Interview met
Dr. Maria Montessori
Mededeelingen over het Kennemer
Borgstellingsfonds.
fleom scktijfi»
Kamer van Koophandel.
Hernieuwd verzoek om afschaffing der
Zakelijke Belasting op het Bedrijf.
Vorstelijke verloving herdacht.
Doel der opvoeding is bescherming
van mensch en menschheid.
De bekende opvoedings
specialiste vindt hier in
Holland de Montessori
scholen wel 't beste.
Rust en vrede moeten
rondom het kind zijn.
KK EVROUW MariaMontes-
s o r i heeft zich, zooals dezer
dagen werd medegedeeld, in ons
land gevestigd, en natuurlijk von
den wij in dat bericht aanleiding,
verbinding met deze groote op
voedingsspecialiste te zoeken,
wier denkbeelden ook hier te lande
in breeden kring bekendheid en
instemming gevonden hebben. Wij
vonden Mejuffr. Ten Seldam,
zelf Montessori-onderwijzeres, be
reid, Mevrouw Montessori
voor ons blad te interviewen. Het
verslag van het gesprek vindt de
lezer hiernevens.
WEN'S D"rKG '23' 5 EPT. 1936
Genie en talent.
Eerste Douglas 3 op weg naar
Nederland.
Het Olympisch Voetbal-
tournooi.
Bijzonderheden over de
bedrijfstelling.
Dinsdagavond acht uur kwam de Kamer
van Koophandel en Farieken voor Haarlem
en omstreken in openbare vergadering bij
een onder voorzitterschap van den heer G.
J. Droste Jr.
De vorstelijke verloving.
Alvorens de vergadering te openen her
innert de Vo orzitter in warme bewoor
dingen de verloving van Prinses Juliana met
Prins Bernhard. Spreker deelt mede, dat
het Bureau een telegram van gelukwensch
aan H.K.H. heeft gestuurd, wat volgens hem
wel de sympathie van alle leden der Kamer
zal hebben. „Wij allen hebben de groote en
ongekende vreugde van ons volk meege
maakt en meegevoeld. Deze gebeurtenis is
van veel belang voor ons heele land. Prins
Bernhard is in ons land imet groote geestdrift
ontvangen. Ongetwijfeld heeft Prinses Ju
liana een goede keuze gedaan. Ik hoop dat
het Inderdaad voor haar en ook voor ons
volk een groot geluk zal beteekenen. Het is
in deze dagen weer duidelijk gebleken, dat
ons volk in Oranje weer veel terug heeft ge
vonden. De meest heterogene bestanddeelen
van ons vojk hebben zich weer in Oranje ver-
eenigd. Van harte hoop ik, dat dit ook in de
toekomst zoo zal blijven. (Applaus en bravo
geroep)
Eenige ingekomen stukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
Subsidies.
Goedgekeurd wordt het verleenen van sub
sidies voor de feestweek in Beverwijk, aan de
Vereeniging Koninginnedag te Haarlem en
voor de speciale dahliakeuring te Aalsmeer,
alle voor 193-6.
Het Bureau stelt voor, een subsidie van
f 50 te verleenen aan het Bloembollenpark
„Marquette" 1937.
Wordt goedgekeurd.
Het Bureau stelt voor, afwijzend te be
schikken op het verzoek om subsidie van de
Nationale Propagandacommissie voor Ne-
derlandsch Fabrikaat. De Kamer vereenigt
zich hiermede.
Goedkeuring brieven.
Goedgekeurd worden verzonden brieven aan
B. en W. van Haarlem inzake openbare ver
voermiddelen (exploitatie van tram en auto
bus in één hand)aan den minister van Fi
nanciën betreffende de Omzetbelasting, en
aan B. en W. van Haarlem inzake de open
stelling van het Telegraafkantoor te Haar
lem.
Personeelszaken.
De Kamer hecht haar goedkeuring aan het
ontslag aan de heeren H. Uittenbosch en Th.
Koops; aan de verlenging van aanstelling
van Mr. J. Verheus; aan een nieuwe overeen
komst met den heer J. de Vries; aan een
aanstelling van den heer C. Hoogerwerf. (De
heer Uittenbosch heeft den pensioengerech
tigden leeftijd bereikt).
Benoemingen.
Op voorstel van het Bureau worden de
leden en plaatsvervangende leden van de
Bevrachtingscommissie te Haarlem herbe
noemd. Dr. H. A. Marcus wordt wederom als
voorzitter der commissie aangewezen.
Bedrijfstelling.
De Secretaris der Kamer Jhr. Dr. J.
C. Mollerus, doet nadere mededeelingen over
de bedrijfstelling in 1936 te Haarlem. Hij
herinnert eerst aan de voorgeschiedenis van
deze materie. Het raadslid Mr. Van Dam
had voorgesteld om tot telling van de win
kelzaken over te gaan, maar al spoedig bleek
de wenschelijkheid, dat die telling imoest
worden uitgebreid tot een bedrijfstelling van
de groot- en klein-industrie en van de am
bachten. In principe heeft men zich hiermee
accoord verklaard, waarna besprekingen ge
houden zijn. Spreker brengt een woord van
hulde aan den heer Van Altena, hoofdamb
tenaar van het Economisch Instituut voor
den Middenstand, die zich in deze aangele
genheid buitengewoon verdienstelijk heeft
gemaakt. Alle gegevens zullen nu op kaarten
verzameld worden. Daarvoor is aan alle or
ganisaties gevraagd of zij wenschen hadden.
Dit was het geval met de sigarenwinkeliers,
wasch- en strij kinrichtingen en woningbu-
reaux. Aan die wenschen zal tegemoet wor
den gekomen. Gevraagd zal o.a. worden of
men lid is van een stands- of vakorganisatie
of van een winkelvereeniging; ook hoeveel
personen er in de bedrijven werkzaam zijn.
Verwacht wordt, dat men in één week 2000
kaarten zal kunnen invullen. In totaal ver
moedt men, dat er 10.000 kaarten binnen
zullen komen. Aan B. en W. zal rapport wor
den uitgebracht.
Op die manier hoopt men een Burgerlij
ken Stand van de bedrijven te zullen krij
gen.
De Voorzitter dankt den Secretaris
voor zijn toelichting.
De Cursussen.
Uitgebracht wordt het verslag der Com
missie voor het onderwijs betreffende de
cursussen in 1935 en 1936.
Voorgesteld wordt tot voortzetting te be-_
sluiten. De Commissie voor het onderwijs"
stelt voor, in het komende seizoen het aan
tal cursussen zoo mogelijk uit te breiden. Al
dus wordt besloten.
Het Kennemer Borg
stellingsfonds.
Omtrent het Kennemer Borgstellingsfonds
worden door den Secretaris der Kamer na
dere mededeelingen verstrekt. „Het aantal
gegadigden neemt steeds toe, zoodat veel
werk te verwachten is. Over het algemeen is
de medewerking van een aantal gemeenten
bedroevend geweest.
Van de 15 gemeenten ln district der Ka
mer hebben er slechts zes medewerking toe
gezegd. Dat zijn Haarlem. Heemstede, Bloe-
mendaal, Zandvoort, Hillegom en Velsen.
Van deze izes jgemeenten izijn er vijf die een
kapitaal hebben toegezegd en één een jaar-
lijksche gift. Laatstgenoemde zal men be
wegen, ook kapitaal te verstrekken, want dat
is dringend noodigd. Dat is eigenlijk de kern
van de zaak. Berekent men het kapitaal naar
één en een vaste bijdrage per inwoner per
gemeente, dan is het beschikbare kapitaal
voor de zes gemeenten: f 25.890. Dit kapitaal
brengt aan rente circa f 1000 per jaar op,
zoodat een bedrag ad f 2500 uitgezet kan
worden. Dat is veel te weinig; zoodat jaar
lij ksche bijdragen der gemeenten verkregen
moeten worden. Teneinde niet langer te
wachten, zal met het werk begonnen worden,
zoodra een definitieve regeling is gemaakt
met een credietverstrekkend orgaan. Voor
zoover de toestand thans te overzien is, zal
de arbeid moeten geschieden door arbeids
krachten, die daarvoor geen vergoeding ont
vangen. Het werk zal verricht moeten wor
den door personeel der Kamer en misschien
een paar ambtenaren van de gemeente.
De afwikkeling van een en ander is ook
zeer vertraagd door de vele besprekingen
met den vertegenwoordiger van het Depar
tement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart. Ervaringen elders hebben thans reeds
aangetoond, dat in de meeste gevallen, dat
om steun gevraagd wordt, deze steun ten
slotte niet verleend behoeft te worden in den
vorm van geld, doch dat de saneering veel
en veel belangrijker is. De gegadigden moe
ten hun gegevens insturen; die zullen nauw
keurig bestudeerd worden".
De Voorzitter dankt den Secretaris
voor deze gegevens. De heer Droste spreekt
de beste wenschen voor het welslagen uit en
deelt mede, dat de Kamer van Koophandel
con amore medewerking zal verleenen.
IJsbestrijdingsfonds.
Goedgekeurd wordt het verslag der Com
missie voor het Verkeer en Vervoer over het
IJsbestrijdingsfonds 1935/'36.
Bevordering van den bloei van
Haarlem.
De Secretaris der Kamer verstrekt
nadere mededeelingen over den arbeid der
Commissie tot bevordering van den bloei van
Haarlem. Hij herinnert aan de aanleiding tot
de stichting van deze commissie. Na de be
sprekingen ter Stadhuize werd een kleine
commissie benoemd, bestaande uit de heeren
J. Panman, P. J. M. van Tetering en Jhr. dr.
J. C. Mollerus. Er bestond aanvankelijk ver
schil van meening over de vraag hoe de po
sitie van de Vereeniging voor Vreemdelingen
in dit geval zou worden. Dit is breedvoerig be
sproken, met het resultaat, dat deze moei
lijkheden zooveel mogelijk ontzenuwd zijn. De
resultaten van de besprekingen zijn in een
rapport aan B. en W. vastgelegd. A.s. Vrijdag
middag vier uur zal een slotrapport worden
opgemaakt en dit zal aan den betrokken wet
houder worden opgezonden. Het is te ver
wachten, dat ook deze snel zal werken, want
er staan voor 1937 tal van plannen op het
programma, opdat de bloei van Haarlem be
vorderd zal worden.
De Voorzitter hoopt, dat dit werkelijk
heid zal worden en dat we een grooten opbloei
van Haarlem zullen krijgen.
Zakelijke belasting op het bedrijf.
Aan de orde komt de conceptbrief aan B.
en W. van Haarlem betreffende het negende
verzoek der Kamer om afschaffing van de
zakelijke belasting op het bedrijf. Wordt
goedgekeurd.
Middenstandssteun.
Goedgekeurd wordt het verslag der Com
missie voor Middenstandssteun 1935/'36,
waarover in ons blad reeds mededeelingen
zijn verstrekt.
Uitverkoopen en opruimingen.
Uitgebracht wordt het verslag der Com
missie inzake de uitverkoopen en opruimin
gen.
De voorzitter der Commissie, de heer J. J.
S w e n se licht dit verslag nader toe. Hij
deelt mee, dat de conclusie van de commis
sie is, dat de betrokken wet eigenlijk in het
geheel niet beantwoordt aan hetgeen men er
van verwacht heeft. Spreker zal in een gehei
me zitting eenige voorstellen indienen.
Distributie goedkoope levens
middelen.
Tenslotte komt aan de orde het voorstel tot
goedkeuring van een brief aan den minister
van Sociale Zaken betreffende de distributie
van goedkoope levensmiddelen.
De heer Lasschuit is van meening, dat
de ministers blijkbaar niet goed weten, hoe de
middenstand zich moet behelpen om staande
te blijven, anders zou men niet met deze
maatregelen gekomen zijn. Spreker verzoekt
aan het Bureau, zich nog eens tot den mi
nister te wenden, om den toestand van den
middenstand uiteen te zetten.
De Voorzitter zegt overweging toe.
Rondvraag.
De heer Brinkman klaagt er over, dat de
nationale feestdag op Zaterdag vastgesteld is,
waardoor aan den middenstand, die dit toch
zoo gaarne gedaan had, verhinderd werd aan
de groote Oranjevreugde deel te nemen. Spre
ker vraagt aan het Bureau, de verlangens van
den middenstand te bestemder plaatse ken
baar te willen maken.
De Voorzitter zegt, dat het vaststellen
van een feestdag altijd moeilijkheden mee
brengt, onverschillig op welken dag het is. Aan
de neringdoenden is juist gelegenheid ge
geven, wat extra's te verdienen, door ze per
missie te geven, hun zaken langer geopend te
houden. Men kan op een nationalen feestdag
toch niet alle consumptiezaken sluiten.
De heer Brinkman houdt vol„ dat de
Zaterdag voor een nationalen feestdag voor
den middenstand de slechtste dag is. Om die
reden wordt ook nooit het Koninginnefeest
op Zaterdag gevierd.
De heer Lasschuit: ,,Er komt niet elke
week een nationale feestdag!"
De heer Brinkman antwoordt, dat er
binnenkort toch wel weer te wachten zullen
zijn.
De Voorzitter zegt toe, deze aangele
genheid Tn het Bureau te zullen bespreken.
De heer Brinkman deelt mede vernomen
te hebben, dat de firma Vroom en Dreesmann
voornemens is, in Beverwijk ein groote zaak
te stichten. Dit zal de ondergang van vele
neringdoenden aldaar beteekenen. Spreker
begrijpt, dat men iemand niet kan beletten
een zaak op te richten, maar hij vraagt toch,
of het Bureau er bij de regeering op wil aan
dringen, het spoedig indienen van de Vesti
gingswet, waarin deze materie geregeld
wordt, te willen bevorderen.
De Voorzitter noemt dit een moeilijke
aangelegenheid. Wanneer het Bureau deze
zaak onder de aandacht van de regeering wil
brengen, kan het natuurlijk niet den naam
van de betrokken firma noemen. Dan zal het
de zaak in het algemeen moeten behandelen.
Spreker zegt toe, dat het Bureau hieraan
aandacht zal schenken.
De heeren VandenBurgenVanTete-
r i n g noemen het onbillijk dat de winkeliers
de nieuwe belasting voor den Keuringsdienst
moeten betalen, terwijl die er eigenlijk het
meeste belang bij hebben, niet behoeven te
betalen.
De Voorzitter en de Secretaris dee-
len mede, dat hier niets tegen te doen is.
Hierna sluiting.
Een ruime pensionkamer, zooals er hon
derden zijn.
Tegenover mij de eenvoudige, innemende
persoonlijkheid van mevrouw Montessori, die
zoo welwillend was, mij van haar plannen en
denkbeelden te willen vertellen.
„In 't kort gezegd", begon zij, „is Holland in
de plaats gekomen voor Spanje, waar ik tot
nu toe in Barcelona mijn verblijf had had.
Ik moest naar Oxford, waar een Montessori-
congres zou worden gehouden en kon niet
weg, omdat inmiddels de burgeroorlog in
Spanje was uitgebroken.
Door toedoen van het ministerie van bui-
tenlandsche'zaken en den Engelschen consul,
is toen bereikt, dat ik met een Engelsche
oorlogsboot kon vertrekken. Zóó plotseling
was ons vertrek, dat ik nu nog moeite heb
om mij in te denken, dat ik niet na een paar
weken naar Barcelona zal terugkeeren. Maar
ook na 't einde van dezen oorlog zal daar
niets meer te beginnen zijn, met welke partij
ook.
Deze niet-paedagogische bijzonderheden
leken mevrouw Montessori wel interessant om
te vermelden, daar ze zeer actueel zijn.
„Ik ben in Holland komen wonen, omdat ik
hier goede vrienden heb; hier wil ik mijn
studie voortzetten, en toezicht houden op een
enkele school in Amsterdam, en misschien een
school oprichten. Ook wil ik eenige lezingen
houden en misschien een cursus geven.
Niet om te critiseeren ben ik hier gekomen,
maar om te helpen, die mijn hulp willen heb
ben, en om nieuwe kracht en steun te geven".
Nadrukkelijk herhaalt mevrouw Montessori
dat zij op niemand critiek wil uitoefenen.
Maar haar denkbeelden hebben zich gewij
zigd, of liever, hernieuwd, iets waar zij ook
in Oxford, en verleden jaar hier in Amster
dam, al over gesproken heeft.
,Men blijft natuurlijk niet altijd op 't zelfde
punt staan, steeds zijn er andere dingen die
t meest mijn belangstelling vragen".
Dit is een typeerende uitspraak voor
deze vitale vrouw, die voortdurend blijft stu-
deeren en haar verder uitgewerkte methode
aan de praktijk blijft toetsen.
,Mij interesseert hoe langer hoe meer den
psychologischen en filosofischen kant van de
moderne opvoeding, en datgene, waar 't om
gaat, is voor mij de ontwikkeling van de per
soonlijkheid van 't kind, niet het onderricht
dat men geeft, dit is alleen het middel daar
toe.
De bescherming van den mensch en de
menschheid is het doel van de opvoeding. Dit
idee vindt men bij alle moderne psychologie
terug. En hoe goed ook de scholen zijn, die
volgens mijn principe te werk gaanhier in
Holland vindt mevrouw Montessori de Mon-
tessori-scholen wel het beste, als ook in Enge
land, en destijds in Italië m.l. heeft men
zich speciaal op het onderricht, op de didak-
tiek toegelegd, terwijl ik den nadruk wil leg-
len op de karaktervorming van het kind. Men
heeft mijn methode vooral als een goed mid
del gezien om de kinderen op een prettige en
makkelijke manier iets bij te brengen, een
manier die ook goede resultaten oplevert,
men denke b.v. aan de goede examens en
vorderingen van Montessori-kinderen op de
Middelbare Scholen".
Op mijn vraag of niet door het onderricht
volgens haar methode, en met behulp van het
door haar gevonden materiaal, op de scholen
reeds veel voor de karaktervorming van het
kind werd gedaan, antwoordde mevrouw
Montessori toestemmend immers, van het
begin af aan is aan de psychologische zijde
van haar methode groote waarde gehecht
maar dezen kant vond zij in de bestaande
scholen niet in de eerste plaats tot uiting
komen.
„Ik wil allereerst rust en vrede hebben
rondom het kind, zoodat het zelf zijn even
wicht vindt en zijn innerlijk wezen zich ten
volle kan ontplooien.
Daarna zal 't werken als vanzelf gaan.
Dan ook zal men bij 't gewone, psychisch ge
zonde kind (l'enfant normalisé) dingen kun
nen waarnemen en bestudeeren, die bij <ie
volwassenen tot afwijkingen zijn geworden,
of zijn onderdrukt, en die belangrijk zijn om
de volwassenen beter te begrijpen. Zoo kan 't
kind, dat tot nu toe meestal als het bezit der
volwassenen werd beschouwd, hun leider
worden, juist ook in sociaal opzicht".
„Het kind is „le père l'humanité". Men
herinnert zich wellicht, dat mevrouw Mon
tessori in de lezingen van het vorige jaar
deze denkbeelden ook uiteenzette.
„Zoudt u dan willen, dat men opnieuw
begon?"
„Heelemaal niet. We kunnen niet allen het
zelfde werk doen. Wanneer een tuinman een
bepaalde variëteit van een plant of bloem
kweekt, hoeft niet iedere tuinman zich toe
te leggen op diezelfde soort", antwoordde
mevrouw Montessori, een aardige vergelijking
gebruikend, zooals zij dat ook vaak in haar
boeken en lezingen doet.
Dit is 't cardinale punt: zij wil dat wij
van ons voetstuk van volwassenen afstappen.
Dit wil niet zeggen, dat we daarom van alle-
kinderen alles moeten aanvaarden. Ook moet
het kind natuurlijk beschermd worden, daar
het weinig ervaring heeft en weinig van de
hem omringende wereld weet.
Maar dit beteekent niet, dat het zich ge
heel moet aanpassen aan de wereld van de
volwassenen met al zijn afwijkingen. En dit
wordt immers door ouders en leerkrachten
het eerst van de kinderen gevraagd.
H-oe dikwijls heet het niet:
„Later moeten zij zich ook aanpassen aan
de maatschappij", alsof deze zoo ideaal is,
dat algeheele aanpassing verkieslijk zou zijn.
Als Montessori-leidster besprak ik ook de
moeilijkheden die we allen (en de jonge,
oneervaren leidsters het meest) eiken dag
weer ondervinden: we zijn niet geduldig ge
noeg, we grijpen te veel in, we hadden van
een kind een andere reactie verwacht en ge
hoopt, wij zijn bang niet genoeg lesjes te
kunnen geven, er is zooveel.
„U denkt", zei mevrouw Montessori, „dat
mijn methode het de leerkrachten moei
lijker maakt, het tegendeel is waar. Ik heb
in Italië leidsters gezien, die steeds vroolijk
waren en veel lachten, vol van de mooie en
merkwaardige dingen die zij waarnamen,,
terwijl de klas aan zich zelf kon worden over
gelaten".
Toen ik opmerkte, dat we zoo vaak een
kind rustiger zagen worden door 't werk,
keerde mevrouw Montessori dit liever om:
Maria Montessori.
„Wanneer ze rustig zijn, zullen ze beter
werken", toegevend dat het eene nauw samen
hing met het andere. „Wanneer de kinderen
pas op school zijn, moet men ze als het ware
een behandeling van rust en kalmte laten
ondergaan, want vaak komen ze al met af
wijkingen (1' enfant dévié). Na een poos ver
krijgen zij dan het evenwicht dat noodig is
voor hun juiste ontwikkeling, volgens hun
eigen, gezonde ik".
Dat de kinderen, als zij thuis geweest zijn,
vaak weer geheel onevenwichtig terugkomen,
vond mevrouw Montessori natuurlijk ook te
betreuren.
Twee jaar uit huis.
Daarom wil zij de kinderen in de puberteit
twee jaar uit het ouderlijk husi laten gaan,
en hun een tijd van rustige ontwikkeling-
geven, waarin ook vooral de harmonie van
hun persoonlijkheid tot stand zal kunnen
komen.
Wanneer zij zijn teruggekeerd, zullen de
moeilijkheden tusschen hen en hun ouders
meestal het grootst in deze levensperiode
veel minder zijn, of ophouden te bestaan.
Het Leiden van groote kinderen vindt
mevrouw Montessori aan een kant makkelij
ker: men kan een beroep doen op hun rede,
men kan met ze praten. Bij de kleintjes is
dit veel moeilijker en vaak onmogelijk.
Het aantal kind-eren dat in een klas kan
samenzijn, hangt af van de leidster. Als ge
middelde noemde mevrouw Montessori veertig
In den oorlog had zij echter in Italië wel ge-
groepen van tachtig gezien en 't ging er niet
minder om.
Al pratend is het een uur later gewor
den.
Het zou onbescheiden zijn, méér tijd op te
eischen maar graag had ik er twee, drie uur
van gemaakt. Want er gaat een bijzondere be
koring en een rustige kracht uit van de vrouw
tegenover mij, die haar heele leven gewijd
heeft aan het gelukkiger maken en beter doen
begrijpen van het kind en dus ook van de
volwassene.
(M. TEN SBLDAM.
Miskende genieën loopen er bij bosjes rond
en matige talenten bij het gros.
Miskende genieën zijn synoniem met ge
dwarsboomde ambities.
Kent gij ze niet, de hoogst middelmatige
kantoorjuffrouwen met binnenwaartschen
blik, de kinderjuffrouwen met liefde voor al
les behalve voor kinderen, de huisvrouwen die
geen sikkepit benul hebben van een huishou
den en de winkeljuffrouw, die het a.b.c. van
haar vak nog niet verstaat?
Och komge hebt ze immers wel eens
ontmoet in uw naaste omgeving, die vrouwen
en meisjes met stille martelaarsgezichten
(zoo heet dat immers in de romans? Of....
was het: gemartelde stille gezichten?)
Hoe het ook zij, zij doen alsof.
Weet ge niet wat dat zeggen wil?
De uitlegging is heel gewoon. Haar aan
dacht is niet bij haar werk omdat.haar
aandacht ergens anders is.
Eenvoudig, nietwaar?
Wel waar hoor! Zso bij de eerste kennisma
king vertellen zij u dat niet zoo maar par
does, tenminste de meesten niet. Maar bij ken
nismaking die in vriendschap is overgegaan
(bijna schreven we, is ontaard!) hoort gij al
vrij spoedig het droevig relaas van wat had
kunnen zijn, als niet
De mislukte schrijfsters, filmspeelsters en
actrices (dit zijn wel de meest begeerde baan
tjes) zijn legio.
Het is waarlijk ontstellend, hoeveel vrouwen
er in haar diepste binnenste heilig van over
tuigd zijn, dat zij in de wieg zijn gelegd, om
iets groots te volbrengen.
Haar naam zou in de letterkundige kronie
ken met eere vermeld zijn, filmregisseurs
zouden gevochten hebben om haar medewer
kingtheaterdirecteuren zouden stukken
speciaal voor haar hebben laten schrijven, als
niet
Ja, juist, daar zit 'm de kneep! Als niet....
de wreede omstandigheden haar schitterend
talent in den knop hadden g°smoord
Ziedaar het verloop van haar sentimenteele
gedachten.
Ten eerste: werkelijk en waarachtig talent
(om van genie nog maar heelemaal niet te rep
pen) laat zich niet in den dop smoren. Dat
smoor-procesdaar kan zoowel genie als
talent uitstekend tegen!
Wist gij dat niet? Het is een soort nawerking
van wat latent reeds aanwezig was.
Waarachtig talent groeit des te schooner op
door tegenstand en niets ter wereld is in
staat behalve dan de Dood, die kortaf „halt"
roept om een genie te doen ophóuden
metgenie zijn.
Hoe moeilijker de omstandigheden, hoe
schooner de triomf van talent en genie.
Lang kan talent sluimeren maar eens breekt
het uit, onweerstaanbaar in een niet te
dammen vloed.
Doet het dit niet, dan is het heel jammer
voor de patiënt, maar dan luidt de diagnose:
geen talent aanwezig!
Evengoed als het havelooze kind, dat bij
een straatorgel danst, het tot beroemde dan
seres kan brengen, evengoed kan ieder ander
talent zich een weg banen.
Voor goed werk. op welk gebied ook, is al
tijd een plaats en als er geen plaats voor is,
dan wordt er eenvoudig plaats voor gemaakt.
Waarlijk talentvolle lieden kunnen lang on
gemerkt tusschen de groote massa voortgaan,
maar nimmer hun gansche leven.
Het tegenwoordig streven om aparte scho
len te stichten voor begaafde kinderen is o.i.
een ziekelijke uitwas van dezen tijd van se
lectie tot in het overdrevene.
Waar talent inzit daar komt het uit ook!
Het straatkind, dat bij het orgel danst, kan
dienstbode of verstelnaaister worden en ja
renlang deze nederige positie bekleeden, maar
eindelijk zal zij de plaats innemen die haar
toekomt.
Al dat gebazel over aankweeken van talen
ten is uit den booze. Men bewijst er de jeugd
geen dienst mee. Integendeel.
Een talent, dat. beschut en opgekweekt en
afgezonderd moet worden, is een akelig naar,
kwijnend kasplantje, dat nimmer in het volle
leven kan staan en nimmer den zegenrijken
invloed zal ondervinden van wrijving met an
deren en al die jofferen, die zich verbeelden
miskende genieën te zijn, deden vrij wat be
ter met te trachten datgene wat haar onmid
dellijke taak is, naar behooren te volbren
gen, dan zich blind te staren op vermeende
talenten en daaraan het recht te ontleenen
het haar opgedragen werk te verwaarloozen.
AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
'S GRAVENHAGE, 22 September. De
eerste Douglas DC 3 voor de K.L.M. is reeds
uit Santa Monica gestart (waar de fabrie
ken van Douglas gevestigd zijn) op weg naar
New York. Kisteren is het toestel met de
heeren Scholte en Veen endaal van de K.L.M.
aan boord, te Kansas City aangekomen, van
waar het vandaag doorvliegt naar Hartford,
om den luchtweg naar New York in drie
étappes af te leggen.
Vermoedelijk zal deze DC 3 reeds 29 dezer
uit Amerika vertrekken, ingescheept aan
boord van het s.s. „Statendam" van de Hol
landAmerika-lijn,
De registratieteekens van de DC 3 luiden:
PH-ALI, zijn naam is De Ibis, welke vogel
reeds eerder in de K.L.M.-voliëre heeft ge
leefd. Deze was de PH-AII, een Fokker F 12,
waarmede Ewin Berghaus nog een vlucht
naar Indië gemaakt heeft, welke hij in zijn
bekende uitgave „Propeller ueberm Paradies"
beschreef.
Klachten van Britsche voetballers.
Uit Londen wordt aan het Alg. Hbld. ge
meld
Op de volgende vergadering van de inter
nationale commissie voor de Olympische Spe
len, zal Groot-Brittannië voorstellen, dat voet
bal wordt uitgeschakeld. De reden is, dat de
Britsche voetbalautoriteiten zich ernstig heb
ben beklaagd over de door hen in Berlijn on
dervonden behandeling. Het is naar ik reeds
mededeelde, thans zeker, dat de Hongaren niet
zullen worden uitgenoodigd in 1937 naar hier
te komen.