BEVERWIJK
Culbertson.
Binnen twaalf uur.,
Concours Mannenkoor
„Zanglust".
IAchttien koreri zingen op den
eersten dag.
Het jubileum van Het Mannen
koor „Zanglust".
MAANDAG 13 J U L I 1936
Brand te Willemstad
gebluscht.
FEUILLETON
XWordt vervolgd.).
Goede zang, maar een langdradige
geschiedenis.
Zondagmiddag.
Bij den aanvang van den middagwedstrijd
is het getal toehoorders nog slechts matig,
langzamerhand neemt het echter toe en voor
al voor den avondwedstrijd ,als de af deeling
Uitmuntendheid Gemengde koren aan de beurt
is, was een groote belangstelling.
De jury wordt gevormd door de heeren Ge
rard H. Boedijn (Hoorn), Jan Wagenaar
(Utrecht) en H. van Dijk (Beverwijk). De be
schermheer, mr. Moens, opent met een harte
lijk welkomstwoord en hoopt, dat het con
cours in alle opzichten mag slagen. Begonnen
wordt met de
Derde afdeeling Gemengde Koren.
Drie vereenigingen uit de gemeente betwis
ten elkander de eerste plaats, n.l. D.Z.T.V. on
der Leo Pielage, Beverw. Gem. Koor onder
Louis Stiens, en D. O. V. onder P. J. Potgieser.
Als vierde is er Morgenrood uit Ilpendam. Het
verplichte werk is Levenslied van A. C. Hazen-
bosch.
D.Z.T.V. zingt De Winter van Loots en doet
dit op een wijze, die hoewel nog niet geheel
volmaakt, toch een prestatie is voor een derde
afd. De klank is voor veredeling vatbaar, voor
al in de hoogte (sopr. en tenoren). Muzikaal
van opvatting en gerhytmeerd, stevige directie.
Te zwaar voor deze afd. Levenslied is goed ge
nuanceerd en op toon; uitspraak van de zachte
medeklinkers verzorgd; vlot tempo.
Beverwijksch Gemengd Koor neemt het ver
plichte werk aan den langzamen kant, doch
doet de dynamische teekens alle eer aan. Fraai
materiaal Vooral in sopranen en tenoren. Ook
het vrije werk maakt een klankrijken indruk
en wordt devoot gezongen. Dit optreden ver
dient royaal een eersten prijs.
Morgenrood onder P. Broers maakt het Le
venslied wel zeer vlak en spint de fermati
lang uit; het eindigt op toon maar de weer
gave is niet muzikaal. Stille Nacht van Kools
is vol ongerechtigheid.
R.K. Zangvereen. Ons Genoegen uit Bever
wijk onder Lou Tervoort is niet opgekomen
en dus is de beurt aan Door Onthouding Ver-
eenigd dat zich hoedt voor forte zingen en
aan het verplichte werk niet veel leven geeft.
Het dankbare Lentezang van Roeske is een
gelukkiger beurt er wordt met meer gevoel ge
zongen op toon en met muzikaal begrip.
Uitslag:
D.Z.T.V., Beverwijk: met 331 p. 1ste prijs.
Beverw. Gem. Koor: met 336 p. 1ste prijs.
Morgenrood, Ilpendam: met 295 p. 2de prijs.
D.O.V., Beverwijk: met 315 p. 1ste prijs.
Tweede afdeeling Gemengde Koren.
't Verplichte werk is Boedijn's Trias Har-
monika, dat door Zang en Vriendschap uit
Jisp onder directie van C. Boon, rhytmisch
niet vast vertolkt wordt. Ook de nuances kun
nen meer verdiept zijn. Het overbekende
Landsknechtstandchen doet bij den aanvang
beter verwachten; teekens worden streng in
acht genomen, evenzoo de maat. Niet vrij van
zwevingen in de cmiddensatz, zoodoende halve
toon gestegen.
Directeur P. A. Blaauw met Onder Ons uit
Zaandam heeft aan het verplichte werk groote
aandacht besteed en voert het gloedvol uit.
Sneeuwklokje beloofde veel goeds, de sopranen
kunnen echter moeilijk gis halen. Muzikaal ge
leid en mooi sprekend ensemble; op toon ge
ëindigd.
T.A.V.E.N.U., Amsterdam, dir. Frits Uijtten-
boogaard, weet eveneens van het Trias veel
te maken. Er wordt trouwens in de lagere af-
deelingen goed gezongen. In 't Woud is als
vrij nummer geen geringe opgave, waarvan het
koor zich kranig kwijt; soepele en geschoolde
zang.
A Capella koor, Wijk aan Zee, zet het ver
plichte werk forsch in; het klinkt ter dege ge
accentueerd. Dit verhindert echter niet, dat er
2 onzuiverheden in voorkomen, die het peil een
geheele toon doen stijgen; ook rhytme kan
beter (plankenkoorts?). Den Uil als vrij werk
is voor dit keer vrij zwaar; Diepenbrock's
fraaie compositie was belangrijk beter. Fraaie
vrouwenstemmen; wel bestudeerd; halve toon
gestegen; keurige prestatie.
Uitslag:
Zang en Vriendschap, Jisp: met 303 p. Ie pr.
Onder Ons, Zaandam: met 357 p. Ie pr.
Tavenu, Amsterdam: met 351.5 p. Ie pr.
A Capella koor, Wijk a. Zee: m. 367.5 p. Ie pr.
Eerste afdeeling Mannenkoren.
„Oogst" van het juryjf.d Boedijn is het ver
plichte werk. Amsterdam-Oost onder G. P.
Boer opent er mede in een frissche opvatting
en op toon. Domine Salvam Fac is onregelma
tig van inzetten en schommelend, maar het
koor behaalt een royalen eersten prijs door
zijn muzikaliteit.
Helders Mannenkoor onder A. J. Leeuwens
geeft een trage „Oogst", die echter welbestu
deerd en sonoor van klank is, zoodat het een
stevigen gooi naar een eersten prijs doet. Een
compositie van den dirigent, Aeterne Rex, ge
noot een uitvoering, die aan den ruwen kant
was.
Postaal Mannenkoor uit Haarlem onder P.
M. Germes heeft een gezond begrip van het
verplichte nummer; het beschikt over prach
tig materiaal in het bijzonder in de tenoren,
die ook in de hoogte niets van hun glans ver
liezen. Jammer, dat het slot iets zakt.
Ook het Nimmer Nacht mag er zijn en wordt
ademloos beluisterd; subliem van uitvoering.
Uitslag;
Amsterdam-Oost, A'dam: m. 370.5 p. Ie pr.
Helders Mannenkoor: m. 334 p. Ie pr.
Haarlems Postaal Mannenk.: m. 355 p. Ie pr.
Het R.K. Vrouwenkoor Maris Stella uit Am
sterdam, dir. Joh. Th. Kroese, weet in de be
treffende afdeeling een lsten prijs met 355.5
p. te veroveren. Sneeuw van Wijnand Balke
(verpl.) en Herfstliedje van Olman (vrije)
werden soepel en warm uitgevoerd. Ragfijn
koortje, geschoold materiaal; keurig op toon.
Uitmuntendheid Gemengde koren.
In deze afdeeling kampt een zestal koren
en de strijd wordt er des te interessanter om,
omdat er onder hen zijn, die een sterke tegen
stander blijken te zijn. Het verplichte werk
(In Speculo als in een glans van Loots)
is niet mis en enkele hebben er de handen
aan vol.
Nieuw Leven, den lip, begint het zeer aarze
lend en hapert in den middensatz in de te
noren. Ook het slot is niet fraai, geforceerd
en 2 1/2 toon gestegen! Met Droome Vrouw
heeft P. Heins wel meer geluk, maar dit nr.
vraagt een gavere vertolking. Het koor is niet
stabiel en eindigt een 1/2 toon te hoog.
Kunst na Arbeid, Uitgeest, laat andere klan
ken hooren. Dir. Mienes geeft een staaltje
koorzang, dat er zijn mag. Toch geeft het ver
plicht nummer met zijn moeilijkheden aanlei
ding 1/2 toon te stijgen; ook de opvatting is
verschillend. Marcia Funèbre van Koop is knap
gezongen en correct op diapason; streng ge-
rhythmeerd. Een goede beurt!
Zang na Arbeid, Krommenie, heeft ook
moeite de hooge a te halen en derailleert aan
het slot; forsch van opvating. Met Salve Re-
gina, dat het homogeen klinkende koor beter
ligt, is dir. Poel gelukkiger en laat hier voor
naam zingen. Met name het mannenkoor is
een dankbaar register; het geheel klinkt uit
stekend en met grooten eerbied wordt deze
groet aan de Koningin des Hemels vertolkt.
Bij het R.K. koor Kunstgenot uit Assendelft
domineert het vrouwenkoor, maar het geheel
is zeker waard gehoord te worden. De ijle
avondlucht speelt vele vereenigingen parten
en ook hier; dit koor is ruim 1/2 toon geste
gen. Vlak van opvatting en eigenlijk veel te
zwaar voor deze zangers is Loots; het vrije nr.
daarentegen gaat hen gemakkelijker af en dir.
Trompert weet dit tot een gelukkig einde te
brengen. Kan pittiger in tempo 63.
Zanglust, Zaandam, heeft een eigen idee
van Loots; is niet rein van harmonie, een fout,
die voor het meerendeel op rekening der so
pranen komt. Ook het mannenkoor is labiel,
getuige de inzet van het Exaudi Deus, dat mat
en 1/2 toon te hoog eindigt.
Het R.K. koor Inter Nos uit Zaandam onder
Leo Pielage is eindelijk om 10.30 aan de beurt!
Men heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt,
want als vrije werk heeft men gekozen de
prachtige maar zware Mei-Symphonie van
Theo v. d. Bijl. Ook zij toonen zich concurren
ten, waarmede in deze afdeeling rekening
moet worden gehouden en Pielage toont zich
een vaardig en muzikaal dirigent.
Uitslag:
Nieuw Leven, Den Iilp: m. 297 p. 2e pr.
Kunst na Arbeid, Uitgeest: m. 302 p. Ie pr.
Zang na Arbeid, Krommenie; m. 296.5 p.
2e pr.
R.K. Kunstgenot, Assendelft: m. 301.5 p.
Ie prijs.
Zanglust, Zaandam: m. 306.5 p. Ie pr.
R.K. Inter Nos, Zaandam: m. 370.5 p. Ie pr.
Het afwerken van het rooster ging dezen dag
niet al te vlot; dit mag a.s. Zondag zeker wel
verbeteren, wil men er geen nachtwerk van
maken! Trouwens veel van de spanning gaat
zoodoende ook verloren; met 11 koren houdt
men zich 5 uur zoet!
W.
EEN EERE-COMITé GEVORMD.
Voor de viering van het zilveren priester
feest van Deken P. J. Simons op 15 Augustus
a.s. is een eere-comité gevormd, waarin zit
ting hebben genomen burgemeester H. J. J.
Scholtens, pastoor P. J. M. J. v. d. Pavoördt,
regent A. J. C. Melchers, pastoor L. Th. M.
Snelders, notaris J. H. Bremmers, dr. Th. J. J.
Duterloo, ir. H. A. B. Bünnemeyer, J. F. Braun
J. J. Bisschop en H. J. de Groot.
CIRCUS STRASSBURGER VERTROKKEN.
Na een reeks druk bezochte voorstellingen
te hebben gegeven, is Circus Strassburger al
weer van het weiland aan den Munnikenweg
verdwenen.
Nog voor de pauze van de slotvoorstelling
reden Zondagavond reeds de eerste zware cir
cuswagens door de Breestraat op weg naar
het station.
Zoodra een nummer van het programma
was afgewerkt, werd het materiaal ingeladen
en onmiddellijk vervoerd. Ook de dieren, die
opgetreden waren, werden terstond naar het
station overgebracht en in den trein geladen.
Toen de laatste voorstelling geëindigd was,
heerschte op het terrein groote bedrijvigheid.
De werkzaamheden geschieden evenals bij
den opbouw, ook nu weer met de grootste
regelmaat.
Gedurende een groot deel van den nacht
reden de tractors met de zware wagens door
de straten en hielden de bewoners uit den
slaap. In den prillen morgen stond de circus-
trein voor 't vertrek gereed, om kort daarna
de korte reis naar Haarlem te aanvaarden.
Heden, Maandagavond, wordt te Heemstede
de eerste voorstelling gegeven. En zoo behoort
het tweede bezoek van Circus Strassburger
aan Beverwijk al weer tot het verleden.
EEN NIEUWE KERKMEESTER VOOR DE
ST. AGATHAPAROCHIE.
Receptie en feestconcert.
H. N. DAMES
De Bisschop van Haarlem heeft onder
dankzegging voor de zoovele jaren bewezen
diensten eervol ontslag verleend aan den
heer H. N. Dames, kerkmeester van de pa
rochie van de H. Agatha en tot zijn opvolger
benoemd de heer Jac. J. Duyn.
Langer dan dertig jaar heeft de heer Da
mes de belangrijke functie van kerkmeester
dezer parochie vervuld. De meest belangrijke
periode van dit kerkmeesterschap was onge
twijfeld die, waarin onder het pastoraat van
Deken A. Waare de nieuwe R.K. kerk in de
Breestraat gebouwd werd. De oude, zooge
naamde Waterstaatskerk in de Peperstraat
werd afgebroken en daarvoor in de plaats
verrees het groote St. Jozef-Rustoord. Ook
bij den bouw van dit rusthuis was de heer
Dames geïnteresseerd. Hij was namelijk toen
ook regent van het St. Jozefgesticht voor
ouden van dagen en een deel van de exploi
tatiekosten dezer instelling zou worden be
streden uit de eventueele winsten van het
Rustoord.
Toen dit eenmaal tot stand was gekomen,
was de heer Dames een der eersten, die daar
in hun intrek namen. Daar geniet deze in
gezetene, die in het Katholieke leven zoovele
belangrijke diensten heeft verricht, thans
van een welverdiende rust.
BIJEENKOMST NIEUWE RAADSLEDEN.
De nieuwe R.K. raadsfractie heeft de nieuw
gekozen raadsleden uitgenoodigd tot bijwo
ning van een een Dinsdagavond te houden
vergadering. Deze vergadering zal een infor-
matorisch karakter dragen teneinde een richt
lijn te vinden voor de oplossing van het
vraagstuk met welke partij of groep samen
werking moet worden gezocht.
VOOR DE KINDEREN VAN WERKLOOZEN.
Donderdagavond zal in het Witte Kruis-
gebouw wederom een vergadering worden ge
houden ter bespreking van het plan-Reynders
om een uitstapje voor te bereiden voor kin
deren van werkloozen. Men hoopt in deze
bijeenkomst een comité te kunnen vormen
dat zal trachten het plan te verwezenlij
ken.
Zaterdagmiddag heeft het bestuur van het
Mannenkoor „Zanglust" in het Kennemer Ho
tel een zeer druk bezochte receptie gehouden
ter viering van het tienjarig bestaan der ver
eeniging. Het heeft „Zanglust" daarbij niet
aan belangstelling ontbroken.
Bij het recipieerende bestuur hadden ook
plaats genomen de dirigent van het koor, de
i heer H. van Dijk, Mr. A. Moens, beschermheer
I van Zanglust en mevr. A. Moens—v. d. Veen
Ook verscheidene leden van het eere-comité,
dat gevormd werd voor het door „Zanglust" te
houden concours, waren ter receptie aanwe
zig'. Tientallen afgevaardigden van plaatse
lijke- en zustervereenigingen vulden de zaal,
toen de voorzitter van het jubileerende koor,
de heer L. Blaauw een kort openingswoord
sprak, waarin hij zijn voldoening uitte over het
feit, dat „Zanglust" bij de viering van het
tweede lustrum een kerngezonde en bloeiende
vereeniging is.
Hij stelde daarna de afgevaardigden in de
gelegenheid „Zanglust" te complimenteeren.
De rij van sprekers werd geopend door een af
gevaardigde van het Kon. Ned. Zangers Ver
bond, die namens het hoofdbestuur een woord
van gelukwensch sprak. Het getuigt, aldus spr.,
van een gezond vereenigingsleven, dat „Zang
lust" de durf had om in dezen tijd een wed
strijd uit te schrijven. Hij uitte de verwach
ting, dat de jubilaresse de zangkunst nog vele
jaren zou mogen dienen en een waardig lid
zou blijven van het K. N. Z. V.
De heer Vel bood namens de Harmoniekapel
„De Eendracht" gelukwenschen aan, de heer
G. W. P. Stoutenbeek deed dat voor de V. V. V„
die steeds groote belangstelling heeft voor
vereenigingen als „Zanglust" omdat zij door
haar prestaties aan den naam van Beverwijk
bekendheid geven en namens de Winkeliers-
vereeniging „Eendracht Maakt Macht".
Ten aanzien van de V. V. V. merkte de heer
Blaauw op, dat zij niet zonder steun van de
vereenigingen den goeden naam van Bever
wijk kan verbreiden en bevestigen. Vandaar,
dat „Zanglust" gelet op het groote algemeene
belang, onmiddellijk bereid was, haar mede
werking aan de opvoering van het openlucht
spel te verleenen.
Achtereenvolgens voerden nog het woord de
heeren G. Sluis voor de Geheelonthouders-
zangvereeniging D. O. V.; A. Blom, voorzitter
van de Harddraverij vereeniging „Beverwijk en
Omstreken"; J. Bakker voor het Doopsgezind
Zangkoor; A. Vester voor de Kennemer Or
kest Vereeniging; M. Lindner namens de voet-
balvereeniging „De Kennemers"; afgevaardig
den van „De Lofstem" en D. Z. T. V. te Be
verwijk; de heer Meyer voor het Mannenkoor
„De Eendracht" te Velsen; P. Schelvis namens
de krachtsportvereeniging D. O. K. en G. Lan-
gendijk voor „Onze Gezellen" te Beverwijk.
Op zeer hoogen prijs werd het gesteld, dat
de Quartetverein „Rheingold" uit Oberhausen
(D.), waarmede „Zanglust" al zooveel jaren
hartelijke vriendschapsbetrekkingen onder
houdt, een afgevaardigde had gezonden. Na
mens Rheingold sprak de heer E. Bolten, oud
lid en thans eere lid van „Zanglust", een
woord van hartelijken gelukwensch en bood na
mens de Duitsche zangbroeders een lied aan.
Bovendien bevestigde een brief uit Oberhau
sen, nog eens afzonderlijk de vriendschappe
lijke verstandhouding met het Duitsche koor.
Bijna alle sprekers hadden met hun geluk
wenschen ook bloemen aangeboden. Bovendien
waren nog bloemstukken ontvangen van „Vox
Humana", de Beverwijksche Harmoniekapel,
van Turnlust en van den heer D. M. G. Bot-
terop.
Schriftelijke gelukwenschen waren ingeko
men van de Vereenigde Zangers, Wijk aan
Zee's a Capellakoor, de Harmoniekapel, de St.
Jozef-Harmonie, Vox Humana en Turnlust.
De voorzitter van „Zanglust" heeft aan het
slot van den middag dank gezegd voor de
overweldigende belangstelling, die boven alle
verwachting was en waarin de jubileerende
vereeniging het bewijs mocht zien, dat zij een
belangrijke plaats in het openbare leven in-
De Amerikaansche zwemsters, die aan de Olympiade zullen deelnemen, trainen
aan boord van het schip, hetwelk hen naar Europa overbrengt, „aan de lijn".
Zoo hebben zij toch nog de noodige oefening in het kleine zwembad.
(De vermaarde bridge-desJcun-
dige Ely Culbertson heeft een be
zoek aan ons land gebracht).
De Groot Mogol der bridgekunst is gekomen
In 't kleine land, ontwoekerd aan de zee,
Wii voelen ons naast hem, de aas van
schoppen,
Zoo nietig kleintjes als een klaver twee.
De schrijver van een serie wijze boeken,
De schepper van een kunst, die bloeiend
i leeft,
Is in zijn kaarten naar ons land gaan
zoeken,
Waarin hij het, dat spreekt, gevonden heeft.
De ruiten in ons bridgend landje trillen,
De schoppen scheppen meer dan anders op,
De klavers staan met stillen trots te bloeien,
De harten kloppen met versnelden klop.
Wie durft den grooten man de kaart te
leggen,
Wie onzer is er, die zich nog verheelt,
Dat hij naast hem, om 't zoo maar eens te
zeggen,
Slechts als een smid (maar niet een Goud
smit) speelt.
O Culbertson, wij durven te verklaren,
Wij doen ons best en streven in uw geest,
Ook naar den top, waarop gij nu reeds jaren,
Ons aller lichtend voorbeeld zijt geweest.
Al hebben wij geen ordes om te schenken,
Wij wenschen' u te huldigen en hoe
Door u bij uw visite toe te denken,
De hoogste orde: groot slem sans atout!
P. GASUS.
neemt. Hij dankte ook de leden van het eere
comité voor de bijdragen en den heer Winter
voor den door hem beschikbaar gestelden prijs
namelijk een gouden medaille voor den diri
gent en zilveren draagmedailles voor de leden
van het koor, dat het hoogste aantal punten
van het geheele concours zal verwerven. De
heer Blaauw vestigde er tenslotte nog de aan
dacht op, dat „Zanglust" niets heeft nagela
ten om het door haar georganiseerde con
cours te doen slagen, waartoe hij dan ook
gaarne den wensch uitsprak.
Hiermede was het einde van de receptie ge
komen. „Zanglust" heeft daarbij kunnen
constateeren, dat het zich door veler sym
pathie gedragen mag weten.
Het feestconcert.
Des avonds gaf de jubileerende vereeniging
in samenwerking met de Beverwijksche Har
moniekapel op het concoursterrein een feest
concert, dat tevens diende als opening van het
concours. De opkomst van het publiek was
jammer genoeg niet groot. Aan dit voor „Zang
lust" weinig bemoedigende verschijnsel zal
het nagenoeg uitverkochte circus Strassbur
ger niet vreemd zijn geweest.
Voor het begin van het concert heeft de be
schermheer Mr. A. Moens een openingswoord
gesproken, waarin hij de Beverwijksche Har
moniekapel dank bracht voor haar medewer
king en voorts twee leden van de jury en den
afgevaardigde van het K. N. Z. V. verwelkom
de. Van vele kanten, aldus Mr. Moens, „heeft
men gehoord, hoeveel moeite en zorgen aan
het concours ten koste zijn gelegd. Onder de
deelnemers zijn oude, bekende vereenigingen
onder leiding van zeer ervaren dirigenten.
Moge het concours aan de jubileerende ver
eeniging de voldoening schenken, die zij er
van verwacht. Dat zij zoo." (Applaus).
Onder de beproefde leiding van den heer H.
van Dijk opende „Zanglust" het programma
met „Hymne aan den Vrede" van H. van Nieu-
wenhoven en het Pilcherchor uit Tannhauser
van R. Wagner.
De Harmoniekapel volgde met de groote
marsch uit dezelfde opera, de ouverture Eg-
mont van Beethoven, die meer bevrediging
kon schenken en de tweede Rhapsodie van
Liszt, waarin knappe technische verrichtingen
vielen op te merken. Met „Groot is de Heer"
van Roeske besloot „Zanglust" het eerste deel
van het programma. Het koor was nu blijk
baar „los" gezongen, want er viel een stijging
in de prestaties waar te nemen.
Ook na de pauze bleek dat in het „Gebed
voor den Tempel" eveneens van Roeske en in
de uitstekend gezongen Fransche compositie
„Les Martyrs aus Arènes" van L. de Rille. Een
daverend applaus was daarvoor de belooning.
Met de ouverture „Peter Schmoll" van C. M.
von Weber rehabiliteerde de Harmoniekapel
zich volkomen van eenige minder geslaagde
momenten in het eerste deel van het pro
gramma. In deze ouverture werd door alle
groepen weer met élan en met beheersching
gemusiceerd. Bassen en clarinetten lieten zich
van hun beste zijde kennen en de middenstem
men wisten zich bij dit peil aan te passen.
Met een stevige marsch werd het concert
besloten.
DE ROEITOCHT GING NIET DOOR.
De roeitocht, die de plaatselijke afdeeling
van de Natuurvriendengroep Zondag op het
Zwet zou maken, kon door het slechte weer
niet door gaan.
Zondag 19 Juli wordt een autotocht naar
Bennekom gemaakt. O.m. zal hierbij ook een
bezoek aan den watertoren te Oosterbeek ge
bracht worden.
Reuter meldt uit Willemstad, 11
Juli: de brand, die bij de rafinaderij
der Koninklijke Petroleum Maat
schappij was uitgebroken, is bijna ge
bluscht.
De schade wordt op 2 millioen ge
schat.
Naar het Engelse li bewerkt
door
J. VAN DER SLUTS.
(Nadruk verboden).
20)
XXII.
DE RACE NAAR HOLT.
In een leunstoel, met een doode man aan
zijn voeten, in een onbewoond huis en bul
derend noodweer buiten, stak Freddy een
sigaret op. Een paar minuten lang rookte hij
zonder dat hij probeerde na te denken, genie
tend van de rust.
Toen kwam hij een beetje op zijn verhaal en
begon te trachten de stukken van de legkaart
bijeen te voegen.
De vijf schurken waren hier samengeko
men. Hier hadden ze hun definitieve plannen
vastgesteld en zij zouden waarschijnlijk juist
naar Holt vertrekken, toen de reverend ten
tooneele verscheen,
Met welk doel kon Freddy niet uitmaken.
Maar het leek aannemelijk dat de ontvoerders
hem hadden willen vasthouden dat vier van
hen met het meisje vertrokken waren en de
vijfde, die nu dood op den vloer lag, was ach
tergebleven om den reverend te bewaken.
Freddy stelde zich den verderen gang van
zaken aldus voor;
De reverend was neergeslagen. Hij was ech
ter sluw en had het klaargespeeld de rollen om
te keeren en inlichtingen uit zijn cipier te
persen. Dat had ongetwijfeld een vechtpartij
veroorzaakt, waarbij de reverend aan de hand
gewond was, terwijl de ander op den grond
was terechtgekomen. De man was bij zijn val
tegen iets hards aangebotst, dat hem noodlot
tig was geworden. Juist op het oogenblik, dat
Freddy het huisje bereikte, wilde de reverend
weggaan.
De idee om op de politie te wachten trok
Freddy hoe langer hoe minder aan. Misschien
zou het nog een poosje duren eer ze kwamen;
misschien zouden ze hem, wanneer ze ver
schenen niet gelooven. Tusschen twee haak
jes, wie was die reverend? Een vermomde de
tective? Waarschijnlijk. „Neen, ik zou wel
gek zijn als ik bleef wachten!" besloot Freddy
opspringend uit zijn stoel. „Ik verdwijn en
laat een briefje achter.
Toen schoot hem een nieuwe moeilijkheid
te binnen. Hij had de fiets niet. Hoe kwam hij
in Holt?
Wacht, misschien was er wel een andere
fiets te vinden. In een uitbouw of een schuur.
In elk geval, hij zou buiten eens een kijkje
gaan nemen.
Alvorens de kamer te verlaten, bukte hij
zich en onderzocht het vooroverliggende
lichaam nauwkeurig. Daar was geen twijfel
meer mogelijk; de man was dood. Het hart
stond stil. Een hand, die hij optilde viel slap
neer.
Freddy haastte zich de kamer uit, verliet
het huisje door de voordeur en liep er omheen
naar een klein erf. De regen was iets minder
hevig, maar droop toch nog gestadig voort..
Achter het erf lag een houten gebouwtje.
Hij opende de deur en opeens ontmoette zijn
blik iets, dat hem een schok van vreugde gaf.
Hij zag de vage omtrekken van een auto.
„Alle menschen!" mompelde hij. „De Ci-
troën!"
Dit was zonder twijfel het voertuig waar
mede de reverend naar Aylsham vervoerd
was!
In minder dan geen tijd had Freddy den
motor op gang en den wagen achteruit den
weg op gereden. Toen keerde hij naar het
huisje terug en schreef haastig een korte me-
dedeeling, die hij op in het oog vallende wijze
op een stoel achterliet.
Maar in zijn optimistische blijdschap over
het ontdekken van den auto was één gewel
dige hindernis niet direct tot hem doorge
drongen: zijn onbekendheid met den weg
naar Holt! Natuurlijk zou hij, eenmaal in Holt
aangekomen, evenmin den weg weten naar
het leege huis, waar zich het laatste hoofd
stuk van zijn avontuur zou afspelen; maar
voor het oogenblik gold alleen de vraag, hoe
hij het onbekende oord moest bereiken.
Een stem uit deduisternis schudde Freddy
uit zijn kwellend probleem wakker.
„Neem me niet kwalijk, mijnheer" sprak die
stem", maar zou u me niet kunnen meene
men?"
Freddy draaide zich met een ruk op zijn
zit plaats om. Het was de werkman.
De ontmoeting was voor beiden een ver
rassing.
„Deksels", riep Freddy; „dat is een bof! Hoe
kom je zoo gauw hier?"
„Een man in een Ford heeft me laten mee
rijden", lichtte de werkman in, „maar die
zwenkte een mijl hiervandaan af. „Hij kwam
dichterbij en keek Freddy uitvorschend aan.
„Hebt u ze nog te pakken gekregen?"
„Nog niet."
„Waar is mijn fiets?"
„Die is op zoek naar de politie."
„Die kar van me maakt een raren avond
mee! En nu hebt u een auto?"
„Ja maar daar schiet ik geen steek mee op,
tenzij je me den weg naar Holt kunt wijzen."
„Holt?" herhaalde de werkman. „Er stond
toch Aylsham op het papiertje."
„Jawel" legde Freddy uit, „maar ze zijn al
verder getrokken".
„Naar Holt?"
„Ja."
„Hoe weet u dat?"
„Dat kan ik je nu niet uitleggeen, maar ik
weet het zeker."
„En gaat u ze achterna?"
„Wat dacht je dan, kerel! En zeg me nu als
jeblieft welken weg ik moet nemen."
De werkman dacht even na.
„Bickering door en dan door Saxthorps en
Edgefield. In welk deel van Holt moet u
zijn?"
„Hemel nog aan toe, wat komt dat er nu
op aan!" sputterde Freddy wanhopig. Want
plotseling werd hij zich bewust, dat het er
héél erg op aan kwam. „Ik moet probeeren
een leeg huis te vinden, ergens buiten Holt",
voegde hij er aan toe.
„En hoe wou u dat doen?" informeerde de
werkman op zijn gemoedelijk-tragische ma
nier.
„Misschien vind ik in Holt wel iemand die
me vlugger en beter kan helpen dan jij, ant
woordde Freddy nijdig.
De werkman bleef ongevoelig voor den
bitsen toon.
„Misschien vindt u m ij wel in Holt", ver
klaarde hij onverstoorbaar. „Tenminste als u
mij mee wilt nemen. Dat heb ik u immers
daarnet al gevraagd".