Babbelarij ter Piere Het ontwerp Russische Grondwet. I/touw scUciffl Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT DINSDAG '11 AUGUSTUS 1936 Onvoorzichtig baden kost een menschenleven. Waterschade grooter dan brandschade. Loodscommissaris te Maassluis van fraude verdacht. Oss doet weer eens van zich spreken. Twee families slaags geraakt. Batavier IV dreigde te zinken. RIJKSSTRAATWEG 16 Op 25 November zal een beslissing moeten worden genomen. Militaire documenten ontvreemd. Al die vijven en zessen..; Jongen op Voome verdronken. Omstreeks half vijf is Maandag middag in de Kruiningerhors (Oost- Voorne) dus niet aan het officieele badstrand de 15-jarige W. Verha gen uit Rotterdam verdronken. Zijn zwager, die zelf een goed zwemmer is, dook hem eenige malen na, doch slaagde er niet in den drenkeling boven te bren gen. Dit is het vierde slachtoffer van dit seizoen dat ondanks de vele waarschuwingen en bor den wegens het gevaar ter plaatse, is ver dronken. Bij fabi.cksbrand te Schiedam. Maandagavond omstreeks half zeven ont dekte een surveilleerend agent van politie brandverschijnselen in een opslagplaats van de kwasten- en borstelfabriek der firma J. Jacobs staande aan de Westerkade 2b te Schiedam. De opslagplaats, die gelegen is in de benedenverdieping was gevuld met verschil lende grondstoffen voor het vervaardigen van borstels en kwasten, t.w. teer, hars, olie en an dere ingrediënten, die het vuur een welkome prooi boden. De agent waarschuwde onmid dellijk de fabrieksbrandweer van de naast de kwastenfabriek gelegen breeuwwerkfabriek. Deze snelde toe en begon aanstonds het blus- schingswerk met eenige stralen. De eveneens gealarmeerde Schiedamsche brandweer rukte met groot materiaal uit. Twee motorspuiten, een babyspuit en een ladderwagen haastten zich naar de brandende fabriek. Door de sterke rookontwikkeling was de vuurhaard zeer moei lijk te bereiken. Met twaalf stralen werden groote hoeveelheden water in het vuur ge worpen, zoodat men na aan half uur den brand onder de knie had. In het fabrieksge bouw, waar een dertigtal personen werk vindt, was bij het uitbreken van den brand niemand aanwezig. Over de oorzaak van den brand tast men in het duister. De benedenverdieping, waar het vuur het eerst is gezien, brandde geheel uit, terwijl de kantoorlokalen goeddeels een prooi der vlam men zijn geworden. Het naar boven doorslaan de vuur heeft in de zoldering van de tweede verdieping een gat gebrand, zoodat de brand een oogenblik uitslaand is geweest. De schade, welke door het bluschwater is aangericht, is naar schatting grooter dan de brandschade. Om half acht kon de brandweer inrukken. Terzake van frauduleuze handelingen, als gevolg waarvan voor zoover men tot dus ver heeft kunnen vaststellen het rijk voor een bedrag van 2.500 is benadeeld, is de commissaris van het loodswezen te Maassluis, de heer C. S. gearresteerd. De heer S. is ter beschikking van de justitie te Rotterdam gesteld. MEISJE IN PUNT VAN IJZEREN HEK GEVALLEN. Maandagmiddag is het acht-jarig dochter tje van den heer G. van der Voet op een ijzeren hek gevallen, waarvan een der pun ten het kind in het lichaam drong. Na ver bonden te zijn is het meisje naar het Diaco- nessenhuis te Rotterdam vervoerd, waar zij aan de opgeloopen verwondingen is overle den. Twintigjarige jongeman ernstig gewond. Maandagavond omstreeks tien uur heeft in de Arendsvlucht te Oss een ernstige vechtpartij plaats gehad tus- schen de familie S. en van G. Er was ruzie ontstaan door het uitleenen van een dekkleed dat door de familie van G. was ter leen gegeven. Toen mej. van G. zich Maandagavond naar den heer S. begaf om het kleed terug te halen, werd niet onmiddellijk aan haar verzoek voldaan. Een korte woorden wisseling volgde, waarna mej. van G. naar huis terugkeerde. Niet lang daarna bracht de heer S. persoonlijk het kleed naar van G. te rug. Daarbij kwam het weer tot woorden, nu tusschen den heer van G. en den heer S., en al dra waren zoo goed als de beide heele families aan het krakeelen. Het bleef echter niet bij woor den, want er ontstond een handgemeen, waar in zoowel tusschen het zwakke als het sterke geslacht rake klappen werden uitgedeeld. De zoon van den heer S. merkte plotseling, dat hij door een scherp voorwerp in de borst was getroffen en hij vluchtte daarop zijn woning binnen. Kort hierna trokken beide families zich terug in hun woningen. De 20-jarige S. had intusschen het bewustzijn verloren. Tele fonisch werd de gemeentepolitie gewaar schuwd, die zeer spoedig ter plaatse was en een onderzoek naar het voorgevallene instel de. De politie vond termen om over te gaan tot aanhouding van den 21-jarige van G., die naar het politiebureau werd overgebracht. Daar werd hem een verhoor afgenomen. Hij ontkende echter alle schuld. Het scherpe voor werp had ook zijn sporen achtergelaten in de kleeren van de dochter van S. welke danig gehavend waren. Dr. Wassmann, die den jon gen S. geneeskundige hulp verleende, consta teerde twee steekwonden in de borst en een in den arm. Om half elf was bij den gestokene het bewustzijn nog niet teruggekeerd. RONDLEIDING TENTOONSTELLING OUDE KUNST. Op Dinsdag 11 Augustus des namiddags te 5 uur, na sluiting voor het algemeen bezoek zal op de tentoonstelling van de vereeni- ging van handelaren in oude kunst in het Rijksmuseum te Amsterdam een rondleiding worden georganiseerd door mej. dr. A. E. C. van der Looy van der Leeuw. Kaarten zijn verkrijgbaar bij den portier van het Rijks museum, Oostelijke hoofdingang. Overboord gooien van deel der deklading voorkomt erger. De Batavier IV wilde Zondag, na te Graves- end de passagiers gedebarkeerd te hebben, naar Londen vertrekken. Bij het van den wal gaan was de deklading echter gaan sthuiven, zoodat het schip slagzij maakte over stuur boord en het water door de waterdeur naar binnen kwam. Onmiddellijk werden reddings gordels uitgereikt aan de bemanning en de overgebleven passagiers en met vereende krachten werd daarop een groot deel van de deklading, bestaande uit kratten met tomaten en komkommers over boord geworpen. In minder dan geen tijd dreven tallooze kisten op de Theems. Deze maatregel hielp, het schip richtte zich na ongeveer 10 minuten weer op en kon zijn weg naar Londen ver volgen. Om 3 uur kwam het door Zondag middag aan de kade aan. AANKLACHT TEGEN DE N.S.B. Een R.K. ingezetene* van Amsterdam heeft op grond van artikel 147a Wetboek van Straf recht, dat betrekking heeft op het in voor raad hebben en verspreiden van Godslaster lijke afbeeldingen, bij de politie aangifte gedaan van het feit, dat in den N. S. B.- sigarenwinkel „de Driehoek" te Amsterdam ten verkoop wordt aangeboden en in voor raad gehouden het geschrift „Wordt ook uw kerk een paardenstal?", waarin eenige Gods lasterlijke afbeeldingen staan afgedrukt. DE „TARAKAN" TE NORDHEIMSUND. De N.V. Stoomvaart Maatschappij „Neder land" deelt memde, dat het m.s. „Tarakan", welk schip Zaterdagmiddag j.l. voor zijn 5e jeugdreis met circa 500 jongens en hun leiders naar Noorwegen is vertrokken, volgens tele grafisch bericht van den gezagvoerder na een fraaien overtocht Maandagmorgen te Nord- heimsund is aangekomen. GRONINGEN'S GEMEENTEBESTUUR ACHT STEUNVERLAGING ONAANVAARDBAAR. In de Maandagavond gehouden raadsver gadering te Groningen zijn de aangekondigde wijzigingen in de steunverleening voor werk- loozen besproken. Eén der wethouders ver klaarde namens het college van B. en W„ dat het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor deze verlagingen weigert en dat het deze regeling, welke zonder eenig overleg met het gemeentebestuur tot stand is gekomen, on uitvoerbaar acht. Het college van B. en W. verklaarde zich be reid bij de regeering stappen te doen, die ertoe kunnen leiden, dat de regeling wordt ingetrokken of in gunstige zin wordt gewijzigd JONGETJE VERDRONKEN. Het negenjarig zoontje van den vischhan- delaar Douwe Gnodde te Urk, dat aan het spelen was op een schuit, welke wordt ge bruikt bij de inpolderingswerken. is Maandag middag te water gevallen en verdronken. HAARLEM -N. TELEF 16 7 2 6 v~naf i - met garantle- P«n" vandI loos trekken inbegr. BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur. Zaterd. 912 uur Avondspreekuren Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u. (Adv. lngez. Med.) Over familie-omstandigheden en plantsoenen; over prikkeldraad en folklore;overBaskischemeisjes en de Zomerzon. Op Vrijdag 7 Augustus 1936 een merk waardige en mete orol ogisch-uitzon derlij ke da tum den eersten zomerschen dag sinds 1 Juli van dit jaar heb ik mij ter Piere be geven teneinde van den zeldzamen en dus te heerlijker zonnebrand te genieten, de kernige lucht van de in duizend glanzen zich naar den neveligen einder strekkende zee, met volle teugen in te ademen; boven het strand vol van dikke mama's, zalig-nietsdoende huisva ders en druk-bezige kinderen, een sigaret te rooken, een romannetje te lezen en mij ge lukkig te voelen. Toen kwam er een heer naast mij zitten. Eigenlijk had ik moeten opstaan en hard weg- loopen toen ik den heer zag naderen en met onheilszwangeren blik naar het ledige plaatsje op de witte bank naast mij kijken. Want wie niet een kind is in de kennis van menschen en hun kleine zielen kon aan dezen goedmoedigen, vriendelijken, wat zeurderigen en niet meer piepjongen heer, bij den eersten oogopslag zien, dat hij om een praatje ver legen was. Doch op zoo'n eersten zomerdag is zelfs de op eenzaamheid, stilte en rust gestelde men- schenkenner een menschen-minnaar en vindt hij het hard en onaardig voor zulk een goed- gezinden en babbelzuchtigen heer op de vlucht te slaan, daarbij tevens overwegende dat ge, al vluchtend, dan toch óók uw heerlijke plaatsje onder de zon kwijt bent. Want dezen middag zijn de bioscopen leeg en is vanzelf de Pier vol en zoo vangt dan zonder veel plichtplegingen het gesprek aan; begin nend met „heerlijk weertje vandaag, meneer, 't werd dan ook wél tijd" en wie weet waar het eindigen zal? In ieder geval was dit een heer uit wat wij Hagenaars „de provincie" noemen, daarbij vergetende dat een rechtgeaard Amsterdam mer ook óns tot „de provincie" rekent. In ieder Op 25 November 1936 zal het Russische Bondscongres hebben te beslissen over het nieuwe ontwerp Grondwet, hetwelk is samen gesteld door de daartoe in 1935 ingestelde Commissie Stalin en waaraan het presidium van het Centraal uitvoerend Comité op 11 Juni j.l. zijn sanctie verleende. Wanneer men kennis neemt van de belangrijkste bepalingen van dit ontwerp, dan zal het niemand verba zen, dat de U. S. S. R. (Unie Socialistische Sovjet Republieken) wordt verklaard te zijn een Socialistische Staat van arbeiders en boeren, gegrondvest op de z.g. „Raden van af gevaardigden van de arbeidenden", waarbij alle macht wordt toegekend aan de „arbeiden den" der steden en dorpen. Evenals in de „overeenkomst", getroffen na den burger oorlog, is ook in dit ontwerp gehandhaafd het recht van vrije uittreding voor elke Republiek uit de reeds genoemde Unie. Het Radencon gres, tot op heden het belangrijkste en dus ook het invloedrijkste orgaan, met betrekking tot de staatsmacht, zal plaats maken voor den „Hoogen Raad", aan welk orgaan de wetge vende macht is toegekend. Dit lichaam is op gebouwd uit een tweetal Kamers: de Bonds raad, of Kamer voor de Unie en de Nationali teiten-raad, of de Kamer voor de verschillen de nationaliteiten. De Bondsraad zal een be langrijk kleiner aantal leden hebben dan het thans bestaande Radencongres. Hij wordt samengesteld op een basis van één afgevaar digde per 300.000 inwoners. De laatste Russi sche volkstelling dateert van 1926. Het aantal inwoners werd toen becijferd op pl.m. 170 millioen, maar het is zeker, dat dit aantal op dit oogenblik ongeveer 10 millioen grooter zal zijn. Ook het kiesrecht is gewijzigd. Het hui dige Radencongres wordt gekozen door de Radencongressen der verschillende aangeslo ten Republieken en Autonome gebiedsdeelen, waarbij een scherp onderscheid wordt ge maakt tusschen de steden en het platteland, met dien verstande, dat de stads-afgevaardig- de veel minder inwoners vertegenwoordigt dan de plattelands-afgevaardigde. Het ontwerp- Grondwet kent dit onderscheid niet meer. De Hooge Raad wordt in de toekomst door directe verkiezingen samengesteld voor den tijd van vier jaren en zal ieder jaar tenminste twee maal bijeenkomen, terwijl het Radencongres slechts éénmaal per jaar vergaderde. Deze Hooge Raad verkiest een presidium, bestaande uit één Voorzitter, vier plaatsvervangende Voorzitters, één Secretaris, zoomede 31 leden. Het presidium is het hoogste uitvoerende orgaan, het heeft het toezicht op de Raden der Volkscommissarissen en is bevoegd een re ferendum te houden. De verkiezingen hebben plaats door rechtstreeksche, geheime stem ming van alle burgers, die achttien jaar zijn, zoodat de uitsluiting van kooplieden, die werk nemers hebben om „winst" te maken, van priesters enz., welke op dit oogenblik nog be staat, vervalt. De candidaatstelling zal worden toegestaan aan communistische partijorgani saties, aan coöperaties, vak- en jeugdbonden, zoomede aan cultureele vereenigingen. De Raad van Volkscommissarissen, een college, verantwoordelijk aan den Hoogen Bondsraad en hem zelfs rekenpliohtig, is naast den Hoogen Raad en diens presidium, het belang rijkste regeeringsorgaan. De Volkscommissa rissen worden gekozen door den Hoogen Bondsraad. Wat de sociaal-economische zijde van dit ontwerp-Grondwet betreft, zij gewezen op het uitdrukkelijk vastleggen van den socialisti- schen eigendom van de productiemiddelen. De beide eigendomsvormen zijn die van staats eigendom, of van coöperatieven resp. Kolchoz- eigendom. Onder het staatseigendom vallen de fabrieken, bosschen, mijnen, de banken, het land enz., onder coöperatieven eigendom vallen dan de ondernemingen met alle bezit tingen. De rechten van den burger bestaan in: verzekerde arbeid met een belooning, die ver band houdt met de kwantiteit en de kwaliteit van het geproduceerde, daarnaast het recht op ondersteuning bij ouderdom, ziekte en in validiteit, het recht op ontwikkeling en het recht op verpoozing. Deze rechten gelden zoo wel voor den man als voor de vrouw, voor alle nationaliteiten, voor alle rassen. De vrijheid tot het voeren van anti-religieuze propaganda is ook in dit ontwerp opgenomen; vrijheid van eeredienst is een nieuw recht, hetwelk men den burger wenscht te geven. De vrijheid van het individu is uitdrukkelijk vastgelegd, zoomede de vrijheid van het woord, van de drukpers, van vergadering en van betooging. Naast het duidelijk omschrijven der rech ten is de noodige aandacht besteed aan de plichten der burgers. Daartoe behooren het opvolgen der arbeidsdiscipline, de bescherming van het socialistische eigendom, de alge- meene weerplicht en het nakomen van alle wettelijke bepalingen. Dit nieuwe ontwerp is mede een gevolg van de zich sterk op den voorgrond dringende industrialisatie van Sovjet Rusland, waardoor groepen van nieuwe intellectueelen zijn ont staan, terwijl daarnaast vele achterlijke be volkingselementen uit hun isolement zijn verlost. Of men in het ontwerp een reeks van maatregelen moet zien, die de vergelijking kunnen doorstaan met overeenkomstige rege len bij vele West Europeesehe Staten bekend en gewoonlijk als „democratisch" aangeprezen, valt te betwijfelen. Het blijft immers de vraag, of de in menig opzicht aangeboden vrijheid, inderdaad vrijheid beteekent, of dat wellicht de druk, door tal van organen uitgeoefend, van die vrijheid niets of weinig overlaat. Is men voorts tot dit ontwerp gekomen uit vrijen wil, of waren de binnenlandsche toestanden mis schien mede oorzaak, dat het oogenblik rijp was concessies te doen? Bestond er gevaar voor het al te ver doorgevoerde dictatoriale be wind? Het zijn vragen, die zich aan den objec tieven beoordeelaar opdringen. Het beantwoor den daarvan is natuurlijk uiterst moeilijk. Wie belang stelt in de ontwikkeling van dit onme telijke rijk en zich de moeite getroost de be schouwingen, die ons ter beschikking staan, te volgen, kan in dit ontwerp niets anders zien, dan het volgen van een zekere aanpas singspolitiek, die waarschijnlijk gaat in de richting van een milder regime dan voorheen. Maar als dat inderdaad het geval is, bestaat er des te meer aanleiding den gang van zaken met de grootste nauwlettendheid te volgen. MOLLERUS. geval dat heeft hij mij zelf verzekerd heeft deze heer pensioen, een vrouw die vele jumpers breit en ruzie heeft met haar mans zuster, omdat deze laatste op een villa woont en een auto heeft niet alleen, doch haar neus ophaalt voor lieden die niet in villa's wonen noch auto's bezitten, en drie kinderen, zijn er twee dochters die beide best getrouwd en sa men vijf maal moeder zijn en een zoon, die oppassend is en verkeering heeft met een keurig meisje, weshalve ge duidelijk ziet dat deze heer ten zeerste gelukkig te prijzen is, hetgeen hij zelf erkent en wat een plezierig ding is in deze raarste aller tijden. Hij heeft mij nog véél meer verteld, maar ik denk, dat u dat niet interesseeren zal. Maar wat mijn buurman-in-de-zon van den Haag en Scheveningen vindt, dat mag ik u over brieven, zijnde dit de grootste-gemeene-deeler van de provinciaalsche publieke opinie, welke opinie toch wel waard is gereproduceerd te worden. Ziet, zoo ongeveer sprak de aardige man, den Haag, is een heerlijke stad. Den Haag is een mooie stad. De gemeentelijke dienst der plantsoenen, die op haar kweekgrond in Klein- Zwitserland de mooiste boomen, heesters en bloemen kweekt, heeft van alle parken, plantsoentjes en stukjes groen iets héél bij zonders gemaakt, dat de stad een zoo char mant aanzien geeft als zeker geen stad in Holland kan vertoonen. Ik heb genoten van het intieme parkje Marlot met zijn aardige water tje, zijn mooie beelden, zijn hooge boomen en gezellige zitjes tusschen de bloemen; het West- broekpark is een juweel met zijn vijver en knusse laantjes; de Boschjes met hun water partijen en dicht-donker naaldhout, het Bosch met zijn heerlijke vijvers waaraan die in het Bois de Boulogne en in het Bois de Cambre niet tippen kunnen; het jonge Zuiderpark dat nu al zoo vol en zoo geurig in bloei staat ieder gazonieder plantsoentje rond een electrische klokelk stukje gras met een bloembed eriniedere glooiing van een watertjehet Rosarium met dat blanke beeld van onze Koningin Emmahet is alle maal even aardig en mooi en origineel ver zorgd. De heeren van de Haagsche plantsoenen zijn menschen met een groote liefde in het hart en uitmuntende kennis. Dat is heerlijk van den Haag. Maar wat verschrikkelijk is, dat zijn de buitenwegen. Die wandel-greppels tusschen hoog prikkeldraad. Dat geeft de menschen uit de provincie die gewend zijn te loopen waar zij loopen willen en te dwalen, daar waar hun hart het hun zegt een onaangenaam gevoel van gevangenschap. Nergens in die prachtige glooiende duinlandschappen van de Kieviet en Meyendell tot het strand en van de Wasse- naarsche Slag tot den Watertoren kun je eigenlijk ergens anders loopen dan op die door de overheid afgepaalde wegen. De romantische geheimzinnigheid van ontdekkingstochten langs de windende duinpaadjes en konijnen weggetjes, waarvan je elders zoo heerlijk en vol op, dagen en weken lang genieten kunt die bestaat rond Den Haag niet. En zoo maak je hier dan je Zondagsche „duinwandelingen" langs keurig aangelegde, hard-gestampte en witte wegen, tusschen twee eindelooze rijen steenen palen met vier oneindige reeksen prikkeldraad verbonden, dóór, mét de duizen den anderen, die dan toch ook wel hun flinke tippeltocht willen maken. Zoodat ge tenslotte eigenlijk even goed de Spuistraat of de Kneu terdijk heen en weer kunt loopen, waar het Zondags niet zoo'n volle, steedsche en drukke pantoffelparade is, als „in de duinen", wat eigenlijk niet anders beteekent dan: tusschen het prikkeldraad, die de duinen ontoeganke lijk maken en langs de honderden bordjes die naar het wetboek van Strafrecht ver wijzen. „En dat valt me nou zoo tegen van den Haag" zei de meneer naast me. „En daar hebt u schoon gelijk in, want wij Hagenaars denken er net zoo over als u en die prikkels zijn ons even zoovele duizenden door nen in het steedsche oog als u in het dorpsche" antwoordde^ ik en bood den heer een sigaret aan, die hij even minzaam als beslist afwees een pijpje bij het woord voegende. Maar over Scheveningen en hoe dat aan gepakt wordt, waren we alle twee bést te spreken. Dat Folkloristische Feest dat onder leiding van den ter zake kundigen Van der Ven gevierd is in het Kurhaus en de hotels, met demonstraties, bals en jool, met zang en dans en Baskisch worstelen zelfs, dat was af. Hoe aardig die Fransche bo>erendeerns, tenger en rijzig en coquet als steedsche juf fers bij óns niet eens altijd zijn, met hun prachtige wit-overhuivende, sohuim-lichte mutsen, hun diep-zwarte rofckenweelde, hun roode monden en blanke tanden. Hoe die jubelden en joolden in haar liedjes, hoe zij dansten, bij de échte demonstratie 's mid dags. met hun eigen jonge kerels, maar des avonds op het groote bal zoowaar ook met deftige Haagsche heeren, die onder het mom der volkenverbroedering een walsje moch ten wagen met die vreemde boerinnetjes van de verre, blauwe kust. Er waren Polen en Joego-Slaven Limburgscbe mijnwerkers met hun vrouwen en zusters en meisjes er waren dikke Beieren die schuh-plattlernden en joech-hée-den dat het een aard had en dan was er eigenlijk wel het best van al dat vleesoh en bloed van eigen bodem, dat mooie Bevelandsche a Capellakoor, dat de wijding van de Goesohe Maria Magdalena- kerk om zich had, en de weelde van de Zeeuwsche akkers meedroeg in zijn rijzige mannen- en vrouwenfiguren, die zoo koste lijk zongen dat de toeschouwers er stil van werden. Ja, dat was een wél geslaagd feest, zei mijn buurman, dat was knap en keurig en mooi voor elkaar, er was heusehe goedgezinde stemming meteen ondergrond van ernst: de innige verbondenheid van den mensch aan zijn overgeërfde en ingeboren zeden en gewoonten. En die aardige buurman-van-me op het bankje in dien echten zomermiddag op de Pier had nog véél meer over Den Haag en Scheveningen te vertellen; lovends véél en lakends weinig. Maar daarover schrijf ik u in mijn volgenden brief. Alléén nog even dit: dat we een paar uur lang gebabbeld hebben en dat ik de eenzaamheid en de stilte vergeven het mij een kleine leugen heb moeten te baat nemen om zijn vriendelijk heid ten slotte te ontloopen. Provincialen zijn soms héél lang van stof. Vooral wanneer zij het er in de vacantie eens van nemen kunnen. Maar die verwijdering tusschen zijn vrouw en zijn zuster is onoverbrugbaar. Een villa en een auto gaan nu eenmaal niet samen met een theelichtje en breipennen. Dat zag die meneer zélf óók wel in. Mr. E. ELI AS. PARIJS 10 Aug. (D.N.B./A.N.P.) Op het station van C'hambery is men een diefstal van belangrijke militaire documenten op het spoor gekomen. Toen daar gisteren een geplom beerde wagon werd geopend om eenige kisten uit te laden, bleek, dat een kist met plannen van den generalen staf betreffende de ver dediging der Alpengrens was opengebroken. Een deel van den inhoud der kist schijnt te ontbreken. De wagon was Donderdag uit Pa rijs vertrokken. De politie heeft zich met het ministerie van oorlog in verbinding gesteld, om na te gaan, welke documenten gestolen zijn. Al die vijven en zessen tegenwoordig bij de opvoeding daar hoorde je in mijn tijd niet van mopperde onlangs de Vader-die- het-alle en-weet. En ik doe er ook niet aan hoor ver volgde hij. Met al die buitenissigheden maken de menschen de rijpere jeugd zelf dwaas (eigenlijk zei hij rabbelkops maar dat vind ik zoo'n raar woord!) U heeft gelijk gróót gelijk! prees de grootmoeder van de jongen-die-voor-galg- en-rad opgroeide. Die vrijheid tegenwoordig het is meer dan erg! wie had er vroeger ooit gehoord van al die overdreven dingen die wij nooit gehad hebben en waar zij nu niet meer bui ten kunnen. Ik vind het fijn dat de jongeren het tegen woordig zooveel prettiger hebben dan wij het ooit gehad hebben sprak de moeder van de galgestrop, terwijl zij opstond om te gaan. De vader-die-bet-alleen-wist wisselde nee- maar-nou-vraag-ik-je blikken met de oude dame. We eten vandaag vroeg Bobby moet naar een jeugdconeert verontschuldigde de jonge vrouw haar vroegtijdig heengaan. Twee paar oogen werden ten hemel ge slagen. Een jeugdconeert.heb je ooit van, je leven Zijn er vroeger voor ons ooit aparte con certen gegeven? Stel je voor! het wordt hoe langer hoe gekker. Eet jullie nu beusch allemaal vroeger om dat die jongen uit moet? vroegen wij toen wij samen naar huis liepen. Allemaallachte de moeder, we zijn maar met z'n drietjes. Ja maar het is toch eigenlijk de ver keerde wereld dat ouderen hun gewoontes veranderen en zich schikken naar een jon gen van zeventien jaar al is het dan ook maar voor een enkelen keer! Neen sprak de jonge vrouw, dat ben ik heelemaal niet met je eens. Gelijk zou je pas hebben wanneer het ge woonte werd dat de belangen der ouders moeten wijken voor de jeugd en wanneer de jongeren dat als iets vanzelfsprekends dat hun toekomt zouden beschouwen. Zoolang een groote jongen de bereidwil ligheid van vader en moeder om hem ter wille te zijn, met opoffering van eigen ge mak of gewoonte weet te waardeeren, zoo lang hij er zich van bewust is, dat het aan vaarden van deze inschikkelijkheid hem de verplichting oplegt, om zijnerzijds een even groote bereidwilligheid te toonen, wanneer het gaat om hun genoegens of gemak dan doet hem dat meer goed dan kwaad zou ik zeggen. Ja maar de jeugd is egoist de jeugd aanvaardt niet alleen weldadten in allerlei vorm maar eischt ze zelfs en denkt er niet aan hiervoor iets terug te doen. De jeugd is heelemaal niet egoïst de jeugd heeft een uiterst zuiver ontwikkeld gevoel voor recht en redelijkheidwierp de jonge vrouiw heftig tegen. Als de jeugd egoist is dan is zij zoo geworden door de laksheid en de gemakzucht der ouderen, die voor een heel groot gedeelte niet wisten hoe zij er mee aanmoesten en het er toen maar bij hebben laten liggen. Dus je wilt zeggen Ik wil zeggen dat mijn jongen geen haar beter of slechter is dan honderden andere jongelui van zijn leeftijd uit een gelijk mi lieu en dait die anderen precies evengoed waar dee ring kunnen hebben en uiten voor datgene wat hun ouders voor hen over heb ben, dat zij evengoed het systeem van met- gelijke-munt-betalen zouden kunnen toepas sen, als het hun maar bijgebracht was, toen zij nog klein genoeg waren om er aan te wen nen, als aan iets uit het dagelijksche leven, dat nu eenmaal zoo hoort en niet anders. In den prillen lente-avond liepen wij naar huis en wij peinsden over het probleem van de rijpere jeugd. Het systeem van met gelijke munt beta len Moet je je kinderen dan laten betalen voor de liefde en de zorg die je ze schenkt. Is dat begrip niet strijdig met de meest ele mentaire beginselen van ouderliefde. Doen wij dat wat wij voor onze kinderen doen niet van ganscher harte met heel onze liefde? Werpen wij het denkbeeld niet verre van ons, als zouden wij daarvoor iets terug willen ontvangen, in welken vorm dan ook? De meesten onzer zullen deze vraag met een volmondig ja beantwoorden. En toch en toch is er nog een andere kant aan deze kwestie. Wij kunnen vragen om een tegenprestatie ten eigen behoeve, maar wij kunnen ook een tegen-prestatie eischen voor het welzijn van het kind. De rijpere jeugd bezit inderdaad een zeer subtiel en zuiver ontwikkeld recht vaardigheidsgevoel, waarop zelden tever geefs een beroep zal worden gedaan. Het is dit rechtvaardigheidsgevoel, dat naar twee zijden moet worden ontwikkeld: niet alleen het eigenbelang moet een punt van overweging uitmaken, ook anderer be lang moet ten volle meetellen. De moeder, die een middag besteedt aan de voorbereidingen voor de ontvangst van de leden van de tennisclub van haar acht tienjarige dochter, om den volgenden dag een torenhooge stapel gebruikte bordjes en kopjes te vinden, is volkomen gerechtigd om te eischen, dat genoemde dochter thuis blijft en zich aangenaam maakt als twee dagen later de oud-oom van de familie met zijn jicht, zijn slecht humeur en zijn stok oude moppen op visite komt. En als bet een kwestie is van och-laat- maar-want-anders-'komt-er-weer-herrie, dan is dat het beste bewijs, diait die moeder schro melijk tekort-geschoten is, toen het tijd was om met het systeem van-geven-en-nemen te beginnen. Het gansche leven en heel het maatschap pelijk bestel berusten op het systeem van geven en nemen. Gelukkig de jongeren, die in hun prille kinderjaren hieraan met vaste hand zijn ge wend en die later in de huiselijke omgeving de gelegenheid hebben gehad, om met hulp en leiding van een verstandige moeder bet aangeleerde in de practijk in toepassing te brengen. AMY GROSKAMP-TEN HAVE, II

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2