Binnen twaalf uur...
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
3. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
34)
„Waarom?" vroeg Freddy, nog steeds zoe
kend.
„Wel, in de hoop zélf ontvoerd te worden
en dan naar de plaats te worden gebracht,
waar Rose Terrence verborgen werd gehou
den. Rose Terrence is toevallig haar zusje.
Dapper meisje, die Miss Terrence, vindt u
niet?"
Freddy antwoordde niet. Hij had den sleu
tel gevonden, en daden vond hij noodzakelij
ker dan conversatie, welke sensationeele ont
hullingen die ook mocht bevatten.
„Wacht een halve seconde!" verzocht Trant
toen Freddy met een sprong den ren naar
het huis wilde beginnen. „Kunt u me een
hand geven?"
„U bent niet in staat te loopen" verklaarde
Freddy, terwijl hij met een ruk zijn vaart in
hield.
„Ik ben nog niet dood", antwoordde Trant
een beetje bits.
Met Freddy's hulp kwam hij overeind. Spoe
dig hoopte hij zijn vurigste verlangens
rust en een bed te kunnen bevredigen, maar
hij moest nog even volhouden.
„Waar zijn ze?" vroeg hij.
„In die provisiekast onder de trap", ant
woordde Freddy, „herinnert u zich niet
de kast met de twee verdiepingen."
„Dus dat is de plaats", mompelde Trant.
„Mijn zesde zintuig is door dien val ernstig
gestoord, geloof ik."
Ze spoedden zich naar het huis. De ach
terdeur was open. Chrisholme had ze open
gelaten. Vlug hun weg banend door de gangen
kwamen ze bij de kast, gooiden de deur open
en gingen er in. Freddy keek bezorgd rond. Hij
koesterde een oogenblik de vrees, zelfs nu nog
dat die schurk ze misschien voor den mal
gehouden had.
Zeker, de eerste blik deed niets vermoeden.
Maar toen ze naar het lagere deel, achterin,
afgedaald waren, vonden ze wat ze zochten;
in den donkeren hoek van den muur was een
sleutelgat. De sleutel uit den zak van Chris
holme paste.
„Gelukkig!" zuchtte Freddy.
De muur week en ze kwamen in een donkere
gang, die wederom naar afdalende treden
leidde. Freddy zegende de fletse zaklantaarn,
die de reverend hem gegeven had. Onder aan
de trap stuitten ze andermaal op een deur en
deze bezorgde Freddy weer een benauwd
oogenblik.
Het bleek echter, dat voor die deur geen
sleutel noodig was; zij was slechts van buiten
gegrendeld.
Ze schoven de grendels los en smeten de
deur open. Ze bevonden zich in een kleine
kamer. In een hoek stond een houten kist,
waarop een kaars en naast de kist zaten hen
met verschrikte oogen aan te staren het
kind en het meisje, dat méér voor Freddy
Reeve beteekende, dan de gansche rest van de
wereld.
„Miss Terrence!" riep hij.
Zij sprong van haar stoel en de gejaagde
uitdrukking in haar oogen.veranderde in een
blik van verwonderde geruststelling. Toen
wankelde ze en Freddy slipte naar voren om
haar op te vangen. Eén duizelingwekkend
oogenblik hield hij haar tegen zich aan, maar
Trant's stem riep hem tot de werkelijkheid
terug. De detective was op het kind toege
gaan; nu keerde hij zich snel om.
„Daar komt iemand!" fluisterde hij schor.
„Pas op!"
Voetstappen naderden uit de gang, een man
stormde binnen. Het was de reverend.
De gevolgen van zijn binnentreden in die
sombere kamer waren even onverwacht als
schokkend. Trant bleef een oogenblik be
dremmeld staan kijken, wendde zich toen af
en begon te huilen. Bij Freddy daarentegen
uitte de ontspanning zich in een zenuwachti-
gen lach. Maar Miss Terrence maakte zich uit
zijn armen los en vloog den geestelijke om
den hals, terwijl het kind haast gillend van
blijdschap op hem afvloog.
„Vadertje!"
Freddy hoorde het, maar het leek alsof de
kreet hem onberoerd liet. Hij ging door met
lachen en Trant met huilen. Lach en traan
drukken dikwijls dezelfde ontroering uit.
De zon kwam op toen een Citroën-auto,
waarop de inzittenden slechts poëtische rech
ten konden doen gelden, weggleed van een
huis met grimmige, nachtmerries. Bestuur
der was een man in de kleeding van een gees
telijke van de Engelsche staatskerk, met
een klein kind op den zetel naast hem genes
teld; achterin zat een jonge man wiens cos-
tuum niet lang geleden een toonbeeld van on
berispelijke kleermakerskunst was geweest,
naast het mooiste meisje ter wereld. Aldus
tenminste zou de jongeman in kwestie haar
beschreven hebben.
„Miss r"e,~ence", zei de jongeman, een stilte
verbrekend.
„Wel?" was het wederwoord.
,,Er is één ding waar ik mij het hoofd over
breek", sprak hij. „U draagt nog steeds dien
robijnen verlovingsring."
Zij stak haar vinger uit en keek er afkeu
rend naar.
„Dat is zoo", gaf zij toe. „Die ring was
mijn eenige leelijke fout. Pas toen ik merkte,
dat u in den trein naar mijn vinger zat te
kijken schoot het mij te binnen dat Miss
Leveridge natuurlijk een verlovingsring
draagt."
„Ja, de „echte" Miss Leveridge droeg inder
daad een verlovingsring", bevestigde Freddy,
,,en daarom keek ik! Maar de hare was een
diamanten ring."
„En mijn ring, dien ik van een anderen vin
ger aan den ringvinger geschoven had, was
een robijnen. Ja, ik weet het. Maar dat moest
ik wagen. Ik kon zoo gauw geen diamanten
ring tooveren".
„Van een anderen Yinger!" herhaalde
Freddy. „Mag ik zien, aan welken vinger die
robijnen ring werkelijk hoort?"
Zij verplaatste hem langzaam naar den
middelvinger de vinger waaraan een verlo-
vigsring hoort was nu zonder ring.
Freddy knikte tevreden.
„Dank u. Ik zie dit veel liever", Toen voeg
de hij er langzaam bij„Voor het oogenblik.*
„Hoe bedoelt u dat?" informeerde ze, op
eens blozend.
„Dat zal ik u zeggen. Ik bedoel ermee, dai,
naar ik hoop, u en ik binnenkort samen 1&
den trein van 5 uur 18 mogen reizen onder
gelukkiger omstandigheden!"
Er ontstond opnieuw een stilte. Toen ant
woordde zij met een onverhoedsch glim
lachje:
„Zeker, dat zou erg leuk zijn!"
Heel plotseling voelde hij haar hand In da
zijne. Was het dankbaarheid of iets meer? HfJ i
dacht er niet aan het te onderzoeken. Want
de druk van een zachte meisjeshand kan
alle problemen wegvagen in de be too vering
van het oogenblik.
„Kijk", fluisterde Freddy plotseling.
Ze passeerden een kerk met een grijzen to
ren. De lage zon liet zijn stralen naar de klok
schijnen en verguldde den tijd.
De tijd was 5 uur 18.
EENDE.
De bouw van Neerlands grootste mailschip, de R.D.M. 200, dat bij de Rotterdamsche Droogdok Mij. in aanbouw is, Een beeld van de slechte toestanden in den aardappelhandel. Aan het station Grootebroek Bovenkarspel,
vordert snel. - Een overzicht van de werkzaamheden aan het nieuwe zeekasteel de petste aardappelveiling van ons land, ligt een partij van 16000 balen aardappelen, die door ziekte
onverkoopbaar is en als veevoeder gebruikt zal worden
Het Davis Cup-tournooi. Een overzicht
van de partij tusschen Crawford en
Quist (Australië) en Hughes Tuckey
(Eng.) in het stadion te Wimbledon
De deelnemers aan den Tour de France weten zich tijdens De skiffeur H. ten Houten, die aan de Olympische roeiwedstrijdee
de rust te Luchon best te amuseeien Berlijn zal deelnemen, traint thans ijverig op den Amstel te
Amsterdam
Rosemeyer, die den Grooten Prijs van
Duitschland bij de autorennen op den
Nurnbergring in recordtijd won, tijdens
de eereronde na zijn overwinning
De burgerkrijg in Spanje. Opstandelingen, die zich na een hardnekkig verzet in de barakken te Madrid aan de regeeringstroepen
moesten overgeven, worden, na ontwapend te zijn, weggeleid
De automatiseering van het Haarlemsche telefoonnet
met omliggende gemeenten is voltooiïd. Een kijkje
in de centrale bij de laatste proefnemingen