3
De Haarlemsche bevolking.
(/«KW sduitft
Twaalf jaar tegen moordenaar
geëischt.
Indische begrootingen
aangenomen.
VOOR DEN-
I
-KANTONRECHTER
Hoe die verdeeld is naar kerkelijke gezindte
MARKTNIEUWS
Morphine in beslag genomen.
Het zusterschip van de
Statendam.
Tusschen tien en twaalf
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1936
Wat is pe
ch?
Geslaagd zweefvliegkamp in
Twente.
Leidsche moordzaak voor het gerecht.
,s GRAVENHAGE, 25 Augustus. Voor de
Vacantiekamer der Haagsche Rechtbank, ge
presideerd door mr. H. van Wageningen,
stond hedenochtend terecht, de 25-jarige ge
wezen meesterknecht M. C. B. uit Leiden,
thans gedetineerd, die in den avond van 14
April in de hal van een Bioscooptheater aan
den Stationsweg te Leiden, de 22-jarige fa
brieksarbeidster Johanna Siera uit Zoeter-
woude, uit wraak met een broodmes eenige
steken in den rug toebracht, tengevolge
waarvan het slachtoffer na korten tijd is
overleden.
B., die gehuwd was, had meermalen ge
tracht het slachtoffer zijn liefde te verklaren,
doch deze wees hem af en beklaagde zich
tenslotte bij de directie, omdat zij door ver
dachte ontslagen was.
In deze zaak waren door den officier van
Justitie, mr. Cohen Tervaert, twaalf getuigen
waaronder de deskundigen dr. J. P. Hulst
en dr. C. van Waalwijk van Doorn uit Leiden
gedagvaard.
Het openbaar ministerie had primair moord,
subsidiair opzettelijke mishandeling met
doodelijken afloop ten laste gelegd.
Requisitoir
Mr. Cohen Tervaert noemde het feit een der
ergste, die in de rechtszaal worden behandeld.
Hier is opzettelijk het leven aan een jonge
vrouw benomen. Spreker behandelde de voor
geschiedenis dezer zaak en de verhouding tus-
schen verdachte en het meisje, waarover hij
geen overwicht meer had. Gebleken is dat hij
ernstige plannen had om naar Zuid-Afrika
te vertrekken. Hij heeft er evenwel ook ernstig
aan gedacht om het slachtoffer, aan wie hij
zijn ongeluk weet, van het leven te berooven.
Hij heeft daarbij ook over de gevangenis ge
sproken. Het meisje is door hem gestoken,
toen hij volkomen kalm was en hij gaf bij
zijn verhoor toe op haar te hebben geloopen.
Spreker qualificeerde het feit als moord,
waarop de zwaarste straf staat.
Rekening houdend met alle omstan
digheden vorderde de officier wegens
moord twaalf jaar gevangenisstraf.
Mr. Krijgsman, die den levensloop van zijn
cliënt naging, zeide o.m., dat de slechte ver
houding tusschen verdachte en diens vrouw,
oorzaak van verdachte's optreden tegenover
de meisjes was. B. kwam daardoor in een
moeilijke positie tegenover de meisjes. Ver
dachte wilde uit de ellende komen. Volgens
pleiter had hij geen wraakplannen tegen het
meisje, dat hij wel als oorzaak van zijn on
geluk beschouwde.
Verdachtes geest was zoodanig overspan
nen, dat hij in zijn geestes-chaos het plan op
vatte het meisje leed toe te brengen. Pleiter
ontkende dat B. het voornemen heeft gehad
om het meisje te dooden. Hier is van geen
moord, maar van het toebrengen van licha
melijk letsel sprake. B. is geen beroepsmisda
diger, maar het slachtoffer van een geestes-
overspanning.
Pleiter vroeg de uiterste clementie.
De uitspraak werd daarop bepaald over 14
dagen.
BATAVIA, 25 Aug. (Aneta). De Volks
raad nam zonder hoofdelijke stem
ming de begrootingen aan van het departe
ment van economische zaken en van den
dienst der volksgezondheid met wijzigings
nota's en aanvullende begrootingen.
De eindstemming over de begrooting van
het departement'van onderwijs is aangehou
den tot na de beslissing nopens het amen
dement, voorgesteld door de heeren Soe-
tardjo, Soekawati, Wermuth en Kartowisas-
tro, ter verhooging van den post „hooger on
derwijs" met 1 gulden, ten einde de instel
ling van de Academische opleiding' van in-
heemsche ambtenaren mogelijk te maken,
welk amendement bij de begrooting van het
departement van binnenlandsch bestuur zal
worden behandeld.
Kleine boosdoeners.
Een aardige jongedame van 18 jaar was te
IJmuiden op het verpachte strand verschenen
slechts gehuld in een koket badcostuum,
waarover een badmantel. De strandcerberus
keek er naar met een critisch oog, maar zei
niets; bloote voeten op het strand valt nog
niet onder de verbodsbepalingen. Maar toch
liet zijn oog de verschijning in den badman
tel niet los, want hij vermoedde, dat er iets
zou gebeuren, wat op het verpachte strand
niet mocht. En het gebeurde, want bij de wa
terlijn gekomen, werd de badmantel afgewor
pen en de slanke gestalte in badcostuum stort
te zich in de zee. Dat mocht niet; dat was een
ontduiking van de bepaling, dat men slechts
in een gehuurd koetsje of tentje mag afwer
pen, wat men meer aan heeft dan een badpak.
Jeugd noch schoonheid kon den wachter ver
hinderen een bekeuring te maken en zoodoen
de kwam de jongedame thans voor den kan
tonrechter.
Ik dacht, dat de zee vrij was, zuchtte het
meisje, dat wel eens van vrije zeeën had ge
lezen. Maar al is dat in sommige opzichten
waar, voor het verpachte strand geldt dat niet,
omdat anders de pachter wel in kon pakken.
Niet weer doen, zei de rechter en gaf 2
boete.
Een andere strandbezoeker sloeg een tent
op aan het strand zonder daarvoor vergun
ning gevraagd te hebben. Hij dacht, dat, als
de tent eenmaal stond, de zaak wel in orde
zou komen, maar zoo gaat dat niet; de amb
tenaren loopen de tentenbewoners niet na,
dezen moeten zorgen, dat eerst de vergunning
wordt gehaald. Of de man al aanbood het
tentje weer af te breken, het baatte niet. De
kantonrechter nam het niet zwaar op: 1.
boete.
Eveneens werd met een gulden bestraft de
jongeman, die zijn fiets te Zandvoort op het
pad had geplaatst, dat van het duin naar het
strand voert. Men mag zoo'n verbodsbepaling
misschien wat overdreven vinden, maar men
moet niet vergeten, dat het hier niet gaat om
één fiets, doch dat men wil voorkomen, dat de
paden bezaaid worden met fietsen. Wie naar
het strand wil fietsen, moet het rijwiel maar
stallen; er is gelegenheid te over.
Een juffrouw was bramen gaan zoeken en
had zich daartoe in de duinen begeven; ze
wist niet dat het verboden was. „Alles is te
genwoordig verboden", zei de kantonrechter
met een zekere verzuchting; „voor men iets
doet, moet men zich op de hoogte stellen". De
bramen kostten haar twee gulden; aan de
deur zijn ze goedkooper.
Een beeld, dat weer spoedig tot het verleden zal behooren: een trekkerskamp op
een warmen zomerdag.
De Statistische Gegevens der gemeente
Haarlem krijgen pas bijzondere beteekenis
wanneer men de nieuwe gegevens naast de
oude legt.
Zoo is het ook met de statistiek over de be
volking gesplitst naar de kerkelijke gezindten.
Wij geven niet alleen de cijfers op 1 Juli
1936, maar ter vergelijking ook die van 1 Oc
tober 1932' en 1 Januari 1933.
De cijfers zijn;
lOct.
'32 1 Jan.'33 1
Juli '36
Ned. Hervormden
35.760
24.475
24.944
Fr. of Waalsche Herv.
245
234
215
Evang. Lutherschen
3.253
2.609
2.619
Hersteld Lutherschen
320
167
175
Doopsgezinden
4,312
4.125
4.095
Remonstranten
972
898
862
Christ. Gereformeerden
893
916
954
Gereformeerden
6.148
5.471
6.074
Roomsch Katholieken
45.544
42.306
45.351
Oud Roomschen
225
179
172
Ned. Israëlieten
948
889
963
Port. Israëlieten
38
34
43
Andere gezindten
2.891
3.087
3.039
Geen kerkel. gezindte
22.675
39.465
42.597
Totaal 124.224 124.855 132.103
Men ziet het; er zit veel schommeling in
deze cijfers. Allereerst zal opvallen de zeer
sterke verschillen in de cijfers van 1 October
1932 en 1 Januari 1933. De bevolking is in die
drie maanden slechts met 631 toegenomen,
maar de cijfers van de kerkelijke gezindten
verschillen op beide tijdstippen ontzettend
veel. Dit wordt evenwel verklaard door het
feit, dat bij de statistiek van 1 Jan. 1933 de
uitkomsten van de laatste volkstelling ver
werkt zijn. In de jaren die aan deze Volkstel
ling vooraf gingen stonden blijkbaar zeer
veel Haarlemmers nog ingeschreven als lid
van een bepaald kerkgenootschap, terwijl zij
feitelijk zich zelf rangschikten in de rubriek;
„tot geen kerkelijke gezindte behoorend." B'ij
het invullen van hun biljet van de Volkstel
ling in 1931 is dit toen tot uiting gekomen.
De veranderde uitkomsten zijn toen ook ver
werkt in de gemeentelijke Statistische Gege
vens. In de statistiek ging het aantal der ca
tegorie tot geen kerkgenootschap behoorend
van 22.675 tot 39.465 vooruit, dus een aantal
van 16.790.
Volgens hun eigen opgave behoorden dus
op 1 Jan. 1933 ruim 31.7 pet. der bevolking
niet tot eenig kerkgenootschap.
Op papier hebben daarbij de Ned. Her
vormden op dat moment de grootste verlie
zen geleden. Hun aantal liep namelijk terug
van 35.760 tot 24.475, wat dus een verminde
ring is van 11.285.
Natuurlijk behoorden deze 11.2.85 op 1 Oc
tober 1932 ook niet meer tot die kerk, hoe
wel zij nog wel als zoodanig bij de gemeente
Haarlem te boek stonden.
De Roomsch-Katholieken daalden van
45.544 tot 42.306, een achteruitgang dus van
3.238 als resultaat van de balans der Volks
telling.
Verder is uit deze statistiek te zien hoe de
cijfers zich van 1 Januari 1933 tot 1 Juli 1936
dus over ZVz jaar hebben gewijzigd. Dit
is dus het verlies of de winst die ontstaan is
door vertrek uit de gemeente of vestiging
in de gemeente, sterfte en geboorte. Als er
personen zijn die in deze 3'/2 jaar van over
tuiging veranderd zijn komt dit pas tot
uiting bij de statistiek die na de nieuwe volks
telling in 1941 wordt bijgewerkt.
In totaal ging de bevolking in dien tijd
met 7248 zielen vooruit. De groep tot geen
kerkgenootschap behoorend ging met niet
minder dan 3.132 naar boven, dus het per
centage op het totaal nam in dien tijd iets
toe.
De Roomsch-Katholieken stegen met 3.045
en hebben op 193 na het verlies bij de Volks
telling geboekt weer ingeloopen, maar in
dien tusschentijd is de bevolking met 7879
gestegen.
35.01 ,pct. der bevolking staat dus inge
schreven als R.-K. in de registers van ons
Bevolkingsbureau.
De Ned. Hervormden zijn in de 3% jaar
weer met 459 gestegen, maar met den ach
teruitgang' van de Volkstelling vergeleken is
dit niet veel.
De Gereformeerden hebben door nu 603 in
zielental vooruit te gaan den achteruitgang
van de laatste a'lgemeene beschrijving weer
bijna ingehaald.
Op 1 Januari 1933 waren hier ter stede 923
Israëlieten (Nederlandsche en Portugeesche
te zamen geteld). In die 3V2 jaar is het aan
tal met 83 tot 1006 gestegen, wat in procen
ten berekend een belangrijke vermeerdering
is. Misschien hebben de gebeurtenissen in
Duitschland aanleiding gegeven tot eenige
vestigingen in onze stad.
Huwelijken en
echtscheidingen.
De balans van de huwelijken en de echt
scheidingen geeft eenig inzicht over het al
of niet slagen van dit verbond dat als het
goed is voor het leven gesloten wordt.
Deze statistiek geeft de volgende resulta
ten:
Gesloten huwelijken
6 maanden
1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936
925 970 898 930 1007 939 467
Ingeschreven echtscheidingen
72 71 64 82 72 86
30
Er werden dus in drie 6V2 jaar 6126 huwe
lijken gesloten, terwijl er 486 huwelijken
werden ontbonden. Het percentage der mis
lukking is dus 7.9 pet.
In 1934 waren er de meeste trouwlustigen,
terwijl in dien tijd het aantal echtscheidin
gen laag was. Het vorig jaar waren de echt
scheidingen belangrijk gestegen.
DOODELÏJKE VAL VAN GLAZEN-
WASSCHER.
AMSTERDAM, 25 Augustus. In de twee
de Van der Helststraat is hedenmorgen een
glazenwasscher, toen hij bezig was ruiten te
lappen, van zijn ladder gevallen. Met een
schedelbreuk werd hij naar het O. L. Vrouwe
Gasthuis vervoerd. Eenige oogenblikken na
aankomst aldaar is hij overleden.
Rotterdam, Veemarkt.
Totaal aanvoer. 3300. Paarden 172, veu
lens 36, magere runderen 1014, vette runde
ren 709, vette kalveren 127, graskalveren 293,
nuchtere kalveren 526, schapen en lamme
ren 386, varkens 4, bokken en geiten 33.
Prijzen per K.G. Vette koeien 1 kwaliteit
62, 2e kwaliteit 56, 3e kwaliteit 42 tot 48; vet
te ossen le kw. 55, 2e kw. 51, 3e kw. 43 tot 48;
stieren le kw. 56, 2e kw. 50, 3e kw. 45; vette
kalveren l'e kw. 82, 2e kw. 72, 3e kw. 50 tot 55;
schapen le kw. 40, 2e kw. 37, 3e kw. 28; lam
meren le kw. 39, 2e kw. 33, 3e kw. 29; gras
kalveren le kw. 48, 2e kw. 38; nuchtere kal
veren le kw. 44, 2e kw. 36, 3e kw. 30; slaeht-
paarden le kw. 44, 2e kw. 40 ,3e kw. 38.
Prijzen per stuk. Schapen le kw. 21, 2e kw.
16, 3e kw. 11; lammeren le kw. 14, 2e kw. 10,
3e kw. 8; nuchtere slachtkalveren l'e kw. 12,
2e kw. 9, 3e kw. 7; nuchtere fokkalveren le
kw. 16, 2e kw. 14, 3e kw. 12; slachtpaarden
le kw. 180, 2e kw. 140, 3e kw. 95; werkpaar
den le kw. 250, 2e kw. 150, 3e kw. 110; hitten
le kw. 135, 2e kw. 100, 3e kw. 70; veulens le
kw. 115, 2e kw. 75, 3e kw. 50; stieren le kw.
275, 2e kw. 215, 3e kw. 115; kalfkoeien le kw.
225, 2e kw. 185, 3e kw. 125; melkkoeien le kw.
235, 2e kw. 200 ,3e kw. 145; varekoeien le kw.
150, 2e kw. 130, 3e kw. 100; vaarzen le kw.
135, 2e kw. 95, 3e kw. 75; pinken le kw. 110,
2e kw. 85, 3e kw. 70; graskalveren le kw. 50,
2e kw. 35, 3e kw. 20; bokken en geiten le kw.
7, 2e kw. 5, 3e kw. 2.
Omschrijving Dinsdagsche
marktnoteering.
Vette koeien en ossen, aanvoer ruimer,
handel kalm, prijzen iets duurder; stieren,
aanv. iets korter, h. vlot, pr. hooger; vette
kalveren aanv. als vorige, h. traag, pr. on
veranderd; schapen en lammeren aanv. on
verand. h. matig, pr. hooger; nuchtere slacht
en fokkalv. aanv. aanm. ruimer, h. levendig,
pr. hooger; biggen pr. houdend; paarden
aanv. veel ruimer, h. tamelijk, pr. hooger;
kalf- en melkkoeien aanv. grooter, h. kalm,
pr. goed; varekoeien aanv. minder, h. rede
lijk, pr. stabiel; vaarzen en pinken aanv.
Hink, h. stil, pr. onveranderd; graskalveren
aanv. ruimer, h. redelijk, pr. stijgend; bokken
en geiten aanv. als v. w., h. vlot, pr. iets
stijver.
Purmerend, 25 Aug. 1936.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 18 par
tijen, wegende 61.000 K.G. Handel matig.
Hoogste prijs f 17.
Kleine boerenkaas f 14f 17.50. Goudsche
kaas f 3—f 19.50.
Boter aanvoer 1306 f 1.30f 1.38. Weiboter
f 1.17—f 1.27.
Runderen, totaal 640 stuks. Vette koeien
aanvoer 335 3463 per kilo matig. Gelde
koeien 110 80160 per stuk vlug. Melk
koeien 107 115120 per stuk matig. Stieren 88
3045 per kilo vlug. Paarden 8 60—130 per
stuk stug. Vette kalveren 97 2550 per kilo
stug. Nuchtere kalveren voor de slacht 302
310 per stuk vlug. Nuchtere kalveren voor
de fok 813 per stuk vlug. Vette varkens voor
de slacht 224 3841 per kilo vlug. Magere
varkens 71 14—26 per stuk stug. Biggen 343
712 per stuk stug. Schapen 687 1023 per
stuk matig. Bokken 28 313 per stuk matig.
Lammeren 447 59 per stuk matig.
Kipeieren 33.50 per 100 st. Eendeieren 2.25
per 100 st. Piepkuikens 0.500.60 per kilo.
Oude kippen en hanen 27V2 c.37V2 c. Konij
nen 0.251.30 per stuk. Eenden 1540 per stuk.
Duiven 0.40 per paar.
593 Eendeneieren A f 2.20. 1203 Kippen
eieren A f 3.40 a f 3.80. 100 Kippeneieren B
f 2.50.
COÖP. CENTRALE EIERVEILING
PURMEREND G-A.
Afdeeling Eieren.
Aanvoer 65.000 Eendeieren f 1.85 a f 2.25.
Broedeieren f 3.40 a f 4.00. 60.000 Kippen
eieren 70-80 K.G. f 3.60 a f 4.30, 65-66 K.G.
f 3.25 a f 3.35, 63-64 KG. f 3.20 a f 3.30 60-62
K.G. f 3.10 a f 3.25, 58-59 K.G. f 3.05 a f 3.15,
56-57 K.G. f 3.— a f 3,10, 53-55 K.G. f 2.80 a
f 3— 50-52 K.G. f 2.70 a f 2.80, 45-49 K.G.
f 2.25 a f 2.70.
's-GRAVENHAGE. 25 Augustus. In het
midden van de vorige week bereikten de po
litie gegevens, die er op wezen, dat hier ter
stede handel in verdoovende middelen ge
dreven werd. Het spoor leidde naar een par
ticulier huis in de Lekstraat, waar eenige
rechercheurs Vrijdagsmiddags om 6 uur een
inval deden, die de inbeslagneming van 480
ampullen morphine ten gevolge had. De
waarde van dezen voorraad is nog niet be
kend, aangezien het onderzoek, ingesteld
door den rijksdienst der volksgezondheid nog
gaande is. Zaterdag jl. heeft de Dolitie een
tweetal arrestaties verricht. Nadat tegen
beide arrestanten proces-verbaal was opge
maakt en een verhoor was afgenomen, zijn
zij op vrije voeten gesteld.
Hoewel geen van beiden een bekentenis
heeft afgelegd, bestaat het vermoeden, dat
deze heeren voor den verkoop aan een derde
van de inbeslag genomen voorraad zouden
zorg dragen. De leverantie zou den Vrijdag,
den dag, waarop de inval geschiedde, heb
ben moeten plaats vinden. Het was de po
litie bekend, dat in deze smokkel affaire nog
een ander een rol heeft gesoeeld. Of deze als
leverancier of als kooper zou optreden is
niet duidelijk geworden. Deze man heeft Za
terdag in zfjn woning te dezer stede de hand
aan zichzelf geslagen.
Er zijn in deze zaak nog vele duistere pun
ten. Het onderzoek duurt dan ook voort.
AMSTERDAM, 25 Augustus. Naar wij
vernemen zal het bij de Rotterdamsche
Droogdok Maatschappij te Rotterdam voor de
Holland—Amerika lijn in aanbouw zijnde
zusterschip van de „Statendam", welke con
structie tot dusver met het bouwnummer
„R. D. M. 200" werd aangeduid, den naam
„Nieuw Amsterdam" ontvangen.
Luid belde de telefoon. Het was een regen
achtige avond in het eind van September.
Met moeite vond inspecteur Wirls het tele
foontoestel. dat in het donker van zijn zitka
mer verborgen hing.
„Ja, hallo?"
Een stem klonk in de verte, opgewonden
schreeuwde de onbekende zijn woorden in de
microfoon, onverstaanbaar voor inspecteur
Wirls, die te vergeefs trachtte, den vreemde
tot kalmte te brengen.
Eindelijk slaagde hij er in, uit de verwarde
mededeelingen eenigszins wijs te worden.
„Wat zegt U? Is het kind van Mr. Vandy
ke....?"
Weer schreeuwde de onbekende veel woor
den, zonder dat er iets van te begrijpen was.
Tenslotte hing inspecteur Wirls de telefoon
op, schoot zijn uniform aan en snelde de trap
af. Weer een bedorven nacht! Reeds eenigé
nachten achter elkaar was hij gewekt en de
kleine stad liet aan een man als inspecteur
Wirls, de eenige politie-autoriteit, geen gele
genheid om de gemiste slaap overdag in te
halen. Doch dit was iets bijzonders. Geen
brandje, geen vechtpartij in het kroegje van
ouwe Spike, maar „real kidnapping".
Eenige minuten later was inspecteur Wirls
bij het huis van Mr. Vandyke. Alles was in
verwarring en met moeite slaagde hij erin,
zich door de opgewonden belangstellenden,
huisgenooten, buren en voorbijgangers een
weg te banen. Eindelijk wist hij den heer des
huizes te benaderen. De arme man was in
een vreeselijken toestand. Angst en ontzetting
waren op zijn gezicht te lezen. Neen, hij had
nooit een dreigbrief ontvangen. Rijk was hij,
zeker, maar hij was toch geen multimillionair.
Neen, het feit was niet te verklaren.
Dat was alles, wat inspecteur Wirls uit den
hevig ontstelden vader kon krijgen.
Ook het verdere onderzoek leverde weinig
op. Het bleek dat mevrouw Vandyke pas om
twaalf uur was thuisgekomen. Toen zij zich
naar de kinderkamer had begeven, had zij
het bedje van den kleinen Robby leeg gevon
den. Groot was de ontsteltenis geweest. Wan
neer kon de misdaad hebben plaats gevon
den? Want dat er een misdaad was gepleegd,
daarvan waren allen na een kort onderzoek
wel overtuigd. Vol verwijt had zij zich ge
keerd tegen den toch al zoo ontstelden vader.
Doch deze had haar verzekerd, dat hij om tien
uur nog naar het kind had gekeken. Direct
daarop had hij 't huis gesloten. Het was uit
gesloten, dat iemand was binnengedrongen.
Inspecteur Wirls ondervroeg het personeel.
Doch ook daar kreeg hij dezelfde verklaringen.
Om tien uur had het kamermeisje, Mary, me
neer hooren sluiten. Daarna had zij niets ge
hoord. Als iemand binnen was gekomen, had
hij het met een sleutel moeten doen. Tenzij
hij door de garage was gekomen. Maar die
was ook op slot en ze zou zeker het rollen van
de groote, zware deur hebben gehoord. Verder
ging het onderzoek van inspecteur Wirls. Hij
ondervroeg den chauffeur, een man die reeds
een half jaar in dienst was van den heer
Vandyke. Doch ook deze kon niets ophelde
ren. Hij en zijn vrouw waren den geheelen
avond thuis geweest. Hun huis lag boven de
garage en er was geen andere uitgang aan
dan door de garage. Neen, hij zou zeker iets
hebben moeten hooren.
Hier stokte het onderzoek. Alle nasporingen
waren vruchteloos tot twee dagen later een
dreigbrief kwam. Twintig duizend dollars
maar. Inspecteur Wirls lette er nauwelijks op.
Hij dacht en dacht, tot
„Och", zei hij enkele dagen later, „tenslotte
was het zoo eenvoudig. Geen enkele getrouw
de man of vrouw zou het hebben willen er
kennen, maar een dwaze vrijgezel als ik moest
wel op het idee komen. Zegt u eens eerlijk,
mevrouw Crampton, zou u in half donker een
kind van een jaar oud zoo goed kunnen on
derscheiden, dat u zeker wist of het het uwe
was of een ander? Verondersteld natuurlijk,
dat de kamer vrijwel geheel donker was".
„Natuurlijk", antwoordde mevrouw Cramp
ton verbaasd.
„Welnu, meneer Vandyke kon het niet, en
ik wed dat er maar heel weinig menschen zijn,
die zoo knap zijn als u.
Toen ik dat idee had, was het verder een
voudig genoeg.
Het was inderdaad juist, dat het kind in
het bedje om tien uur sliep en dat meneer
Vandyke om tien uur het huis heeft gesloten.
Maar het kind in het bedje was niet het kind
van Vandyke, maar van den chauffeur.
Ze vielen gauw door de mand en toen kreeg
ik het heele verhaal.
Omstreeks acht uur heeft de vrouw van
den chauffeur het kind uit zijn bedje gehaald.
Het was een heel complot en ik geloof dat ze
dit zaakje van te voren hebben opgezet, voor
ze bij Vandyke in dienst kwamen.
Om even acht uur was de kleine Vandyke al
hoog en breed uit het huis. De chauffeur heeft
toen de garage gesloten. Zijn eigen dochtertje
sliep zoet in het bedje boven en heeft geen kik
gegeven, toen ze het voorzichtig naar het huis
van Vandyke overbrachten.
„Enfin", besloot inspecteur Wirls, „alles is
terecht gekomen. Maar mevrouw Crampton",
zei hij met een spotlachje, „als u meneer Van
dyke ziet, verwijt hem dan niet, dat hij zich
zoo vergist heeft. Want het is heusch niet
eenvoudig, al wilt u dat natuurlijk van een
vrijgezel niet aannemen.
Pech isals een verloofd jong meisje bij
den ingang van een tentoonstelling een zure
oude vrijster uit beleefdheid voor laat gaan
en deze blijkt de 10.000ste bezoekster te zijn,
die met het fraaie ameublement gaat strijken.
als de rijke sprookjes oom, die nooit
ergens tijd voor heeft omdat hij niets om
handen heeft, je komt bezoeken op den eeni-
gen dag in het jaar dat je snipverkouden in
bed ligt te blazen.
als een jonge man moet overwerken op
den avond van den dag, dat hij „het eenige
meisje ter wereld" ten huwelijk heeft ge
vraagd
als we na een doodvermoeiende ochtend
van duwen en dringen overgelukkig thuis
komen met een reuzekoopje en het blijkt, dat
onze buurvrouw dienzelfden morgen in den
winkel aan den overkant precies hetzelfde
goed heeft gekocht voor een kwartje de el
goedkooper enniet verschoten.
.als we bedanken voor de jaarlijksche
invitatie van tante Eulalia en het blijkt ach
teraf, dat zij ditmaal niet meer naar Ner-
genshuizen, maar naar Zwitserland gaat.
als een pasgetrouwd vrouwtje maanden
lang hoopt op een invitatie van die-aardige-
menschen-uit-dat-groote-huis-aan-de-overzij
en er komt eindelijk een uitnoodiging voor
den avond van den dag, dat de gevreesde
directeur van den jeugdigen echtgenoot zijn
theebezoek heeft aangekondigd.
als we onze eenige behoorlijke koffer
uitleenen, twee dagen voor we invitatie krijgen
om een weekend bij een schatrijke vriendin
door te brengen.
als het mooie zusje van uwen verloofde
op uw verlovingsdineetje in precies dezelfde
japon verschijnt, die gij met zoo'n stille ver
rukking voor deze gelegenheid hebt uitge
zocht
als gij, nadat de internationale nacht
trein is doorgereden, bemerkt, dat gij met
een vreemde koffer in de hand op het perron
uwer bestemming staat zonder pas en zonder
geld.
al? gij uw chef ontmoet in het duurste
restaurant van de stad op den dag nadat gij
om opslag hebt gevraagd, omdat gij niet rond
kunt komen van uw salaris.
als gij na den terugkeer van uw zomer
reis toevallig hoort, dat die saaie bleeke man
uit het hotel de beroemde schrijver was wiens
boeken gij zoo ademloos hebt verslonden.
als gij bereidwillig uw vacantie omruilt
met een collega, die enthousiast en bruinver
brand terugkomt en gij treft veertien dagen
van stroomenden regen in hetzelfde vacantie-
oord. AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
Het weer scheen in de afgeloopen week
de zweefvliegers wat men noemt „in de
wielen te willen rijden".
Wolken dreven over en langs het vliegveld
Twente, andere dagen scheen de zon of
plaste de regen neer, een enkele onweersbui
kwam langs, maar hoe het weer ook was,
thermiek, de opstijgende luchtstroomingen
bleven uit of waren zoo gering of van zoo
plaatselijken aard, dat er. weinig uit te halen
viel. Voor de Nederlandsche zweefvliegers, die
tijdens deze wedstrijden eens wilden laten
zien, dat zij ook wat vermogen, was het om
wanhopig te worden. De dagen verstreken
en slechts weinig vluchten van beteekenis
werden gemaakt. Nu zou het onbillijk zijn
hiervan het Nederlandsche klimaat of de
Nederlandsche zweefvliegers een verwijt te
maken, wanneer wij de verhalen hooren van
de beroemde kampen van onze Oostelijke na
buren, dan blijkt ons, dat ook daar vaak
dagen en dagen gewacht moet worden, voor
men goed zweefweer heeft
Maar het wachten was toch wel erg depri-
meerend voor onze zwevers omdat ditmaal
eigenlijk de eerste maal was, waarbij op zoo
een groote schaal de mogelijkheid open was
prestatiestarts te maken.
Maar er is een Hollandsch spreekwoord
dat zegt: „Eind goed, al goed" en zoo is het
ook met het zweefkamp in Enschedé geweest.
De laatste dag, Zaterdag heeft veel, zoo niet
alles goed gemaakt, wat de voorgaande dagen
hadden nagelaten en de gelukkigen, die nog
een wedstrijdstart over hadden gehouden,
maakten een goede kans om beslag te leggen
op de prijzen, hetgeen dan ook is geschied.
Mooie bolle wolken dreven langs de heldere
lucht, er stond een stevige bries, en alles wees
er op, dat „de kans" er was.
Behalve zij, die nog een wedstrijd-start
mochten maken (iedere deelnemer had recht
op twee starts) lieten de bekende zwever
Hoekstra van het instituut voor zweefvliegen
en Albracht van de Amsterdamsche club -voor
zweefvliegen, zich opsleepen. Zij brachten het
tot de beste prestaties van het geheele kamp,
zonder dat hun vluchten voor den uitslag van
de wedstrijd van invloed was.
Hoekstra maakte een vlucht van niet min
der dan 120 K.M. voor een Nederlandsche
zweefvlieger een pracht prestatie. Hij zette
het toestel bij Lserlohn in Sauerland aan den
grond, na eerst vanuit de lucht jhr. Boreel
en Albracht dies toen al neergestreken waren,
te hebben aanschouwd.
Albracht deed het bescheidener en landde
bij Munster, 60 K.M. van het vliegveld Twen
te af.
Gedurende het kamp zijn een groot aan
tal, niet minder dan 21 brevetten behaald,
drie c-brevetten, n.l. door de heeren Boreel
'Walcheren), Camphuis (Den Haag) en
Meyer (Amsterdam).
Het aantal starts, door lestoestellen ge
maakt is legio, en niet bij benadering te
zeggen. Hoe groot het aantal starts is ge
weest kan men ongeveer afleiden uit het feit,
dat de, van de rompje voorziene E.S.G. van
Walcheren, de „Pere Bie" Zaterdagmorgen
de lucht inging met een lauwerkrans, voor
de 150 starts met dit toestel gedurende het
kamp gema?"*