BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. KLEINE TEEKENAARS. Jullie hebt verleden week natuurlijk allen m'n briefje vooraf gelezen. Maarhebben jullie ook op school gevraagd, als jullie uit gaat. Zomerpostzegels mede te nemen! Tot 15 Juli zijn ze aan de postkantoren te koop en ik denk dat de meeste uitstapjes wel voor 15 Juli plaats vinden. Heden, Zaterdag 20 Juni vindt de verkoop van het plaatselijk comité plaats. Van 2.30—5.00 op de ponten te Velsen. Van 3.C05.00 langs de huizen in IJmuiden-West en IJmuiden. Om 5.00 vangt de verkoop op het Kennemerplein en bij de Julianabrug aan. Volgende week Zaterdag, behoudens goed keuring, nog eens op de ponten te Velsen, te Driehuis en te IJmuiden-Oost De uren van verkoop worden nog nader bekend ge maakt. Het goede doel van de Zomerpostzegels is jullie bekend. Willen jullie nu ook een beetje medehelpen en een weinig reclame maken? Ja? Prachtig. Laat je vader en moeder dan dit briefje lezen en vraag of ze, al is het slechts één postzegel willen koopen. Na mens het comité dank ik jullie hartelijk voor jullie hulp. Lief PRINSESJE. Wil je je moeder na mens mij hartelijk danken voor haar brief je. Heel vriendelijk van haar me steeds op de hoogte te houden. Je tanteRika heeft je prijs je medegenomen. Heb je het al ontvangen? Prettig dat je nu van den dokter op mag. Dat je nog niet naar school mag, moet je maar niet te zwaar opvatten. Je gezondheid gaat voor. Ben je weer beter, dan haal je alles wel weer spoedig in. Nu het beste hoor. Dag Prinsesje. Lief HANDWERKSTERTJE. Zoo is je grootvader met vacantie geweest? Je zult ■hem gemist hebben, 'k Ben nieuwsgierig naar je handwerk dat je thuis gemaakt hebt en vind het prettig het, zoodra het klaar is, te mogen zien. Hoe staat het leven? 'k Heb je in twee dagen niet gezien. Handwerk maar prettig. Dag Hand werkster tje. Lief ZUSJESBESCHERMSTER. Hoe gaat het met je groeiende haren? Kunnen we al paardje spelen en je vlechten voor leidsel gebruiken? Je nichtje was met haar nieuwe fiets niet erg fortuinlijk zeg. Het prikkeldraad scheen een onweerstaan bare aantrekkingskracht voor haar te heb ben. Je moet haar namens mij zeggen, dat ze. als ze weer gaat fietsen, geen hekjes, lan taarnpalen of boomen behoeft te omhelzen of moet probeeren aan het lachen te ma ken: Het zijn vergeefsche pogingen en de gevolgen zouden haar wel eens tranen kun nen brengen. Dag Zusjesbeschermster. Lief SPARRETJE. Wat Jammer dat je weer niet buiten mag spelen. Het weer is nu juist zoo mooi. 'k Hoop dat je weer spoe dig beter bent. Heb je alweer nieuwe vrien dinnetjes? Je denkt ook „verandering van spijs doet eten", 'k Hoop dat je prettig met ze kunt spelen. Het beste hoor. Dag 'Sparretje. Lief KRULLEKOPJE. Tc Wil graag ge- looven dat je prettig op het veld over de sluis gespeeld hebt. Maar was het er niet heel erg warm? Er is geen enkel schaduw plekje. Natuurlijk, jongens moeten altijd plagen. Maar daar kan je toch zeker wel te gen? Als ze weer kuilen inbressen, help je ze een beetje dan is de pret er gauw af. Misschien verzinnen ze dan wel weer een ander plaagspelletje. Daar zijn het nu een maal jongens voor. Dag Krullekopje. Beste BEP. Je hebt je er dit keer maar heel gauw afgemaakt zeg. 'k Heb steeds net ter schrift en mooier teekenwerk van je ontvangen. Heeft het warme weer er een weinig schuld aan? 'k Hoop volgende week beter. Dag Bep. Beste BERENMAN. Ja hoor. nu is het volop zomer, 'k Begrijp dat Polly nu niet gaat zitten verven in huis, maar veel buiten speelt. De verfdoos moet hij maar vacantie geven tot regenweer, 'k Dank je voor je tee- kening. Dag Beren man. Beste POLLY. Flink zoo vriend. Jij hebt woord gehouden en twee plaatjes voor mij geteekend. Nu heb ik onder m'n vriendinne tjes een trouw woordhoudstertje en onder m'n vriendjes een trouwen woordhouder. Weet je hoe dat vriendinnetje heet? Spar retje. Zij heeft me beloofd steeds trouw te schrijven en haar belofte is ze nu al maan den nagekomen ook ondanks ze wel eens een beetje ziek is. Flink vind je niet? Je dacht zeker „m'n meester heeft een naam van slechts vijf letters, 'k zal er maar vier letters aan toevoegen, dan komt hij er met St. Ni- colaas niet zoo kaal af. Hij kan beter negen dan vijf chocolade- of banketletters ontvan gen". Niet onaardig zeg. Wil je de hondjes Joop en Polly namens mi] eens streelen en dank zeggen voor hun pootje! Dag Polly. Veel groeten van Mej. E. VTJLBRIEF „KOOLBEK", HET JONGE KONIJN. door Rubriekertje POLLY. (Vervolg) Nog eens Roodbaard. Langoor zou Roodbaard nog eens een poets bakken Koolbek en Wipstaart moesten thuis blijven. Langoor ging maar met een. Buiten gekomen snoof Langoor heel aan dachtig de lucht op. Hij rook duidelijk een dier in z'n onmiddellijke omgeving. Hij wist echter niet welk soort dier. Een eindje ver der ontdekte hij een egel. Toen hij vlak bij de egel was, zag hij ook een spitsen snuit. Het was de snuit van vos Roodbaard. Nu wist Langooor iets. Hij was er op uitgegaan om Roodbaard een poets te bakken en de gelegenheid was er nu. (Wordt vervolgd.) MET DE FAMILIE KNOPPEL EEN DAGJE NAAR BUITEN. Anders dan bij ons. In Madrid wordt niet de man die bedelt gestraft, maar de man die den bedelaar iets geeft. Men hoopt op manier de bedelarij te bestrijden. Het was al lang afgesproken, dat, als het een Zondag mooi weer zou zijn, vader, moe der, Hans en de tweeling Annie en Greet je met Flokkie de hond een dagje naar buiten zouden gaan. Maar iedere Zondag, als de kin deren opstonden en naar buiten keken, regen de of waaide het en de zon liet zich in het geheel niet zien. Maar eindelijk de heele week was het mooi weer geweest zou het er dan toch van komen. Toen Hans dien Zondag vroeg op stond en uit het raam keek, zag hij dat het het mooiste weer van de wereld was. Vlug ging hij vader en moeder en de zusjes roepen en in allerijl werden de toebereidselen voor het uitstapje gemaakt. Toen de klokken negen slagen lieten hooren, wandelde de familie Knoppel naar het station, om een kwartiertje later, per trein, naar de bosschen te rijden. Daar waren ze eeri goed uur later. .We zullen eerst een flinke wandeling gaan maken!" stelde vader voor. .,Als we honger krijgen, eten we onze boter hammen op, doen wat spelletjes en gaan dan een poosje in de zon liggen. Als we goed uit gerust zijn, maken we dezelfde wandeling te rug en zijn precies op tijd thuis om te eten!" Dat plan vond algemeene instemming en toen werd de pas er ingezet. Vader had zijn mandoline meegenomen en onder het zingen van vroolijke marschliedjes togen ze op weg. De tweeling was af en toe ondeugend en trok blaadjes af van de boomen, waar ze voorbij liepen; maar als Hans dat zag, werd hij erg boos en zei, dat ze de boomen vernielden. Om ongeveer half een, toen ze bij een mooi plekje kwamen, verklaarde, vader dat hij honger had en dat ze maar halt moesten houden om te „proviandeeren". Dat gebeurde. Na de lange wandeling smulden ze, dat het een lust was. „Waar moeten die papieren blijven?" vroeg kleine Greetje, „die hoeven we toch niet meer mee naar huis te nemen?" „Die laat je natuurlijk liggen," zei haar zusje Annie, Maar hier viel vader de kleine meisjes in de rede: „Nee, die laten we niet liggen. Het zou toch meer dan erg zijn, wanneer we het mooie bosch hier verontreinigden met papie ren en leege flesschen! Stel je voor, dat ieder een, die hier kwam dat deed, dan zou het hier gauw een vieze boel worden. Nee, Anneke, of we nemen die papieren weer mee en gooien ze bij het stationnetje in de papierbakken, die daar staan, of we begraven ze hier. We hebben ei heusch geen hinder van, wanneer we die papierproppen mee nemen; want zwaar zijn ze niet.' „Laten we ze maar begraven, vader," zei Hans, die ondertusschen al een diepe kuil ge graven had. „Dat is goed!" En vader, moeder en Hans legden de papieren en andere overblijfselen van hun maal in het kuiltje en gooiden er zand overheen. Er was niets meer van te zien, dat er menschen gezeten hadden. De tweeling zweeg, een beetje beschaamd. „En nu spelletjes doen!" zei moeder vroo- lijk. „Ik vind stuivertje verwisselen een leuk spel!" „Ik ook; ik ook!" riepen de anderen en wel dra was het spel in vollen gang. Vader was de eerste, die vermoeid raakte en een dutje voorstelde. Ook moeder en Hans voelden daar wel iets voor; maar Greetje en Annie en de hond waren veel te rusteloos, om zoo lang stil te zijn. „Mogen Annie en ik onze namen in een boompje snijden?" vroeg kleine Greetje. „Dan kan iedereen zien, dat wij hier geweest zijn!" Nu nam moeder het woord: „Jullie zijn nog kleine meisjes en daarom weet je nog niet zoo goed, wat je wel en niet mag doen. Maar dit mag volstrekt niet. Stel je nu eens voor dat iedereen dat deed; wat zou er dan van het mooie bosch overblijven? Niet veel moois, immers? En bovendien be schadig je de boomen, door in de bast te snij den. Jullie kunt er toch ook niet tegen, wan neer iemand met een mes in je arm zou snij den. Dat doet erge pijn. Een boom is ook een levend wezen, al kan hij niet spreken. En als je een boom in zijn huid, want dat is de bast toch per slot snijdt, doet dat ook pijn en is dat heelemaal niet gezond. Begrijpen jul lie het, meisjes,?" Ja, Annie en Greetje hadden het begre pen. En toen ze later grooter waren en zelf uitstapjes gingen maken, stelden ze nooit meer zulke dingen voor; integendeel als ze zagen, dat'anderen het bosch wilden vernie len, probeerden ze om hen van dat booze voornemen af te houden. En dat het zoo hoort, dat weten jullie natuurlijk ook, hè kinderen? RITA. Begrijpen jullie nu. waarom juffrouw Brei- graag zoo n vurig voorstandster is van stand beelden in het park? OP DE GOUDEN BRUILOFT. door W. B.Z. Ml O a 1 vr d A Toen onze grootouders de gouden bruiloft vierden. Hebben wij reusachtig veel plezier gehad. Wij voerden op een stuk uit oude tijden Toen Haarlem nog maar was een kleine stad Mijn groote zus speelde met broer voor bruid en bruidegom Zij droeg een hoepelrok van bloemetjes- satijn. Jan was in 't zwart en met een „hooge zij je" Het was een bruidspaar O. 'reusachtig fijn. Daarachter liep mijn neefje Dick met zusje Jettie, Zij gingen met.het bruidspaar mede naar 't stadhuis. Hij was een veldmaarschalk met steek en degen Jet's zijden rok maakte heel veel geruisch. Mijn zusje Mies en ik strooiden papieren rozen. Ik droeg de mand. Mies strooide bloemen voor hen uit. Wij zongen met elkaar een lied vol goede wenschen. Een lid voor gouden bruidegom en bruid. En oma zei: het was een lied van alle tijden. Opa zei: „Kinderen, ik vond het heel erg mooi!" Ja. mooi was het, dat zeiden alle gasten. Vooral die oude, fijne kleedertooi. EEN GEHAAKT HOEDJE. Een heeleboel meisjes geven hun pop geen hoedje op. De meesten zeggen eerlijk, dat een hoedje hun te moeilijk lijkt om te maken. Maar dat is toch heusch niet zoo. Vinden jul lie het hoofddekseltje op de illustratie niet aardig? Dat heeft mijn kleine nicht Louki ge maakt, zonder hulp en heelemaal zelf be dacht Ik vroeg haar het model en hier volgt dan de beschrijving: neem een middelmatig dikke haaknaald en haakgaren in de gewenschte kleur. Het aardigst is natuurlijk een kleur te kiezen, die het best overeenkomt met de kleertjes van de pop. Maak dan 6 kettingste ken en sluit deze in een rondje. Haak in dit rondje 15 stokjes. In de volgende toer maak je twee stokjes boven elk stokje van de vo rige toer. Ga zoo door met meerderen, tot het haakwerk den vorm aanneemt van 't hoofd van je pop.Je eindigt met eenige toeren vasten. zoodat het hoedje het hoofd goed omsluit. Dan wordt de rand gemaakt. Daarvoor maak je ter hoogte van het oor twee stokjes in één lus, een kettingsteek, aan den onderkant een steek overslaan, twee stokjes in één lus, enz. Herhaal deze toer twee of drie maal. Vergeet niet, dat de rand van oor tot oor loopt. Tenslotte naai je aan twee kanten een lint, dat in kleur harmonieert met het hoedje en dan ben je al klaar. Zeg nu eens eerlijk, was het gemakkelijk, of niet? Ja, hè? Dat dacht ik wel! EEN HELD. Sergeant: „Wat zou jij doen, als de vijand opeens uit het bosch kwam, Krelis?" Krelis: „Ikke sergeant.... ikke zou erg schrikken 1" Ouderdom der aarde. Volgens een En- gelsch professor zou de aarde 3000 millioen jaren oud zijn. Over groeten. Terwijl wij elkaar begroe ten door een hand te geven, doet een Eskimo dit, door den ander een tikje op de wang te geven, terwijl in Afrika volksstammen waren die bij wijze van groet een paar koffie- boonen geven of in de hand klappen, als be- wij£, dat ze ongewapend zijn; in Siberië wo nen volksstammen, die als groet de neuzen tegen elkaar wrijven. Een afdoend middel. In Joego Slavië zijn in verschillende gemeenten in de politiever ordeningen bepalingen opgenomen die den po- litie-agentei, het recht geven, de automobi listen die 's nachts te veel lawaai maken, te straffen, door na aanhouding hun banden te laten leegloopen. Waar de groente al niet goed voor is. Men zegt dat bieten de eetlust opwekken, dat asperges ons een mooier gelaatskleur geven, dat selderie een uitstekend middel tegen ze nuwhoofdpijn en rheumatiek is, dat sla en augurken dienst doen als middel tegen slape loosheid, dat spinazie onze spieren versterkt, dat tomaten de spijsvertering bevorderen evenals uien en olijven. draad, die men om bebouwde velden opgetrok ken heeft. De farmers en de autoriteiten hebben hooge belooningen uitgeloofd voor een werkzaam middel om de konijnen te ver delgen. Hadden jullie gedacht, dat een zoo onschuldig uitziend -diertje, als een konijn, zoo'n plaag kan worden? Musschen schijnen Boedapest een buiten gewoon gezellige stad te vinden. Er ze maken een zoodanig spektakel, dat het vele men schen te bar wordt. Vooral op een voorstad van Boedapest hebben de straatjongens on der de vogels het voorzien. Volgens schattin gen verblijven in de boomen van een straat aldaar 50.000 musschen en verschillende be woners hebben de huur al opgezegd, omdat ze door het musschengetjilp 's nachts noch 's daags rust vinden. Een Russische expeditie is naar het Jenis- seigebied vertrokken. Men wil n.l. de daar voorkomende muskusratten vangen en fok ken. Want het vel heeft groote waarde en men hoopt, dat de rattenteelt rijkelijk de moeite loonen zal. ZATERDAG 20 JUNI 1936 FLAUWE JAN! door W. B.—Z. Zeg eens Jantje Waar huil je? Waarom pruil je? Wil je niet naar school toe gaan? Wie heeft jou dan wat gedaan? Jantje: „Luister, 'k zal het je vertellen. Toen ik hier naar toe kwam snellen, Vlogen er maar bloesems neer Van die mooie witte peer. Flauwe Jantje, huil niet meer, Om die bloesems van je peer, Laat de wind maar stil begaan, Al komt de boom ook kaal te staan. Wil dit van de Lente leeren: Eerst de bloesems, dan de peren! MERKWAARDIGHEDEN VAN DE HEELE WERELD. Als een muis per ongeluk in een ketel zou vallen en door de tuit probeeren te ontsnap pen, zou zijn kop er wel door gaan, maar zijn lichaam niet en het arme dier zou stikken. DE BYZANTIJNSCHE STIJL. De Byzantijsche stijl is een mengsel van de Grieksch-Romeinsche en de Oostersche stijl. De gebogen lijn is overheerschend, even als rijkversierde ornamenten. De Byzantijn- sche kunstenaars muntten uit in het uithou wen van steen, de verwerking van metalen en ivoor enhet maken van prachtige mo- zaiken. Het is in hoofdzaak in het Oosten van Europa, dat men nog bouwwerken in de By- zantijnsche stijl aantreft. Eenige voorbeelden zijn: de Aya Sofia in Constantinopel, de kerk der Heilige Apostelen in Saloniki en de Sint Vitalkerk in Ravenna. Op de twee illustraties zien jullie een paar typische kenteekenen van Bijzantijnsche stijl en wel de koepel en de minaret. Dit laatste is een slank hoog torentje, vanwaar de Mo- hammedaansche priester de geloovigen op roept tot het gebed

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10