Prof. Dr. A. A. Nijland overleden. Bij Doorzitten Werk! WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1936 Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. Noodlottige twist tusschen zwagers. Auto tegen een boom gevlogen Jonge vrouw door tram overreden. en Zonverbranding Jnft"""" Verzacht en geneest Terugkomst van Koningin en Prinses uit het buitenland. Inschakeling van den midden stand gevraagd. Zusjes zien broertje verdrinken en zeggen niets. Groote brand in complex loodsen. Inbrekersbende berecht. De verkoop van twee vlieg tuigen naar Engeland. Vragen van Kamerleden beantwoord. 19 Augustus: IETS OVER DE PARAPLUIE. Omtrent de parapluie, dit ook voor Nederlanders zoo onmisbare voorwerp, deelt een Pransch blad de navolgende bijzonderheden mede: De parapluie is een uitvinding der Chineezen. Uit China werd zij eerst in Indië en later in Griekenland ingevoerd; volgens het verhaal toch maakte reeds Pythagoras, terwijl hij zijn leerlingen onderwees, gebruik van een parasol om zich tegen de zonnestralen te beschut ten. Bij de Romeinen was de parapluie een weelde-artikel voor de rijke patriciërs en deftige vrouwen. De Portugeezen brachten later de parapluie uit Indië van Afrika naar hun land; daarna werd het gebruik ervan bekend in Engeland en in de helft van de 16de eeuw zag men de eerste parapluie aan het hof van Frankrijk. Zeer bekend sterrekundige is heengegaan. Prof. dr. A. A. Nijland. Eén van hen ernstig door messteek gewond. Dinsdagmiddag te vier uur stond op den provincialen weg onder Uitgeest een zekere Schaafsma zijn zwager van Deyzen op te wachten. De verhouding tusschen beide fami- 'eleden was al langen tijd niet goed. Van >eyzen, die vroeger in oneenigheid met zijn /rouw heeft geleefd, stond op slechten voet •net zijn aangetrouwde familie. Toen Dins dagmiddag' zijn zwager Schaafsma hem op wachtte en om geld maande, ontaardde het gesprek wederom in een twist, die zoo hoog liep, dat van Deyzen Schaafsma met een mes een steek toebracht, waardoor de rechterlong werd getroffen. De getroffene bloedde hevig en werd per auto naar het huis van zijn ichoonouders vervoerd. De politie heeft den dader gearresteerd en aan een verhoor onderworpen. Enkele inzittenden gewond. Dinsdag is aan den voet van den afrit van de nieuwe Berkumerbrug bij Zwolle een auto uit Groningen, die op weg was naar Amsterdam, in volle vaart tegen een boom opgevlogen, toen de bestuurder bij het passeeren van een welkwagen voor een tegen ligger wilde uitwijken. Door de botsing werd de auto totaal vernield. Van de zeven inzittenden kreeg een der dames een ernstige hersen schudding, een andere dame liep bloedende verwondingen aan het hoofd op, terwijl haar bovendien eenige tanden uit den mond werden geslagen. Na ter plaatse verbonden te zijn is het gezelschap naar Zwolle vervoerd. Doos 30ct. Bij Apoth.en Drogisten (Adv. Ingez. Med.) Naar wij vernemen, ligt het in de bedoe ling van de Koningin en de Prinses om Za terdag 22 dezer uit het buitenland op het paleis Het Loo terug te keeren. PRIJSVERLAGING VOOR V.I.T.A.-TARWE GEVRAAGD. De Nederlandsche vereeniging van werk gevers in het bakkersbedrijf heeft zich tot den minister van Landbouw en Vissoherij gewend, met het verzoek ten spoedigste maatregelen te willen treffen, welke be oogen den prijs der V.I.T.A.-tarwe zoo spoe dig mogelijk te verlagen met een bedrag als onder de huidige omstandigheden is gerecht vaardigd. Bij verstrekking van levensmiddelen in natura De heer Stumpel, lid der Tweede Kamer, heeft de volgende schriftelijke vragen ge steld aan den minister van sociale zaken: 1. Is het juist, dat bij de voorgenomen wij ziging van de steunregeling voor werkloo- zen, het tevens in het voornemen der regee ring ligt over te gaan tot uitbreiding van de verstrekking van levensmiddelen in natura? 2. Is het de regeering bekend, dat tot nu toe in vele gemeenten bij die verstrekking in natura de middenstand bij de distributie werd uitgeschakeld? 3. Is ook de regeering niet van oordeel, dat daardoor aan den toch reeds in zoo groote moeilijkheden verkeerenden middenstand een deel van den omzet is ontnomen en dat het daardoor veroorzaakte nadeel nu, bij de uit breiding dier verstrekking nog belangrijk grooter zal worden? 4. Is de regeering bereid zoodanige maatre gelen te nemen, dat in den vervolge bij de verstrekking in natura de middenstand wordt ingeschakeld en dan tegen een wel zeer ma tige, maar toch den arbeid loonende vergoe ding, daar het niet-nemen van zoodanige maatregelen tot gevolg zou hebben, dat steeds meer middenstanders den strijd om het be staan zouden moeten opgeven en daardoor op blij venden steun van de overheid zouden wor den aangewezen? Naar huis geloopen en daar de toedracht verteld. De 8-jarige P. v. fi. M., ^onende aan de Lin ker Rottekade onder Terbregge is Dinsdag middag in het strandbad in de Kralingsche Plas gaan zwemmen. De knaap is over de om rastering geklommen en kwam daardoor in het diepe gedeelte van het bad terecht. Daar is de jongen verdronken. Twee zusjes, die hem vergezelden, zijn daarop naar huis geloopen en hebben het gebeurde verteld. De politie is toen gaan dreggen en heeft omstreeks zeven uur het lijkje van den knaap opgehaald. „Koopt tandpasta uit eigen land, Dat geeft meer werk in Nederland." „IVOROL". De Nederlandsche tandpasta. (Adv. Ingez. Med.) Zij komen, die heemen, in het avondlijk duister van een bijeenkomst op Akendam. Zij zijn leiden van een sohildersge.nootschap Pictura, wier namen mej. Carelisen in haar artikel opsomt, en waarbij wij vele beken den uit het Teekencollegie, waaruit later weer Kunst Zij Ons Doel ontstaan zou tegenkomen. Horstink, De Nooy, Van Brussel Wout eras Moll onder anderen, om er slechts enkelen te noemen, die voor de lezers onzer feuilletons ;geen onbekenden behoeven te zijn. Natuurlijk behoort ook Visser Bender tot hen en Pieter Barbiers en vinden wij wasch-echte Haarlemsche namen als Van Reysen, Sa vrij, Betmme, Severeinse enz. op het ledenlijstje vermeld. Je reinste dilettan tisme ging in die dagen broederlijk samen met gecultiveerde vakkennis en beschaving, j waardoor men maar al te mak geneigd was, j later, de geheele kunstproductie dier periode als van nul en geener waarde te beschouwen. I Een onbillijkheid, die wij in verscheidene deizer kleine feuilletons hebben kunnen aan- toonen, door op figuren als Hendriks, Moll, De Nooy etc. de aandacht te vestigen. Ware Visser Bender niet reeds in 1813 gestorven, dam zou hij zeker éen der interessantste fi guren uit zijn tijd, gebleken zijn. De gravu res, die hij maakte naar het werk van an deren, ken ik niet uit eigen aanschouwing, doch ze werden door zijn tijdgenooten zeer geroemd. „Zijne graveerstift was zuiver ien Een paard en drie ponies omgekomen. Hedennacht omstreeks twee uur is brand uitgebroken in een complex loodsen aan den Langeweg, toebehoorende aan de gemeente Rotterdam, die deze gebouwen verhuurd had aan den heer Mudde, welke op zijn beurt deze weer aan verschillende personen onderver huurd had. Een van deze gebouwen diende als opslag plaats voor veekoeken en als werkplaats voor eenige particulieren, die daar booten bouwden. Twee loodsen waren in gebruik bij het recla me- en verhuisbedrijf van de firma Smit, die daar o.m. eenige paarden had gestald. Het was daar, dat omstreeks half twee een agent van politie vannacht de paarden hoorde. Hij is toen op onderzoek uitgegaan, doch kon niets ontdekken, Toen hij even later op den Ouden dijk liep zag hij een vuurgloed en toen hij te rugkwam, zag hij dat het geheele complex in lichterlaaie stond. De brandweer, die onmiddellijk gewaar schuwd werd, verscheen spoedig met veel ma teriaal ter plaatse, maar, hoewel ontzaglijke watermassa's in de vuurzee geworpen werden en ook de wind zeer gunstig was, zoodat voor uitbreiding geen gevaar bestond, kon zij niet verhinderen, dat de drie middelste loodsen totaal plat brandden. Een vierde gebouw, dat in tegenstelling met de andere, van steen was opgetrokken, heeft veel brand- en waterscha de opgeloopen. Men slaagde er nog in om eenige paarden van de firma Smit naar buiten te brengen, doch 1 paard en drie ponnies kwamen jam merlijk in de vlammen om Bij dezen brand is nog een klein ongeluk gebeurd. Toen een der spuitgasten een straal water op het vuur richtte, heeft hij blijkbaar een der paarden geraakt, dat toen op de vlucht sloeg en hem daarbij tegen den grond wierp. Het slachtoffer, de 46-jarige H. Lip is naar het ziekenhuis aan den Bergweg over gebracht, waar geconstateerd werd dat hij vermoedelijk een zware hersenschudding had opgeloopen. Te kwart voor vier kon gezegd worden dat men den brand meester was. Omtrent de oorzaak van den brand staat nog niets vast, terwijl ook nog niet gezegd kon worden hoe groot de schade is. Deze laatste zal vermoedelijk echter niet groot zijn en grootendeels door de verzekering gedekt worden. KLEINE IN KOKEND ZEEPSOP GERAAKT. Het tweejarig dochtertje van de familie Ro vers te Vinkei (N.B.) is Dinsdagavond bij het spelen in een emmer met kokend zeepsop ge raakt. Toen de moeder het ongeval merkte waren de levensgeesten van de kleine reeds geweken. Voor de rechtbank te Almelo stonden Dins dag vier Almelosche werkloozen terecht, J. J. M., J. L., H. L. en H. K. De laatste liet ver stek gaan omdat hij in een ziekenhuis ver pleegd wordt. De verdachten hebben in het voorjaar van 1935 diverse inbraken gepleegd in de stad, waarbij voor eenige duizenden guldens in to taal Werd buitgemaakt, o.a. f 1800 bij een al leenwonend typograaf en f 1900 bij een aan nemer. Tenslotte wist de politie de daders op het spoor te komen en zij legden een volledige bekentenis af. Het geld is voor het grootste deel verbrast, o.a. te Amsterdam, terwijl er verder kleeren enz. voor gekocht zijn. Bij het verhoor bleek, dat verdachten spe ciaal er op uit trokken, als er bruiloften en an dere festiviteiten gevierd werden, waarbij de bewoners afwezig waren. Zoo hebben de die ven bij den aannemer ingebroken, toen de bruiloft van den zoon gevierd werd. Zij hebben f 700 gestolen, bestemd voor de meubelen van het bruidspaar. Sindsdien is de buidegom voortdurend ziek geweest en heeft het nog steeds met zijn zenuwen te kwaad. De eisch was tegen M, en J. L. 2% jaar ge vangenisstraf, tegen H. L. IV2 jaar en tegen K. negen maanden. bevallig en zijne behandeling uitvoerig" zegt een historieschrijver zijner dagen, en dat hij „van oog zoo fiks, van hand zoo juist" was, zooals Adriaan Loosjes in zijn lijkdicht op Visser Bender zegt, wijst er wel op dat hij echte graveursqualiteiten bezat. In de prentkunst-litteratuur wordt van hem een gravure vermeld, die hij naar een schilderij van Wybrand Hendriks maakte: Twee jagers in een interieur met het buitgemaakte wild op tafel uitgestald. Verder voorstellingen van de bloem- en aardbeienmarkt te Am sterdam, die hij naar kleine aquarellen van Cats vervaardigde en nog enkeie andere prenten naar dieren door P. J. van Os. Doch zijn eigen geest legde hij het meest bloot in de vlotte en toch zoo zekere karak teristiek, waarmee hij den inidividueelen mensch typeeren kon. De verzameling in Teyler daarvan is even aantrekkelijk als amusant, want aan humor ontbrak het Vis ser Bender al evenmin. En on,s plaatje van deze week legt evenzeer getuigenis af van zijn echt picturale begaafdheid, zooals wij hierboven getracht hebben aan te toonen. Zelfs in de simpele reproductie ln wit-en- zwart kan men zich gemakkelijk de kleur en de sfeer indenken. Visser Bender is on getwijfeld onder de schilders een geboren artist geweest. J. H. DE POIS. Niet zeker, dat de toestellen later naar Spanje zijn gevlogen. De minister van Staat, voorzitter van dei» raad van ministers dr. H. Colij n heeft ge antwoord op vragen van den heer Schalker in verband met een poging tot aankoop van Nederlandsche vliegmachines, ten behoeve van de rebelleerende Spaansche militairen.' Het is der regeering bekend, dat een Span jaard, zich r.oemened Morenas, begin Augus tus in Nederland heeft- vertoefd en den 3den dier maand per vliegtuig van den gewonen dienst der K.L.M. met onbekend doel naar Croydon is vertrokken. Tijdens diat verblijf heeft hij gepoogd een tweetal vliegtuigen van de K.L.M. te koopen en naar Spanje te doen vervoeren, welke verkoop door de re geering is belet. Op den lOden Augustus be vond Morenas zich blijkbaar opnieuw in Ne derland en heeft toen de directie van de K.L.M. te Schiphol van Amsterdam uit op gebeld met de vraag, of hij nog vliegtuigen zou kunnen koopen. Het antwoord op die vraag luidde ontkennend. Daarmee waren de bemoeiingen van de K.L.M. met den heer Mtorenas 'beëindigd. Voor zoover bij een onmiddellijk na ont vangst der vragen ingesteld onderzoek is kunnen blijken, vertoeft de bedoelde vreem deling niet meer in Nederland. In afwachting van de internationale non- interventie-overee.nikomst, waarover thans door die groote mogendheden overleg wordt gepleegd, heeft de regeering bestóten, voor zoo ver haar bevoegdheid strekt, ook te ver hinderen, dat tijdens deze onderhandelin gen burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zou den worden geleverd.. Vragen van den heer Polak beantwoord. De minister van Staat, voorzitter van den raad van ministers heeft geantwoord op vragen van den heer Boüak betreffende den verkoop van twee Nederlandsche vliegtuigen naar Engeland: Het bericht van het AN.P., waarnaar in' de eerste vraag verwezen wordt is, voor zoo ver het feit van den verkoop van twee K. L. M.-vliegtuigen aan een Britsche luchtver- keersmaatschappij betreft, juist. De vergun ning daartoe werd door de regeering 8 Aug. verleend. Deze verkoop betrof 2 Pokkertoestellen van het type F 7b aan de Crilly Airways Ltd., aan welke maatschappij de K.L.M. ook reeds in het verleden oudere toestellen had verkocht. Aangezien de uiteindelijke bestemming van een vliegtuig, dat naar het buitenland wordt verkocht, uit den aard der zaak niet kan worden gecontroleerd, doch er althans voor moest worden gezorgd, dat de levering plaats had overeenkomstig de transactie, waarvoor goedkeuring werd verleend, heeft de regee ring aan de K.L.M. de voorwaarde gesteld, dat de beide vliegtuigen door Nederlandsche piloten naar Engeland zouden worden ge vlogen en daar door den Britschen kooper zouden worden overgenomen, terwijl zij de Nederlandsche bescheiden, bij de vliegtuigen behoorend, weder naar Nederland moesten terug brengen. Aan dezen eisch is voldaan, daardoor hiel den de beide vliegtuigen van het tijdstip van de aflevering op van Nederlandsche natio naliteit te zijn en waren zij overgegaan in het bezit van den kooper. De verkoop van oudere vliegtuigen aan andere verkeersmaatsehappijen is een nor male en veelvuldig voorkomende transactie, aan welke de regeering geen hinderpalen in den weg pleegt te leggen. Zij vond in de omstandigheid, dat in een ander Europeeseh land een burgeroorlog woedde, geen aanlei ding thans den verkoop van de betrokken twee vliegtuigen aan een bona fide Britsche verkeersmaatsehappij te bemoeilijken. Daar zich in Engeland vele vliegtuigen van Ne derlandsche herkomst bevinden, is voorts niet bekend, dat juist deze beide vliegtuigen een andere dan de gedachte normale be stemming hebben gekregen. Het is niet juist gebleken, dat een Span jaard bij de onderhandelingen over den ver koop van deze vliegtuigen betrokken was. Reeds vóór de vrager zijn vragen tot de regeerinig richtte, is een andere onderhan deling over verkoop van vliegtuigen, pp wensch der regeering, afgebroken, aangezien de kooper niet als een bona fide verkeers maatsehappij kon worden beschouwd. In afwachting van de internationale non-inter ventie-overeenkomst, waarvoor thans door de groote mogendheden overleg wordt ge pleegd, heeft de regeering besloten, voor zoover haar bevoegdheid strekt, ook te ver hinderen, dat tijdens deze onderhandelin gen burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zou den worden geleverd. Op de handelingen van het stoomschip Lodewijk zal, zoolang dit vaartuig zich in Nederlandsche havens bevindt, wonden gelet. OVERREDEN EN GEDOOD. De 64-jarige gepensionneerde postbeambte Wouters te Reek (N.B.) is Dinsdagavond om kwart over acht bij het oversteken van den rijksweg door een personenauto gegrepen en op slag gedood. Op 64-jarigen leeftijd is te Utrecht overleden de bekende astronoom prof. dr. A. A. Nyland, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en direc teur van de Sterrenwacht aldaar. Professor Doctor Albertus Antonie Nijland werd 30 October 1868 geboren te Utrecht. Hij bezocht daar het gymnasium, en studeerde er aan de Universiteit wis- en natuurkunde. Hij werd in 1895 aangesteld tot observator aan de Utrechtsche Sterrewacht en promoveerde op November 1897 tot doctor in de wis- en ster- rekunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op het proefschrift: „Uitmeting van den stenen- hoop G.C. 4410". De waarnemingen hiervoor waren zoowel rechtstreeks aan den hemel met een aan den kijker bevestigde micrometer ver richt alswel verkregen door middel van foto grafische platen. De destijds zeer bekende Utrechtsche Professor Oudemans en de Leid- sche Hoogleeraar H. G. van de Sande Bak- huyzen hebben veel bijgedragen tot de weten schappelijke vorming van den jongen doctor. Op 23 September 1898, nog geen jaar na zijn promotie, aanvaardde Dr. Nijland op 30-jarigen leeftijd het hoogleeraarsambt aan de univer siteit te Utrecht met de intree-rede: „Het recht van bestaan der kleine sterrewachten". Hij zette daarin uiteen hoe men zich op wetenschappelijke wijze in de Sterrekunde nuttig kan maken zonder kostbare instrumen ten te gebruiken of door geheel zonder deze te werken. Vooral de veranderlijke sterren zijn volgens de jonge Prof. Nijland, bij uitstek de objecten, wier waarneming' warm aanbevolen kan worden bij den astronoom, die niet over een moderne en veelzijdige inrichting be schikt. In zoo'n geval verkeerde dan ook Prof. Nijland met het bescheiden instrumen tarium van de Utrechtsche Sterrewacht op de Zonneburg. Dat de veranderlijke sterren inderdaad Prof. Nijland's grootste belangstelling hadden, komt duidelijk tot uitdrukking in zijn buiten gewoon talrijke publicaties over dit onder werp. In de officieele publicaties van de Utrechtsche sterrewacht: „Recherches astro- nomiques de l'Observatoire d'Utrecht", waar van het eerste en tweede deel in 1861 door den hoogleeraar M. Hoek werd uitgegeven, tref fen we ten eerste in deel 5 uitvoerige publica ties aan over de planeet Jupiter, waarvan de waarnemingen gedaan werden in het tijdvak 18951906. In deel 8 vindt men een uitvoerige discussie over de waarneming van een be paalde soort veranderlijke sterren, n.l. Cepheiden en in deel 9 gaat het wederom over een aantal speciale variabelen. Doch niet alleen deze lijvige deelen getuigen van Prof. Nijland's grooten ijver; in de „Proceedings of the Koninklijke Acedemie van Wetenschappen" te Amsterdam vinden we met regelmatige tusschenpoozen de publi catie van talrijke waarnemingen van verander lijke sterren. Bij het verschijnen van de be roemde komeet van Halley in 1910 schreef Prof. Nijland hierover eenige populaire ver handelingen. We treffen nog rapporten aan over de zoneclips in 1901 op Karong Sago (Sumatra), tezamen met de beroemde Zonne- physicus Julius en de Leidsche observator Wilterdink. In 1909, bij een verbouwing der Utrechtsche sterrewacht, heeft hij nogmaals een openbare les gehouden over de geschie denis der Utrechtsche Sterrewacht en in 1912 houdt Prof. Nijland een rede over „Het Nut der Sterrekunde"; een rede die uitgesproken werd ter gelegenheid van den 276sten gedenk dag van de Stichting der Utrechtsche Hooge- school. In het officieele orgaan van de Nederland sche Vereeniging voor waar- en Sterrenkunde „Hemel en Dampkring" komen vele artikelen voor van zijn hand; nog onlangs deed hij uit voerige mededeelingen over astronomische waarnemingen voor amateurs. Gedurende vier jaren is Prof. Nijland voorzitter geweest van de „veranderlijke sterren-commissie" der In ternationale Astronomische Unie. Een tijd lang was hij daarvoor reeds lid van deze commissie. Prof. Nijland heeft in zijn werk zame leven veel gedaan voor de popularisee ring van de sterrekunde; hij schreef in de Serie van Volksuniversiteitsboeken van de Erven Bohn te dezer stede het boekje: De Wonderen van het Heelal" en de cursisten van de Haarlemsche Volksuniversiteit hebben zijn duidelijke en prettige voordrachten kunnen aanhooren over den bouw van het Planeten- stelsel. De heer Nijland was een bekende figuur op de vergaderingen van de Nederlandsche Astro nomen Club en van de Ned. Verg. voor Weer- en Sterrekunde. Er verschenen van zijn hand regelmatig populaire bijdragen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Zijn gezondheidstoestand was reeds eenige jaren geleden minder gunstig geworden na een operatie in de Boerhaave-kliniek te Am sterdam. Voor de lustrumfeesten ter gelegen heid van het 300-jarig bestaan der Utrecht sche Universiteit heeft Prof. Nijland veel ge- Niet opgelet bij het oversteken. Op den Utrechtschenweg tusschen Amers foort en de Bilt, nabij het bekende ziekenhuis de Lichtenberg is Dinsdagmiddag een jonge vrouw, mevrouw TimmerKalf uit Rotter dam, die in het rusthuis de Burcht logeerde, door onoplettendheid bij het oversteken van de tramrails door een tram uit de richting Zeist overreden. In hopeloozen toestand is zij naar het ziekenhuis de Lichtenberg overge bracht. daan; hij schonk zijn geheele verzameling cuce documenten betreffende de geschiedenis der Utrechtsche Universiteit aan het Rijk. Juist voor den aanvang van de lustrumfeesten is hij ziek geworden; sinds dien heeft hij zijn tsd moeten houden. In 1909 werd pref. Nijland lid van de Ilolland- sche Maatschappij der Wetenschappen, in 1923 van de Koninklijke Academie van Weten schappen. Behalve de genoemde proefschriften ver schenen van zijn hand in den loop der jaren: 1911 Jupiter-Eeobachtungen; 1923 Récusil des observations astronomisT.es de Chr. Huygens (met Prof. D. J. Kcrteweg); 1973 Be achtun- gen von Capheiden; 1924 De B:uw van het Heelal; 19?;5 Lists of variable stars, needing special attention. J. P. Visser Bender en zijn teekeningen. In het Jaarboekje der Vereeniging Haer- lem van 1931, schreef Mej. Geertiruida Ca- relsen een aardig stukje over de verdwenen landhoeve Akendam aan den Schoterweg waar in de eerste jaren der vorige eeuw Haarlemsche schilders welkome gasten wa ren. De gastheer en mevrouw Penninck Hoofd interesseerden zich voor veel en ook voor kunst en de leden van de schildersclub Pictura lieten er zich gaarne onthalen waar bij dan een glas gedronken en over de kunst gedelibereerd zal zijn. Uit een album amicorum van het gastvrije echtpaar publiceerde Mej. Carelsen een paar versjes en een paar teekeningen, door de dankbare gasten er voor afgestaan, o.a. de teekening door Visser Bender, die ik hier overneem, omdat ze mij, primo voor dien tijd zoo buitengewoon goed lijkt en secundo het Haarlemsch kunstbezit aan werk van Visser Bender (in Teyler's portefeuilles) 000 goed aanvult. Visser Bender is in die periode een merk waardige figuur onder de artisten geweest. Hij had dualiteiten, die, ware hij ouder ge worden, hij stierf reeds op 28-jarigen leeftijd met recht iets zeer bijzonders hadden kunnen doen verwachten. Men be hoeft er dit gelegenheidsblaadje maar eens rustig op aan te zien om te ontdekken dat daar een zekere grootheid van zien, een stellige zuiverheid van lichtwerking in voel baar zijn, die geheel buiten het angstvallige van velen zijner tijdgenooten omgaan. Er steekt integendeel in dit plaatje reeds een geest van den „iimpressioniste avant la let- tre", van den voorlooper van een impressio nist uit de Haagsche School als de fijne Tholen was, die zulke avondeffeoten later gaarne schilderen zou. En het is misschien, wat scherpe karakteristiek der figuurtjes aangaat, zelfs sterker. Dat was trouwens, zooals we straks zullen zien, Visser Bender's sterkste kant. Johannes Pieter Visser Bender was in 1785 te Haarlem uit den deftlgen burgerstand ge boren. Hij kreeg schilderlessen van Warner Horstink, en van den graveur Iz. de Wit leerde hij de beoefening der graphisohe kunst, waarin hij zeer zou uitblinken, al bleef zijn oeuvre klein van omvang. Doch. vooral kon hij, al schetsend en in waterverf teekenend, scherp een figuur formuleeren en uit het hoofd een eenmaal geiziene persoon op het papier zetten, zóó. dat een ieder die persoon herkende, al was hij ook op den rug gezien voorgesteld. Visser Bender had oog voor karakteristiek en hij heeft een menigte zijner beker.de stadgeciooten op die manier op kleine aquarellen van iets meer dan visite kaartformaat vereeuwigd. In Teyler vindt men een ga.nsche reeks dier geestige beeld jes, wij hebben daarvan reeds gesproken toen wij het. over den schilder De Nooy had den, van wien Visser Bender twee zulke por tretjes aquarelleerde, ln zijn dubbelleven van schilder en poelier hem voorstellendMen kan er zeker van zijn, dat de tijdgenooten in i de zes nachtelijke wandelaars die wij van daag vertoonen, aan stand, gang en om- trekslijn de voorgestelden 'konden herkennen al ziet men van geen der zes de gelaatstrek ken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2