het spel
De dichter Slauerhoff
gestorven.
Het nieuwe Motor- en
Rijwielreglement.
Devaluatie van de lire.
Elke prijs ver hooging geen
prijsopdrijving.
Journalistieke race om de
wereld.
Prov. Ziekenhuis bij Santpoort.
Van beteekenis ook voor de
werkverruiming.
De Provinciale Ziekenhuizen.
DÏN'SDXG '6 'CT. 1936
door Criticus.
R. C. H.Ajax.
Overzicht der nieuwe verkeersregels.
's-GRAVENHAGE, 5 October. Heden
wordt afgekondigd staatsblad no. 578, hou
dende het koninklijk besluit van 18 Septem
ber 193'6 tot nadere wijziging van het motor
en rijwielreglement.
Uit de vele bepalingen en voorschriften,
welke in het nieuwe reglement zijn opgenomen,
heeft het A.N.P., met welwillende medewer
king van den Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.
B.. een overzicht samengesteld, waaraan wij
het volgende ontleenen:
De allerbelangrijkste bepaling is
ongetwijfeld de instelling van z.g.
voorrangswegen; het verkeer dat
daarop rijdt, heeft bij kruisingen,
splitsingen, enz. voorrang zoowel
boven het voor hem van links als van
rechts naderende verkeer.
Hoe de voorrangswegen aangeduid zullen
Worden zal op in een motor- en rijwielbe
schikking te bepalen wijze aan de weggebrui
kers worden kenbaar gemaakt.
Niet alleen op als zoodanig aangeduide voor
rangswegen heeft zoowel het van links als van
rechts komende verkeer voorrang, doch bij
kruising van den verharden weg met een on-
verharden weg of een rijwielpad wordt de
verharde weg als hoofdweg beschouwd.
In het nieuwe motor- en rijwielreglement is
nu ook de verplichting vastgelegd, in elk ge
val voorrang te verleenen aan begrafenis
stoeten, tot dusverre gold deze verplichting
voor trams en militaire colonnes.
Inhalen van trams.
Als grondregel geldt, d'at men trams rechts
moet voorbijrijden. Indien ter rechterzijde
evenwel niet voldoende wegbreedte is, mag
men de tram ook links inhalen. Een tram, die
ten behoeve van de passagiers stilstaat, mag
men slechts dan voorbijrijden aan de zijde
waar moet worden in- of uitgestapt, indien
daar een vluchtheuvel ligt of door het tram
personeel toestemming tot doorrijden wordt
gegeven.
Vluchtheuvels.
Het langzame verkeer (fietsers, paar den
karren, enz.) moet vluchtheuvels (daaronder
begrepen tramuitstapheuvele) altijd rechts
voorbijrijden; voor auto's en motorrijwielen
geldt deze verplichting eveneens, tenzij op den
vluchtheuvel is aangegeven, dat ter weers
zijden mag worden voorbij gereden.
IJiet hinderlijk stilstaan.
Tot dusverre was alleen het rijden verboden
op zoodanige wijze, dat men d'e veiligheid in
gevaar brengt of de vrijheid van het verkeer
belemmert; dit voorschrift is nu ook uitge
breid tot het stilstaan (zoowel met auto's, mo
torrijwielen en rijwielen als handkarren, enz.).
Het is verboden, op bruggen stil te staan.
Voor „uitritten" en binnen 8 meter van auto-
bushaltebordjes mag men alleen stilstaan voor
onmiddellijk in- en uitstappen; in bochten
binnen bebouwde kommen en onoverzichtelijke
bochten daarbuiten, binnen 8 meter van
vluchtheuvels of binnen 8 meter van straat
hoeken is het daarenboven ook nog toege
staan, onmiddellijk te laden of te lossen.
's Nachts geen geluidssignalen.
Tusschen een half uur na zonsondergang en
10 uur des avonds mag men, indien een ge
luidssignaal noodig is, in plaats van zoo'n
sein ook knipperen met de toplichten. Van
10 uur 's avonds tot een half uur voor zons
opgang zijn geluidssignalen verboden (tenzij
natuurlijk in een noodgeval, dan moet men
echter tevens zichtbaar vaart verminderen).
Voorts zijn nu ook bepalingen vastgesteld
inzake de maximum geluidssterkte van den
hoorn en in het algemeen ook van het geluid,
dat het motorrijtuig voortbrengt; voor zie
kenauto's is een speciaal drietonig signaal
voorgeschreven.
lantaarns van motorrijtuigen.
Automobielen, motorische bakfietsen, mo
torrijwielen met zijspan, kortom alle motor
rijtuigen op meer dan twee wielen, moeten
aan de voorzijde voorzien zijn van twee onge
veer even heldere gele of witte lichte, aange
bracht op nadere te bepalen wijze (overgangs
termijn tot 1 Januari 1938)
Auto's, langer dan 9 meter, moeten boven
hun roode achterlicht een tweede rood achter
licht voeren (lengtelicht)zoodat men direct
ziet, dat men een zeer lange auto moet in
halen.
De bermlampen (mistlampen) moeten links
zitten; hun stralen moeten bij nadering van
andere weggebruikers, rechts gericht zijn.
Stilstaande auto's.
Alleen als een auto staat op een als zooda
nig aangeduid parkeerterrein of niet verder
dan 30 meter van een brandende straatlan
taarn, behoeven de lichten bij avond niet te
branden.
Een rechts langs den weg stilstaande auto
behoeft slechts één lichtbron te voeren (links
aangebracht, naar achteren rood en naar
voren wit licht gevend). Een links van den
weg .stilstaande auto mag van 1 Januari 1938
af slechts één lichtbron (rechts aangebracht,
naar voren rood en naar achteren wit licht
gevend).
Verblindend licht.
Verblindend licht is verboden:
1. Voor wielrijders onder alle omstandig
heden.
2. Voor moitorrijtuigen tijds het stilstaan.
3. Voor motorrijtuigen tijdens het rijden:
a. Binnen bebouwde kommen, waar straat
verlichting aanwezig' is.
b. Tijdens het tegemoetkomen van de overige
weggebruikers van het moment af, dat de te
genligger zich in de gerichte stralenbundels
der koplampen bevindt tot het oogenblik,
waarop men elkaar gepasseerd is.
Snelheid en verlichting.
1. Motorrijtuigen die niet sneller rijden dan
40 K.M. per uur behoeven den weg voor zich
niet verder dan tot op 25 M. te verlichten.
2. Motorrijtuigen die sneller rijden dan 40
K.M. per uur moeten den weg tot op minstens
100 M. voor zich verlichten.
De minister van waterstaat kan voorts be
palen, dat op sommige wegen verblindend licht
steeds verboden is (b.v. waar natriumverlich-
ting aanwezig is), hier moet men dus hetzij
met stadslicht rijden of met gedimde kop
lampen.
Het is verder verboden een voorrijdende
auto in te halen, indien deze op zijn beurt
al bezig is een voor hem uitrijdende auto
voorbij te rijden. Bij het ingehaald worden
moet men zooveel mogelijk rechts houden
en mag men zijn snelheid niet vermeerderen.
Naast den autobestuurder mogen slechts
dan twee personen zitten indien de totale
breedte van de bank minstens 140 c.M. be
draagt (120 c.M.), indien die personen nog
geen 12 jaar oud zijn). Naast of voor den
bestuurder mag men niet anders zitten dan
op de daarvoor bestemde zitplaatsen (kin
deren tot 5 jaar mogen op schoot zitten).
Voor fietsers, die op een rijwielpad rijden
dat geen deel uitmaakt van een verharden
weg, is een verharde weg welke hun pad
kruist, in alle gevallen een hoofdweg, wordt
Hun pad gekruist door een niet-verHarden
weg of door een ander soortgelijk rijwiel
pad, dan geldt de bestaande regel: „rechts
gaat voor".
Er zijn nieuwe voorschriften opgenomen,
waarin aangegeven wordt, hoe tijdelijke weg
afsluitingen en omleggingen moeten worden
aangegeven
In het nieuwe motor- en rijwielreglement
worden voor het zware verkeer massieve
banden verboden, behalve voor aanhangwa
gens. De wegenindeeling wordt grondig her
zien. Momenteel zijn de wegen in vier groe
pen verdeeld (le, 2e en 3e klas-wegen, als
mede wegen, die niet ingedeeld zijn). De
voornaamste restricties zullen in het vervolg
slechts gelden voor de z.g. b-wegen, waarop
men rijden mag mits de feitelijke wieldruk-
2400 K.G niet overschrijdt (max. breedte
2.10 M.)
Indien een weg niet als b-weg is aange
geven wordt hij als a-weg beschouwd (onge
veer gelijk te stellen met de huidige eerste
klaswegen)
In het inschrijvingsbewijs wordt in het
vervolg vermeld, dat, indien aan bepaalde
eischen is voldaan, de wagen voor veevervoer
mag worden gebezigd.
Op a-wegen gelden de volgende snelheids
beperkingen
Voor zware motorrijtuigen:
1. Geen limiet voor autobussen en andere
zware motorrijtuigen op luchtbanden, mits
hun wieldruk de 2400 K.G. niet overschrijdt.
2. 60 K.M. per uur voor autobussen boven
2400 K.G. wieldruk.
3. 45 K.M. per uur voor andere zware mo
torrijtuigen boven 2400 K.G. wieldruk, als
mede voor aanhangwagens boven 350 K.G.
wieldruk.
In alle bovenstaande gevallen moeten de
voertuigen voorzien zijn van luchtbanden,
hebben zij cushionbanden, dan is de maxi
mumsnelheid 20 K.M. per uur ien voor aan
hangwagens met massieve banden slechts
12 K.M. per uur.
Op b-wegen gelden de volgende snelheids
beperkingen voor zware motorrijtuigen:
1. 40 K.M. per uur voor autobussen t. m.
2400 K.G. wieldruk., 30 K.M. per uur voor
andere zware motorrijtuigen t.m. 2400 K.G.
wieldruk, 3. 30 K.M. per uur voor aanhang
wagens boven 350 K.G. wieldruk.
N.b. wieldrukken boven 2.400 K.G. zijn op
b-wegen niet toegelaten. Voor cushion- en
massieve banden geldt hetzelfde als voor a-
wegen.
In het bovenstaande wordt verstaan onder
a. autobussen: motorrijtuigen, waarvan alle
wielen voorzien zijn van luchtbanden en die
'zijn ingericht voor het vervoer van ten min
ste acht personen buiten den bestuurder.
b. zware motorrijtuigen: motorrijtuigen,
niet vallende onder a, waarvan alle wielen
voorzien zijn van luchtbanden en waarvan
de belasting van eenig wiel meer dan 1800
K.G. bedraagt.
c. motorrijtuigen of aanhangwagens, voor
zien van cushionbanden: motorrijtuigen of
aanhangwagens, waarvan de wielen voorzien
zijn van cushionbanden of waarvan sommige
wielen van luchtbanden en de andere van
cushionbanden voorzien zijn.
d. aanhangwagens, voorzien van massieve
banden: aanhangwagens, waarvan alle of
sommige wielen voorzien zijn van massieve
banden.
ROME. 5 October (Reuter/A.N.P
De lire is gedevalueerd tot het peil
van 4.677 gram goud per 100.
Mededeeling der drie middenstandsbonden.
Nadat in de afgeloopen dagen de hoofd
besturen van de drie Nederlandsche Midden
standsbonden zich tot hun leden hebben ge
wend om medewerking te verleenen bij het
tegengaan van prijsopdrijving, achten de
hoofdbesturen het, in verband met den in
getreden toestand, gewenscht, thans eenige
nadere mededeelingen tot het publiek te rich
ten.
Het is in de afgeloopen dagen wel eens
rocrgekomen, dat het publiek terecht, maar
ook veelal ten onrechte, bezwaar heeft ge
maakt tegen prijsver hoogingen, welke in win
kels hebben plaats gehad.
Er is voor de middenstandsbonden uiteraard
geen enkele aanleiding om het publiek te vra
gen, verder niet meer toe te zien op eventueele
prijsopdrijving. Wel echter is er alle aanlei
ding om duidelijk te maken, dat niet elke
prijsverhooging prijsopdrijving mag worden
genoemd en vervolgens, dat het uitermate
gewenscht is, dat het publiek, omdat de goede
naam van den winkelier dikwijls op het spel
staat, met onderscheid oordeelt.
Immers, niet elke prijsverhooging is prijs
opdrijving. Door de waardedaling van den
gulden is elke import duurder geworden, het
geen beteekent, dat de goederen, welke geheel
of ten deele uit het buitenland komen, hier te
lande in meerdere of mindere mate in prijs
zullen moeten worden verhoogd.
De winkelier zal daarmede rekening heb
ben te houden, ook met betrekking tot zijn
aanwezigen voorraad. Zou hij den bestaanden
voorraad opruimen tegen de voor hem gel
dende prijzen, dan komt het in de meeste ge
vallen hierop neer, dat hij niet voldoende geld
ontvangst, om straks tegen de hoogere prijzen
eenzelfden normalen voorraad aan te koopen.
Wii de winkelier verzekerd zijn van den ge-
regelden voortgang van zijn zaak, dan moet
hij reeds nu rekening gaan houden met, den
hooger geworden inkoopprijs, ook wanneer
deze eerst straks zijn invloed doet gelden.
Een tweede moeilijkheid is deze, dat de
prijszetting van den winkelier bijna steeds af
hankelijk is van de prijszetting van grossier of
fabrikant. De winkelier timmert echter met
zijn prijzen aan den weg. De prijzen van gros
sier en fabrikant zijn voor het publiek on
zichtbaar.
Prijsstijging merkt het publiek alleen in den
winkel. Het is geneigd, daartegen onmiddellijk
te protesteeren, want het weet niet, dat de
winkelier practiseh tot die prijsverhooging is
gedwongen, omdat zijn inkoopprijzen zijn
verhoogd.
De besturen van de drie Nederlandsche Mid
denstandsbonden verzoeken het publiek, met
een en ander rekening te willen houden.
Gevallen waarin kennelijk van prijsopdrij
ving sprake is, brenge men onmiddellijk aan
bij 'de bevoegde autoriteiten. Bij het beoordee-
len van prijsverhoogingen ga men rustig en
met enderscheid te werk, opdat niet direct een
blaam worde geworpen op den winkelier.
Achteraf zou dan na onderzoek blijken, dat
ten onrechte een klacht is ingediend, maav
de schade welke de als gevolg van
ongegronde klachi ,jnd, is daarm<
niet goedgemaakt.
De Amerikaansehe journalist Ekins, die,
evenals twee zijner collega's op zoek is naar
den snelsten weg om de wereld, heeft een
voorsprong op zijn concurrenten weten te
behalen.
Ekins had reeds gedurende den overtocht op
de „Hindenburg" een plaats in het Indiëvlieg-
tuig de „Kwak" besteld, doch toen het lucht
schip vertraging had en de „Kwak" zonder
hem moest vertrekken, charterde hij de „Fla
mingo", die bestuurd door Tepas, Zaterdag
de „Kwak" achterna vloog. Zaterdagmiddag
om 5.19 vertrok de „Flamingo" van Frank
fort: zij maakte een landing te Weenen en
vertrok Zondagmorgen om vijf uur naar Athe
ne, waar het toestel om elf uur aankwam.
Vanmorgen is de reis verder gegaan maat
niet de „Kwak" onder leiding'van gezagvoerder
Hondong. Want de „Flamingo" heeft de
„Kwak" ingehaald.
Met dit toestel vervolgt Ekins zijn wereld
reis.
Miss Kilgallen, een der twee rivalen van
Ekins, heeft Zondag eveneens vorderingen
gemaakt. Zij is aldus lezen wij in het N.
v. d. D, met een vliegtuig van de Swiss Air
van Frankfort naar Bazel gereisd en vandaar
per trein naar Brindisi. Heden hoopt zij met
een machine van de Imperial Airways naar
Egypte te kunnen gaan.
De derde deelnemer aan deze ren om de we
reld is de „mystery-man" van het trio. Nie
mand weet waar hij zich thans bevindt welke
wegen heeft hij gekozen om zijn doel te be
reiken. Zaterdag ging het gerucht, dat hij
naar Milaan wilde vliegen om vandaar uit de
reis te vervolgen. Doch Zondag heeft men
niets meer van hem gehoord.
Belangrijke uitbreidingswerken.
Reeds sedert tal van jaren worden in het
ziekenhuis bij Santpoort groote moeilijkhe
den ondervonden met de huisvesting van het
vrouwelijk verplegend personeel. Het totale
aantal verpleegsters bedraagt, met uitzonde
ring van de hoofdverpleegsters, 314, waarvan
132 momenteel uitwonend zijn. De inrich
ting van de zusterverblijven voldoet in zeer
vele opzichten niet meer aan bescheiden
eischen, die ten aanzien van ruimte en hy
giëne gesteld moeten worden, terwijl boven
dien het aantal inwonenden in de naaste toe
komst steeds zal toenemen.
In het z.g. groote zusterhuis zijn op de zol
derverdieping tenminste 10 verpleegsters ge
huisvest in dakkamertjes, die geheel onvol
doende ruimte bieden en slechts verlicht
worden door een veelal ongunstig geplaatst
klein raam, wat tengevolge heeft, dat daar
zelfs midden op den dag, bij normale weers
gesteldheid, voor lezen en handwerken van
kunstlicht gebruik gemaakt moet worden.
Door verbouwing is hierin geen doelmatige
verbetering te verkrijgen.
In hetzelfde gebouw is een groot aantal
geplaatst in 20 vier-persoonskamers, die
uiterst primitief zijn ingericht en stellig te
klein zijn voor vier personen.
De hier bedoelde vier-persoons-kamers zou
den door middel van een niet al te ingrijpen
de verbouwing' te veranderen zijn, elk in twee
één-persoonskamers, doch deze zoo zeer nood
zakelijke verbetering kan momenteel niet
worden aangebracht, omdat daarmede een
plaatsenverlies van 20 x 2 is 40 plaatsen ge
moeid is en de beschikbare ruimte chans
reeds geheel bezet is.
De bedoelde verbouwing zal, zoodra zij in
de toekomst door een door nieuwbouw te ver
krijgen uitbreiding, uitvoerbaar is, ook nood
zakelijk zijn, omdat het in hooge mate onge-
wenscht is twee zusters samen één kamer te
doen deelen. De kosten worden geraamd op
f 21.500, in welk bedrag tevens begrepen zijn
de kosten van aanleg van waschbakken in tal
van kamers, waarin deze thans nog niet zijn
aangebracht. Na de verbouwing zal het
groote zusterhuis plaats kunnen bieden aan
95 zusters, die dan ieder een eigen kamer
kunnen hebben.
In het genoemde groote zusterhuis zijn te
vens gevestigd de leerkamer en de afdeeling
voor zieke inwonenden. Deze leerkamer is te
klein, zoodat in plaats daarvan de conver
satiezaal geregeld voor het geven van onder
richt wordt gebezigd, waardoor laatstgenoemd
vertrek aan zijn eigenlijke bestemming wordt
onttrokken. Ook de ziekenafdeeling is te
klein voor haar doel, welk euvel zich vooral
in de naaste toekomst sterk zal doen gevoe
len en zij mist bovendien een 'voor tal van
gevallen gewenschte geschikte gelegenheid
voor gesepareerde verpleging, zoodat het
meermalen voorkomt, dat zusters met griep,
angina, e,d., herstellenden of wegens een
andere aandoening verpleegde zusters ir.fec-
teeren. Bovendien is de zustersziekenafdee-
ling ten opzichte van de zon-licht-inval on
gunstig gelegen en somher en staat zij zon
der twijfel hierdoor met name in hygiënisch
opzicht ten achter bij de ziekenzalen, die op
cie afdeelingen voor de 3e klasse patiënten
bestemd zijn. Tenslotte ontbreekt bij de eet
zaal een behoorlijke garderoberuimte, waar
door dagelijks groote moeilijkheden ontstaan
en herhaaldelijk mantels, etc. worden ver
mist.
De gebreken zouden verholpen kunnen
worden door de leerkamer, welke vlak bij de
eetzaal is gelegen, tot garderobe in te rich
ten en de ziekenafdeeling tot cursuslokalen
te bestemmen. Het is daarom, dat in het
plan voor den gewenschten nieuwbouw een
zusterziekenafdeeling is opgenomen.
De stijging van de bezetting met inwonend
personeel is van dien aard, dat alle beschik
bare plaatsen, ook dus die, waaraan de meest
primitieve eischen worden gesteld, binnen
zeer korten tijd, d.w.z. nog in 1936, volledig in
genomen zullen zijn. Daarbij is het volkomen
zeker, dat, tengevolge van het regelmatig
vertrek der uitwonende gediplomeerden, de
inwoning nog gedurende jaren zal blijven
toenemen Daarom moet tot bouw van een
nieuw zusterhuis worden overgegaan.
Blijkens het ontwerp is aanvankelijk gere
kend op den bouw van een verblijf voor 140
zusters en een zustersziekenafdeeling. De ge
bouwen zijn zoodanig geplaatst, dat tusschen
beide gebouwen later een verbindingsvleugel
kan worden gemaakt, indien de toekomstige
eischen, wat wel waarschijnlijk is, verdere
uitbreiding noodzakelijk maken. In deze ver
trekken voor 140 zusters zullen 40 zusters on
derdak vinden, die momenteel in het houten
zusterhuis verblijf houden. 50 zusters, die
thans in het groote zusterhuis wonen, doch
die daar, ten eenenmale onvoldoende gehuis
vest zijn, terwijl 50 plaatsen bestemd zijn
"oor de toeneming van het aantal inwonen-
m over de eerstvolgende ia ren. De te ver
ent,en verdere stijging van de bezetting
.411 de. bezetting van het u.mrnaat, zal dan
'daarna aanleiding kunnen zijn tot Kët Hou
wen van genoemden tusschenvleugel.
De aan de uitvoering van deze plannen ver
bonden directe kapitaalsuitgaven zullen voor
de grondwerken en bouwkosten, electrische-
en verwarmingsinstallaties, meubileering en
aanleg van tuinen een bedrag van f 322.500
vergen.
Tegenover deze lasten zullen echter komen
te staan de baten, voortvloeiende uit de in
woning van de gediplomeerd-verplegenden,
welke baten, volgens een gemaakte bereke
ning, per hoofd f 313.80 per jaar zullen be
dragen. In het meest ongunstige geval zullen
van de 140 plaatsen 71 worden ingenomen
door gediplomeerden en de overige door leer
ling-verpleegsters en adspirant-gediplo-
meerd-verplegenden en r-eeds in dit geval
zullen de baten totaal per jaar beloopen 71
x f 313.80 is f 22.279.80.
Verder wordt nog door Ged. Staten voor
den bouw van nieuwe werkplaatsen f 14.450
aangevraagd.
In totaal zullen dus in het Prov.
Ziekenhuis bij Santpoort f 358.450
verwerkt worden. Dit is voor de werk
verruiming vooral voor bouwvakar
beiders in deze omgeving van veel
beteekenis.
Rekeningen en begrootingen.
De exploitatie-rekeningen over 1935 van de
drie provinciale ziekenhuizen van Noord
Holland wijzen de volgende tekorten aan die
door de provincie gedekt werden: Santpoort
f117.167 (raming f204.900), Bakkum f252.461
(raming f365.015) en Medemblik f41.215 (ra
ming f87.909).
De werkelijke tekorten zijn zooveel lager ge
worden omdat na het vaststellen der begroo
ting de salarissen van het personeel verlaagd
zijn.
De begrootingen voor de ziekenhuizen voor
1937 ramen de volgende tekorten: Santpoort
f 215.000, Bakkum f287.660, Medemblik
f 76.935. De tekorten zijn voor de twee eerst
genoemde ziekenhuizen hooger geraamd dan
ove-r 1935 is uitgegeven omdat de tarieven voor
de verpleging verlaagd zijn.
Voor buitengewone uitgaven wordt dit jaar
geraamd:
Santpoort: kosten van heit le en 2e gedeelte
van de uitvoering van het bouwplan voor een
nieuw zusterhuis annex zusterziekein verblijf
f 322.500. Aanbrengen van verbeteringen in het
bestaande ziekenhuis f 21.500. Bouw van nieu
we werkplaatsen f 14.450, aanbouw van een
slaapzaal voor mannen f 4600.
KORTE STAKING VAN DE PARIJSCHE
KELLNERS
Zaterdag heeft een deel van het Parijsche
café- en restaurantpersoneel gestaakt als ge
volg van een geschil met de werkgevers.
De vertegenwoordigers der werkgevers en
werknemers zijn denzelfden dag tot overeen
stemming gekomen, nadat arbitrage was aan
vaard. Zondag werden de verschillende inrich
tingen heropend.
Uit den kring onzer jongere schrijvers is
één, die zeker niet tot de minst belangwek
kende gehoorde, heengegaan. Op acht-en-
dertigjarigen leeftijd te stervenzulk
heengaan zal droef stemmen wie het ver
nemen, of het een dichter geldt of een ander.
Maar hierbij komt thans de trieste zekerheid
dat verwachtingen, die levend waren, niet
meer kunnen worden vervuld, dat een belang
stelling naar de verdere ontplooiing van een
begaafd menseh geen zin meer heeft.
Of die verdere ontplooiing Slauerhoff zeiven
ook slechts vaag voor oogen stond kan men
zich nu alleen nog maar afvragen. „Slauerhoff
maakt nergens den indruk dat het schrijven
hem gelukkig maakt of bevrijd heeft", schreef
ik nu bijna twee jaar geleden in ons blad, bij
de aankondiging van zijn in China spelend
„Leven op Aarde". Hij behoorde met nog
enkele andere, zeer scherp-intellectueel ont
wikkelde vrienden uit de zoogenaamde Fo
rum-groep Vestdijk, Ter Braak bij voor
beeld tot die hyper-individualistische fi
guren, voor wie het leven slechts vivisectie
object is, die zich dientengevolge steeds bui
ten dat leven zullen voelen staan en er zich
aan gewend hebben het van-boven-af te be
kijken.
Drang naar vreemd avontuur is daarmee vaak
verbonden. Zij missen te zeer den Gallischen
geest, die voor dat gevoel van eenzaamheid in
spottend spel een uitlaat vindt. De zwaarte
van den Noordeling, de geest van Pluizer,
leven in die figuren, die bij al hun weten en
doorgronden geen vreugde kennen.
Slauerhoff zelf medicus moet geweten
hebben, waaraan hij toe was. Misschien zal
het hem niet zwaar gevallen zijn. Misschien
ookzou het groote Leven hem later weer
op andere wijze gepakt hebben en zijn fijnen
geest een zonniger gezichtsveld hebben ge
opend. Dat is nu buitengesloten; het stuk is
uit. Eén enkele ontmoeting bij gemeenschap-
pelijken vrienden, alweer tien jaar geleden,
doet mij zijn beeld weer helder voor den geest
komen. Een ranke jonge man met mooie
handen, een donker-afwezig kijken in den
beenigen kop, een spaarzaam woord in de
levendige conversatie der anderen, een onop
zettelijke teruggetrokkenheid, die toch weer
geen hooghartigheid was en eigenlijk een
beetje smartelijk trof.
Iets van dat smartelijke heb ik misschien
ook gevoeld, toen ik het vorige jaar in zijn
laatste groote boek die „onverstoorbare
negatie van al wat op ontroering lijkt" con-
stateeren moest.
Slauerhoff, in 1898 te Leeuwarden geboren,
studeerde in de medicijnen en was na zijn
arts-examen aan verschillende stoomvaart
maatschappijen als scheepsdokter verbonden.
Zijn zucht naar reizen en avontuur vond
daarbij te zelfder tijd bevrediging. Vooral het
ondoorgrondelijke Chineesche Rijk trok hem
aan en leverde de stof voor zijn laatste ro
mans: „Het verboden Rijk" en „Het Leven op
Aarde". Maar reeds in zijn vroegst gepubli
ceerde gedichtenbundels was zijn belangstel
ling voor de geheimzinnigheid van het Oos
ten duidelijk gebleken.
Wij laten hier eenige titels zijner werken
volgen. Van de verzen: Archipel 1923, Clair-
obscur 1927, Eldorado 1928, Oost-Azië, Satur-
nus en Serenade 1930. In 1930 verscheen een
bundel verhalen Schuim en asoh, en een
andere met Chineesche vertellingen en be
werkingen. Een jaar later leverde hij een
drama „Jan Pietersz. Coen" en tusschen dat
jaar en de beide bovengenoemde romans ver
scheen in tijdschriften en bloemlezingen nog
meer stukken van zijn hand. Aan een in
ieder geval belangwekkende litteraire pro
ductie is te vroeg een eind gekomen.
3. H. DE BOIS.
Gedachtig aan de wijze, waarop R.C.H. in
het vorige seizoen dep Amsterdammers een
kleine nederlaag toebracht, hebben de
blauw-zwarten ook dit keer de juiste tactiek
gevolgd om het technisch betere spel van
Ajax te kunnen weerstaan. Het van den aan
vang af ingezette hooge tempo zou ruim vol
doende gebleken zijn om de thuisclub aan
haar eerste overwinning in dit seizoen te hel
pen, indien de voorhoede de vele goede kansen
beter had benut.
Het is meermalen gebleken, dat het door
Ajax vertoonde fraaie positiespel en de tech
nisch goede behandeling den spelers juist
zooveel extra-tijd kost, al is het slechts het
onderdeel van een seconde, dat de tegenpartij
mits zij snel reageert en het tempo povoert
het resultaat van die mooie manoeuvres kan
voorkomen. Het combineeren der Ajacieden
steunt voor een belangrijk deel op het drie-
hoeksspe, dat wanneer het te dikwijls wordt
toegepast, ten koste van snelle terreinwinst
gaat, omdat het meer in de breedte dan in
de lengte van het veld wordt uitgevoerd en
de spelers in de verleiding brengt, hun „pas
ses" te kort te houden. Dank zij Anderiessen,
die dit keer weer bizonder op dreef was, werd
dit korte combineeren vooral in de tweede
helft gecompenseerd door een meer open
spel, waardoor de vleugelspelers veelvuldiger
in den aanval werden betrokken, de attaques
veel gevaarlijker werden en dat tegen het
einde een min of meer geprononceerd Ajax-
overwicht ten gevolge had.
Dat de Amsterdammers zich desondanks
met twee doelpunten en 'n gelijk spel moesten
tevreden stellen, is een sprekend bewijs van
de kracht der R.C.H.-defensie, die als geheel
zeer goed heeft gespeeld. Metten heeft zijn
doel foutloos verdedigd; hij beschikt over een
goeden, vlotten stijl, waarbij het goede op
stellen en klemyast vangen van de hardste
schoten vermelding verdient. Ook zijn uit
trappen van den stilliggenden bal was be
hoorlijk verzorgd. Naast hem moet onmiddel
lijk Prevost worden genoemd, die in dezen,
voor hem verre van gemakkelijken wedstrijd
in alle opzichten heeft voldaan. De invaller
Van Thiel paste zich daar lang niet onver
dienstelijk bij aan en het was wel jammer,
dat twee foutjes evenzoovele doelpunten tot
gevolg hadden. Hij hoede zich er voor. de taak
van de halfbacks over te nemen, waar het
het' aanvallen van een ver van zijn doel ver
wijderden vijandelijken binnenvoorwaarts be
treft, omdat de vleugelspeler der tegenpartij
bij den vereenvoudigden buitenspelregel te
veel bewegingsvrijheid in de nabijheid van de
goal krijgt
Zonder den uitstekenden prestaties van
Prevost en Metten eenigszins te kort te willen
doen, moet ik toch het spel van Slot op de
spilplaats speciaal roemen. Zoowel verdedi
gend als aanvallend heeft deze over veel
enthousiasme en een groot uithoudingsver
mogen beschikkenden jongeling tegen het
sterke Ajax-team uitnemend en veel werk
verricht. Zijn opstellen en plaatsen getuigde
van een degelijk begrip van zijn taak
en hij trachtte voortdurend zijn vleugel
spelers aan het werk te zetten. Zijn voor
beeld werkte blijkbaar aanstekelijk op Van de
Gevel, wiens spel als linksmidden verrassend
goed was, gezien zijn geringe ervaring in
eerste klasse voetbal. Vooral verdedigend
heeft hij tegen den sterken Ajax-rechter-
vleugel knappe staaltjes laten zien, waarbij
zijn vasthoudendheid dient te worden ge
prezen. Alleen zijn plaatsen liet nog te wen-
schen over, doch men kan ook niet alles in
eens verwachten. De rechtshalf Kloos daaren-
liet, hoewel zijn spel geenszins onvoldoende
was, zijn tegenstanders dikwijls te vrij spel
meer speciaal, wanneer hij eenmaal gepas
seerd werd. Tevens moet hij den bal eerder
wegwerken en zich ook op beter plaatsen
toeleggen. Trouwens ook Slot dient het weg
werken van het leder te bespoedigen; gewend
als hij is, rechtsbinnen te spelen, heeft hij
neiging te ver met den bal te dribbelen, wat
hem veel energie kost en het passeeren van
ettelijke tegenstanders noodzakelijk maakt.
In de voorhoede wilde het met de combi
natie niet steeds goed vlotten. Van der Horst
trachtte voortdurend het spel open te houden
waarin hij niet onsuccesvol was, doch de
voorzetten der vleugelspelers bleven te lang
uit en waren bovendien geregeld te laag. Toch
was Lenselink met Van der Horst de gevaar
lijkste man in den aanval; hij moet zich
echter ernstig toeleggen op het nemen van
hoekschoppen, die bijna allen achter het doel
belandden waardoor vele kansen verloren
gingen. Van der Horst had enkele malen pech
met goed geplaatste schoten en kopballen;
hem zij den raad gegeven bij een „rush" naar
het doel den kortsten weg te volgen in plaats
van, teneinde een back te passeeren, op het
laatste oogenblik met den bal om te draaien,
waardoor de schietkans, moge die ook nog
zoo klein zijn, meestal verloren gaat. Deze
middenvoor blijft toch altijd een nuttig
speler, die steeds blijft probeeren (een
trier", zeggen de Engelschen), zoodat hij
steeds de volle aandacht van de vijandelijke
verdediging vergt.
Hoogendoorn, de linksbinnen, deed in het
veld dikwijls nuttige dingen, doch de ver
standhouding met zijn nevenspelers in de
voorhoede liet te wenschen over, waarvan tal
van misverstanden het gevolg waren en Van
der Horst, zoomin als Lenselink veel steun
van hem onderconden. Hij moet nog leeren
een weinig meer vuur in zijn spel te brengen
en zich niet te snel gewonnen te geven. Van
den rechtervleugel wil ik niet te veel zeggen,
omdat het hier twee jeugdige spelers betreft,
die eerst kortgeleden hun debuut in hooger
voetbal gemaakt hebben. Hellingman heeft
ongetwijfeld aanleg en capaciteiten en zal
over eenige jaren zijn weg wel vinden, doch
op de moeilijke rechtsbinnenplaats was de
opgave tegen deze sterke tegenpartij hem tp
zwaar en tegen het einde kon hij het tempo
niet meer vólgen. Ook hij moet meer aan
dacht aan zijn middenvoor en vleugelspeler
besteden. Van Musscher als rechtsbuiten mist
het is alleszins begrijpelijk, het noodige zelf
vertrouwen. Hem zij de raad gegeven eerst te
kijken, alvorens den bal te trappen, het "leder
sneller voor te zetten en zijn centers „boller"
te maken, zoodat deze over de verdedigers
heen in den doelmond komen.
Het schieten van de R.C.H.-voorhoede
liet over het algemeen veel te wenschen over
en wat bepaald onvoldoende was, ik heb er
reeds vroeger op gewezen, was het dekken bij
ingooien van de tegenpartij; vooral Kloos en
Van Thiel dienen daar aandacht aan te be
steden.
Te oordeeien naar de prestaties van het
elftal in deze wedstrijd hoeft R.C.H. geen
zorgen voor de toekomst te hebben; er zullen
na dit eerste succes wel genoeg punten wor
den veroverd om een behoorlijke "'aats
op de ranglijst te waarborgen.
CRITICUS.