gemeente tot ge meente trekken en deze aan de huizen trachten te verkoopen. Voorts is er een han del, waargenomen door venters, die een vast dienstverband hebben bij de een of an dere groote onderneming en tenslotte moet men onderscheiden den z.g. gecamoufleer- den bedelhandel. De venter vervult een rol in het handels verkeer, die niet onderschat mag worden. Hij is het, die gewoonlijk kans ziet grootere of kleinere partijen goederen, die niet langs normalen weg in den handel gebracht kun nen worden, een plaats van bestemming te verzekeren. De tijdsomstandigheden zijn oorzaak, dat het aantal venters zeer sterk is toegenomen. De Overheid heeft daarbij de behulpzame hand geboden. Het verstrekken van een zekere hoeveel „handelsgeld" van gemeentewege aan werkloozen. een en ander ter nivelleering of vermindering van het „steungeld", heeft de moeilijkheden op dit terrein in zeer belangrijke mate ver- groot. De straathandel, welke wordt uitgeoefend door hen. die een retributie betalen voor het in bezit nemen van een vaste standplaats op den openbaren gemeentegrond, behoort niet onder het typische ventersbedrijf. Zij mogen handel drijven in artikelen, waar voor zij een vergunning hebben gekregen. Het is aan de gemeentelijke autoriteiten om maatregelen te nemen, teneinde paal en perk te stellen aan al te groote uitbreiding. De groep der „rijdende" kooplieden heeft vooral beteekenis voor die streken, waar de bewoners ver van de centra zijn gelegen. Het behoeft wel geen betoog, dat een te groot aantal dezer vakgenooten voor de betrok kenen ongewenscht is. De laatste groep zijn meer arbeiders-m- loondienst dan zelfstandige ondernemers, terwijl de z.g. bedelhandel helaas ongekende afmetingen heeft aangenomen. Indien men overtuigd is van de noodzake lijkheid van ordening in het winkelbedrijf, is de logische consequentie, dat men der gelijke maatregelen ook moet toejuichen voor den markt- en den straathandel. Feite lijk zou men de drie groepen van regelingen tegelijkertijd behooren in te voeren, aange zien er anders veel kans bestaat van ..over- loopen" van het. minder- naar het meer- vxije bedrijf. Ook voor dit geval dus een rijksregeling, terwijl de plaatselijke verorde ningen met betrekking tot deze materie dan een aanvullend karakter dragen en zorgen voor aanpassing bij de plaatselijke omstan digheden. Ventvergunningen van rijkswege zouden gebonden moeten worden aan een leeftijdsgrens en bijv. voor een geldigheids duur van 1 jaar. Zij worden op naam ge steld en dienen duidelijk te vermelden voor welke goederen en voor welk gebied zij gel den. De heer Koopmeiners zou langs dien weg het aantal vergunningen willen inkrim pen, totdat het normale getal is gekomen nl. 3 venters op iedere 1000 inwoners. De rijks wet zou dan ook het ventgeld moeten vast stellen op dezelfde wijze als er één uniform manktgeld zou moeten komen. Ik ben ervan overtuigd, dat de heer Koop meiners na de Zwolsche nederlaag met een Delftsche overwinning zal komen. Maar als dat zóó is, dan is het zeker, dat deze Rot terdammer misschien niet direct zal uit roepen, maar ongetwijfeld zal denken: in 1922 dacht ik verder dan gij, die mijne con clusies niet wenschte te aanvaarden. MOLLERUS. De bevolking. Toeneming in 1935. De bevolking van de gemeenten in onze omgeving was in het afgeloopen jaar 31 Dec. 31 Dec. 1934 1935 Haarlem 129.127 131.257 Bloemendaal 15.739 15.880 Heemstede 17.097 17.870 Velsen 44.329 45.185 Zandvoort 9.075 9.120 Beverwijk 10.280 10.285 Bennebroek 2529 2.609 Haarlemmerliede c.a. 3.167 3.295 Haarlemmermeer 29.618 30.454 Wijk aan Zee en Duin 8.720 9.425 C&stricum 6.274 6.577 Heemskerk 4.635 4.650 De bevolking van Amsterdam daalde van 781.660 tot 781.645. In de provincie steeg het aantal van 1.601.904 tot 1.614.424. Worden Syrië en Libanon onafhankelijk? Zij zouden als Frankrijk's bondgenooten in den Volkenbond kunnen komen. PARIJS, 17 Juni (Reuter-A.N.P.) De „Echo de Paris" en de „Oeuvre" meenen bijzonder heden te kunnen mededeelen ten aanzien van het accoord, dat voorbereid wordt tusschen de Fransche regeering en de regeering van Syrië en Libanon. Volgens deze bladen is het de bedoeling, dat beide landen onafhankelijk worden, d.w.z. dat de mandaten zullen worden opgeheven. Frankrijk zal dan opneming van beide lan den in den Volkenbond trachten te verkrijgen. Volgens eerstgenoemd blad zullen Syrië en Libanon als „Levant-staten" bondgenooten van Frankrijk worden. Het accoord in kwestie zou reeds zeer bin nenkort aan den ministerraad worden voor gelegd. De status van beide gebieden zou in groote lijnen gelijk zijn aan dien van Irak. Waarschijnlijk zouden zij reeds in September tot den Volkenbond kunnen toetreden. Onder garantie van Frankrijk zouden speciale maat regelen voor de rechten der minderheden worden getroffen. DONDERDAG '18 JUNI 1936 Bruggen en Bedrijfsauto's. Speciaal nummer van „De Bedrijfsauto". Onder dezen titel heeft de redacteur van „De Bedrijfsauto" in een speciaal nummer van dit weeklad een groot aantal interviews sa mengebracht oer dit actueele onderwerp. Een woord vooraf is geschreven door den minister van Waterstaat jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. In dit voorwoord betoogt jhr. Van Lidth de Jeude o.a.: „De openbare verkeersmiddelen vorderen bijzondere aandacht en de regelen daarvoor te stellen, althans voor het personenverkeer, zijn in een vergevorderd stadium van voor bereiding. Daarbij zullen wel eischen aan het openbare verkeer gesteld moeten worden evenals zulks thans reeds het geval is doch het stellen van eischen mag nimmer dienen om het verkeer te belemmeren doch wel om het verkeer te regelen, in het belang van allen". Een uitvoerig artikel heeft hierin de heer J. ter Haar Jhr., lid van de Eerste Kamer, die er voor waarschuwt dat naar zijn meening de regeering nooit de 2 1/4 millioen zal krijgen die zij verwacht te ontvangen uit de wet op de versnelde bruggenbouw. Dit artikel noemt het Kamerlid „Mihioenen-deemstering en stij ging der grondprijzen in Nederland", daar hij hier met cijfers aantoont hoe de grondprijzen in tallooze gemeenten zijn gestegen als gevolg van de auto. In Amstelveen betaalde men in dertijd 3 per M2„ thans 10. „De Regeering moet niet te hard zijn voor ondernemers van bussen en vrachtauto's", aldus dit Kamerlid, dat erop aandringt de belastingen te ver lagen. „Onze Staatskas heeft de gelden van de motorrijtuigen dringend en dringend noodig. en dat ook de opbrengst van deze in dalende lijn gaat, is funest" en dit Kamerlid heeft de overtuiging dat bij verlaging van belasting weder autotoename zal komen en belasting opbrengst zal stijgen. De heer J. M. J. H. Lambooy, oud-Minister, burgemeester van Hilversum, acht voor de open bebouwing van een tuindorp, zooals Hil- ersum, het exploiteeren an tramlijnen min der rendabel en zelfs een jaarlij ksch terug- keerende strop. Autobus-diensten en taxi bedrijven bewijzen hier groote diensten. Zon der deze zou vestiging voor velen, die hun dagelijksche bezigheid b.v. in Amsterdam of Utrecht hebben, groote bezwaren bieden. Verder treft men er nog een groot aantal artikelen aan van gezaghebbende personen. Vele foto's illustreeren het geschrevene. Geen medische attesten van Joodsche doctoren. Nieuw voorschrift voor Duitsche school kinderen. BERLIJN, 17 Juni. Krachtens een decreet van den rijksminister van onderwijs en op voeding mogen schoolkinderen die met een medisch attest hun schoolverzuim moeten ver klaren, de attesten niet bij Joodsche docto ren halen uitgezonderd wanneer het Jood sche kinderen betreft. Het gevolg hiervan zal zijn, dat niet-Joodsche gezinnen die toevallig een Joodschen huisdokter hebben van arts moeten veranderen. (A. N. P.) Over de resultaten der Gezichtsscholenen zelf-oefening. Dr. Schacht naar Turkije. De versterking der Dardanellen. ISTANBOEL, 17 Juni (Stefani/A.N.P.) Naar verluidt, zal dr. Schacht binnen kort naar Turkije komen om namens de Duitsche industrie het noodige materiaal aan te bieden voor de ver sterking der Dardanellen tegen de ge deeltelijke betaling in goederen. Onder dezen titel en ook over dat onder werp is in de laatste twee jaar in Nederland, vooral in „Het Vaderland" veel polemiek ge- geweest. die nu weer is geluwd. Aanleiding hiertoe waren twee boeken bij de uitgevers C. A. Mees te Santpoort verschenen, n.l. het een Leert weer zien" van E. Friedrichs, en het tweede Practische handleiding voor ge- zichtsonderricht van Dr. Ph. Douglas te Wies- baden. Beide boeken waren uit het Duitsch vertaald en gingen over de methode van Dr. med. William Bates te New-York, die na jaren lange proeven en experimenten tot de over tuiging was gekomen, dat men bij achteruit gang van het gezichtsvermogen lang niet al tijd zijn toevlucht behoeft te nemen tot een bril, maar dat men door een stelselmatig oefe nen van de oogspieren, alsmede door bepaalde gezichtsoefeningen bij opkomende verzwak king het zonder bril kan stellen, waardoor voor den brillendrager de kans bestaat den hinder lijken bril te kunnen afleggen. Dr. P. v. d. Hoog, de populaire medische me dewerker van het Vaderland schreef een boek- beoordeeling over het eerste werk, waarin hij zich geheel open verklaarde voor de nieuwe methode, hoewel niet geheel zonder voorbe houd. Daarop werd zeer fel gereageerd door een „Oogarts", waarop Dr. v. d. Hoog zijn stand punt nader toelichtte, waarna de medische wereld voorloopig zweeg. Toen kwam echter een leek in het debat met de verzekering, dat hij aan een „gezichtschool' in Haarlem in enkele lessen en ook door gron dige zelfoefening tot het verblijdend resultaat was gekomen, dat hij den bril, dien hij steeds had gehaat, en waardoor hij steeds hoofdpijn had geleden kon afleggen. Hij is werkzaam in een zeer drukke letterkundige betrekking en kon nu het fijnste schrift tot laat in den avond behandelen. Ook kon hij weer met ten nissen meedoen zonder den bal te veel mis te slaan. Het betrof hier een vlotten, jongen man, die zeer lenig en sportief was. Hij noemde zijn naam (H. Hündt), en ver klaarde zich bereid om aan iedereen inlich tingen te verstrekken, ja, zelfs aan minver mogenden zijn boeken te willen uitleenen. Daarna werd de stilte weer hersteld, totdat van Dr. C. L. v. Steeden, een der oudste oog artsen van Nederland, een brochure verscheen, onder den titel die boven dit opstel staat. Deze schrijver had van den aanvang af vertrouwd in de resultaten die in het werk van Bates waren vermeld (Perfect sight without glasses) en trachtte die te verklaren door de starre medische mechanistische leer los te laten, de psychologische factoren in te schakelen en den invloed der gedachten, alsmede de persoonlijk heid, van den ooglijder, mede te tellen. Trouwens, Dr. v. d. Hoog had ook reeds de opmerking gemaakt, dat „aan die oogen toch een mensch vastzat" en zoo werd nu het heele gestel en de gezondheid in het geding gebracht. Kortom, Dr. v. d. Steeden hield de methode voor mogelijk en trachtte haar te verklaren, waarmede hij bij zijn collega's geen bijval oogstte. De zoogenaamde brochure werd in het Va derland besproken door Dr. van der Hoog, die in zijn betoog tevens opnam een zeer uitvoe rige beschrijving van steller dezes, die, n<- eerst door ernstige studie van de boeken, zelf oefening en&. op 75-jarigen-leeftijd den lees bril had afgelegd, en zijn gezichtsvermogen op een afstand ook had verbeterd, naar Wies- baden was getrokken om daar niet alleen zijn oogen nog verder te verbeteren, doch ook om de methode onder deskundige voorlichting grondig te bestudeeren, en tevens om de re sultaten van andere leerlingen uit hun mond zelf op te teekenen. Zoo kwam ik reeds den eersten dag in de wachtkamer in kennis met een Hollandsche dame van 30 jaar, die meer dan 20 jaar had „gebrild" en die een bijziendheid van —7 had gehad. Toen nu ook haar laatste bril op het punt stond door een sterkeren broeder te wor den vervangen, besloot zij zich tot Dr. D. te wenden. Verder had zij starende, onbeweeglijke oogen gehad, net als die van een wassenbeeld en leed zij soms aan „nachtblindheid" (haast niets zien bij halflicht), terwijl zij veel aan hoofdpijnen leed en erg gevoelig was voor schel licht. Waarom het ministerie Hansson heenging. (Van onzen correspondent). STOCKHOLM, 15 Juni. Toen Per Albin Hansson vanochtend aan de halte achter zijn eenvoudige moderne woning in het tuindorp Alsten op de tram stapte om de stad in te rijden, zei de conducteur wat vriendelijker dan gewoolijk zijn „Gomor- ro, statsministern" en toonden de andere passagiers van lijn 12 over hun krant heen wat meer belangstelling voor den premier dan anders. Al was het dan niet officieel nog, ieder wist, dat hij op weg was naar het paleis om koning Gustav de ontslagaanvrage van zijn kabinet te overhandigen. Men heeft de kabinetscrisis reeds weken lang zien aankomen. Er zijn trouwens poli tieke scribenten, die beweren, dat zij het af treden van het kabinet-Hansson al met zekere nauwkeurigheid voorspeld hebben toen de leider der sociaal-democraten in Septem ber 1932 tijdens een bridgepartijtje en met behulp van een paar telefoongesprekken zijn kabinet formeerde en dat kan betrekkelijk juist zijn, aangezien men Per Albin Hansson reeds lang als een groot tacticus kent, die evenals de meeste andere politici hier in het Noorden ervan overtuigd is, dat de partij, die bij Kamerverkiezingen aan het bewind is, het relatief moeilijker heeft dan de op positiepartijen. En het is vrij zeker, dat er thans geen kabinetscrisis ontetaan zou zijn, wanneer niet over drie maanden, op Zondag 20 September, een nieuwe Tweede Kamer ge kozen moest worden. Al is de directe aan leiding dan ook van anderen aard. Hansson, de afgetreden Zweedsche premier. De sociaal-democraten hebben in den herfst van 1932 niet de meerderheid behaald, maai de stemmenwinst was zoo aanzienlijk, dat zij aangewezen waren om de regeeringsverant- woordelijkheid op zich te nemen. Zij deden dit op een vrij ongunstig tijdstip, de crisis deed zich steeds sterker voelen, de werkloosheid steeg voortdurend en bewegingen aan de uiterste rechterzijde, waarvoor men in het democratische Zweden geen levenskans aan wezig achtte, roerden zich verontrustend. Maar het minderheidskabinet wist zich een vrij vaste parlementaire basis te verschaffen door een overeenkomst met de boerenpartij aan te gaan, welke inhield, dat de sociaal-democraten hun anti-protectionisme lieten varen en den land- bouwcrisisteun aanmerkelijk uitbreidden en Verbeterden terwijl in ruil daarvoor de boeren de eigenlijke „welvaartsplannen" tot bestrij ding van de werkloosheid en, zooals het heet te, verbetering van de conjunctuur steunden. Die zeer nauwe samenwerking, die vooral de liberale volkspartij en ook de conservatieven vrij onaangenaam was, kon tot voor weinige maanden gehandhaafd worden. Toen maakte de boerenpartij, die toch in wezen een burger lijke partij is en die bij de voorbereiding van de reorganisatie der landsverdediging één lijn met de volkspartij getrokken had, zich langzaam van de sociaal-democraten los en alle pogingen van Per Albin Hansson en de zijnen vooral de minister van landbouw Skjöld om de banden weer aan te knoopen, faalden. Wel was het defensievraagstuk vereenvou digd tot een kwestie van getallen, wel stelde de regeering voor een zóódanige regeling te ontwerpen, dat de totale jaarlijksche uitgaven voor de defensie circa 130 millioen kronen zouden bedragen, ofschoon de sociaal-demo cratische leden van de defensie-commissie een totaal van 119 hadden voorgesteld, maar de middenpartijen hielden hardnekkig vast aan hun 148 millioen, waarmee ook de militaire deskuadigan en de conservatieven zich in ze kere mate konden vereenigen en zelfs het aanbod van de regeering om tot een compro mis te komen, dat de instemming van de over- groote meerderheid van het Zweedsche volk zou hebben, leidde tot geen resultaat. Er is toen opnieuw onderhandeld en tenslotte heeft de regeering zich bereid verklaard mede te willen werken aan een „oplossing-in-eensge- zindheid" die neer zou komen op een jaarlijk sche uitgave voor defensie ad 148 millioen de magische 148 wanneer tevens gegaran deerd werd, dat de sociale maatregelen niet door deze hoogere defensie-uitgaven in 't ge drang gebracht zouden worden en wanneer die hoogere kosten door de groote vermogens en inkomens bestreden zouden worden. Zoo zijn de defensiewetten in behandeling gekomen. Beide Kamers namen met betrek kelijk geringe meerderheid in de Tweede Kamer slechts vier stemmen de door de defensiecommissie voorgestelde regeling aan. die op 148 millioen neerkwam, en verwier pen het regeeringsvoorstel. De regeering bleef aan en nogmaals deed Per Albin Hans son een beroep op hen, die eenheid en geen verdeeldheid wilden, nogmaals gaf hij te kennen, dat de regeering aan deze defensie regeling mee zou werken, wanneer men nu tevens voor de sociale regeling, die de re geering na aan het hart lag verleenmg van een duurtetoeslag op de ouderdoms rente en voor de dekking van de hoogere defensieuitgaven zorgde door goedkeuring van de voorstellen tot wijziging van het be lastingstelsel. De laatste zijn nog niet be handeld, maar reeds bij de stemming over de ouderdomsrente bleek, dat de burgerlijke meerderheid niet van plan was de regeering aan te laten blijven, niet haar steun aan de aan het defensievraagstuk vastgekoppelde voorstellen zou verneenen. De regeling van de ouderdomsrente, die toch slechts op een stijging der uitgaven met circa tien millioen neer zou komen, is Zaterdagavond verwor pen. En daarmee werd de kabinetscrisis een feit. Het kabinet-Hansson gaat heen, weinige maanden vóór zij bij de verkiezingen de kie zers over haar beleid zou laten oordeelen. het gaat heen na bijna vier jaar regeeren onder vaak moeilijke omstandigheden, waar in toch veel goeds tot stand gebracht kon worden, Een socialistisch kabinet, dat lan gen tijd in vele opzichten het vertrouwen van een groote meerderheid had. En wat er volgen zal, weet men nog niet. De leider van de boerenpartij, Axel Pehrsson, drie jaar de trouwe bondgenoot van den nu aftredenden premier, heeft de opdracht tot de vorming van een nieuw kabinet aanvaard. Maar men twijfelt er sterk aan. of hij een ministerie samen zal kunnen stellen, dat het langer dan tot de verkiezingen van September uithoudt. C. G. B. Na een behandeling van 6 weken was de bijziendheid tot —3 verminderd, en had zij zelfs momenten, dat ze alles helder zag. De oogen hadden reeds vrijwel de gewone beweeg lijkheid herkregen en hoofdpijnen kwamen niet meer voor. Ook waren de nachtblindheid en de lichtschuwheid verdwenen. Zij brak de kuur af, om, door eigen oefening thuis, ver dere gezichtsterkte te krijgen. Diezelfde dame vertelde mij, dat tegelijk met haar een 12-jarig Hollandsch meisje was aangekomen, dat sterk bijziende was, en dat leed aan zenuwtrillingen der oogen (nystag mus). Na eenige weken verblijf kon het kind zich weer zonder bril tusschen hare kornuitjes bewegen en waren de oogtrillingen verdwenen. Twee dagen na aankomst maakte ik kennis met een Duitsche dame van 71 jaar, die aan ouderdomsverziendheid had geleden van 4, en nu fijn schrift van nabij kon lezen en ook fijne handwerken zonder bril kon verrichten. Verder nam ik ook een Hollandsch meisje waar, dat van oogtrillingen en bijziendheid werd genezen. Ook zag ik nog een paar jongelieden her stellen, die door een hersenschudding bijziend waren geworden, terwijl ik ten slotte nog bij een half dozijn patiënten sterke vermindering van bijziendheid waarnam. Wat mijzelf betreft, ik bracht mijn gezicht scherpte in ver zien van 1'3 normaal tot ruim 2/3, terwijl ik het met lezen van nabij, waar toe ik vroeger een bril van 2 1/4 had ge dragen, bracht tot lezen van diamantschrift zonder bril (en dat op 75-jarigen leeftijd). Behalve de verbetering van het gezichtsver mogen constateerden alle leerlingen lichame lijke en geestelijke opleving, als mede verlos sing van migraine en andere soorten hoofd pijn. Wat het gebruiken der oogen betreft, ik kan thans voorwerpen in het terrein beter opmer ken, terwijl ik, boven alles, dadelijk veel meer genoot van de ontwakende lentenatuur, daar de vorderingen der ontluikende knoppen en bloemen mij eerder opvielen. Nu dient nog de vraag onder de oogen te worden gezien of de in de „gezichtscholen" verkregen resultaten wel blijvend zullen zijn. Hieromtrent kan schrijver dezes alleen be schikken over hetgeen hij zag bij het echtpaar Douglas, dat zelf reeds meer dan 8 jaar gele den zijn gezichtsvermogen met de Bates- methode verbeterde. Ook is het feit, dat leiders en leeraren aan de gezichtscholen niet „bril len", een bemoedigend voorbeeld, dat zeker stimuleerend werkt op de leerlingen. Verder is de Bates-methode reeds op tal van Amerikaansche scholen ingevoerd, waar de Sneller-leeskaarten zijn opgehangen, zoowel tot oefening in het lezen, als tot voorbehoed middel tegen gezichtzwakte en als tijdige waarschuwing daartegen. Maar nu zullen zij, die het bovenstaande aandachtig hebben gelezen wel nieuwsgierig zijn naar de eigenlijke Bates-oefeningen. Hieromtrent verwijzen wij maar liever naar de hierboven vermelde leerboeken, doch we willen toch in het kort een en ander mededee len, met de waarschuwing echter niet tot zelf- behandeling over te gaan, alleen op de aanwij zingen in dit couranten-epistel. Neen, zoo ge makkelijk gaat het niet. Die het zonder gron dige studie en voorlichting (onderricht) wil probeeren zal allicht teleurstelling onder vinden. Het geheele systeem komt hierop neer om zoowel de oogen, als het geheele lichaam" gedu rende eenigen tijd volstrekte rust en ontspan ning op te leggen, hetwelk voor een groot ge deelte wordt bereikt, door het z.g. „palmeeren", w.o. men verstaat de handen bij gesloten oogen zoodanig voor het gelaat te houden (zonder de oogen te raken) dat men totaal niets ziet. Als tegenhanger daarvan dienen oefeningen in het beweeglijk maken der oogen, zooals naar alle richtingen kijken en de oogen in het rond draaien. Ook behoort daartoe massage van voor hoofd, nek, neuswortel en de randen der oog kassen, alsmede zeer zacht trilmassage van de oogleden. Verder versterking van het oog door heel voorzichtig geleide oefening in het zonnen der oogen, voornamelijk met gesloten oogleden, doch ook „mondjesmaat" met door de oog haren te staren en ook door de oogen even tjes te openen. Ook vestigen de meeste leerboeken er de aandacht op, dat een goed gezond oog alleen kan huizen in een zuiver en gezond lichaam, zoodat de nadruk wordt gelegd op eenvoudig natuurlijk en de sappen zuiver houdend voed sel, en verder op lichaamsoefeningen, die bloedcirculatie en spijsvertering bevorderen. Ten slotte nog een opmerking, die ik in geen der leerboeken las. n.l. dat deze methode al meer dan duizenden jaren bij de Hindoes be kend was. Deze beoefenden genoemde methode om een vasten helderen en fascineerenden blik te verkrijgen, en, hoewel deze Oosterlin gen wat elasticiteit, ontspanning en eenvoudige natuurvoeding betreft reeds veel op den huidi- gen Europeaan vóór hadden, zoo wordt toch nog daarop de nadruk gelegd. De Hindoes leg gen bij rustig nadenken, mediteeren enz. ook een of twee handen tegen het gelaat. In de yogi, waarin de speciale gezichtsoefeningen worden behandeld staan vrijwel dezelfde oefeningen als in Bates. Verder worden daar in nog oogwasschingen met zout water aan bevolen, hetgeen ook in sommige gezichtscho len geschiedt. Men ziet dus; „Niets nieuws onder de zon". Glasfabriek „Leerdam". Het bedrijf overgenomen door Dir. J. P. van Rossum. Wij lezen in de Tel.: Naar het „A. E." meldt, wordt het bedrijf der Glasfabriek Leerdam overgedaan aan een nieuwe belanghebbende, die in tegen stelling met Kongsie Werkfonds-Schiedam- Maastricht de crediteuren ten volle wil be vredigen en nog iets aan de aandeelhouders wil overlaten. Deze nieuwe belanghebbende is mr. J. P. van Rossum. president-commissaris van de Centrale Suiker Mij. Mr. van Rossum han delt in dezen niet voor de Centrale Suiker, doch in privé. Het is bekend, dat Z.Ed. naast de Centrale Suiker, ook in privé bij vroegere, thans verkochte, Britscl^ dochtermaat schappijen van de C.S.M. geïnteresseerd is. Nadat deze belangen waren afgestooten, heeft de heer Van Rossum zijn liquide saldi blijkbaar in de Nederlandsche industrie wil len investeeren. UITVOER VAN DEVIEZEN UIT ABESSYNIë VERBODEN. Uit Addis Abeba: De uitvoer van deviezen is verboden. De waarde van den thaler is vastgesteld op 5 lires.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7