Storm heeft menschenlevens geëischt. Het fleschje odeur» Vreugde in Oostenrijk over de verzoening met Duitschiand. Drie dooden door vallenden boom. Herleving van het vreemdelingenverkeer Op de binnenwateren schepen gezonken DONDERDAG 16 JUEï 1936 Woensdagmiddag heeft een felle storm boven ons land gewoed, welke aan drie menschen, die onder een vallenden boom kwamen, het leven heeft gekost. De schade, die de storm op tal van plaatsen heeft aangericht, is zeer groot. Vooral de fruitoogst heeft het zwaar te verduren gehad en zeer vele fruitkweekers hebben gisteren hun hoop op een behoorlijk resultaat van hun boomgaarden verloren zien ga3n. Op de rivieren spookte het zoo geweldig, dat meerder schooen zijn gezonken. Gelukkig zijn hierbij geen slachtoffers te betreuren geweest. Hoe hevig de windkracht is geweest, blijkt uit de registratie van de Amstsrdamsche fiiiaalinrichting van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut, waar een windkracht van 22 meter per seconde werd gemeten, d. i. volle storm met windkracht tien. Er zijn windsooten ge meten met een druk van 80 K.G. per vierkanten meter, een verschijnsl, dat slechts zelden voorkomt. Op sommige plaatsen ging de wind nog met hevige hagelbuien gepaard, terwijl overal de regen bij stroomen is gevallen. Groote schade aangericht. Het noodlottig ongeluk te Hilversum heeft gisteravond tegen zes uur plaats gehad. Toen knapte in de Stationsstraat een zware iep doormidden, juist op het oogenblik, dat een bejaarde vrouw, de 60-jarige weduwe Krant, woonachtig te Hilversum, met haar kleindochter je passeerde terwijl zich op den rijweg de 40-jarige A'damsche koopman A. Spaan, wonende in de Rustenburgerstraat, en een jong meisje in een invalidenwagen bevonden. De vier menschen werden door den neer stortenden boom getroffen. De weduwe Krant en haar kleindochtertje werden op slag ge dood, terwijl de heer Spaan zwaar werd ge wond. Zijn beide beenen waren gebroken, ter wijl hij voorts een hersenschudding en in wendige kwetsuren opliep. Onmiddellijk waren enkele artsen ter plaat se, die de slachtoffers behandelden. Het stof felijk overschot van de vrouw en het kind werd naar de woning vervoerd, terwijl de heer Spaan in deerniswekkenden toestand per ziekenauto naar de R.K. Ziekenverpleging in Hilversum werd overgebracht, waar hij des avonds is overleden. Het meisje in de invalidenwagen, die even eens onder den boom terechtkwam, bleef won derwel geheel ongedeered, hoewel het zieken- wagentje totaal werd versplinterd. Oude heer onder vallenden boom. In Millingen wandelde de 70-jarige heer F. Hoek tijdens den hevigen storm langs den Waal-bandijk. Plotseling werd hij getroffen door een door den storm gevelden boom. Hij kreeg zware in- en uitwendige kneuzingen. Meer dood dan levend werd de oude man op- door GUUS BETLEM Jr. Dot Reuvers keek met stralende oogen naar den stapel geschenken voor haar op tafel uit gespreid, die in zijn verscheidenheid de éta lage van een groot warenmagazijn zou kunnen vullen, zooals haar vader lachend overdreef. Nou, nou! Dolf van Gemert, Dot's ver loofde, schudde protesteerend het hoofd, een kale étalage zou dat worden. Een kwart kreeg je d'r nog niet mee vol, wed ik! Dot lachte. Stel je voor ook! Maar in ieder geval hebben jullie me voor m'n verjaardag meer dan schandalig verwend, allemaal. En jij Dolf Hij wuifde met de hand. Op dat moment ratelde de schel door het huis. Hé? mijnheer Reuvers keek naar de klok, die kwart voor tien wees, we verwach ten toch niemand, vrouw? Zoo vroeg in den ochtend Och man, z'n vrouw lachte, gewoon, een leverancier natuurlijk. Er werd op de deur geklopt. Dolf, die het dichtst bij stond, nam wat aarzelend het pakje aan, dat Sientje, de daghit, hem over reikte. Voor de juffrouw, luidde de toevoeging. Voor mij? Dot strekte haar arm uit o, gauw Dolf, geeft hier! Maar haar verloofde hield het presentje wat plagend achter zijn rug. Ja, javan wien krijgt mejuffrouw Reuvers cadeautjes op haar verjaardagwilde hij weten, het pakje om en om keerend, dat echter uitslui tend Dot's naam en adres bevatte. Van haar ouders en verloofde! antwoord de Dot slagvaardig. Hm! deed Dolf wenkbrauwfronsend, maar laat dien verloofde er in dit geval af, als je wilt, want aan dit geschenk ben ik niet medeplichtig, tot m'n spijt. Blijft dus over, de ouders! en hij keek met een grappig scheef gezicht naar z'n aanstaande schoonouders. Mevrouw Reuvers schudde haar hoofd. Ik weet hier werkelijk niets van, hoor. Wij heb ben onze geschenken al gegeven, dus Hm! deed Dolf weifelend met een knip oog, wat zullen we doen, vindt U? Geven of niet geven? Jongen, ben je dol? Dot sprong overeind, deed een paar passen naar hem toe, het is toch zeker voor mij? Geef hier, Dolf, direct, ófOf. Ze deed dreigend nóg een pas naar hem toe, waarbij hij haastig retireerde, zich achter een stoel verbergend. Maar met een sprong stond ze naast hem! Een wilde stoeipartij volgde, waarbij Dolf hik-lachend het onder spit moest delven, toen Dot resoluut haar wijs vinger in z'n zij prikte. Als een leeggeloopen ballon zakte hij in elkaar. Ik geef me gewonnen.hier! hij reikte haar het pakje over, en openmaken, vlug! Poeh! blies Dot, en dan, zich tot haar ouders wendend, praatte ze hem na: Wat zullen we doen, vindt U? 't Hem la ten zien, of niet laten zien? Zeg! begon Dolf verontwaardigd, en Dot's vader meende: Ik begrijp niet, hoe je met een cadeautje zoo kunt sollen. Ik had het al lang open gemaakt. Nou vooruitals je heel zoet en rustig hier naast me aan tafel komt zitten, aan mag je meekijken! bood Dot aan. Ze nam weer plaats op haar stoel aan de ontbijttafel, Dolf naast zich trekkend. Een schaar Paps!, commandeerde ze. Een mes ook goed? informeerde deze, maar Dot weerde af: Laat maarben al genomen en naar het St. Jan de Deo-zieken- huis te Millingen overgebracht. Gisteravond was zijn toestand vrijwel hope loos. Ook in andere plaatsen van ons land zijn menschen door vallende boomen of afgewaaide takken getroffen. In het Marnixplantsoen te Amsterdam, is een man door een tak vrij ernstig gewond. Te Nijmegen is een arbeider door een los gewaaide ijzeren plaat gewond Vier sleepschepen gezonken. Het Nederlandsche Rijnschip ,Jan van Gooyen' van de Nederlandsche Steenkolen- maatschappij te Rotterdam, geladen met steenkool en varende naar Sluiskil, is gister middag omstreeks 6 uur in de z.g. Witte tonnen-vlije" op de Oosterschelde door den vliegenden storm overvallen. Groote hoeveel heden water kwamen over boord en het schip begon in weinige minuten te zinken. Het was niet mogelijk een sloep uit te zetten, daar, voordat de bemanning hierin had plaats ge nomen. de sloep reeds gekapseisd was. Gelukkig had men aan boord van de sleep boot „Sloe", kapitein Zwartepoorte uit Rot terdam, van den Nederlandschen sleepdienst. P. Smit Jr. te Rotterdam, het in nood ver- keerende schip bemerkt en werd ijlings hulp geboden. De uit zeven koppen bestaande be manning van de „Jan van Gooyen" en de schipper Hamelink, werden door de sleep boot te Wemeldinge aan wal gezet. Het Rijn schip, dat met 1865 ton kolen geladen was zonk op een diepte van 8 a 9 meter en ver dween aldus onder den waterspiegel. Op de Waal onder de gemeente Brakel, zijn twee Rijnschepen gezonken, die met kolen geladen waren. Bij een der schepen, de Berna, uit Raamsdonk heeft men nog getracht het met een sleepboot op den wal te trekken, doch dit mislukte tengevolge van het breken van den sleepkabel. Het andere schip, dat in de diepte ver dween, is het Nederlandsche sleepschip Maria, eveneens met steenkolen geladen. Dit schip hoorde te Alsum (Duitschiand) thuis. Onder Nieuwaal is voorts gezonken het gereed, meneer! Een mysterieus geschenk, vond ze dan, het pakje nog eens bekijkend van alle kanten. Dolf snoof luidruchtig. D'r komt een luch- je af. Dot hield het pakje onder haar neus. O, jubelde ze zalig! Odeur! Hoe wist je dat ik juist deze geur zoo verrukkelijk vind? wendde ze zich dan tot haar verloofde, onderwijl het pakje loswikkelend uit het bruine omhulsel. Ik? verbaasde deze zich. Kind, ik zei toch Nou ja.Dot haalde haar eenen schou der hoog op, dan gaf ze een kreetje; o, kijk eens wat een snuitig fleschje! Ze hield het doosje, waarin keurig verpakt een klein fleschje odeur lag, open onder haar moeders neus. Ruik 'es moes, wat heerlijk! Heerlijk, kind! prees die echte fijne odeur i Ja, 't ruikt niet kwaad! vond ook Dolf met een knipoog naar z'n schoonouders, De gever heeft een goeien neus, dat staat vast! Dot sloeg een arm om z'n hals. Je bent een schat, Dolf, en ik dank je wel! Hij lachte. Dat eerste, daar kan ik na tuurlijk mee instemmen, maar dien dank nee, dien mag ik werkelijk niet accepteeren. Hè! Dot fronste de wenkbrauwen, doe nu niet zoo flauw. Van wien moet dit nu an ders zijn dan van jou? NouDolf knikte met een hoofdbewe ging naar de overzij van de tafel. Even keek Dot onderzoekend haar ouders aan, dan schudde ze ontkennend het hoofd. Nee, vond ze, niets-voor jullie, hè? Om odeur te geven. En dan zoo mysterieus, 't Is toch geen Sinterklaas warempel Het is tenminste niet van mij, lachte haar moeder, en mijnheer Reuvers bromde verach telijk: En van mij moet je dien rommel niet verwachten! Odeur. Je hoort het! wendde Dot zich tot haar verloofde. Blijft dus over: mijnheer D. G. van Gemert, student in de medicijnen, die het groote voorrecht geniet, het volgend jaar in het huwelijk te mogen treden met mejuf frouw Dot Reuvers, wanneer zich tenminste geen incidenten voordoen van min of meer ernstigen aard. Dot praat niet zulken onzin! vond haar moeder en ze keek een beetje angstig naar Dolf's gezicht, waarover éven een wolk van ontstemming was gevlogen. Onzin? Het kan toch! meende Dot. Stel je voor, dat we bijvoorbeeld slaags raken over dit fleschje odeur, nietwaar Och wat, dat is van Dolf natuurlijk. Nee, heusch, mevrouw! hij schudde ern stiger nu, z'n hoofd. Als dat van mij was, waarom zou ik het dan niet willen zeggen, hè? Juist zoo'n kleinigheid. Och, maar van wie zou het dan moeten zijn? antwoordde Dot kribbig. Tja! Dolf haalde de schouders op. Daar kan ik je geen antwoord op geven, kind! Dot sprong op van haar stoel. Wat bedoel je daar mee? wilde ze weten. Ik soms? Dolf maakte een vage beweging met z'n hand, die haar driftig deed uitvallen, het ge baar imiteerend: Doe niet zoo theatraal, zeg! Stel je voor, van wien zou het nu anders kunnen zijn dan van jou.... Maar het is niet van mij, wat drommel! Kom... toe! Mevrouw Reuver^ trachtte te sussen. Wat maakt het nu uit, zoo'n ba gatel als een fleschje odeur. Duitsche sleepschip „Matthias Stinnes 63", geladen met hout, thuisbehoorende te Mühl- heim a. Ruhr. Tengevolge van den storm begon de lading te werken. Deze sloeg over boord waardoor het ruim zich met water vulde en het schip zonk. Alle gezonken schepen kwamen uit Duitsch iand. Zij waren voor anker gegaan en zijn daarna vol water geloopen. De opvarenden hebben zich allen in de roei- booten in veiligheid kunnen stellen. Verschil lende andere schepen werden tengevolge van den storm op den wal gezet. Verkeersstagnatie. Nabij de Gedenknaald aan het einde van de Loolaan te Apeldoorn viel een zware beu- keboom dwars over de spoorbaan van het traject ApeldoornZwolle, waardoor een juist aankomende personentrein ongeveer een half uur vertraging ondervond. Gistermiddag omstreeks kwart voor vijf is een zware eik tengevolge van het stormweer omgewaaid en op de voedingsdraden van het tramnet van de lijn LeidenDen Haag terecht gekomen. Hierdoor ondervond het verkeer op deze lijn eenige uren vertraging. Een juist passeerende wielrijder, de vijftienjarige Th. van der B. uit Leiden, werd door den vallenden boom geraakt en kreeg een beenfractuur. Hij werd naar het Diaconessenhuis te Leiden over gebracht. Betuwe getroffen. Het slechte weer heeft ook boven de Betuwe gisteren leelijk huisgehouden. Tegen half drie kwam uit het Westen boven de Boven-Betuwe een zware onweersbui opzetten, die zich ont lastte in hevigen regenval en werd voorafge gaan door eenige windhoozen. Toen dit voorbij was, liep de wind spoedig op tot stormkracht, waardoor vooral in de boomgaarden schade werd aangericht. In verscheidene fruitaan- plantingen werden boomen ontworteld en scheurden de takken af. Ook de loofboomen moesten het ontgelden. Hier en daar werden zelfs enkele wegen door boomen en 'zware takken versperd. In de Over-Betuwe heeft de storm voor dui zenden guldens schade aangericht in de boom gaarden, waar talrijke fruitboomen zijn omge waaid. In een bongerd te Eist zelfs dertig. Het zachte fruit kan als verloren beschouwd wor den, mede als gevolg van den zwaren hagel slag. Ook het Westland. In het Westland zijn, evenals elders in de tuinbouwgebieden, vele ruiten en kassen en warenhuizen vernield. Te Hoek van Holland en te Terheide werd groote schade aangericht aan de strandinrichtingen. Te Hoek van Holland werd een strandrestauratie eigendom van den heer Groen geheel vernield, terwijl vooral ook het kampeerterrein en kampeerhuisjes storm schade opliepen. Te Terheide werd een strandtent van de Joodsche kampeerkolonie tegen den grond ge worpen en vernield, terwijl het gemeentelijk badbedrijf, eveneens in gevaar verkeerend, ge stut moest worden. Vele boomen werden in deze streek ontworteld. Fokker F. B. 7 over den kop geslagen. De Fokker F. B. 7 de P.H.A.E.Z., is op het vlieg veld Haamstede beschadigd, toen het toestel, na het rollen naar de startplaats, in den wind wilde keeren en het door een plotseling op komenden rukwind over den rug werd ge worpen. De F. B. 7 was een extra vliegtuig, dat op de lijn HaamstedeRotterdam was ingezet. Per soonlijke ongelukken kwamen niet voor. De materieele schade is gering. Nou, ja, goed! Maar als Dolf dan zoo kinderachtig wil zijn, om niet ronduit te er kennen, dat het van hèm afkomstig is dan ze plaatste het doosje ver van zich af dan wil ik het niet eens hebben, daar! Hè, kind tochzuchtte mevrouw. Het gaat niet om dat fleschje, wees Dot met een hoofdknik naar het versmade voor werp, het gaat op het principe, om het idee. Want als Dolf volhoudt, dat het niet van hem is, en ook niet van jullie, danmoet het van iemand anders zijn, nietwaar. Dat lijkt me wel logisch, ja! meende haar vader, trachtend met een grapje de situatie te redden, maar Dot vervolgde driftig: En dat is een insinuatie! Een verdachtmaking. Niemand, behalve Dolf, weet dat ik uitgespro ken dezen odeur, Mille fleurs, zoo heerlijk vind, niema Ze hield eensklaps op terwijl een vlammend rood haar naar het gezicht schoot, In de ka mer viel een plotselinge stilte. Met een ruk haalde Dot het doosje naar zich toe, verward opeens. Nou ja, enfinhet sop is de kool niet waard. Het kan me ook niets meer schelen, van wien het komt. Laten we er niet meer over praten. Hm, jaDolf keek met een hulpeloo- zen blik naar z'n aanstaande schoonouders. Het spijt me natuurlijk verschrikkelijk, dat dit onnoozele incident de stemming dreigt te verstoren, maarehik zou er graag wel over praten. Vooral juist nu, na Dots houding. Houding? Wat houding? Stel je niet aan! stoof deze op. Je doet, alsof ik me schuldig voel, omdat de een of andere idioot het in z'n hoofd heeft gehaald, mij met m'n verjaar dag een fleschje odeur te sturen. Alsof het mijn schuld is, dat Je schijnt tenminste dus toch eindelijk te beseffen dat het niet van mij afkomstig is! klonk Dolf's stem koud. Nou goed! Ja dan, als je wilt! beet Dot hem toe, om er meteen met een wat zenuw achtige hooge stem op te laten volgen: En....? Wat wenscht meneer verder te we ten? Kindje, toe.niet zoo! weerde haar moe der verschrikt, en meteen opstaande met een hoofdbeweging naar haar man: Kom, ik ga achter een kopje chocola klaarmaken. Help jij me even met het fornuis, man, wil je? Er moet nog wat op. geloof ik, enne.dan kun nen jullie dit rustig even samen uitpraten, kinderen, besloot ze dan wat verward, dat is beter, veel beter Och maar, mevrouw! begon Dolf, maar Dot viel hem in de rede: Ja, laat ze maar even gaan, of anders gaan we wel even weg. Je kunt elkaar met z'n tweeën beter de waar heid zeggen! Mevrouw Reuvers, bij de deur al, schudde haar hoofd met een waarschuwende beweging achter Dolf's rug, doch nauwelijks was de deur achter haar dichtgevallen of Dot strijdlus tig zette zich in postuur. Nouen? wilde ze weten. Dolf, rustig opeens en zekerder van zichzelf, stak z'n hand uit, half verzoenend alweer. Toe, kindje, ik wéét immers wel, dat jij er niets aan doen kunt, als een ander jou met je verjaardag iets wil sturen hoewel dat natuurlijk een groote onbeschaamdheid is, wanneer die ander wéét, dat je verloofd bent maar het mag voor jou juist geen reden zijn om zoo geheimzinnig te doen. Ik doe heeiemaal niet geheimzinnig! weer de Dot, maar jij slaat direct op hol, en. en.... ze wendde haar gezichtje af, je denkt dat ikje vertrouwt me niet! viel ze dan plots weer uit. Onzin! Natuurlijk vertrouw ik je. Maar daarom mag ik toch ook verwachten, Dot dat we eerlijk tegenover elkaar staan, nietwaar? WEENEN, 14 Juli (Van onzen correspondent) Er heerscht over het algemeen in Oostenrijk groote vreugde over het feit, dat er eindelijk een einde is gekomen aan de gespannen ver houding, welke jarenlang tusschen Oostenrijk en Duitschiand bestaan heeft, en dat er nu een „verzoening" heeft plaats gevonden. Het kleine Oostenrijk met zijn slechts zes millioen inwoners heeft onder abnormale toestanden (want het is abnormaal, dat twee in het hartje van Europa liggende en aan elkaar grenzende Duitsche landen, wier bewoners de zelfde taal spreken en grootendeels van den zelfden stam zijn, elkaar als vijanden beschou wen en elkaar in geen enkel opzicht vertrou wen!) véél en véél meer geleden dan het veel grootere en sterkere Duitsche rijk. Vooral in Tirol en in het Salzkammergut, in de streek rondom Salzburg en in Vorarlberg, maar ook in Stiermaken en in Karinthië en in de an dere deelen van Oostenrijk klaagden de be woners, die hoofdzakelijk op het vreemde lingenverkeer aangewezen zijn en ervan af hankelijk zijn, steen en been, want de duizen den en duizenden Duitsche reizigers en toeris ten kwamen niet meer en dit beteekende fi nancieel een ontzettend verlies. In plaatsen, die vlak aan de Duitsche grens gelegen zijn, zooals het schilderachtige Kufstein met zijn prachtige omgeving, waar het vroeger vooral in het reisseizoen altijd zoo levendig toeging, was het in de laatste jaren de dood in den pot geworden. In alle kringen der bevolking leed men daaronder ten zeerste. Nu hoopt men, dat de Duitschers weldra weer het Oostenrijksche gebied zullen over- stroomen, daar de „Tausendmarksperre" op geheven wordt. Den grootsten toevloed ver wacht men eerst na het einde van de Olympi sche Spelen. De Duitschers zullen op hun auto's hakenkruisvlaggetjes meebrengen en zullen het nazi-embleem ook in hun knoops gat mogen dragen. Den Oostenrijkers is en blijft dit verboden, maar het zal wel moeilijk zijn pro-Duitsche of pro-nazi-demonstraties te verhinderen en evenmin zal het vaak zoo heel gemakkelijk zijn zonder op de kwestie in te gaan uit te maken, of de betreffende per sonen Duitsche dan wel Oostenrijksche staats burgers zijn. Er zal nogal veel met het toonen van paspoorten gewerkt moeten worden. Op- schuddinkjes zullen niet te vermijden zijn. Men weet, dat de verboden vruchten het lek kerste smaken. Een nationaal-socialistische partij en beweging in Oostenrijk blijven ver boden. Zij die in hun hart nazi zijn, zullen nu wel niet opeens brave „vaderlanders" wor den. Er komt een algemeene amnestie voor de nazi's, die in de gevangenissen, in de politie- arrestgebouwen en in de concentratiekampen zitten Dit wil niet zeggen, dat alle nazi's nu opeens vrijgelaten worden en nog minder, dat zij gezamenlijk hun onvrijwillige verblijf plaatsen zullen mogen verlaten (hetgeen aan leiding tot politieke betoogingen en tot relle tjes zou kunnen geven- Ik zie hen al afgehaald door vrouwen en kinderen, vrienden, kennis sen en verwanten om met muziek voorop huis- En ik was eerlijk, toen ik zei, dat het cadeau tje niet van mij was. Even was er een stilte, toen vroeg Dolf, en z'n stem klonk zacht nu: Wie isdie ander, Dot, die weet dat jij zoo van dezen odeur houdt? Dot plukte aan haar zakdoek. Dan opeens richtte ze zich op. Ik zal het je vertellen! sprak ze. Het was met den verjaardag van Elly, en ik danste met Hans Meerten. Dolf sprong overeind, driftig. Diè kwast? Heeft diè je dit pakje gestuurd? Hoe. hoe durft-ie! Die meisjesgek! O, maar hij zal er plezier van beleven! Morgen, hoor je? mórgen zal ik het hem zelf even gaan terugbrengen ik zal hem het fleschje recht in z'n leelijke apengezicht smijtenz'n poesmooie perzik wangetjes zal ik bont en blauw ranselen, en als hij ooit van z'n leven het hart heeft je ook maar tot op een meter te naderen, dan Maarhoe wist hij dan, dat jij Ja, als je me aldaar in de rede valt, vond Dot, kan ik ook niet vertellen. Ik zei immers dat ik met Hans Meerten danste, noudat was niks bijzonders, natuurlijk. Stel je voor! En trouwens, Hans is heusch zoo onaardig nietjullie overdrijven verschrikkelijk. Nou, ja, een beetje fatterig natuurlijk Een kwast! stelde Dolf vast een vent van niks. Ruikt naar odeur, en.... Maar Dot viel hem haastig in de rede, ter wijl ze haar wijsvinger naar hem uitstrekte: Juist, en dat is nou de heele kolossale op lossing van dit conflict. Want hij rook naar.... Mille fleurs! Nou, en toen zei ik natuurlijk. Dat je dien odeur zaaaalig vond! over dreef Dolf. Dat had je tegen mij kunnen zeggen! Alsof ik dat niet gedaan hèb? pruilde Dot. Daarom dacht ik natuurlijk, dat dat fleschje van jou afkomstig was. Ik heb wer kelijk geen moment aan Hans gedacht zelfs, in het begin. En trouwens.'t Is nóg maar een vermoeden, want zéker weet ik niets. Ik heb drie winkels afgesjouwd! gromde Dolf, maar ik was den naam vergeten en ze konden me niet helpen, 't Schijnt nog erg nieuw te zijn, want geen sterveling kende het in ieder geval. Maarmaarwond hij zich dan weer op, dien vent, dien Meerten zal ik morgen Dien zul je niéts! viel Dot, hem in de rede. Zoo en waarom niet, als ik vragen mag? Omdat ik niet wil, dat mijn verloofde een mal figuur slaat. Dat moest je begrijpen. Wat kan mij dien Hans Meerten schelen? Toch immers geen zier. Ze schokte haar schouders. Dolf, aarzelend, stak 'n hand uit. Laten we er niet meer over praten! vond hij dan. Ik vind het toch al zoo beroerd, op dezen dag. Dot knikte vaag-verward. Dan opeens tril de haar onderlip en met een ruk had Dolf z'n armen om haar heen. Dot, kindjetoe Je deed ook zooachterdochtig! snik te ze, net of je me niet vertrouwde. En, ik schrok zoo, toen ik ineens aan Hans dacht Maar 't is toch een brutaliteit van den vent, om dat te sturen. En je zult toch ook begrijpen, dat ik het beroerd vind. Nou ja.ze schokte nog wat na, haar hoofd tegen z'n schouder, ik zal er niets van gebruiken, goed? Weggeven Dolf gaf geen antwoord, knikte alleen het hoofd. Toen boog hij zich even over haar heen. Doddekop! fluisterde hij verteederd. Kattekop! lachte ze. Dat kun je beter zeggen! Dus? Ze pruilde nog even na, het is nu allemaal afgeloopen, jongen? Heeiemaal! bevestigde Dolf. maar ah., als die vent die Meerten toenadering zoekt, dan zul je 't me zeggen, niet? Direct! waarts te marcheeren! Heusch, zulke dingen, zijn hier al eens gebeurd!) Niet ontslagen zul len die nazi's worden, die zich aan een criml- neele daad schuldig gemaakt hebben of wier daden met een eventueel door anderen ge pleegde misdaad gepaard gingen. Alle gevallen en het zijn er iduizenden! zullen nu af zonderlijk nog eens onderzocht moeten wor den, waarmede wel eenige tijd voorbij zal gaan en pas dan kan vastgesteld worden of A. of B. of C. voor in vrijheidsstelling in aan merking kunnen komen of niet. Tot dusver heeft nog geen één nazi zijn vrijheid terug gekregen. Schuschnigg heeft met het totstandkomen van de verzoening met Duitschiand véél be reikt, want de groote noordelijke buurman, die vaak zoo gevaarlijk met de wapens kon rinkelen en die altijd een begeerig oog op den zuidelijken staat geworpen heeft, heeft be loofd zich in den vervolge niet meer met de binnenlandsche politiek en met de binnen- landsche toestanden in Oostenrijk te be moeien. Hitier heeft verklaard, dat hij zelfs niets zal ondernemen in geval de Habsburgers in Oostenrijk gerestaureerd worden hoe wel Schuschnigg voor de zooveelste maal weer eens verklaard heeft, dat de kwestie van het herstel der monarchie nog niet actueel is! Hoe vaak hebben we dat „niet actueel" nu al niet gehoorden bovendien zal het ver maarde „Oostenrijksche legioen", dat door velen steeds als een bedreiging van Oosten- rijk's vrijheid en van Oostenrijk's onafhanke lijkheid beschouwd werd, opgeheven worden. De leden ervan, in den loop der jaren uit Oos tenrijk naar Duitschiand gevluchte Oosten rijksche nazi's, zullen, voor zoover zij Duit sche staatsburgers geworden zijn, niet meer naar hun vroegere vaderland terug mogen keeren en ook hun, die leiders zijn of waren of die vroeger een te prominente rol in de be weging gespeeld hebben, wordt dit niet ver oorloofd. Een vraag, die door velen gesteld wordt is: waarom heeft Hitier vrede met Schuschnigg gesloten? Misschien denkt hij op deze wijze veel meer te kunnen bereiken dan door dat voortdurende geharrewar en die eeuwige, zich steeds weer opnieuw herhalende schermutse lingen. Italië, Oostenrijk, Hongarije, die het zoogenaamde Romeinsche verdrag met elkaar gesloten hebben, en Duitschiand vormen nu een machtig blok, dat Europa dwars doormid den snijdt en dat het westen van het oosten en van het zuid-oosten (de Balkanlanden) scheidt. Hongaarsche bladen willen weten, dat zich Zweden en Finland nog bij deze groep zullen willen aansluiten, hetgeen dan de po sitie in Europa nóg sterker zou maken. Tsje- cho-Slowakije is in een heel moeilijke positie gekomen. De andere landen van de Kleine Entente weten nog niet goed wat zij van het geheel denken moeten. De meeningen der bla den loopen er zeer uiteen. Hongarije ziet in de nieuwe constellatie al weer een kans te meer op herziening van de vredesverdragen. En overal weet men, dat er belangrijke dingen kunnen gaan gebeuren. W. M. BEKAAR Tuurlijk, Dolf, en laten we nou ons kopje chocola gaan halen, komMet de armen om eikaars middel verlieten ze de kamer. Het was twee dagen later, dat Dot haar verloofde, na de eerste omhelzing in het voor portaal, haastig de kamer binnentrok, waar ook mijnheer en mevrouw Reuvers hem met glimlachende gezichten ontvingen. Vanwaar die pret? verbaasde Dolf zich na de begroeting, en hij keek in Dots tinte lende oogen, die ondeugend lachten. Plagend hield ze twee couverts in de hoog te. Een verrassing! Het muisje heeft een staartje, Dolf. Welk Muisje? Het fleschje Mille fleurs, verklaarde ze, en 't is maar goed, dat ik het nog niet heb weggegeven. Veel te zalig, ook! Hier, ruik je niets? Ze zwaaide hem met haar zakdoekje toe. Een wolk vloog over z'n gezicht. Heb je iets van hem gehoord? Meerten? Dot knikte. Ja, meneer! Hierzoo! En ze gaf hem één van de beide enveloppen, een klein drukwerkje. Wat? Wat beteekent dat? wilde Dolf we ten, het couvert bekijkend. Nou, kijk dan jongen, dan weet je 't! En lachend keek ze naar z'n bedremmelde gezicht toen hij met behoedzame vingers de beide kaartjes uit het envelopje had gevischt. Hans Meerten! las hij, en Ella Rein- dersma. Verloofd! stamelde hij, en met 'n kleur opeens: Maardandan is het een dubbele Ssst! Dot drukte haastig haar hand op z'n mond. Hier, lees jongetje en wind je niet op. Maar ga eerst zitten, want ik sta voor de gevolgen niet in. Of wacht, 'k zal het je wel voorlezen, want de inhoud is voor jou bestemd meer nog dan voor mijEn zorg er voor, dat je geen woord ontgaat. Dan, met heldere stem, waarin de pret slechts met moeite scheen te worden be dwongen, las ze: Mejuffrouw, Wij waren zoo vrij U met uw geboortedag een kleine attentie te doen toekomen in den vorm van één onzer bekende proefflacons Mille fleurs. Ongetwijfeld zult U zich omtrent de herkomst hiervan hebben verwonderd, doch even ongetwijfeld zult U, zoo niet he den. dan toch morgen, de verzuchting slaken: Is die zalige odeur nu alweer op? Want na tuurlijk het fleschje, dat wij U als proef zonden, was niet groot. Edoch, mejuffrouwer komen meer feestdagen het jaar bevat er véle en wij zijn in staat u deze odeur te leveren in fla cons vanaf f 5 per stuk. Mocht uw verloofde of echtgenoot, uw vader of broer, of wie ook uwer huisgenooten. hebben verzuimd U op uw verjaardag met een dergelijk geschenk te verrassen, welnuwil hen er op attent maken, dat zeker een volgende gelegenheid zich zal voordoen, dit verzuim goed te maken, op welke wijze ook! Wij houden ons dan ook voor uw directe of indirecte bestellingen ten zeerste aanbevolen en verblijven intusschen met de meeste hoogachting, PARFUMERIE MODERN. Je hoort het! schaterde Dot dan, en den brief toevouwend: Alsjeblieft, voor het adres! Trouwens je kent hem wel. want het is mijn kapper, vandaar, natuurlijk, dat ik de eer genoot En wat de rest betreftgoéd te maken héb je wat, dat zul je niet willen ontkennen, zeker? O, zoo! Dan weet je nu hoe En dat ik het doen zal, daar kun ie op rekenen, Dot! stelde hij haar gerust, met een schaterlach van opluchting....

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7