RomeKeulenAmsterdam. Met de Veendam naar het Noorden. £efe §touwschuift Overige middelen brengen 9 millioen minder op dan in 1935. Nieuws van de Engelsche filmmarkt. Rentmeester verongelukt? Sombere schoonheid en woeste kracht Onder vier oogen. Slachtoffers van de droogte in de Ver. Staten. I. Twee en half uur had ik noodig om naar heneden te loopen van de Vesuvius af door asch en dennebosschen. In vijf uur tijd vloog ik den volgenden dag van Rome naar Keulen en toen links de Dom vlak naast den vleugel voorbij ging, stond rechts mijn vrouw aan den Rijn bij een bosje stokken en een zil veren lap. Toen ik een half uur later naast haar stond zaten alle langs- en dwars- spanten op hun plaats in de bootshuis, waren twer masten ingezet en drie zeilen geheschen, lagen twee paddels klaar en nadat onze bagage gestouwd was ging onze nieuwe Ber- gervouwboot de Scharrelaar te water. Nog een paar minuten en we varen met forsche paddelslagen onder de spoorbrug door tot de wind de zeilen bolt en onze Rijnreis be gint. In vijf uur RomeKeulen, in vijf dagen KeulenAmsterdam. Wat_ is Keulen klein zoo langs den Rijn. Maar je vliegt er ook langs. De stroom heeft al een vaart van zes kilometer per uur en ons zeiltuig doet er nog een kleine zes bij Heerlijk gauw zijn we buiten, tusschen groene weilanden en populieren en het gaat zoo fijn, ook als we bij de eerste groote bocht al zeilen moeten strijken en dus met onze eigen 1/4 paardekracht verder gaan, dat we besluiten nog een uurtje door te paddelen en te drij ven. Het is geweldig druk op de rivier en langs den kant. Groote sleepen varen op en af, motorbooten puffen en raderbooten daveren langs. En overal kano's, vouwbooten, wherries, gieken, een enkele zeilboot, een allergezel ligste drukte. Maar nog gezelliger wordt het als reigers langs den kant staan, eenden over vliegen, eksters kakelen in de boomen langs den oever en dan zoeken ook wij ons een plekje. Een groote zwaai om met den neus stroomop zachtjes in den wal te loopen, een paar slagen nog en dan schuurt de neus over het strand. Precies tien minuten later staat de tent en snort de primus om thee te zet ten en hebben we elk een 50 dikke mugge beten. Geen nood. De Baby Shell Tox spuit komt uit het vooronder, luchtmatrasjes op blazen, muskietengaas voor de tentdeur en we laten de plaaggeesten buiten zoemen. Dan worden de donsdekens gespreid, de flanel len lakens gelegd, provisievoorraad eens na gezien, post, lectuur, kaarten klaargelegd, niets ontbreekt. We hebben in de vijf meter lange vouwboot een kleine tachtig kilogram bagage en je zou zeggen er khn nog twee maal zoo veel in. Dat ziet er goed uit voor Canada, waarvoor dit eigenlijk een proeftocht is. Wat slaap je gezellig in onder dat puffen der motorbooten! En is het heerlijk poede len en plassen op een waschtafel met zulk stroomend water in zoo'n omlijsting van wilgen en populieren boven rijk bloeiende weilanden en wuivend riet en pal staande reigers op elke krib. Om zes uur hadden de eerste zonnestralen ons uit de tent gelokt. Om zeven uur zit al onze bagage weer in voor- en achteronder gestuwd en glijden we ge- ruischloos langs de groene oevers heen. Stil is het echter nooit. Dit is wel een heel leuke methode om een goed idee te krijgen over de kolossale beteekenis van den Rijn als ver keersader! Er is altijd wel een sleep in zicht en ook wel eens vijf tegelijk van eiken kant. Telkens dorpen en stadjes, vaak zeer schilderachtig met oude burchten en forsche kerktorens en met klimopbegroeide wallen. Dan weer trekken kolossale fabrieken de aandacht en we worden er aan herinnerd, dat Bayer's aspirine en Mannesmann's water leidingbuizen uit Duitschland komen, dat er ook nog zoo iets is als Krupp enz. enz. Altijd is er wat te zien en zeer afwisselend is de reis ook. Bovendien is er weer een der Rijks- grooten op reis, zoodat overal vlaggen wap peren en vaak muziek tot ons door klinkt. En wat het heerlijkst is. Er lijkt ook overal langs de oevers een strook niemandsland te lig gen, een strook Rijksdomein of zoo iets, waar iedereen kan picniccen, kampeeren, zijn boot ophalen m.a.w. doen. waar hij zin aan heeft. Nergens verboden toegang of ver boden vrijweg! En als het Zaterdagmiddag wordt, wordt het nog drukker op het water. Tegen den avond beweegt zich een stroom van kano's overal langs de oevers ,even on afgebroken als de auto's langs de Amster- damsche vaart. Stroomop tenminste houden ze den wallekant, stroomaf varen althans de vouwbooten ook midden in de rivier, zoeken de lijn van den sterksten stroom. Maar dat kun je eigenlijk alleen met vol zeewaardige schepen doen, zooals een vouwboot met spat- dek is. Wie dat niet gelooft, moet maar eens op een drukke dag bij Duisburg gaan varen. Als je daar, waar honderden aken voor anker liggen en dus het stroomgebied ver nauwen, een paar pleiziervarende raden booten, stroomop en stroomaf, wat sleepboot jes zonder vracht en een proefvarende race boot tegen komt, dan krijg je een golven warreling, zoo erg, als ik hem zelfs in onze zeegaten met wind tegen ebstroom nauwe lijks heb gezien. Overstortende golven komen van rondom aan. Geen sprake van den kop in den golven houden, de golf rij en kruisen eelkaar en slaan beide terug tegen de op stroom liggende aken en botsen dan weer Het is een heksenketel, waar al menige boot volgeslagen is en zelfs vouwbooten gekenterd moeten zijn, hoewel dat mij haast onmoge lijk lijkt. Dien nacht kampeerden we op een hoog weilandje, even voorbij Duisburg, ach ter tientallen op lading wachtende aken. En telkens klonk Hollandsch en Vlaamsch uit de groepjes wandelaars. Er varen ver bazend veel Hollandsche schepen op den Rijn! Weer vol zon en windstilte. De langste en heetste Zondag van het jaar. We brachten het. dien dag tot Emmerik. Den heelen dag- gezellige meeliggers, een praatje hier een groet daar, af en toe een lekker windje mee en dan weer eens een uurtje paddelen. Tegen den middag aan wal om middagmaal te koken en zoo houd je het een uur of tien per dag makkelijk in zoo'n klein bootje uit! Duitsche douane, deviezencontrole, Hol landsche douane, invoerrechten, toen nog een flinke gietbui, alle narigheid in een paar uur afgewerkt en als we Arnhem door zijn komt het zonnetje al weer warmen. Drogen hoefde niet. Spatdek en Eskimojak houden den vouwbootvaarder volkomen droog in het erg ste regenweer en het wildste water. Alleen begon hier de tegenwind. Hoe de rivier ook draaide en kronkelde, altijd wind tegen. Maar wat is dat stuk ook mooi. Arnhem, Ooster beek, de Duno, Wageningsche berg. Tot waar wij wilden schutten naar den prachtigen Krommen Rijn. Maar dat ging niet en over dragen was ons te machtig. Dus maar weer verder (wij hadden even voor Wijk bij Duur stede op een pas gemaaid hooilandje over nacht), dan maar zoo lang mogelijk pro- fiteerende van den stroom. Schutten bij Vreeswijk in de Vaartsche Rijn Anderhalve meter omlaag. Nog eens schutten bij Utrecht, twee meter zakt. Jongens als de Rijn eens hoog staat en er valt toevallig een bom op pelk van die sluizen, zijn we nog niet erg gelukkig. En nok niet als straks de bisamrat de verrassing verzorgt. Dat Merwedekanaal!Niet over praten. Foeteren staat niet netjes, maar ik wensch niemand na vier dagen paddelen wind pal tegen in het Merwedekanaal. Gauw bij Breu- kelen links om en daar! Dat is toch wel Hol land op zijn allermooist! De waterlelies tegen het riet, de zwanebloemen er bovenuit. Sterntjes, meeuwen, waterhoentjes, kieviten, heel die heerlijke bloemen- en vogelwereld. Neen, daar kan de heele Duitsche Rijn mij voor gestolen worden. Zoo'n vaart in de morgenzon door een wilgomrande en riet om zoomde slingerende trekvaart is een van de mooiste natuurtafereelen, die de aarde biedt. Probeer het maar eens met de Heykop en met de Kromme Mydrecht, maar de Oude Rijn is is ook al best of anders de Reeuwijksche plassen. Wij kampeerden dicht achter Breu- kelen in de volle weelde van het piassen- land en werkten ons met steeds tegenwind langs de Kaag naar huis. In vijf dagen op eigen kracht van Keulen naar Haarlem. Toch leuk. Nu ligt mijn vouwboot weer uiteenge- vouwenin een hutkoffer, daar boven op een tweede koffer met tenten en donsdekens, daarboven ligt een kooi vol fototoestellen en litteratuur en ik zit te peinzen in de bovenste kooi van mijn hut op de Duchess of Atholl van de Canadian Pacific met uit zicht op de schoorsteenen van Greenock, de haven van Glasgow. Op weg naar Canada! Maar daar begint een ander verhaal! VAN DER SLEEN. En blijven lZlk millioen beneden de raming. Bij de Staatscourant van Maandag is ge voegd een overzicht van den stand der rijks middelen op ultumo Juli van het dienstjaar 1936. Daaraan wordt het volgende ontleend: Directe belastingen. Bedrag der raming- Totaal bedrag kohieren 1936 Zuiver bedrag kohieren 1936 Zuiver bedrag kohieren 1935 tot en met dezelfde maand van het vorig jaar f 113.100.000, f 72.833.619,35 f 71.620.460,17 f 64.053.737,86 Overige middelen. 1/12 der raming» f 30.960.416,67 Opbrengst over Juli 1936 f 28.146.986, Opbrengst over Juli 1935 f 32.061.609,84 Opbrengst over de eerste zeven maanden 1936 f 204.127.492,31 Opbrengst over de eerste ze ven maanden 1935 f 212.776.301,71 Mozart op het witte doek. *f (Van onzen Londenschen correspondent.) Menschen van gevestigden naam in de we reld van de kunst hebben samengewerkt voor een nieuwe Engelsche film, getiteld „Whom the gods love" (Wien de goden liefhebben nemen zij vroeg tot zich). De film geeft voor stellingen uit het leven van Mozart. Het ver haal is van de hand van Margaret Kennedy. Dat is een begaafde hand. „The Constant Nymph" is er mee geschreven; en „Escape me never" waarin de Duitsche Elizabeth Bergner haar Engelschen tooneel- en filmnaam maak te. Basil Dean, die reeds jaren geleden als too- neelregisseur in Londen een goeden naam heeft verworven om de oorspronkelijkheid en het dramatische begrip die zijn voorstel lingen kenmerkten, heeft de tooneelen van deze nieuwe film ontworpen en de spelers ge leid. De muziek, Mozart's muziek is aan de vertooning toegevoegd met raad en bijstand van dr. Baumgartner, die bestuurder is van het Mozart-instituut in Salzburg. En tenslotte werd deze muziek gespeeld door het Lon- densch Philharmonisch Orkest onder leiding van Sir Thomas Beecham. Met zulke mede werking kon het met deze film niet gemak kelijk misloopen; dat is dan ook niet ge beurd. De weergave via de geluidstrook van de film is bijzonder zuiver. En in de beelden geeft ze ook veel te waardeeren. Margaret Kennedy heeft zich vrijheden veroorloofd met het ka rakter van haar held.en met zijn liefdes geschiedenissen. Zij heeft de verwachtingen van het gemiddeld filmpubliek niet willen teleurstellen en daarom van Mozart een slor diger en romantischer en lichtzinniger per soon gemaakt dan hij zal zijn geweest en zijn liefdeleven en -lijden en die van zijn vrouw Constance zeker te hevig voorgesteld. Con stance, die in de film een teedere vrouw van enkel toewijding is, is bij de geschiedkundigen heel anders. Victoria Hopper, de jonge vrouw van Basil Dean, speelde voor Constance; en Margaret Kennedy heeft zeker beiden aan zich verplicht door van Constance zulk een lief figuurtje te maken. Maar overigens treffen de beelden en de ka rakters en de gebeurtenissen juist om hun historische nauwkeurigheid. Ze geven een voortreffelijk denkbeeld van de omstandighe den, waaronder de groote componist werkte, van zijn omgeving, van het slag menschen met wie hij te doen had. Hier is het bekoor lijke wonderkind, dat aller harten stal. En hier is de rijpe, jonge kunstenaar met zijn on- stuimigen scheppingsdrang en zijn weergaloos scheppend vermogen, gesard door het gekuip in de muzikale wereld van zijn tijd, door de onhebbelijkheden en stompzinnigheden van de aanzienlijke personen van zijn tijd. Wij zien herhaaldelijk den geheimzinnigen vreem deling, die zijn Requiem heeft besteld, aan de deur kloppen. Maar hoewel er buitengewone beteekenis aan wordt gegeven in het verhaal wordt de eenvoudige verklaring (dat de ge heimzinnige kwam voor een edelman die de compositie als een werk van zijn hand wilde laten opvoeren) ons onthouden. De nacht, waarin Mozart zijn ouverture voor Don Gio- vannie componeert en waarbij zijn vrouw hem met verhaaltjes wakker moet houden, is zeer zeker een historische nacht. Maar voor het verhaal, dat naar zijn hoogtepunt ging de opvoering van De Tooverfluit die om de muziek, om de scènes, om de kleeding en om de omgeving klaarblijkelijk tot in de kleinste bijzonderheden een trouwe weergave van den oorspronkelijken avond, een van de mooiste filmfragmenten is, die wij ooit hebben aan schouwd moest de nacht de ouverture van de Tooverfluit opleveren. John Loder vertolkt de hoofdrol naar behooren. A. K. VAN R. Nog steeds is noch de boot, noch het lijk van den verongelukten rentmeester uit Oyen gevonden. Intusschen blijft men nog gelooven aan de mogelijkheid van een ongeluk, daar uit het onderzoek is gebleken dat aan de roei boot tal van gebreken kleefden, waardoor het vaartuig niet rivierwaardig zou zijn geweest. Daar er een lange ketting met anker aan de boot bevestigd was, bestaat 't vermoeden, dat de boot gezonken is en dat het anker zich op den rivierbodem heeft vastgezet, zoodat het vaartuig niet meer boven is gekomen. KONING EDWARD NAAR SMYRNA? ISTANBOELf 18 Aug. (A.N.P.) Opnieuw doet het gerucht de ronde, dat de koning van Engeland een Turksche haven zal be zoeken. Thans spreekt men van Smyrna. DS. P. FEENSTRA JR. f Te Amsterdam is op 85-jarigen leeftijd overleden ds. P. Feenstra Jr., emeritus- predi kant der Doopsgezinde gemeente aldaar, de laatste jaren adviseerend lid van het college van curatoren van het seminarium der doops gezinden. Ds. P. Feenstra, de nestor der doopsgezinde theologen, stond vooral te Amsterdam, waar hij jarenlang predikant geweest is, in en bui ten Doopsgezinde kringen in zeer hoog aan zien. Hij is geboren 18 October 1850 te Sap- permeer, waar zijn vader predikant der doops gezinde gemeente was. De overledene was één der zes leden van Teyler's Godgeleerd genootschap en lid van de Nederlandsche Mij. van Letterkunde. £)e Fransche litteratuur, en de studie van de Fransche revolutie hadden zijn groote be langstelling. Ds. Feenstra was officier in de orde van van Oranje Nassau. In de grijze nevelen van den morgen rijzen de rotswanden steil uit het gladde water van den fjord op. Wazig zijn de tegen de bergen aangeplakte huizen van Odda van onze „Veendam" af zichtbaar. Wij wrijven onze oogen uit, in den waan, dat wij nog droomen en beland zijn in 'n mysterieus schim menrijk. Maar het is werkelijkheid! De natuur laat in dit Noorsche fjordengebied niet haar lachende, lieflijke zijde zien, maar zij is geweldig, indrukwekkend, welhaast som ber. De hooge bergen, grauw en massaal, met hier en daar op de toppen sneeuw of ijs, schij nen in zwijgende dreiging de wacht te houden over het nietige menschenleven aan hun voet. Langzaam dunnen de nevelen, op de sneeuw toppen glinstert de zon, maar de somberheid blijft en schijnt eeuwigdurend. Het gebergte is hier rijk aan watervallen, die als zilveren reepjes zich tegen het grauwe gesteente afteekenen of die bruisend, met onweerstaanbare kracht van rotsblok op rots blok naar beneden daveren. De grootste waterval in dit gebied is wel de Laatefoss. Langs een smallen weg, die zich om de rotsen windt in tallooze slingeringen, is de cataract te bereiken. Ver in het rond verstui ven de opspattende waterdroppen, zoodat het schijnt, of hier een fijne motregen valt. Langs den tegenoverliggenden bergwand stort een andere groote waterval, de Espelandsfoss, om laag. Het water woelt en kookt, lager en lager, tot het langzamerhand verstikt, als was het vermoeid van de dolle reis. In de doodstille fjord komt het geheel tot rust. Ontzaglijker en grootscher nog dan de wa tervallen is de, eveneens nabij Odda gelegen Buarbrae (brae beteekent gletscher). De tocht er heen reeds is onvergetelijk schoon. Aan het eind van het smalle dal, dat aan weerszijden ingesloten wordt door woeste bergruggen, is het blauwige ijsveld zichtbaar. Het smelt water stroomt in snelle vaart, overal water valletjes vormend, wild bruisend naar beneden. De Espelaiiaoioss, een murukwekkende waterval nabij Odda. I Waar de gebaande autoweg ten einde is, begint eerst de avontuurlijke beklimming. Van steen op steen klauteren wij naar boven, tot we aan den rand van den gletscher staan. Wij leggen onze hand op het blauw-doorschij- nende ijs. Zoover het oog reikt, ziet men ijs velden, woeste rotsen, een wervelende stroom en heel in de diepte de groene plekken der weilanden. „De weg terug" levert nog al eenige moei lijkheden op. Eén oogenblik vreezen wij zelfs dat de „Veendam" zonder ons zal vertrekken. Een goede raadgever heeft mij en twee avon tuurlijke reisgenooten geadviseerd „onder- langs", dat wil zeggen vlak langs den bruisen den bergstroom terug te gaan. Het blijkt daar echter zóó onbegaanbaar te zijn, dat wij op een gegeven oogenblik wat men noemt „muur vast" zitten. Het onaangename is, dat wij in 't geheel niet toegerust zijn voor een berg tocht. Wij springen als steenbokken van de eene rots op de andere. Wij halen natte voe ten in de bedding van kleine beekjes, wij werken ons langs boomstammetjes verder, maar wij komen tenslotte zonder ongelukken in het primitieve hotelletje, dat aan den voet van de Buarbrae gelegen is. Eenmaal daar, voelen wij ons ware helden, die niet onderdoen voor de moedige leden van de Mount Everest- expeditie! „Bescheidenheit sei deine Zier!" De wandeling terug naar Odda is verrukke lijk. Hoog boven ons de donkere rotsmassa's, in de diepte het woelige water, dat hier en daar den weg dicht nadert. De bergstroom brengt een ijzige koude mede. Aan den berg kant van den weg is het aanmerkelijk warmer dan eenige passen naar het water toe. Langs het pad groeit een overvloed van frambozen en bramen, wat men niet verwach ten zou in dit dorre land. Bij iedere wending van den weg kijken wij om. Daar boven druipt de groote gletscher de bergkam af als een stroom melk, die uit de gebroken melkkan van een reus vloeit. Voor ons in de diepte liggen de fjord en Odda in een nevel gehuld. De somberheid van het Noorsche land. Odda zelf is een nietig plaatsje. Het telt slechts eenige duizenden inwoners. De huizen zijn voor 't meerendeel nogal onooglijk. Er zijn een paar winkeltjes, die speciaal op toeris ten berekend zijn. Men kan hier kleedjes, schortjes, mutsjes en dergelijk handwerk, van echt Noorsch boerenweefsel koopen. In het dorp loopen een stuk of wat Noorsche kleu ters rond in de kleederdracht van de streek, die geduldig poseeren voor ieder, die ze foto graf eeren wil. Men ziet het: „tout comme chez nous" in Marken en Volendam! De frissche, roode kleur van deze Noorsche kleeding is overigens de eenige vroolijke noot in Odda. De donkere bergen en het nevelach tige klimaat maken het hier somber, welhaast beklemmend. De vuile smook van de plaatse lijke carbidfabriek verhoogt de helderheid der atmosfeer ook al niet. Het schijnt, of de menschen onder den in vloed van de machtige woestheid en de neer drukkendheid der hen omringende natuur, ook somber en norsch geworden zijn. Odda is prachtig, de fjord, de watervallen, de rotsen, de gletschers, het is alles even indrukwekkend. Maar toch benijden wij de inwoners van Odda niet, want wij voelen, dat een langdurig verblijf in deze beangstigend woeste omgeving ons wanhopig-neerslachtig zou maken. Toch kunnen de „Oddaneezen" wel vroolijk zijn. Dat blijkt bij het vertrek van de „Veen dam". Van alle kanten komt de „spes patriae", de jeugd van Odda, in die roeibootjes, die men bij ons gemeenlijk „pieremagoggels" noemt, op het groote toeristenschip af, om ons een vaar- 'wel toe te wuiven. De muziek van onze scheeps- band wordt blijkbaar door hen zeer gewaar deerd. Op de maat zwaaien zij ons toe. Eén der Noren doet over het stille water van de fjord een Hollandsche groet schallen: „Tot weder- ziens" klinkt het uit een der bootjes. Ja, daarmee kunnen wij van ganscher harte instemmen, want al het schoons van dit land noodt tot een volgend bezoek. Maar toch be klagen wij jullie, Odda'sche jongens en meisjes, die nu in je bootjes terugkeert naar het zich in de schemering verhullende dorp. Prachtig is het bij jullie en grootsch en dat is gelukkig voor je, maar ook is het er beklemmend en benauwend van overweldigende somberheid en daar kunnen wij niet tegen, wij bewoners van het lage landje tusschen Schelde en Dollart. Wij behoeven de ruimte, het uitzicht naar alle kanten. Wij minnen de schoone nie tigheden van de Hollandsche natuur boven de machtige schoonheid van het Noorsche land, waarvan wij echter een mooie diep-verankerde herinnering mee naar huis nemen. De laatste étappe. Want onze tocht loopt nu ten einde. Voor de laatste maal heeft de „Veen dam" op deze reis het anker gelicht. De laatste étappe is begonnen. Als de boot weer stil ligt, zijn wij in Rotter dam, in Holland. Het spreekt vanzelf, dat de laatste dagen aan boord eenigszins feestelijk moeten ver- loopen. Het begint reeds den voorlaatsten middag met een „groote parade". Met de mu ziek voorop trekken wij in een lange, vroo lijke stoet het geheele schip rond, door al de gangen en over al de dekken, waar wij deze weken in vroolijkheid bijeen zijn geweest. Een feestelijk afscheidsdiner en een „knalavond" besluiten dezen laatsten dag aan boord. Want den volgenden morgen hangt er reeds een min of meer nerveuse vertrekstemming in de lucht. Koffers worden gepakt, handen ge drukt ten afscheid van op reis verworven vrienden. Hoek van Holland is het eerste stukje Ne derland, dat wij weer zien. Op de pier staan landgenooten ons toe te wuiven. De groene oevers van den Nieuwen Waterweg, waarboven de grauwe wolkenlucht zich welft, glijden langs zwart-witte koeien in de wei, hier en daar een molentje in 't verschiet.... Ja, Holland is toch mooi! Daar voor ons ligt Rotterdam. In een nevel van wolken, smook en roet doemen de hijsch- kranen, de elevators, de torens, bruggen en huizen der stad op. Bedrijviig schieten kleine, driftige motorbootjes en puffende stoom- scheepjes heen en weer over het grauwe Maas water. Aan de toekomstige „Prinsendam", die bij de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij op stapel ligt, brengt de „Veendam" een groet. Aan den overkant, in het Park, staat een groote menigte met hoeden en zakdoeken zwaaiende menschen. Dan wordt onze boot een slag gedraaid en, terwijl het Wilhelmus tegen de loodsen der HollandAmerika Lijn weerklinkt, wordt de tros vastgemaakt. Wij zijn weer thuis! Weemoedig is het gevoel afscheid te moeten nemen van de menschen met wie men veer tien lange, vroolijke dagen heeft doorgebracht en van onze mooie „Veendam", die ons zoo trouw en veilig over de golven van Noord- en Oostzee, van Sont en Kattegat,- van fjorden en Atlantische Oceaan vervoerd heeft. Maar dankbaar voelen wij ons toch ook, weer terug te zijn, in onze vertrouwde omgeving, die wij, na al het schoons van verre landen ge noten te hebben, met zooveel meer waardee ring beschouwen. Bijna zevenhonderd reisgenooten stuiven van de kade te Rotterdam naar alle deelen van ons landje uiteen. Sommigen van hen, met wie men twee weken gezamenlijk genoten heeft, zal men naar alle waarschijnlijkheid nooit meer terugzien. Met anderen zijn duurzame 'Tiendschapsbanden aangeknoopt. Maar ee" ieder zal zijn geheele leven de herinnering aan j de verrukkelijke reis met de „Veendam" naar j Scandinavië bijblijven. Allen keeren thans naar hun werk en hun dageiüksche rechten aesterkt en verfrisnht naar lichaam en geest en bereid de moeiten des levens moedig te trotseeren. R. PFAFF. WOENSDAG 19 "AUG. 1936 Over de donkere aarde Staat de stille nacht Bij mij is het bedaarde Licht, dat glimlacht Om mij verdwijnen de kleine Dingen - ik waak En zie stil naar mijne Eenvoudige taak. En ik denk en ik schrei even. En ik voel mij alleen Langs mijn handen gaat het leven stillekens heen. Hoevelen kunnen dit den dichter niet na zeggenhoevelen zijn er niet vooral onder ons vrouwen, die: stil zien naar hun een voudige taakdie denken en even schreien en het leven stillekens door hun in ver wachting geheven handen voelen gaan.... Niet voor allen is een op den voorgrond tre denden taak weggelegd. Voor velen is het leven niet meer dan een dienende liefde en.dan is er meestal meer van het dienen dan van de liefde in. De dichters weten het zoo mooi te zeggen en het lijkt in de boeken zoo fraai en zoo ver heven enwe weten zoo opperbest hoe anderen tevreden moeten zijn wanneer het Lot hen achteraan heeft gezet. Maar wanneer ons dat zelf treft.dan voelen we ons al heel gauw ongelukkig en achteruit gezet. Wij voelen dat wij behoefte hebben aan wat extra zorg en liefde en zachtheid. Waarom? Ochwe hebben geen groot leed of iets anders zwaars om te dragenhet is alleen maar dat we, ja eigenlijk dat we zoo niets hebben, zoo heelemaal niets om eenige kleur in ons bestaan te brengen. Wij voelen ons aan den levensdisch als een, die op dieet gesteld is en we begrijpen het hoe en waarom niet. Wij zouden willeno, wat zouden we toch verschrikkelijk veel willen.en we zoeken het daar waar we het zeker niet zullen vinden. Maar al te vaak hebben we hier geen zuiver omlijnd begrip van.... we voelen al leen dat het zóó niet goed iswe komen in opstand tegen de leegte van ons bestaan we zoeken het in de dingen die van buiten af tot ons komendoch het moet van binnen uit ons zelf groeien. Juist ons vrouwen valt het lot maar al te vaak ten deel om onbekend, onbemind, ver loren en vergeten onzen plicht te vervullen en dan krijgt die plicht wel eens den bitteren bijsmaak van onrecht. Hoeveel nederige betrekkingen worden niet jarenlang met trouwe plichtsbetrachting ver vuld door haar, die nimmer een woord van lof of dank oogsten. Hoeveel huisvrouwen zijn er niet die haar beste krachten, haar frissche jeugd, haar gezondheid, ja het beste wat zij in zich hebben offeren voor haar gezin. Zonder dat iemand eraan denkt om haar daarvoor maar zelfs te danken. Wij vrouwen met de stille eenvoudige taak, laten wij toch nimmer denken dat slechts een schamel deel het onze is Het tegendeel is waar Aan ons de lieve zachte woorden van troost en opbeuring, het openlijk getoonde medelij den, de sympathie en het erbarmen, die zich uiten in vriendelijke kleine dienstbewijzen. Door voorbeeld, niet door voorschrift willen we anderen helpen Het is zoo gemakkelijk nietwaar om anderen voor te schrijven, hoe zij hun leed te dragen en hun vreugde te genieten hebben Doch slechts ons eigen dapper gedragen leed zal hun ten zege strekken en onze vreugde zal een weerklank vinden in hun harten. Is dat geen heerlijke, geen groote en alles omvattende taak? Er behoeven geen vrouwen te zijn met een leeg leven. Want deze taak van dienende naastenliefde is ons aller taak.... AMY GROSKAMP TEN HAVE. WASHINGTON, 18 Augustus (Reuter). Volgens officieele opgaven zullen tengevolge van de schade, die de droogte aan de oog sten in de Staten van het midden-westen en noord-westen heeft toegebracht, nog voor den winter meer dan twee millioen perso nen, die van den landbouw moeten leven, door de bondsregeering gesteund moeten worden SLOT-OPNAME VAN DE OLYMPIADE IN REMBRANDT-THEATER EN CINEMA- PALACE. Reeds hedenavond zal in Rembrandt-thea ter en in Cinema-Palace het Fox-wereld nieuws een opname bevatten van de slot wedstrijden van de Olympiade, terwijl het Polygoon-nieuws de aankomst der Nederland sche zwemsters in Rotterdam te zien zal geven MILITAIRE ATTACHé DER SPAANSCHE AMBASSADE UIT FRANKRIJK VERBANNEN. PARIJS, 18 Aug. (Reuter-A.N.P.) De „Echo de Paris" meldt, dat de minister van binnenlandsche zaken, Salengro, op verzoek van den Spaanschen ambassadeur de Albor- noz, den militairen attaché bij de Spaansche ambassade majoor Antonio Barroso. die on langs zijn ontslag heeft genomen, uit Frankrijk heeft uitgewezen. DE VERKOOP VAN GASRESCHERMINGS MIDDELEN. 's-GRAVENHAGE, 18 Augustus. De inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, heeft een circulaire gezonden aan de burgemeesters be treffende de beschermingsmiddelen tegen strijdgassen. Het is den inspecteur gebleken, dat gas- beschermingsmiddelen worden te koop aan geboden, waarvan de hoedanigheid niet vast staat. Het ligt in het voornemen der regeering den verkoop van beschermende middelen tegen strijdgassen in zoodanige banen te leiden, dat slechts goedgekeurde voorwerpen kunnen wor den aangeboden. Zoolang een desbetreffend besluit niet is afgekondigd en in werking getreden, zal iedere kooper of tusschenhandelaar goed doen, al vorens tot zaken te komen, van den ver- kooper overlegging te vragen van een door den minister van defensie afgegeven verkla ring, waaruit blijkt dat de gasmaskers aan redelijk te stellen eischen voldoen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7