Storm heeft menschenlevens geëischt.
Het fleschje odeur»
Vreugde in Oostenrijk over de
verzoening met Duitschiand.
Drie dooden door vallenden boom.
Herleving van het vreemdelingenverkeer
Op de binnenwateren schepen gezonken
DONDERDAG 16 JUEï 1936
Woensdagmiddag heeft een felle storm boven ons land gewoed,
welke aan drie menschen, die onder een vallenden boom kwamen,
het leven heeft gekost. De schade, die de storm op tal van plaatsen
heeft aangericht, is zeer groot. Vooral de fruitoogst heeft het zwaar
te verduren gehad en zeer vele fruitkweekers hebben gisteren hun
hoop op een behoorlijk resultaat van hun boomgaarden verloren zien
ga3n. Op de rivieren spookte het zoo geweldig, dat meerder schooen
zijn gezonken. Gelukkig zijn hierbij geen slachtoffers te betreuren
geweest.
Hoe hevig de windkracht is geweest, blijkt uit de registratie van de
Amstsrdamsche fiiiaalinrichting van het Kon. Ned. Meteorologisch
Instituut, waar een windkracht van 22 meter per seconde werd
gemeten, d. i. volle storm met windkracht tien. Er zijn windsooten ge
meten met een druk van 80 K.G. per vierkanten meter, een verschijnsl,
dat slechts zelden voorkomt. Op sommige plaatsen ging de wind nog
met hevige hagelbuien gepaard, terwijl overal de regen bij stroomen
is gevallen.
Groote schade aangericht.
Het noodlottig ongeluk te Hilversum heeft
gisteravond tegen zes uur plaats gehad. Toen
knapte in de Stationsstraat een zware iep
doormidden, juist op het oogenblik, dat
een bejaarde vrouw, de 60-jarige weduwe
Krant, woonachtig te Hilversum, met haar
kleindochter je passeerde terwijl zich op den
rijweg de 40-jarige A'damsche koopman A.
Spaan, wonende in de Rustenburgerstraat,
en een jong meisje in een invalidenwagen
bevonden.
De vier menschen werden door den neer
stortenden boom getroffen. De weduwe Krant
en haar kleindochtertje werden op slag ge
dood, terwijl de heer Spaan zwaar werd ge
wond. Zijn beide beenen waren gebroken, ter
wijl hij voorts een hersenschudding en in
wendige kwetsuren opliep.
Onmiddellijk waren enkele artsen ter plaat
se, die de slachtoffers behandelden. Het stof
felijk overschot van de vrouw en het kind
werd naar de woning vervoerd, terwijl de
heer Spaan in deerniswekkenden toestand per
ziekenauto naar de R.K. Ziekenverpleging in
Hilversum werd overgebracht, waar hij des
avonds is overleden.
Het meisje in de invalidenwagen, die even
eens onder den boom terechtkwam, bleef won
derwel geheel ongedeered, hoewel het zieken-
wagentje totaal werd versplinterd.
Oude heer onder vallenden boom.
In Millingen wandelde de 70-jarige heer
F. Hoek tijdens den hevigen storm langs den
Waal-bandijk. Plotseling werd hij getroffen
door een door den storm gevelden boom. Hij
kreeg zware in- en uitwendige kneuzingen.
Meer dood dan levend werd de oude man op-
door GUUS BETLEM Jr.
Dot Reuvers keek met stralende oogen naar
den stapel geschenken voor haar op tafel uit
gespreid, die in zijn verscheidenheid de éta
lage van een groot warenmagazijn zou kunnen
vullen, zooals haar vader lachend overdreef.
Nou, nou! Dolf van Gemert, Dot's ver
loofde, schudde protesteerend het hoofd,
een kale étalage zou dat worden. Een kwart
kreeg je d'r nog niet mee vol, wed ik!
Dot lachte. Stel je voor ook! Maar in ieder
geval hebben jullie me voor m'n verjaardag
meer dan schandalig verwend, allemaal. En
jij Dolf
Hij wuifde met de hand.
Op dat moment ratelde de schel door het
huis. Hé? mijnheer Reuvers keek naar de
klok, die kwart voor tien wees, we verwach
ten toch niemand, vrouw? Zoo vroeg in den
ochtend
Och man, z'n vrouw lachte, gewoon,
een leverancier natuurlijk.
Er werd op de deur geklopt. Dolf, die het
dichtst bij stond, nam wat aarzelend het pakje
aan, dat Sientje, de daghit, hem over reikte.
Voor de juffrouw, luidde de toevoeging.
Voor mij? Dot strekte haar arm uit o,
gauw Dolf, geeft hier!
Maar haar verloofde hield het presentje wat
plagend achter zijn rug. Ja, javan
wien krijgt mejuffrouw Reuvers cadeautjes op
haar verjaardagwilde hij weten, het
pakje om en om keerend, dat echter uitslui
tend Dot's naam en adres bevatte.
Van haar ouders en verloofde! antwoord
de Dot slagvaardig.
Hm! deed Dolf wenkbrauwfronsend,
maar laat dien verloofde er in dit geval af,
als je wilt, want aan dit geschenk ben ik niet
medeplichtig, tot m'n spijt. Blijft dus over, de
ouders! en hij keek met een grappig scheef
gezicht naar z'n aanstaande schoonouders.
Mevrouw Reuvers schudde haar hoofd. Ik
weet hier werkelijk niets van, hoor. Wij heb
ben onze geschenken al gegeven, dus
Hm! deed Dolf weifelend met een knip
oog, wat zullen we doen, vindt U? Geven of
niet geven? Jongen, ben je dol? Dot sprong
overeind, deed een paar passen naar hem toe,
het is toch zeker voor mij? Geef hier, Dolf,
direct, ófOf.
Ze deed dreigend nóg een pas naar hem
toe, waarbij hij haastig retireerde, zich achter
een stoel verbergend. Maar met een sprong
stond ze naast hem! Een wilde stoeipartij
volgde, waarbij Dolf hik-lachend het onder
spit moest delven, toen Dot resoluut haar wijs
vinger in z'n zij prikte. Als een leeggeloopen
ballon zakte hij in elkaar.
Ik geef me gewonnen.hier! hij reikte
haar het pakje over, en openmaken, vlug!
Poeh! blies Dot, en dan, zich tot haar
ouders wendend, praatte ze hem na:
Wat zullen we doen, vindt U? 't Hem la
ten zien, of niet laten zien?
Zeg! begon Dolf verontwaardigd, en Dot's
vader meende: Ik begrijp niet, hoe je met
een cadeautje zoo kunt sollen. Ik had het al
lang open gemaakt.
Nou vooruitals je heel zoet en rustig
hier naast me aan tafel komt zitten, aan mag
je meekijken! bood Dot aan. Ze nam weer
plaats op haar stoel aan de ontbijttafel, Dolf
naast zich trekkend.
Een schaar Paps!, commandeerde ze.
Een mes ook goed? informeerde deze,
maar Dot weerde af: Laat maarben al
genomen en naar het St. Jan de Deo-zieken-
huis te Millingen overgebracht.
Gisteravond was zijn toestand vrijwel hope
loos.
Ook in andere plaatsen van ons land zijn
menschen door vallende boomen of afgewaaide
takken getroffen. In het Marnixplantsoen te
Amsterdam, is een man door een tak vrij
ernstig gewond.
Te Nijmegen is een arbeider door een los
gewaaide ijzeren plaat gewond
Vier sleepschepen
gezonken.
Het Nederlandsche Rijnschip ,Jan van
Gooyen' van de Nederlandsche Steenkolen-
maatschappij te Rotterdam, geladen met
steenkool en varende naar Sluiskil, is gister
middag omstreeks 6 uur in de z.g. Witte
tonnen-vlije" op de Oosterschelde door den
vliegenden storm overvallen. Groote hoeveel
heden water kwamen over boord en het schip
begon in weinige minuten te zinken. Het was
niet mogelijk een sloep uit te zetten, daar,
voordat de bemanning hierin had plaats ge
nomen. de sloep reeds gekapseisd was.
Gelukkig had men aan boord van de sleep
boot „Sloe", kapitein Zwartepoorte uit Rot
terdam, van den Nederlandschen sleepdienst.
P. Smit Jr. te Rotterdam, het in nood ver-
keerende schip bemerkt en werd ijlings hulp
geboden. De uit zeven koppen bestaande be
manning van de „Jan van Gooyen" en de
schipper Hamelink, werden door de sleep
boot te Wemeldinge aan wal gezet. Het Rijn
schip, dat met 1865 ton kolen geladen was
zonk op een diepte van 8 a 9 meter en ver
dween aldus onder den waterspiegel.
Op de Waal onder de gemeente Brakel, zijn
twee Rijnschepen gezonken, die met kolen
geladen waren. Bij een der schepen, de Berna,
uit Raamsdonk heeft men nog getracht het
met een sleepboot op den wal te trekken,
doch dit mislukte tengevolge van het breken
van den sleepkabel.
Het andere schip, dat in de diepte ver
dween, is het Nederlandsche sleepschip Maria,
eveneens met steenkolen geladen. Dit schip
hoorde te Alsum (Duitschiand) thuis.
Onder Nieuwaal is voorts gezonken het
gereed, meneer! Een mysterieus geschenk,
vond ze dan, het pakje nog eens bekijkend
van alle kanten.
Dolf snoof luidruchtig. D'r komt een luch-
je af.
Dot hield het pakje onder haar neus. O,
jubelde ze zalig! Odeur! Hoe wist je dat ik
juist deze geur zoo verrukkelijk vind? wendde
ze zich dan tot haar verloofde, onderwijl het
pakje loswikkelend uit het bruine omhulsel.
Ik? verbaasde deze zich. Kind, ik zei
toch
Nou ja.Dot haalde haar eenen schou
der hoog op, dan gaf ze een kreetje; o, kijk
eens wat een snuitig fleschje!
Ze hield het doosje, waarin keurig verpakt
een klein fleschje odeur lag, open onder haar
moeders neus. Ruik 'es moes, wat heerlijk!
Heerlijk, kind! prees die echte fijne
odeur i
Ja, 't ruikt niet kwaad! vond ook Dolf
met een knipoog naar z'n schoonouders, De
gever heeft een goeien neus, dat staat vast!
Dot sloeg een arm om z'n hals. Je bent
een schat, Dolf, en ik dank je wel!
Hij lachte. Dat eerste, daar kan ik na
tuurlijk mee instemmen, maar dien dank
nee, dien mag ik werkelijk niet accepteeren.
Hè! Dot fronste de wenkbrauwen, doe
nu niet zoo flauw. Van wien moet dit nu an
ders zijn dan van jou?
NouDolf knikte met een hoofdbewe
ging naar de overzij van de tafel. Even keek
Dot onderzoekend haar ouders aan, dan
schudde ze ontkennend het hoofd.
Nee, vond ze, niets-voor jullie, hè? Om
odeur te geven. En dan zoo mysterieus, 't Is
toch geen Sinterklaas warempel
Het is tenminste niet van mij, lachte haar
moeder, en mijnheer Reuvers bromde verach
telijk: En van mij moet je dien rommel niet
verwachten! Odeur.
Je hoort het! wendde Dot zich tot haar
verloofde. Blijft dus over: mijnheer D. G.
van Gemert, student in de medicijnen, die het
groote voorrecht geniet, het volgend jaar in
het huwelijk te mogen treden met mejuf
frouw Dot Reuvers, wanneer zich tenminste
geen incidenten voordoen van min of meer
ernstigen aard.
Dot praat niet zulken onzin! vond haar
moeder en ze keek een beetje angstig naar
Dolf's gezicht, waarover éven een wolk van
ontstemming was gevlogen.
Onzin? Het kan toch! meende Dot. Stel
je voor, dat we bijvoorbeeld slaags raken over
dit fleschje odeur, nietwaar
Och wat, dat is van Dolf natuurlijk.
Nee, heusch, mevrouw! hij schudde ern
stiger nu, z'n hoofd. Als dat van mij was,
waarom zou ik het dan niet willen zeggen, hè?
Juist zoo'n kleinigheid.
Och, maar van wie zou het dan moeten
zijn? antwoordde Dot kribbig.
Tja! Dolf haalde de schouders op.
Daar kan ik je geen antwoord op geven, kind!
Dot sprong op van haar stoel.
Wat bedoel je daar mee? wilde ze weten.
Ik soms?
Dolf maakte een vage beweging met z'n
hand, die haar driftig deed uitvallen, het ge
baar imiteerend: Doe niet zoo theatraal,
zeg! Stel je voor, van wien zou het nu anders
kunnen zijn dan van jou....
Maar het is niet van mij, wat drommel!
Kom... toe! Mevrouw Reuver^ trachtte
te sussen. Wat maakt het nu uit, zoo'n ba
gatel als een fleschje odeur.
Duitsche sleepschip „Matthias Stinnes 63",
geladen met hout, thuisbehoorende te Mühl-
heim a. Ruhr. Tengevolge van den storm
begon de lading te werken. Deze sloeg over
boord waardoor het ruim zich met water
vulde en het schip zonk.
Alle gezonken schepen kwamen uit Duitsch
iand. Zij waren voor anker gegaan en zijn
daarna vol water geloopen.
De opvarenden hebben zich allen in de roei-
booten in veiligheid kunnen stellen. Verschil
lende andere schepen werden tengevolge van
den storm op den wal gezet.
Verkeersstagnatie.
Nabij de Gedenknaald aan het einde van
de Loolaan te Apeldoorn viel een zware beu-
keboom dwars over de spoorbaan van het
traject ApeldoornZwolle, waardoor een juist
aankomende personentrein ongeveer een half
uur vertraging ondervond.
Gistermiddag omstreeks kwart voor vijf is
een zware eik tengevolge van het stormweer
omgewaaid en op de voedingsdraden van het
tramnet van de lijn LeidenDen Haag terecht
gekomen. Hierdoor ondervond het verkeer op
deze lijn eenige uren vertraging. Een juist
passeerende wielrijder, de vijftienjarige Th.
van der B. uit Leiden, werd door den vallenden
boom geraakt en kreeg een beenfractuur. Hij
werd naar het Diaconessenhuis te Leiden over
gebracht.
Betuwe getroffen.
Het slechte weer heeft ook boven de Betuwe
gisteren leelijk huisgehouden. Tegen half drie
kwam uit het Westen boven de Boven-Betuwe
een zware onweersbui opzetten, die zich ont
lastte in hevigen regenval en werd voorafge
gaan door eenige windhoozen. Toen dit voorbij
was, liep de wind spoedig op tot stormkracht,
waardoor vooral in de boomgaarden schade
werd aangericht. In verscheidene fruitaan-
plantingen werden boomen ontworteld en
scheurden de takken af. Ook de loofboomen
moesten het ontgelden. Hier en daar werden
zelfs enkele wegen door boomen en 'zware
takken versperd.
In de Over-Betuwe heeft de storm voor dui
zenden guldens schade aangericht in de boom
gaarden, waar talrijke fruitboomen zijn omge
waaid. In een bongerd te Eist zelfs dertig. Het
zachte fruit kan als verloren beschouwd wor
den, mede als gevolg van den zwaren hagel
slag.
Ook het Westland.
In het Westland zijn, evenals elders in de
tuinbouwgebieden, vele ruiten en kassen en
warenhuizen vernield. Te Hoek van Holland en
te Terheide werd groote schade aangericht aan
de strandinrichtingen. Te Hoek van Holland
werd een strandrestauratie eigendom van den
heer Groen geheel vernield, terwijl vooral ook
het kampeerterrein en kampeerhuisjes storm
schade opliepen.
Te Terheide werd een strandtent van de
Joodsche kampeerkolonie tegen den grond ge
worpen en vernield, terwijl het gemeentelijk
badbedrijf, eveneens in gevaar verkeerend, ge
stut moest worden. Vele boomen werden in
deze streek ontworteld.
Fokker F. B. 7 over den kop geslagen.
De Fokker F. B. 7 de P.H.A.E.Z., is op het vlieg
veld Haamstede beschadigd, toen het toestel,
na het rollen naar de startplaats, in den wind
wilde keeren en het door een plotseling op
komenden rukwind over den rug werd ge
worpen.
De F. B. 7 was een extra vliegtuig, dat op de
lijn HaamstedeRotterdam was ingezet. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor. De
materieele schade is gering.
Nou, ja, goed! Maar als Dolf dan zoo
kinderachtig wil zijn, om niet ronduit te er
kennen, dat het van hèm afkomstig is dan
ze plaatste het doosje ver van zich af dan
wil ik het niet eens hebben, daar!
Hè, kind tochzuchtte mevrouw.
Het gaat niet om dat fleschje, wees Dot
met een hoofdknik naar het versmade voor
werp, het gaat op het principe, om het
idee. Want als Dolf volhoudt, dat het niet van
hem is, en ook niet van jullie, danmoet
het van iemand anders zijn, nietwaar.
Dat lijkt me wel logisch, ja! meende haar
vader, trachtend met een grapje de situatie
te redden, maar Dot vervolgde driftig: En
dat is een insinuatie! Een verdachtmaking.
Niemand, behalve Dolf, weet dat ik uitgespro
ken dezen odeur, Mille fleurs, zoo heerlijk
vind, niema
Ze hield eensklaps op terwijl een vlammend
rood haar naar het gezicht schoot, In de ka
mer viel een plotselinge stilte.
Met een ruk haalde Dot het doosje naar zich
toe, verward opeens. Nou ja, enfinhet
sop is de kool niet waard. Het kan me ook
niets meer schelen, van wien het komt. Laten
we er niet meer over praten.
Hm, jaDolf keek met een hulpeloo-
zen blik naar z'n aanstaande schoonouders.
Het spijt me natuurlijk verschrikkelijk, dat
dit onnoozele incident de stemming dreigt te
verstoren, maarehik zou er graag wel
over praten. Vooral juist nu, na Dots houding.
Houding? Wat houding? Stel je niet aan!
stoof deze op. Je doet, alsof ik me schuldig
voel, omdat de een of andere idioot het in
z'n hoofd heeft gehaald, mij met m'n verjaar
dag een fleschje odeur te sturen. Alsof het
mijn schuld is, dat
Je schijnt tenminste dus toch eindelijk
te beseffen dat het niet van mij afkomstig is!
klonk Dolf's stem koud.
Nou goed! Ja dan, als je wilt! beet Dot
hem toe, om er meteen met een wat zenuw
achtige hooge stem op te laten volgen:
En....? Wat wenscht meneer verder te we
ten?
Kindje, toe.niet zoo! weerde haar moe
der verschrikt, en meteen opstaande met een
hoofdbeweging naar haar man: Kom, ik ga
achter een kopje chocola klaarmaken. Help
jij me even met het fornuis, man, wil je? Er
moet nog wat op. geloof ik, enne.dan kun
nen jullie dit rustig even samen uitpraten,
kinderen, besloot ze dan wat verward, dat
is beter, veel beter
Och maar, mevrouw! begon Dolf, maar
Dot viel hem in de rede: Ja, laat ze maar
even gaan, of anders gaan we wel even weg.
Je kunt elkaar met z'n tweeën beter de waar
heid zeggen!
Mevrouw Reuvers, bij de deur al, schudde
haar hoofd met een waarschuwende beweging
achter Dolf's rug, doch nauwelijks was de deur
achter haar dichtgevallen of Dot strijdlus
tig zette zich in postuur.
Nouen? wilde ze weten.
Dolf, rustig opeens en zekerder van zichzelf,
stak z'n hand uit, half verzoenend alweer.
Toe, kindje, ik wéét immers wel, dat jij
er niets aan doen kunt, als een ander jou met
je verjaardag iets wil sturen hoewel dat
natuurlijk een groote onbeschaamdheid is,
wanneer die ander wéét, dat je verloofd bent
maar het mag voor jou juist geen reden zijn
om zoo geheimzinnig te doen.
Ik doe heeiemaal niet geheimzinnig! weer
de Dot, maar jij slaat direct op hol, en.
en.... ze wendde haar gezichtje af, je
denkt dat ikje vertrouwt me niet! viel ze
dan plots weer uit.
Onzin! Natuurlijk vertrouw ik je. Maar
daarom mag ik toch ook verwachten, Dot dat
we eerlijk tegenover elkaar staan, nietwaar?
WEENEN, 14 Juli
(Van onzen correspondent)
Er heerscht over het algemeen in Oostenrijk
groote vreugde over het feit, dat er eindelijk
een einde is gekomen aan de gespannen ver
houding, welke jarenlang tusschen Oostenrijk
en Duitschiand bestaan heeft, en dat er nu
een „verzoening" heeft plaats gevonden. Het
kleine Oostenrijk met zijn slechts zes millioen
inwoners heeft onder abnormale toestanden
(want het is abnormaal, dat twee in het
hartje van Europa liggende en aan elkaar
grenzende Duitsche landen, wier bewoners de
zelfde taal spreken en grootendeels van den
zelfden stam zijn, elkaar als vijanden beschou
wen en elkaar in geen enkel opzicht vertrou
wen!) véél en véél meer geleden dan het veel
grootere en sterkere Duitsche rijk. Vooral in
Tirol en in het Salzkammergut, in de streek
rondom Salzburg en in Vorarlberg, maar ook
in Stiermaken en in Karinthië en in de an
dere deelen van Oostenrijk klaagden de be
woners, die hoofdzakelijk op het vreemde
lingenverkeer aangewezen zijn en ervan af
hankelijk zijn, steen en been, want de duizen
den en duizenden Duitsche reizigers en toeris
ten kwamen niet meer en dit beteekende fi
nancieel een ontzettend verlies. In plaatsen,
die vlak aan de Duitsche grens gelegen zijn,
zooals het schilderachtige Kufstein met zijn
prachtige omgeving, waar het vroeger vooral
in het reisseizoen altijd zoo levendig toeging,
was het in de laatste jaren de dood in den
pot geworden. In alle kringen der bevolking
leed men daaronder ten zeerste.
Nu hoopt men, dat de Duitschers weldra
weer het Oostenrijksche gebied zullen over-
stroomen, daar de „Tausendmarksperre" op
geheven wordt. Den grootsten toevloed ver
wacht men eerst na het einde van de Olympi
sche Spelen. De Duitschers zullen op hun
auto's hakenkruisvlaggetjes meebrengen en
zullen het nazi-embleem ook in hun knoops
gat mogen dragen. Den Oostenrijkers is en
blijft dit verboden, maar het zal wel moeilijk
zijn pro-Duitsche of pro-nazi-demonstraties
te verhinderen en evenmin zal het vaak zoo
heel gemakkelijk zijn zonder op de kwestie in
te gaan uit te maken, of de betreffende per
sonen Duitsche dan wel Oostenrijksche staats
burgers zijn. Er zal nogal veel met het toonen
van paspoorten gewerkt moeten worden. Op-
schuddinkjes zullen niet te vermijden zijn.
Men weet, dat de verboden vruchten het lek
kerste smaken. Een nationaal-socialistische
partij en beweging in Oostenrijk blijven ver
boden. Zij die in hun hart nazi zijn, zullen
nu wel niet opeens brave „vaderlanders" wor
den.
Er komt een algemeene amnestie voor de
nazi's, die in de gevangenissen, in de politie-
arrestgebouwen en in de concentratiekampen
zitten Dit wil niet zeggen, dat alle nazi's nu
opeens vrijgelaten worden en nog minder, dat
zij gezamenlijk hun onvrijwillige verblijf
plaatsen zullen mogen verlaten (hetgeen aan
leiding tot politieke betoogingen en tot relle
tjes zou kunnen geven- Ik zie hen al afgehaald
door vrouwen en kinderen, vrienden, kennis
sen en verwanten om met muziek voorop huis-
En ik was eerlijk, toen ik zei, dat het cadeau
tje niet van mij was.
Even was er een stilte, toen vroeg Dolf, en
z'n stem klonk zacht nu: Wie isdie
ander, Dot, die weet dat jij zoo van dezen
odeur houdt?
Dot plukte aan haar zakdoek. Dan opeens
richtte ze zich op. Ik zal het je vertellen!
sprak ze. Het was met den verjaardag van
Elly, en ik danste met Hans Meerten.
Dolf sprong overeind, driftig. Diè kwast?
Heeft diè je dit pakje gestuurd? Hoe. hoe
durft-ie! Die meisjesgek! O, maar hij zal er
plezier van beleven! Morgen, hoor je? mórgen
zal ik het hem zelf even gaan terugbrengen
ik zal hem het fleschje recht in z'n leelijke
apengezicht smijtenz'n poesmooie perzik
wangetjes zal ik bont en blauw ranselen, en
als hij ooit van z'n leven het hart heeft je
ook maar tot op een meter te naderen, dan
Maarhoe wist hij dan, dat jij
Ja, als je me aldaar in de rede valt, vond
Dot, kan ik ook niet vertellen. Ik zei immers
dat ik met Hans Meerten danste, noudat
was niks bijzonders, natuurlijk. Stel je voor!
En trouwens, Hans is heusch zoo onaardig
nietjullie overdrijven verschrikkelijk.
Nou, ja, een beetje fatterig natuurlijk
Een kwast! stelde Dolf vast een vent
van niks. Ruikt naar odeur, en....
Maar Dot viel hem haastig in de rede, ter
wijl ze haar wijsvinger naar hem uitstrekte:
Juist, en dat is nou de heele kolossale op
lossing van dit conflict. Want hij rook naar....
Mille fleurs! Nou, en toen zei ik natuurlijk.
Dat je dien odeur zaaaalig vond! over
dreef Dolf. Dat had je tegen mij kunnen
zeggen!
Alsof ik dat niet gedaan hèb? pruilde
Dot. Daarom dacht ik natuurlijk, dat dat
fleschje van jou afkomstig was. Ik heb wer
kelijk geen moment aan Hans gedacht zelfs,
in het begin. En trouwens.'t Is nóg maar
een vermoeden, want zéker weet ik niets.
Ik heb drie winkels afgesjouwd! gromde
Dolf, maar ik was den naam vergeten en
ze konden me niet helpen, 't Schijnt nog erg
nieuw te zijn, want geen sterveling kende het
in ieder geval. Maarmaarwond hij
zich dan weer op, dien vent, dien Meerten
zal ik morgen
Dien zul je niéts! viel Dot, hem in de
rede.
Zoo en waarom niet, als ik vragen mag?
Omdat ik niet wil, dat mijn verloofde een
mal figuur slaat. Dat moest je begrijpen. Wat
kan mij dien Hans Meerten schelen? Toch
immers geen zier. Ze schokte haar schouders.
Dolf, aarzelend, stak 'n hand uit. Laten
we er niet meer over praten! vond hij dan.
Ik vind het toch al zoo beroerd, op dezen
dag.
Dot knikte vaag-verward. Dan opeens tril
de haar onderlip en met een ruk had Dolf z'n
armen om haar heen.
Dot, kindjetoe
Je deed ook zooachterdochtig! snik
te ze, net of je me niet vertrouwde. En, ik
schrok zoo, toen ik ineens aan Hans dacht
Maar 't is toch een brutaliteit van den
vent, om dat te sturen. En je zult toch ook
begrijpen, dat ik het beroerd vind.
Nou ja.ze schokte nog wat na, haar
hoofd tegen z'n schouder, ik zal er niets
van gebruiken, goed? Weggeven
Dolf gaf geen antwoord, knikte alleen het
hoofd. Toen boog hij zich even over haar
heen. Doddekop! fluisterde hij verteederd.
Kattekop! lachte ze. Dat kun je beter
zeggen! Dus? Ze pruilde nog even na, het
is nu allemaal afgeloopen, jongen?
Heeiemaal! bevestigde Dolf. maar ah.,
als die vent die Meerten toenadering zoekt,
dan zul je 't me zeggen, niet? Direct!
waarts te marcheeren! Heusch, zulke dingen,
zijn hier al eens gebeurd!) Niet ontslagen zul
len die nazi's worden, die zich aan een criml-
neele daad schuldig gemaakt hebben of wier
daden met een eventueel door anderen ge
pleegde misdaad gepaard gingen. Alle gevallen
en het zijn er iduizenden! zullen nu af
zonderlijk nog eens onderzocht moeten wor
den, waarmede wel eenige tijd voorbij zal
gaan en pas dan kan vastgesteld worden of
A. of B. of C. voor in vrijheidsstelling in aan
merking kunnen komen of niet. Tot dusver
heeft nog geen één nazi zijn vrijheid terug
gekregen.
Schuschnigg heeft met het totstandkomen
van de verzoening met Duitschiand véél be
reikt, want de groote noordelijke buurman,
die vaak zoo gevaarlijk met de wapens kon
rinkelen en die altijd een begeerig oog op den
zuidelijken staat geworpen heeft, heeft be
loofd zich in den vervolge niet meer met de
binnenlandsche politiek en met de binnen-
landsche toestanden in Oostenrijk te be
moeien. Hitier heeft verklaard, dat hij zelfs
niets zal ondernemen in geval de Habsburgers
in Oostenrijk gerestaureerd worden hoe
wel Schuschnigg voor de zooveelste maal weer
eens verklaard heeft, dat de kwestie van het
herstel der monarchie nog niet actueel is!
Hoe vaak hebben we dat „niet actueel" nu al
niet gehoorden bovendien zal het ver
maarde „Oostenrijksche legioen", dat door
velen steeds als een bedreiging van Oosten-
rijk's vrijheid en van Oostenrijk's onafhanke
lijkheid beschouwd werd, opgeheven worden.
De leden ervan, in den loop der jaren uit Oos
tenrijk naar Duitschiand gevluchte Oosten
rijksche nazi's, zullen, voor zoover zij Duit
sche staatsburgers geworden zijn, niet meer
naar hun vroegere vaderland terug mogen
keeren en ook hun, die leiders zijn of waren
of die vroeger een te prominente rol in de be
weging gespeeld hebben, wordt dit niet ver
oorloofd.
Een vraag, die door velen gesteld wordt is:
waarom heeft Hitier vrede met Schuschnigg
gesloten? Misschien denkt hij op deze wijze
veel meer te kunnen bereiken dan door dat
voortdurende geharrewar en die eeuwige, zich
steeds weer opnieuw herhalende schermutse
lingen. Italië, Oostenrijk, Hongarije, die het
zoogenaamde Romeinsche verdrag met elkaar
gesloten hebben, en Duitschiand vormen nu
een machtig blok, dat Europa dwars doormid
den snijdt en dat het westen van het oosten
en van het zuid-oosten (de Balkanlanden)
scheidt. Hongaarsche bladen willen weten, dat
zich Zweden en Finland nog bij deze groep
zullen willen aansluiten, hetgeen dan de po
sitie in Europa nóg sterker zou maken. Tsje-
cho-Slowakije is in een heel moeilijke positie
gekomen. De andere landen van de Kleine
Entente weten nog niet goed wat zij van het
geheel denken moeten. De meeningen der bla
den loopen er zeer uiteen. Hongarije ziet in de
nieuwe constellatie al weer een kans te meer
op herziening van de vredesverdragen.
En overal weet men, dat er belangrijke dingen
kunnen gaan gebeuren.
W. M. BEKAAR
Tuurlijk, Dolf, en laten we nou ons kopje
chocola gaan halen, komMet de armen
om eikaars middel verlieten ze de kamer.
Het was twee dagen later, dat Dot haar
verloofde, na de eerste omhelzing in het voor
portaal, haastig de kamer binnentrok, waar
ook mijnheer en mevrouw Reuvers hem met
glimlachende gezichten ontvingen.
Vanwaar die pret? verbaasde Dolf zich
na de begroeting, en hij keek in Dots tinte
lende oogen, die ondeugend lachten.
Plagend hield ze twee couverts in de hoog
te. Een verrassing! Het muisje heeft een
staartje, Dolf.
Welk Muisje?
Het fleschje Mille fleurs, verklaarde ze,
en 't is maar goed, dat ik het nog niet heb
weggegeven. Veel te zalig, ook! Hier, ruik je
niets? Ze zwaaide hem met haar zakdoekje
toe. Een wolk vloog over z'n gezicht. Heb
je iets van hem gehoord? Meerten?
Dot knikte. Ja, meneer! Hierzoo! En ze
gaf hem één van de beide enveloppen, een
klein drukwerkje.
Wat? Wat beteekent dat? wilde Dolf we
ten, het couvert bekijkend.
Nou, kijk dan jongen, dan weet je 't! En
lachend keek ze naar z'n bedremmelde gezicht
toen hij met behoedzame vingers de beide
kaartjes uit het envelopje had gevischt.
Hans Meerten! las hij, en Ella Rein-
dersma. Verloofd! stamelde hij, en met
'n kleur opeens: Maardandan is
het een dubbele
Ssst! Dot drukte haastig haar hand op
z'n mond. Hier, lees jongetje en wind je
niet op. Maar ga eerst zitten, want ik sta voor
de gevolgen niet in. Of wacht, 'k zal het je wel
voorlezen, want de inhoud is voor jou bestemd
meer nog dan voor mijEn zorg er voor, dat
je geen woord ontgaat.
Dan, met heldere stem, waarin de pret
slechts met moeite scheen te worden be
dwongen, las ze:
Mejuffrouw,
Wij waren zoo vrij U met uw geboortedag
een kleine attentie te doen toekomen in den
vorm van één onzer bekende proefflacons
Mille fleurs. Ongetwijfeld zult U zich omtrent
de herkomst hiervan hebben verwonderd,
doch even ongetwijfeld zult U, zoo niet he
den. dan toch morgen, de verzuchting slaken:
Is die zalige odeur nu alweer op? Want na
tuurlijk het fleschje, dat wij U als proef
zonden, was niet groot.
Edoch, mejuffrouwer komen meer
feestdagen het jaar bevat er véle en wij
zijn in staat u deze odeur te leveren in fla
cons vanaf f 5 per stuk. Mocht uw verloofde
of echtgenoot, uw vader of broer, of wie ook
uwer huisgenooten. hebben verzuimd U op
uw verjaardag met een dergelijk geschenk te
verrassen, welnuwil hen er op attent
maken, dat zeker een volgende gelegenheid
zich zal voordoen, dit verzuim goed te maken,
op welke wijze ook! Wij houden ons dan ook
voor uw directe of indirecte bestellingen ten
zeerste aanbevolen en verblijven intusschen
met de meeste hoogachting,
PARFUMERIE MODERN.
Je hoort het! schaterde Dot dan, en den
brief toevouwend: Alsjeblieft, voor het
adres! Trouwens je kent hem wel. want het
is mijn kapper, vandaar, natuurlijk, dat ik de
eer genoot En wat de rest betreftgoéd
te maken héb je wat, dat zul je niet willen
ontkennen, zeker? O, zoo! Dan weet je nu
hoe
En dat ik het doen zal, daar kun ie op
rekenen, Dot! stelde hij haar gerust, met een
schaterlach van opluchting....