3 De Haarlemsche bevolking. (/«KW sduitft Twaalf jaar tegen moordenaar geëischt. Indische begrootingen aangenomen. VOOR DEN- I -KANTONRECHTER Hoe die verdeeld is naar kerkelijke gezindte MARKTNIEUWS Morphine in beslag genomen. Het zusterschip van de Statendam. Tusschen tien en twaalf WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1936 Wat is pe ch? Geslaagd zweefvliegkamp in Twente. Leidsche moordzaak voor het gerecht. ,s GRAVENHAGE, 25 Augustus. Voor de Vacantiekamer der Haagsche Rechtbank, ge presideerd door mr. H. van Wageningen, stond hedenochtend terecht, de 25-jarige ge wezen meesterknecht M. C. B. uit Leiden, thans gedetineerd, die in den avond van 14 April in de hal van een Bioscooptheater aan den Stationsweg te Leiden, de 22-jarige fa brieksarbeidster Johanna Siera uit Zoeter- woude, uit wraak met een broodmes eenige steken in den rug toebracht, tengevolge waarvan het slachtoffer na korten tijd is overleden. B., die gehuwd was, had meermalen ge tracht het slachtoffer zijn liefde te verklaren, doch deze wees hem af en beklaagde zich tenslotte bij de directie, omdat zij door ver dachte ontslagen was. In deze zaak waren door den officier van Justitie, mr. Cohen Tervaert, twaalf getuigen waaronder de deskundigen dr. J. P. Hulst en dr. C. van Waalwijk van Doorn uit Leiden gedagvaard. Het openbaar ministerie had primair moord, subsidiair opzettelijke mishandeling met doodelijken afloop ten laste gelegd. Requisitoir Mr. Cohen Tervaert noemde het feit een der ergste, die in de rechtszaal worden behandeld. Hier is opzettelijk het leven aan een jonge vrouw benomen. Spreker behandelde de voor geschiedenis dezer zaak en de verhouding tus- schen verdachte en het meisje, waarover hij geen overwicht meer had. Gebleken is dat hij ernstige plannen had om naar Zuid-Afrika te vertrekken. Hij heeft er evenwel ook ernstig aan gedacht om het slachtoffer, aan wie hij zijn ongeluk weet, van het leven te berooven. Hij heeft daarbij ook over de gevangenis ge sproken. Het meisje is door hem gestoken, toen hij volkomen kalm was en hij gaf bij zijn verhoor toe op haar te hebben geloopen. Spreker qualificeerde het feit als moord, waarop de zwaarste straf staat. Rekening houdend met alle omstan digheden vorderde de officier wegens moord twaalf jaar gevangenisstraf. Mr. Krijgsman, die den levensloop van zijn cliënt naging, zeide o.m., dat de slechte ver houding tusschen verdachte en diens vrouw, oorzaak van verdachte's optreden tegenover de meisjes was. B. kwam daardoor in een moeilijke positie tegenover de meisjes. Ver dachte wilde uit de ellende komen. Volgens pleiter had hij geen wraakplannen tegen het meisje, dat hij wel als oorzaak van zijn on geluk beschouwde. Verdachtes geest was zoodanig overspan nen, dat hij in zijn geestes-chaos het plan op vatte het meisje leed toe te brengen. Pleiter ontkende dat B. het voornemen heeft gehad om het meisje te dooden. Hier is van geen moord, maar van het toebrengen van licha melijk letsel sprake. B. is geen beroepsmisda diger, maar het slachtoffer van een geestes- overspanning. Pleiter vroeg de uiterste clementie. De uitspraak werd daarop bepaald over 14 dagen. BATAVIA, 25 Aug. (Aneta). De Volks raad nam zonder hoofdelijke stem ming de begrootingen aan van het departe ment van economische zaken en van den dienst der volksgezondheid met wijzigings nota's en aanvullende begrootingen. De eindstemming over de begrooting van het departement'van onderwijs is aangehou den tot na de beslissing nopens het amen dement, voorgesteld door de heeren Soe- tardjo, Soekawati, Wermuth en Kartowisas- tro, ter verhooging van den post „hooger on derwijs" met 1 gulden, ten einde de instel ling van de Academische opleiding' van in- heemsche ambtenaren mogelijk te maken, welk amendement bij de begrooting van het departement van binnenlandsch bestuur zal worden behandeld. Kleine boosdoeners. Een aardige jongedame van 18 jaar was te IJmuiden op het verpachte strand verschenen slechts gehuld in een koket badcostuum, waarover een badmantel. De strandcerberus keek er naar met een critisch oog, maar zei niets; bloote voeten op het strand valt nog niet onder de verbodsbepalingen. Maar toch liet zijn oog de verschijning in den badman tel niet los, want hij vermoedde, dat er iets zou gebeuren, wat op het verpachte strand niet mocht. En het gebeurde, want bij de wa terlijn gekomen, werd de badmantel afgewor pen en de slanke gestalte in badcostuum stort te zich in de zee. Dat mocht niet; dat was een ontduiking van de bepaling, dat men slechts in een gehuurd koetsje of tentje mag afwer pen, wat men meer aan heeft dan een badpak. Jeugd noch schoonheid kon den wachter ver hinderen een bekeuring te maken en zoodoen de kwam de jongedame thans voor den kan tonrechter. Ik dacht, dat de zee vrij was, zuchtte het meisje, dat wel eens van vrije zeeën had ge lezen. Maar al is dat in sommige opzichten waar, voor het verpachte strand geldt dat niet, omdat anders de pachter wel in kon pakken. Niet weer doen, zei de rechter en gaf 2 boete. Een andere strandbezoeker sloeg een tent op aan het strand zonder daarvoor vergun ning gevraagd te hebben. Hij dacht, dat, als de tent eenmaal stond, de zaak wel in orde zou komen, maar zoo gaat dat niet; de amb tenaren loopen de tentenbewoners niet na, dezen moeten zorgen, dat eerst de vergunning wordt gehaald. Of de man al aanbood het tentje weer af te breken, het baatte niet. De kantonrechter nam het niet zwaar op: 1. boete. Eveneens werd met een gulden bestraft de jongeman, die zijn fiets te Zandvoort op het pad had geplaatst, dat van het duin naar het strand voert. Men mag zoo'n verbodsbepaling misschien wat overdreven vinden, maar men moet niet vergeten, dat het hier niet gaat om één fiets, doch dat men wil voorkomen, dat de paden bezaaid worden met fietsen. Wie naar het strand wil fietsen, moet het rijwiel maar stallen; er is gelegenheid te over. Een juffrouw was bramen gaan zoeken en had zich daartoe in de duinen begeven; ze wist niet dat het verboden was. „Alles is te genwoordig verboden", zei de kantonrechter met een zekere verzuchting; „voor men iets doet, moet men zich op de hoogte stellen". De bramen kostten haar twee gulden; aan de deur zijn ze goedkooper. Een beeld, dat weer spoedig tot het verleden zal behooren: een trekkerskamp op een warmen zomerdag. De Statistische Gegevens der gemeente Haarlem krijgen pas bijzondere beteekenis wanneer men de nieuwe gegevens naast de oude legt. Zoo is het ook met de statistiek over de be volking gesplitst naar de kerkelijke gezindten. Wij geven niet alleen de cijfers op 1 Juli 1936, maar ter vergelijking ook die van 1 Oc tober 1932' en 1 Januari 1933. De cijfers zijn; lOct. '32 1 Jan.'33 1 Juli '36 Ned. Hervormden 35.760 24.475 24.944 Fr. of Waalsche Herv. 245 234 215 Evang. Lutherschen 3.253 2.609 2.619 Hersteld Lutherschen 320 167 175 Doopsgezinden 4,312 4.125 4.095 Remonstranten 972 898 862 Christ. Gereformeerden 893 916 954 Gereformeerden 6.148 5.471 6.074 Roomsch Katholieken 45.544 42.306 45.351 Oud Roomschen 225 179 172 Ned. Israëlieten 948 889 963 Port. Israëlieten 38 34 43 Andere gezindten 2.891 3.087 3.039 Geen kerkel. gezindte 22.675 39.465 42.597 Totaal 124.224 124.855 132.103 Men ziet het; er zit veel schommeling in deze cijfers. Allereerst zal opvallen de zeer sterke verschillen in de cijfers van 1 October 1932 en 1 Januari 1933. De bevolking is in die drie maanden slechts met 631 toegenomen, maar de cijfers van de kerkelijke gezindten verschillen op beide tijdstippen ontzettend veel. Dit wordt evenwel verklaard door het feit, dat bij de statistiek van 1 Jan. 1933 de uitkomsten van de laatste volkstelling ver werkt zijn. In de jaren die aan deze Volkstel ling vooraf gingen stonden blijkbaar zeer veel Haarlemmers nog ingeschreven als lid van een bepaald kerkgenootschap, terwijl zij feitelijk zich zelf rangschikten in de rubriek; „tot geen kerkelijke gezindte behoorend." B'ij het invullen van hun biljet van de Volkstel ling in 1931 is dit toen tot uiting gekomen. De veranderde uitkomsten zijn toen ook ver werkt in de gemeentelijke Statistische Gege vens. In de statistiek ging het aantal der ca tegorie tot geen kerkgenootschap behoorend van 22.675 tot 39.465 vooruit, dus een aantal van 16.790. Volgens hun eigen opgave behoorden dus op 1 Jan. 1933 ruim 31.7 pet. der bevolking niet tot eenig kerkgenootschap. Op papier hebben daarbij de Ned. Her vormden op dat moment de grootste verlie zen geleden. Hun aantal liep namelijk terug van 35.760 tot 24.475, wat dus een verminde ring is van 11.285. Natuurlijk behoorden deze 11.2.85 op 1 Oc tober 1932 ook niet meer tot die kerk, hoe wel zij nog wel als zoodanig bij de gemeente Haarlem te boek stonden. De Roomsch-Katholieken daalden van 45.544 tot 42.306, een achteruitgang dus van 3.238 als resultaat van de balans der Volks telling. Verder is uit deze statistiek te zien hoe de cijfers zich van 1 Januari 1933 tot 1 Juli 1936 dus over ZVz jaar hebben gewijzigd. Dit is dus het verlies of de winst die ontstaan is door vertrek uit de gemeente of vestiging in de gemeente, sterfte en geboorte. Als er personen zijn die in deze 3'/2 jaar van over tuiging veranderd zijn komt dit pas tot uiting bij de statistiek die na de nieuwe volks telling in 1941 wordt bijgewerkt. In totaal ging de bevolking in dien tijd met 7248 zielen vooruit. De groep tot geen kerkgenootschap behoorend ging met niet minder dan 3.132 naar boven, dus het per centage op het totaal nam in dien tijd iets toe. De Roomsch-Katholieken stegen met 3.045 en hebben op 193 na het verlies bij de Volks telling geboekt weer ingeloopen, maar in dien tusschentijd is de bevolking met 7879 gestegen. 35.01 ,pct. der bevolking staat dus inge schreven als R.-K. in de registers van ons Bevolkingsbureau. De Ned. Hervormden zijn in de 3% jaar weer met 459 gestegen, maar met den ach teruitgang' van de Volkstelling vergeleken is dit niet veel. De Gereformeerden hebben door nu 603 in zielental vooruit te gaan den achteruitgang van de laatste a'lgemeene beschrijving weer bijna ingehaald. Op 1 Januari 1933 waren hier ter stede 923 Israëlieten (Nederlandsche en Portugeesche te zamen geteld). In die 3V2 jaar is het aan tal met 83 tot 1006 gestegen, wat in procen ten berekend een belangrijke vermeerdering is. Misschien hebben de gebeurtenissen in Duitschland aanleiding gegeven tot eenige vestigingen in onze stad. Huwelijken en echtscheidingen. De balans van de huwelijken en de echt scheidingen geeft eenig inzicht over het al of niet slagen van dit verbond dat als het goed is voor het leven gesloten wordt. Deze statistiek geeft de volgende resulta ten: Gesloten huwelijken 6 maanden 1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936 925 970 898 930 1007 939 467 Ingeschreven echtscheidingen 72 71 64 82 72 86 30 Er werden dus in drie 6V2 jaar 6126 huwe lijken gesloten, terwijl er 486 huwelijken werden ontbonden. Het percentage der mis lukking is dus 7.9 pet. In 1934 waren er de meeste trouwlustigen, terwijl in dien tijd het aantal echtscheidin gen laag was. Het vorig jaar waren de echt scheidingen belangrijk gestegen. DOODELÏJKE VAL VAN GLAZEN- WASSCHER. AMSTERDAM, 25 Augustus. In de twee de Van der Helststraat is hedenmorgen een glazenwasscher, toen hij bezig was ruiten te lappen, van zijn ladder gevallen. Met een schedelbreuk werd hij naar het O. L. Vrouwe Gasthuis vervoerd. Eenige oogenblikken na aankomst aldaar is hij overleden. Rotterdam, Veemarkt. Totaal aanvoer. 3300. Paarden 172, veu lens 36, magere runderen 1014, vette runde ren 709, vette kalveren 127, graskalveren 293, nuchtere kalveren 526, schapen en lamme ren 386, varkens 4, bokken en geiten 33. Prijzen per K.G. Vette koeien 1 kwaliteit 62, 2e kwaliteit 56, 3e kwaliteit 42 tot 48; vet te ossen le kw. 55, 2e kw. 51, 3e kw. 43 tot 48; stieren le kw. 56, 2e kw. 50, 3e kw. 45; vette kalveren l'e kw. 82, 2e kw. 72, 3e kw. 50 tot 55; schapen le kw. 40, 2e kw. 37, 3e kw. 28; lam meren le kw. 39, 2e kw. 33, 3e kw. 29; gras kalveren le kw. 48, 2e kw. 38; nuchtere kal veren le kw. 44, 2e kw. 36, 3e kw. 30; slaeht- paarden le kw. 44, 2e kw. 40 ,3e kw. 38. Prijzen per stuk. Schapen le kw. 21, 2e kw. 16, 3e kw. 11; lammeren le kw. 14, 2e kw. 10, 3e kw. 8; nuchtere slachtkalveren l'e kw. 12, 2e kw. 9, 3e kw. 7; nuchtere fokkalveren le kw. 16, 2e kw. 14, 3e kw. 12; slachtpaarden le kw. 180, 2e kw. 140, 3e kw. 95; werkpaar den le kw. 250, 2e kw. 150, 3e kw. 110; hitten le kw. 135, 2e kw. 100, 3e kw. 70; veulens le kw. 115, 2e kw. 75, 3e kw. 50; stieren le kw. 275, 2e kw. 215, 3e kw. 115; kalfkoeien le kw. 225, 2e kw. 185, 3e kw. 125; melkkoeien le kw. 235, 2e kw. 200 ,3e kw. 145; varekoeien le kw. 150, 2e kw. 130, 3e kw. 100; vaarzen le kw. 135, 2e kw. 95, 3e kw. 75; pinken le kw. 110, 2e kw. 85, 3e kw. 70; graskalveren le kw. 50, 2e kw. 35, 3e kw. 20; bokken en geiten le kw. 7, 2e kw. 5, 3e kw. 2. Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering. Vette koeien en ossen, aanvoer ruimer, handel kalm, prijzen iets duurder; stieren, aanv. iets korter, h. vlot, pr. hooger; vette kalveren aanv. als vorige, h. traag, pr. on veranderd; schapen en lammeren aanv. on verand. h. matig, pr. hooger; nuchtere slacht en fokkalv. aanv. aanm. ruimer, h. levendig, pr. hooger; biggen pr. houdend; paarden aanv. veel ruimer, h. tamelijk, pr. hooger; kalf- en melkkoeien aanv. grooter, h. kalm, pr. goed; varekoeien aanv. minder, h. rede lijk, pr. stabiel; vaarzen en pinken aanv. Hink, h. stil, pr. onveranderd; graskalveren aanv. ruimer, h. redelijk, pr. stijgend; bokken en geiten aanv. als v. w., h. vlot, pr. iets stijver. Purmerend, 25 Aug. 1936. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 18 par tijen, wegende 61.000 K.G. Handel matig. Hoogste prijs f 17. Kleine boerenkaas f 14f 17.50. Goudsche kaas f 3—f 19.50. Boter aanvoer 1306 f 1.30f 1.38. Weiboter f 1.17—f 1.27. Runderen, totaal 640 stuks. Vette koeien aanvoer 335 3463 per kilo matig. Gelde koeien 110 80160 per stuk vlug. Melk koeien 107 115120 per stuk matig. Stieren 88 3045 per kilo vlug. Paarden 8 60—130 per stuk stug. Vette kalveren 97 2550 per kilo stug. Nuchtere kalveren voor de slacht 302 310 per stuk vlug. Nuchtere kalveren voor de fok 813 per stuk vlug. Vette varkens voor de slacht 224 3841 per kilo vlug. Magere varkens 71 14—26 per stuk stug. Biggen 343 712 per stuk stug. Schapen 687 1023 per stuk matig. Bokken 28 313 per stuk matig. Lammeren 447 59 per stuk matig. Kipeieren 33.50 per 100 st. Eendeieren 2.25 per 100 st. Piepkuikens 0.500.60 per kilo. Oude kippen en hanen 27V2 c.37V2 c. Konij nen 0.251.30 per stuk. Eenden 1540 per stuk. Duiven 0.40 per paar. 593 Eendeneieren A f 2.20. 1203 Kippen eieren A f 3.40 a f 3.80. 100 Kippeneieren B f 2.50. COÖP. CENTRALE EIERVEILING PURMEREND G-A. Afdeeling Eieren. Aanvoer 65.000 Eendeieren f 1.85 a f 2.25. Broedeieren f 3.40 a f 4.00. 60.000 Kippen eieren 70-80 K.G. f 3.60 a f 4.30, 65-66 K.G. f 3.25 a f 3.35, 63-64 KG. f 3.20 a f 3.30 60-62 K.G. f 3.10 a f 3.25, 58-59 K.G. f 3.05 a f 3.15, 56-57 K.G. f 3.— a f 3,10, 53-55 K.G. f 2.80 a f 3— 50-52 K.G. f 2.70 a f 2.80, 45-49 K.G. f 2.25 a f 2.70. 's-GRAVENHAGE. 25 Augustus. In het midden van de vorige week bereikten de po litie gegevens, die er op wezen, dat hier ter stede handel in verdoovende middelen ge dreven werd. Het spoor leidde naar een par ticulier huis in de Lekstraat, waar eenige rechercheurs Vrijdagsmiddags om 6 uur een inval deden, die de inbeslagneming van 480 ampullen morphine ten gevolge had. De waarde van dezen voorraad is nog niet be kend, aangezien het onderzoek, ingesteld door den rijksdienst der volksgezondheid nog gaande is. Zaterdag jl. heeft de Dolitie een tweetal arrestaties verricht. Nadat tegen beide arrestanten proces-verbaal was opge maakt en een verhoor was afgenomen, zijn zij op vrije voeten gesteld. Hoewel geen van beiden een bekentenis heeft afgelegd, bestaat het vermoeden, dat deze heeren voor den verkoop aan een derde van de inbeslag genomen voorraad zouden zorg dragen. De leverantie zou den Vrijdag, den dag, waarop de inval geschiedde, heb ben moeten plaats vinden. Het was de po litie bekend, dat in deze smokkel affaire nog een ander een rol heeft gesoeeld. Of deze als leverancier of als kooper zou optreden is niet duidelijk geworden. Deze man heeft Za terdag in zfjn woning te dezer stede de hand aan zichzelf geslagen. Er zijn in deze zaak nog vele duistere pun ten. Het onderzoek duurt dan ook voort. AMSTERDAM, 25 Augustus. Naar wij vernemen zal het bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam voor de Holland—Amerika lijn in aanbouw zijnde zusterschip van de „Statendam", welke con structie tot dusver met het bouwnummer „R. D. M. 200" werd aangeduid, den naam „Nieuw Amsterdam" ontvangen. Luid belde de telefoon. Het was een regen achtige avond in het eind van September. Met moeite vond inspecteur Wirls het tele foontoestel. dat in het donker van zijn zitka mer verborgen hing. „Ja, hallo?" Een stem klonk in de verte, opgewonden schreeuwde de onbekende zijn woorden in de microfoon, onverstaanbaar voor inspecteur Wirls, die te vergeefs trachtte, den vreemde tot kalmte te brengen. Eindelijk slaagde hij er in, uit de verwarde mededeelingen eenigszins wijs te worden. „Wat zegt U? Is het kind van Mr. Vandy ke....?" Weer schreeuwde de onbekende veel woor den, zonder dat er iets van te begrijpen was. Tenslotte hing inspecteur Wirls de telefoon op, schoot zijn uniform aan en snelde de trap af. Weer een bedorven nacht! Reeds eenigé nachten achter elkaar was hij gewekt en de kleine stad liet aan een man als inspecteur Wirls, de eenige politie-autoriteit, geen gele genheid om de gemiste slaap overdag in te halen. Doch dit was iets bijzonders. Geen brandje, geen vechtpartij in het kroegje van ouwe Spike, maar „real kidnapping". Eenige minuten later was inspecteur Wirls bij het huis van Mr. Vandyke. Alles was in verwarring en met moeite slaagde hij erin, zich door de opgewonden belangstellenden, huisgenooten, buren en voorbijgangers een weg te banen. Eindelijk wist hij den heer des huizes te benaderen. De arme man was in een vreeselijken toestand. Angst en ontzetting waren op zijn gezicht te lezen. Neen, hij had nooit een dreigbrief ontvangen. Rijk was hij, zeker, maar hij was toch geen multimillionair. Neen, het feit was niet te verklaren. Dat was alles, wat inspecteur Wirls uit den hevig ontstelden vader kon krijgen. Ook het verdere onderzoek leverde weinig op. Het bleek dat mevrouw Vandyke pas om twaalf uur was thuisgekomen. Toen zij zich naar de kinderkamer had begeven, had zij het bedje van den kleinen Robby leeg gevon den. Groot was de ontsteltenis geweest. Wan neer kon de misdaad hebben plaats gevon den? Want dat er een misdaad was gepleegd, daarvan waren allen na een kort onderzoek wel overtuigd. Vol verwijt had zij zich ge keerd tegen den toch al zoo ontstelden vader. Doch deze had haar verzekerd, dat hij om tien uur nog naar het kind had gekeken. Direct daarop had hij 't huis gesloten. Het was uit gesloten, dat iemand was binnengedrongen. Inspecteur Wirls ondervroeg het personeel. Doch ook daar kreeg hij dezelfde verklaringen. Om tien uur had het kamermeisje, Mary, me neer hooren sluiten. Daarna had zij niets ge hoord. Als iemand binnen was gekomen, had hij het met een sleutel moeten doen. Tenzij hij door de garage was gekomen. Maar die was ook op slot en ze zou zeker het rollen van de groote, zware deur hebben gehoord. Verder ging het onderzoek van inspecteur Wirls. Hij ondervroeg den chauffeur, een man die reeds een half jaar in dienst was van den heer Vandyke. Doch ook deze kon niets ophelde ren. Hij en zijn vrouw waren den geheelen avond thuis geweest. Hun huis lag boven de garage en er was geen andere uitgang aan dan door de garage. Neen, hij zou zeker iets hebben moeten hooren. Hier stokte het onderzoek. Alle nasporingen waren vruchteloos tot twee dagen later een dreigbrief kwam. Twintig duizend dollars maar. Inspecteur Wirls lette er nauwelijks op. Hij dacht en dacht, tot „Och", zei hij enkele dagen later, „tenslotte was het zoo eenvoudig. Geen enkele getrouw de man of vrouw zou het hebben willen er kennen, maar een dwaze vrijgezel als ik moest wel op het idee komen. Zegt u eens eerlijk, mevrouw Crampton, zou u in half donker een kind van een jaar oud zoo goed kunnen on derscheiden, dat u zeker wist of het het uwe was of een ander? Verondersteld natuurlijk, dat de kamer vrijwel geheel donker was". „Natuurlijk", antwoordde mevrouw Cramp ton verbaasd. „Welnu, meneer Vandyke kon het niet, en ik wed dat er maar heel weinig menschen zijn, die zoo knap zijn als u. Toen ik dat idee had, was het verder een voudig genoeg. Het was inderdaad juist, dat het kind in het bedje om tien uur sliep en dat meneer Vandyke om tien uur het huis heeft gesloten. Maar het kind in het bedje was niet het kind van Vandyke, maar van den chauffeur. Ze vielen gauw door de mand en toen kreeg ik het heele verhaal. Omstreeks acht uur heeft de vrouw van den chauffeur het kind uit zijn bedje gehaald. Het was een heel complot en ik geloof dat ze dit zaakje van te voren hebben opgezet, voor ze bij Vandyke in dienst kwamen. Om even acht uur was de kleine Vandyke al hoog en breed uit het huis. De chauffeur heeft toen de garage gesloten. Zijn eigen dochtertje sliep zoet in het bedje boven en heeft geen kik gegeven, toen ze het voorzichtig naar het huis van Vandyke overbrachten. „Enfin", besloot inspecteur Wirls, „alles is terecht gekomen. Maar mevrouw Crampton", zei hij met een spotlachje, „als u meneer Van dyke ziet, verwijt hem dan niet, dat hij zich zoo vergist heeft. Want het is heusch niet eenvoudig, al wilt u dat natuurlijk van een vrijgezel niet aannemen. Pech isals een verloofd jong meisje bij den ingang van een tentoonstelling een zure oude vrijster uit beleefdheid voor laat gaan en deze blijkt de 10.000ste bezoekster te zijn, die met het fraaie ameublement gaat strijken. als de rijke sprookjes oom, die nooit ergens tijd voor heeft omdat hij niets om handen heeft, je komt bezoeken op den eeni- gen dag in het jaar dat je snipverkouden in bed ligt te blazen. als een jonge man moet overwerken op den avond van den dag, dat hij „het eenige meisje ter wereld" ten huwelijk heeft ge vraagd als we na een doodvermoeiende ochtend van duwen en dringen overgelukkig thuis komen met een reuzekoopje en het blijkt, dat onze buurvrouw dienzelfden morgen in den winkel aan den overkant precies hetzelfde goed heeft gekocht voor een kwartje de el goedkooper enniet verschoten. .als we bedanken voor de jaarlijksche invitatie van tante Eulalia en het blijkt ach teraf, dat zij ditmaal niet meer naar Ner- genshuizen, maar naar Zwitserland gaat. als een pasgetrouwd vrouwtje maanden lang hoopt op een invitatie van die-aardige- menschen-uit-dat-groote-huis-aan-de-overzij en er komt eindelijk een uitnoodiging voor den avond van den dag, dat de gevreesde directeur van den jeugdigen echtgenoot zijn theebezoek heeft aangekondigd. als we onze eenige behoorlijke koffer uitleenen, twee dagen voor we invitatie krijgen om een weekend bij een schatrijke vriendin door te brengen. als het mooie zusje van uwen verloofde op uw verlovingsdineetje in precies dezelfde japon verschijnt, die gij met zoo'n stille ver rukking voor deze gelegenheid hebt uitge zocht als gij, nadat de internationale nacht trein is doorgereden, bemerkt, dat gij met een vreemde koffer in de hand op het perron uwer bestemming staat zonder pas en zonder geld. al? gij uw chef ontmoet in het duurste restaurant van de stad op den dag nadat gij om opslag hebt gevraagd, omdat gij niet rond kunt komen van uw salaris. als gij na den terugkeer van uw zomer reis toevallig hoort, dat die saaie bleeke man uit het hotel de beroemde schrijver was wiens boeken gij zoo ademloos hebt verslonden. als gij bereidwillig uw vacantie omruilt met een collega, die enthousiast en bruinver brand terugkomt en gij treft veertien dagen van stroomenden regen in hetzelfde vacantie- oord. AMY GROSKAMP—TEN HAVE. Het weer scheen in de afgeloopen week de zweefvliegers wat men noemt „in de wielen te willen rijden". Wolken dreven over en langs het vliegveld Twente, andere dagen scheen de zon of plaste de regen neer, een enkele onweersbui kwam langs, maar hoe het weer ook was, thermiek, de opstijgende luchtstroomingen bleven uit of waren zoo gering of van zoo plaatselijken aard, dat er. weinig uit te halen viel. Voor de Nederlandsche zweefvliegers, die tijdens deze wedstrijden eens wilden laten zien, dat zij ook wat vermogen, was het om wanhopig te worden. De dagen verstreken en slechts weinig vluchten van beteekenis werden gemaakt. Nu zou het onbillijk zijn hiervan het Nederlandsche klimaat of de Nederlandsche zweefvliegers een verwijt te maken, wanneer wij de verhalen hooren van de beroemde kampen van onze Oostelijke na buren, dan blijkt ons, dat ook daar vaak dagen en dagen gewacht moet worden, voor men goed zweefweer heeft Maar het wachten was toch wel erg depri- meerend voor onze zwevers omdat ditmaal eigenlijk de eerste maal was, waarbij op zoo een groote schaal de mogelijkheid open was prestatiestarts te maken. Maar er is een Hollandsch spreekwoord dat zegt: „Eind goed, al goed" en zoo is het ook met het zweefkamp in Enschedé geweest. De laatste dag, Zaterdag heeft veel, zoo niet alles goed gemaakt, wat de voorgaande dagen hadden nagelaten en de gelukkigen, die nog een wedstrijdstart over hadden gehouden, maakten een goede kans om beslag te leggen op de prijzen, hetgeen dan ook is geschied. Mooie bolle wolken dreven langs de heldere lucht, er stond een stevige bries, en alles wees er op, dat „de kans" er was. Behalve zij, die nog een wedstrijd-start mochten maken (iedere deelnemer had recht op twee starts) lieten de bekende zwever Hoekstra van het instituut voor zweefvliegen en Albracht van de Amsterdamsche club -voor zweefvliegen, zich opsleepen. Zij brachten het tot de beste prestaties van het geheele kamp, zonder dat hun vluchten voor den uitslag van de wedstrijd van invloed was. Hoekstra maakte een vlucht van niet min der dan 120 K.M. voor een Nederlandsche zweefvlieger een pracht prestatie. Hij zette het toestel bij Lserlohn in Sauerland aan den grond, na eerst vanuit de lucht jhr. Boreel en Albracht dies toen al neergestreken waren, te hebben aanschouwd. Albracht deed het bescheidener en landde bij Munster, 60 K.M. van het vliegveld Twen te af. Gedurende het kamp zijn een groot aan tal, niet minder dan 21 brevetten behaald, drie c-brevetten, n.l. door de heeren Boreel 'Walcheren), Camphuis (Den Haag) en Meyer (Amsterdam). Het aantal starts, door lestoestellen ge maakt is legio, en niet bij benadering te zeggen. Hoe groot het aantal starts is ge weest kan men ongeveer afleiden uit het feit, dat de, van de rompje voorziene E.S.G. van Walcheren, de „Pere Bie" Zaterdagmorgen de lucht inging met een lauwerkrans, voor de 150 starts met dit toestel gedurende het kamp gema?"*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7