De markt- en straathandel.
Brillen of geen Brillen.
Kabinetscrisis in Zweden.
Wettelijke regeling van den markthandel?
Wettelijke regeling
markthandel.
Een ieder, die belang stelt in het midden
standsleven in ons land zal met groote waar
deering kennis nemen van het praeadvies
van den bekenden secretaris der Rotterdam-
sche Middenstandsvereeniging ..Handel en
Nijverheid", getiteld: Is wettelijke regeling
van den markt- en straathandel gewenscht?
Zoo ooit, dan is dit onderwerp op dit oogen-
blik uiterst actueel, omdat het naar mijn ge
voelen bezien behoort te worden in samen
hang met het inmiddels ingediende wetsont
werp Vestigingseischen Intusschen dient een
scherp onderscheid gemaakt te worden tus-
schen beide vormen van. kleinhandel.
In 't algemeen gesproken is het aantal
vijanden in den middenstand met betrek
king tot het marktwezen grooter dan het
aantal vrinden. Het zou te ver voeren alle
argumenten van middenstandszijde tegen de
algemeene markten aan te voeren, maar het
belangrijkste is: de ongelijke concurrentie
voorwaarden. De hoooge lasten, welke op
het winkelbedrijf drukken, geven den markt
kooplieden een on toelaatbaren voorsprong.
Dit argument bleef natuurlijk niet onbeant
woord en de Marktkooplieden-vereenigingen
wezen op de veelvuldig voorkomende hooge
marktgelden en de zeer bijzondere risico's
aan hun bedrijf verbonden. De strijd tus-
schen beide groepen laaide hoog op ten tijde
van het in 1922 gehouden Middenstandscon
gres te Zwolle, waar de heer Koopmeiners
eveneens als prae-adviseur over het markt
vraagstuk optrad. Zijn conclusie luidde des
tijds: zorgt dat de standplaatsen op de
markt door „werkelijke" marktkooplieden
worden ingenomen. Op dit oogeniblük pleegt
men een andere terminologie te gebruiken
en spreekt men van „erkende" marktkoop
lieden. De conclusie van den prae-adviseur
werd door het Congres getorpedeerd, in
hoofdzaak als gevolg van het feit, dat men
zich in groote meerderheid had vastgebeten
in een verdere opvoering der marktgelden.
Volkomen terecht maakte de prae-advisseur
daartegen bezwaar, zich beroepend op het
desbetreffende artikel uit de Gemeentewet,
waaruit volgt, dat de retributie voor stand
plaatsen op de markten tot geen hooger be
drag mag worden goedgekeurd dan vereischt
wordt om een „matige winst" aan de Ge
meente te verzekeren. De heer Koopmeiners
had gelijk ik wees er reeds op in de
eerste plaats theoretisseh beschouwd. Want
de praktijk heeft sindsdien zeker geleerd,
dat het begrip „matige winst", bekeken door
menigen gemeente-bril, een uiterst rekbaar
begrip is. Daargelaten nog, dat men einde
loos zou kunnen discussieeren over de vraag:
wat is matig?, is het beter naar de praktijk
te kijken en vast te stellen, dat tal van ge
meenten juist uit deze en andere retributies
onmatige winsten putten. Het Zwolsche con
gres besloot het marktprobleem ter verdere
behandeling en afwikkeling over te dragen
aan de Kamers van Koophandel en Fabrie
ken! Wij zijn veertien jaar verder en bij
zijn vervolg-prae-advies klopt de heer Koop
meiners zich begrijpelijkerwijze op de borst
en schrijft: wettelijke regeling van den
markthandel is noodig. Hoe deze tot stanld
te brengen? Daarbij kan de prae-adviseur
een belangrijk bondgenoot ten tooneele voe
ren. De leiders van de marktloopliedenorga-
nisaties hebben in den loop der jaren inge
zien, dat hun hobby: het in het leven roe
pen van zooveel mogelijk nieuwe markten,
geen oplossing brengt. Zij wenschen thans
de markt uit te sluiten voor gelegenheids-
kooplieden en uitsluitend te bestemmen voor
„erkende" kooplieden. Een rijksregeling zou
daarvoor aangewezen zijn. De basis voor een
dergelijke regeling ligt in het Ontwerp-Ves
tigingswet. De afvloeiing van gelegenheids-
marktkooplieden zal in vele gevallen kun
nen leiden tot inperking van vele marktter
reinen. De middenstand en de marktkoop
lieden zouden bij een dergelijke regeling ge
baat zijn.
Wettelijke regeling
straathandel.
Naast een regeling van den markthandel
zou een regeling van den straathandel niet
kunnen ontbreken. De prae-adviseur onder
scheidt een vijftal vormen van straathandel.
De belangrijkste is het ventersbedrijf, waar
bij de betrokkenen de gemeente hunner in
woning en de naaste omgeving gewoonlijk
als hun operatieterrein uitkiezen. Daarnaast
kent men een straathandel, gedreven door
kooplieden, die een vaste standplaats op den
openbaren gemeentegrond innemen, niet be-
hoorende tot het marktterrein. De derde
.groep wordt gevormd door kooplieden, die
•met hun koopwaar van gemeente tot ge
meente trekken en deze aan de huizen
trachten te verkoopen. Voorts is er een han
del, waargenomen door venters, die een
vast dienstverband hebben bij de een of an
dere groote onderneming en tenslotte moet
men onderscheiden den z.g. gecamoufleer-
den bedelhandel.
De venter vervult een rol in het handels
verkeer, die niet onderschat mag worden.
Hij is het, die gewoonlijk kans ziet grootere
of kleinere partijen goederen, die niet langs
normalen weg in den handel gebracht kun
nen worden, een plaats van bestemming te
verzekeren. De tijdsomstandigheden zijn
oorzaak, dat het aantal venters zeer sterk is
toegenomen. De Overheid heeft daarbij de
behulpzame hand geboden. Het verstrekken
van een zekere hoeveel „handelsgeld"
van gemeentewege aan werkloozen. een en
ander ter nivelleering of vermindering van
het „steungeld", heeft de moeilijkheden op
dit terrein in zeer belangrijke mate ver-
groot.
De straathandel, welke wordt uitgeoefend
door hen. die een retributie betalen voor het
in bezit nemen van een vaste standplaats
op den openbaren gemeentegrond, behoort
niet onder het typische ventersbedrijf. Zij
mogen handel drijven in artikelen, waar
voor zij een vergunning hebben gekregen.
Het is aan de gemeentelijke autoriteiten om
maatregelen te nemen, teneinde paal en
perk te stellen aan al te groote uitbreiding.
De groep der „rijdende" kooplieden heeft
vooral beteekenis voor die streken, waar de
bewoners ver van de centra zijn gelegen. Het
behoeft wel geen betoog, dat een te groot
aantal dezer vakgenooten voor de betrok
kenen ongewenscht is.
De laatste groep zijn meer arbeiders-m-
loondienst dan zelfstandige ondernemers,
terwijl de z.g. bedelhandel helaas ongekende
afmetingen heeft aangenomen.
Indien men overtuigd is van de noodzake
lijkheid van ordening in het winkelbedrijf,
is de logische consequentie, dat men der
gelijke maatregelen ook moet toejuichen
voor den markt- en den straathandel. Feite
lijk zou men de drie groepen van regelingen
tegelijkertijd behooren in te voeren, aange
zien er anders veel kans bestaat van ..over-
loopen" van het. minder- naar het meer-
vxije bedrijf. Ook voor dit geval dus een
rijksregeling, terwijl de plaatselijke verorde
ningen met betrekking tot deze materie dan
een aanvullend karakter dragen en zorgen
voor aanpassing bij de plaatselijke omstan
digheden. Ventvergunningen van rijkswege
zouden gebonden moeten worden aan een
leeftijdsgrens en bijv. voor een geldigheids
duur van 1 jaar. Zij worden op naam ge
steld en dienen duidelijk te vermelden voor
welke goederen en voor welk gebied zij gel
den. De heer Koopmeiners zou langs dien
weg het aantal vergunningen willen inkrim
pen, totdat het normale getal is gekomen nl.
3 venters op iedere 1000 inwoners. De rijks
wet zou dan ook het ventgeld moeten vast
stellen op dezelfde wijze als er één uniform
manktgeld zou moeten komen.
Ik ben ervan overtuigd, dat de heer Koop
meiners na de Zwolsche nederlaag met een
Delftsche overwinning zal komen. Maar als
dat zóó is, dan is het zeker, dat deze Rot
terdammer misschien niet direct zal uit
roepen, maar ongetwijfeld zal denken: in
1922 dacht ik verder dan gij, die mijne con
clusies niet wenschte te aanvaarden.
MOLLERUS.
De bevolking.
Toeneming in 1935.
De bevolking van de
gemeenten
in onze
omgeving was in het afgeloopen jaar
31 Dec.
31 Dec.
1934
1935
Haarlem
129.127
131.257
Bloemendaal
15.739
15.880
Heemstede
17.097
17.870
Velsen
44.329
45.185
Zandvoort
9.075
9.120
Beverwijk
10.280
10.285
Bennebroek
2529
2.609
Haarlemmerliede c.a.
3.167
3.295
Haarlemmermeer
29.618
30.454
Wijk aan Zee en Duin
8.720
9.425
C&stricum
6.274
6.577
Heemskerk
4.635
4.650
De bevolking van Amsterdam daalde van
781.660 tot 781.645.
In de provincie steeg het aantal van
1.601.904 tot 1.614.424.
Worden Syrië en Libanon
onafhankelijk?
Zij zouden als Frankrijk's bondgenooten in
den Volkenbond kunnen komen.
PARIJS, 17 Juni (Reuter-A.N.P.) De „Echo
de Paris" en de „Oeuvre" meenen bijzonder
heden te kunnen mededeelen ten aanzien van
het accoord, dat voorbereid wordt tusschen
de Fransche regeering en de regeering van
Syrië en Libanon.
Volgens deze bladen is het de bedoeling, dat
beide landen onafhankelijk worden, d.w.z. dat
de mandaten zullen worden opgeheven.
Frankrijk zal dan opneming van beide lan
den in den Volkenbond trachten te verkrijgen.
Volgens eerstgenoemd blad zullen Syrië en
Libanon als „Levant-staten" bondgenooten
van Frankrijk worden.
Het accoord in kwestie zou reeds zeer bin
nenkort aan den ministerraad worden voor
gelegd. De status van beide gebieden zou in
groote lijnen gelijk zijn aan dien van Irak.
Waarschijnlijk zouden zij reeds in September
tot den Volkenbond kunnen toetreden. Onder
garantie van Frankrijk zouden speciale maat
regelen voor de rechten der minderheden
worden getroffen.
DONDERDAG '18 JUNI 1936
Bruggen en Bedrijfsauto's.
Speciaal nummer van „De Bedrijfsauto".
Onder dezen titel heeft de redacteur van
„De Bedrijfsauto" in een speciaal nummer van
dit weeklad een groot aantal interviews sa
mengebracht oer dit actueele onderwerp.
Een woord vooraf is geschreven door den
minister van Waterstaat jhr. ir. O. C. A. van
Lidth de Jeude. In dit voorwoord betoogt jhr.
Van Lidth de Jeude o.a.:
„De openbare verkeersmiddelen vorderen
bijzondere aandacht en de regelen daarvoor
te stellen, althans voor het personenverkeer,
zijn in een vergevorderd stadium van voor
bereiding. Daarbij zullen wel eischen aan het
openbare verkeer gesteld moeten worden
evenals zulks thans reeds het geval is doch
het stellen van eischen mag nimmer dienen
om het verkeer te belemmeren doch wel om
het verkeer te regelen, in het belang van
allen".
Een uitvoerig artikel heeft hierin de heer
J. ter Haar Jhr., lid van de Eerste Kamer, die
er voor waarschuwt dat naar zijn meening
de regeering nooit de 2 1/4 millioen zal krijgen
die zij verwacht te ontvangen uit de wet op
de versnelde bruggenbouw. Dit artikel noemt
het Kamerlid „Mihioenen-deemstering en stij
ging der grondprijzen in Nederland", daar hij
hier met cijfers aantoont hoe de grondprijzen
in tallooze gemeenten zijn gestegen als gevolg
van de auto. In Amstelveen betaalde men in
dertijd 3 per M2„ thans 10. „De Regeering
moet niet te hard zijn voor ondernemers van
bussen en vrachtauto's", aldus dit Kamerlid,
dat erop aandringt de belastingen te ver
lagen. „Onze Staatskas heeft de gelden van de
motorrijtuigen dringend en dringend noodig.
en dat ook de opbrengst van deze in dalende
lijn gaat, is funest" en dit Kamerlid heeft
de overtuiging dat bij verlaging van belasting
weder autotoename zal komen en belasting
opbrengst zal stijgen.
De heer J. M. J. H. Lambooy, oud-Minister,
burgemeester van Hilversum, acht voor de
open bebouwing van een tuindorp, zooals Hil-
ersum, het exploiteeren an tramlijnen min
der rendabel en zelfs een jaarlij ksch terug-
keerende strop. Autobus-diensten en taxi
bedrijven bewijzen hier groote diensten. Zon
der deze zou vestiging voor velen, die hun
dagelijksche bezigheid b.v. in Amsterdam of
Utrecht hebben, groote bezwaren bieden.
Verder treft men er nog een groot aantal
artikelen aan van gezaghebbende personen.
Vele foto's illustreeren het geschrevene.
Geen medische attesten van
Joodsche doctoren.
Nieuw voorschrift voor Duitsche school
kinderen.
BERLIJN, 17 Juni. Krachtens een decreet
van den rijksminister van onderwijs en op
voeding mogen schoolkinderen die met een
medisch attest hun schoolverzuim moeten ver
klaren, de attesten niet bij Joodsche docto
ren halen uitgezonderd wanneer het Jood
sche kinderen betreft. Het gevolg hiervan zal
zijn, dat niet-Joodsche gezinnen die toevallig
een Joodschen huisdokter hebben van arts
moeten veranderen. (A. N. P.)
Over de resultaten der
Gezichtsscholenen zelf-oefening.
Dr. Schacht naar Turkije.
De versterking der Dardanellen.
ISTANBOEL, 17 Juni (Stefani/A.N.P.)
Naar verluidt, zal dr. Schacht binnen
kort naar Turkije komen om namens
de Duitsche industrie het noodige
materiaal aan te bieden voor de ver
sterking der Dardanellen tegen de ge
deeltelijke betaling in goederen.
Onder dezen titel en ook over dat onder
werp is in de laatste twee jaar in Nederland,
vooral in „Het Vaderland" veel polemiek ge-
geweest. die nu weer is geluwd.
Aanleiding hiertoe waren twee boeken bij de
uitgevers C. A. Mees te Santpoort verschenen,
n.l. het een Leert weer zien" van E. Friedrichs,
en het tweede Practische handleiding voor ge-
zichtsonderricht van Dr. Ph. Douglas te Wies-
baden. Beide boeken waren uit het Duitsch
vertaald en gingen over de methode van Dr.
med. William Bates te New-York, die na jaren
lange proeven en experimenten tot de over
tuiging was gekomen, dat men bij achteruit
gang van het gezichtsvermogen lang niet al
tijd zijn toevlucht behoeft te nemen tot een
bril, maar dat men door een stelselmatig oefe
nen van de oogspieren, alsmede door bepaalde
gezichtsoefeningen bij opkomende verzwak
king het zonder bril kan stellen, waardoor voor
den brillendrager de kans bestaat den hinder
lijken bril te kunnen afleggen.
Dr. P. v. d. Hoog, de populaire medische me
dewerker van het Vaderland schreef een boek-
beoordeeling over het eerste werk, waarin hij
zich geheel open verklaarde voor de nieuwe
methode, hoewel niet geheel zonder voorbe
houd.
Daarop werd zeer fel gereageerd door een
„Oogarts", waarop Dr. v. d. Hoog zijn stand
punt nader toelichtte, waarna de medische
wereld voorloopig zweeg.
Toen kwam echter een leek in het debat met
de verzekering, dat hij aan een „gezichtschool'
in Haarlem in enkele lessen en ook door gron
dige zelfoefening tot het verblijdend resultaat
was gekomen, dat hij den bril, dien hij steeds
had gehaat, en waardoor hij steeds hoofdpijn
had geleden kon afleggen. Hij is werkzaam
in een zeer drukke letterkundige betrekking en
kon nu het fijnste schrift tot laat in den
avond behandelen. Ook kon hij weer met ten
nissen meedoen zonder den bal te veel mis
te slaan. Het betrof hier een vlotten, jongen
man, die zeer lenig en sportief was.
Hij noemde zijn naam (H. Hündt), en ver
klaarde zich bereid om aan iedereen inlich
tingen te verstrekken, ja, zelfs aan minver
mogenden zijn boeken te willen uitleenen.
Daarna werd de stilte weer hersteld, totdat
van Dr. C. L. v. Steeden, een der oudste oog
artsen van Nederland, een brochure verscheen,
onder den titel die boven dit opstel staat. Deze
schrijver had van den aanvang af vertrouwd
in de resultaten die in het werk van Bates
waren vermeld (Perfect sight without glasses)
en trachtte die te verklaren door de starre
medische mechanistische leer los te laten, de
psychologische factoren in te schakelen en den
invloed der gedachten, alsmede de persoonlijk
heid, van den ooglijder, mede te tellen.
Trouwens, Dr. v. d. Hoog had ook reeds de
opmerking gemaakt, dat „aan die oogen toch
een mensch vastzat" en zoo werd nu het
heele gestel en de gezondheid in het geding
gebracht.
Kortom, Dr. v. d. Steeden hield de methode
voor mogelijk en trachtte haar te verklaren,
waarmede hij bij zijn collega's geen bijval
oogstte.
De zoogenaamde brochure werd in het Va
derland besproken door Dr. van der Hoog, die
in zijn betoog tevens opnam een zeer uitvoe
rige beschrijving van steller dezes, die, n<-
eerst door ernstige studie van de boeken, zelf
oefening en&. op 75-jarigen-leeftijd den lees
bril had afgelegd, en zijn gezichtsvermogen
op een afstand ook had verbeterd, naar Wies-
baden was getrokken om daar niet alleen zijn
oogen nog verder te verbeteren, doch ook om
de methode onder deskundige voorlichting
grondig te bestudeeren, en tevens om de re
sultaten van andere leerlingen uit hun mond
zelf op te teekenen.
Zoo kwam ik reeds den eersten dag in de
wachtkamer in kennis met een Hollandsche
dame van 30 jaar, die meer dan 20 jaar had
„gebrild" en die een bijziendheid van —7 had
gehad. Toen nu ook haar laatste bril op het
punt stond door een sterkeren broeder te wor
den vervangen, besloot zij zich tot Dr. D. te
wenden. Verder had zij starende, onbeweeglijke
oogen gehad, net als die van een wassenbeeld
en leed zij soms aan „nachtblindheid" (haast
niets zien bij halflicht), terwijl zij veel aan
hoofdpijnen leed en erg gevoelig was voor
schel licht.
Waarom het ministerie Hansson heenging.
(Van onzen correspondent).
STOCKHOLM, 15 Juni.
Toen Per Albin Hansson vanochtend aan de
halte achter zijn eenvoudige moderne woning
in het tuindorp Alsten op de tram stapte
om de stad in te rijden, zei de conducteur
wat vriendelijker dan gewoolijk zijn „Gomor-
ro, statsministern" en toonden de andere
passagiers van lijn 12 over hun krant heen
wat meer belangstelling voor den premier
dan anders. Al was het dan niet officieel
nog, ieder wist, dat hij op weg was naar het
paleis om koning Gustav de ontslagaanvrage
van zijn kabinet te overhandigen.
Men heeft de kabinetscrisis reeds weken
lang zien aankomen. Er zijn trouwens poli
tieke scribenten, die beweren, dat zij het af
treden van het kabinet-Hansson al met
zekere nauwkeurigheid voorspeld hebben toen
de leider der sociaal-democraten in Septem
ber 1932 tijdens een bridgepartijtje en met
behulp van een paar telefoongesprekken zijn
kabinet formeerde en dat kan betrekkelijk
juist zijn, aangezien men Per Albin Hansson
reeds lang als een groot tacticus kent, die
evenals de meeste andere politici hier in het
Noorden ervan overtuigd is, dat de partij,
die bij Kamerverkiezingen aan het bewind
is, het relatief moeilijker heeft dan de op
positiepartijen. En het is vrij zeker, dat er
thans geen kabinetscrisis ontetaan zou zijn,
wanneer niet over drie maanden, op Zondag
20 September, een nieuwe Tweede Kamer ge
kozen moest worden. Al is de directe aan
leiding dan ook van anderen aard.
Hansson, de afgetreden Zweedsche premier.
De sociaal-democraten hebben in den herfst
van 1932 niet de meerderheid behaald, maai
de stemmenwinst was zoo aanzienlijk, dat zij
aangewezen waren om de regeeringsverant-
woordelijkheid op zich te nemen. Zij deden
dit op een vrij ongunstig tijdstip, de crisis deed
zich steeds sterker voelen, de werkloosheid
steeg voortdurend en bewegingen aan de
uiterste rechterzijde, waarvoor men in het
democratische Zweden geen levenskans aan
wezig achtte, roerden zich verontrustend. Maar
het minderheidskabinet wist zich een vrij vaste
parlementaire basis te verschaffen door een
overeenkomst met de boerenpartij aan te gaan,
welke inhield, dat de sociaal-democraten hun
anti-protectionisme lieten varen en den land-
bouwcrisisteun aanmerkelijk uitbreidden en
Verbeterden terwijl in ruil daarvoor de boeren
de eigenlijke „welvaartsplannen" tot bestrij
ding van de werkloosheid en, zooals het heet
te, verbetering van de conjunctuur steunden.
Die zeer nauwe samenwerking, die vooral de
liberale volkspartij en ook de conservatieven
vrij onaangenaam was, kon tot voor weinige
maanden gehandhaafd worden. Toen maakte
de boerenpartij, die toch in wezen een burger
lijke partij is en die bij de voorbereiding
van de reorganisatie der landsverdediging één
lijn met de volkspartij getrokken had, zich
langzaam van de sociaal-democraten los en
alle pogingen van Per Albin Hansson en de
zijnen vooral de minister van landbouw
Skjöld om de banden weer aan te knoopen,
faalden.
Wel was het defensievraagstuk vereenvou
digd tot een kwestie van getallen, wel stelde
de regeering voor een zóódanige regeling te
ontwerpen, dat de totale jaarlijksche uitgaven
voor de defensie circa 130 millioen kronen
zouden bedragen, ofschoon de sociaal-demo
cratische leden van de defensie-commissie een
totaal van 119 hadden voorgesteld, maar de
middenpartijen hielden hardnekkig vast aan
hun 148 millioen, waarmee ook de militaire
deskuadigan en de conservatieven zich in ze
kere mate konden vereenigen en zelfs het
aanbod van de regeering om tot een compro
mis te komen, dat de instemming van de over-
groote meerderheid van het Zweedsche volk
zou hebben, leidde tot geen resultaat. Er is
toen opnieuw onderhandeld en tenslotte heeft
de regeering zich bereid verklaard mede te
willen werken aan een „oplossing-in-eensge-
zindheid" die neer zou komen op een jaarlijk
sche uitgave voor defensie ad 148 millioen
de magische 148 wanneer tevens gegaran
deerd werd, dat de sociale maatregelen niet
door deze hoogere defensie-uitgaven in 't ge
drang gebracht zouden worden en wanneer die
hoogere kosten door de groote vermogens en
inkomens bestreden zouden worden.
Zoo zijn de defensiewetten in behandeling
gekomen. Beide Kamers namen met betrek
kelijk geringe meerderheid in de Tweede
Kamer slechts vier stemmen de door de
defensiecommissie voorgestelde regeling aan.
die op 148 millioen neerkwam, en verwier
pen het regeeringsvoorstel. De regeering
bleef aan en nogmaals deed Per Albin Hans
son een beroep op hen, die eenheid en geen
verdeeldheid wilden, nogmaals gaf hij te
kennen, dat de regeering aan deze defensie
regeling mee zou werken, wanneer men nu
tevens voor de sociale regeling, die de re
geering na aan het hart lag verleenmg
van een duurtetoeslag op de ouderdoms
rente en voor de dekking van de hoogere
defensieuitgaven zorgde door goedkeuring
van de voorstellen tot wijziging van het be
lastingstelsel. De laatste zijn nog niet be
handeld, maar reeds bij de stemming over
de ouderdomsrente bleek, dat de burgerlijke
meerderheid niet van plan was de regeering
aan te laten blijven, niet haar steun aan de
aan het defensievraagstuk vastgekoppelde
voorstellen zou verneenen. De regeling van de
ouderdomsrente, die toch slechts op een
stijging der uitgaven met circa tien millioen
neer zou komen, is Zaterdagavond verwor
pen. En daarmee werd de kabinetscrisis een
feit.
Het kabinet-Hansson gaat heen, weinige
maanden vóór zij bij de verkiezingen de kie
zers over haar beleid zou laten oordeelen.
het gaat heen na bijna vier jaar regeeren
onder vaak moeilijke omstandigheden, waar
in toch veel goeds tot stand gebracht kon
worden, Een socialistisch kabinet, dat lan
gen tijd in vele opzichten het vertrouwen
van een groote meerderheid had. En wat er
volgen zal, weet men nog niet. De leider van
de boerenpartij, Axel Pehrsson, drie jaar de
trouwe bondgenoot van den nu aftredenden
premier, heeft de opdracht tot de vorming
van een nieuw kabinet aanvaard. Maar men
twijfelt er sterk aan. of hij een ministerie
samen zal kunnen stellen, dat het langer dan
tot de verkiezingen van September uithoudt.
C. G. B.
Na een behandeling van 6 weken was de
bijziendheid tot —3 verminderd, en had zij
zelfs momenten, dat ze alles helder zag. De
oogen hadden reeds vrijwel de gewone beweeg
lijkheid herkregen en hoofdpijnen kwamen
niet meer voor. Ook waren de nachtblindheid
en de lichtschuwheid verdwenen. Zij brak de
kuur af, om, door eigen oefening thuis, ver
dere gezichtsterkte te krijgen.
Diezelfde dame vertelde mij, dat tegelijk
met haar een 12-jarig Hollandsch meisje was
aangekomen, dat sterk bijziende was, en dat
leed aan zenuwtrillingen der oogen (nystag
mus). Na eenige weken verblijf kon het kind
zich weer zonder bril tusschen hare kornuitjes
bewegen en waren de oogtrillingen verdwenen.
Twee dagen na aankomst maakte ik kennis
met een Duitsche dame van 71 jaar, die aan
ouderdomsverziendheid had geleden van 4,
en nu fijn schrift van nabij kon lezen en ook
fijne handwerken zonder bril kon verrichten.
Verder nam ik ook een Hollandsch meisje
waar, dat van oogtrillingen en bijziendheid
werd genezen.
Ook zag ik nog een paar jongelieden her
stellen, die door een hersenschudding bijziend
waren geworden, terwijl ik ten slotte nog bij
een half dozijn patiënten sterke vermindering
van bijziendheid waarnam.
Wat mijzelf betreft, ik bracht mijn gezicht
scherpte in ver zien van 1'3 normaal tot ruim
2/3, terwijl ik het met lezen van nabij, waar
toe ik vroeger een bril van 2 1/4 had ge
dragen, bracht tot lezen van diamantschrift
zonder bril (en dat op 75-jarigen leeftijd).
Behalve de verbetering van het gezichtsver
mogen constateerden alle leerlingen lichame
lijke en geestelijke opleving, als mede verlos
sing van migraine en andere soorten hoofd
pijn.
Wat het gebruiken der oogen betreft, ik kan
thans voorwerpen in het terrein beter opmer
ken, terwijl ik, boven alles, dadelijk veel meer
genoot van de ontwakende lentenatuur, daar
de vorderingen der ontluikende knoppen en
bloemen mij eerder opvielen.
Nu dient nog de vraag onder de oogen te
worden gezien of de in de „gezichtscholen"
verkregen resultaten wel blijvend zullen zijn.
Hieromtrent kan schrijver dezes alleen be
schikken over hetgeen hij zag bij het echtpaar
Douglas, dat zelf reeds meer dan 8 jaar gele
den zijn gezichtsvermogen met de Bates-
methode verbeterde. Ook is het feit, dat leiders
en leeraren aan de gezichtscholen niet „bril
len", een bemoedigend voorbeeld, dat zeker
stimuleerend werkt op de leerlingen.
Verder is de Bates-methode reeds op tal van
Amerikaansche scholen ingevoerd, waar de
Sneller-leeskaarten zijn opgehangen, zoowel
tot oefening in het lezen, als tot voorbehoed
middel tegen gezichtzwakte en als tijdige
waarschuwing daartegen.
Maar nu zullen zij, die het bovenstaande
aandachtig hebben gelezen wel nieuwsgierig
zijn naar de eigenlijke Bates-oefeningen.
Hieromtrent verwijzen wij maar liever naar
de hierboven vermelde leerboeken, doch we
willen toch in het kort een en ander mededee
len, met de waarschuwing echter niet tot zelf-
behandeling over te gaan, alleen op de aanwij
zingen in dit couranten-epistel. Neen, zoo ge
makkelijk gaat het niet. Die het zonder gron
dige studie en voorlichting (onderricht) wil
probeeren zal allicht teleurstelling onder
vinden.
Het geheele systeem komt hierop neer om
zoowel de oogen, als het geheele lichaam" gedu
rende eenigen tijd volstrekte rust en ontspan
ning op te leggen, hetwelk voor een groot ge
deelte wordt bereikt, door het z.g. „palmeeren",
w.o. men verstaat de handen bij gesloten oogen
zoodanig voor het gelaat te houden (zonder
de oogen te raken) dat men totaal niets ziet.
Als tegenhanger daarvan dienen oefeningen
in het beweeglijk maken der oogen, zooals naar
alle richtingen kijken en de oogen in het rond
draaien.
Ook behoort daartoe massage van voor
hoofd, nek, neuswortel en de randen der oog
kassen, alsmede zeer zacht trilmassage van de
oogleden.
Verder versterking van het oog door heel
voorzichtig geleide oefening in het zonnen der
oogen, voornamelijk met gesloten oogleden,
doch ook „mondjesmaat" met door de oog
haren te staren en ook door de oogen even
tjes te openen.
Ook vestigen de meeste leerboeken er de
aandacht op, dat een goed gezond oog alleen
kan huizen in een zuiver en gezond lichaam,
zoodat de nadruk wordt gelegd op eenvoudig
natuurlijk en de sappen zuiver houdend voed
sel, en verder op lichaamsoefeningen, die
bloedcirculatie en spijsvertering bevorderen.
Ten slotte nog een opmerking, die ik in geen
der leerboeken las. n.l. dat deze methode al
meer dan duizenden jaren bij de Hindoes be
kend was. Deze beoefenden genoemde methode
om een vasten helderen en fascineerenden
blik te verkrijgen, en, hoewel deze Oosterlin
gen wat elasticiteit, ontspanning en eenvoudige
natuurvoeding betreft reeds veel op den huidi-
gen Europeaan vóór hadden, zoo wordt toch
nog daarop de nadruk gelegd. De Hindoes leg
gen bij rustig nadenken, mediteeren enz. ook
een of twee handen tegen het gelaat. In de
yogi, waarin de speciale gezichtsoefeningen
worden behandeld staan vrijwel dezelfde
oefeningen als in Bates. Verder worden daar
in nog oogwasschingen met zout water aan
bevolen, hetgeen ook in sommige gezichtscho
len geschiedt.
Men ziet dus; „Niets nieuws onder de zon".
Glasfabriek „Leerdam".
Het bedrijf overgenomen door
Dir. J. P. van Rossum.
Wij lezen in de Tel.:
Naar het „A. E." meldt, wordt het bedrijf
der Glasfabriek Leerdam overgedaan aan
een nieuwe belanghebbende, die in tegen
stelling met Kongsie Werkfonds-Schiedam-
Maastricht de crediteuren ten volle wil be
vredigen en nog iets aan de aandeelhouders
wil overlaten.
Deze nieuwe belanghebbende is mr. J. P.
van Rossum. president-commissaris van de
Centrale Suiker Mij. Mr. van Rossum han
delt in dezen niet voor de Centrale Suiker,
doch in privé. Het is bekend, dat Z.Ed. naast
de Centrale Suiker, ook in privé bij vroegere,
thans verkochte, Britscl^ dochtermaat
schappijen van de C.S.M. geïnteresseerd is.
Nadat deze belangen waren afgestooten,
heeft de heer Van Rossum zijn liquide saldi
blijkbaar in de Nederlandsche industrie wil
len investeeren.
UITVOER VAN DEVIEZEN UIT ABESSYNIë
VERBODEN.
Uit Addis Abeba: De uitvoer van deviezen
is verboden. De waarde van den thaler is
vastgesteld op 5 lires.