I Ons modehoekje. DE VROUW IN DE XXe EEUW. fa j/couw stkijft Vacantieju rkjes. ONZE BELEVENISSEN OP REIS. Het is eigen schuld! Ons Wekelijksch Knippatroon De halfjaarlijksche opruiming en de vrouw. HET DIRNDL-COSTUUM. VOOR DE VACANTIE. VRIJDAG 31 JUU 1936 De jurken, die we in onze vacantie dragen, moeten aan bepaalde eischen voldoen. In de eerste plaats moeten ze gemakkelijk zitten in het dragen; ten tweede moeten ze wasch- en lichtecht zijn en in de derde plaats niet te besmettelijk. Verder moet men ze ook gemak kelijk kunnen strijken. De modellen op onze afbeelding voldoen aan deze eischen. Links: japon van genopt linnen in een hel dere kleur. Vier openspringende plooien in de rok verleenen de draagster de noodige bewe gingsvrijheid. Een wildleeren ceintuur en een taftshawltje vormen de eenige garneering. Daarnaast een zoogenaamd „Dirndljurkje". Op een ruim-vallend rokje van linnen wordt een blouse van geruite voile gedragen met wijde pofmouwtjes en aan den hals hoog ge sloten. Van hetzelfde linnen van de rok is het vestje, dat hier over heen gedragen wordt. Het loopt met een puntje uit en wordt met twee knoopen gesloten. Tenslotte nog een alleraardigst wandeltoi letje, dat tevens „tegen een stootje kan". De eenvoudige rok is van wit linnen. Twee inge zette plooistukjes in den rok zorgen voor de noodige ruimte. Het jasje, dat daarop gedra gen wordt, is van Schotsch geruit katoen. Het model is getailleerd en heeft een ceintuurtje in den rug. Twee groote knoopen in een af stekende kleur vormen de sluiting. Linnen, kunstzijden linnen en matting, ka toen en voile zijn voor de eenvoudige zomer jurkjes de aangewezen materialen: prettig in dragen en in wasschen en strijken. Wie op reis geweest is, is de eerste weken van al de ondervindingen, die hij tijdens dat reizen heeft opgedaan, vervuld. Het doet er dan ook niets toe, of hij een paar dagen dicht bij huis is gebleven, of een maand in het hooggebergte is geweest, of waar dan ook, de ervaringen zijn allemaal nieuw en dus is men er van vervuld. Sommigen hebben weinig behoefte, zich over die herinneringen te uiten, slechts sporadisch komt er een verhaal betreffende de reis over hun lippen, en dan nog meestal zonder kleine bijzonderheden, zoodat een gedetailleerd ver slag nooit aan de orde komt. De meesten van ons, die een mooie kleine of groote reis hebben gemaakt, willen er ech ter wat graag over praten, zij zijn immers zóó boordevol van de opgedane ervaringen, dat zij maar een heel kleine aanmoediging noodig hebben, om erover te beginnen. En dan wor den de kiekjes gehaald, de briefkaarten ko men eraan te pas, en een verrukt verhaal over alle heerlijke tochten en tochtjes komt los. Er zijn menschen die rondweg een gruwelij- ken hekel hebben aan zulke reisverhalen, die zich niets ergers kunnen indenken, dan ver halen te moeten aanhooren over autotochten en bergtoeren, dan briefkaarten en folder tjes te moeten bekijken, en, allerergste peni tentie, die boekjes en reisfilms te moeten be wonderen. Een dergelijk echtpaar kwam er toe, toen in het hotel waar zij logeerden, een familie zich had opgemaakt om hun reiskie- ken van een vorige reis te laten zien, langs de diensttrap en door een achterdeur het hotel te verlaten om pas toen ze konden ver onderstellen dat iedereen naar bed was ge gaan, terug te komen. Dit behoeft allerminst gebrek aan belang stelling te zijn: iedereen heeft weieens iets dat hem of haar nu eenmaal niet „ligt", en in dit geval waren dat nu reisherinneringen. Wat intusschen niet wegneemt, dat een willig oor voor reisverhalen altijd een aller- genoegelijkste ervaring is. Men is er immers zóó van vervuld, dat een thuisblijver, die met ongeveinsde belangstelling zijn aandacht er aan schenkt, met vreugde wordt begroet. En zoo wordt er ingescheept voor een nauwkeu rig verslag van al het moois, al het heerlijks, al het ongewoons dat er is beleefd. Pas op, dat u nu van dien belangstellenden toehoorder niet iemand maakt die al kop schuw wordt wanneer hij over reisverhalen hoort, doordat u hem niet éénmaal, maar et telijke keeren hebt doorgezaagd over al uw eigen ervaringen: geen mensch, zelfs hij die uitstekend luisteren kan naar anderen, houdt dat op den duur vol. Iets anders is het weer met de categorie van luisteraars, die u animeert om reisverhalen te doen, maar nauwelijks bent u begonnen of hij grijpt iets uit uw verhaal aan wat hij zelf ook heeft ondervonden, borduurt daarop ver der en u komt met uw verhalen niet meer aan bod, u w reisherinneringen worden omge draaid tot. de zijne, en alleen dat is dan nog maar van eenig belang. Uitermate genoegelijk is het om gezamen lijk reisherinneringen op te halen: degene die juist terug is, komt met zijn spullen, en de andere komt met al het moois van een vori- gen keer; men toetst eikaars indrukken van de verschillende reizen, men bespreekt el- kaars voorkeur en uit dat alles ontwikkelen zich vaak beschouwingen, die een geheel nieuwen kijk op het reizen geven. Maar daar voor moeten beide partijen belangstelling heb ben voor eikaars ervaringen. In het algemeen is het wel gewenscht om met de reisverhalen niet op iedereen los te trekken die ons in den weg komt, maar eerst eens af te wachten en een vischje uit te gooien om te zien of de betreffende personen er al of niet van gediend zijn. Het kan im mers ook best zijn, dat degene, die u er van vertellen wilde, zelf niet heeft kunnen gaan, en voor wie daardoor al die verhalen een be zoeking zijn. Dan is het beter om de plaatjes er over in den. zak te houden en de verhalen in het hoofd, er is zeker wel iemand anders, die het prettig vindt om er naar te luisteren. E. E. J—P. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK ZONDAG: Bouillon met ei Risibisi van kalfsragout Sla Ananasbeignets MAANDAG: Tomaten, gevuld met gehakt Aardappelen Drie in de pan DINSDAG: Runderrolletjes Andijvie Aardappelen Rhabarbermoes met custardvla WOENSDAG: Schotel van gebakken saucijsjes, bloem kool en tomatensaus Aardappelen Hangop DONDERDAG: Varkenscarbonade Slaboonen Aardappelen Flensjes met jam VRIJDAG: Gebakken schol Sla Aardappelen Rijstrand met gestoofde bessen ZATERDAG: Biefstuk Gebakken aardappelen Worteltjes Kruisbessen Ik begrijp het nietzuchtte me vrouw Pieterse, die zich mocht verheugen in het bezit van een spóók van een dochter, dat onze Sofietje zoo...e...eigenaardig is. Vroeger heb ik mij er altijd op verheugd dat ik eenmaal een groote dochter zou heb ben. Wat al plannen heb ik gemaakt! Samen zouden we uit gaan naar lezingen en films, naar theater en concert. We zouden genoeg lijk samen handwerken en winkelen, bezoeken maken en ontvangen. Zij zou al haar vrien den en vriendinnenthuis brengen. Wij zou den gezellige partijtjes geven en zomers zou den we met z'n drietjes op reis gaan en nu zij eindelijk groot isnu is alles zoo heel andersNu komt ze eigenlijk alleen thuis om te slapen en als ze eens een enkele keer thuis is dan zit ze op haar kamer en wil niet gestoord wordenwe weten niet met wie ze omgaatwe weten niet waar ze heen gaat als ze de deur achter zich dicht trektwe hebben geen aandeel in haar levenwij tellen niet mee, wij staan overal buiten Moderne jeugdbromde meneer Pieter se, die allang schoon genoeg had van de eindelooze klaagliederen over Sofietje. Hoe komt het kind zoo zelfzuchtig, piekerde mevrouw. Jij bent niet zooik ben niet zoovan wie hééft ze het Voor haar telt alleen haar eigen genoegen, haar wensch, haar inzicht. Ze neemt niet de minste notitie van hetgeen wij willenhet komt eenvoudig niet in haar op ooit iets te doen of te laten met de bedoeling ons aan genaam te zijn. Dat hebben we toch niet aan dat kind verdiend. Hebben wij ons zomerreisje niet opgegeven om haar naar de wintersport te kunnen laten gaan? Heeft het haar een enkel seizoen aan nieuwe kleeren ontbroken? En wanneer heb ik het laatst iets nieuws gehadDat wéét ik niet eens meer! Nadat we de dienstbode hebben afge schaft heb ik me half dood gesjouwd.zeg zelf of het niet waar ismaar zij heeft nooit hoeven meehelpen in huis. Ik zeg altijd: laat het kind van haar jeugd genieten, zij is maar een keer jong. Later zal zij er ons dankbaar voor zijn Schei maar uit mevrouw Pieterse! Hou maar op met uw klaagliederen want het is uw eigen schuld! Ja zeker, uw eigen schuld en van niemand anders. Negentien jaar lang heeft u dag en nacht niet anders gedaan dan een jong en ongevormd karakter tot in den grond toe bedorven, u heeft er zonder onderbreking naar gestreefd een wanproduct te voorschijn te brengen als resultaat van uw onvermoeid streven. Welnu, dat is u bijster goed gelukt! Waar beklaagt gij u eigenlijk over? Moeders zooals gij zijn er honderden, dui zenden, tienduizenden, allemaal hardwer kende, zich alles ontzeggende moeders, die het o zoo best meenen en o zoo verkeerd doen. Het is niét eerlijk om u te beklagen dat uw dochter is zooals zij is nadat gij haar zelf zoo hebt gemaakt met uw verkeerde goed heid, met uw laksheid, uw egoïsme aan- kweekend gesloof. Heusch mevrouw Pieterse het is uw eigen schuld! U heeft aldus gehandeld uit liefde voor uw kind maar het is een verkeerde liefde want liefde die de slechte eigenschappen aankweekt en opwekt deugt ten eenenmale niet. Geef een klein kind uit pure liefde louter zachte weeke kostjes en gij zult niet alleen zijn spijsvertering grondig in de war brengen, maar tevens zijn gebit onherroepelijk ruïneeren. Ruim allen tegenstand voor uw kind uit den weg en gij zult er verwonderlijk spoedig in slagen er een futlooze zelfzuchtige slappe ling van te maken. De aangeboren menschelijke traagheid is een opperbeste voedingsbodem voor de zelf zucht waarvan wij allen den kiem in ons dragen, want de overwinning der traagheid kost inspanning. Toegeefelijkheid en verweekelijking zijn geen uitleggingen van liefde maar van kortzichtig heid. Noch alleen noch tezamen hebben zij ooit iets behoorlijks laat staan iets goeds tot stand gebracht. De beste dienst, die gij uw kinderen kunt bewijzen is deze: geef hun een harde brood korst om op te bijten als zij klein zijn en voldoende moeilijkheden om te overwinnen als zij grooter worden. Als zij later in het volle leven staan zullen zij in staat blijken zich erdoorheen te bijten. En daarvoor doch niet voor uw goedbedoelde maar domme toegeef elijkheid zullen zij u dankbaar zijn. AMY GROSKAMP TEN HAVE. Nr. 382: aardige jurk voor meisjes van 8 tot 12 jaar. Als materiaal heeft men geruit katoen gekozen, dat afgewerkt is met ka toen in een effen tint. Benoodigd materiaal: 2 meter van 90 centimeter breedte en 50 cen timeter effen katoen voor de garneering. Prijs van het patroontje: 1712 ets. (plus 6 ets. voor porto-kosten). Nr. 383: 3-deelig pakje geschikt voor meis jes van 6 tot 10 jaar. Het bestaat uit een rokje van geruit katoen, waarop een blousje van voile met korte pofmouwtjes en inge haald aan den hals gedragen wordt en daar op een jasje in een effen kleur, afgezet met een kraagje en manchetjes van het geruite katoen. Benoodigd materiaal: 2 maal de hoogte voor het rokje plus 30 centimeter voor de garneering van materiaal, dat 90 centimeter breed is; 1.25 meter voile van 90 centimeter breedte en voor het jasje 1.50 meter effen materiaal van dezelfde breedte. Prijs van het patroon (de 3 deelen samen): 25 ets. (plus 6 ets. voor portokosten). Gelieve verder naam en adres zoo volledig en nauwkeurig mogelijk te vermelden. Men voorkomt daardoor onnoodige vertraging in de verzending. Verder vestigen we er de aandacht op, dat we niet alleen knippatronen leveren van de afgebeelde modellen; doch van ieder ge wenscht model. Toezending van een afbeel ding of schetsje met vermelding van maten is voldoende. Prijzen van deze patronen naar maat zijn: voor een mantel: 60 ets., voor een japon: 50 ets.; voor lingerie en kinderklee- ding: 40 ets. en voor een blouse of rok: 30 ets. per stuk. Het aantal der opruimingen is, ter wille van de winkeliers, die te lijden hadden onder de concurrentie der steeds en overal ver schijnende vliegende winkejs, tegenwoordig door de wet beperkt. Is het een voordeel of een nadeel voor de vrouw, die moet bezuini gen en in haar huishouden en haar kleeding steeds gaarne het beste voor den laagsten prijs heeft? We hoorden de klacht, dat men nu gedwongen was te koopen in een tijd, dat men niets noodig had, terwijl men bij de vele uitverkoopen, altijd kans had in eeni- gen tijd van het jaar dat men een artikel verlangde, ergens een koopje te vinden. Dat het wel eens een koopje was, waaraan men bleef hangen, als men in de vitrine iets aar digs had gezien, dat er zeer verleidelijk uit zag, maar dat bleek niet de goede maat te hebben, zoodat men er toe kwam iets anders, overbodigs te kiezen, wordt wel eens verge ten, door de dames, die zich verbeelden al leen bij opruimingen zuinig uit te zijn. We hoorden dan ook wel van solide ouderwet sche huisvrouwen klachten over de prullen, die door dochters of kleindochters waren in geslagen, alleen uit de manie goedkoop uit te zijn, terwijl haar garderobe reeds allerlei onbruikbare japonnen bevatte. Zij verheug den zich, dat de gelegenheid voor de kooplus tigen verminderd was, want als ze niet in de verzoeking kwamen, zouden zij uit den aard minder koopen. We gelooven, dat er naast eenige waar heid, wel eenige overdrijving zal hebben ge legen in die uitlatingen, evenals we overdrij ving moeten constateeren in de houding der dames, die met zeker meerderheidsgevoel beweren, dat zij nooit koopen op uitverkoo pen, omdat men dan toch maar ouderwetsch goed en minderwaardige waar krijgt. Vast houdend aan het ouderwetsche „goedkoop is duurkoop" houden zij geen rekening met de veranderde tijden en staan wantrouwend te gen alles wat tegen lagen prijs verkrijgbaar is. Het eene uiterste is even ongewenscht als het andere voor hen, die zich niet elke luxe kunnen veroorloven. Wie met een bepaald inkomen moet uitkomen zal bij al haar uit gaven moeten beproeven het beste te kie zen in den tijd, dat zij het werkelijk noodig heeft of binnenkort zal noodig hebben, tegen den billijksten prijs. Zij zal critisch moeten staan tegen onbegrijpelijk lage aanbiedin gen, maar, als na strenge critiek de waar of het artikel goed blijkt te zijn, zal zij het verstandigst doen te koopen en niet vol strekt wantrouwend te zijn, omdat het goed koop is. Wie in een bekend goede zaak een japon koopt van een niet te goedkoope stof, die haar staat, behoeft gewoonlijk niet bang te zijn, dat zij er ouderwetsch zal uitzien. Meestal is men in dergelijke magazijnen de mode een jaartje vooruit, en in elk geval maakt de snit en het eigenmodel van de ja pon deze tot iets aparts, dat tot het laatst toe een gunstigen indruk maakt, terwijl het „flodderjurkje", zooals de ouderwetsche huis vrouw het noemt, den derden keer, dat men het draagt reeds zijn frischheid en cachet heeft verloren. En tegenwoordig verkoopen zelfs de eersterangsmagazijnen in oprui mingstij d voor verrassend lage prijzen. Zoo vertelde een dame ons, dat zij van het jaar nog net toekon met haar zomermantel, maar aan het eind van het seizoen zou zij hem moeten afdanken en zij vond het prac- tisch van zichzelf, dat zij nu een mantel, die haar schitterend paste tegen lagen prijs had gekocht. Het is een kansberekening. Het kan zijn, dat zij het volgend jaar er een zou hebben getroffen, die nog lager in prijs was, het tegendeel zou kunnen gebeuren. In elk geval durfden we wel voorspellen dat zij niet bekocht was, want de mantel had stijl en geen bijzondere modetrekjes, welke hem het volgend jaar onmogelijk zouden maken. Voor haar, die zich niet kunnen veroor loven flink voor den dag te komen met elke nieuwe mode, verdient het altijd de voor keur zich geen buitenissigheden te veroor loven, die slechts enkele maanden worden gedragen, en evenmin mee te doen aan zeer sprekende kleuren, waarbij alleen een hoed en verdere uitrusting in dezelfde kleur aan te bevelen zijn. Wie niet als de Amerikaan- sche in éénzelfde zaak ineens haar geheele toilet compleet uitzoekt, maar de afzonder lijke stukken, al naar de slijtage bijkoopt, kan veel gemakkelijker een geheel bereiken, als zij gewend is enkele kleuren, welke haar persoonlijkheid het best tot haar recht doen komen, te dragen, zooals blauw, zwart, wit, grijs, bruin, dan zeer geprononceerde kleu ren, als groen, rood, paars etc. En als de op ruiming haar dan op het goede oogenblik doet aanloopen tegen een koopje, dat wer kelijk belooft een succes te worden en dat zij niet enkel neemt, omdat het goedkoop is. of in de vitrine zulk een aardig effect had, kan de uitverkoop voor haar een uitkomst zijn. Wie echter niet kan afblijven van al het nieuwe, verleidelijke dat zij overal ontdekt, wenschen we 'n echte vriendin toe, die haar helpt bij haar keuze EMMY J. B. Bij de voorjaars-modeshow was de invloed van het Beiersche costuum al te merken en nu het zomer is geworden, is het Dirndl- costuum in de gratie gekomen. Laten wij beginnen met te zeggen, dat een dergelijk „toiletje" door mannen zeer wordt geapprecieerd, ten eerste om het kleurige, vroolijke, maar niet het minst om het speci fiek vrouwelijke dat er het kenmerk van is. Het strakke lijfje met pofmouwtjes, de ruime rok, het coquette schortje en dat alles dan in felle effen, gebloemde of geruite pa troontjes in afstekende kleuren verlevendi gen onmiskenbaar alles wat er aan vrouwen- kleeding bestaat. Wie die kleurige gevalletjes in het eigen land, in Beieren, ziet, zooals ze daar door vrijwel iedereen gedragen worden, raakt er van bekoord en denkt onwillekeurig: waar om zou ik dat thuis ook niet doen. Maar zij vergeet, dat elk nationaal costuum zijn eigen achtergrond verlangt en dat wij dat Beier sche „décor" van bergen en dalen, bosschen en watervallen, riviertjes en typische huizen hier missen. Daardoor wordt het Dirndl- costuum hier een operette-pakje zooals een Marker-boerinnetje misplaatst zou zijn in de bergen. Wie zich, zooals ons modehoekje vandaag aangeeft, wil laten inspireeren op zoo'n Dirndl-jurkje kan dat natuurlijk zonder vrees voor een niet-passend geheel gerust doen. Maar zij moet dan toch ook wel be denken, dat alleen de zeer slanken en de zeer jeugdigen die een frissche kleur hebben dergelijke boerinnedracht met gratie kunnen dragen. Als broer er beslist nog een badpakje bij moet hebben breit u dit aardige pakje in twee dagen er nog vlug even bij. Benoodigdheden: IV2 knot hardblauwe krimp vrije wol, 2 pennen no. 2V2 en 2 dunnere pennen. We beginnen aan den achterkant en wel bij de linkerpij p. Zet met de dunne pennen 50 st. op en brei een boordje van 8 toeren. Dan be gint het patroon, aan den rechten kant 1 r. 1 aver, aan den verkeerden kant de heele pen recht. Na de tweede pen van het patroon be ginnen we met de gaatjes, waardoor het koord geregen wordt. Hiervoor breit u de pen recht uit tot op 4 st. na, dan omslaan 2 te samen. Bij het breien de lus als steek afbreien. Om de 10 toeren aan die kant een vetergaatje maken en verder den pijp in patroon (telkens 1 r. 1 aver., en recht overbreien) afbreien tot 36 toeren. Rijg de stéken op een draadje. De rechterpijp breien we op dezelfde manier, maar spiegelbeeldig, met de gaatjes aan den voorkant, ook 36 toeren. Dan de beide pijpen op één pen en doorbreien tot boven de boord jes 86 toeren zijn. De 87e toer 80 st. in patroon breien, omkeeren. Recht breien tot er nog 20 st. op blijven staan, omkeeren. 50 st. in pa troon breien, omkeeren. 40 st. recht breien, omkeeren, 30 st. in patroon, omkeeren, 20 st. recht omkeeren, 10 st. in patroon omkeeren, en dan de heele pen recht uitbreien. Nu de steken weer op de dunne pennen zetten en een boorje van 10 toeren breien 1 recht, 1 aver. Vergeet de vetergaatjes niet en ook in het boordje komt aan weerszijden een veter gaatje. Voorzijde. Brei dit op dezelfde manier als de rug, tot er ook 86 toeren af zijn (maar lees links voor rechts en rechts voor links). Brei dan nog 2 pennen er bij en ga over tot de dunne naalden. Een boordje van 10 toeren, ook weer met een vetergaatje. De 99e toer: Kant af 10 st. en brei de pen uit. 100e toer: Kant af 10 st en brei de pen uit, in patroon. Ga door in patroon breien, maar brei bij elke pen recht 2 st. voor en achter te samen, tot er nog 50 st. overblijven, dan zon der minderen nog 5 c.M. breien. Afkanten. Kruis: opzetten 3 st. en in patroon werken maar bij de pen recht telkens van le en laat ste st. 2 maken, tot er 26 st. op de pen zijn. Dan bij de pen recht telkens voor en achter 2 st. te samen, tot er weer 3 st. overblijven. Af kanten. Bretels. Opzetten 3 st. 1 r. 1 aver, breien. Om de pen van de eerste en laatste st. 2 ma ken tot er 15 st. opstaan. Dan 1 r. 1 aver, breien tot de vereischte lengte. Om het knoopsgat te maken, deelen we de pen in tweeën en breien beurtelings die halve pennen 8 toeren op. Dan weer samen brengen en in punt uitbreien d.w.z. om de pen de eer ste en laatste st. te samen tot er nog 3 st. overblijven. Afkanten. De bretels zetten we met een knoop aan den voorkant vast, de slui ting geschiedt ook met een knoop, dan wor den de zijkanten dichtgeregen met een wit koordje en het pakje is klaar. Sp. Th. Sigarenasch is een uitsfekend poetsmid del. Niet alleen alle metalen (ook zilver); maar ook voor vensterruiten, spiegels, enz. Sigarenasch neemt vuile vlekken weg en is zoo fijn, dat men geen krassen krijgt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7