BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS. 1 5 6 8 9 10 UIT DE NATUUR A dda-ko^. ZATERDAG 29 AUG. 1936 2?- 9 '2' 7 9. 7 >9 De meeste scholen zijn nu zoo ongeveer weer begonnen. Enkele beginnen a.s. Dinsdag of Woensdag. De rubriek vacantie is thans ook geëindigd, 'k Hoop dat ik van al m'n ru- briekertjes binnenkort schrijven ontvang en dat er nog vele vriendinnetjes en vriendjes bij zullen komen. In October beginnen onze ge zellige knutseluurtjes m.a.w. begint het club werk weer. De rubriekertjes, waaronder ook de nieuwelingen, die me trouw schrijven, mo gen aan het clubwerk deelnemen. Dit keer geef ik geen teeken- maar een schrijfwedstrijd Ook niet-rubriekertjes mogen deelnemen. SCHRIJFWEDSTRIJD. Voorwaarden: 1. Aan dezen wedstrijd mogen ook niet-ru briekertjes deelnemen. 2. Men mag niet ouder dan 14 jaar zijn. 3. Aan de achterzijde schrijft men: Naam Adres leeftijd 4. De blaadjes moeten uiterlijk a.s. Don derdag, 3 Sept. in m'n bezit zijn. 5. Er worden minstens 2 prijsjes beschik baar gesteld. Komen er echter veel inzendin gen, dan wordt het aantal prijsjes met eenige uitgebreid. De kinderen, die aan den wedstrijd deelne men, moeten het volgende keurig netjes over schrijven: Op Maandag, 31 Augustus, worden bloem pjes verkocht ten bate van de schoolvoeding. Een versierde bus, de „Zilverbus" rijdt met de colportrices door de gemeente Velsen. B'este VERONIKA. Ja hoor, ik heb Ouwe- Mnd's dierentuin heel mooi gevonden. De kinderen hebben zich uitstekend vermaakt en de dag is omgevlogen. De reis was, mede door een onderbreking op de heen- en terugrit, niet tè lang Voor mij persoonlijk genoot ik het meest van de blijde kindersnoetjes en de uit roepen wanneer ze wat lekkers kregen. Er wa ren meisjes bij, waaronder één van 13 jaar, die nog nooit waren uit geweest. De anders bleeke, tengere gezichtjes hadden een kleur van genot. Wat zullen ze thuis veel te vertel len hebben gehad 'k Hoop dat je overgaat. Maar dat zal wel Prettig dat je meester medegaat. Je bent zoo echt aan hem gewend. De uitslag van de ver hooging hoor ik zeker wel van je? 'k Reken er op, dat je aan den schrijfwedstrijd mede doet. Lief KRULLEKOPJE. 'k Wensch je a.s Maandag een prettigen dag en heel mooi weer. Ja Bep is nog te klein voor het terrein. Feest op school kan echter óók heel prettig zijn Dat je de punnikdoos bewaren wilt voor ons clubwerk vind ik uitstekend. Je kunt dan een aardig cadeautje voor je moeder's St. Ni- colaas punniken. Je doet nu natuurlijk ook aan den schrijfwedstrijd mede. Dag Krulle- kopje. Beste BEP. 'k Dank je voor je teekening en sommen. Prettig zeg, dat je a.s. Maandag feest hebt. 'k Wensch je veel genoegen. Aan den schrijfwedstrijd kan je nog niet deelne men. Je moet eerst een paar jaartjes op school zijn. Over een poosje komt er mei weer een wedstrijd waar je aan mede kunt doen. Dag Bep. Beste POLLY. Of ik a.s. Maandag ook naar Driehuis ga? Ja vriend, ik heb het a.s. Maandag heel erg druk. 'k Hoop alle feeste lijkheden te bezoeken, niet direct om ook feest te vieren maar om bloempjes te verkoopen voor de Schoolvoeding. Je moet maar goed op letten en uitkijken naar een mooi versierde bus met colportrices er in. Misschien ontdek je mij dan ook wel. Geef Polly en Joop van mij maar een pootje terug. Veel plezier Maan dag. Dag Polly. Beste BERENMAN. Ja de vacantie is weer voorbij en nu maar weer met nieuwen lust aan het werk. 'k Vond het prettig, weer te kunnen beginnen en 'k denk dat jij ook wel blij bent weer naar school te kunnen gaan. Dat is ze ker jammer geweest zeg, met dien kleurwed- strijd. Misschien ben je nu gelukkiger, 'k Re ken in ieder geval er op dat je aan den schrijf wedstrijd mede doet. Veel genoegen a.s. Maan dag en goed uitkijken naar de „Zilverbus". Dag Berenman. Lief ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Van het visite gaan heb ik gehoord. Het was een bof voor je dat je tante 1.1. Dinsdagmiddag juist uit moest toen je moeder en zus aan kwamen. Was ze thuis gebleven, dan had de visitemakerij je neus voorbij gegaan. Je zus en jij mogen iets voor je vader's verjaardag ma ken. As. Dinsdag kom ik na schooltijd even bij je aan en zal je helpen. Wat je gaat maken blijft nog een verrassing. Tot Dinsdag dus. Dag Zusjesbeschermstertje. Lief HANDWERKSTERTJE. Dat was een feest zeg. Boterhammen te mogen eten aan het strand. Wat zal je in het water geplast hebben. Is Truida ook mede geweest? Je moe der was anders heel goed op je met 's avonds warm eten klaar te hebben. Ze dacht zeker, dat je onmogelijk één dag zonder middagmaal kon blijven. Je bent ook zoo'n klein, mager, bleek, teer poppetje, 'k Heb heusch steeds met je te doen. Lekker even plagen. Je nichtje loopt er dit keer vrij van. Dag Krullekopje. Lief PRINSESJE. Hoe staat het leven? Ik heb in lang niets van je gehoord. Heeft de vacantie je goed gedaan? 'k Hoop van wel. Mag je met September weer naar school? Het beste hoor. Dag Prinsesje. Lief SPARRETJE. Hoe staat het leven? 'k Hoop van goed. Heb je den nachtzak al in gebruik genomen? Als je nog niet vlug in slaap valt, moet je het volgende doen. Je neemt je nachtzak en gaat lezen „Slaap wel", „Slaap wel", „Slaap wel" net zoo lang tot je ingeslapen bent. Wel hoe vind je m'n raad? Zeer opvolgingswaard natuurlijk. A.s. Maan dag zal ik, evenals verleden jaar, wel eenige malen langs je huis komen. Wie weet of we elkaar dan nog niet even zien. Wil je je moe der van mij groeten. Het beste hoor. Dag Spar retje. Meisjes en jongens waagt een kans en doet mede aan den schrijfwedstrijd. Wie zullen een prijsje winnen? Veel succes. Krijg ik a.s. week weer heel veel briefjes? Veel groeten van Mej E. VIJLBRIEF. 'T WAS ZOO WARM! door W. B.Z. Loesje was in slaap gevallen 't Hoofdje rustend op haar arm. Ze zou juist met Wim gaan spelen, Maar Wim vond het veel te warm Wim zat in zijn boek te lezen 't Was een reuze-mooi verhaal. Van een vliegtocht om de wereld, 't Ging zoo gauw. 't Was kolossaal. 't Was of hij de motor hoorde. Rong, rrong, rrrong, dat klonk toch raar. Wim keek om en moest zoo lachen, 't Was zus Loes. Die snorkte maar. Door 't gelach werd Loesje wakker, „Hè, waar ben ik nu toch Wim?" „Ik zat in een vliegmachine Jij moest landen, 't Was niet slim." Wim vertelde van zijn boek toen. Van dat spannende verhaal. Van die vliegtocht om de wereld Loes zei ook: 't Was kolossaal. Ditmaal geven we de voorbeelden van een paar bijzonder aardige teekeningen, n.l.: de ruine van een oude toren en een gedeelte van een burcht met de slotmuur en de poort. Zooals gewoonlijk teekenen we ook hiervan alleen de omtrekken en treden nergens in détails. Alleen van den toren geven we hier en daar de steenen aan; dit is om meer te doen uitkomen, dat de rest van den muur begroeid is met mos, e.d. De kanteelen van de slotmuur zijn slechts met streepjes weergegeven; ook ramen en schietopeningen zijn met een enkele streep of met een zwart hokje aangeduid. En toch is het geheel zeer „echt". Nu moeten jullie probeeren, of je de beide teekeningen ook kunt maken. Eerst nateeke- nen en dan later uit het hoofd, hoor! LUCIFERSRAADSEL. i a De bovenstaande 10 lucifers moet je zoo leggen, dat ze 5 paren vormen. Je mag echter slechts 5 lucifers aanraken; de andere 5 mag je niet aanraken. Ook moeten er tusschen de lucifers, die je omlegt telkens twee blijven liggen. UIT DEN MOPPENTROMMEL. Hij wist het. Piet: „Vader raad U eens, wat ik in mijn zak heb?" Vader: „Knikkers". Piet: „Mis". Vader: „Zeg het dan maar" Piet: „Een gat, vader." De Zebra. Kleine Jan is met zijn moeder in den dieren tuin. Daar ziet Jantje een zebra. Hij blijft een poosje naar het dier kijken en roept op eens uit: „Kijk eens, Moes, dat is een paard met een zwempakje aan." EEN CAPE VOOR DE BABY-POP. Welk poppenmoedertje wil met, graag voor haar baby-pop de allerliefste cape maken, die je hier op 't plaatje afgebeeld ziet? Poplief kan in de cape geen koude voetjes krijgen; want de onderkant is net een groote zak, waar pop tot aan het middel ingestopt wordt. Het beste kun je dit kleedingstuk, dat warm moet zijn, van flanel vervaardigen; flanel in wit of een aardig pasteltintje, als rose of blauw. Je hebt een lange rechthoekige lap noodig. Het ondergedeelte sla je dubbel en stikt de zijnaden tegen elkaar. Aan den voorkant maak je een schuif, waardoor een lint geregen dat om het middel dicht gehaald wordt. Voor de capuchon knip je den bovenkant precies zoo uit. als on het schema is afgebeeld. Je haalt de dwarsknip in en het bovennaadje stik je dicht. Het spreekt vanzelf, dat je de naadjes aan den binnenkant netjes afwerkt. Wie deze practische cape heel mooi wil ma ken, kan het kleedingstuk voeren met zijde in een afstekende kleur. Je moet de voering tegelijk en precies hetzelfde knippen als de cape zelf. Ennu maar aan den gang, meiskes! TANTE TINE. ADDERS. In de veengebieden van de noordelijke pro vincies, ook wel in Overijsel, Gelderland en Noord-Brabant en Utrecht, worden adders aangetroffen. Ze behooren tot de reptielen en verschillen door geraamte, bekleeding, voort beweging en bloedsomloop zeer sterk met zoogdieren en vogels. Een adder is te herken nen aan den korten kop, die van achteren bree der is dan van voren, terwijl over den geheelen rug een zwarte streep loopt in zig-zaglijn en de overige kleur groenachtig bruin is. De bek van zoo'n betrekkelijk klein dier kan zeer wijd geopend worden, doordat de kaken met pees achtige banden aan elkaar verbonden zijn en ook de huid meerekt. Deze kaken zijn voor zien van kleine tandjes met de puntjes ach terwaarts, zoodat ze niet geschikt zijn om de prooi af te bijten en te vermalen, doch wel om deze vast te houden en niet te laten ontsnap pen. De slokdarm kan zich vrij uitzetten, want de ledematen als, schoudergordel, bladen, sleutelbeenderen en borstbeen ontbreken ter wijl de ribben zwevend zijn. De rugwervels zijn van eenzelfden vorm en verbonden door ko ken van deze ribben heeft de voortbeweging- plaats. De huid van de adder bestaat uit schubben en deze raken zoo nu en dan met de opperhuid los en stroopt af, dit is het ver vellen. Een adder leeft van muizen, hagedissen, kik kers, vogeltjes, die hij aanvalt en met de gif tanden verlamt. B'ij het toebijten komt het gif uit de gifblaas door een kanaa.ltje in de holle giftanden en zoo in de prooi en dan schuift deze door den rekbaren bek in zij n ge heel naar binnen. Onverteerbare en harde deelen als haren, veeren, nagels worden weer uitgebraakt. Slangen en adders hebben lon gen, maar de rechterlong is meestal meer ont wikkeld. Ook voor mensehen is een adderbeet niet zonder gevaar en er moet direct een dokter bij te pas komen. De wond uitzuigen is dan het allereerste wat gedaan moet worden, zoo lang nog geen deskundige hulp aanwezig is. Het tastgevoel zit in de gespleten tong, die heel ver en snel uit den bek kan worden ge stoken. De oogen zijn met een doorzichtige huid overtrokken en ze missen oogleden. De oogen hebben een spleetvormige pupil, want de adder behoort tot de nachtdieren, die ook in donker op roof uitgaan. De adder legt 6—14 eieren in leerachtig om hulsel, die direct daarna uitkomen en door de moeder niet meer worden aangekeken, de jonge dieren moeten direct voor zich zelf zorgen. Iemand van katoen geven. Hoe komen we aan deze uitdrukking? In de 13e eeuw zwierf er in de omgeving van Goes een vage bond, Jan Katoen, die er om berucht was, dat hij ieder die hem te na kwam en niet veel goeds te zijnen opzichte in den zin had een pak slaag gaf, dat niet mis was. Wie nu een ander er zoo van langs gaf, dat Jan Katoen het hem niet zou verbeteren, gaf hem van katoen. Loonen in vroeger tijd. In de 16de eeuw verdiende een timmerman per dag 4V2 stuiver, een opperman 3y2 stuiver en een steenhouwer 5 stuivers. Wist je dat? De Westkappelsche zeedijk is 4000 meter lang en men zegt dat hij sinds 1396 zooveel gekost heeft aan onderhoud, dat men hem, als men al dit geld bij elkaar had, van zilver had kunnen maken. Hugo de Groot op Loevestein. Toen Hugo de Groot op Loevestein gevangen zat, kreeg hij, om in zijn onderhoud te voorzien en om dat zijn goederen verbeurd verklaard waren, per dag uitgekeerd 2'4 stuivers, waarvan hij met vrouw, knecht, dienstbode en 5 kinderen moest leven. Vetpot zal het dus wel niet ge weest zijn. Nog in leven. Kleine Wim was uit eten. Op tafel stond zoo'n heerlijke roode, glib berende gelatinepudding, die steeds bibberde, als men even tegen de tafel stootte. Aan het dessert vroeg de gastvrouw: Wim- mie, wil je een stukje pudding?" Maar Wim antwoordde prompt: „Dank U wel, mevrouw, liever niet, want die pudding is nog niet dood." LUCKY STAR. Piet: Juffrouw, heeft u ook glazen op voetjes? Juffr.: Ja zeker, jongen. Piet: Dan moet u maar goed oppassen, dat ze niet wegloopen. EEN VREEMD DIER. BOOSAARDIG WIMPIE. De rat, waarvan je hier de afbeelding ziet, komt voor in Canada Aan weerszijden van zijn snuit heeft hij twee groote zakken, waar in hij zijn voedsel naar zijn hol sleept. Met behulp van zijn voorpooten, ledigt de rat deze „voorraadschuren". VERRASSING 58 J, 40 57 Jé J3 54. 52,54 4j. ,5l 45. T .50 .29 25" -S 20 *5 28 18 it «r 4. 24- 2J se 2 14 18 13 Om te zien, wat deze teekening voorstelt, moet je met een potlood- of inktlijntje de cij fers, in de goede volgorde verbinden. Dus van 1 naar 2, van 2 naar 3, enz. Het nummer 45 is 't laatste cijfer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10