BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
HANS EN CATRIEN
HET GOUDEN RINGETJE.
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS.
EEN BEWEEGBARE KROKODIL
ZATERDAG 3 OCT. 1936
WIE ZOEKT ER MEE?
DE KLEINE ZEEMEERMIN
Heden heb ik 4 prijsjes en 6 troosprijsjes
uitgereikt. De prijsjes vielen bij alle kinde
ren zeer in den smaak en verheugd gingen ze
met hun schat naar huis.
PRIJSJES.
Lelietje van Dalen, doos met kralen.
Handwerkstertje, doos met kralen.
Berenman, vliegmachine (opwindbaar)
Doda. kopje en schoteltje.
TROOSTPRIJSJES.
Doornroosje, melkbeker.
Rozeknopje, doosje kleurkrijt
Polly, idem.
Jasmijntje, idem
Belladonna, idem.
Annie Kroone, idem.
Dit keer schrijf ik geen wedstrijd uit. Ik
hoop echter de volgende week toch weer heel
veel briefjes te ontvangen.
Lief SPARRETJE. Ik vind het heel pret
tig weer een briefje van je ontvangen te
hebben. Je bent dus gelukkig weer zoover
hersteld, dat je lust rr schrijven gekregen
hebt. 'k Hoop van harte dat het nu goed
blijft gaan. Zeg, als je weer naar Haarlem
gaat, om een nieuwe jurk te koopen, mag ik
dan mede? Een nieuwe jurk kan ik er wel
bij hebben en als je toch gaat koopen, dan
maakt één jurk meer of minder niet veel
uit, vind je wel? Dat is dus afgesproken. De
kapdoos zal je goed van pas komen. En nu
tot slot een pluim voor je keurig briefje. Wil
je, je moeder en vader van mij groeten en je
vader namens mij een spoedig herstel wen-
schen. Het beste hoor. Dag Sparretje.
Lief LELIETJE VAN DALEN. Je bent ze
ker vlug aan het rijgen gegaan? Prettig hè,
dat je ook eens tot de gelukkigen behoorde.
Een volgend keer maar weer mede doen. Je
kunt nooit weten. Veel pleizier met je kralen.
Dag Lelietje van Dalen.
B'est DOORNROOSJE. Je bent ook al
zoo'n geluksvogel. Een melkbeker komt altijd
van pas, vooral een extra mooie. Je nichtje
heeft me dit keer zelf geschreven. Ze is dus
gelukkig niet ziek. Hoe gaat het op de naai
les? Waar ben je mede bezig? Vertel je me
het eens? Dag Doornroosje.
Beste ANNIE KROONE. Wat zal je nu
prettig kunnen kleuren. Je bent zeker al
druk aan het werk geweest. Ook toevallig
zeg, dat drie nichtjes tot de gelukkigen be
hoorden. Blijf me maar trouw schrijven, Be
denk je tegen de volgende week een schuil
naam? Hoe vind je „Moeders Meisje"? Dag
Annie.
Beste BEP. 'k Dank je voor je sommen.
Je begint heusch aardig te rekenen en nu al
'hooger dan tien. Over een poosje ben je
nog knapper danMoppig zeg, de betee-
kenis van de teekening van de vorige week.
Je moeder heeft dus fijn tandem gereden,
't Wordt zoo langzamerhand weer „alles op
de fiets", of beter gezegd „alles op de tan
dem". 'k Hoop voor je moeder dat je groot
vader haar nog vaak komt halen. Zoo'n heer
lijk uitstapje mag ze heusch wel eens heb
ben. Dag Bep.
Lief KRULLENKOPJE. Alweer vacantie
gehad? Kindlief de vrije dagen zijn niet van
de iucht. 'k Begrijp dat je het prettig vind.
Het weer was goed, dus heb je naar hartelust
kunnen tollen en knikkeren. Ik dank je voor
je teekening. Ze is grappig en goed uitgeval
len. Wil je je moeder m'n groeten terug doen?
Dag Krullekopje
Lief ROZEKNOPJE. Ja kindjelief, ik
hoop ook weer met het clubwerk te kunnen
beginnen en denk half October aan te van
gen. 'k Ben echter zoekende naar een zaaltje
meer in het centrum van IJmuiden gelegen.
De kinderen van IJmuiden-Oost moeten
wel wat erg ver loopen, wanneer het club
werk in IJmuiden-West gehouden wordt.
Binnenkort lees je wel of m'n pogingen ge
slaagd zijn. Prettig dat je de Paaschversiering
nog hebt en er zoo zuinig op bent. Heb je je
prijs al in gebruik genomen of wacht je tot
een volgenden kleurwedstrijd? Dag Roze
knopje.
Beste VERONIKA. Voor het clubwerk
lees je het briefje aan Rozeknopje maar eens
na. Zoo zie je, geheel onverwachts kreeg je
een extra lang epistel van me. Rozeknopje en
Belladonna waren heel blij met hun prijsje.
Of ik blij ben met het nieuwe vriendinnetje
dat je me bezorgd hebt? Ja hoor, zelfs heel
blij. Je mag me er heusch nog wel eenige do
zijnen bij bezorgen. Het beste hoor. Dag Ve-
ronika.
Beste LIES JE. Of je ook op ons gezellig
clubuurtje mag komen? Ja natuurlijk, ten
minste als je me trouw blijft schrijven. Van
vriendinnetjes en vriendjes heb ik er nooit
genoeg. Er kunnen er altijd weer bijkomen.
Je vraagt me naar een schuilnaam? De mees
te kinderen kiezen er zelf een. Ik help echter
wel eens en wil je natuurlijk ook helpen. Hoe
vind je: „Harlekijntje" „Pierette" „Sneeuw
vlokje" „Hermelijntje" „Anneliesje"? Je hebt
nu keus genoeg. Dag Liesje.
Lief PRINSESJE. Prettig, dat ik weer
een briefje van je ontvangen heb en nog
prettiger dat je je zoo goed voelt en weer
heele dagen naar school gaat. Nu maar goed
blijven eten en in tijds naar bed. Maar daar
zorgt je moeder wel voor. Of je zus Thea ook
vriendinnetje mag worden? Ja hoor, ik vind
het fijn. Ze moet dan maar een schuilnaam
bedenken. Je tante Doornroosje en je tante
Lelietje van Dalen hebben ieder een prijsje
voor de raadseloplossing van de vorige week.
Waren ze even gelukkig? Nu Prinsesje het
beste hoor. Volgende week schrijft Thea me
dus ook. Dag Prinsesje.
Beste THEA. Zooals je in het briefje aan
Prinsesje kunt lezen ben .je van harte wel
kom. Bedenk maar een schuilnaam en schrijf l
me maar geregeld. Wil je je moeder van mij
groeten en haar dank zeggen voor haar ge
zellig briefje? Dag Thea.
Beste TOM MIX. Vriend je behoeft niet
„haast niet te durven", 'k Weet heel goed
wat studie is en begrijp óók, dat je na uren
gewerkt te hebben, niet altijd lust hebt,
briefjes te schrijven. Je vergeet me niet en
schrijft zoo nu en dan, hetgeen ik op prijs
stél. Je gedachten zijn goed. Er was 1.1. Don
derdag onderwijzersvergadering. Je vorid
den vrijen dag zeker een bof? Wie of je moet
gelooven Min. Dr. Colijn of den heer M.? In
de manier waarop je de vraag stelt ligt je
niet begrijpen van de zaak opgesloten, het-
Heb je ooit zulke leuke poppen gezien?
De eene heet Hans en de andre Catrien,
Catrien heeft een lichtblauwe strik in
't haar.
Hans staat al lang voor de wandeling
klaar.
Fox, 't kleine hondje mag ook met hen mee
Ze gaan pootje baden met zus in de zee.
Dan trekt zus beiden een zwempakje aan,
Je snapt wel, hoe leuk hun dat ook weer
zal staan.
Maar Fox moet de wacht houden daar op
't strand,
Hij houd niet van water, maar wel veel
van zand.
En komen Ca trient je en Hans uit 't bad,
Dan zijn ze natuurlijk wel heel erg nat.
Zus legt ze naast 't hondje, die past wel
op hen.
Ze zingt dan een liedje, 't mooiste, dat
ik ken.
Ze zingt van: Lang leve prinses Juliaan,
Dat 't haar met prins Benno maar goed
moge gaan!
geen heel normaal is. Je bent nog te jong en
ik zou me er pog maar niet in verdiepen.
De U. L. O. geeft je werk genoeg en voor jou
lichter verteerbare kost, dan de politiek. Het
beste op school en een mooi Kerstrapport.
Hoor ik de cijfers van je? Dag Tom Mix.
Beste BERENMAN. Eindelijk hebben we dus
eens kennis gemaakt. Jammer dat ik niet al
te veel tijd had. Dat heb ik in den regel wel
niet, maar Donderdag's, door het beantwoor
den van de briefjes, al heel weinig. Je hebt
dus ook al geboft met een extra vacantiedag.
Je hebt natuurlijk reeds met je vliegmachien
tje gespeeld. Moppig hè, dat z.g.n. vuur wan
neer je het af laat loopen. Je hebt dit keer
ook een pluim verdiend. Je briefje heb je
keurig geschreven. Dag Berenman.
Beste POLLY. Jongenlief, wat worden je
sommen al moeilijk. Je gaat vooruit hoor.
Leuk dat je zelf je troostprijsje kwam halen.
We hebben nu dan toch eens kennis gemaakt.
Het had er veel van weg, dat dit nimmer zou
gebeuren. Telkens kwam er iets tusschen.
Kleuren de krijtjes fijn? Veel genoegen er
mede. Dag Polly.
Lief JASMIJNTJE. 'k Begrijp dat schrij
ven, wanneer er eenige zieken thuis zijn, heel
moeilijk is en neem het je dus niet kwalijk.
Je hebt me echter niet totaal vergeten en
daar ben ik blij om. Prettig dat het op school
goed gaat en je verhoogd bent. Natuurlijk
mag je op de club komen. Je weet
het, bij mij is het nog steeds „hoe meer zie
len, hoe meer vreugd". Wil je je moeder en
zusters m'n groeten terug doen? Dag Jas
mijntje.
Best DUINVIOOLTJE. Laten we zoo af
spreken: „Als je gelegenheid hebt, dan schrijf
je me. Je komt op de club, wanneer je moe
der je kan missen." 'k Begrijp volkomen dat
je het druk gehad hebt en nog vaak thuis
moet helpen. Het beste met allen thuis. Dag
Duinviooltje.
Beste BELLADONNA. Ja meisjelief, de
rubriekertjes schrijven zooveel mogelijk iede
re week en zorgen dat ik uiterlijk Donder
dag's 2 urn- de briefjes in m'n bezit heb. Za-
terdag's staan m'n antwoorden, dus de brief
jes aan mên vriendinnetjes en vriendjes, in
de kindercourant. Ik vond het ook leuk dat
ik je nu reeds een troostprijsje kon uitrei
ken. Je komt natuurlijk ook op ons gezellig
clubuurtje. Je gaat dan maar met Veronika
mede. Dag Belladonna.
Lief ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Als
ik club houd, houd ik haar op Woensdagmid
dag b.v. van 2.003.00. 'k Zoek echter nog
naar een geschikte gelegenheid, een gelegen
heid die een beetje centraal gelegen is. Zoo
dra ik een lokaliteit heb, meld ik dit in de
rubriek, 'k Weet dat je tante gaat verhuizen.
De theevisite van je zus op haar eentje is
nu voor goed van de baan. Maar met el
kander is wel zoo gezellig en dat zal denk ik,
nog wel menig keertje gebeuren. Dag Zusjes-
beschermstertje.
Best HANDWERKSTERTJE. Je klaagt
ook al over het omvliegen van de dagen.
Heb je het heusch zoo heel erg druk? Je ver
langt echt naar het clubuurtje? Dat begrijp
ik, het is ook altijd heel gezellig. Zelf ver
lang ik er ook naar. Je moeder heeft deze
dagen dus een extra groot gezin en een
aardappeltje meer te koken. Wim en Truida
vinden het natuurlijk heel fijn, eens uit eten
te gaan. 'k Vind echter dat Truida best eens
een weekje kan vasten. Ze is dik genoeg. Dag
Handwerkstertje
Veel groeten van
MejE. VTJLBRIEF.
Hondentrouw. In een Japansche stad
was een hond gewoon eiken avond zijn mees
ter van den trein te halen en ging nog elf
jaren nadat zijn meester gestorven was, el-
ken avond naar den trein om te zien of zijn
baas niet kwam. Nu het trouwe dier ook ge
storven is, heeft men er een standbeeld voor
opgericht.
Een klein radio-ontvangtoestel. Een Rus
sisch ingenieur heeft een dergelijk toestel ge
bouwd, dat slechts 5 gram weegt.
„Tsjilp, tsjilp, goed, dat je komt mannetje,
ik heb je iets verschrikkelijks te vertellen,"
roept het muschenwijfje haar man toe, als
deze op den boom afvliegt, waarin ze hun nest
gebouwd hebben.
„Tsjilp, tsjilp," er is toch niets met de kin
deren gebeurd?" vraagt het mannetje ge
schrokken.
„Nee, dat niet, het gaat niet over de kin
deren; het gaat om het kleine meisje dat ons
's winters altijd voert. Vanochtend vloog ik
naar haar huis en pikte de kruimeltjes op, die
ze in de vensterbank gestrooid had. Toen ik
daar zoo zat, kwamen de vader en moeder van
Liesje in de kamer met een vreemde mijn
heer. Eerst spraken ze over allerlei dingen,
toen vertelde de vader den vreemde, dat hij
een paar maanden geleden een groote som
geld aan iemand geleend had; inplaats van
het terug te geven, had deze het geld echter
gehouden; nu moest hij het geld weer afdra
gen, maar kon het natuurlijk niet. Daarom
vroeg hij den vreemde hen dat bedrag te wil
len leenen. Maar deze weigerde, ondanks de
smeekbeden der arme menschen. Ik wou dat
wij ze helpen konden!"
„Ja, dat wou ik ook," zei het mannetje,
„maar hoe? Weet je wat; ik vlieg naar de
raaf in het park. Die is zoo knap, dat hij ons
wel zal kunnen helpen."
„Ik ga met je mee," zei het wijfje. „Wacht
even, dan zal ik buurvrouw vragen, of ze op
de kinderen past."
Toen gingen ze op weg naar het park. De
raaf woonde in een groote beuk. Aandachtig
luisterde hij naar het verhaal der beide mus
schen.
„Kra, kra, dat is een moeilijk geval," kraste
hij, toen de musschen hun hart uitgestort
hadden. „De goede feeën komen niet meer op
de aarde, sinds de menschen niets van hen
weten willen en hoe komen wij, arme vogels
aan geld?" Plotseling hield hij stil en luisterde.
„Zizie-tri-li-li," klonk het. Met gracieuze
gebaren kwam een jonge ekster op de tak,
waar het kleine gezelschap zat.
„Kijk eens, oom raaf, wat ik voor moois
heb," sjilpte hij en liet een prachtige gouden
ring met een groote steen aan de raaf zien
Verwonderd bekeek deze het sieraad.
„Hoe kom je daar aan?" vroeg hij toen.
„Die heb ik gevonden!" antwoordde de ek
ster. „Dan moet je hem terug brengen," zei
de raaf en toen langzaam:
„Als een mensch iets verliefst, zet hij een
addvertentie in de kranten en geeft den vin
der een belooning. Kra-kra, nu kunnen we
Liesjes ouders helpen."
„Hoe dan?" vroegen de musschen, verwon
derd. De raaf trok een gewichtig gezicht.
„De ekster brengt de ring aan Liesje, die
hem aan haar ouders geeft. Lezen zij dan," dat
iemand den ring verloren heeft, dan brengen
ze hem terug en Liesje's vader krijgt de beloo
ning. En daar de ring heel kostbaar is, zal dat
wel geen lage belooning ook zijn."
De musschen juichten van blijdschap, Zoo
gezegd, zoo gedaan. De ekster vloog met de
musschen naar Liesjes huis. Juist kwam Liesje
met een mandje aan haar arm het huis uit,
om een boodschap te gaan doen,
Vlug besloten, liet de ekster den ring voor
haar voeten vallen. Verwonderd keek Liesje
naar het blinkende voorwerp, dat daar zoo
uit de lucht kwam vallen. Ze keek omhoog, of
het ergens uit een raam viel; maar toen ze
niemand zag, raapte ze den ring op en nam
hem mee naar huis.
Toen haar vader thuis kwam, zei deze:
„In de stad hangen overal aanplakbiljetten,
dat de beroemde zangeres X. een kostbaren
ring verloren heeft in het park. De vinder
krijgt een hooge belooning."
„Is het deze?" vroeg Liesje en haalde de ring
uit haar zak.
„Hoe kom je daar aan?" vroeg vader ver
wonderd. Toen vertelde Liesje, hoe den ring
voor haar voeten gevallen was. Hoofdschud
dend nam vader den ring en bracht hem te
rug. Toen hij weer thuis kwam, straalde zijn
geheel gezicht. Hij legde een paar bankbiljet
ten op tafel.
„We zijn gered," fluisterde hij en trok vrouw
en kind naar zich toe.
„Gelukkig," juichten ekster en musschen
en vlogen weg.
G. H.
Ditmaal zullen we eens een paar mooie
ruines teekenen. Allereerst een Grieksch-Ro-
meinsche ruine. De grond is bezaaid met
stukken steen; hier en daar resten van zui
len; op den achtergrond eenige intact geble
ven zuilen van een tempel. Jullie ziet. dat het
niet moeilijk is met slechts weinig lijnen een
goed beeld te verkrijgen.
Op de andere teekening zien jullie een Go
tische ruine in het licht der maan. Dit is een
silhouetteekening en ook niet moeilijk na te
EEN VREEMSOORTIGE AARDAPPEL.
teekenen. Probeer maar net zoo lang beide
teekeningen na te maken, tot je ze ook uit
het hoofd op papier kunt zetten.
Ziehier een aardig oeestje om je op een re-
genachtigen Zondag mee te vermaken, 't Is
een jonge, ongevaarlijke krokodil. Je knipt
hem netjes, ook de pooten en beide kaken uit
en plakt de verschillende stukken op een
briefkaart, of ander stuk carton. Je gebruikt
diverse groene kleuren om hem in een l'risch
pakje te steken. Let nu goed op de gaten Met
priem of puntig schaartje maakt je op die
plaatsen kleine openingen, zoodat pooten en
kaken goed op hun plaats komen. Je weet na
tuurlijk wel, dat een krokodil 4 pooten heeft,
maar bij het zwemmen zie je ze niet allemaal
en nu ligt hij op zijn zij, zoodat je alleen de
pooten van de bovenrij ziet De pooten en
kaken kun je met een draadje bevestigen,
maar 't staat echter, wanneer je haakjes ge
bruikt, die b.v ook bij het ophangen van
lijstjes worden gebruikt. Omgebogen spelden
gaat ook wel.
W. B.—Z.
Een landbouwer in Frankrijk vond op zijn
land een aardappel, die ontkiemd was in den
hals van een gebroken flesch. Bij het grooter
worden, groeide de aardappel aan beide kan
ten boven het stuk flesch uit. Toen de land
bouwer de vreemdsoortige aardappel vond,
zat de hals van de flesch er als een collier
om heen.
Een vlinderbeurs. Evenals men in Am
sterdam een postzegelbeurs heeft, waar post
zegels geruild en verkocht worden heeft men
in Frankfort a. d. Main een vlinderruilbeurs.
Glazen scheermesjes. Naar men zegt
zullen eerstdaags in een Tsjecho-Slowaaksche
fabriek scheermesjes van glas vervaardigd
worden.
De bewoners van deze streek worden iede-
ren nacht opgeschrikt door het gehuil van
een wolf. Het dier houdt zich echter zoo goed
schuil, dat het niet mogelijk is, het te van
gen. Wie van jullie ziet de wolf op deze tee
kening?
door W. B.Z.
In het water-sprookjesland
Groeien veel planten aan den rand.
Is de zee zoo groen als gras,
Alsof 't een heel groot weiland was.
Er zijn glinsterende holen van binnen,
Daar wonen de kleine zeemeerminnen.
Haar haren zijn zoo lang en blond
Haar armpjes zijn zoo blank en rond.
Maar verder gelijken ze op een viseh,
Die altijd onder water is.
Hooren zij muziek en zangen,
Dan komt er in haar een groot verlangen.
Om weg te zwemmen naar het land,
Om kinderen te zien aan het zonnige strand.
Maar ach, zij kunnen niet loopen of staan.
Zij moeten zwemmend door 't water gaan.
Al zingen de kinderen een vroolijk lied
De zeemeermin oereikt hen niet.
Doch zingt er een visscher op de
schuimende zee,
Dan zingen de zeemeerminnetjes mee.