Interview met Dr. Maria Montessori Mededeelingen over het Kennemer Borgstellingsfonds. fleom scktijfi» Kamer van Koophandel. Hernieuwd verzoek om afschaffing der Zakelijke Belasting op het Bedrijf. Vorstelijke verloving herdacht. Doel der opvoeding is bescherming van mensch en menschheid. De bekende opvoedings specialiste vindt hier in Holland de Montessori scholen wel 't beste. Rust en vrede moeten rondom het kind zijn. KK EVROUW MariaMontes- s o r i heeft zich, zooals dezer dagen werd medegedeeld, in ons land gevestigd, en natuurlijk von den wij in dat bericht aanleiding, verbinding met deze groote op voedingsspecialiste te zoeken, wier denkbeelden ook hier te lande in breeden kring bekendheid en instemming gevonden hebben. Wij vonden Mejuffr. Ten Seldam, zelf Montessori-onderwijzeres, be reid, Mevrouw Montessori voor ons blad te interviewen. Het verslag van het gesprek vindt de lezer hiernevens. WEN'S D"rKG '23' 5 EPT. 1936 Genie en talent. Eerste Douglas 3 op weg naar Nederland. Het Olympisch Voetbal- tournooi. Bijzonderheden over de bedrijfstelling. Dinsdagavond acht uur kwam de Kamer van Koophandel en Farieken voor Haarlem en omstreken in openbare vergadering bij een onder voorzitterschap van den heer G. J. Droste Jr. De vorstelijke verloving. Alvorens de vergadering te openen her innert de Vo orzitter in warme bewoor dingen de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard. Spreker deelt mede, dat het Bureau een telegram van gelukwensch aan H.K.H. heeft gestuurd, wat volgens hem wel de sympathie van alle leden der Kamer zal hebben. „Wij allen hebben de groote en ongekende vreugde van ons volk meege maakt en meegevoeld. Deze gebeurtenis is van veel belang voor ons heele land. Prins Bernhard is in ons land imet groote geestdrift ontvangen. Ongetwijfeld heeft Prinses Ju liana een goede keuze gedaan. Ik hoop dat het Inderdaad voor haar en ook voor ons volk een groot geluk zal beteekenen. Het is in deze dagen weer duidelijk gebleken, dat ons volk in Oranje weer veel terug heeft ge vonden. De meest heterogene bestanddeelen van ons vojk hebben zich weer in Oranje ver- eenigd. Van harte hoop ik, dat dit ook in de toekomst zoo zal blijven. (Applaus en bravo geroep) Eenige ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Subsidies. Goedgekeurd wordt het verleenen van sub sidies voor de feestweek in Beverwijk, aan de Vereeniging Koninginnedag te Haarlem en voor de speciale dahliakeuring te Aalsmeer, alle voor 193-6. Het Bureau stelt voor, een subsidie van f 50 te verleenen aan het Bloembollenpark „Marquette" 1937. Wordt goedgekeurd. Het Bureau stelt voor, afwijzend te be schikken op het verzoek om subsidie van de Nationale Propagandacommissie voor Ne- derlandsch Fabrikaat. De Kamer vereenigt zich hiermede. Goedkeuring brieven. Goedgekeurd worden verzonden brieven aan B. en W. van Haarlem inzake openbare ver voermiddelen (exploitatie van tram en auto bus in één hand)aan den minister van Fi nanciën betreffende de Omzetbelasting, en aan B. en W. van Haarlem inzake de open stelling van het Telegraafkantoor te Haar lem. Personeelszaken. De Kamer hecht haar goedkeuring aan het ontslag aan de heeren H. Uittenbosch en Th. Koops; aan de verlenging van aanstelling van Mr. J. Verheus; aan een nieuwe overeen komst met den heer J. de Vries; aan een aanstelling van den heer C. Hoogerwerf. (De heer Uittenbosch heeft den pensioengerech tigden leeftijd bereikt). Benoemingen. Op voorstel van het Bureau worden de leden en plaatsvervangende leden van de Bevrachtingscommissie te Haarlem herbe noemd. Dr. H. A. Marcus wordt wederom als voorzitter der commissie aangewezen. Bedrijfstelling. De Secretaris der Kamer Jhr. Dr. J. C. Mollerus, doet nadere mededeelingen over de bedrijfstelling in 1936 te Haarlem. Hij herinnert eerst aan de voorgeschiedenis van deze materie. Het raadslid Mr. Van Dam had voorgesteld om tot telling van de win kelzaken over te gaan, maar al spoedig bleek de wenschelijkheid, dat die telling imoest worden uitgebreid tot een bedrijfstelling van de groot- en klein-industrie en van de am bachten. In principe heeft men zich hiermee accoord verklaard, waarna besprekingen ge houden zijn. Spreker brengt een woord van hulde aan den heer Van Altena, hoofdamb tenaar van het Economisch Instituut voor den Middenstand, die zich in deze aangele genheid buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt. Alle gegevens zullen nu op kaarten verzameld worden. Daarvoor is aan alle or ganisaties gevraagd of zij wenschen hadden. Dit was het geval met de sigarenwinkeliers, wasch- en strij kinrichtingen en woningbu- reaux. Aan die wenschen zal tegemoet wor den gekomen. Gevraagd zal o.a. worden of men lid is van een stands- of vakorganisatie of van een winkelvereeniging; ook hoeveel personen er in de bedrijven werkzaam zijn. Verwacht wordt, dat men in één week 2000 kaarten zal kunnen invullen. In totaal ver moedt men, dat er 10.000 kaarten binnen zullen komen. Aan B. en W. zal rapport wor den uitgebracht. Op die manier hoopt men een Burgerlij ken Stand van de bedrijven te zullen krij gen. De Voorzitter dankt den Secretaris voor zijn toelichting. De Cursussen. Uitgebracht wordt het verslag der Com missie voor het onderwijs betreffende de cursussen in 1935 en 1936. Voorgesteld wordt tot voortzetting te be-_ sluiten. De Commissie voor het onderwijs" stelt voor, in het komende seizoen het aan tal cursussen zoo mogelijk uit te breiden. Al dus wordt besloten. Het Kennemer Borg stellingsfonds. Omtrent het Kennemer Borgstellingsfonds worden door den Secretaris der Kamer na dere mededeelingen verstrekt. „Het aantal gegadigden neemt steeds toe, zoodat veel werk te verwachten is. Over het algemeen is de medewerking van een aantal gemeenten bedroevend geweest. Van de 15 gemeenten ln district der Ka mer hebben er slechts zes medewerking toe gezegd. Dat zijn Haarlem. Heemstede, Bloe- mendaal, Zandvoort, Hillegom en Velsen. Van deze izes jgemeenten izijn er vijf die een kapitaal hebben toegezegd en één een jaar- lijksche gift. Laatstgenoemde zal men be wegen, ook kapitaal te verstrekken, want dat is dringend noodigd. Dat is eigenlijk de kern van de zaak. Berekent men het kapitaal naar één en een vaste bijdrage per inwoner per gemeente, dan is het beschikbare kapitaal voor de zes gemeenten: f 25.890. Dit kapitaal brengt aan rente circa f 1000 per jaar op, zoodat een bedrag ad f 2500 uitgezet kan worden. Dat is veel te weinig; zoodat jaar lij ksche bijdragen der gemeenten verkregen moeten worden. Teneinde niet langer te wachten, zal met het werk begonnen worden, zoodra een definitieve regeling is gemaakt met een credietverstrekkend orgaan. Voor zoover de toestand thans te overzien is, zal de arbeid moeten geschieden door arbeids krachten, die daarvoor geen vergoeding ont vangen. Het werk zal verricht moeten wor den door personeel der Kamer en misschien een paar ambtenaren van de gemeente. De afwikkeling van een en ander is ook zeer vertraagd door de vele besprekingen met den vertegenwoordiger van het Depar tement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart. Ervaringen elders hebben thans reeds aangetoond, dat in de meeste gevallen, dat om steun gevraagd wordt, deze steun ten slotte niet verleend behoeft te worden in den vorm van geld, doch dat de saneering veel en veel belangrijker is. De gegadigden moe ten hun gegevens insturen; die zullen nauw keurig bestudeerd worden". De Voorzitter dankt den Secretaris voor deze gegevens. De heer Droste spreekt de beste wenschen voor het welslagen uit en deelt mede, dat de Kamer van Koophandel con amore medewerking zal verleenen. IJsbestrijdingsfonds. Goedgekeurd wordt het verslag der Com missie voor het Verkeer en Vervoer over het IJsbestrijdingsfonds 1935/'36. Bevordering van den bloei van Haarlem. De Secretaris der Kamer verstrekt nadere mededeelingen over den arbeid der Commissie tot bevordering van den bloei van Haarlem. Hij herinnert aan de aanleiding tot de stichting van deze commissie. Na de be sprekingen ter Stadhuize werd een kleine commissie benoemd, bestaande uit de heeren J. Panman, P. J. M. van Tetering en Jhr. dr. J. C. Mollerus. Er bestond aanvankelijk ver schil van meening over de vraag hoe de po sitie van de Vereeniging voor Vreemdelingen in dit geval zou worden. Dit is breedvoerig be sproken, met het resultaat, dat deze moei lijkheden zooveel mogelijk ontzenuwd zijn. De resultaten van de besprekingen zijn in een rapport aan B. en W. vastgelegd. A.s. Vrijdag middag vier uur zal een slotrapport worden opgemaakt en dit zal aan den betrokken wet houder worden opgezonden. Het is te ver wachten, dat ook deze snel zal werken, want er staan voor 1937 tal van plannen op het programma, opdat de bloei van Haarlem be vorderd zal worden. De Voorzitter hoopt, dat dit werkelijk heid zal worden en dat we een grooten opbloei van Haarlem zullen krijgen. Zakelijke belasting op het bedrijf. Aan de orde komt de conceptbrief aan B. en W. van Haarlem betreffende het negende verzoek der Kamer om afschaffing van de zakelijke belasting op het bedrijf. Wordt goedgekeurd. Middenstandssteun. Goedgekeurd wordt het verslag der Com missie voor Middenstandssteun 1935/'36, waarover in ons blad reeds mededeelingen zijn verstrekt. Uitverkoopen en opruimingen. Uitgebracht wordt het verslag der Com missie inzake de uitverkoopen en opruimin gen. De voorzitter der Commissie, de heer J. J. S w e n se licht dit verslag nader toe. Hij deelt mee, dat de conclusie van de commis sie is, dat de betrokken wet eigenlijk in het geheel niet beantwoordt aan hetgeen men er van verwacht heeft. Spreker zal in een gehei me zitting eenige voorstellen indienen. Distributie goedkoope levens middelen. Tenslotte komt aan de orde het voorstel tot goedkeuring van een brief aan den minister van Sociale Zaken betreffende de distributie van goedkoope levensmiddelen. De heer Lasschuit is van meening, dat de ministers blijkbaar niet goed weten, hoe de middenstand zich moet behelpen om staande te blijven, anders zou men niet met deze maatregelen gekomen zijn. Spreker verzoekt aan het Bureau, zich nog eens tot den mi nister te wenden, om den toestand van den middenstand uiteen te zetten. De Voorzitter zegt overweging toe. Rondvraag. De heer Brinkman klaagt er over, dat de nationale feestdag op Zaterdag vastgesteld is, waardoor aan den middenstand, die dit toch zoo gaarne gedaan had, verhinderd werd aan de groote Oranjevreugde deel te nemen. Spre ker vraagt aan het Bureau, de verlangens van den middenstand te bestemder plaatse ken baar te willen maken. De Voorzitter zegt, dat het vaststellen van een feestdag altijd moeilijkheden mee brengt, onverschillig op welken dag het is. Aan de neringdoenden is juist gelegenheid ge geven, wat extra's te verdienen, door ze per missie te geven, hun zaken langer geopend te houden. Men kan op een nationalen feestdag toch niet alle consumptiezaken sluiten. De heer Brinkman houdt vol„ dat de Zaterdag voor een nationalen feestdag voor den middenstand de slechtste dag is. Om die reden wordt ook nooit het Koninginnefeest op Zaterdag gevierd. De heer Lasschuit: ,,Er komt niet elke week een nationale feestdag!" De heer Brinkman antwoordt, dat er binnenkort toch wel weer te wachten zullen zijn. De Voorzitter zegt toe, deze aangele genheid Tn het Bureau te zullen bespreken. De heer Brinkman deelt mede vernomen te hebben, dat de firma Vroom en Dreesmann voornemens is, in Beverwijk ein groote zaak te stichten. Dit zal de ondergang van vele neringdoenden aldaar beteekenen. Spreker begrijpt, dat men iemand niet kan beletten een zaak op te richten, maar hij vraagt toch, of het Bureau er bij de regeering op wil aan dringen, het spoedig indienen van de Vesti gingswet, waarin deze materie geregeld wordt, te willen bevorderen. De Voorzitter noemt dit een moeilijke aangelegenheid. Wanneer het Bureau deze zaak onder de aandacht van de regeering wil brengen, kan het natuurlijk niet den naam van de betrokken firma noemen. Dan zal het de zaak in het algemeen moeten behandelen. Spreker zegt toe, dat het Bureau hieraan aandacht zal schenken. De heeren VandenBurgenVanTete- r i n g noemen het onbillijk dat de winkeliers de nieuwe belasting voor den Keuringsdienst moeten betalen, terwijl die er eigenlijk het meeste belang bij hebben, niet behoeven te betalen. De Voorzitter en de Secretaris dee- len mede, dat hier niets tegen te doen is. Hierna sluiting. Een ruime pensionkamer, zooals er hon derden zijn. Tegenover mij de eenvoudige, innemende persoonlijkheid van mevrouw Montessori, die zoo welwillend was, mij van haar plannen en denkbeelden te willen vertellen. „In 't kort gezegd", begon zij, „is Holland in de plaats gekomen voor Spanje, waar ik tot nu toe in Barcelona mijn verblijf had had. Ik moest naar Oxford, waar een Montessori- congres zou worden gehouden en kon niet weg, omdat inmiddels de burgeroorlog in Spanje was uitgebroken. Door toedoen van het ministerie van bui- tenlandsche'zaken en den Engelschen consul, is toen bereikt, dat ik met een Engelsche oorlogsboot kon vertrekken. Zóó plotseling was ons vertrek, dat ik nu nog moeite heb om mij in te denken, dat ik niet na een paar weken naar Barcelona zal terugkeeren. Maar ook na 't einde van dezen oorlog zal daar niets meer te beginnen zijn, met welke partij ook. Deze niet-paedagogische bijzonderheden leken mevrouw Montessori wel interessant om te vermelden, daar ze zeer actueel zijn. „Ik ben in Holland komen wonen, omdat ik hier goede vrienden heb; hier wil ik mijn studie voortzetten, en toezicht houden op een enkele school in Amsterdam, en misschien een school oprichten. Ook wil ik eenige lezingen houden en misschien een cursus geven. Niet om te critiseeren ben ik hier gekomen, maar om te helpen, die mijn hulp willen heb ben, en om nieuwe kracht en steun te geven". Nadrukkelijk herhaalt mevrouw Montessori dat zij op niemand critiek wil uitoefenen. Maar haar denkbeelden hebben zich gewij zigd, of liever, hernieuwd, iets waar zij ook in Oxford, en verleden jaar hier in Amster dam, al over gesproken heeft. ,Men blijft natuurlijk niet altijd op 't zelfde punt staan, steeds zijn er andere dingen die t meest mijn belangstelling vragen". Dit is een typeerende uitspraak voor deze vitale vrouw, die voortdurend blijft stu- deeren en haar verder uitgewerkte methode aan de praktijk blijft toetsen. ,Mij interesseert hoe langer hoe meer den psychologischen en filosofischen kant van de moderne opvoeding, en datgene, waar 't om gaat, is voor mij de ontwikkeling van de per soonlijkheid van 't kind, niet het onderricht dat men geeft, dit is alleen het middel daar toe. De bescherming van den mensch en de menschheid is het doel van de opvoeding. Dit idee vindt men bij alle moderne psychologie terug. En hoe goed ook de scholen zijn, die volgens mijn principe te werk gaanhier in Holland vindt mevrouw Montessori de Mon- tessori-scholen wel het beste, als ook in Enge land, en destijds in Italië m.l. heeft men zich speciaal op het onderricht, op de didak- tiek toegelegd, terwijl ik den nadruk wil leg- len op de karaktervorming van het kind. Men heeft mijn methode vooral als een goed mid del gezien om de kinderen op een prettige en makkelijke manier iets bij te brengen, een manier die ook goede resultaten oplevert, men denke b.v. aan de goede examens en vorderingen van Montessori-kinderen op de Middelbare Scholen". Op mijn vraag of niet door het onderricht volgens haar methode, en met behulp van het door haar gevonden materiaal, op de scholen reeds veel voor de karaktervorming van het kind werd gedaan, antwoordde mevrouw Montessori toestemmend immers, van het begin af aan is aan de psychologische zijde van haar methode groote waarde gehecht maar dezen kant vond zij in de bestaande scholen niet in de eerste plaats tot uiting komen. „Ik wil allereerst rust en vrede hebben rondom het kind, zoodat het zelf zijn even wicht vindt en zijn innerlijk wezen zich ten volle kan ontplooien. Daarna zal 't werken als vanzelf gaan. Dan ook zal men bij 't gewone, psychisch ge zonde kind (l'enfant normalisé) dingen kun nen waarnemen en bestudeeren, die bij <ie volwassenen tot afwijkingen zijn geworden, of zijn onderdrukt, en die belangrijk zijn om de volwassenen beter te begrijpen. Zoo kan 't kind, dat tot nu toe meestal als het bezit der volwassenen werd beschouwd, hun leider worden, juist ook in sociaal opzicht". „Het kind is „le père l'humanité". Men herinnert zich wellicht, dat mevrouw Mon tessori in de lezingen van het vorige jaar deze denkbeelden ook uiteenzette. „Zoudt u dan willen, dat men opnieuw begon?" „Heelemaal niet. We kunnen niet allen het zelfde werk doen. Wanneer een tuinman een bepaalde variëteit van een plant of bloem kweekt, hoeft niet iedere tuinman zich toe te leggen op diezelfde soort", antwoordde mevrouw Montessori, een aardige vergelijking gebruikend, zooals zij dat ook vaak in haar boeken en lezingen doet. Dit is 't cardinale punt: zij wil dat wij van ons voetstuk van volwassenen afstappen. Dit wil niet zeggen, dat we daarom van alle- kinderen alles moeten aanvaarden. Ook moet het kind natuurlijk beschermd worden, daar het weinig ervaring heeft en weinig van de hem omringende wereld weet. Maar dit beteekent niet, dat het zich ge heel moet aanpassen aan de wereld van de volwassenen met al zijn afwijkingen. En dit wordt immers door ouders en leerkrachten het eerst van de kinderen gevraagd. H-oe dikwijls heet het niet: „Later moeten zij zich ook aanpassen aan de maatschappij", alsof deze zoo ideaal is, dat algeheele aanpassing verkieslijk zou zijn. Als Montessori-leidster besprak ik ook de moeilijkheden die we allen (en de jonge, oneervaren leidsters het meest) eiken dag weer ondervinden: we zijn niet geduldig ge noeg, we grijpen te veel in, we hadden van een kind een andere reactie verwacht en ge hoopt, wij zijn bang niet genoeg lesjes te kunnen geven, er is zooveel. „U denkt", zei mevrouw Montessori, „dat mijn methode het de leerkrachten moei lijker maakt, het tegendeel is waar. Ik heb in Italië leidsters gezien, die steeds vroolijk waren en veel lachten, vol van de mooie en merkwaardige dingen die zij waarnamen,, terwijl de klas aan zich zelf kon worden over gelaten". Toen ik opmerkte, dat we zoo vaak een kind rustiger zagen worden door 't werk, keerde mevrouw Montessori dit liever om: Maria Montessori. „Wanneer ze rustig zijn, zullen ze beter werken", toegevend dat het eene nauw samen hing met het andere. „Wanneer de kinderen pas op school zijn, moet men ze als het ware een behandeling van rust en kalmte laten ondergaan, want vaak komen ze al met af wijkingen (1' enfant dévié). Na een poos ver krijgen zij dan het evenwicht dat noodig is voor hun juiste ontwikkeling, volgens hun eigen, gezonde ik". Dat de kinderen, als zij thuis geweest zijn, vaak weer geheel onevenwichtig terugkomen, vond mevrouw Montessori natuurlijk ook te betreuren. Twee jaar uit huis. Daarom wil zij de kinderen in de puberteit twee jaar uit het ouderlijk husi laten gaan, en hun een tijd van rustige ontwikkeling- geven, waarin ook vooral de harmonie van hun persoonlijkheid tot stand zal kunnen komen. Wanneer zij zijn teruggekeerd, zullen de moeilijkheden tusschen hen en hun ouders meestal het grootst in deze levensperiode veel minder zijn, of ophouden te bestaan. Het Leiden van groote kinderen vindt mevrouw Montessori aan een kant makkelij ker: men kan een beroep doen op hun rede, men kan met ze praten. Bij de kleintjes is dit veel moeilijker en vaak onmogelijk. Het aantal kind-eren dat in een klas kan samenzijn, hangt af van de leidster. Als ge middelde noemde mevrouw Montessori veertig In den oorlog had zij echter in Italië wel ge- groepen van tachtig gezien en 't ging er niet minder om. Al pratend is het een uur later gewor den. Het zou onbescheiden zijn, méér tijd op te eischen maar graag had ik er twee, drie uur van gemaakt. Want er gaat een bijzondere be koring en een rustige kracht uit van de vrouw tegenover mij, die haar heele leven gewijd heeft aan het gelukkiger maken en beter doen begrijpen van het kind en dus ook van de volwassene. (M. TEN SBLDAM. Miskende genieën loopen er bij bosjes rond en matige talenten bij het gros. Miskende genieën zijn synoniem met ge dwarsboomde ambities. Kent gij ze niet, de hoogst middelmatige kantoorjuffrouwen met binnenwaartschen blik, de kinderjuffrouwen met liefde voor al les behalve voor kinderen, de huisvrouwen die geen sikkepit benul hebben van een huishou den en de winkeljuffrouw, die het a.b.c. van haar vak nog niet verstaat? Och komge hebt ze immers wel eens ontmoet in uw naaste omgeving, die vrouwen en meisjes met stille martelaarsgezichten (zoo heet dat immers in de romans? Of.... was het: gemartelde stille gezichten?) Hoe het ook zij, zij doen alsof. Weet ge niet wat dat zeggen wil? De uitlegging is heel gewoon. Haar aan dacht is niet bij haar werk omdat.haar aandacht ergens anders is. Eenvoudig, nietwaar? Wel waar hoor! Zso bij de eerste kennisma king vertellen zij u dat niet zoo maar par does, tenminste de meesten niet. Maar bij ken nismaking die in vriendschap is overgegaan (bijna schreven we, is ontaard!) hoort gij al vrij spoedig het droevig relaas van wat had kunnen zijn, als niet De mislukte schrijfsters, filmspeelsters en actrices (dit zijn wel de meest begeerde baan tjes) zijn legio. Het is waarlijk ontstellend, hoeveel vrouwen er in haar diepste binnenste heilig van over tuigd zijn, dat zij in de wieg zijn gelegd, om iets groots te volbrengen. Haar naam zou in de letterkundige kronie ken met eere vermeld zijn, filmregisseurs zouden gevochten hebben om haar medewer kingtheaterdirecteuren zouden stukken speciaal voor haar hebben laten schrijven, als niet Ja, juist, daar zit 'm de kneep! Als niet.... de wreede omstandigheden haar schitterend talent in den knop hadden g°smoord Ziedaar het verloop van haar sentimenteele gedachten. Ten eerste: werkelijk en waarachtig talent (om van genie nog maar heelemaal niet te rep pen) laat zich niet in den dop smoren. Dat smoor-procesdaar kan zoowel genie als talent uitstekend tegen! Wist gij dat niet? Het is een soort nawerking van wat latent reeds aanwezig was. Waarachtig talent groeit des te schooner op door tegenstand en niets ter wereld is in staat behalve dan de Dood, die kortaf „halt" roept om een genie te doen ophóuden metgenie zijn. Hoe moeilijker de omstandigheden, hoe schooner de triomf van talent en genie. Lang kan talent sluimeren maar eens breekt het uit, onweerstaanbaar in een niet te dammen vloed. Doet het dit niet, dan is het heel jammer voor de patiënt, maar dan luidt de diagnose: geen talent aanwezig! Evengoed als het havelooze kind, dat bij een straatorgel danst, het tot beroemde dan seres kan brengen, evengoed kan ieder ander talent zich een weg banen. Voor goed werk. op welk gebied ook, is al tijd een plaats en als er geen plaats voor is, dan wordt er eenvoudig plaats voor gemaakt. Waarlijk talentvolle lieden kunnen lang on gemerkt tusschen de groote massa voortgaan, maar nimmer hun gansche leven. Het tegenwoordig streven om aparte scho len te stichten voor begaafde kinderen is o.i. een ziekelijke uitwas van dezen tijd van se lectie tot in het overdrevene. Waar talent inzit daar komt het uit ook! Het straatkind, dat bij het orgel danst, kan dienstbode of verstelnaaister worden en ja renlang deze nederige positie bekleeden, maar eindelijk zal zij de plaats innemen die haar toekomt. Al dat gebazel over aankweeken van talen ten is uit den booze. Men bewijst er de jeugd geen dienst mee. Integendeel. Een talent, dat. beschut en opgekweekt en afgezonderd moet worden, is een akelig naar, kwijnend kasplantje, dat nimmer in het volle leven kan staan en nimmer den zegenrijken invloed zal ondervinden van wrijving met an deren en al die jofferen, die zich verbeelden miskende genieën te zijn, deden vrij wat be ter met te trachten datgene wat haar onmid dellijke taak is, naar behooren te volbren gen, dan zich blind te staren op vermeende talenten en daaraan het recht te ontleenen het haar opgedragen werk te verwaarloozen. AMY GROSKAMP—TEN HAVE. 'S GRAVENHAGE, 22 September. De eerste Douglas DC 3 voor de K.L.M. is reeds uit Santa Monica gestart (waar de fabrie ken van Douglas gevestigd zijn) op weg naar New York. Kisteren is het toestel met de heeren Scholte en Veen endaal van de K.L.M. aan boord, te Kansas City aangekomen, van waar het vandaag doorvliegt naar Hartford, om den luchtweg naar New York in drie étappes af te leggen. Vermoedelijk zal deze DC 3 reeds 29 dezer uit Amerika vertrekken, ingescheept aan boord van het s.s. „Statendam" van de Hol landAmerika-lijn, De registratieteekens van de DC 3 luiden: PH-ALI, zijn naam is De Ibis, welke vogel reeds eerder in de K.L.M.-voliëre heeft ge leefd. Deze was de PH-AII, een Fokker F 12, waarmede Ewin Berghaus nog een vlucht naar Indië gemaakt heeft, welke hij in zijn bekende uitgave „Propeller ueberm Paradies" beschreef. Klachten van Britsche voetballers. Uit Londen wordt aan het Alg. Hbld. ge meld Op de volgende vergadering van de inter nationale commissie voor de Olympische Spe len, zal Groot-Brittannië voorstellen, dat voet bal wordt uitgeschakeld. De reden is, dat de Britsche voetbalautoriteiten zich ernstig heb ben beklaagd over de door hen in Berlijn on dervonden behandeling. Het is naar ik reeds mededeelde, thans zeker, dat de Hongaren niet zullen worden uitgenoodigd in 1937 naar hier te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7