BEVERWIJK Culbertson. Binnen twaalf uur., Concours Mannenkoor „Zanglust". IAchttien koreri zingen op den eersten dag. Het jubileum van Het Mannen koor „Zanglust". MAANDAG 13 J U L I 1936 Brand te Willemstad gebluscht. FEUILLETON XWordt vervolgd.). Goede zang, maar een langdradige geschiedenis. Zondagmiddag. Bij den aanvang van den middagwedstrijd is het getal toehoorders nog slechts matig, langzamerhand neemt het echter toe en voor al voor den avondwedstrijd ,als de af deeling Uitmuntendheid Gemengde koren aan de beurt is, was een groote belangstelling. De jury wordt gevormd door de heeren Ge rard H. Boedijn (Hoorn), Jan Wagenaar (Utrecht) en H. van Dijk (Beverwijk). De be schermheer, mr. Moens, opent met een harte lijk welkomstwoord en hoopt, dat het con cours in alle opzichten mag slagen. Begonnen wordt met de Derde afdeeling Gemengde Koren. Drie vereenigingen uit de gemeente betwis ten elkander de eerste plaats, n.l. D.Z.T.V. on der Leo Pielage, Beverw. Gem. Koor onder Louis Stiens, en D. O. V. onder P. J. Potgieser. Als vierde is er Morgenrood uit Ilpendam. Het verplichte werk is Levenslied van A. C. Hazen- bosch. D.Z.T.V. zingt De Winter van Loots en doet dit op een wijze, die hoewel nog niet geheel volmaakt, toch een prestatie is voor een derde afd. De klank is voor veredeling vatbaar, voor al in de hoogte (sopr. en tenoren). Muzikaal van opvatting en gerhytmeerd, stevige directie. Te zwaar voor deze afd. Levenslied is goed ge nuanceerd en op toon; uitspraak van de zachte medeklinkers verzorgd; vlot tempo. Beverwijksch Gemengd Koor neemt het ver plichte werk aan den langzamen kant, doch doet de dynamische teekens alle eer aan. Fraai materiaal Vooral in sopranen en tenoren. Ook het vrije werk maakt een klankrijken indruk en wordt devoot gezongen. Dit optreden ver dient royaal een eersten prijs. Morgenrood onder P. Broers maakt het Le venslied wel zeer vlak en spint de fermati lang uit; het eindigt op toon maar de weer gave is niet muzikaal. Stille Nacht van Kools is vol ongerechtigheid. R.K. Zangvereen. Ons Genoegen uit Bever wijk onder Lou Tervoort is niet opgekomen en dus is de beurt aan Door Onthouding Ver- eenigd dat zich hoedt voor forte zingen en aan het verplichte werk niet veel leven geeft. Het dankbare Lentezang van Roeske is een gelukkiger beurt er wordt met meer gevoel ge zongen op toon en met muzikaal begrip. Uitslag: D.Z.T.V., Beverwijk: met 331 p. 1ste prijs. Beverw. Gem. Koor: met 336 p. 1ste prijs. Morgenrood, Ilpendam: met 295 p. 2de prijs. D.O.V., Beverwijk: met 315 p. 1ste prijs. Tweede afdeeling Gemengde Koren. 't Verplichte werk is Boedijn's Trias Har- monika, dat door Zang en Vriendschap uit Jisp onder directie van C. Boon, rhytmisch niet vast vertolkt wordt. Ook de nuances kun nen meer verdiept zijn. Het overbekende Landsknechtstandchen doet bij den aanvang beter verwachten; teekens worden streng in acht genomen, evenzoo de maat. Niet vrij van zwevingen in de cmiddensatz, zoodoende halve toon gestegen. Directeur P. A. Blaauw met Onder Ons uit Zaandam heeft aan het verplichte werk groote aandacht besteed en voert het gloedvol uit. Sneeuwklokje beloofde veel goeds, de sopranen kunnen echter moeilijk gis halen. Muzikaal ge leid en mooi sprekend ensemble; op toon ge ëindigd. T.A.V.E.N.U., Amsterdam, dir. Frits Uijtten- boogaard, weet eveneens van het Trias veel te maken. Er wordt trouwens in de lagere af- deelingen goed gezongen. In 't Woud is als vrij nummer geen geringe opgave, waarvan het koor zich kranig kwijt; soepele en geschoolde zang. A Capella koor, Wijk aan Zee, zet het ver plichte werk forsch in; het klinkt ter dege ge accentueerd. Dit verhindert echter niet, dat er 2 onzuiverheden in voorkomen, die het peil een geheele toon doen stijgen; ook rhytme kan beter (plankenkoorts?). Den Uil als vrij werk is voor dit keer vrij zwaar; Diepenbrock's fraaie compositie was belangrijk beter. Fraaie vrouwenstemmen; wel bestudeerd; halve toon gestegen; keurige prestatie. Uitslag: Zang en Vriendschap, Jisp: met 303 p. Ie pr. Onder Ons, Zaandam: met 357 p. Ie pr. Tavenu, Amsterdam: met 351.5 p. Ie pr. A Capella koor, Wijk a. Zee: m. 367.5 p. Ie pr. Eerste afdeeling Mannenkoren. „Oogst" van het juryjf.d Boedijn is het ver plichte werk. Amsterdam-Oost onder G. P. Boer opent er mede in een frissche opvatting en op toon. Domine Salvam Fac is onregelma tig van inzetten en schommelend, maar het koor behaalt een royalen eersten prijs door zijn muzikaliteit. Helders Mannenkoor onder A. J. Leeuwens geeft een trage „Oogst", die echter welbestu deerd en sonoor van klank is, zoodat het een stevigen gooi naar een eersten prijs doet. Een compositie van den dirigent, Aeterne Rex, ge noot een uitvoering, die aan den ruwen kant was. Postaal Mannenkoor uit Haarlem onder P. M. Germes heeft een gezond begrip van het verplichte nummer; het beschikt over prach tig materiaal in het bijzonder in de tenoren, die ook in de hoogte niets van hun glans ver liezen. Jammer, dat het slot iets zakt. Ook het Nimmer Nacht mag er zijn en wordt ademloos beluisterd; subliem van uitvoering. Uitslag; Amsterdam-Oost, A'dam: m. 370.5 p. Ie pr. Helders Mannenkoor: m. 334 p. Ie pr. Haarlems Postaal Mannenk.: m. 355 p. Ie pr. Het R.K. Vrouwenkoor Maris Stella uit Am sterdam, dir. Joh. Th. Kroese, weet in de be treffende afdeeling een lsten prijs met 355.5 p. te veroveren. Sneeuw van Wijnand Balke (verpl.) en Herfstliedje van Olman (vrije) werden soepel en warm uitgevoerd. Ragfijn koortje, geschoold materiaal; keurig op toon. Uitmuntendheid Gemengde koren. In deze afdeeling kampt een zestal koren en de strijd wordt er des te interessanter om, omdat er onder hen zijn, die een sterke tegen stander blijken te zijn. Het verplichte werk (In Speculo als in een glans van Loots) is niet mis en enkele hebben er de handen aan vol. Nieuw Leven, den lip, begint het zeer aarze lend en hapert in den middensatz in de te noren. Ook het slot is niet fraai, geforceerd en 2 1/2 toon gestegen! Met Droome Vrouw heeft P. Heins wel meer geluk, maar dit nr. vraagt een gavere vertolking. Het koor is niet stabiel en eindigt een 1/2 toon te hoog. Kunst na Arbeid, Uitgeest, laat andere klan ken hooren. Dir. Mienes geeft een staaltje koorzang, dat er zijn mag. Toch geeft het ver plicht nummer met zijn moeilijkheden aanlei ding 1/2 toon te stijgen; ook de opvatting is verschillend. Marcia Funèbre van Koop is knap gezongen en correct op diapason; streng ge- rhythmeerd. Een goede beurt! Zang na Arbeid, Krommenie, heeft ook moeite de hooge a te halen en derailleert aan het slot; forsch van opvating. Met Salve Re- gina, dat het homogeen klinkende koor beter ligt, is dir. Poel gelukkiger en laat hier voor naam zingen. Met name het mannenkoor is een dankbaar register; het geheel klinkt uit stekend en met grooten eerbied wordt deze groet aan de Koningin des Hemels vertolkt. Bij het R.K. koor Kunstgenot uit Assendelft domineert het vrouwenkoor, maar het geheel is zeker waard gehoord te worden. De ijle avondlucht speelt vele vereenigingen parten en ook hier; dit koor is ruim 1/2 toon geste gen. Vlak van opvatting en eigenlijk veel te zwaar voor deze zangers is Loots; het vrije nr. daarentegen gaat hen gemakkelijker af en dir. Trompert weet dit tot een gelukkig einde te brengen. Kan pittiger in tempo 63. Zanglust, Zaandam, heeft een eigen idee van Loots; is niet rein van harmonie, een fout, die voor het meerendeel op rekening der so pranen komt. Ook het mannenkoor is labiel, getuige de inzet van het Exaudi Deus, dat mat en 1/2 toon te hoog eindigt. Het R.K. koor Inter Nos uit Zaandam onder Leo Pielage is eindelijk om 10.30 aan de beurt! Men heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt, want als vrije werk heeft men gekozen de prachtige maar zware Mei-Symphonie van Theo v. d. Bijl. Ook zij toonen zich concurren ten, waarmede in deze afdeeling rekening moet worden gehouden en Pielage toont zich een vaardig en muzikaal dirigent. Uitslag: Nieuw Leven, Den Iilp: m. 297 p. 2e pr. Kunst na Arbeid, Uitgeest: m. 302 p. Ie pr. Zang na Arbeid, Krommenie; m. 296.5 p. 2e pr. R.K. Kunstgenot, Assendelft: m. 301.5 p. Ie prijs. Zanglust, Zaandam: m. 306.5 p. Ie pr. R.K. Inter Nos, Zaandam: m. 370.5 p. Ie pr. Het afwerken van het rooster ging dezen dag niet al te vlot; dit mag a.s. Zondag zeker wel verbeteren, wil men er geen nachtwerk van maken! Trouwens veel van de spanning gaat zoodoende ook verloren; met 11 koren houdt men zich 5 uur zoet! W. EEN EERE-COMITé GEVORMD. Voor de viering van het zilveren priester feest van Deken P. J. Simons op 15 Augustus a.s. is een eere-comité gevormd, waarin zit ting hebben genomen burgemeester H. J. J. Scholtens, pastoor P. J. M. J. v. d. Pavoördt, regent A. J. C. Melchers, pastoor L. Th. M. Snelders, notaris J. H. Bremmers, dr. Th. J. J. Duterloo, ir. H. A. B. Bünnemeyer, J. F. Braun J. J. Bisschop en H. J. de Groot. CIRCUS STRASSBURGER VERTROKKEN. Na een reeks druk bezochte voorstellingen te hebben gegeven, is Circus Strassburger al weer van het weiland aan den Munnikenweg verdwenen. Nog voor de pauze van de slotvoorstelling reden Zondagavond reeds de eerste zware cir cuswagens door de Breestraat op weg naar het station. Zoodra een nummer van het programma was afgewerkt, werd het materiaal ingeladen en onmiddellijk vervoerd. Ook de dieren, die opgetreden waren, werden terstond naar het station overgebracht en in den trein geladen. Toen de laatste voorstelling geëindigd was, heerschte op het terrein groote bedrijvigheid. De werkzaamheden geschieden evenals bij den opbouw, ook nu weer met de grootste regelmaat. Gedurende een groot deel van den nacht reden de tractors met de zware wagens door de straten en hielden de bewoners uit den slaap. In den prillen morgen stond de circus- trein voor 't vertrek gereed, om kort daarna de korte reis naar Haarlem te aanvaarden. Heden, Maandagavond, wordt te Heemstede de eerste voorstelling gegeven. En zoo behoort het tweede bezoek van Circus Strassburger aan Beverwijk al weer tot het verleden. EEN NIEUWE KERKMEESTER VOOR DE ST. AGATHAPAROCHIE. Receptie en feestconcert. H. N. DAMES De Bisschop van Haarlem heeft onder dankzegging voor de zoovele jaren bewezen diensten eervol ontslag verleend aan den heer H. N. Dames, kerkmeester van de pa rochie van de H. Agatha en tot zijn opvolger benoemd de heer Jac. J. Duyn. Langer dan dertig jaar heeft de heer Da mes de belangrijke functie van kerkmeester dezer parochie vervuld. De meest belangrijke periode van dit kerkmeesterschap was onge twijfeld die, waarin onder het pastoraat van Deken A. Waare de nieuwe R.K. kerk in de Breestraat gebouwd werd. De oude, zooge naamde Waterstaatskerk in de Peperstraat werd afgebroken en daarvoor in de plaats verrees het groote St. Jozef-Rustoord. Ook bij den bouw van dit rusthuis was de heer Dames geïnteresseerd. Hij was namelijk toen ook regent van het St. Jozefgesticht voor ouden van dagen en een deel van de exploi tatiekosten dezer instelling zou worden be streden uit de eventueele winsten van het Rustoord. Toen dit eenmaal tot stand was gekomen, was de heer Dames een der eersten, die daar in hun intrek namen. Daar geniet deze in gezetene, die in het Katholieke leven zoovele belangrijke diensten heeft verricht, thans van een welverdiende rust. BIJEENKOMST NIEUWE RAADSLEDEN. De nieuwe R.K. raadsfractie heeft de nieuw gekozen raadsleden uitgenoodigd tot bijwo ning van een een Dinsdagavond te houden vergadering. Deze vergadering zal een infor- matorisch karakter dragen teneinde een richt lijn te vinden voor de oplossing van het vraagstuk met welke partij of groep samen werking moet worden gezocht. VOOR DE KINDEREN VAN WERKLOOZEN. Donderdagavond zal in het Witte Kruis- gebouw wederom een vergadering worden ge houden ter bespreking van het plan-Reynders om een uitstapje voor te bereiden voor kin deren van werkloozen. Men hoopt in deze bijeenkomst een comité te kunnen vormen dat zal trachten het plan te verwezenlij ken. Zaterdagmiddag heeft het bestuur van het Mannenkoor „Zanglust" in het Kennemer Ho tel een zeer druk bezochte receptie gehouden ter viering van het tienjarig bestaan der ver eeniging. Het heeft „Zanglust" daarbij niet aan belangstelling ontbroken. Bij het recipieerende bestuur hadden ook plaats genomen de dirigent van het koor, de i heer H. van Dijk, Mr. A. Moens, beschermheer I van Zanglust en mevr. A. Moens—v. d. Veen Ook verscheidene leden van het eere-comité, dat gevormd werd voor het door „Zanglust" te houden concours, waren ter receptie aanwe zig'. Tientallen afgevaardigden van plaatse lijke- en zustervereenigingen vulden de zaal, toen de voorzitter van het jubileerende koor, de heer L. Blaauw een kort openingswoord sprak, waarin hij zijn voldoening uitte over het feit, dat „Zanglust" bij de viering van het tweede lustrum een kerngezonde en bloeiende vereeniging is. Hij stelde daarna de afgevaardigden in de gelegenheid „Zanglust" te complimenteeren. De rij van sprekers werd geopend door een af gevaardigde van het Kon. Ned. Zangers Ver bond, die namens het hoofdbestuur een woord van gelukwensch sprak. Het getuigt, aldus spr., van een gezond vereenigingsleven, dat „Zang lust" de durf had om in dezen tijd een wed strijd uit te schrijven. Hij uitte de verwach ting, dat de jubilaresse de zangkunst nog vele jaren zou mogen dienen en een waardig lid zou blijven van het K. N. Z. V. De heer Vel bood namens de Harmoniekapel „De Eendracht" gelukwenschen aan, de heer G. W. P. Stoutenbeek deed dat voor de V. V. V„ die steeds groote belangstelling heeft voor vereenigingen als „Zanglust" omdat zij door haar prestaties aan den naam van Beverwijk bekendheid geven en namens de Winkeliers- vereeniging „Eendracht Maakt Macht". Ten aanzien van de V. V. V. merkte de heer Blaauw op, dat zij niet zonder steun van de vereenigingen den goeden naam van Bever wijk kan verbreiden en bevestigen. Vandaar, dat „Zanglust" gelet op het groote algemeene belang, onmiddellijk bereid was, haar mede werking aan de opvoering van het openlucht spel te verleenen. Achtereenvolgens voerden nog het woord de heeren G. Sluis voor de Geheelonthouders- zangvereeniging D. O. V.; A. Blom, voorzitter van de Harddraverij vereeniging „Beverwijk en Omstreken"; J. Bakker voor het Doopsgezind Zangkoor; A. Vester voor de Kennemer Or kest Vereeniging; M. Lindner namens de voet- balvereeniging „De Kennemers"; afgevaardig den van „De Lofstem" en D. Z. T. V. te Be verwijk; de heer Meyer voor het Mannenkoor „De Eendracht" te Velsen; P. Schelvis namens de krachtsportvereeniging D. O. K. en G. Lan- gendijk voor „Onze Gezellen" te Beverwijk. Op zeer hoogen prijs werd het gesteld, dat de Quartetverein „Rheingold" uit Oberhausen (D.), waarmede „Zanglust" al zooveel jaren hartelijke vriendschapsbetrekkingen onder houdt, een afgevaardigde had gezonden. Na mens Rheingold sprak de heer E. Bolten, oud lid en thans eere lid van „Zanglust", een woord van hartelijken gelukwensch en bood na mens de Duitsche zangbroeders een lied aan. Bovendien bevestigde een brief uit Oberhau sen, nog eens afzonderlijk de vriendschappe lijke verstandhouding met het Duitsche koor. Bijna alle sprekers hadden met hun geluk wenschen ook bloemen aangeboden. Bovendien waren nog bloemstukken ontvangen van „Vox Humana", de Beverwijksche Harmoniekapel, van Turnlust en van den heer D. M. G. Bot- terop. Schriftelijke gelukwenschen waren ingeko men van de Vereenigde Zangers, Wijk aan Zee's a Capellakoor, de Harmoniekapel, de St. Jozef-Harmonie, Vox Humana en Turnlust. De voorzitter van „Zanglust" heeft aan het slot van den middag dank gezegd voor de overweldigende belangstelling, die boven alle verwachting was en waarin de jubileerende vereeniging het bewijs mocht zien, dat zij een belangrijke plaats in het openbare leven in- De Amerikaansche zwemsters, die aan de Olympiade zullen deelnemen, trainen aan boord van het schip, hetwelk hen naar Europa overbrengt, „aan de lijn". Zoo hebben zij toch nog de noodige oefening in het kleine zwembad. (De vermaarde bridge-desJcun- dige Ely Culbertson heeft een be zoek aan ons land gebracht). De Groot Mogol der bridgekunst is gekomen In 't kleine land, ontwoekerd aan de zee, Wii voelen ons naast hem, de aas van schoppen, Zoo nietig kleintjes als een klaver twee. De schrijver van een serie wijze boeken, De schepper van een kunst, die bloeiend i leeft, Is in zijn kaarten naar ons land gaan zoeken, Waarin hij het, dat spreekt, gevonden heeft. De ruiten in ons bridgend landje trillen, De schoppen scheppen meer dan anders op, De klavers staan met stillen trots te bloeien, De harten kloppen met versnelden klop. Wie durft den grooten man de kaart te leggen, Wie onzer is er, die zich nog verheelt, Dat hij naast hem, om 't zoo maar eens te zeggen, Slechts als een smid (maar niet een Goud smit) speelt. O Culbertson, wij durven te verklaren, Wij doen ons best en streven in uw geest, Ook naar den top, waarop gij nu reeds jaren, Ons aller lichtend voorbeeld zijt geweest. Al hebben wij geen ordes om te schenken, Wij wenschen' u te huldigen en hoe Door u bij uw visite toe te denken, De hoogste orde: groot slem sans atout! P. GASUS. neemt. Hij dankte ook de leden van het eere comité voor de bijdragen en den heer Winter voor den door hem beschikbaar gestelden prijs namelijk een gouden medaille voor den diri gent en zilveren draagmedailles voor de leden van het koor, dat het hoogste aantal punten van het geheele concours zal verwerven. De heer Blaauw vestigde er tenslotte nog de aan dacht op, dat „Zanglust" niets heeft nagela ten om het door haar georganiseerde con cours te doen slagen, waartoe hij dan ook gaarne den wensch uitsprak. Hiermede was het einde van de receptie ge komen. „Zanglust" heeft daarbij kunnen constateeren, dat het zich door veler sym pathie gedragen mag weten. Het feestconcert. Des avonds gaf de jubileerende vereeniging in samenwerking met de Beverwijksche Har moniekapel op het concoursterrein een feest concert, dat tevens diende als opening van het concours. De opkomst van het publiek was jammer genoeg niet groot. Aan dit voor „Zang lust" weinig bemoedigende verschijnsel zal het nagenoeg uitverkochte circus Strassbur ger niet vreemd zijn geweest. Voor het begin van het concert heeft de be schermheer Mr. A. Moens een openingswoord gesproken, waarin hij de Beverwijksche Har moniekapel dank bracht voor haar medewer king en voorts twee leden van de jury en den afgevaardigde van het K. N. Z. V. verwelkom de. Van vele kanten, aldus Mr. Moens, „heeft men gehoord, hoeveel moeite en zorgen aan het concours ten koste zijn gelegd. Onder de deelnemers zijn oude, bekende vereenigingen onder leiding van zeer ervaren dirigenten. Moge het concours aan de jubileerende ver eeniging de voldoening schenken, die zij er van verwacht. Dat zij zoo." (Applaus). Onder de beproefde leiding van den heer H. van Dijk opende „Zanglust" het programma met „Hymne aan den Vrede" van H. van Nieu- wenhoven en het Pilcherchor uit Tannhauser van R. Wagner. De Harmoniekapel volgde met de groote marsch uit dezelfde opera, de ouverture Eg- mont van Beethoven, die meer bevrediging kon schenken en de tweede Rhapsodie van Liszt, waarin knappe technische verrichtingen vielen op te merken. Met „Groot is de Heer" van Roeske besloot „Zanglust" het eerste deel van het programma. Het koor was nu blijk baar „los" gezongen, want er viel een stijging in de prestaties waar te nemen. Ook na de pauze bleek dat in het „Gebed voor den Tempel" eveneens van Roeske en in de uitstekend gezongen Fransche compositie „Les Martyrs aus Arènes" van L. de Rille. Een daverend applaus was daarvoor de belooning. Met de ouverture „Peter Schmoll" van C. M. von Weber rehabiliteerde de Harmoniekapel zich volkomen van eenige minder geslaagde momenten in het eerste deel van het pro gramma. In deze ouverture werd door alle groepen weer met élan en met beheersching gemusiceerd. Bassen en clarinetten lieten zich van hun beste zijde kennen en de middenstem men wisten zich bij dit peil aan te passen. Met een stevige marsch werd het concert besloten. DE ROEITOCHT GING NIET DOOR. De roeitocht, die de plaatselijke afdeeling van de Natuurvriendengroep Zondag op het Zwet zou maken, kon door het slechte weer niet door gaan. Zondag 19 Juli wordt een autotocht naar Bennekom gemaakt. O.m. zal hierbij ook een bezoek aan den watertoren te Oosterbeek ge bracht worden. Reuter meldt uit Willemstad, 11 Juli: de brand, die bij de rafinaderij der Koninklijke Petroleum Maat schappij was uitgebroken, is bijna ge bluscht. De schade wordt op 2 millioen ge schat. Naar het Engelse li bewerkt door J. VAN DER SLUTS. (Nadruk verboden). 20) XXII. DE RACE NAAR HOLT. In een leunstoel, met een doode man aan zijn voeten, in een onbewoond huis en bul derend noodweer buiten, stak Freddy een sigaret op. Een paar minuten lang rookte hij zonder dat hij probeerde na te denken, genie tend van de rust. Toen kwam hij een beetje op zijn verhaal en begon te trachten de stukken van de legkaart bijeen te voegen. De vijf schurken waren hier samengeko men. Hier hadden ze hun definitieve plannen vastgesteld en zij zouden waarschijnlijk juist naar Holt vertrekken, toen de reverend ten tooneele verscheen, Met welk doel kon Freddy niet uitmaken. Maar het leek aannemelijk dat de ontvoerders hem hadden willen vasthouden dat vier van hen met het meisje vertrokken waren en de vijfde, die nu dood op den vloer lag, was ach tergebleven om den reverend te bewaken. Freddy stelde zich den verderen gang van zaken aldus voor; De reverend was neergeslagen. Hij was ech ter sluw en had het klaargespeeld de rollen om te keeren en inlichtingen uit zijn cipier te persen. Dat had ongetwijfeld een vechtpartij veroorzaakt, waarbij de reverend aan de hand gewond was, terwijl de ander op den grond was terechtgekomen. De man was bij zijn val tegen iets hards aangebotst, dat hem noodlot tig was geworden. Juist op het oogenblik, dat Freddy het huisje bereikte, wilde de reverend weggaan. De idee om op de politie te wachten trok Freddy hoe langer hoe minder aan. Misschien zou het nog een poosje duren eer ze kwamen; misschien zouden ze hem, wanneer ze ver schenen niet gelooven. Tusschen twee haak jes, wie was die reverend? Een vermomde de tective? Waarschijnlijk. „Neen, ik zou wel gek zijn als ik bleef wachten!" besloot Freddy opspringend uit zijn stoel. „Ik verdwijn en laat een briefje achter. Toen schoot hem een nieuwe moeilijkheid te binnen. Hij had de fiets niet. Hoe kwam hij in Holt? Wacht, misschien was er wel een andere fiets te vinden. In een uitbouw of een schuur. In elk geval, hij zou buiten eens een kijkje gaan nemen. Alvorens de kamer te verlaten, bukte hij zich en onderzocht het vooroverliggende lichaam nauwkeurig. Daar was geen twijfel meer mogelijk; de man was dood. Het hart stond stil. Een hand, die hij optilde viel slap neer. Freddy haastte zich de kamer uit, verliet het huisje door de voordeur en liep er omheen naar een klein erf. De regen was iets minder hevig, maar droop toch nog gestadig voort.. Achter het erf lag een houten gebouwtje. Hij opende de deur en opeens ontmoette zijn blik iets, dat hem een schok van vreugde gaf. Hij zag de vage omtrekken van een auto. „Alle menschen!" mompelde hij. „De Ci- troën!" Dit was zonder twijfel het voertuig waar mede de reverend naar Aylsham vervoerd was! In minder dan geen tijd had Freddy den motor op gang en den wagen achteruit den weg op gereden. Toen keerde hij naar het huisje terug en schreef haastig een korte me- dedeeling, die hij op in het oog vallende wijze op een stoel achterliet. Maar in zijn optimistische blijdschap over het ontdekken van den auto was één gewel dige hindernis niet direct tot hem doorge drongen: zijn onbekendheid met den weg naar Holt! Natuurlijk zou hij, eenmaal in Holt aangekomen, evenmin den weg weten naar het leege huis, waar zich het laatste hoofd stuk van zijn avontuur zou afspelen; maar voor het oogenblik gold alleen de vraag, hoe hij het onbekende oord moest bereiken. Een stem uit deduisternis schudde Freddy uit zijn kwellend probleem wakker. „Neem me niet kwalijk, mijnheer" sprak die stem", maar zou u me niet kunnen meene men?" Freddy draaide zich met een ruk op zijn zit plaats om. Het was de werkman. De ontmoeting was voor beiden een ver rassing. „Deksels", riep Freddy; „dat is een bof! Hoe kom je zoo gauw hier?" „Een man in een Ford heeft me laten mee rijden", lichtte de werkman in, „maar die zwenkte een mijl hiervandaan af. „Hij kwam dichterbij en keek Freddy uitvorschend aan. „Hebt u ze nog te pakken gekregen?" „Nog niet." „Waar is mijn fiets?" „Die is op zoek naar de politie." „Die kar van me maakt een raren avond mee! En nu hebt u een auto?" „Ja maar daar schiet ik geen steek mee op, tenzij je me den weg naar Holt kunt wijzen." „Holt?" herhaalde de werkman. „Er stond toch Aylsham op het papiertje." „Jawel" legde Freddy uit, „maar ze zijn al verder getrokken". „Naar Holt?" „Ja." „Hoe weet u dat?" „Dat kan ik je nu niet uitleggeen, maar ik weet het zeker." „En gaat u ze achterna?" „Wat dacht je dan, kerel! En zeg me nu als jeblieft welken weg ik moet nemen." De werkman dacht even na. „Bickering door en dan door Saxthorps en Edgefield. In welk deel van Holt moet u zijn?" „Hemel nog aan toe, wat komt dat er nu op aan!" sputterde Freddy wanhopig. Want plotseling werd hij zich bewust, dat het er héél erg op aan kwam. „Ik moet probeeren een leeg huis te vinden, ergens buiten Holt", voegde hij er aan toe. „En hoe wou u dat doen?" informeerde de werkman op zijn gemoedelijk-tragische ma nier. „Misschien vind ik in Holt wel iemand die me vlugger en beter kan helpen dan jij, ant woordde Freddy nijdig. De werkman bleef ongevoelig voor den bitsen toon. „Misschien vindt u m ij wel in Holt", ver klaarde hij onverstoorbaar. „Tenminste als u mij mee wilt nemen. Dat heb ik u immers daarnet al gevraagd".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 5