Prof. Dr. A. A. Nijland
overleden.
Bij Doorzitten
Werk!
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1936
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
Noodlottige twist tusschen
zwagers.
Auto tegen een boom gevlogen
Jonge vrouw door tram
overreden.
en Zonverbranding
Jnft"""" Verzacht en geneest
Terugkomst van Koningin en
Prinses uit het buitenland.
Inschakeling van den midden
stand gevraagd.
Zusjes zien broertje verdrinken
en zeggen niets.
Groote brand in complex
loodsen.
Inbrekersbende berecht.
De verkoop van twee vlieg
tuigen naar Engeland.
Vragen van Kamerleden
beantwoord.
19 Augustus:
IETS OVER DE PARAPLUIE.
Omtrent de parapluie, dit ook voor
Nederlanders zoo onmisbare voorwerp,
deelt een Pransch blad de navolgende
bijzonderheden mede:
De parapluie is een uitvinding der
Chineezen. Uit China werd zij eerst in
Indië en later in Griekenland ingevoerd;
volgens het verhaal toch maakte reeds
Pythagoras, terwijl hij zijn leerlingen
onderwees, gebruik van een parasol om
zich tegen de zonnestralen te beschut
ten.
Bij de Romeinen was de parapluie een
weelde-artikel voor de rijke patriciërs en
deftige vrouwen.
De Portugeezen brachten later de
parapluie uit Indië van Afrika naar hun
land; daarna werd het gebruik ervan
bekend in Engeland en in de helft van
de 16de eeuw zag men de eerste parapluie
aan het hof van Frankrijk.
Zeer bekend sterrekundige is
heengegaan.
Prof. dr. A. A. Nijland.
Eén van hen ernstig door messteek gewond.
Dinsdagmiddag te vier uur stond op den
provincialen weg onder Uitgeest een zekere
Schaafsma zijn zwager van Deyzen op te
wachten. De verhouding tusschen beide fami-
'eleden was al langen tijd niet goed. Van
>eyzen, die vroeger in oneenigheid met zijn
/rouw heeft geleefd, stond op slechten voet
•net zijn aangetrouwde familie. Toen Dins
dagmiddag' zijn zwager Schaafsma hem op
wachtte en om geld maande, ontaardde het
gesprek wederom in een twist, die zoo hoog
liep, dat van Deyzen Schaafsma met een mes
een steek toebracht, waardoor de rechterlong
werd getroffen. De getroffene bloedde hevig
en werd per auto naar het huis van zijn
ichoonouders vervoerd.
De politie heeft den dader gearresteerd en
aan een verhoor onderworpen.
Enkele inzittenden gewond.
Dinsdag is aan den voet van den afrit van
de nieuwe Berkumerbrug bij Zwolle een auto
uit Groningen, die op weg was
naar Amsterdam, in volle vaart tegen een
boom opgevlogen, toen de bestuurder bij het
passeeren van een welkwagen voor een tegen
ligger wilde uitwijken. Door de botsing werd de
auto totaal vernield. Van de zeven inzittenden
kreeg een der dames een ernstige hersen
schudding, een andere dame liep bloedende
verwondingen aan het hoofd op, terwijl haar
bovendien eenige tanden uit den mond werden
geslagen. Na ter plaatse verbonden te zijn is
het gezelschap naar Zwolle vervoerd.
Doos 30ct. Bij Apoth.en Drogisten
(Adv. Ingez. Med.)
Naar wij vernemen, ligt het in de bedoe
ling van de Koningin en de Prinses om Za
terdag 22 dezer uit het buitenland op het
paleis Het Loo terug te keeren.
PRIJSVERLAGING VOOR V.I.T.A.-TARWE
GEVRAAGD.
De Nederlandsche vereeniging van werk
gevers in het bakkersbedrijf heeft zich tot
den minister van Landbouw en Vissoherij
gewend, met het verzoek ten spoedigste
maatregelen te willen treffen, welke be
oogen den prijs der V.I.T.A.-tarwe zoo spoe
dig mogelijk te verlagen met een bedrag als
onder de huidige omstandigheden is gerecht
vaardigd.
Bij verstrekking van levensmiddelen in natura
De heer Stumpel, lid der Tweede Kamer,
heeft de volgende schriftelijke vragen ge
steld aan den minister van sociale zaken:
1. Is het juist, dat bij de voorgenomen wij
ziging van de steunregeling voor werkloo-
zen, het tevens in het voornemen der regee
ring ligt over te gaan tot uitbreiding van de
verstrekking van levensmiddelen in natura?
2. Is het de regeering bekend, dat tot nu
toe in vele gemeenten bij die verstrekking in
natura de middenstand bij de distributie werd
uitgeschakeld?
3. Is ook de regeering niet van oordeel, dat
daardoor aan den toch reeds in zoo groote
moeilijkheden verkeerenden middenstand een
deel van den omzet is ontnomen en dat het
daardoor veroorzaakte nadeel nu, bij de uit
breiding dier verstrekking nog belangrijk
grooter zal worden?
4. Is de regeering bereid zoodanige maatre
gelen te nemen, dat in den vervolge bij de
verstrekking in natura de middenstand wordt
ingeschakeld en dan tegen een wel zeer ma
tige, maar toch den arbeid loonende vergoe
ding, daar het niet-nemen van zoodanige
maatregelen tot gevolg zou hebben, dat steeds
meer middenstanders den strijd om het be
staan zouden moeten opgeven en daardoor op
blij venden steun van de overheid zouden wor
den aangewezen?
Naar huis geloopen en daar de toedracht
verteld.
De 8-jarige P. v. fi. M., ^onende aan de Lin
ker Rottekade onder Terbregge is Dinsdag
middag in het strandbad in de Kralingsche
Plas gaan zwemmen. De knaap is over de om
rastering geklommen en kwam daardoor in
het diepe gedeelte van het bad terecht. Daar is
de jongen verdronken. Twee zusjes, die hem
vergezelden, zijn daarop naar huis geloopen
en hebben het gebeurde verteld. De politie is
toen gaan dreggen en heeft omstreeks zeven
uur het lijkje van den knaap opgehaald.
„Koopt tandpasta uit eigen land,
Dat geeft meer werk in Nederland."
„IVOROL". De Nederlandsche tandpasta.
(Adv. Ingez. Med.)
Zij komen, die heemen, in het avondlijk
duister van een bijeenkomst op Akendam.
Zij zijn leiden van een sohildersge.nootschap
Pictura, wier namen mej. Carelisen in haar
artikel opsomt, en waarbij wij vele beken
den uit het Teekencollegie, waaruit later
weer Kunst Zij Ons Doel ontstaan zou
tegenkomen. Horstink, De Nooy, Van Brussel
Wout eras Moll onder anderen, om er slechts
enkelen te noemen, die voor de lezers onzer
feuilletons ;geen onbekenden behoeven te
zijn. Natuurlijk behoort ook Visser Bender
tot hen en Pieter Barbiers en vinden wij
wasch-echte Haarlemsche namen als Van
Reysen, Sa vrij, Betmme, Severeinse enz. op
het ledenlijstje vermeld. Je reinste dilettan
tisme ging in die dagen broederlijk samen
met gecultiveerde vakkennis en beschaving, j
waardoor men maar al te mak geneigd was, j
later, de geheele kunstproductie dier periode
als van nul en geener waarde te beschouwen. I
Een onbillijkheid, die wij in verscheidene
deizer kleine feuilletons hebben kunnen aan-
toonen, door op figuren als Hendriks, Moll,
De Nooy etc. de aandacht te vestigen. Ware
Visser Bender niet reeds in 1813 gestorven,
dam zou hij zeker éen der interessantste fi
guren uit zijn tijd, gebleken zijn. De gravu
res, die hij maakte naar het werk van an
deren, ken ik niet uit eigen aanschouwing,
doch ze werden door zijn tijdgenooten zeer
geroemd. „Zijne graveerstift was zuiver ien
Een paard en drie ponies omgekomen.
Hedennacht omstreeks twee uur is brand
uitgebroken in een complex loodsen aan den
Langeweg, toebehoorende aan de gemeente
Rotterdam, die deze gebouwen verhuurd had
aan den heer Mudde, welke op zijn beurt deze
weer aan verschillende personen onderver
huurd had.
Een van deze gebouwen diende als opslag
plaats voor veekoeken en als werkplaats voor
eenige particulieren, die daar booten bouwden.
Twee loodsen waren in gebruik bij het recla
me- en verhuisbedrijf van de firma Smit, die
daar o.m. eenige paarden had gestald. Het
was daar, dat omstreeks half twee een agent
van politie vannacht de paarden hoorde. Hij
is toen op onderzoek uitgegaan, doch kon niets
ontdekken, Toen hij even later op den Ouden
dijk liep zag hij een vuurgloed en toen hij te
rugkwam, zag hij dat het geheele complex in
lichterlaaie stond.
De brandweer, die onmiddellijk gewaar
schuwd werd, verscheen spoedig met veel ma
teriaal ter plaatse, maar, hoewel ontzaglijke
watermassa's in de vuurzee geworpen werden
en ook de wind zeer gunstig was, zoodat voor
uitbreiding geen gevaar bestond, kon zij niet
verhinderen, dat de drie middelste loodsen
totaal plat brandden. Een vierde gebouw, dat
in tegenstelling met de andere, van steen was
opgetrokken, heeft veel brand- en waterscha
de opgeloopen.
Men slaagde er nog in om eenige paarden
van de firma Smit naar buiten te brengen,
doch 1 paard en drie ponnies kwamen jam
merlijk in de vlammen om
Bij dezen brand is nog een klein ongeluk
gebeurd. Toen een der spuitgasten een straal
water op het vuur richtte, heeft hij blijkbaar
een der paarden geraakt, dat toen op de
vlucht sloeg en hem daarbij tegen den grond
wierp. Het slachtoffer, de 46-jarige H. Lip is
naar het ziekenhuis aan den Bergweg over
gebracht, waar geconstateerd werd dat hij
vermoedelijk een zware hersenschudding had
opgeloopen.
Te kwart voor vier kon gezegd worden dat
men den brand meester was.
Omtrent de oorzaak van den brand staat
nog niets vast, terwijl ook nog niet gezegd
kon worden hoe groot de schade is. Deze
laatste zal vermoedelijk echter niet groot zijn
en grootendeels door de verzekering gedekt
worden.
KLEINE IN KOKEND ZEEPSOP GERAAKT.
Het tweejarig dochtertje van de familie Ro
vers te Vinkei (N.B.) is Dinsdagavond bij het
spelen in een emmer met kokend zeepsop ge
raakt. Toen de moeder het ongeval merkte
waren de levensgeesten van de kleine reeds
geweken.
Voor de rechtbank te Almelo stonden Dins
dag vier Almelosche werkloozen terecht, J. J.
M., J. L., H. L. en H. K. De laatste liet ver
stek gaan omdat hij in een ziekenhuis ver
pleegd wordt.
De verdachten hebben in het voorjaar van
1935 diverse inbraken gepleegd in de stad,
waarbij voor eenige duizenden guldens in to
taal Werd buitgemaakt, o.a. f 1800 bij een al
leenwonend typograaf en f 1900 bij een aan
nemer.
Tenslotte wist de politie de daders op het
spoor te komen en zij legden een volledige
bekentenis af. Het geld is voor het grootste
deel verbrast, o.a. te Amsterdam, terwijl er
verder kleeren enz. voor gekocht zijn.
Bij het verhoor bleek, dat verdachten spe
ciaal er op uit trokken, als er bruiloften en an
dere festiviteiten gevierd werden, waarbij de
bewoners afwezig waren. Zoo hebben de die
ven bij den aannemer ingebroken, toen de
bruiloft van den zoon gevierd werd. Zij hebben
f 700 gestolen, bestemd voor de meubelen van
het bruidspaar. Sindsdien is de buidegom
voortdurend ziek geweest en heeft het nog
steeds met zijn zenuwen te kwaad.
De eisch was tegen M, en J. L. 2% jaar ge
vangenisstraf, tegen H. L. IV2 jaar en tegen
K. negen maanden.
bevallig en zijne behandeling uitvoerig"
zegt een historieschrijver zijner dagen, en
dat hij „van oog zoo fiks, van hand zoo juist"
was, zooals Adriaan Loosjes in zijn lijkdicht
op Visser Bender zegt, wijst er wel op dat
hij echte graveursqualiteiten bezat. In de
prentkunst-litteratuur wordt van hem een
gravure vermeld, die hij naar een schilderij
van Wybrand Hendriks maakte: Twee jagers
in een interieur met het buitgemaakte wild
op tafel uitgestald. Verder voorstellingen
van de bloem- en aardbeienmarkt te Am
sterdam, die hij naar kleine aquarellen van
Cats vervaardigde en nog enkeie andere
prenten naar dieren door P. J. van Os.
Doch zijn eigen geest legde hij het meest
bloot in de vlotte en toch zoo zekere karak
teristiek, waarmee hij den inidividueelen
mensch typeeren kon. De verzameling in
Teyler daarvan is even aantrekkelijk als
amusant, want aan humor ontbrak het Vis
ser Bender al evenmin. En on,s plaatje van
deze week legt evenzeer getuigenis af van
zijn echt picturale begaafdheid, zooals wij
hierboven getracht hebben aan te toonen.
Zelfs in de simpele reproductie ln wit-en-
zwart kan men zich gemakkelijk de kleur
en de sfeer indenken. Visser Bender is on
getwijfeld onder de schilders een geboren
artist geweest.
J. H. DE POIS.
Niet zeker, dat de toestellen later naar
Spanje zijn gevlogen.
De minister van Staat, voorzitter van dei»
raad van ministers dr. H. Colij n heeft ge
antwoord op vragen van den heer Schalker
in verband met een poging tot aankoop van
Nederlandsche vliegmachines, ten behoeve
van de rebelleerende Spaansche militairen.'
Het is der regeering bekend, dat een Span
jaard, zich r.oemened Morenas, begin Augus
tus in Nederland heeft- vertoefd en den 3den
dier maand per vliegtuig van den gewonen
dienst der K.L.M. met onbekend doel naar
Croydon is vertrokken. Tijdens diat verblijf
heeft hij gepoogd een tweetal vliegtuigen
van de K.L.M. te koopen en naar Spanje te
doen vervoeren, welke verkoop door de re
geering is belet. Op den lOden Augustus be
vond Morenas zich blijkbaar opnieuw in Ne
derland en heeft toen de directie van de
K.L.M. te Schiphol van Amsterdam uit op
gebeld met de vraag, of hij nog vliegtuigen
zou kunnen koopen. Het antwoord op die
vraag luidde ontkennend.
Daarmee waren de bemoeiingen van de
K.L.M. met den heer Mtorenas 'beëindigd.
Voor zoover bij een onmiddellijk na ont
vangst der vragen ingesteld onderzoek is
kunnen blijken, vertoeft de bedoelde vreem
deling niet meer in Nederland.
In afwachting van de internationale non-
interventie-overee.nikomst, waarover thans
door die groote mogendheden overleg wordt
gepleegd, heeft de regeering bestóten, voor
zoo ver haar bevoegdheid strekt, ook te ver
hinderen, dat tijdens deze onderhandelin
gen burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zou
den worden geleverd..
Vragen van den heer
Polak beantwoord.
De minister van Staat, voorzitter van den
raad van ministers heeft geantwoord op
vragen van den heer Boüak betreffende den
verkoop van twee Nederlandsche vliegtuigen
naar Engeland:
Het bericht van het AN.P., waarnaar in'
de eerste vraag verwezen wordt is, voor zoo
ver het feit van den verkoop van twee K.
L. M.-vliegtuigen aan een Britsche luchtver-
keersmaatschappij betreft, juist. De vergun
ning daartoe werd door de regeering 8 Aug.
verleend.
Deze verkoop betrof 2 Pokkertoestellen
van het type F 7b aan de Crilly Airways
Ltd., aan welke maatschappij de K.L.M. ook
reeds in het verleden oudere toestellen had
verkocht.
Aangezien de uiteindelijke bestemming van
een vliegtuig, dat naar het buitenland wordt
verkocht, uit den aard der zaak niet kan
worden gecontroleerd, doch er althans voor
moest worden gezorgd, dat de levering plaats
had overeenkomstig de transactie, waarvoor
goedkeuring werd verleend, heeft de regee
ring aan de K.L.M. de voorwaarde gesteld,
dat de beide vliegtuigen door Nederlandsche
piloten naar Engeland zouden worden ge
vlogen en daar door den Britschen kooper
zouden worden overgenomen, terwijl zij de
Nederlandsche bescheiden, bij de vliegtuigen
behoorend, weder naar Nederland moesten
terug brengen.
Aan dezen eisch is voldaan, daardoor hiel
den de beide vliegtuigen van het tijdstip van
de aflevering op van Nederlandsche natio
naliteit te zijn en waren zij overgegaan in
het bezit van den kooper.
De verkoop van oudere vliegtuigen aan
andere verkeersmaatsehappijen is een nor
male en veelvuldig voorkomende transactie,
aan welke de regeering geen hinderpalen in
den weg pleegt te leggen. Zij vond in de
omstandigheid, dat in een ander Europeeseh
land een burgeroorlog woedde, geen aanlei
ding thans den verkoop van de betrokken
twee vliegtuigen aan een bona fide Britsche
verkeersmaatsehappij te bemoeilijken. Daar
zich in Engeland vele vliegtuigen van Ne
derlandsche herkomst bevinden, is voorts
niet bekend, dat juist deze beide vliegtuigen
een andere dan de gedachte normale be
stemming hebben gekregen.
Het is niet juist gebleken, dat een Span
jaard bij de onderhandelingen over den ver
koop van deze vliegtuigen betrokken was.
Reeds vóór de vrager zijn vragen tot de
regeerinig richtte, is een andere onderhan
deling over verkoop van vliegtuigen, pp
wensch der regeering, afgebroken, aangezien
de kooper niet als een bona fide verkeers
maatsehappij kon worden beschouwd. In
afwachting van de internationale non-inter
ventie-overeenkomst, waarvoor thans door
de groote mogendheden overleg wordt ge
pleegd, heeft de regeering besloten, voor
zoover haar bevoegdheid strekt, ook te ver
hinderen, dat tijdens deze onderhandelin
gen burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zou
den worden geleverd.
Op de handelingen van het stoomschip
Lodewijk zal, zoolang dit vaartuig zich in
Nederlandsche havens bevindt, wonden gelet.
OVERREDEN EN GEDOOD.
De 64-jarige gepensionneerde postbeambte
Wouters te Reek (N.B.) is Dinsdagavond om
kwart over acht bij het oversteken van den
rijksweg door een personenauto gegrepen en
op slag gedood.
Op 64-jarigen leeftijd is te Utrecht
overleden de bekende astronoom prof.
dr. A. A. Nyland, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht en direc
teur van de Sterrenwacht aldaar.
Professor Doctor Albertus Antonie Nijland
werd 30 October 1868 geboren te Utrecht. Hij
bezocht daar het gymnasium, en studeerde er
aan de Universiteit wis- en natuurkunde. Hij
werd in 1895 aangesteld tot observator aan de
Utrechtsche Sterrewacht en promoveerde op
November 1897 tot doctor in de wis- en ster-
rekunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op
het proefschrift: „Uitmeting van den stenen-
hoop G.C. 4410". De waarnemingen hiervoor
waren zoowel rechtstreeks aan den hemel met
een aan den kijker bevestigde micrometer ver
richt alswel verkregen door middel van foto
grafische platen. De destijds zeer bekende
Utrechtsche Professor Oudemans en de Leid-
sche Hoogleeraar H. G. van de Sande Bak-
huyzen hebben veel bijgedragen tot de weten
schappelijke vorming van den jongen doctor.
Op 23 September 1898, nog geen jaar na zijn
promotie, aanvaardde Dr. Nijland op 30-jarigen
leeftijd het hoogleeraarsambt aan de univer
siteit te Utrecht met de intree-rede: „Het
recht van bestaan der kleine sterrewachten".
Hij zette daarin uiteen hoe men zich op
wetenschappelijke wijze in de Sterrekunde
nuttig kan maken zonder kostbare instrumen
ten te gebruiken of door geheel zonder deze
te werken. Vooral de veranderlijke sterren zijn
volgens de jonge Prof. Nijland, bij uitstek de
objecten, wier waarneming' warm aanbevolen
kan worden bij den astronoom, die niet over
een moderne en veelzijdige inrichting be
schikt. In zoo'n geval verkeerde dan ook
Prof. Nijland met het bescheiden instrumen
tarium van de Utrechtsche Sterrewacht op de
Zonneburg.
Dat de veranderlijke sterren inderdaad
Prof. Nijland's grootste belangstelling hadden,
komt duidelijk tot uitdrukking in zijn buiten
gewoon talrijke publicaties over dit onder
werp. In de officieele publicaties van de
Utrechtsche sterrewacht: „Recherches astro-
nomiques de l'Observatoire d'Utrecht", waar
van het eerste en tweede deel in 1861 door den
hoogleeraar M. Hoek werd uitgegeven, tref
fen we ten eerste in deel 5 uitvoerige publica
ties aan over de planeet Jupiter, waarvan de
waarnemingen gedaan werden in het tijdvak
18951906. In deel 8 vindt men een uitvoerige
discussie over de waarneming van een be
paalde soort veranderlijke sterren, n.l.
Cepheiden en in deel 9 gaat het wederom over
een aantal speciale variabelen.
Doch niet alleen deze lijvige deelen getuigen
van Prof. Nijland's grooten ijver; in de
„Proceedings of the Koninklijke Acedemie
van Wetenschappen" te Amsterdam vinden
we met regelmatige tusschenpoozen de publi
catie van talrijke waarnemingen van verander
lijke sterren. Bij het verschijnen van de be
roemde komeet van Halley in 1910 schreef
Prof. Nijland hierover eenige populaire ver
handelingen. We treffen nog rapporten aan
over de zoneclips in 1901 op Karong Sago
(Sumatra), tezamen met de beroemde Zonne-
physicus Julius en de Leidsche observator
Wilterdink. In 1909, bij een verbouwing der
Utrechtsche sterrewacht, heeft hij nogmaals
een openbare les gehouden over de geschie
denis der Utrechtsche Sterrewacht en in 1912
houdt Prof. Nijland een rede over „Het Nut
der Sterrekunde"; een rede die uitgesproken
werd ter gelegenheid van den 276sten gedenk
dag van de Stichting der Utrechtsche Hooge-
school.
In het officieele orgaan van de Nederland
sche Vereeniging voor waar- en Sterrenkunde
„Hemel en Dampkring" komen vele artikelen
voor van zijn hand; nog onlangs deed hij uit
voerige mededeelingen over astronomische
waarnemingen voor amateurs. Gedurende vier
jaren is Prof. Nijland voorzitter geweest van
de „veranderlijke sterren-commissie" der In
ternationale Astronomische Unie. Een tijd
lang was hij daarvoor reeds lid van deze
commissie. Prof. Nijland heeft in zijn werk
zame leven veel gedaan voor de popularisee
ring van de sterrekunde; hij schreef in de
Serie van Volksuniversiteitsboeken van de
Erven Bohn te dezer stede het boekje: De
Wonderen van het Heelal" en de cursisten van
de Haarlemsche Volksuniversiteit hebben zijn
duidelijke en prettige voordrachten kunnen
aanhooren over den bouw van het Planeten-
stelsel.
De heer Nijland was een bekende figuur op
de vergaderingen van de Nederlandsche Astro
nomen Club en van de Ned. Verg. voor Weer-
en Sterrekunde. Er verschenen van zijn hand
regelmatig populaire bijdragen in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant.
Zijn gezondheidstoestand was reeds eenige
jaren geleden minder gunstig geworden na
een operatie in de Boerhaave-kliniek te Am
sterdam. Voor de lustrumfeesten ter gelegen
heid van het 300-jarig bestaan der Utrecht
sche Universiteit heeft Prof. Nijland veel ge-
Niet opgelet bij het oversteken.
Op den Utrechtschenweg tusschen Amers
foort en de Bilt, nabij het bekende ziekenhuis
de Lichtenberg is Dinsdagmiddag een jonge
vrouw, mevrouw TimmerKalf uit Rotter
dam, die in het rusthuis de Burcht logeerde,
door onoplettendheid bij het oversteken van
de tramrails door een tram uit de richting
Zeist overreden. In hopeloozen toestand is zij
naar het ziekenhuis de Lichtenberg overge
bracht.
daan; hij schonk zijn geheele verzameling
cuce documenten betreffende de geschiedenis
der Utrechtsche Universiteit aan het Rijk.
Juist voor den aanvang van de lustrumfeesten
is hij ziek geworden; sinds dien heeft hij zijn
tsd moeten houden.
In 1909 werd pref. Nijland lid van de Ilolland-
sche Maatschappij der Wetenschappen, in 1923
van de Koninklijke Academie van Weten
schappen.
Behalve de genoemde proefschriften ver
schenen van zijn hand in den loop der jaren:
1911 Jupiter-Eeobachtungen; 1923 Récusil des
observations astronomisT.es de Chr. Huygens
(met Prof. D. J. Kcrteweg); 1973 Be achtun-
gen von Capheiden; 1924 De B:uw van het
Heelal; 19?;5 Lists of variable stars, needing
special attention.
J. P. Visser Bender en zijn
teekeningen.
In het Jaarboekje der Vereeniging Haer-
lem van 1931, schreef Mej. Geertiruida Ca-
relsen een aardig stukje over de verdwenen
landhoeve Akendam aan den Schoterweg
waar in de eerste jaren der vorige eeuw
Haarlemsche schilders welkome gasten wa
ren. De gastheer en mevrouw Penninck
Hoofd interesseerden zich voor veel en ook
voor kunst en de leden van de schildersclub
Pictura lieten er zich gaarne onthalen waar
bij dan een glas gedronken en over de kunst
gedelibereerd zal zijn.
Uit een album amicorum van het gastvrije
echtpaar publiceerde Mej. Carelsen een paar
versjes en een paar teekeningen, door de
dankbare gasten er voor afgestaan, o.a. de
teekening door Visser Bender, die ik hier
overneem, omdat ze mij, primo voor dien
tijd zoo buitengewoon goed lijkt en secundo
het Haarlemsch kunstbezit aan werk van
Visser Bender (in Teyler's portefeuilles) 000
goed aanvult.
Visser Bender is in die periode een merk
waardige figuur onder de artisten geweest.
Hij had dualiteiten, die, ware hij ouder ge
worden, hij stierf reeds op 28-jarigen
leeftijd met recht iets zeer bijzonders
hadden kunnen doen verwachten. Men be
hoeft er dit gelegenheidsblaadje maar eens
rustig op aan te zien om te ontdekken dat
daar een zekere grootheid van zien, een
stellige zuiverheid van lichtwerking in voel
baar zijn, die geheel buiten het angstvallige
van velen zijner tijdgenooten omgaan. Er
steekt integendeel in dit plaatje reeds een
geest van den „iimpressioniste avant la let-
tre", van den voorlooper van een impressio
nist uit de Haagsche School als de fijne
Tholen was, die zulke avondeffeoten later
gaarne schilderen zou. En het is misschien,
wat scherpe karakteristiek der figuurtjes
aangaat, zelfs sterker. Dat was trouwens,
zooals we straks zullen zien, Visser Bender's
sterkste kant.
Johannes Pieter Visser Bender was in 1785
te Haarlem uit den deftlgen burgerstand ge
boren. Hij kreeg schilderlessen van Warner
Horstink, en van den graveur Iz. de Wit
leerde hij de beoefening der graphisohe
kunst, waarin hij zeer zou uitblinken, al
bleef zijn oeuvre klein van omvang. Doch.
vooral kon hij, al schetsend en in waterverf
teekenend, scherp een figuur formuleeren en
uit het hoofd een eenmaal geiziene persoon
op het papier zetten, zóó. dat een ieder die
persoon herkende, al was hij ook op den rug
gezien voorgesteld. Visser Bender had oog
voor karakteristiek en hij heeft een menigte
zijner beker.de stadgeciooten op die manier
op kleine aquarellen van iets meer dan visite
kaartformaat vereeuwigd. In Teyler vindt
men een ga.nsche reeks dier geestige beeld
jes, wij hebben daarvan reeds gesproken
toen wij het. over den schilder De Nooy had
den, van wien Visser Bender twee zulke por
tretjes aquarelleerde, ln zijn dubbelleven van
schilder en poelier hem voorstellendMen
kan er zeker van zijn, dat de tijdgenooten in
i de zes nachtelijke wandelaars die wij van
daag vertoonen, aan stand, gang en om-
trekslijn de voorgestelden 'konden herkennen
al ziet men van geen der zes de gelaatstrek
ken.