Begrooting Landbouwcrisisfonds
aangenomen.
Baldwin en de Dichters
Scheveningen
in volle fleur.
VRIJDAG 17 JU Dl 1936
Minister Deckers is nog wel tevreden
over de gang van zaken.
Ceen verhooging van de
richtprijs voor tarwe.
Baconfabriek te Uithoorn
gesloten?
Notaris te 's-Hertogenbosch
gearresteerd.
Tarakan" weer op de terug
reis.
Het noodlottige auto-ongeval
te Beilen.
Spoedzitting van den
gemeenteraad.
Loonen in den tuinbouw.
Weer nieuwe vindingen op de
Jaarbeurs.
Een halve eeuw geleden
Onderzeebooten van Polen
worden geïnspecteerd.
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
Directe belastingen blijven
onder de raming.
EERSTE KAMER.
DEN HAAG Donderdag.
Volgens den heer d' Ansembourg kan
de N.S.B. een gezonden boerenstand geven,
wat onder een partij-regeering niet mogelijk
is. Spr. betoogde voorts, dat onze landbouw-
uitvoer het slachtoffer is van de sancties tegen
Italië en van onvriendelijk optreden tegen
Duitschland.
Na hem verkondigde
de heer v. d. B e r g h
(lib.), dat de zuivel-
politiek der Regeering
tot nu toe gefaald
heeft, grootendeels
tengevolge van gebrek
aan voldoende mede
werking der producen
ten. Als deze bewinds
man er in slaagt den
melkstroom binnen de
noodige perken te
brengen, dan gelooft
de heer v. d. Bergh,
v. d. Bergh (Lib.) dat er tenslotte een
betere situatie voor onze zuivelproducten zal
kunnen ontstaan, vooral nu de prijzen op de
wereldmarkt een stijgende lijn vertoonen. Ook
de sociaal-democraat de la Bella diende
eenige opmerkingen omtrent de z.i. veel te
dure margarine op. Er is thans wel pas 'n ver
laging van de heffing ingevoerd, doch die is
geenszins voldoende, vooral ook waar men zelf
thuis dit produkt niet meer mag maken. Een
groot deel van het volk kan margarine
noch spijs-vetten betalen en deze Regee
ring is natuurlijk niet bereid de menschen
daartoe door loonsverhooging in staat te stel
len. Ondermijning van de volksgezondheid
kan tengevolge van dezen toestand op den
duur niet uitblijven. Dat de Minister voldoen
de objectief zou optreden wat de verhouding
tusschen handel en coöperatie betreft kan
spr. niet onmiddellijk beamen. Uitvoerig stond
hij in dit verband stil bij het bekende Haar-
lemsche geval van de coöperatie .,De nieuwe
Melkweg" die de melk IV2 cent goedkooper
dan vroeger zou verkoopen, maar waarvan
toen tengevolge van de voorwaarden verbon
den aan de vergunning om die melk te doen
bezorgen in de praktijk niets kon komen. De
ministerieele beslissing was in strijd met het
belang van melkgebruikers en veehouders en
dankte haar ontstaan aan 'n al te vriendelijk
optreden jegens den melkhandel. Herzie u
zelf, maak zoodoende alsnog een melkprijsver-
Aan het personeel ontslag aangezegd.
De directie van de baconfabriek te Uithoorn
heeft aan haar 80 arbeiders, meest gehuwden
en vaders van gezinnen, ontslag aangezegd.
De directie had gisteren haar personeel in
een der lokaliteiten bijeengeroepen en heeft
toen een uiteenzetting gegeven van den ont-
stanen toestand. Spreker memoreerde hoe vier
maanden geleden directie en personeel hadden
overlegd en dat daarbij besloten was aan te
passen aan datgene, wat de minister van
Landbouw toen verlangde n.l. een verlaging
van de verwerkingskosten voor baconberei-
ding. Spr. zeide, dat toen èn de gemeente'èn
alle aanwezigen offers hadden gebracht. Allen
hadden zich aangepast totdat nu wederom on
zekerheid kwam. Voor de nu gehouden in
schrijving hebben wij niet wederom willen
spreken, overtuigd als wij waren, dat u ge
noeg heeft aangepast en een verdere verla
ging voor de meesten uwer onmogelijk zou
zijn. Het stelsel van inschrijving door den
minister van Landbouw als het meest juiste
gekozen, heeft gewild, dat wij thans u moe
ten aanzeggen, dat onze samenwerking, al
thans in de naaste toekomst, zal moeten op
houden.
In verband metjbovenstaande heeft de „Uit-
hoornsche Baconnrorieken" al hare contracten
met het gemeentelijk abattoir opgezegd op
grond van force majeure. Hieromtrent zou
nog gisteravond een bespreking ten raadhuize
plaats vinden.
Het ontslagen personeel heeft een telegram
gezonden aan den minister van Landbouw,
waarin men hem smeekt hun deze werkge
legenheid niet te ontnemen en hen zoodoende
waarschijnlijk voor langen tijd broodeloos te
maken, daar Uithoorn voor hen geen andere
werkgelegenheid biedt.
Notaris L. L. te 's Hertogenbosch is ge
arresteerd. Van betrouwbare zijde verneemt
het A.N.P. dat deze arrestatie is geschied
wegens valschheid in geschrifte. Omtrent bij
zonderheden bewaart men echter tot dusver
het diepste stilzwijgen.
BELGISCHE ZEELIEDEN VERLATEN TE
TERNEUZEN HUN SCHEPEN.
Aan boord van de te Terneuzen liggende
Belgische stoomschepen „Astrida" en „Jaspar"
heeft een vijftigtal leden der bemanning, be-
hoorende tot het lager personeel, zich solidair
verklaard met de stakende Belgische zeelieden.
Zij hebben de schepen verlaten en zijn naar
Antwerpen vertrokken.
Het gerucht gaat, dat de officieren dit voor
beeld zullen volgen.
Bij de stoomvaart maatschappij „Neder
land" is een telegram van den gezagvoerder
van het motorschip .Tarakan" ontvangen
meldende dat het schip Donderdag met fraa1
weer van Bergen is vertrokken.
Leiders en jongens zijn opgetogen over de
reis.
laging te Haarlem mogelijk luidde het advies
van den heer de la Bella, die zich tevreden
moest stellen met de toezegging van minister
Deckers, dat hij nog eens zal overwegen of
er in dezen nog iets gedaan kan worden. Dat
hij een onrechtvaardigheid had begaan, hier
van was de bewindsman zich niet bewust,
maar wie weet, misschien werkt tenslotte het
debat van heden toch nog iets uit.
De beantwoording der verschillende sprekers
begon met een lofuiting aan het adres van het
over het algemeen uitstekend werkende cri
sis-apparaat; in 't bijzonder kregen de Regee-
ringscommissarissen en vele crisisambtenaren
een pluimpje al schuilt er natuurlijk ook wel
eenig kaf onder het koren.
Alvorens een reorganisatie van het appa
raat ter hand te nemen wil de Minister eerst
het advies der commissie-v. Loon kennen.
Landbouw en nijverheid beschouwde Dr.
Deckers geenszins als anti-poden. De Regee
ring probeert juist over de gansche linie het
economische vraagstuk, ten gunste van alle
groepen, zoo goed mogelijk op te lossen. Via
een uiteenzetting over de tuchtrecht-colleges
(waarin misschien wat meer tuinders, als des
kundigen, een plaats moeten krijgen) kwam
het op den stichtingsvorm van verschillende
crisis-instellingen, waarvoor oök de Minister
geen onverdeelde bewondering koestert, al
achtte hij de scherpe kritiek van Mr. Mendels
overdreven. Zeer duidelijk was de uiteenzet
ting omtrent het gebeurde met de vier jonge
juristen, van wie inderdaad op grond van de
ministerieele schildering van zaken moet wor
den gezegd, dat zij zonder dringende reden een
eind maakten aan hun dienstbetrekking, zon
der den vereischten opzeggingstermijn in acht
te nemen. Hun grootste fout is geweest, dat zij
verzuimden den Minister tijdig mee te deelen,
wat er volgens hen verkeerds plaats vond op
het crisisbureau. Overigens kan de Minister
aantoonen, dat hij tegen het wegnemen van
misstanden niet had opgezien.
We^vernamen voorts nog, dat toepassing van
de crisis-uitvoerwet op groenten, fruit en
vroege aardappelen in overweging is, dat het
voorhands niet in de bedoeling ligt den richt
prijs voor de tarwe te verhooogen, terwijl men
voor 29 September zal vernemen wat de richt
prijs in het komende seizoen zal wezen. Spre
kende over het vetplan wees de Minister er op,
dat ook aan de margarine-nijverheid een
plaats onder de zon toekomt, wat den heer v.
d. Bergh zeker niet onaangenaam in de ooren
zal hebben geklonken. Dezen moet het trou
wens ook goed gedaan hebben, dat Dr. Deckers
niets voelt voor kleuren van de margarine,
waarvoor Mr. v. Rappard had gepleit.
Aan het slot van de rede kregen we omtrent
de al of niet tevredenheid onder oberen en
tuinders een vrij optimistisch geluid te hoo-
ren. Wanneer de minister incognito is, kan hij
menigmaal merken, dat er meer tevredenheid
aanwezig is dan men zou denken, als men
onder den indruk raakt van de ontevredenen,
die zich in het bijzonder roeren. Na eenige re
en dupliek ging de begrooting er z. h. st. door,
waarop zich nog een drietal sprekers met in-
dustrie-financierings-beschouwingen bezig
hielden. Morgen gaat men hiermee verder.
E. v. R.
Een der gewonden nog' in levensgevaar.
Donderdagavond is de gemeenteraad van
Beilen in een spoedzitting bijeengekomen in
verband met het ongeluk, dat Donderdagmor
gen aan het gemeentebestuur is overkomen.
In de raadszaal van het gemeentehuis was
alles gesloten en de lampen met rouw-crêpe
omhangen. Te 8 uur namen de raadsleden hun
zetels in, terwijl het gemeentepersoneel vol
tallig aanwezig was. In de zaal was het dood
stil, toen de heer Lunshof, het oudste raadslid,
met den waarnemend secretaris Overhand
Landberg binnenkwam. De heer Lunshof nam
het woord en wees erop, dat hij van rechte
was aangewezen, deze vergadering te leiden.
Hij verzocht de aanwezigen op te staan en
sprak toen een rede uit, waaraan wij het
volgende ontleenen:
Mijne heeren.
Het zijn wel zeer droeve omstandigheden,
waaronder wij als raadsleden dezer gemeente
in deze oogenblikken tezamen komen. Om
standigheden zóó ernstig en zóó aangrijpend
voor onze gemeente, dat wij ons er vrijwel
geen denkbeeld van kunnen vormen. U weet
het stellig reeds allen in bijzonderheden, welk
een ontzettend ongeluk het college van bur
gemeester en wethouders heeft getroffen.
Ik ben overtuigd dat wij allen daardoor diep
getroffen zijn. De dooden waren mannen vol
levenslust en ijver, en zijn midden in hun
werk van hun dierbaar gezin weggerukt. Hun
levenstaak was nog niet geëindigd.
Na de rede werd besloten een telegram van
deelneming te zenden aan mevrouw Froentj es-
de Haan, echtgenoote van den overleden bur
gemeester en aan mevrouw Eleveld-de Vries,
echtgenoote van den overleden wethouder. Te
legrammen van deelneming waren ingekomen
van het gemeentebestuur van Coevorden en
van de firma Rottinghuis te Delfzijl, waaraan
de truck toebehoorde die bij het ongeluk be
trokken was.
Na kennisneming hiervan ging de raad in
geheime zitting om maatregelen voor de be
grafenis van de slachtoffers te nemen. Het
stoffelijk overschot van den burgemeester zal
Maandag te Doezem (Gr.) ter aarde worden
besteld. Dat van den wethouder eveneens
Maandag op de algemeene begraafplaats te
Beilen.
Omtrent den toestand van de andere slacht
offers, die gewond zijn en in het ziekenhuis te
Assen zijn opgenomen vernemen wij nog dat
beiden een hersenschudding hebben gekregen,
doch thans bij kennis zijn. Wethouder Schu
ring heeft zware hoofdwonden gekregen en is
thans nog niet buiten levensgevaar. De ge
meentesecretaris H. Thalen heeft snij- en
schaafwonden gekregen. Zijn toestand is nu
redelijk wel.
Onze Londensche correspondent schrijft:
De Premier van Engeland is als iedereen
een Janus, dat wil zeggen een persoon met
twee gezichten, aangenomen dat elk gezicht
een aparte persoonlijkheid vertegenwoordigt.
Zelden, gelukkig, openbaart zich de dubbele
geaardheid van het menschelijk wezen zoo
monsterachtig en zoo hevig in de tegenstelling
als in den heer Jekyll, die ook een heer Hyde
was en dien Robert Louis Stevenson onsterve-
lijk heeft gemaakt. Maar hoeveel prettiger
toch moet voor vele menschen zijn de heer
Baldwin, die zijn wijsgeerige overpeinzingen
in zijn redekunst aan de wereld prijs geeft,
dan de Baldwin die in de zelfde redekunst van
dag tot dag als leide-r van de Conservatieve
Partij en als hoofd van een Nationale Regee
ring moet getuigen van de veelzijdigheid der
politieke waarheid, de verbijsterende verander
lijkheid van politiek beleid en de onbruikbaar
heid in politiek van de steeds als onverganke
lijk voorgestelde ethische en zedelijke levens
waarden.
Baldwin is geen politicus van harte. Hij
heeft vroeger wel eens te kennen gegeven dat
hij op een voor hem ongelukkig oogenblik in
de politiek was gevangen en dat hij uitzag
naar verlossing, naar het buitenleven in het
Warwickshire van zijn geboorte, waar de var
kens in hun hokken hem blijkbaar een aan
lokkelijker tafereel schenen dan dat van de
oppositie in het Lagerhuis. Geen misprijzing
van de physieke hoedanigheid van zijn poli
tieke tegenstanders was bedoeld. De varkens
in hun hokken waren slechts symbool van het
rustige, evenwichtige, landelijke bestaan, waar
Baldwin's hart naar uitging, niet het politieke
hart maar dat van den wijsgeer, den letter-
lievenden man, mogen wij zeggen dat van den
dichter. Dichterlijkheid is in Baldwin's fa
milie, want wijlen Kipling is na aan die
familie verwant.
Het was daarom bijna vanzelfsprekend, dat
de Premier in zijn openingsrede voor het con
gres van de universiteiten van het Britsc'he
Rijk in Cambridge van die universiteiten de
overigens onmogelijke prestatie verlang
de meer dichters voort te brengen, die den
zin voor vrijheid en den zin voor eendracht
in de wereld konden ontwikkelen. Er zijn al
tijd zonderlinge menschen geweest, die de
theorie hebben verkondigd dat alleen de dich
ters in staat zijn dit tranendal te herschapen
in een oord van schoonheid en vreugde. Dit
magisch vermogen wordt toegeschreven aan
de diepte van hun visie. Hun visie stelt hen
inderdaad in staat te zien, waar het aan
schort en waar het geluk moet worden gezocht.
Maar, al zou men geneigd zijn te veronder
stellen dat zij als leiders van de wereld een
gunstiger indruk zouden maken dan de man
nen, die op het oogenblik de taak in handen
hebben, dat wil allerminst zeggen dat hun be
redderend vermogen redelijk toereikend zou
zijn. Baldwin wil meer dichters opdiat er meer
bezieling zal zijn, die eendracht en vrijheid
zal doen gedijen in den gansehen menschen-
stam.
Baldwin erkent dat dichters schaarsch zijn.
Hij zal wel weten dat hij meer van de univer
siteiten verlangt dan ze kunnen geven. Dich
ters worden geboren, niet „geproduceerd"
(dat was Baldwin's woord). Misschien kan
worden bereikt wat Baldwin verlangt, indien
de wereld kan worden bewogen haar schaar-
sche dichters bij wijze van spreken aan de
borst te drukken. De Premier meende in zijn
speech, dat er meer ingenieurs dan dichters
zijn in de wereld. Hij gaf sterk de voorkeur
aan de dichters. De ingenieurs hadden aan
den kwaden geest in ons door middel van
motors en in verstikkende gassen de werk
tuigen voor onze vernietiging in handen ge
geven. Dichters hadden zooiets nimmer ge
daan. Intusschen geeft de politicus Baldwin
den ingenieurs handen vol werk.
Sinds 1930 een zeer aanzienlijke daling.
In de 6de aflevering van het maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek
is een overzicht opgenomen van de weekloo-
nen, vastgesteld in collectieve arbeidsovereen
komsten voor arbeiders in enkele tuinbouw
centra in Zuid- en Noord-Holland over de
jaren 1930 tot 1936. Daarbij zijn ook aangege
ven de gevallen, waarin boven het loon nog
kindertoeslag wordt toegekend, hetgeen in
vele plaatsen voorkomt. In enkele gevallen
worden boven het loon emolumenten verstrekt.
Tevens is nagegaan met welk percentage de
contractueele geldloonen sedert 1930 gedaald
zijn. De daling voor de plaatsen in Zuid-Hol
land varieert van 29 tot 38 pCt., voor de plaat
sen in Noord-Holland van 19 tot 37 pCt. In
vergelijking met 1935 is het loon, dat voor het
loopende contract jaar is vastgesteld, in de
meeste plaatsen vrijwel ongewijzigd gebleven.
Zonder emolumenten en kindertoeslag va
rieert het loon in 1936 tusschen 15— per
week (te Berkel en te Blokker) en 18.79 (te
Loosduinen). Te Amsterdam bedraagt het
21.25. In 1930 lagen de loonen tusschen 24
(te Berkel en Lutjebroek) en 27.50 (te Schip
luiden). In Amsterdam werd toen 26.25 be
taald.
Vorig jaar is deze afdeeling een succes
geweest.
Aangemoedigd door het groote bezoek, dat
de afdeeling „uitvlftdingen" op de voorgaan
de jaarbeurzen dagelijks ten deel viel en
waardoor opnieuw duidelijk naar voren kwam,
dat de exposanten in ruime mate in de gele
genheid waren, voor het tentoongestelde con
tact te leggen met belanghebbenden, heeft 't
bestuur van den Bond van Octrooi- en Mer-
kenhouders in overleg met het bestuur van de
Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs te
Utrecht wederom besloten een afdee
ling voor „nieuwe vindingen" onder auspiciën
van den bond op de a.s. najaarsbeurs in te
richten. De deelname in deze afdeeling is
voor iedereen mogelijk. Het doel is, den uit
vinders een gelegenheid te bieden contact te
kunnen krijgen met belanghebbenden voor
verkoop van octrooi of afgifte van een licentie
op een octrooi.
Toegelaten worden ter beoordeeling van
een vanwege den Bond van Octrooi- en Mer-
kenhouders in overleg met het Jaarbeursbe-
stuur benoemde commissie: a nieuwe vin
dingen, die geoctrooieerd zijn: b. voor oc
trooieering in aanmerking komende vin
dingen, waarvoor eventueel door het Jaar-
beursbestuur kosteloos een certificaat wordt
afgegeven, opdat de uitvinder ervan in de ge
legenheid is, binnen zes maanden na den da
tum van de opening der Jaarbeurs een octrooi
aanvrage te kunnen indienen in Nederland.
En hoe wisselvallig
de gunst des volks is.
Ja, Scheveningen is nu in volle fleur, al mag
gezegd worden dat het weer, die beschikker
over wel en wee van iedere badplaats, al zijn
best doet het wee over het wel te doen triom
feeren. Na de heerlijk-warme dagen beleven
wij nu de zóóveelste herfst van storm en klets
regens en het is akelig te zien, hoe zich dat
onmiddellijk aan onze badplaats wreekt. Zelfs
wanneer er 's avonds opklaring komt blijven
de menschen afgeschrikt. De terrassen zijn
dan leeg en verlaten en bieden een trooste
loos gezicht van rijen leege tafeltjes en stoe
len, en strijkjes die voor de kellners spelen
mistgaders voor een enkelen gast, die gram
storig en verveeld achter zijn koffie of limo
nade. over den leegen boulevard naar de ze;
en de ondergaande zon zit te kijken.
Maar op mooie dagen blijkt toch dat wij het
„hoog-seizoen" naderen, dat er betrekkelijk
veel hotelgasten zijn en dat den Haag zijn
tienduizenden dagelij ksche dagjesmenschen
levert, zonder dewelken Scheveningen eenvou
dig onbestaanbaar zou zijn.
Want dat is altijd de moeite waard te over
wegen, dat wanneer onze badplaats het
grootendeels van de hotelgasten zou moeten
hebben en niet kon rekenen op een zoo groot/1
en geregeld aantal losse gasten als den Haag
immers levert, er op z'n allerhoogst een kleine
tweeduizend menschen zouden zijn die de boel
zouden moeten laten draaien. Want méér dan
twee-duizend logeerbedden heeft Schevenin
gen niet. Dat is betrekkelijk niet zoo weinig,
maar absoluut is het maar een héél klein
beetje.
En nu vind ik het altijd zoo'n opvallend ver
schijnsel, dat ik, wanneer ik wel eens in de
verschillende gelegenheden kom, zelden of
nooit badgasten daar zie. In zee in de hotels
en op het Solarium ziet ge die wel, maar in de
bars, de dansgelegenheden, Louis David's
Cabaret en de Kurzaal ziet ge vrijwel niet dan
mooie of leelijke, opgemaakte of natuurlijke,
oude of jonge doch -Haagsche gezichten.
Eigenlijk is Scheveningen grootendeels den
Haag-in-den-zomer. Het publiek dat 's winters
de Haagsche café's, bars, dancings bezoekt,
gaat 's zomers naar Scheveningen. Wie in den
winter naar den Koninklijken Schouwburg en
naar het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen gaan om tooneel te zien en muziek
te hooren doen dat in den zomer in de Kur
zaal. Alle uitgaansleven van de groote stad
verplaatst zich eenvoudig naar den rand van
de zee en de echte badgasten, de vreemdelin
gen, die ge er immers direct uit pikt, vormen
een vrijwel te verwaarloozen gedeelte van de
menigten, die wonderlijkerwijs nog altijd
massa's geld verteren, ondanks de zoo ge-
heeten ongunst der tijden. Daarvan zijn
eigenaardige staaltjes te beleven. Vooral in
de goedkoopere gelegenheden.
Eén daarvan is de Luna.
Die staat op het strand aan het eind van
den boulevard.
Een groote, goed-ingerichte zomerkermis,
opgezet door een combinatie van modern-
zakelijk aangelegde spullebazen van „Ame-
rikaansch" inzicht en „Amerikaansche" ver-
ma aks-methodiek".
Luna is ons Scheveningsche Coney Island.
Toen de plannen voor de oprichting van
Door admiraal J. Swirski.
Zooals_reeds gemeld, heeft de Kon. Mij. „De
Schelde" te Vlissingen voor eenigen tijd van
de Poolsche regeering opdracht ontvangen tot
den bouw van twee onderzeebooten.
Een dezer onderzeebooten is door „De
Schelde" aanbesteed bij de Rotterdamsche
Droogdok Mij. (de motoren voor dit schip
worden door de firma Sulzer te Winterthur ge
leverd)de andere onderzeeër bouwt de
Schelde zelf, evenals de motoren daarvoor.
Het benoodigde staal evenals sommige be
langrijke onderdeelen zijn door Polen zelf ge
leverd. Oe bouw te Vlissingen geschiedt op
een bijzondere manier, die voor den Neder-
landschen scheepsbouw een unicum beteekent.
O.m. wordt veel electrisch gelascht in plaats
van geklonken, waarmee 'n groote gewichts
besparing verkregen wordt.
Admiraal J. Swirski, chef van de Poolsche
oorlogsvloot, vertoeft momenteel hier te lande
om de in aanbouw zijnde onderzeebooten te
inspecteeren en heeft hiertoe Donderdag een
langdurig bezoek gebracht aan de werf van
de Kon. Mij. „De Schelde". De admiraal werd
namens de directie ontvangen en rondgeleid
door den directeur, den heer A. Smit. Ver
der namen aan dezen rondgang o.m. deel de
heeren dr. W. Babinsky (gezant van Polen),
lt. ter zee le klasse, Waning, aangewezen com
mandant van de O. 16, alsmede de heer Gun
ning, directeur van de N.V. Vereenigde Ne
derlandsche Scheepsbouw bureaux.
Het gezelschap heeft zeer geruimen tijd
het uitgebreide bedrijf van „De Schelde" be
zichtigd en zich op de hoogte gesteld van de
vorderingen bij den bouw der onderzeeboot.
Ook werd met groote belangstelling de nieuw
ste aanwinst van de Nederlandsche marine, de
O. 16 bezichtigd, waarbij de aangewezen com
mandant, luitenant ter zee le klasse Waning,
de noodige toelichting gaf.
BEZOEK VAN KONINGIN EN PRINSES
AAN DE TENTOONSTELLING VAN
ENGELSCHE KUNST.
AMSTERDAM, 16 Juli. Hedenmorgen te
kwart over twaalf hebben Hare Majesteit de
Koningin en H.K.H. Prinses Juliana een be
zoek gebracht aan de tentoonstelling van
Engelsche kunst in het stedelijk museum te
Amsterdam
MILITAIR JACHTVLIEGTUIG MAAKT
EEN NOODLANDING.
HEDEL. 16 Juli. Hedenmorgen te kwart
voor elf heeft het militaire jachtvliegtuig
302 C. D. bemand met de sergeant-vliegers
Bosch en Slag, tengevolge van onvoldoenden
benzine-druk. een noodlanding gemaakt op
"en uiterwaard bij Hedel.
De vliegers bleven ongedeerd. Het toestel
bleek bij onderzoek geen schade te hebben
opgeloopen.
17 Juli:
Gisteren waren de voorloopige werk
zaamheden voor den bouw der nieuwe
„Melktarug" alhier, zoo ver gevorderd dat
het leggen van den eersten steen kon
plaats hebben. Het terrein was met
vlaggen en planten versierd en te kwart
voor éénen verschenen aldaar ter plaatse
Burgemeester, Wethouders en de Secre
taris der gemeente, alsmede eenige
Raadsleden en belangstellenden. De
eerste steen werd gelegd door den Bur
gemeester, Mr. E. A. Jordens, daarbij het
woord nemende en in herinnering bren
gende hoe hij reeds meermalen het voor
recht had gehad, bij den aanvang van
belangrijke werken hier ter stede, tegen
woordig te zijn.
Inzonderheid bracht hij dank aan de
stedelijke ambtenaren, die bij dezen
bouw betrokken waren, voor hun doel
treffende plannen en hun werkzaamheid
te dezer zake. Voorts wenschte spreker
den aannemer, den heer G. P. J. Beccari,
namens het gemeentebestuur geluk met
zijn arbeid, die met kracht aangevat, ook
voor het overige een gunstigen uitslag
voorspelde.
Nog sprak de wethouder Mr. Heshuysen
eenige woorden van waardeering en gaf
als voorzitter der commissie van fabri
cs ere te kennen, dat het steeds haar
streven was met het dagelijksch bestuur
en den Raad samen te werken om den
bloei der gemeente op alle wijzen te be
vorderen, waartoe ook weder dit werk
strekte. Tenslotte betuigde de aannemer
zijn dank voor de bewezen eer.
deze kermis bekend werden, zeiden de men
schen, die het niet weten: dat wordt niets;
dat gaat niet meer; er is geen geld meer en
bovendien zal het aan de „standing" van
Scheveningen onnoemelijk veel afbreuk doen.
Nu is om bij het laatste te beginnen
„standing" een vrij dwaas begrip. Tenminste
in deze beteekenis. De standing zit 'm waar
lijk niet in de dikte van portemonnaie of
portefeuille, in de auto of in den snit van het
colbertje; het middenstands en arbeiders
publiek dat zich op de Luna vermaakt is
veelal van héél wat betere „standing" dan het
volkje dat ge her en der in de meeste bars
en dansgelegenheden ontmoet en bovendien
is Scheveningen nooit een „deftige" bad
plaats geweest. Dat is Noord'wijk wél, waar
druk getennist, gegolfd en in avondtoilet ge
dineerd wordt en dat voor dagjesmenschen
immers te moeilijk bereikbaar is.
En of de Luna niet meer gaat....
Menschen, 't gaat gewéldig.
„Twaalf centen entrée, dat is niet veel"
zult ge zeggen, doch alle inrichtingen heffen
hun gewone entrées en weet u hoeveel men
schen er Zondag voor een week geweest zijn?
Vijf en dertig duizend!
Hebben „de" menschen geen geld?
„De" menschen, de tienduizenden men
schen die er komen gaan zonder bezwaar
gezellig in de autootjes zitten, maken een
ritje van drie minuten, nóg een ritje en nóg
een en betalen doodgemoedereerd drie maal
een halve gulden voor negen minuten auto-
tje rijden om daarna nog een beetje te gaan
ronddraaien in den stoomcaroussel, te gaan
zweven in de zweefmolen, hun hart en hoed
vast te houden in de geweldige achtbaan, om.
daarna nog een gezellig poffertje-na te gaan
eten tot besluit van het Luna-festijn.
De gunst des volks is wisselvallig, want ieder
logisch-redeneerend mensch zou nu toch
denken: de kermis heeft afgedaan, de men
schen zijn verwend, daar heeft niemand nu
meer een zuur verdiende gulden voor over.
De logisch-redeneerende mensch staat be
teuterd in de volte van het Lunapark te
kijken.
En de exploitanten knipoogen tegen elkaar.
Zij hebben 't héél goed bekeken. De soort van
het uitgaande publiek is veranderd. En nu
komt het geld bij kleine beetjes maar in
des te grooter hoeveelheden binnen. Maar de
mensch, beu van dure deftigheid, is de oude
gebleven; draaien, zweven schommelen,
schokken en glijden met een snoepje na, dat
is zijn lust en zijn leven gebleven.
En de meneer-van-standing wien het niet
convenieert met vrouwlief naar het Palais de
Danse te gaan, omdat hij daar een paar
rijksdaalders kwijt is (al zijn die prijzen daar
zeker niet hooger dan in soortgelijke buiten-
landsche inrichtingen) blijft thuis, of gaat
rustig ergens een kopje koffie drinken. En
het „groote publiek" krioelt op de Luna
Toen ik Zondagavond het Palais de Danse
bezocht, zaten daar misschien honderd men
schen, die twee goede orkesten tot hun be
schikking hadden, mitsgaders een spiegelglad
dansparket, twee fantasie-danseresjes, een
uitgebreid personeel en een nauwkeurige
serice.
Zóó weerspiegelt zich de geest des tijds in
het zonnig aangezicht van Scheveningen.
Er zijn méér verschijnselen, die daarop
duiden.
Waarover ik u den volgenden keer graag
nog. een en ander vertellen wil.
Mr. E. ELIAS.
Omzetbelasting er boven.
Het overzicht van den stand der Rijksmid
delen over het eerste halfjaar is verschenen.
Van de directe belastingen is daarin f 52.021.379
op kohier gebracht, terwijl de raming was
f56.550.000. Toch is reeds f 4.216.133 meer op
kohier gebracht tengevolge van belasting-
verhoogingen dan in het eerste halfjaar van
1935. De inkomstenbelasting heeft hierin het
grootste aandeel n.l. f 3.514.693.
Ook de verdere middelen zijn onder de ra
ming gebleven. Zij brachten n.l. f 175.980.506
op. terwijl f 185.762.500 geraamd was.
De Omzetbelasting heeft in Juni f 5.185.577
opgebracht en is daarmee boven de raming
van f 5.000.000 gebleven. Tot nu toe heeft deze
belasting f 243.638 meer opgebracht dan de
raming.