De droogte-eatastrophe in Amerika Binnen twaalf uur.. FEUILLETON In het Capitol theater aan het Damrak Qe Vierdaagsche Afsiandsmarschen in de omgeving van Nijmegen De deelnemers ^xcelsioT*"?^^ fee|lembraenTm—Tet b.uS^k hekken döOF de landelijke Sireek nabij Middelaar daa°"h' Senoeg ombjjj. .Plasmolen' een De .reuzen van den weg" te Cannes. S. Maes, Vervaecke en Van Overberghe gaan een vliegtochtje boven de stad maken na een vermoeiende étappe in den Tour de France Het Grand Hotel te Hohwald in de Vogezen, waar H. M. de Koningin en bi K. H. Prinses Juliana thans Haar vacantia doorbrengen Het havenhoofd te Scheveningen, dat vorig jaar winter tengevolge van stormen ernstig verzakt is, wordt thans gerestaureerd. Een kijkje op de werkzaamheden Tijdens de droogte-eatastrophe in Amerika. Het razende snelheid breidt een boschbrand in het gebied van .Black Hills Forest" zich uit Van alle zijden te hulp geschoten arbeiders vechten m wanhoop tegen het voortwoedende element Een welkome verfrissching tijdens de rust op den eersten dag der vierdaag sche afstandsmarschen in de omgeving van de .Piasmolen" Maar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 28) XXX. ONVERWACHTE ONTMOETING. Zooals de detective voorspeld had, bevond de Citroën zich niet meer in zijn listig gekozen schuilplaats. Freddy moest de volgende etappe van zijn romantischen tocht op de motorfiets afleggen: zijn vierde vervoermiddel sinds hij in den trein van 5 uur 18 gestapt was. Hij, begon in overeenstemming met Trants raad, uit te zien naar sporen van autoban den en aanwijzingen, die Miss Leveridge's verdere vindingrijkheid zou kunnen hebben verschaft. Maar hij vond geen sporen, on danks het vriendelijke maanlicht, en klaar blijkelijk had miss Leveridge ditmaal nage laten als leidster te fungeeren „Zie zoo, dat is dat!" bromde Freddy, Dan maar naar Holt". Het kostte hem eenige moeite om den direc- ten weg te vinden. Toen hij dien indraaide, zette hij den motor op volle kracht. Hij had echter nauwelijks een mijl achter den rug. toen hij plotseling vaart verminderde. Opzij van den weg stond een gestalte. „Stop of ik schiet", klonk een koele stem „Ik heb uw machine noodig!" Hij had dus al contact met den vijand ge kregen! Goedvooruit dan maar) Hij zwenkte en dook.. De kogel bleef uit. Dat was misschien een gevolg van het feit, dat hij vaart verminderde. Een oogenblik later gleed hij van het zadel en zocht dekking achter zijn fiets. Thans kwam zijn eigen revolver in ac tie. „Nu jouw handen omhoog!" schreeuwde Freddy, „of i k zal schieten. „Maar ook uit Freddy's pistool kwam geen kogel. De gedaante, die zich thans in het maanlicht scherp afteekende, was die van den reverend En nu zag Freddy nog wat anders ook iets dat hem eerst ontgaan was. Een tweede motorfietsDe machine lag in den grep pel en de kleeren van den reverend waren be smeurd en gehavend. „Wel heb ik van mijn levenmompelde Freddy. De reverend deed een paar passen naar vo ren. „Het is het best onze wederzij dsche verba zing maar te laten voor wat zij is", stelde hij voor. „Vindt u ook niet. Neem me als de weerlicht achterop en ga waarheen ik zeg." Freddy was niet in een stemming, waarin hij spoedig iemand kon vertrouwen, maar hij be luisterde in den toon van den reverend iets, dat hem tegen vertraging waarschuwde. En ten slotte, de reverend was te vertrouwen, nietwaar? Een bondgenoot „Spring op!" bulkte Freddy, „Welke rich ting?" „Links! En vol gas!" Freddy gehoorzaamde. De motorfiets schoot weer vooruit en ze zwaaide naar links. Een smalle, rechte weg lag vóór hen. De machine verslond hem. „Welke weg nu?" vroeg Freddy, toen ze een tweesprong bereikten. „Rechts!" De motor volbracht een levensgevaarlijk won der. „Vragen toegestaan?" informeerde Freddy over zijn schouder, zonder tempo te vermin deren. „Zeker", antwoorde de reverend, „aangeno men dat ze het nuttig effect niet onderbre ken. Ik zelf zou ook wel een paar dingen willen weten. Maar gaat eerst uw gang". „Nu dan, wie achtervolgen we?" „Miss Leveridge". Freddy's hart bonsde. De motor eveneens. Eindelijk iets bepaalds, iets positiefs! De reve rend onderbrak het vraaggesprek door een nieuwe aanwijzing. „Bij den volgenden tweesprong vaart min deren. Niet stoppen. Ik neem aan, dat het Sheringham is, maar het kan ook Clay zijn". Freddy vertraagde zijn vaart op het aan gegeven punt. De reverend vestigde zijn oogen op den grond. „Rechts!" besliste hij toen. „Hoe hebt u ze gevonden?" vroeg Freddy, nadat hij het commando had opgevolgd." „Toen we probeerden u te vinden". „U hebt dus mijn briefje gekregen in Aylsham?" „Ik kwam naar het huisje terug met een agent, nadat ik een anderen politieman naar Thetford had gestuurd, op het valsche spoor, dat die kerel me had gegeven. Als we die situatie redden, hebben we het ongetwijfeld aan u te danken. Ik heb den agent terugge stuurd naar het bureau en sneed zelf naar Holt af. De motorfiets was van de politie in Aylsham. In Holt gerapporteerd. We waren een tijdje niet gelukkig. Hier links, zou ik zeggen. Hé, scheer die boomen niet weg! En ik volgde nog andere valsche sporen. Niet voordat we een paar agenten uit Aylsham tegenkwamen, kreeg ik idee hoe we vork in den steel zat". „U bedoelt dat u ze gezien hebt? „Ja, de roode wagen." „Bent u er zeker van?" „Ik herkende den bestuurder. Het was dat paardachtig uitziende individu, dat in Nor wich in den trein kwam. Toen we den auto hoorden hebben we ons plat op den grond gelegd, maar dat beroerde ding zwenkte af, eer het bij ons was. Ik had net tijd om de kleur van den wagen op te nemen en het ge zicht van den chauffeur te herkennen en het was 'm! Richting Norwich. Natuurlijk zijn we hem nagegaan" Hij hield even op. Freddy niet. Hun weg liep rechtuit en hij probeerde eruit te halen wat mogelijk was. Weldra zou die weg weer bui gen en kronkelen Links van hen, achter een glooiïng in het landschap, lag de zee. Ze zond een zilten bries over de velden. „Ik heb een vermoeden, dat we goed rij den,,, vatte Freddy den draad van het gesprek weer op. „Wat toen?" „Toen veranderde ik van gedachten. Net toen ik weer vaart wou zetten om den politie auto in te halen en zoo mogelijk te passee- ren.pas op!dat is een kuil.hoor de ik een anderen wagen. Ik kan niet precies zeggen wat me zoo nieuwsgierig maakte. Zes de zintuig waarschijnlijk! Maar door het ver anderen van mijn plannen was ik wat opge houden, en het kwam me voor, dat die wa gen er met een duivelsche vaart vandoor ging wat er op wees, dat de inzittenden zich ver beeldden, dat ik nu wel weg zou zijn. In ieder geval, mijn argwaan was gewekt ik keerde om en binnen een halve minuut ontdekte ik, dat onze oude vriend, de Citroën weer op het oorlogspad was!" „De Citroën!" riep Freddy. „Dus daar ma ken we nu jacht op?" „Inderdaad", bevestigde de reverend. „Ik herkende niet alleen den auto, waarmee ik, zooals u zich herinneren zult, naar Aylsham gereden was, maar ook dat kleine, ordinaire Londenaartje, dat chauffeerde. U begrijpt de bedoeling, hoop ik? Een valletje! De roode wagen moest de honden op het spoor hou den. Die kwam eerst. Toen dook het goede wild opde Citroën. En u en ik waarde beer, achtervolgen het goede wild!" „Juist", viel Freddy hem bij. „Ik snap het. Wat gebeurde er toen u? „Lanzamer een beetje" verzocht de reve rend. „We krijgen nu weer een bocht. Maar zeg, kijk eens opzij over dien vlakken weg daarneen, niet recht op zee aanmeer naar rechts, naar den kant van SherlnghMi en Cromer. Ziet u iets?" „Zeker!", antwoordde Freddy. Eenige mijlen verder schoot een zilveren ke ver schielijk langs een rechte, witte lijn. Dt maan was dien nacht edelmoedig voor de ach tervolgers en had zich meedoogenloos tegen de achtervolgden gekeerd. XXI. WEDLOOP IN DEN NACHT. „De Citroën!" riep Freddy uit. „Dat geloof ik ook!" „Ik ben er zeker van". Achter Freddy's rug glimlachte de reverend. Hij hoorde in Freddy's overtuiging het intense verlangen overtuigd te zijn. Maar ook hijzelf had er wat onder durven verwedden dat het de Citroën was. „Links", gaf de reverend aan. „Vertelt u verder", verzocht Freddy na en kele seconden. „Wat gebeurde er, toen u den Citroën ontdekte en er op af ging?" „Wat er gebeurde?" Het onvermijdelijke! Hl kwam te plotseling op hen af, ze schoten op me, raakten een band en deden mij In dia modder belanden, waar u me gevonden hebt." „Juist", antwoordde Freddy haast werkbutp. lijk. Toen eensklaps: „Ja maar luister eenat Dat kan toch niet lang geweest zijn voor Ik u ontdekte?" „Neen, dat was het ook niet". „Dan begrijp ik het niet. Want ze hebben het huis al lang geleden verlaten. Ik dacht, dat ze al mijlenver waren! Waarom voor den drommel zijn ze er niet onmiddellijk vandoor gegaan? Opeens liet hij een kreet nooren. „Alle menschen ik weet het! Ze, zijn in de buurt gebleven om te wachten op dien an deren vent den kerel dien ik gedood heb." (Wordt vervolgd,);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8