Een bezoek aan de Lippische
Residentie Detmold.
De koningin spreekt.
Hoe het groote nieuws der verloving
er ontvangen werd.
Blijde verrassing allerwege.
DON DERDAG 10 SEPT. 1936
Ook Prinses Juliana en Prins Bernhard
spreken.
WSIÈvM^ÊISSSIK
Indrukken van het balkon van
het Haagsche Paleis.
(Van onzen specialen verslaggever.)
DETMOLD, 8 Sept.
Snel voer de auto ons van de Nederlandsche
grens via Munster naar de residentie van den
voormaligen staat Lippe. Naarmate wij ons
land verder achter ons hebben wordt het
terrein geaccidenteerder, in de verte doemen
de bergen op van het Teutoburgerwoud, van
de „Rote Erde", die door den West-Duitscher
zoo gaarne beschouwd wordt als het oudste
deel van het gansche rijk. Dwars door het
Teutoburgerwoud leidt de weg naar Detmold,
den zetel van het Huis LippeBiesterfeld.
Even na Bielefeld bereiken we de grens van
Lippe en op die grens staat een oeroude her
berg, genaamd Der Scherenkrug.
Hoe oordeelt men aan de grens van het
Vorstendom over het groote nieuws van de
verloving van een der telgen van het eertijds
regeerende geslacht met de Kroonprinses van
Nederland? Rondom de stamtafel zit een tien
tal gasten. En zoodra men in de gaten heeft,
dat wij Hollanders zijn, is het gesprek in vol
len gang.
De Westfaalsche en Lippische boeren zijn
menschen met een practischen kijk op het
leven. En als we vragen, hoe men over de
verloving denkt, klinkt het min of meer ver
rassende antwoord:
Er kwamen al veel Nederlanders naar
Lippe en Detmold, dat zal in de toekomst nog
wel beter worden. Duizenden Nederlanders
zullen het stamslot van het vorstenhuis wil
len zien
In het verdere gesprek blijkt dan, dat het
nieuws in Duitschland heel wat later bekend
is geworden, dan ten onzent. Men hoorde de
heuglijke tijding voor het eerst via de Duit-
sche radiozenders en van bizonderheden is
men nog niet al te best op de hoogte.
Ons oog valt op een gevelsteen in de her
berg, die vermeldt, dat Hitler in den tuin er
van het woord heeft gevoerd in den jare 1933.
Plotseling schiet ons te binnen, dat Lippe
Detmold de eerste staat in Duitschland was,
waar de nationaal socialisten de macht in
handen kregen. Toen hier de laatste verkie
zingen onder het oude regime gehouden wer
den, was het voor de N.S.D.A.P. er op of er
onder en.de nationaal socialisten behaal
den de zegepraal. In Lippe begon voor hen de
victorie. Zooveel beteekenis hechtte men toen
aan de verkiezingen in Lippe, dat alle kop
stukken van de partij naar de herberg Der
Scherenkrug kwamen en er het woord voer
den.
Was er veel belangstelling? vragen we.
Wederom komt er uit den nuchteren land-
bouwersmond een verrassend antwoord:
Natuurlijk! Toen was dat alles immers
nog een nieuwtje!
Even praten we nog na over de vorstelijke
verloving en daarbij valt ons op, met welk
een sympathie deze eenvoudige boeren spre
ken over het voormalige vorstenhuis.
Dan glijden we weer voort langs de Lip
pische wegen en spoedig is nu Detmold be
reikt, de stad, die momenteel zoozeer in het
middelpunt der Nederlandsche belangstelling
staat. Want wel is Prins Bernhard zur Lippe-
Biesterfeld niet in Detmold geboren en ver
toeft hij zelfs het grootste deel van den tijd
elders en wel is hij geen zoon van den voor
maligen regeerenden vorst, maar hij behoort
tot den hoofdtak van zijn geslacht en het
hoofd van dit geslacht, Vorst Leopold IV
woont nog steeds in het Detmolder slot.
Detmold is een typische kleine residentie.
De stad heeft 19900 inwoners, maar beschikt
bijvoorbeeld over een theater, waarop menige
groote Nederlandsche stad trotsch zou zijn
en waarin geregeld door eigen Detmolder be
roepsgezelschappen opera's, operettes en fcoo-
neelstukken worden opgevoerd Detmold is,
dank zij den kunstzin der vroegere vorsten
een kunststad bij uitnemendheid geworden
en onmiddellijk na Berlijn wordt meestal
Detmold bezocht door de .groote artisten, die
een tournee door Duitschland maken.
Zeer fraai van bouw is het stadje. En wie
niet mocht weten, dat hij zich hier in een
voormalige residentie bevond, die zou het
zien binnen enkele minuten. Alle winkels
bijna dragen immers het predicaat „Hof.
De een is hof-fotograaf, de ander hof-kruide
nier, zijn voornaamste concurrent is het ook
en de vorstelijke familie moet wel buitenge
woon onbevooroordeeld geweest zijn bij het
kiezen van haar leveranciers, want het aan
tal hofleveranciers is letterlijk ontelbaar.
Ook afgezien van de winkels draagt Det
mold echter het karakter van een residentie.
Er wonen talrijke gepensionn eerde generaals
talrijke gepensionneerde ambtenaren van
hoogen rang, de bevolking telt vele leden van
oude en roemruchte geslachten, nog altijd is
er in deze kleine stad -een garnizoen. Het re
sidentiekarakter is onmiskenbaar.
Spreekt men met inwoners van Detmold
over het voormali-ge vorstenhuis, dan hoort
men niet anders dan met groote sympathie,
met warme genegenheid over de leden ervan
spreken. Speciaal voor den ouden Vorst Leo
pold, de laatste regeerende telg van zijn ge
slacht, heeft men nog steeds een ruime
plaats in zijn hart open gelaten. Geen won
der dus, dat de Vorst nog steeds, al regeert
hij dan ook niet meer, een vooraanstaande
plaats -bekleedt in Detmold. Bij geen plech
tigheid ontbreekt hij en in tal van lichamen
heeft hij zitting.
Maar hoe kon het hier in Lippe dan tot
een revolutie komen in 1918? vragen we aan
een Lippischen redacteur, dien we al spoedig
hadden getroffen.
Och, luidde het antwoord, het was toen
overal revolutie en men deed hier dus ook
mee. Maar het duurde toch lang eer men
daartoe overging, want het merkwaardige
feit deed zich voor, dat eigenlijk niemand
den moed had om Vorst Leopold mede te dee-
len, dat hij moest aftreden. De eene kranten-
directeur was Hofrat en de andere ook, en
zoo was het met vele vooraanstaande per
soonlijkheden. Het was oo-k wel een beetje
dwaas, dat een Hofrat den vorst zou gaan
zeggen, dat hij af moest treden. Ten laatste
trad de Vorst af gedeeltelijk uit eigen bewe
ging, gedeeltelijk zwichtend voor drang, die
van buiten af op hem werd uitgeoefend.
Maar hij is ook daarna een centrum geble
ven, een persoonlijkheid, waarm-ede steeds
ernstig rekening wordt gehouden.
We treffen wat later een oud-strijder, het
IJzeren Kruis op de borst. Hij heeft tijdens
den wereldoorlog gediend bij de uit Detmold
afkomstige troepen. Ook hij gewaagt met
veel warmte van Vorst Leopold en verhaalt
hoe in 1918, in de gure Decembermaand van
dat jaar, de Detmolder troepen terugkeerden
van het front. Vermoeide troepen, ondervoe
de soldaten, een verslagen leger, dat zich
toch zoo heldhaftig had geweerd. Het kwam
thuis in een land, dat ten prooi was aan een
revolutie.
En weet u, zoo vraagt ons de oud-front
strijder, weet u wat de troepen h-et allereerst
deden? Defil-eeren voor het slot van den af-
gezetten vorst, die voor een der vensters van
zijn slot den voorbijmarsch gadesloeg! Zegt
dat niet voldoende, hoe groot de sympathie
was?
Hoe het nieuws in Detmold
werd ontvangen.
De troonsafstand heeft dus, zooals gezegd,
de belangstelling en het medeleven van de
bewoners van het vorstendom Lippe-Detmold
voor hun vorstenhuis niet doen verdwijnen
Vooral in Detmold zelf leggen de bewoners de
grootste interesse voor het wel en wee van de
vorstelijke familie aan den dag. Dientenge
volge werd de tijding van de verloving van de
Nederlandsche kroonprinses niet minder dan
een sensatie voor de kleine residentiestad aan
den voet van het Teutoburger Woud. Al heeft
prins Bernhard Leopold niet in Detmold ge
woond, hij was toch voor velen een bekende
verschijning, want zeer dikwijls bracht hij
zijn vacanties door in de prachtige omgeving
van het voorvaderlijk slot. De voor twee jaar
gestorven vader van den verloofde van onze
prinses was in Detmold 'n zeer populaire, ge
liefde verschijning. Toen zijn stoffelijk hulsel
in de stadskerk van Detmold in den familie
grafkelder werd bijgezet, treurde de geheele
bevolking.
De tijding van prins Bernhard's verloving
werd eerst laat in het Lippische land bekend.
Pas om 2 uur in den middag vernam de bevol
king de heugelijke tijding door de radio. Cou
ranten verschijnen in Detmold eerst des mor
gens, zoodat die het verrassend bericht eerst
Woensdag konden brengen. De bulletins, welke
de Lippische bladen uitgaven, verschenen ook
eerst in den namiddag.
Het bericht van de verloving heeft op de be
volking van het vroegere vorstendom, thans
de Vrijstaat Lippe, een bijzonder gunstigen
indruk gemaakt. Men is algemeen van oordeel
dat het een groote eer is, dat de naam Lippe
zal worden verbonden aan een der oudste
vorstenhuizen van Europa.
Sensatie op het slot.
De verlovingstijding veroorzaakte op het
slot niet minder dan een sensatie. Alleen
vorst Leopold, hét hoofd der familie, is op de
hoogte van de komende gebeurtenis geweest.
Maar verder was niemand op het slot in ken
nis gesteld van de op handen zijnde verloving.
Het bericht was oorzaak van een groote op
schudding onder alle slotbewoners, van hoog
tot laag, aldus vertelde ons de eerste kamer
heer, met wien we een kort onderhoud had
den. Men achtte deze verloving, aldus drukte
Een boerendeel, door Bosboom;
in Teyler's Verzamelingen.
Deze Bosboom-aquarel behoort waarschijn
lijk wel tot d-e allermooiste in dat genre door
hem gemaakt. Wanneer de lezer dit plaatje
naast dat van Saenredam legt veertien
dagen geleden hier besproken dan zal hij
misschi-en een verwante schriftuur, een ver
wanten geest ontdekken. Beide zijn he-t
Meester-teekeningen en hoewel ze als on
derwerp geheel uiteen loop-en, voelt men in
beide een gelijke meesterhand. Ze h-eb-ben
beide het speelsche, het gemakkelijke waar
mee hier een détail uitvoerig verteld, ginds
een fragment schijnbaar veronachtzaamd
wordt en toch het geheel „groot gehouden",
dat wil zeggen: als éénheid gezien, blijft.
Hoe zulk een kunstwerk op den beschouwer
inwerkt is wel aardig eens na te gaan. Eerst
pakt hem de ruimte, het royale van zoo'n
boerendeel en de prachtige lichtval in het
inwendige, waardoor die levendige variatie
ontstaat tusschen lichte en donkere partijen-.
Als een niet-schilder zoo'n boerendeel be
zocht, ziet hij daar waarschijnlijk niet zoo
veel bijzonders aan; de artist ziet anders
en leert ook ons anders zien door onbe
wust veelal op verschillende dingen een
accent te leggen en andere zoo maar luch
tigjes aan te geven. De geniaal aangelegde
artist doet dat als het ware zuiver
intuïtief zonder er veel bij te denken; de
minder begaafde broeder zit er dagen op te
sjouwen en produceert tenslotte een suffe in
ventarisatie van wat voor zijn neus stond, of
versukkelt in nabootsing van wat hij van
zijn genialen broeder ge-zien heeft.
Als men het ruime, royal-e in onze voor
stelling in zich heeft opgenomen, komt men
van-zelf er toe de détails aandachtiger te be
kijken. Men ontdekt dan hoe expressief die
eerste dwarsbalk van de zoldering ge-teekend
is, hoe die inderdaad in al zijn versletenheid
en hoogen ouderdom prachtig steunt de
lichte zoldering, waar straks zware last van
hooi op rusten moet. Dan zal de beschouwer
dat geestige stilleven van ton, emmer en
bezems gaan waardeeren zooals het daar,
schijnbaar toevallig en al spelend geteekend
den linker-voorgrond belangrijk maakt om
naar te kijken. En dan zal d-e beschouwer
misschien verbaasd zijn over d-e schijnbare
nonchalance waarmee de rechter voorgrond-
hoek gevuld is. Of liever: niet gevuld, want
dat daar wat nat hooi of stroo op een hoop
ligt en een paar kippen er rondom heen ka
kelen, wordt meer gesuggereerd dan getee
kend. Doch wij voelen die indicatie volkomen
en ook dat voor de lichtverdeeling in de ge
heele teekening, die wijze van behandelen,
teekenen is weglaten, zeide Liebermann
vaak in dien hoek de juiste is.
Opzettelijk hebben wij een paar malen het
woord schijnbaar neergeschreven, omdat in
derdaad al die finesses slechts schijnbaar
nonchalant, schijnbaar toevallig zijn. Het is
de intuïtie van den echten artist die hem al
die dingen juist zóó en niet anders doet ma
ken, en het is zijn zuiver-sterke vakkundig
heid die hem in staat stelt zijn intuïtieve
aandoeningen juist dien vorm te geven die
op dat moment passend is.
Nu zal men daardoor ook des te eerder be
grijpen dat een persoonlijkheid zich zelfs in
die kleine détails duidelijk laat kenn-en en
dat, wanneer alleen de onderwerpen en de
uiterlijke schijn der groote meesters door de
makers den zoogenaamde bazar-schilderijen
worden nagevolgd, het resultaat daarom nog
geen kunstwerk is. Van door kundigheid be-
heersch-te emotie is daarbij nooit sprake ge
weest en het resultaat immer ridicuul. De
leek is graag bereid, dat over het hoofd te
zien, om-dat hij in het kijken niet getraind
is, en de menschen die zonder training -
hij het uit, van „Welterschiitternder Bedeu-
tung". Nederland toch is een land van betee
kenis en zijn vorstenhuis staat in zeer hoog
aanzien. Dat een prins uit het Huis van Lippe
de eer waardig is gekeurd om te worden op
genomen in een koningshuis, is een gebeurte
nis, waaraan men in de residentie van Lippe
de allergrootste beteekenis hecht. Het is een
onderscheiding voor de vorstelijke familie,
haast te hoog om waar te zijn, aldus drukte
de hofdignitaris zich uit. Het Huis van Lippe-
Biesterfeld is er op een buitengewone wijze
door in aanzien gestegen.
Men raakt er in hofkringen te Detmold
maar niet over uitgesproken, dat men het
groote nieuws zoo lang geheim heeft weten te
houden. Niemand heeft er ook maar iets van
geweten, terwijl juist in deze omgeving zeer
dikwijls werd gesproken over de eventueele
verloving van de Nederlandsche prinses. Dat
een Prins van Lippe zou worden uitverkoren
was voor allen een sensatie van de eerste orde.
Vorst Leopold heeft alles strikt geheim gehou
den. Niemand heeft ook maar de geringste
aanwijzing van hem gekregen, hoewel hij na
dat het nieuws bekend werd onmiddellijk
heeft toegegeven, dat hij vanzelfsprekend tot
de weinige ingewijden behoorde.
Een telegram
van gelukwensth.
Onmiddellijk nadat het officieele bericht
van de verloving was verschenen, heeft vorst
Leopold een telegram van gelukwensch aan
het jonge paar gericht. Men verwacht in hof
kringen te Detmold, dat Prinses Juliana en
prins Bernhard over niet te langen tijd een
bezoek zullen brengen aan het sl-ot te Det
mold. Dit schrijft de traditie n.l. voor en
daarna zal vorst Leopold als het hoofd dei-
familie zur LippeBiesterfeld een bezoek -bij
H.M. de Koningin afleggen.
Hoe men den Prins
karakteriseerde.
In het Hof te Detmold spreekt men nog
altijd met de allergrootste waardeering over
den ontslapen broeder van den vorst, den
vader van -den toekomstigen prins-gemaal
der Nederlanden. Hij was een buitengewoon
innemend man, een echte officier, maar
tevens iemand, die een groote belangstelling
had voor allerlei dingen, welke voor het land
van beteekenis waren, zooals de landbouw,
waarvoor hij zich zeer in het bijzonder in
teresseerde.
Zijn zoon, de v-erloofde van Prinses Juliana,
is in veel dingen zijn evenbeeld. Hij is iemand
met een bewonderenswaardig karakter en
•bovenal een jonge man, die over een zeer
groote ontwikkeling en een helder verstand
beschikt. Het heeft in Detmold steeds de
aandacht getrokken, dat Prins Bernhard zoo
enorm veelzijdig is. Zijn scherp inzicht dwingt
de grootste bewondering af. Men steekt het
in Detmold niet onder stoelen en banken,
dat het juist aan de voortreffelijke eigen
schappen van den Prins te danken is, dat hij
is uitverkoren voor een zoo uitzonderlijke
positie als die van prins-gemaal. Men spreekt
er openlijk over, dat men er vast van over
tuigd is, dat H. M. de Koningin een man
voor Haar dochter heeft gewenscht, die over
voortreffelijke eigenschappen zou beschik
ken.
Van Prinses Juliana weet men, dat Zij een
jonge vrouw is, die allen voor zich inneemt
door haar eenvoud en .hartelijkheid.
Ook in hofkringen te Detmold weet men
geen antwoord te geven op de vraag, waar de
prinses en prins Bernhard elkaar voor het
eerst hébben ontmoet. Men verdiept zich
slechts in gissingen en ook daar spreekt men
over de mogelijkheid, dat dit is gebeurd
tijdens het verblijf van H.K.H. te Garmisch-
Parten-kirchen, tijdens de Winterspelen.
Prins Bernhard beheerde
- het goed van zijn vader.
Nt den dood van zijn vader heeft, aldus
deelde men ons te Detmold nog mede, prins
Bernhard het goed te Reckenwalde bij
Zülliehau beheerd. Den laatsten tijd ver
toefde hij te Parijs om zijn kennis van het
Fransch te vergrooten. Vorst Leopold staat
hem bij alles met raad en daad bij.
Redevoering tot haar volk.
Vorstelijk huwelijk over enkele
maanden
Gistermiddag te kwart voor een heeft H. M.
de Koningin over de verschillende radiozen
ders als volgt tot haar volk gesproken:
Ingezetenen van alle deelen des
rijks.
De bladen hebben u gisteren de blij
de tijding kond gedaan van de verlo
ving mijner dochter met Prins
Bernhard van Lippe-Biesterfeld.
In groote en beslissende oogen-
blikken in mijn leven en in dat der
mijnen, gevoel ik mij meer dan ooit
met u nauw verbonden, dank zij uw
innig medeleven met ons in lief en
leed.
Het is voor mij daarom een diep
gevoelde behoefte in dit gelukkig
oogenblik, waarop ik, vergezeld van
het van blijdschap stralend verloofd
paar voor den zender sta, enkele
woorden tot u te richten, opdat gij in
ruime mate zoudt kunnen deelen in
onze vreugde.
Ik kan u niet zeggen, hoe dankbaar-
ik ben, dat deze verloving eene is, die
uitsluitend berust op beiderzijdsche
genegenheid, de beste waarborg voor
een gelukkige toekomst.
Het is mij een voldoening, hieraan
te kunnen toevoegen, dat ik de keus
mijner dochter van harte toejuich en
een allszins, verstandige acht, ge
zien de goede eigenschappen, die
mijn aanstaande schoonzoon bezit.
Ofschoon hij onlangs eerst den leef
tijd van 25 jaar bereikte, heeft hij
blijk gegeven, een degelijk en hard
werker te zijn. Aanstonds na vol
tooiing van zijn studie in de rechten
in zijn vaderland, heeft hij werk ge
zocht en gevonden op economisch ge
bied. Een jaar geleden werd hij te
werk gesteld te Parijs en het lag in de
bedoeling, de daar aangevangen ar
beid en studie te Amsterdam voort te
zetten. Zijn verloven gebruikte hij
voor buitenlandsche reizen tot ver
dere ontwikkeling en bezocht o.a.
Nederland en Marokko.
Waar het slechts mijne bedoeling
is, het verloofde paar bij u in te leiden,
wensch ik d i t thans aan het woord te
laten komen.
Ik besluit met -den uit het hart op
wellenden wensch, -dat Juliana en Bern
hard door het smaken van een -groot
eigen geluk in ruime mate de kunst
mogen verstaan, anderen gelukkig te
maken en tot een zegen te zijn en
veel, zeer veel voor ons volk in al zijne
geledingen te kunnen doen.
Daartoe sterke hen God.
Ik heb gezegd.
Rede Prinses Juliana,
Hoe kan ik u beschrijven, wat een blij mo-
j
-
"iAv M WÊmMmêmÉ,
dus even ïncuiuei als de kunstenaar zeil
zuiver „zien" kunnen, zeldzaam zijn.
Oorspronkelijkheid is wéér wat anders.
Misschien is het wat sterk gezegd als wij
beweren dat die niet bestaat. Dat ze in de
bazarkunstprullen afwezig is spreekt van
zelf. Maar als wij onze prachtige Bosboom
aquarel bekijken is het best mogelijk dat
ons een soortgelijke voorstelling, een-zelfde
compositie-idee van een ander, vroeger kun
stenaar in gedachten komt. Wij denken bij
voorbeeld hier aan Van Ostade, die zulke
deel-gevallen ook prachtig behandeld heeft.
En aan Bosboom's tijdgenoot Mauve die
daarbij allicht door Ostade geïnspireerd zal
zijn geweest. Maar van een klakkeloos na
volgen is bij de Hagenaars geen sprake. In
tegendeel, wanneer men zich de moeite geeft
die zaken met elkaar te vergelijken zal men
ontwaren dat in ieders handschrift de per
soonlijkheid duidelijk te herkennen is en dat
twee eeuwen tijdsverschil een woordje mee
gaan praten tot den serieusen beschouwer.
Aan onze aquarel van d-eze week is, ten
opzichte van Bosboom, nog iets merkwaar
digs. Wij hebben het vorig jaar zijn Kerk te
Edam (ook in Teyler) besproken en als ker
kenschilder is hij bij ons het meest populair.
Dat hij een reeks aquarellen en teekeningen
als onzen deel produceerde, die zonder uit
zondering tot zijn fraaiste werk gerekend
mogen worden, danken wij aan zijn., buien
van neerslachtigheid! Hij kon oververmoeid
en neerslachtig zijn als het werk niet vlotten
wilde of de groote kerkstokken hem te veel
zorg baarden. Zoo zelfs dat hij zich onder
-behandeling moest stellen van Dr. Ramaer,
een bekend zenuwspecialist uit Delft in dien
tijd. In die zwaarmoedige buien viel alle ar
beid hem moeilijk en tusschen 1863 en '65
valt een langdurige periode dier geestelijke
onverschilligheid en zwakte waar het echt
paar Bosboom doorheen m-oest. Gelukkig
hadden zij goede vriend-en in de families Van
Rappard en Hacke van Mynd-en, die groote
buitens in de provincie Utrecht bezaten.
Bosboom moest er eens uit, geen kerken
meer zien en nog minder schilderen. Zoo
gaan de Bosboom's in '63 bij Jhr. Van Rap
pard, bij Woudenberg, logeeren en een goed
jaar later op het buiten Eykenrode van Dr.
Hacke van Mijnden in Nieuw-Loosdrecht.
Langzamerhand knapt Bosboom op, maakt
grootere wandelingen in den buiten, gaat
weer zitten teekenen, krijgt plezier in de
oude boerderijen van het Sticht, gaat weer
aquarelleeren en maakt onder andere een
reeks fraaie dingen uit Nieuw Loosdrecht's
stadhuis en de omgeving. Daar in Nieuw
Loosdr.echt is, in ongeveer 1865, ook onze
aquarel van deze week ontstaan. Kort daar
na keerden de Bosboom's, opgelucht -en vol
frissch-en levensmoed weer naar Den Haag
terug. D-e afwisseling in zijn steeds gespan
nen belangstelling had den kunstenaar bui
tengewoon veel goed gedaan en onze kleine
reproductie reeds laat zien dat hij wederom
over de onbelemmerde qualiteiten van geest
en hand de volle beschikking had. In onze
Teyler-aquarel openbaart Bosboom zich als
een teekenaar van klassieke grootheid.
J. H. JDE B-OIS.
ment h-e.t voor mij is, u mijn verloofde v-oor te
kunnen stellen.
Ik ben heel gelukkig, nadat wij elkaar in
den loop van dit jaar in alle stilte heel goed
hebben leeren kennen. Het eerst ontmoetten
wij elkaar in de wintersport, daarna her
haalde malen hier in het land, tenslotte on
langs in de bergen. Geleidelijk zijn wij het sa
men „eens" geworden en wel zeer eens.
Nu wij vanuit de-ze stilte plotseling ge
komen zijn in de feestvreugde te onzer eere
gisteren nog geheel onopgemerkt rijden
de naar mijn ouderlijk huis nu maken wij
uren mee, die onder de mooiste van ons ge
meenschappelijk leven gerekend zullen blij
ven. Wij staan verrast en overweldigd door
wat ons hier opwachtte en ik dank u bij
de-zen hartelijk voor dit alles en tevens v-oor
mijn deel van de tallooze schriftelijke en
telegrafische gelukwenschen en het paradijs
van bloemen, die wij hier gevonden hebben,
en wat sindsdien nog steeds aangegroeid is.
Mijn verloofde wil zich eerst nog eenigen
tijd rustig wijden aan de studie van ons
land en zijn overzees-che gewesten en die,
geleid door zijn persoonlijken aanleg, spe
ciaal van de economische zijde aanvatten.
Wij zijn zoo gelukkig en ontvangen zoo
veel blijken van hartelijk medeleven, dat
onze grootste wensch is, zooveel mogelijk ge-
luik te verspreiden waar wij de mogelijkheid
zullen vinden, dit te doen.
Thans zal Bernhard eenige woorden tot
u spreken.
Rede Prins Bernhard,
De Prins sprak hierna in het Nederlandsch:
In de eerste plaats een woord van innigen
dank voor -de hartelijke ontvangst, welke mij
in Nederland ten deel is gevallen. Ik begrijp
natuurlijk volkomen, dat die hartelijkheid in
de allereerste plaats de Prinses geldt en niet
mij, die voor u een onbekende ben. Maar toch
heb ook ik reeds zoovele hartelijke geluk
wenschen ontvangen, dat ik niet kan nalaten,
er hier mijn di-epgevoelden dank voor uit te
spreken.
Maar ik wil trachten, mij zoo spoedig mo
gelijk met mijn toekomstig vaderland ver
trouwd te maken, en ik hoop, dat men mij
rustig den tijd zal willen laten, om mij hier in
allerlei belangen in te werken.
Ik hoop, dat wij dan na twee of drie
maanden kunnen trouwen.
Ik ben heel gelukkig en mijn streven zal
er op -gericht zijn, mijn aanstaande vrouw tot
een werkelijken steun in het leven te zijn.
In mijn betrekkingen met het Nederland
sche volk neem ik mij voor, mij te laten lei
den door het voorbeeld van de zoo bijzondere
verhouding, welke van ouds bestaat tusschen
Nederland en het Huis van Oranje.
Een overgelukkige vorstelijke familie.
's-GRAVENHAGE, 9 September. De dui
zenden en duizenden, die gisteravond voor de
Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard
hebben gedefileerd, zullen er zeker verlangend
naar zijn, te weten, welken indruk deze
massale, jubelende schare op de vorstelijke
personen heeft gemaakt, die van het balkon
van het paleis af de demonstratie van het be
gin tot het einde hebben gadegeslagen.
Een verslaggever van het Algemeen Neder
landsch Persbureau heeft hieromtrent een en
ander vernomen van mr. Th. Bautz, voorzit
ter van de Haagsche afdeeling van het Na
tionaal Jongeren Verbond, die zich met zijn
medebestuursleden eveneens op het balkon
bevond.
De heer Bautz zeide, dat het hem duidelijk
is, dat de prinses, evenals haar moeder en
haar toekomstige gemaal, overgelukkig is.
Herhaaldelijk verzekerde Hare Koninklijke
Hoogheid mij, aldus de heer Bautz, dat zij
deze betooging, juist door de spontane deel
neming, buitengewoon indrukwekkend vond.
D-e Prinses zeide mij woordelijk: „Ik kan niet
allemaal beseffen, dat dat nu voor ons is. Ik
ben toch zoo gelukkig".
De Koningin maakte een even gelukkigen
indruk als de Prinses. Hoewel het lange staan
Hare Majesteit merkbaar vermoeide, wilde zij
zich geen oogenblik terug trekken.
Zooals een echt gelukkige moeder dat zou
zeggen, vroe-g de Koningin mij, aldus de heer
Bautz: „Hoe vondt U hun aankomst, beiden
in een two-seater?"
Allen die hiervan getuige zijn geweest
het is ter plaatse wel op ondubbelzinnige
wijze gebleken waren verrast en diep ont
roerd door het eenvoudige karakter van dezen
intocht. Eenvoud is inderdaad een van de
meest markante eigenschappen van ons volks
karakter en juist om dezen reden heeft de
entree van het prinselijk paar in de koninklij
ke residentie zulk een indruk gemaakt.
Voortdurend sprak de Prinses met den
Prins, om hem niets 'te doen missen van de
gebeurtenissen, die mede te zijner eere plaats
vonden.
Hartelijk lachte het paar, wanneer spreek
koren een nadrukkelijk B. E. N. N. O. aanhie
ven. Ook voor het samenspelen van de ver
schillende muziekkorpsen had het jonge paar
bijzondere aandacht.
Toen de stoet tenslotte ontbonden werd, kon
de Prinses geen woorden van afscheid vinden
voor het haar omringende N. J. V.-bestuur.
„Hebt gij nog met prins Bernhard gespro
ken?" vroeg tenslotte de verslaggever van het
A. N. P.
De heer Bautz antwoordde, dat de Prins
hem na afloop van het défilé in zuiver Hol-
landsch met een zeer correcte uitspraak, voor
de hulde bedankt had. De Prins verzekerde,
het niet moeilijk te vinden, onze taal te leeren
en zijn best te zullen doen, haar spoedig als
een Nederlander te spreken.
„Hij maakt een ongelooflijk sympathieken
indruk, heeft een knap, open gezicht en glim
lachte voortdurend, een innemend vorstelijk
persoon, die kennelijk ontroerd was door de
bewijzen van aanhankelijkheid en innig dank
baar voor het warm onthaal," zoo besloot mr.
Bautz het onderhoud.
GUNNING.
Het maken van den onderbouw en
de opritten van een basculebrug over den
Amstel bij Ouderkerk is opgedragen aan W.
Luppes te Haarlem voor f 133.400.
NIKÏTA BALIEFF.
Te New York is dezer dagen overleden de
vermaarde conférencier Nikita Balieff. Balieff
was leider van het ook in ons land bekende
cabaretgezelschap „Chauve-Souris", bestaande
uit Russische emigranten.