Vlieland CRICKET ROEIEN KANO-SPORT WIELRIJDEN KORFBAL De wedstrijden der „Koninklijke". De Tour de France. HAARL. KORFBALBOND De Olympische zwem wedstrijden. De eerste kennismaking We vinden een kamp in de Kooi, Het hoofdnummer van de roeiwedstrijden van de „Koninklijke" op den Amstel: de jonge achten. Vooraan „De Amstel", die won; in het midden Nereus, No. 3; achter Triton, No. 2. De Amstel won Zaterdag de jonge acht b, „Galgewater" Zondag de oude acht, Laga de jonge acht a. Zaterdagmiddag zijn op den Amstel de wedstrijden van de „Koninklijke" voortgezet met de races in de gestuurde nummers. De be langstelling was niet overmatig groot, doch het was toch nog vrij druk langs de beide Amstelboorden en op de bruggen. Na het stijl roeien en het jeugdroeien verschenen de Jonge A-Vieren. aan den start met aan de eerste boei Ne reus en aan de tweede Laga. Het werd een spannende race, waarin de ploegen om beur ten de leiding hadden. Laga start niet bijzon der fraai, waardoor Nereus meteen een flinken voorsprong krijgt. Nog voor de Ber- lagebrug herstelt Laga zich en neemt de lei ding over. Bij Schollenbrug hebben de Delf tenaren een kwart lengte voor, doch Nereus werkt het verschil weg. Voorbij het clubge bouw der Amsterdamsche studenten loopt Laga uit tot ruim een lengte, om de leiding niet meer af te staan. Het verschil bij de fi nish is ruim 3/4 lengte. Tijd van Laga 7 min. 29 3/5 sec. Beide ploegen maakten slechts een matigen indruk, doch die van Laga zat iets solider in elkaar. Winnende ploeg: H. ter Kuile (boeg), G. L. M. van Es, G. A. Vorster, H. W. Bunscho ten (slag) en C. A. Begemann (stuurman). Vervolgens werd in de Oude Vier gestart door Njord aan boei I en Nereus. Deze race werd gemakkelijk door de Leidenaren gewonnen, aangezien de Nereus-ploeg, in der haast samengesteld wegens het niet meer be schikbaar zijn van de roeiers, die naar Berlijn gaan, niet veel te beteekenen had. Njord neemt dadelijk de leiding. De voorsprong neemt geleidelijk toe tot ongeveer drie leng ten. Tenslotte loopen de Nereiden in den eind spurt wat in. Njord wint in 7 min. 36 4/5 sec. met 2 1/2 lengte. Winnende ploeg: A, J. Zon- neville, W. K. Gunst, W. Th. C. van Doorn (slag)-en H. Muller (stuurman). Tot besluit werd de Jonge Acht B verroeid, waarvoor aan den start kwamen (vanaf boei 1) De Amstel, Nereus en Triton. Het blijkt al gauw na het vertrek, dat de lichtblauwen zullen winnen. Amstel neemt eerst met een kwart lengte de leiding, die al aangegroeid is tot een volle lengte als de ploe gen onder de Berlagebrug verdwijnen. Hierop volgen Nereus en Triton met een onderling verschil van een kwart lengte. Zoo gaat het tot bij het Amstelkanaal, waar reeds licht komt tusschen de Amstel en Nereus. Een vin nige strijd ontbrandt om de tweede plaats. Bij „Poseidon" loopen de Utrechtenaren Nereus voorbij; Amstel gaat onbedreigd aan het hoofd. In den kom loopt Triton nog iets in. De uitslag wordt: 1. Amstel, tijd 6 min. 39 sec. 2. Triton, op anderhalve lengte, 3. Nereus, op 1 3/4 lengte. Winnende ploeg: M. Scharff (boeg), B. J. Boerma, A. de Bruyn, J. Moolhuyzen, A. v. d. Kogel, B. Degenkamp, Jim de Ridder, L. Held (slag) en G. Huying (stuurman). Aan de finish kreeg de Amstel-stuurman een krans omgehangen van den senaat van het Amsterdamsche studentencorps, die tra ditiegetrouw, de race had gevolgd in de koets met de bepluime paarden. De resultaten van het snel- en jeugdroeien luiden: Stijlroeien voor dames, Overnaadsche Skiff: 1. De Vliet, 2. De Amstel, 3. Deutscher Ruder- verein. Idem in gladde Skiff: 1. Amstel, 2. Wil lem III. Stijlroeien voor jongens van 17 en 18 jaar in schoolgieken; 1, Jeugdroeien, 2. Famos, 3. Amstel. Snelroeien voor jongens van 17 en 18 jaar in schoolgieken: 1. Famos, 2. Amstel, 3. Jeugdroeien. Achtriemssloepen matrozen instituut der K.N.Z. en R.V.: 1. Sloep 2, 2. Sloep 3. 3. Sloep 1 ZONDAG. Het eerste nummer ging in de Oude Twee. tusschen boei 1 Triton, boei 2 Willem III en boei 3 Nereus. Nadat Triton in den start een kleine voor sprong had verkregen, liep Willem III naar voren om met een halve lengte de leiding te nemen. Nereus volgde op een kwart lengte achter Triton. Even voorbij de Berlagebrug nam Utrecht de leiding, Nereus zakte eenige lengten af. Triton vergrootte den voorsprong tot bijna een lengte, maar Willem III hield goed vol. In den eindspurt liep Triton tot ruim twee lengten uit. Uitslag: 1. Triton, 8 min. 28 sec., 2. Willem III, op 2 3/4 lengte, 3. Nereus, op vele lengten. Winnende ploeg: J. I. van der Leeuw (boeg), C. Bïans (slag) J. S. S. Cohen (stuurman). Overnaadsche Vier voor jongens van 17 en 18 jaar tusschen Jeugd roeien en Famos werd door de laatste ploeg gewonnen met een lengte voorsprong. In de Overnaadsche twee werd een onderlinge wedstrijd geroeid tus schen twee ploegen van De Amstel, welke ge wonnen werd door Amstel 2 in 9 min. 12 sec. met ruim een lengte. Het Stijlroeien Dames werd gewonnen door De Hunze, 2. De Hoop, 3. De Vliet. Hierna was de beurt aan de Oude Acht tusschen De Amstel aan boei 1, Galgewater (Njord-Maas) aan boei 2 en Triton aan boei 3. De ploegen van Amstel en Triton hadden dezelfde samenstelling als in de Jonge Acht B van Zaterdag, met dien verstande dat bij Amstel Fortuin weer de plaats van Moolhuizen had ingenomen. In den start ging het vrijwel gelijk op. Toen in baantempo werd overgegaan raakte Tri ton iets achterop, terwijl Amstel naar de eer ste plaats opschoof, een kwart lengte voor de Leidenaren. Voorbij de Berlagebrug leidden de lichtblauwen met een halve lengte voor Gal gewater, waarop Triton met bijna een lengte volgde. De Leidsche ploeg veroverde langzaam terrein op de Amsterdammers. Voorbij het bootenhuis van Nereus werd het verschil zien- deroogen kleiner, totdat vlak voor de Ceintuur baanbrug het pleit beslecht was. Galgewater bleef aan den kop, Amstel zakte tot een lengte af, terwijl de Utrechtenaren den achterstand tot 1 1/4 lengte inliepen. De tijd van Galgewater was 6 min. 38.4 sec. Winnende ploeg: C. J. Houwer (boeg) W. Th. C. van Doorn, G. A. Catalani, A. J. Zon- neville, W. K. Gunst, D. J. Koeleman, A. A. Dekker, H. J. du Pon (slag) en H. Muller (stuurman). Het programma werd besloten met de Jonge Acht A tusschen Nereus, aan boei 1, De Hoop en Laga. Nereus nam de leiding met ongeveer een halve lengte voor Laga, De Hoop zakte dadelijk af. Laga ging voortdurend tot den aanval over en. slaagde erin tot op een taf lengte in te loopen. De Nereusploeg die voor het meerendeel uit .zeer jonge roeiers bestond, kreeg het nu hard te verduren, doch zijwist weer een halve lengte voorsprong te verkrij gen. Een nieuwe poging der Delftenaren had succes. Even voor de Ceintuurbaanbrug werd Nereus gepasseerd. 1. Laga, tijd 6 min. 38 sec., 2. Nereus op 1/4 lengte, 3. De Hoop ver achter. De Lagaploeg bestond uit H. ter Kuile (boeg), G. L. M. van Es, G. A. Vorster, H. W. Bunschoten, A. Nieuwenhuis, H. Herklotz, B. van Wijk, A. W. Sieuwertsz van Reesema (slag) en C. L. Begemann (stuurman). De prijsuitreiking geschiedde in het Amstel- hotel. Haarl. Kanovereeniging. De kring van Amsterdamsche Kanover- eenlgingen organiseerde Zondag j.l. kano wedstrijden op korte baan (200 M). De Haarlemsche Kanovereeniging (H, K. V.) wist de volgende prijzen te behalen: K. 1. Nieuwel. A. J. Bosse le pr., Tj. Kuperus 2e prijs. R. 1. S. Niewel, F. Kröder le pr. J. Beek 2e prijs. K. 1. Junioren: N. Morselt le prijs. R. 1 S. Junioren: N. Morselt le prijs. R. 1. S. Dames-Junioren J. de Bruijne le prijs. K. 2. Nieuwel. A. J. A. BosseTj. Kuperus 2e prijs. R. 2 S. Nieuwel. J. BeekJ. de Graaff le prijs, G. OsterthunH. Feije 2e prijs. R. 4. S. Nieuwel. JJ. Beek, J. de Graaff, C. v. Bilderbeek, J. v. d. Horst 2e prijs. Vereenigings-estafette H.K..V. 2e prijs De wedstrijd V.R.A.—Hermes D.V.S. werd ge wonnen door V.R.A. met 132 runs op de eerste innings. V.R.A. 210 voor 8 (gesl.); Hermes 78. V.O.C.V.V.V. werd volgens verwachting door V.O.C. gewonnen, maar dat het een in ningsnederlaag voor V.V.V. zou worden, komt toch als een verrassing. V.O.C. 175; V.V-V. 49 en 82. De wedstrijd Rood en WitHaarlem leverde twee punten voor de bezoekers op. Zij wonnen met 19 runs op de eerste innings. Rood en Wit le innings 104; Haarlem 123. Rood en Wit 2e innings 127 voor 2 (gesl.); Haarlem 82 voor 3. (Door R. en W. opgegeven). De vijftiende en langste étappe. Uit Luchon: Zaterdag werd de vijftiende étappe van de ronde van Frankrijk ver reden. Deze étappe, de langste van de ge- heele ronde, voerde van Perpignan door de Pyreneeën naar Luchon, over een afstand van 325 K.M. Eerste werd de onafhankelijke Ducazeaux (Frankrijk) in 11 uur 57 min. 32 sec., vóór den Luxemburger Mersch in den zelfden tijd. Derde werd de Zwitser Amberg met een tijd van 11 uur 58 min. 7 sec. Ver volgens kwamen in denzelfden tijd a^s Am- berg binnen de onafhankelijke Marcaillou (Frankrijk), Sylveer Maes (België) en Ver- vaecke (België). Het algemeen klassement luidt: 1. S. Maes (BeBlgië) 100 uur 41 min. 59 sec.; 2. Ver- België) 100 uur 46 min. 17 sec.; 3. Magne (Frankrijk) 100 u. 50 min. 8 sec.; 4. P. Cle mens (Luxemburg) 101 uur 1 min. 49 sec.: 5. Mersch (Luxemburg) 101 uur 16 min. 14 S6C iHet klassement der Nederlanders luidt: 18 Albert van Schendel 1Ö2 uur 9 min. 1 sec. 25. Middelkamp 102 uur 24 min. 4 sec.; 34. Antoon van Schendel 103 uur 15 min. 49 sec. Zondag was het een rustdag. Het landenklassement luidt: 1. België 303 uur 3 min. 6 sec.; 2. Gemengde ploeg Luxem burg—^Spanje 303 uur 41 min. 35 sec.; 3. Frankrijk 305 uur 10 min. 4 sec. 4. Nederland 307 uur 48 min. 54 sec.; 5 Zwitserland 317 uur 15 min. 13 sec. Van het nationaal zwemfeest der Zwemclub „Haarlem": de start voor het nummer 3 x 50 M. dames-estafette. Jaarlijksche algemeene vergadering. Deze vergadering was druk bezocht; uitge zonderd D. S. V. en Zandvoort waren alle ver- eenigingen vertegenwoordigd. De voorzitter, de heer De Boer, opende te 8.15 uur, waarna hij allen, in 't bijzonder den oud-voorzitter, den heer Wilson, welkom heette. Spreker wees op het groote nut van adspiranten. De vereenigingen, welke dit jaar ontbonden werden, n.l. Osno, de Thorn en Zeemeeuwen, hadden geen. adspiranten. De vereenigingen moeten dus actief zijn, want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. In de ruim 700 gespeelde wedstrijden de den zich 13 strafgevallen voor, d.i. slechts 2 pet. Als afgevaardigde van de groep „algemeene leden" was de heer Baak benoemd. Kampioensmedailles en diploma's werden met eenige toepasselijke woorden uitgereikt. 't Jaarverslag' van den secretaris-penning meester werd goedgekeurd. Het scheiden van de functies secretaris en competitieleider scheen goed gezien te zijn, lettende op het vele werk, dat door den secre taris, den heer van Lohuizen, is verricht. De vergadering beloonde hem met een flink ap plaus. Het voorstel tot wijziging van art. 15 R. v. W. werd aangenomen. De begrooting 1936/37 werd goedgekeurd. De aftredende bestuursleden W. van Lo huizen en H. Arends werden herkozen. Voor de kascommissieJ. Arends, J. Blaauw, P. Nanninga, plaatsverv. H. Fabel. Alvorens tot sluiting over te gaan bracht Haarlem's Voorzitter, de heer W. van Leeuwen dank aan het Bondsbestuur voor het vele en omvangrijke werk (speciaal voor het jeugd korfbal) verricht. De voorzitter sloot daarop de vergadering met een kort woord, waarin hij schetste, dat zijn taak, met zulke flinke bestuursleden naast zich, geen moeilijke, doch slechts aan gename was. Verkiezing candidaat Districts commissie. Na afloop der Algemeene Vergadering kwa men de afgevaardigden der Haarlemsche N. K. B. clubs bijeen ter bespreking van de candidatuur voor districtscommissie Noord- Holland en Utrecht, omvattend het grond gebied van de A. K. B., N. H. K. B„ G. U. K. B. en Haarl. K. B. Met algemeene stemmen werd candidaat gesteld de heer H. Arends. De districtsvergadering heeft plaats Don derdag 30 Juli in „Krasnapolsky" te Amster dam; aanvang 19.30 uur. Geen genade voor Eleanor Holm Uit Berlijn: De voorzitter van het Ameri kaansche Olympische Comité. Avery Brun- dage, heeft na zijn aankomst in Berlijn ver klaard, dat de beslissing inzake het uitsluiten van de Amerikaansche zwemster Eleanor HolmJarret definitief is. „Onze uitspraak is onherroepelijk en zal niet worden veranderd", gaf Brundage op een desbetreffende vraag ten antwoord. Eva Mottridge zal de plaats van Eleanor Holm innemen. Nader wordt uit Berlijn gemeld: De Amerikaansche zwemster Eleanor Holm, e zooveel van zich heeft doen spreken in u-band met het gebeurde aan boord van de lanhattan, is in de Duitsche hoofdstad aan- 'komen. Hoewel zij berouw heeft getoond /er hetgeen is geschied en beterschap voor 3 toekomst heeft beloofd, is zij definitief van de deelnemerslijst geschrapt. Haar plaats op de 100 Meter rugslag zal nu worden ingeno men door Eva Mottridge. Bontbekplevier. Vroeger, op de lagere school, hadden we een oude landkaart van Afrika. Zoo'n heel oude kaart, vol met barsten en scheurtjes en smoezelig van het vlie genvuil. Die dieren hadden op hun eigen houtje heele nieuwe steden uit den grond ge stampt, waarvan we ons vaak krampachtig de namen poogden te herinneren, tot de meester moest bekennen, dat hij het zelf ook niet wist en de vergissing ontdekt werd. Maar dat was niet het bijzondere aan die kaart. Het wonderlijke was, dat zij niet af was. Langs'de kust was het een gewone kaart, net als andere kaarten. Maar in het midden was een groote vlek, die vroeger wit geweest was. Dat was terra incognita, onbekend land. Een land met duizend mogelijkheden. Soms, als onder de lessen de gedachten af dwaalden, gingen zij als vanzelf naar de oude kaart met de geheimzinnige witte plekken. Daar was alles mogelijk, en je kon er heer lijk over fantaseeren, want men wist er niets van. Daar waren streken, waar nog nooit een blanke geweest was, volksstammen, wier taal, zeden en gewoonten nog onbekend waren, ri vieren wier loop in het duister was gehuld. Vaak zat ik te denken, hoe heerlijk het moest zijn, daar heen te trékken. Je kon er uren lang over zitten droomen. Doch het was wel een heel oude kaart en toen we een keer na de vacantie terugkwa men, hing er een keurige nieuw kaart, waarop niets geheimzinnigs meer was te ontdekken. We leerden ijverig de namen der rivieren, ge bergten en steden der nieuwe kaart en de meester vertelde van de menschen, die daar leefden. Maar in m'n hart bleef een heimwee naar het onbekende rijk, dat m'n fantasie er gebouwd had, en dat zoo heel anders was dan de nuchtere werkelijkheid. Er zijn nu nog maar heel weinig plekjes op aarde, waar nog nimmer iemand is doorge drongen en het is maar voor enkele gelukki gen weggelegd, om daarheen te trekken. Maar toch zijn er zelfs in ons eigen land nog wel plsk/es, waar men een oogënbiikjè de buiten wereld san vergeten, waar men z'chzelf kan zijn een week lang, om dan toch weer naar de nuchtere werkelijkheid te moeten terug- keeren. Er zijn er niet veel meer, en men is er niet volkomen vrij. Maar de menschen die men er ontmoet zijn „inboorlingen", menschen van het land zelf, ecilijk en eenvoudig als dat land, waarin zij wonen en waarmee zij zoo innig verbonden zijn. Een van die heerlijke plekjes is Vlieland. Al begint ook daar de mensch al weer door te dringen. Al komen ook daar al jaarlijks dui zenden badgasten. Die even als wij verlangen naar een rustige vacantie in een stille omge ving. Daar hebben ze behoefte aan, en ze heb ben er recht op. Maar waarom ze daar nu in hemelsnaam Vlieland voor uitgekozen hebben, is mij een raadsel. Want als we het nuchter bekijken, dan is het niet veel meer dan een tien kilo meter lange zandplaat, wat begroeide duinen met een smal strand, dat bovendien nog be dorven wordt door de-vele hoofden, en een klein dorpje, dat z'n oorspronkelijk karakter al snel aan het verliezen is. Op die zandplaat zien we niets anders dan wat robben, die er zich liggen te zonnen, zee vogels, die er in een kleine kolonie broeden, en zand. Niets dan zand, zand en wolken. Het strand is door het sterke verschil in eb en vloed meestal onbegaanbaar, terwijl de hoofden het er voor een badgast niet aanlok kelijker maken. Het duin is eigendom van Staatsboschbe- heer en doordat de voor ons land zeldzame eidereenden er broeden, is het een groot deel van het seizoen voor het publiek gesloten. Resten dus nog de kale slikken, waar voor een normaal mensch, die niet den ganschen dag door den kijker naar de piertjes loopt te turen, ook al niet veel te beleven valt en het dorp, dat net is als alle andere dorpen. Waarom ik er dan zelf zoo enthousiast over ben? Och, dat komt omdat ik nu eenmaal zoo'n rare snuiter ben. Omdat ik er van hou eens een poosje echt-verbrande, door weer en wind gelooide koppen om me heen te zien; om een week lang te trachten verhalen in een moeilijk verstaanbaar dialect te volgen, verhalen over schipbreuken en reddingen; om met de vogelwachters door het duin te sjouwen met den tong op de schoenen; om op de in de zon trillende zandvlakte naar de nesten van zeezwaluwen te loopen zoeken of uren lang doodstil bij een vogelnest te liggen wachten tot de eigenaars terug zullen komen en iets van hun familieleven laten zien. Om dat die piertjes vol zitten met blanke meeu wen, die krijschend opvliegen als wij naderen en omdat het op die kale slikken wemelt van allerlei steltloopers en van bergeenden met heele risten bonte jongen. Omdat ik er nu eenmaal van hou om eens een poosje de sleur van het dagelijksch leven te ontvluchten en eens een week lang m'n eigen zin te doen en te gaan en te staan waar ik wil. Als u daar ook van houdt, ga dan ook naar Vlieland, en ge zult even enthousiast terugkomen als wij. Doch als u rustig uw vacantie door wilt brengen met wandelen, lezen, zwemmen en zonnebaden, ga dan naar welke andere bad plaats ook. Ze zijn er te kust en te keur. Ga naar Texel, dat honderdmaal afwisselender en schilderachtiger is. Maar ga in geen geval naar Vlieland, want ge zoudt u daar doode- lijk vervelen. Vlieland is het land van de vogels. Als we het van Texel naderen met een oude vis- schersschuit, ligt het als een smalle gele streep zand tusschen lucht en water. Ervoor is de wit-schuimende branding en erboven drijven prachtige stapelwolken, waartegen de ranke sterntjes blank afsteken. Verder naar rechts liggen de begroeide duinen en heelemaal op het uiterste puntje ligt het eenige dorp, Oost- Vlieland. Als we landen is het vloed en het zal nog wel een paar uur duren, voor het strand be rijdbaar is. Tot zoolang hebben we allen tijd om eens rond te kijken. Midden op de Hors staat een klein houten huisje op hooge palen. Het is er gebouwd voor drenkelingen, die hier aan land mochten komen en is telefonisch verbonden met de „bewoonde wereld". Maar waarom men daar nu een enkeldraadsche ver binding van gemaakt heeft, is mij een raadsel. Dat zal wel weer bezuiniging wezen. Terwijl we op den omloop van het huisje onze boterhammen oppeuzelen, zien we tel kens recht voor ons vischdiefjes opvliegen of neerstrijken. Het kan niet anders, of er moet daar een kolonie van die diertjes zijn. Als we gaan kijken duurt het niet lang, of we heb ben het eerste nest, en als we dat eenmaal hebben, volgen de andere vanzelf. Het lijkt wel of de vogels op de kale vlakte zelf ook weinig houvast hebben. Alle nesten liggen bij een of ander duidelijk sprekend ter- reinvoorwerp, een balk, een stuk bamboe, wat planken of een oude kist. Of beter gezegd, bij elk terreinvoorwerp ligt een nest. Want waar we ook kijken, overal zien we eieren en op sommige plaatsen zelfs al jongen. Het is inmiddels eb geworden en we beslui ten naar het eigenlijke eiland te gaan. Het lièfst zouden we hier op de Hors, vlak bij de vischdievenkolonie blijven kampeeren, maar de totale afwezigheid van drinkwater is daar voor een onoverkomelijk beletsel. Langs het nu keiharde strand schieten we snel op. Scholeksters in hun wit-zwarte pak jes vliegen luid roepend voor ons uit. Die heb ben hier ergens een nest of jongen, anders zouden ze niet zoo'n lawaai maken. Ook de bontbekjes en strandpleviertjes doen onrustig, en als we even afstappen en in de aanspoelsel- zoom zoeken, hebben we al gauw het nest van zoo'n bontbekje gevonden. Eigenlijk is dat stom toeval, want als we ons even omdraaien en een paar pas teruggaan, duurt het wel een minuut of vijf, voor we het nest weervinden. En dan staan we er bijna boven op. We moeten weer verder. Na een half uur tje komen we aan de eerste duinen. Dit is het gebied van de zilvermeeuwen, die er luid roe pend boven zweven. Helder klinkt hun alarm roep over het duin, terwijl het toornige ga-ga ga alle vogels alarmeert. Er gaan sporen van fietsen naar boven, het duin in, zoodat we daaruit opmaken, dat dit wel de weg naar het „binnenland" zal zijn. Doch erg berijdbaar blijkt deze niet. 't Is een zandpad, dat ons dwars door de meeuwenduinen voert. Na een poosje buigt het naar links af, en nu komen we door lange weilanden, waar kleurige har lekijnsorchissen tusschen het gras staan. De lucht is er vervuld van de pittige geur van watermunt en na den langen tocht over de brandend heete Hors is het hier een verade ming. Waar weiden zijn en vee, kan de mensch niet ver meer zijn. En waar de mensch is, is ook water, waar je als kampeerder niet bui ten kunt. Weldra komen we nu aan een schil derachtige vervallen koestal en als de weg een scherpe bocht maakt, liggen daar de huizen en loodsen van het Posthuis. Als we hier naar een kampeerplaats vragen, worden we nog verder gestuurd, naar Leen van Bruinisse, in de Oude Kooi. We zijn uitge hongerd, en gaan niet verder na op de pri mus onze kookkunst te hebben botgevierd. Verkwikt en versterkt gaat het dan verder. De oude Kooi is een klein loofboschje, met een wit huisje erbij, waar Leen woont. Een oude vrijgezel, die z'n eigen potje kookt, z'n eigen huishoudinkje verzorgt en eens per week naar het dorp gaat om de accu van z'n radio te laten vullen. Want die ontbreekt niet in het huis van dezen modernen kluizenaar. Verder zwerft Leen den ganschen dag door het duin, achter de vogels aan, wier bewa king hem toevertrouwd is, en die hij kent als geen ander hier. Konden wij het beter treffen dan met zoo'n gastheer? Leen is thuis, en weldra staat de „Steenuil" strakgespannen in een beschut hoekje van de weide. Diepzwart steekt het gebladerte der boomen af tegen den avondhemel. Ver weg ruischt de zee. Weidevogels roepen. Een veld- uil komt op zachte wieken geruischloos over vliegen en verdwijnt achter de Kooi. Een eend kwakt en drie reigers trekken heel hoog over. Wild en ontembaar klinkt hun roep, raatsch! Nog lang liggen we in onze slaapzakken ge wikkeld naar al die geluiden te luisteren. Ge luiden, die zoo heel anders zijn, dan het ru moer van de avondlijke stad. Is er wel iets dat ons zoo dicht tot de natuur brengt als kam peeren? Vlieland, Juli 1936 KO ZWEERES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3