In 32 uur van Schiphol naar Dakar. Provisiekast ontbrak. DONDERDAG 20 AUGUSTUS 19& Tropische hitte op het laatste deel van het traject. Mijnhardt's Zenuwtabletten. Het Erasmus-hekbeeld te Rotterdam. In bruikleen gegeven aan M useum-Boymans. Landbouwer onder zijn wagen geraakt. Magnetiseur tot 900.boete veroordeeld. Ministers Gelissen en Deckers naar Finland. Hollandsche kaas in Spanje in beslag genomen. Goede raad in den wind geslagen. Deviezensmokkelaars gesnapt. Nederlander weet nog juist over de grens te komen. Muggen plagen de menschen. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. Vrachtauto bij botsing door midden gespleten. OPMERKINGEN VAN LEZERS Reisverhaal van een tocht naar Liberia. w Schiphol-Toulouse, Juli 1936 ranneer men Zaterdagmiddag om ruim half vier in de Farman een plaatsje heeft gevonden en Schiphol is onder ons weggegleden, dan kan men zich moeilijk voorstellen ongeveer twee en dertig uur later in Dakar in West Afrika te zullen zijn. Toch is het zoo. Maar afstanden bestaan er nu eenmaal niet meer. In Rotterdam verliet ons een groot gedeelte der medepassagiers en anderhalf uur later streken we op le Bourget neer. Na een vluchtig kijkje in het roezige Parijs wisselde ik 's avonds omstreeks acht uur de vliegmachine voor den sneltrein naar Touk se. Van slapen kwam practisch gespro ken niets. Het zonnetje kwam juist te voor schijn, toen het eindstation werd bereikt en ik in het kantoor van de Air France aldaar mijn laatste voorbereidingen kon treffen. Het was er een en al bedrijvigheid. Omstreeks half zeven bracht de autobus ons naar het vlieg veld. Blijkbaar hadden vijf passagiers geboekt. Binnen een half uur bereikten wij door het ontwakende Toulouse het beginpunt van de vliegreis. De 3-motorige Dewoitine, Cassiopée naamd, stond proef te draaien en om half ze ven verlieten wij met z'n achten Toulouse. De vijf passagiers en de drie leden der beman ning, de eerste piloot, de mecanicien en de ra diotelegrafist. Toulouse-Barcelona. Het bekende Canal du Midi ls voorloopig onze leidsman. Vliegend over Languedoc her kennen we de kleine kasfeelen, de dorpen met huizen, welker daken hoog opgebouwd zijn, de oude kerken, terwijl op den achtergrond de toppen der Pyreneeën te herkennen zijn. Het is een fantastisch schouwspel en deed mij te rugdenken aan onzen tocht met de Graf Zep pelin langs de zuidelijke uitloopers van dit ruwe gebergte op de grens tusschen Frankrijk en Spanje, Rustig onzen tocht vervolgend, passeert de Cassiopée het stadje Villefranche, daarna Castelnaudry en Carcassonne. De gedachte, dat ik thans de noodige voor bereidingen kon treffen om in Lézignan mij een oogenblik op den beganen grond te kun nen verpoozen en mijn beenen eens uit te strekken, bleek ijdel te zijn. Of dat een gevolg was van het feit, dat de aansluitende vlieg verbinding van Marseille geen passagiers en post bracht, weet ik niet. Hoe het zij, wij vlo gen Lézignan voorbij en alle passagiers nes telden zich zoo gemakkelijk mogelijk in hun stoeltjes. Intusschen begon mijn maag op be denkelijke wijze te Jeuken. Maar de bekende provisiekast in de Fokker F XVIII, die mij op reis naar Indië, dag in dag uit, op voortref felijke wijze verzorgde, ontbrak. Ik moest ge duld oefenen en op onze eerste halteplaats het een of ander zien te bemachtigen. Intusschen hadden wij een prachtig uitzicht gekregen op de Middellandsche Zee en het la- gunengebied in de omgeving van Sigeau. Wij passeerden Rivesalte, de geboorteplaats van den bekenden Franschen Maarschalk Joffre Met groote snelheid ging het verder. Diepe ravijnen wisselden af met hooge bergtoppen. Hier en daar onderscheidde men dc wijnstok ken en uitgestrekte oppervlakten met olijf - boomen. Ginds glinsterden de met sneeuw bedekte bergtoppen in den zonneschijn. De slaap had me daarna dusdanig te pakken ge had, dat ik niet bemerkte, dat wij een half uur later gingen dalen en ik eerst opschrikte toen de wielen van ons landingsgestel over de keien huppelden van een primitief, doch uit gestrekt vliegveld. We waren op Barcelona- Prat, een militair vliegveld, hetwelk door mijn leeken-bril bekeken aan weinig moderne eischen voldeed. Geheel in overeenstemming daarmede was de mogelijkheid om den vlie genden passagier zijn honger te doen stillen. Niets van dat alles. Met een kopje ongeniet bare zwarte koffie dienden wij het te doen. Barcelona-Casablanca. Om bij achten werd de reis vervolgd. We vlogen langs de grillige Spaansche kust met de talrijke visschersdorpen, die eenige leven digheid aan het terrein gaven. Meer het bin nenland in was het uiterst dor. De tempera tuur in de cabine steeg op onrustbarende wij ze. De Europeesche kleedij was een onding ge worden. Eerst de omgeving van Tarragona, de stad van de beroemde chartreuse, verschafte ons een welkome afwisseling. Vanuit de verte onderscheidden we de uitgestrekte delta van de Ebro, waarna Valencia onder ons voorbij trok en we de kustlijn verlieten om in Alican te een tweede landing te maken. Het was in middels tien uur geworden. Ook hier geen maaltijd, hoe eenvoudig ook, zoodat wel als zeker kon worden aangenomen, dat wij op Afrika onzen hoop gevestigd moesten houden. Gelukkig bood het traject na Valencia veel bezienswaardigs. De mooie kerken van Carta gena, de uitloopers van de Sierra Nevada en korten tijd daarna de omgeving van Gibral tar deden den honger vergeten. Aan de over zijde dook Afrika op. We vermeden de ge bieden van de Britsche verdedigingswerken in Gibraltar's naaste omgeving en al duidelijk ontplooide zich het nieuwe werelddeel, hetwelk voor ons lag. Algeciras, omgeven door groene vlakten, Ceuta, de kust met bergcomplexen en uitgestrekte wouden. We bevonden ons in de onmiddellijke omgeving van het gebied waar Abdel Krim, nauwelijks tien jaar gele den, zooveel beroering verwekte. Onheilspel lend leek het terrein meer dan eens. Angst wekkend door zijn grilligheid, zijn onherberg zaamheid. Kan een mensch daar leven? Onder een dergelijke verzengende hitte, zonder de schaduw van palmengroepen, zonder het on ontbeerlijke drinkwater? Men staat als voor een raadsel. De Cassiopée snelde voort. De Byzantynsche Kathedraal van Oran, de ne gerdorpen, de blauwe zee, die ons het beeld van de Cöte d'Azur in herinnering bracht, maar hier een onbewoonde Cötë d'Azur, de rotsformaties van het Atlasgebergte, de plaat sen, waar houtskool gemaakt wordt, de poort van Marokko in de omgeving van Tazza en eenigen tijd later Meknes met moderne stads- wijken en ten slotte het beeld van de groote j stad Casablanca; dat alles speelde zich voor ons af, als de kleurige beelden van een kalei- 1 doscoop. 's Middags omstreeks twee uur stond ons gezelschap bijeen op het moderne vliegveld van het moderne centrum Casablan ca, de stad, die nog slechts een twintigtal ja ren bestaat. Het restaurant verschafte ons hors d'oeuvre, vleesch en brood en veel ver- frisschende dranken. Ongeveer een uur later was het andermaal aantreden en tegen drieën hadden wij onze plaatsen ingenomen in een frlssche machine, die ons 2400 K.M. verder naar Dakar zou brengen. Casablanca-Dakar. Aan een uiterst corpulenten Franschen pi loot, ook in dit geval bijgestaan door een me canicien en radio-telegrafist, vertrouwden wij ons met ons vijven toe. De zon beukte on barmhartig op de metalen machine. De tem peratuur in de cabine was voor ons passa giers moordend. Dan nog maar liever met Smirnoff eenige uurtjes door een zandstorm boven de Sirische woestijn! Niettegenstaande onze Fransche machine met groote gelijkma tigheid haar reis voortzette en een aanzienlij ke doorsneesnelheid ontwikkelde, was deze niet in staat ons frissche lucht toe te voeren. In dien toestand bleven wij verkeeren gedu rende de middaguren, zoolang de tropische zon haar kans kon waarnemen. De omstan digheden waren oorzaak, dat de lust om aan- teekeningen te maken uiterst gering was. Het zal wel onnoodig zijn daaraan toe te voegen, dat na ieder kwartier naar buiten kijken ze ker een half uur volgde, dat wij een dutje trachtten te doen. Maar ten slotte waren wij, als passagiers, in de gelegenheid te doen wat wij wilden, mits wij binnenboord bleven, maar de cockpit-bewoners staan er anders voor. Al mochten zij door een dun gordijntje, boven hun hoofden gespannen, zich een weinig kun nen beschermen tegen deze hitte, zij zijn o.m. genoodzaakt op alles acht te slaan. Met be wondering bekeek ik hunne verrichtingen, boven die geweldige gebieden waarvan men zich feitelijk geen voorstelling moet probee- ren te maken, wanneer men er nooit ge weest is. Eerst in den laten namiddag werd het iets koeler. De zon maakte aanstalten ons te ver laten, de laatste stralen gaven aan het terrein een fantastischen schijn en omstreeks half acht maakten we onze eerste tusschenlanding. In een afgeschoten gedeelte van de hangar stonden twee gedekte tafels. Een voor de le den van de bemanning, een voor de passagiers. Het was uiterst primitief. Eenige hard gekook te eieren, een kippenbout, eenige augurken, een stukje koud vleesch, een banaan en harde pruimen. De eetlust was miniem, het bier vond goeden aftrek. En toen we onze plaatsen andermaal opzochten was het donker. De ster ren flonkerden, van eenig uitzicht was na tuurlijk geen sprake meer en blijkbaar had geen mijner medereizigers eenige animo het licht in de cabine aan te steken. De hitte van den middag had ons afgemat. En voort ging het met de dommelende passagiers over Afri- kaansehe gebieden, honderden kilometers ach ter elkander. Totdat het licht van één of meer grootere schijnwerpers mij trof en een zeker geknetter in mijn ooren verried, dat wij daalden. In de cabine was het plotseling een groote bedrijvigheid. Het gevoel het eindpunt te bereiken. Met groote nauwkeurigheid bracht de bekwame Fransche piloot ons niet alleen op het vliegveld, waarvan wij de roode bakenlichten weldra herkenden, maar taxiede ons keurig tot in de opening van de hangar Koffers en post werden uitgeladen en eenigen tijd later ten deele.... weer ingeladen. We waren nog niet in Dakar. Nog ruim honderd kilometer van het eindpunt. Wreede ontgoo cheling, waarin wij ons hadden te schikken Maar wat beteekent 100 kilometer op het beele traject Amsterdam-Dakar. In die gedachte ging het kort daarna verder, door het duister, met hier en daar een enkel lichtje op den beganen grond. Totdat nieuwe lichtbundels in onze cabine binnendrongen en wij de zeker heid kregen het eindpunt bereikt te hebben Zoo was het ook. En evenals mijn vrouw des tijds op Tjililitan aanwezig was om mij af te halen na mijn Indië-vliegreis, was zij nu pre sent na mijn Amsterdam-Dakar-trip. Per auto gingen we langs den 6 K.M. donkeren weg naar ons hotel. Eén uur later dan ik ge dacht had vond ik mijn bed. waarnaar ik hartstochtelijk verlangde MOLLERUS Nfli-uone en overspannen, onrustig nerveus en slapeloos. Men gebruike hiertegen de zenuwstillende en zenuwsterkende Glazen buisje 75 ct. Bij A,poth. en Drogisten (Adv. Ingez. Med.) Rede van den Japanschen gezant. Woensdagmiddag heeft de Japansche ge zant Toshihiko Taketomi, het hekbeeld van het 16de eeuwsche Rotterdamsche schip „De Liefde" voordien genaamd „Erasmus", welk beeld door het keizerlijk museum te Tokio in bruikleen is gegeven ten behoeve van de Erasmus-tentoonstelling in het museum Boy mans, aangeboden aan den burgemeester van Rotterdam, mr. P. Droogleever Fortuyn. De burgemeester verwelkomde den gezant en de vertegenwoordigers van de ministers van Buitenlandsche Zaken en Onderwijs en voorts de afgevaardigden van verscheidene corporaties. In de Engelsche taal hield de gezant ver volgens eendrede, waarin hij iets van de wederwaardigheden van het Rotterdamsche schip „De Liefde" mededeelde, en uiteenzette, waarom de Japansche regeering het houten beeld van Erasmus Roterodamus, afkomstig van „De Liefde" beschouwt als een van Japan's nationale schatten. Dit geschiedde in de eerste plaats om den wereldberoemden man te eeren, maar even zeer om het eerste bezoek van de Nederland- sche zeevaarders te herdenken, dat een uiterst belangrijk keerpunt vormde in de lange ge schiedenis van het afgesloten Japan. In het keizerlijk museum te Tokio zeide de gezant o.m. herinnert het beeld aan het eeuwenoude vriendschappelijke verkeer tus schen onze beide landen en aan den geest van onverschrokkenheid en onverwoestbare energie, destijds en ook nu nog een kenmerk van Hollands beroemde haven Rotterdam. Spr. herinnerde aan het principe van de Japansche regeering om slechts bij hooge uitzondering de nationale schatten het land te doen verlaten en hoopte, dat het Erasmus- beeld bij den terugkeer in Tokio een her nieuwde boodschap zou brengen van hartelijk verkeer tusschen Holland en Japan. De gezant deelde nog mede, dat de Japan sche vereeniging voor de bevordering van internationale cultuur het plan heeft opge vat aan de stad Rotterdam een model van het houten Erasmusbeeld aan te bieden zoodra het in het museum te Tokio is teruggekeerd. Met een korte rede beantwoordde de burge meester de toespraak van den gezant. De heer W. A. Engelbrecht heeft vervolgens een uiteenzetting gegeven van de beteekenis, die voor het Japansche en het Nederlandsche volk verbonden is aan het beeld van Erasmus. KINDJE DOOR TREIN OVERREDEN EN GEDOOD. Het tweejarig kindje van den landbouwer G. J. Lensink te Loo, gemeente Bathmen. is door een trein, die achter het huis van den land bouwer loopt, overreden en op slag gedood. Het kind was een oogenblikje aan de aan dacht van de ouders ontsnapt en op de spoor baan terecht gekomen. Voor den Delftschen kantonrechter mr. C. W. de Rochefort stond Woensdagochtend een inwoner van Delft terecht wegens het uit oefenen van de geneeskunst zonder daartoe bevoegd te zijn. Zes patiënten van den ver dachte werden als getuigen gehoord en ver klaarden dat zij bij de behandeling veel baat hadden gevonden en niet hoefden te betalen. De meesten echter legden na elke visite wel wat geld op tafel. In zijn requisitoir zeide de ambtenaar van het O.M. van meening te zijn, dat hier sprake was van een zeer ernstige overtreding, aan gezien verd. niet bekwaam is om een diagnose te stellen. Hij doet dat op zijn „boerenflüitjes" (deze laatste uitdrukking bezorgde den ambtenaaf een reprimande van den kantonrechter). Na dat de ambtenaar nog had gezegd dat hij wel wist, dat gemagnetiseerd water gewoon water was, waarmee wat hocus pocus was ge- gedaan, eischte hij een boete van 9 maal 100 subs. 9 maal 10 dagen onvoorwaardelijk en 9 maal 1 week hechtenis voorwaardelijk. De verdachte hield hierna een betoog over zijn werk, dat hij onder geen omstandigheden zal neerleggen. De magnetiseur werd conform den eisch veroordeeld. ONGELUK BIJ BERGINGSWERKEN. Tijdens den storm van eenige weken gele den is een bak van de inpolderingswerken nabij Urk gezonken. Bij de lichtingswerk zaamheden, welke Woensdag plaats hadden hing de bak tusschen twee kranen, toen een poot van de kleinste kraan brak en de heele stellage naar beneden stortte. In den bak wa ren drie menschen aan het werk. In allerijl werd hulp geboden om dezen van den ver drinkingsdood te redden. Een der drie, de uit voerder van het werk, de heer Remans, was er het ergst aan toe. Hij zat tusschen de kraan en een lier bekneld. De man had zware in wendige kneuzingen opgeloopen. Hoewel men aanvankelijk vreesde voor zijn leven, is er voor het slachtoffer thans weer hoop. GOEDE SIER GEMAAKT VAN GESTOLEN GELD. De politie te Tegelen is er Woensdagmiddag in geslaagd den zestienjarigen P. en de 22- jarigen T. beiden woonachtig te Venlo aan te houden. P. heeft daar ten nadeele van zijn patroon een bedrag van 150 gulden ont vreemd. Met dit geld op zak heeft het twee tal een uitstapje per taxi door Duitschland gemaakt, waarbij het de som vrijwel geheel heeft opgemaakt. De aangehoudenen zijn ter beschikking van de politie te Venlo gesteld. Onderzoek naar mogelijkheden voor den Nederlandsch-Finschen handel. Bijna op slag gedood. Woensdagavond is de ongeveer zestigjarige landbouwer M. Mesken te Smilde, terwijl hij een voer tarwe naar huis wilde brengen, ver moedelijk door het schrikken van zijn paard, dat op zij sprong, onder den wagen geraakt. Zijn zoon, die op een afstand het ongeluk zag gebeuren snelde toe en bevrijdde zijn vader uit diens netelige positie. De doktoren uit Smilde en Appelscha die zeer spoedig ter plaat se waren, constateerden den dood. De overle dene was een vooraanstaande figuur in het vereenigingsleven van Appelscha. Hij was bedrijfsleider van de coöperatieve aardappel meelfabriek „Oranje" te Smilde en sedert tal van jaren lid van den gemeenteraad van Smilde. Van de indertijd uit schepen van de Kon. Neri. Stoombootmij. te Tarragona geloste la dingen zijn alle kaaszendingen door de Spaan sche regeering in beslag genomen. De directie van de K.N.S.M. heeft volgens de N. R. Ct. wegens deze inbeslagneming geen stappen bij het departement van buitenland sche zaken gedaan. HAVENARBEIDER DOOR HIJSCH BOOM STAMMEN GETROFFEN. Zeer ernstig gewond. De 41-jarige havenarbeider, W- Hanegraaf, te Schiedam, was Woensdagavond te ruim 10 uur aan boord van het stoomschip Albi, dat in de Waalhaven te Rotterdam ligt, bezig met het verladen. van zware boomstammen. De man is toen gestruikeld juist Op het oogenblik, dat een hijsch naar beneden kwam. Een van de zware stammen heeft den man in zijn rug geraakt. De man kreeg zeer ernstige verwon dingen. Men vreest voor zijn leven. Naar wij vernemen, zullen de minis ters van Landbouw en Visscherij, mr. dr. Deckers en van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, prof. ir. Gelissen, Vrijdag a.s. den Haag verlaten om zich naar Finland te begeven, in welk land zij eenige dagen denken te vertoeven. De directeur-generaal van Handel en Nij verheid, dr. Hirschfeld, die momenteel met va- cantie in Zweden vertoeft, zal zich in Helsing- fors bij de ministers voegen. Het doel van dit bezoek is ,een indruk te krijgen van den economischen toestand in Finland en van de mogelijkheden, welke voor den Nederlandsch-Finschen handel aanwezig kunnen worden geacht. Jongen in snel-stroomende beek verdronken. Woensdagmiddag is bij het baden in de Lebbenbeek bij Borculo de 16-jarige B. van den Heuvel, een pupil van het Leo-gesticht, een R.K. gesticht voor verwaarloosde jongens, verdronken. Na herhaaldelijk gewaarschuwd te zijn was de jongen toch in dat gedeelte gaan zwemmen, waar de stroom zeer sterk is, met het noodlottig gevolg, dat hij onmiddel lijk wegzonk. Toeschouwers, onder wie zich een geestelijke bevond, snelden toe, doch het mocht niet gelukken den jongen te redden. Na eenige uren van vruchteloos zoeken, werd ein delijk het lijk gevonden. DE ZONDERLINGE LANDLOOPER OOK DOOR ZIJN VROUW HERKEND Intusschen blijft hij ontkennen iets van een diefstal af te weten. Zooals wij onlangs hebben gemeld is de ex- administrateur van den Gemeentelijken Ge neeskundigen dienst te Rotterdam, die tegen het einde van 1927 met een bedrag van f 24.000 verdween, zwervend in de omgeving van Apeldoorn aangehouden. Na zijn arresta tie werd hij geschoren en geknipt, waarop verschillende vroegere collega's hem herken den. Bij een confrontatie met zijn vrouw heeft deze thans ook in den landlooper Konke haar man herkend. Intusschen blijft de man in zijn rol volharden en ontkend iets te weten van het bestaan en nog minder van de gedragin gen van den vroegeren administrateur. Duitscher gearresteerd. Door de Duitsche douanebeambten aan de grens bij Tegelen werd Woensdagmiddag ont dekt. dat de twee inzittenden van de vracht auto van de expeditiefirma van Wijlick uit Venlo ongeveer 2000 mark uit Duitschland wilden smokkelen. De chauffeur, de Venlonaar W wist tijdens het onderzoek over de Neder landsche grens te vluchten. De andere per soon. die uit Viersen afkomstig is, werd ge arresteerd. Auto en geld zijn in beslag ge nomen. Reusachtige zwermen aan de Gooische kust en op Urk. De myriaden groene muggen, die het Noor delijk deel van het IJsselmeer bezoeken, zijn thans ook weer aan de Gooische kust ver schenen. Sedert eenige dagen vertoonen zich, volgens het Hbld., heele wolken van deze muggen bo ven het strand en omgeving van Valkeveen; des daags houdn zij zich meestentijds schuil, vooral wanneer er een beetje wind staat. Zij houden zich dan op in de boschjes langs den zeekant en in de breede strook van riet en ziltgewassen, die na de afsluiting van het IJsselmeer op het strand zijn gegroeid. Zoodra echter de schemering valt komen reusachtige zwermen opzetten; al steken de dieren niet, hun tegenwoordigheid wordt niet op prijs gesteld en de meeste bezoekers van Valkeveen trotseeren de komst van de groene muggen niet en zoeken een heenkomen land waarts. Overdag kan men ze, op alle beschutte plaatsen in de nabijheid van Valkeveen zien zitten. Heele legers van deze insecten, met hun lange groene achterlijven, treft men bijv. soms aan den binnenkant van parasols aan. Ver landinwaarts zijn de muggen nog niet waargenomen. De muggenplaag langs het Huizer-Naarder- strand heeft met de laatste warme dagen on gekende afmetingen aangenomen; op het wa ter drijven grijsbruine vlekken, het zijn neer gestreken muggenzwermen; vaartuigen, die de haven binnenkomen zijn met groezelige lagen dezer insecten bedekt. Wie tegen zonsondergang langs de kust wandelt, zou meenen, dat er wolken rook of stoom de lucht ingeblazen worden. De bruine banken teekenen zich duidelijk tegen de lucht af en in de nabijheid van zulk een dansende, vliegende pyramide, is het een gebrom of in de verte een vliegmachine nadert. Het verblijf van kampeerenden op het strand is sommige gedeelten van den dag ondraaglijk. De men schen ontvluchten dan hun tenten en trekken een eind terug het eikenhout in of de heide op, waar de dichte zwermen zich tenminste niet meer ophouden. Op Urk het leven onmogelijk. Op Urk moeten de muggen het leven bijna onmogelijk maken. Naar de Tel. meldt, was het Dinsdagavond omstreeks 9 uur in de nauwe straatjes van het dorp zoo druk van I dansende muggen, dat alleen zij, die beslist buiten moesten zijn, het waagden op straat I te komen. Het was zoo erg, dat de straatver lichting verduisterd werd....! I 20 Augustus: VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. Daar de burgemeester door ongesteld heid verhinderd was zijn functie als voorzitter waar te nemen, werd deze zit ting gepresideerd door den heer dr. C. G. von Reeken. Omtrent het voorstel van B. en W. om de bierkelders onder de Vleeschhal voor loopig weer voor een jaar te verhuren, had de commissie van financiën be zwaar, wijl zij de geheele hal tot het doel ter beschikking wenschte te hebben; in de tweede plaats wenschte het Dage- lijksch Bestuur ƒ200 ter beschikking te houden, ten einde de hal weder voor den verkoop van vleesch in te richten en de uitstalbanken voor 1 jaar in het open baar te verhuren, en tot verscherping van het toezicht een onder-keurmeester aan te stellen op een jaarwedde van 600.—. De heer Huët wenschte het gebouw zoo doelmatig mogelijk in te richten. Eenige banken moesten onverhuurd blij ven voor den gaanden en komenden man en Zaterdagavonds de markt open gesteld worden, dewijl dan het groote publiek gewend is te koopen. De heer Dyserinck wees op eenige kos ten die het weder in gebruik nemen der Vleeschhal zou vorderen, doch daar tegenover stond dat de afgezonderde banken gevoegelijk voor 0.50 per dag zouden kunnen worden verhuurd. De heer Enschedé is, evenals voor gaande sprekers, van oordeel, dat de gemeente zich hiervoor eenige onkosten moet getroosten; hij acht het verhuren der kelders niet raadzaam. Op voorstel van den heer Macaré wordt de zaak opnieuw uitgesteld. Chauffeur zeer ernstig gewond. Woensdagavond omstreeks zeven uur is door tot nu toe niet opgehelderde oorzaak een zware expeditieauto van den expediteur Oosterloo uit Bedum nabij Elburg aan het slingeren geraakt en met volle vaart tegen een boom gevlogen. De botsing was zoo hevig dat de wagen van voren geheel werd inge drukt en de laadbak overlangs door midden spleet, zoodat beide helften om den boom klemden. De chauffeur J. V. raakte tusschen de brokstukken bekneld, en moest worden uit gezaagd. Hij had ernstige inwendige kneu zingen en een beenbreuk opgeloopen en is naar een ziekenhuis te Zwolle vervoerd. Bij de zwaai, welke de vrachtauto maakte, ramde deze, alvorens tegen den boom tot stilstand te komen, een tegemoet komende auto van dr. D. J. B. uit Doornspijk en een tweetal wielrijders. Auto en rijwielen werden geheel vernield, ernstig persoonlijk letsel werd gelukkig niet veroorzaakt. De rijksveldwacht stelde in samenwerking met de marechaussee een onderzoek naar de oorzaak in en de toe dracht van het gebeurde. WROEGING. Bij de politie te Amsterdam heeft zich een 28-jarige bouwkundige aangemeld, die in dienst is bij een makelaar te Amsterdam. De man verklaarde, dat hij van eind 1934 af tot nu toe geld verduisterd had ten nadeele van zijn patroon. Hij kon niet precies opgeven hoe groot het totale bedrag van de verduistering is, doch hij schatte het op drie a vijf duizend gulden. De centrale recherche waarschuwde de po litie van het bureau Leidscheplein, die een onderzoek instelde en de mededeeling van den bouwkundige ter kennis bracht van den ma kelaar, die niet te Amsterdam woonachtig is, doch er slechts zijn bedrijf uitoefent. Hij over weegt of hij tegen den man, die een neef van hem is, een strafklacht zal indienen. KIND TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN. Woensdagmorgen is te Onderdendam, ge meente Bedum, het vijfjarig dochtertje van den landbouwer Koenes, dat een boodschap moest doen bij een buurvrouw, in het voor de boerderij loopende kanaal geraakt en ver dronken. AUTO MET OUDEN VAN DAGEN IN DROGE SLOOT GERAAKT. Woensdagmorgen te omstreeks tien uur is in de Knijpslaan te Hoogezand door onbekende oorzaak een auto, waarin ouden van dagen uit Appingedam een tochtje in de omgeving maakten, uit de rij voertuigen geraakt en in een langs den weg loopende droge sloot te recht gekomen. In de auto zaten, behalve de bestuurder, twee bejaarde echtparen. Van hen werd mejuffrouw Bosgraaf zoo ernstig gewond, dat zij door een dokter uit Hoogezand moest worden verbonden, waarna zij per auto naar haar woning te Appingedam werd vervoerd. De tocht werd hierna, zij het met groote ver traging voortgezet. Naar de oorzaak van het ongeval wordt een onderzoek ingesteld. KLACHTEN OVER DE STRAND- VERORDENINGEN. Een lezer schrijft ons: Bij verordening is het verboden aan het Zandvoortsche strand nabij den Zeeweg in een meegebrachten stoel in het zand te gaan zitten. Men is verplicht hiermede in de tent te blijven. Met een gehuurden stoel is dit wel toegestaan. Daar het niet iedereen convenieert, een stoel te huren, zou het zeer gewenscht zijn, indien aan dezen toestand een einde kwam. Bij informatie bij de politie te Zandvoort bleek ons het volgende: Inderdaad is het bij politieverordening ver boden voorwerpen op het strand te plaatsen. Wu men dus met een stoel in het zand gaan zitten, dan is men verplicht daarvoor huur te betalen. Wil men dit niet, dan moet men zoo maar in het zand gaan zitten, zonder stoel. Aangezien het hier een officieele verordening betreft, zal daarin niet zoo gemakkelijk wijzi" gmg kunnen worden gebracht. RED.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2