BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
RIDDERTOURNOOIEN.
TROUWE BELLO
CAROLIENTJE DROOMT.
ZATERDAG 26 SEPT. 1936
TOCH GERED
DE ZON, DE MAAN EN
DE AARDE
O
OOK EEN RECORD.
VERRASSING.
Vandaag schrijf ik geen briefje vooraf. De
uitslag van de raadseloplossing komt aan het
eind van de rubriek.
Best JASMIJNTJE. Fijn dat je nu ook
hebt medegedaan en een oplossing hebt in
gezonden. Hoe gaat het op school? Ben je
kort geleden overgegaan? In welke klas zit
je nu? M'n groeten aan je zus. Dag Jas-
mijntje.
Lief ROZEKNOPJE. Ja, de raadsels wa
ren heel gemakkelijk, 'k Had ze echter ex
pres zoo eenvoudig gekozen, De meeste kin
deren konden nu mededoen en naar een
prijsje dingen. Prettig dat je bent overgegaan
en nu in de 4e klas zit. Blijf maar goed je best
doen. Dag Rozeknopje.
Beste VERONIKA. Je hebt je dus gedu
rende de bazardagen echt verdienstelijk ge
maakt. Natuurlijk heb je het een aardig werk
je gevonden. Behalve dat je het doel door je
arbeid gesteund hebt, heb je je ook iets eigen
gemaakt, iets wat men wanneer men er niet
jong mede begint, nooit zoo gemakkelijk meer
krijgt nl. een zekere bewegingsvrijheid in het
openbaar. Het komt heel vaak voor, dat ik,
wanneer ik meisjes en jonge dames vraag te
willen helpen met een collecte, het verkoo-
pen van bloempjes, enz. te hooren krijg, „ja ik
zou wel graag willen, maar ik durf niet.', of
„neen hoor, niets voor mij, 'k weet niet hoe
ik het vragen moet, 'k ga vast stotteren", of
,,'k kan niet uit m'n woorden komen." Zooiets
is jammer voor het werk, dat daardoor eenige
alleraardigste verkoopsters minder heeft,
maar ook voor de jonge dames zelf. Zij zullen
steeds met verlegenheid te kampen hebben
met al de onaangenaamheden er aan ver
bonden. Het is ook hier met recht „jong ge
wend, oud gedaan". Je raadseloplossingen zijn
goed. Of je een prijsje wint? Het lot moet dit
keer beslissen. Dag Veronika.
Beste JOOP J. Flink zoo vriend, je hebt
woord gehouden. Je hebt je werk ook heel
keurig ingeleverd, wat ik altijd heel erg pret
tig vind. De oplossingen zijn goed.
Dag Joop J.
Beste LIJDA. Prettig, dat je me een brief
je geschreven hebt en ook de raadsels hebt
opgelost. Als je weer eens een prijsje wint,
weet ik, wat je met het oog op volgende kleur-
wedstrijden, het best gebruiken kan. Er zijn
zooveel goede oplossingen dat ik vier inplaats
van twee prijsjes uitreik en het lot moet la
ten beslissen. Dag Lij da.
Beste BELLADONNA. Meisjeslief, je bent
van harte welkom. Fijn dat Veronika je hebt
willen helpen met je briefje, 'k Begrijp dat
je nu nog niet veel te vertellen had. We moe
ten elkander eerst een beetje kennen. Natuur
lijk mag je ook op de club komen Prettig dat
je zusje volgende week vriendinnetje van me
wordt. Je hebt de raadsels goed. Dag Bella
donna.
Lief ZONNESTRAALTJE. Zeg, dat is kort
maar krachtig. Je hebt zeker veel huiswerk op
de U. L. O. Toch vind ik het prettig, dat je aan
de raadseloplossing hebt medegedaan. Hoe
staat het met je handwerk? Zeker te weinig
tijd om er thuis aan te werken. Je haalt a s.
Maandag op de les de schade maar in en
werkt dan voor twee. Tot Maandag dus. Dag
Zonnestraaltje.
Beste ANNIE H. Je briefje heb ik ont
vangen. Ben je soms een nichtje van Rika en
Miep H.? 'k Hoop dat je me trouw blijft
schrijven en dat je ook op de club komt. Je
raadsels zijn goed opgelost. Kies je tegen de
volgende week een schuilnaam? Dag Annie K.
Lief LELIETJE VAN DALEN Gelukkig
dat je bril nu spoedig klaar is. Het zal wel las
tig geweest zijn voor je, zooveel dagen zonder
bril te moeten doen. Jammer dat je glazen
zoo duur zijn, anders kon je een reserve bril
koopen. Prettig dat je de raadsels gtfed hebt
opgelost. Je mag mede loten. Ben je niet be
nieuwd naar den uitslag? Ik heel erg. Dag Le
lietje van Dalen.
Beste B'EP. 'k Dank je voor de sommen
en teekeningetjes. Het poppetje vind ik ech
ter een zielig kereltje De stumper moet zon
der armen en handen het leven door. Je ver
langt zeker naar het brandende kacheltje? Je
laat nu reeds uit de schoorsteen van het
huisje dikke rookwolken omhoog stijgen. Wat
mij betreft, 'k vind de winteravonden heel ge
zellig, maar ze mogen voor mij toch nog wel
wat weg blijven hoor. Je speelt toch zeker ook
liever buiten, dan in huis? Dag Bep.
Lief DOORNROOSJE. Prettig dat je weer
even gelegenheid had me te schrijven. Hoe
maakt je nichtje uit Santpoort het? Schrijf je
me het in je volgend briefje? Aan je ver
zoek zal ik voldoen, 'k Vind het heel lief van
je. Dag Doornroosje.
Best KRULLEKOPJE. 'k Kan me begrij
pen dat er personen en kinderen tijdens het
défilé zijn flauw gevallen, Jammer voor je ver-
eeniging dat ze het stadion niet heeft inge-
kunt. Het was ook een onzettend lange stoet.
Het boottochtje zal echt fijn geweest zijn. De
handel weet overal partij van te trekken, van
daar dat men direct allerwege Bennoreepen,
Veriovingspostpapier, enz. kon koopen. Wil je
je moeder m'n groeten terug doen? Dag Krul-
lekopje.
Beste DODO. Mag ik je ook als rubrie-
kertje inschrijven? Dat vind ik fijn. 'k Hoop
dat je me nog vaak een briefje schrijft en dat
je aan alle wedstrijden zooveel mogelijk mede
doet. Bedenk je tegen de volgende week een
schuilnaam of wil je onder Dodo blijven
schrijven? Je raadseloplossing is goed. Je mag
medeloten. Dag Dodo.
Best HANDWERKSTERTJE. Alweer naar
Velserbeek geweest? Je gaat nog al een keer
tje uit zeg. 'k Geloof dat iederen Woensdag
middag met mooi weer, een uitgaansmiddag
voor je is. Geniet maar volop hoor. Je raadsels
zijn goed opgelost. Je mag dus medeloten.
Dag Handwerkstertje.
Beste B'ERENMAN Jongen, wat kan jij
keurig met waterverf kleuren, 'k Dank je heel
hartelijk voor de keurige plaat. Wil je Piel
nog van mij feliciteeren? De raadsels heb je
goed opgelost. Dag Berenman.
Best POLLY. Hoe of ik het maak? Arm
maar gezond. Ja ik heb al heel veel boomen
plaatjes. 'k Weet echter niet precies hoeveel.
Jammer dat je vader voor z'n gezondheid een
poosje naar elders moest, 'k Hoop voor je
moeder en jullie allen, dat hij weer spoedig
thuis kan komen. Prettig dat je nu ook aan
de oplossingen hebt medegedaan. „Koolbek
Jullie hebt natuurlijk allemaal op school
geleerd, dat de ridders in de Middeleeuwen
tournooien hielden. Tournooi is een ander-
woord voor steekspel. De ridders zaten ge
harnast en wel, op hun paarden. Ze waren
gewapend met lange speren en daar probeer
den ze elkaar mee uit het zadel te lichten.
Dat er veel moed en behendigheid voor dit
spel noodig was, begrijpen jullie natuurlijk
wel. Als de ridder in zijn zware harnas een
maal van zijn paard gevallen was, kon hij
niet zonder de hulp van zijn knecht weer op
de been komen.
Zoo'n tournooi was altijd een feestelijke
gebeurtenis. De ridders uit den geheelen om
trek stroomden toe. Voor de burchtvrou
wen werden tribunes gebouwd, vanwaar ze
het steekspel konden gadeslaan. De gewoonte
was, dat iedere ridder de kleuren van zijn
dame verdedigde De pluimen op zijn helm
droegen deze kleuren.
RITA.
op visite" heb ik, geloof ik, niet meer. 'k Zal
eens in m'n kast kijken. Dag Polly.
Lief ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Leuk,
dat je m'n raad opvolgt en eikels gaat zoeken.
Je vader kan je wel helpen met het boren van
gaatjes, waarin je dan lucifershoutjes plaatst.
Eenige aardige voorwerpjes zijn hond, giraffe,
boertje, boerinnetje, pijpje. Je kunt er na
tuurlijk nog eens zooveel bij fantaseeren.
Speel maar prettig met je verzamelde eikels
Dag Zusjesbeschermstertje.
Lief SPARRETJE. Meisjelief wat prettig
dat je weer thuis bent en 's avonds weer door
je eigen ouders wordt toegedekt en goeden
nacht gewenscht. 'k Hoop nu dat je spoedig
weer geheel opgeknapt zult zijn en lust hebt
in arbeid en spel. Het beste hoor. Dag Spar
retje.
RAADSELS.
Raadsel 1: IJmuiden.
Raadsel 2: Rust roest.
Het aantal goede oplossingen is zeer groot
Daarom zal ik het aantal prijsjes van twee op
vier brengen en enkele troostprijsjes er aan
toevoegen.
Eerst heb ik geloot voor de vier prijsjes en
daarna nog eens voor de zes troostprijsjes. Er
zijn geen rangprijsjes, dus geen 1ste, 2e prijs,
enz. Alle prijsjes hebben dus dezelfde waarde
De volgende kinderen behooren tot de geluk
kigen en ontvangen een prijsje.
LELIETJE VAN DALEN
HANDWERKSTERTJE.
BERENMAN
DODO.
Een troostprijsje heeft:
DOORNROOSJE
ROZEKNOPJE
POLLY
JASMIJNTJE
BELLADONNA
ANNIE KROONE
De prijsjes mogen a.s. Donderdag tusschen
5 en 7 uur afgehaald worden aan m'n huis,
Roggeveenstraat 27.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF.
door W. B.Z.
In de sloot zag hij het drijven,
't Beestje met zijn zwarte vacht.
Dadelijk is hij 't nagesprongen,
Heeft het aan den wal gebracht.
Met zijn groote trouwe oogen,
Keek hij ons toen vroolijk aan,
Alsof hij aan ons wou vragen:
,'k Heb toch wel mijn best gedaan?"
Lieve, goeie, trouwe Bello
Je bent een bovenst beste hond,
Breng gerust maar aan je baasje,
Wat je in 't water vond.
Maar dit zwarte, natte diertje
Is een oude speelgoed-beer
Zaagsel komt er uit zijn pooten.
'k Gooide hem toen weg een keer.
'k Zal hem nu maar goed verstoppen.
Zoodat jij hem nooit meer vond,
Maar jij bent een trouwe Bello.
Onze beste, brave hond.
„Carolientje, Carolientje," riepen Ali van
Werven en Geertje Kok haar vriendin. Caro
lientje keerde zich om. Ze zag echter niet
haar vriendinnetjes op zich af komen; maar
wel twee ballen, die met groote snelheid naar
haar toe rolden.
Verschrikt bleef ze staan. „Waar zijn jul
lie dan?" riep te toen.
„Hier!" antwoordden de ballen. Van ver
bazing bleef Carolientje met open mond
staan. „Maar jullie zijn toch geen meisjes;
jullie zijn ballen!"
Als eenig antwoord klonk een snik.
„Wij zijn heusch Ali en Geertje; een booze
heks heeft ons veranderd in voetballen!"
„Maar waarom dan toch?" vroeg Caro
lientje angstig.
„Omdat we aan het ballen waren op het
schoolplein
„Oh en dat mag niet!" zei Carolientje.
„Deed ze het voor jullie straf?"
„Ja," klonken twee benepen stemmetjes.
„Oh Carolientje, help ons toch!"
„Wat kan ik voor jullie doen?"
„Zoek de heks op en vraag haar ons weer
in menschenkindertjes te veranderen!"
Carolientje zweeg. Dat was een moeilijke
vraag. Zij, Carolientje, zou de booze heks op
zoeken en haar vragen haar tooverkunsten
weer ongedaan te maken? Wie weet, wat de
booze heks met haar zou doen.
Maar toen ze bedacht, hoe verschrikkelijk
het was voor Ali en Geertje, won haar goede
hartje het.
„Ik zal zien, dat ik voor jullie doen kan,"
beloofde ze. En moedig ging ze op stap. Net
was ze den hoek om, of er rolde weer een bal
tegen haar aan.
„Hé, Carolientje," zei de stem van haar
broer.
„Ben jij ook al veranderd in een bal?" stot
terde het meisje ontsteld.
„Ja, en een heeleboel vriendjes van me ook.
Toe, Carolientje, jij bent altijd zoo lief. Vraag
jij de heks, of ze ons weer gewoon wil ma
ken. Want wat zullen vader en moeder wel
zeggen, als ze mij zoo zien."
„ïk ben op weg naar haar toe," zei Caro
lientje dapper. „Alleen denk ik niet, dat de
heks zal luisteren naar een klein meisje als
ik ben."
De bal begon op een neer te stuiteren
„Carolientje, doe alsjeblieft je best voor ons.
Het is zoo erg, geen gewone jongen meer te
zijn!"
Met tranen in haar oogen liep Carolientje
door. Waar moest ze de heks vinden? Ali en
Geertje waren op het schoolplein in ballen
veranderd. Misschien zou de heks daar te
vinden zijn. Vastbesloten liep ze die rich
ting uit. Op den hoek van een straat stond
een oud- leelijk gebogen vrouwtje, dat de
straat over wou steken; maar niet durfde
omdat het verkeer zoo druk was.
Carolientje, die een vriendelijk hart had,
liep op haar af en vroeg beleefd:
„Zal ik u even helpen oversteken?" Ver
wonderd keek het oude vrouwtje haar aan.
Ze knikte; maar haar gezicht bleef onvrien
delijk.
Carolientje stak haar arm door die van
het oude vrouwtje; toen hief ze haar linker
hand in de hoogte, ten teeken, dat het
verkeer moest stoppen en vlug liep ze met
haar beschermelinge naar den overkant.
„Zoo," zei ze toen vroolijk. „Nu bent u er!
Kan ik u met nog iets van dienst zijn?"
De oude vrouw knikte.
„Ja, nu je hier toch bent; ik moet naar den
Daalweg en ik weet den weg niet en ook kan
ik dit zware pak niet dragen.
En voor het verbaasde Carolientje lag
een zwaar pak op den grond.
„Wil je me helpen?"
Even schoot de gedachte door het meisje
heen, dat ze de heks nu niet kon zoeken;
maar ze was toch te goedhartig om het oude
vrouwtje in den steek te laten. „Ja zeker",
zei ze bereidwillig. „Geef u mij dat pak maar.
De Daalweg ligt heel aan het andere einde
van de stad; maar ik zal u er heen brengen.'
Het oude vrouwtje liep niet hard en voetje
voor voetje begaven ze zich op weg.. Plotseling
begon de oude vrouw te praten.
„Als jij iemand ontmoette, die tooveren
kon, wat zou je dan wel het liefste wenschen?
Mooi speelgoed, lekker eten of wat?"
Carolientje schudde heel beslist het hoofd.
„Nee, dat zou ik niet vragen, ik zou vragen,
of mijn broer en mijn vriendinnetjes en alle
anderen, die betooverd zijn door de heks, hun
ware gedaante terugkrijgen.
„Zijn ze betooverd?"
„Ja, ze hebben de gedaante van een voet
bal gekregen. Een booze heks heeft dat ge
daan, toen ze aan het ballen waren op het
schoolplein."
„Geen booze heks, Carolientje; een goede
heks, die hun het ongehoorzaam zijn wilde
afleeren. Ze mochten immers niet ballen
voor school. Dat had meester hun streng
verboden."
Verbaasd keek Carolientje naar het oude
vrouwtje.
„Hoe weet u dat allemaal?" vroeg ze ver
wonderd.
„Omdat ik zelf de heks ben, Carolientje.
Ikzelf heb hen betooverd."
„Oh, lieve heks, geef hun alsjeblieft hun
ware gedaante weer terug. Ze hebben zoo'n
verdriet ervan!"
De heks tilde haar hand op
„Hé Carolientje, wordt eens wakker,
schreeuwde de stem van haar broer buiten
de deur.
Slaperig sloeg het meisje haar oogen op;
toen mompelde ze dankbaar: Gelukkig dat
het maar een droom was. Stel je voor, dat
Frans als een bal voor de deur rolde."
door W. B.—Z.
De stormen beukten strand en oever
Het water wies al sneller voort.
Het kwam in huizen, kamers, schuren,
Het liet de menschen angst verduren,
Want lager zonken deuren, muren.
En immer zwol het water aan,
't Leek met de menschheid wel gedaan.
Weg spoelde huisraad, vee en eten
Een wieg met kind dreef op het meer.
Het kindje keek door de gordijnen.
Of nu het water ging verdwijnen.
Of eindlijk niet de zon ging schijnen
Maar immer zwol het water aan,
't Leek met het kindje wel gedaan.
Het wiegje danste op de golven
Het kindje dreef al verder voort,
De wind blaast zacht door de gordijnen
En werkelijk de zon gaat schijnen
De storm gaat zoetjes aan verdwijnen,
't Kind komt behouden aan den wal,
Waar moeder 't weer verzorgen zal.
door
W. LASSCHUIT.
Ja, 't was een rare geschiedenis, maar de
zon, de maan en de aarde hadden ruzie. Daar
merken wij, menschen, niet veel van, of het
moest alleen door den regen zijn, want dat
zijn de tranen van de maan.
Wat wil het geval.
De maan had op zekeren keer tegen de zon
gezegd:
,,'t Is eigenlijk onbillijk, dat jij alleen maar
licht en warmte geeft. Dat moet ik ook kun
nen."
De aarde bemoeide zich daar niet mee. Die
vond het allang voldoende, dat ze licht en
warmte kreèg.
Nu moeten jullie weten, dat de aarde iede
ren dag een toertje om'maakt, dat wil zeg-
praten we misschien later nog wel eens.
ze precies een dag over.
Dan maakt ze ook nog een ander reisje, dat
is haar baan om de zon en daar doet ze maar
eventjes een heel jaar over.
ferst?e Kwavtoe*
(JP we,v>cn4t mM,h
4a»litc KwapWt»
Door het eerste ontstaan dag en nacht,
door het tweede de jaargetijden. Dit doet ze
allemaal volgens een bepaalde wet, namelijk
de natuurwet. Waarom den eenen keer de dag
langer is dan de nacht of omgekeerd en het
dan winter is en dan weer zomer, daarover
kant van de maan op, welken wij niet zien.
Dezelfde capriolen maakt de maan. Over de
zon zijn de geleerden het wel eens, dat ze als
een gloeiende schijf stil staat, maar heelemaal
zeker is het niet en je kunt niet gaan kijken,
want daarvoor is ze veel te heet!
En waarom nu ruzie?
Jullie moeten weten, eenmaal in de maand
komt de maan precies tusschen de zon en de
aarde in te staan.Als dat zoo het geval is,
schijnt het licht van de zon dus tegen den
kant van de maan op, welke wij niet zien.
Anders gezegd: wij zien de heele maan niet
meer. Op de teekening is dat duidelijk waar
te nemen. Wij spreken dan van nieuwe maan.
Nu is de maan zoo kwaad daarover, omdat ze
wel graag gezien wil worden en licht wil geven
als het nacht is.
Heel vaak regent het dan ook, als de maan
nijdig is. Zie je dan huilt ze van drift en
blaast ze allemaal wolken samen, zoodat de
zon toch maar niet op de aarde kan schijnen.
En dan is alles boos, want hoe leelijk kijken
wij niet, als we niet door de zon worden wak
ker geroepen.
„Hallo! Bent u even een geluksvogel!"
„Ik? Waarom dan?"
„U hebt toch een heel bijzonder record ge
vestigd?"
„Record? Ik?"
„Ja! U bent de eerste mensch, die uit een
boom klimt, zonder er in geklommen te zijn!"
Als je wilt weten, wat bovenstaand plaatje
voorstelt, moet je alle vakjes, waarin een
punt staat, met potlood of inkt zwart maken.
Als je dat netjes doet, zie je een aardige sü-
houetteekening verschijnen.