het spel De dichter Slauerhoff gestorven. Het nieuwe Motor- en Rijwielreglement. Devaluatie van de lire. Elke prijs ver hooging geen prijsopdrijving. Journalistieke race om de wereld. Prov. Ziekenhuis bij Santpoort. Van beteekenis ook voor de werkverruiming. De Provinciale Ziekenhuizen. DÏN'SDXG '6 'CT. 1936 door Criticus. R. C. H.Ajax. Overzicht der nieuwe verkeersregels. 's-GRAVENHAGE, 5 October. Heden wordt afgekondigd staatsblad no. 578, hou dende het koninklijk besluit van 18 Septem ber 193'6 tot nadere wijziging van het motor en rijwielreglement. Uit de vele bepalingen en voorschriften, welke in het nieuwe reglement zijn opgenomen, heeft het A.N.P., met welwillende medewer king van den Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W. B.. een overzicht samengesteld, waaraan wij het volgende ontleenen: De allerbelangrijkste bepaling is ongetwijfeld de instelling van z.g. voorrangswegen; het verkeer dat daarop rijdt, heeft bij kruisingen, splitsingen, enz. voorrang zoowel boven het voor hem van links als van rechts naderende verkeer. Hoe de voorrangswegen aangeduid zullen Worden zal op in een motor- en rijwielbe schikking te bepalen wijze aan de weggebrui kers worden kenbaar gemaakt. Niet alleen op als zoodanig aangeduide voor rangswegen heeft zoowel het van links als van rechts komende verkeer voorrang, doch bij kruising van den verharden weg met een on- verharden weg of een rijwielpad wordt de verharde weg als hoofdweg beschouwd. In het nieuwe motor- en rijwielreglement is nu ook de verplichting vastgelegd, in elk ge val voorrang te verleenen aan begrafenis stoeten, tot dusverre gold deze verplichting voor trams en militaire colonnes. Inhalen van trams. Als grondregel geldt, d'at men trams rechts moet voorbijrijden. Indien ter rechterzijde evenwel niet voldoende wegbreedte is, mag men de tram ook links inhalen. Een tram, die ten behoeve van de passagiers stilstaat, mag men slechts dan voorbijrijden aan de zijde waar moet worden in- of uitgestapt, indien daar een vluchtheuvel ligt of door het tram personeel toestemming tot doorrijden wordt gegeven. Vluchtheuvels. Het langzame verkeer (fietsers, paar den karren, enz.) moet vluchtheuvels (daaronder begrepen tramuitstapheuvele) altijd rechts voorbijrijden; voor auto's en motorrijwielen geldt deze verplichting eveneens, tenzij op den vluchtheuvel is aangegeven, dat ter weers zijden mag worden voorbij gereden. IJiet hinderlijk stilstaan. Tot dusverre was alleen het rijden verboden op zoodanige wijze, dat men d'e veiligheid in gevaar brengt of de vrijheid van het verkeer belemmert; dit voorschrift is nu ook uitge breid tot het stilstaan (zoowel met auto's, mo torrijwielen en rijwielen als handkarren, enz.). Het is verboden, op bruggen stil te staan. Voor „uitritten" en binnen 8 meter van auto- bushaltebordjes mag men alleen stilstaan voor onmiddellijk in- en uitstappen; in bochten binnen bebouwde kommen en onoverzichtelijke bochten daarbuiten, binnen 8 meter van vluchtheuvels of binnen 8 meter van straat hoeken is het daarenboven ook nog toege staan, onmiddellijk te laden of te lossen. 's Nachts geen geluidssignalen. Tusschen een half uur na zonsondergang en 10 uur des avonds mag men, indien een ge luidssignaal noodig is, in plaats van zoo'n sein ook knipperen met de toplichten. Van 10 uur 's avonds tot een half uur voor zons opgang zijn geluidssignalen verboden (tenzij natuurlijk in een noodgeval, dan moet men echter tevens zichtbaar vaart verminderen). Voorts zijn nu ook bepalingen vastgesteld inzake de maximum geluidssterkte van den hoorn en in het algemeen ook van het geluid, dat het motorrijtuig voortbrengt; voor zie kenauto's is een speciaal drietonig signaal voorgeschreven. lantaarns van motorrijtuigen. Automobielen, motorische bakfietsen, mo torrijwielen met zijspan, kortom alle motor rijtuigen op meer dan twee wielen, moeten aan de voorzijde voorzien zijn van twee onge veer even heldere gele of witte lichte, aange bracht op nadere te bepalen wijze (overgangs termijn tot 1 Januari 1938) Auto's, langer dan 9 meter, moeten boven hun roode achterlicht een tweede rood achter licht voeren (lengtelicht)zoodat men direct ziet, dat men een zeer lange auto moet in halen. De bermlampen (mistlampen) moeten links zitten; hun stralen moeten bij nadering van andere weggebruikers, rechts gericht zijn. Stilstaande auto's. Alleen als een auto staat op een als zooda nig aangeduid parkeerterrein of niet verder dan 30 meter van een brandende straatlan taarn, behoeven de lichten bij avond niet te branden. Een rechts langs den weg stilstaande auto behoeft slechts één lichtbron te voeren (links aangebracht, naar achteren rood en naar voren wit licht gevend). Een links van den weg .stilstaande auto mag van 1 Januari 1938 af slechts één lichtbron (rechts aangebracht, naar voren rood en naar achteren wit licht gevend). Verblindend licht. Verblindend licht is verboden: 1. Voor wielrijders onder alle omstandig heden. 2. Voor moitorrijtuigen tijds het stilstaan. 3. Voor motorrijtuigen tijdens het rijden: a. Binnen bebouwde kommen, waar straat verlichting aanwezig' is. b. Tijdens het tegemoetkomen van de overige weggebruikers van het moment af, dat de te genligger zich in de gerichte stralenbundels der koplampen bevindt tot het oogenblik, waarop men elkaar gepasseerd is. Snelheid en verlichting. 1. Motorrijtuigen die niet sneller rijden dan 40 K.M. per uur behoeven den weg voor zich niet verder dan tot op 25 M. te verlichten. 2. Motorrijtuigen die sneller rijden dan 40 K.M. per uur moeten den weg tot op minstens 100 M. voor zich verlichten. De minister van waterstaat kan voorts be palen, dat op sommige wegen verblindend licht steeds verboden is (b.v. waar natriumverlich- ting aanwezig is), hier moet men dus hetzij met stadslicht rijden of met gedimde kop lampen. Het is verder verboden een voorrijdende auto in te halen, indien deze op zijn beurt al bezig is een voor hem uitrijdende auto voorbij te rijden. Bij het ingehaald worden moet men zooveel mogelijk rechts houden en mag men zijn snelheid niet vermeerderen. Naast den autobestuurder mogen slechts dan twee personen zitten indien de totale breedte van de bank minstens 140 c.M. be draagt (120 c.M.), indien die personen nog geen 12 jaar oud zijn). Naast of voor den bestuurder mag men niet anders zitten dan op de daarvoor bestemde zitplaatsen (kin deren tot 5 jaar mogen op schoot zitten). Voor fietsers, die op een rijwielpad rijden dat geen deel uitmaakt van een verharden weg, is een verharde weg welke hun pad kruist, in alle gevallen een hoofdweg, wordt Hun pad gekruist door een niet-verHarden weg of door een ander soortgelijk rijwiel pad, dan geldt de bestaande regel: „rechts gaat voor". Er zijn nieuwe voorschriften opgenomen, waarin aangegeven wordt, hoe tijdelijke weg afsluitingen en omleggingen moeten worden aangegeven In het nieuwe motor- en rijwielreglement worden voor het zware verkeer massieve banden verboden, behalve voor aanhangwa gens. De wegenindeeling wordt grondig her zien. Momenteel zijn de wegen in vier groe pen verdeeld (le, 2e en 3e klas-wegen, als mede wegen, die niet ingedeeld zijn). De voornaamste restricties zullen in het vervolg slechts gelden voor de z.g. b-wegen, waarop men rijden mag mits de feitelijke wieldruk- 2400 K.G niet overschrijdt (max. breedte 2.10 M.) Indien een weg niet als b-weg is aange geven wordt hij als a-weg beschouwd (onge veer gelijk te stellen met de huidige eerste klaswegen) In het inschrijvingsbewijs wordt in het vervolg vermeld, dat, indien aan bepaalde eischen is voldaan, de wagen voor veevervoer mag worden gebezigd. Op a-wegen gelden de volgende snelheids beperkingen Voor zware motorrijtuigen: 1. Geen limiet voor autobussen en andere zware motorrijtuigen op luchtbanden, mits hun wieldruk de 2400 K.G. niet overschrijdt. 2. 60 K.M. per uur voor autobussen boven 2400 K.G. wieldruk. 3. 45 K.M. per uur voor andere zware mo torrijtuigen boven 2400 K.G. wieldruk, als mede voor aanhangwagens boven 350 K.G. wieldruk. In alle bovenstaande gevallen moeten de voertuigen voorzien zijn van luchtbanden, hebben zij cushionbanden, dan is de maxi mumsnelheid 20 K.M. per uur ien voor aan hangwagens met massieve banden slechts 12 K.M. per uur. Op b-wegen gelden de volgende snelheids beperkingen voor zware motorrijtuigen: 1. 40 K.M. per uur voor autobussen t. m. 2400 K.G. wieldruk., 30 K.M. per uur voor andere zware motorrijtuigen t.m. 2400 K.G. wieldruk, 3. 30 K.M. per uur voor aanhang wagens boven 350 K.G. wieldruk. N.b. wieldrukken boven 2.400 K.G. zijn op b-wegen niet toegelaten. Voor cushion- en massieve banden geldt hetzelfde als voor a- wegen. In het bovenstaande wordt verstaan onder a. autobussen: motorrijtuigen, waarvan alle wielen voorzien zijn van luchtbanden en die 'zijn ingericht voor het vervoer van ten min ste acht personen buiten den bestuurder. b. zware motorrijtuigen: motorrijtuigen, niet vallende onder a, waarvan alle wielen voorzien zijn van luchtbanden en waarvan de belasting van eenig wiel meer dan 1800 K.G. bedraagt. c. motorrijtuigen of aanhangwagens, voor zien van cushionbanden: motorrijtuigen of aanhangwagens, waarvan de wielen voorzien zijn van cushionbanden of waarvan sommige wielen van luchtbanden en de andere van cushionbanden voorzien zijn. d. aanhangwagens, voorzien van massieve banden: aanhangwagens, waarvan alle of sommige wielen voorzien zijn van massieve banden. ROME. 5 October (Reuter/A.N.P De lire is gedevalueerd tot het peil van 4.677 gram goud per 100. Mededeeling der drie middenstandsbonden. Nadat in de afgeloopen dagen de hoofd besturen van de drie Nederlandsche Midden standsbonden zich tot hun leden hebben ge wend om medewerking te verleenen bij het tegengaan van prijsopdrijving, achten de hoofdbesturen het, in verband met den in getreden toestand, gewenscht, thans eenige nadere mededeelingen tot het publiek te rich ten. Het is in de afgeloopen dagen wel eens rocrgekomen, dat het publiek terecht, maar ook veelal ten onrechte, bezwaar heeft ge maakt tegen prijsver hoogingen, welke in win kels hebben plaats gehad. Er is voor de middenstandsbonden uiteraard geen enkele aanleiding om het publiek te vra gen, verder niet meer toe te zien op eventueele prijsopdrijving. Wel echter is er alle aanlei ding om duidelijk te maken, dat niet elke prijsverhooging prijsopdrijving mag worden genoemd en vervolgens, dat het uitermate gewenscht is, dat het publiek, omdat de goede naam van den winkelier dikwijls op het spel staat, met onderscheid oordeelt. Immers, niet elke prijsverhooging is prijs opdrijving. Door de waardedaling van den gulden is elke import duurder geworden, het geen beteekent, dat de goederen, welke geheel of ten deele uit het buitenland komen, hier te lande in meerdere of mindere mate in prijs zullen moeten worden verhoogd. De winkelier zal daarmede rekening heb ben te houden, ook met betrekking tot zijn aanwezigen voorraad. Zou hij den bestaanden voorraad opruimen tegen de voor hem gel dende prijzen, dan komt het in de meeste ge vallen hierop neer, dat hij niet voldoende geld ontvangst, om straks tegen de hoogere prijzen eenzelfden normalen voorraad aan te koopen. Wii de winkelier verzekerd zijn van den ge- regelden voortgang van zijn zaak, dan moet hij reeds nu rekening gaan houden met, den hooger geworden inkoopprijs, ook wanneer deze eerst straks zijn invloed doet gelden. Een tweede moeilijkheid is deze, dat de prijszetting van den winkelier bijna steeds af hankelijk is van de prijszetting van grossier of fabrikant. De winkelier timmert echter met zijn prijzen aan den weg. De prijzen van gros sier en fabrikant zijn voor het publiek on zichtbaar. Prijsstijging merkt het publiek alleen in den winkel. Het is geneigd, daartegen onmiddellijk te protesteeren, want het weet niet, dat de winkelier practiseh tot die prijsverhooging is gedwongen, omdat zijn inkoopprijzen zijn verhoogd. De besturen van de drie Nederlandsche Mid denstandsbonden verzoeken het publiek, met een en ander rekening te willen houden. Gevallen waarin kennelijk van prijsopdrij ving sprake is, brenge men onmiddellijk aan bij 'de bevoegde autoriteiten. Bij het beoordee- len van prijsverhoogingen ga men rustig en met enderscheid te werk, opdat niet direct een blaam worde geworpen op den winkelier. Achteraf zou dan na onderzoek blijken, dat ten onrechte een klacht is ingediend, maav de schade welke de als gevolg van ongegronde klachi ,jnd, is daarm< niet goedgemaakt. De Amerikaansehe journalist Ekins, die, evenals twee zijner collega's op zoek is naar den snelsten weg om de wereld, heeft een voorsprong op zijn concurrenten weten te behalen. Ekins had reeds gedurende den overtocht op de „Hindenburg" een plaats in het Indiëvlieg- tuig de „Kwak" besteld, doch toen het lucht schip vertraging had en de „Kwak" zonder hem moest vertrekken, charterde hij de „Fla mingo", die bestuurd door Tepas, Zaterdag de „Kwak" achterna vloog. Zaterdagmiddag om 5.19 vertrok de „Flamingo" van Frank fort: zij maakte een landing te Weenen en vertrok Zondagmorgen om vijf uur naar Athe ne, waar het toestel om elf uur aankwam. Vanmorgen is de reis verder gegaan maat niet de „Kwak" onder leiding'van gezagvoerder Hondong. Want de „Flamingo" heeft de „Kwak" ingehaald. Met dit toestel vervolgt Ekins zijn wereld reis. Miss Kilgallen, een der twee rivalen van Ekins, heeft Zondag eveneens vorderingen gemaakt. Zij is aldus lezen wij in het N. v. d. D, met een vliegtuig van de Swiss Air van Frankfort naar Bazel gereisd en vandaar per trein naar Brindisi. Heden hoopt zij met een machine van de Imperial Airways naar Egypte te kunnen gaan. De derde deelnemer aan deze ren om de we reld is de „mystery-man" van het trio. Nie mand weet waar hij zich thans bevindt welke wegen heeft hij gekozen om zijn doel te be reiken. Zaterdag ging het gerucht, dat hij naar Milaan wilde vliegen om vandaar uit de reis te vervolgen. Doch Zondag heeft men niets meer van hem gehoord. Belangrijke uitbreidingswerken. Reeds sedert tal van jaren worden in het ziekenhuis bij Santpoort groote moeilijkhe den ondervonden met de huisvesting van het vrouwelijk verplegend personeel. Het totale aantal verpleegsters bedraagt, met uitzonde ring van de hoofdverpleegsters, 314, waarvan 132 momenteel uitwonend zijn. De inrich ting van de zusterverblijven voldoet in zeer vele opzichten niet meer aan bescheiden eischen, die ten aanzien van ruimte en hy giëne gesteld moeten worden, terwijl boven dien het aantal inwonenden in de naaste toe komst steeds zal toenemen. In het z.g. groote zusterhuis zijn op de zol derverdieping tenminste 10 verpleegsters ge huisvest in dakkamertjes, die geheel onvol doende ruimte bieden en slechts verlicht worden door een veelal ongunstig geplaatst klein raam, wat tengevolge heeft, dat daar zelfs midden op den dag, bij normale weers gesteldheid, voor lezen en handwerken van kunstlicht gebruik gemaakt moet worden. Door verbouwing is hierin geen doelmatige verbetering te verkrijgen. In hetzelfde gebouw is een groot aantal geplaatst in 20 vier-persoonskamers, die uiterst primitief zijn ingericht en stellig te klein zijn voor vier personen. De hier bedoelde vier-persoons-kamers zou den door middel van een niet al te ingrijpen de verbouwing' te veranderen zijn, elk in twee één-persoonskamers, doch deze zoo zeer nood zakelijke verbetering kan momenteel niet worden aangebracht, omdat daarmede een plaatsenverlies van 20 x 2 is 40 plaatsen ge moeid is en de beschikbare ruimte chans reeds geheel bezet is. De bedoelde verbouwing zal, zoodra zij in de toekomst door een door nieuwbouw te ver krijgen uitbreiding, uitvoerbaar is, ook nood zakelijk zijn, omdat het in hooge mate onge- wenscht is twee zusters samen één kamer te doen deelen. De kosten worden geraamd op f 21.500, in welk bedrag tevens begrepen zijn de kosten van aanleg van waschbakken in tal van kamers, waarin deze thans nog niet zijn aangebracht. Na de verbouwing zal het groote zusterhuis plaats kunnen bieden aan 95 zusters, die dan ieder een eigen kamer kunnen hebben. In het genoemde groote zusterhuis zijn te vens gevestigd de leerkamer en de afdeeling voor zieke inwonenden. Deze leerkamer is te klein, zoodat in plaats daarvan de conver satiezaal geregeld voor het geven van onder richt wordt gebezigd, waardoor laatstgenoemd vertrek aan zijn eigenlijke bestemming wordt onttrokken. Ook de ziekenafdeeling is te klein voor haar doel, welk euvel zich vooral in de naaste toekomst sterk zal doen gevoe len en zij mist bovendien een 'voor tal van gevallen gewenschte geschikte gelegenheid voor gesepareerde verpleging, zoodat het meermalen voorkomt, dat zusters met griep, angina, e,d., herstellenden of wegens een andere aandoening verpleegde zusters ir.fec- teeren. Bovendien is de zustersziekenafdee- ling ten opzichte van de zon-licht-inval on gunstig gelegen en somher en staat zij zon der twijfel hierdoor met name in hygiënisch opzicht ten achter bij de ziekenzalen, die op cie afdeelingen voor de 3e klasse patiënten bestemd zijn. Tenslotte ontbreekt bij de eet zaal een behoorlijke garderoberuimte, waar door dagelijks groote moeilijkheden ontstaan en herhaaldelijk mantels, etc. worden ver mist. De gebreken zouden verholpen kunnen worden door de leerkamer, welke vlak bij de eetzaal is gelegen, tot garderobe in te rich ten en de ziekenafdeeling tot cursuslokalen te bestemmen. Het is daarom, dat in het plan voor den gewenschten nieuwbouw een zusterziekenafdeeling is opgenomen. De stijging van de bezetting met inwonend personeel is van dien aard, dat alle beschik bare plaatsen, ook dus die, waaraan de meest primitieve eischen worden gesteld, binnen zeer korten tijd, d.w.z. nog in 1936, volledig in genomen zullen zijn. Daarbij is het volkomen zeker, dat, tengevolge van het regelmatig vertrek der uitwonende gediplomeerden, de inwoning nog gedurende jaren zal blijven toenemen Daarom moet tot bouw van een nieuw zusterhuis worden overgegaan. Blijkens het ontwerp is aanvankelijk gere kend op den bouw van een verblijf voor 140 zusters en een zustersziekenafdeeling. De ge bouwen zijn zoodanig geplaatst, dat tusschen beide gebouwen later een verbindingsvleugel kan worden gemaakt, indien de toekomstige eischen, wat wel waarschijnlijk is, verdere uitbreiding noodzakelijk maken. In deze ver trekken voor 140 zusters zullen 40 zusters on derdak vinden, die momenteel in het houten zusterhuis verblijf houden. 50 zusters, die thans in het groote zusterhuis wonen, doch die daar, ten eenenmale onvoldoende gehuis vest zijn, terwijl 50 plaatsen bestemd zijn "oor de toeneming van het aantal inwonen- m over de eerstvolgende ia ren. De te ver ent,en verdere stijging van de bezetting .411 de. bezetting van het u.mrnaat, zal dan 'daarna aanleiding kunnen zijn tot Kët Hou wen van genoemden tusschenvleugel. De aan de uitvoering van deze plannen ver bonden directe kapitaalsuitgaven zullen voor de grondwerken en bouwkosten, electrische- en verwarmingsinstallaties, meubileering en aanleg van tuinen een bedrag van f 322.500 vergen. Tegenover deze lasten zullen echter komen te staan de baten, voortvloeiende uit de in woning van de gediplomeerd-verplegenden, welke baten, volgens een gemaakte bereke ning, per hoofd f 313.80 per jaar zullen be dragen. In het meest ongunstige geval zullen van de 140 plaatsen 71 worden ingenomen door gediplomeerden en de overige door leer ling-verpleegsters en adspirant-gediplo- meerd-verplegenden en r-eeds in dit geval zullen de baten totaal per jaar beloopen 71 x f 313.80 is f 22.279.80. Verder wordt nog door Ged. Staten voor den bouw van nieuwe werkplaatsen f 14.450 aangevraagd. In totaal zullen dus in het Prov. Ziekenhuis bij Santpoort f 358.450 verwerkt worden. Dit is voor de werk verruiming vooral voor bouwvakar beiders in deze omgeving van veel beteekenis. Rekeningen en begrootingen. De exploitatie-rekeningen over 1935 van de drie provinciale ziekenhuizen van Noord Holland wijzen de volgende tekorten aan die door de provincie gedekt werden: Santpoort f117.167 (raming f204.900), Bakkum f252.461 (raming f365.015) en Medemblik f41.215 (ra ming f87.909). De werkelijke tekorten zijn zooveel lager ge worden omdat na het vaststellen der begroo ting de salarissen van het personeel verlaagd zijn. De begrootingen voor de ziekenhuizen voor 1937 ramen de volgende tekorten: Santpoort f 215.000, Bakkum f287.660, Medemblik f 76.935. De tekorten zijn voor de twee eerst genoemde ziekenhuizen hooger geraamd dan ove-r 1935 is uitgegeven omdat de tarieven voor de verpleging verlaagd zijn. Voor buitengewone uitgaven wordt dit jaar geraamd: Santpoort: kosten van heit le en 2e gedeelte van de uitvoering van het bouwplan voor een nieuw zusterhuis annex zusterziekein verblijf f 322.500. Aanbrengen van verbeteringen in het bestaande ziekenhuis f 21.500. Bouw van nieu we werkplaatsen f 14.450, aanbouw van een slaapzaal voor mannen f 4600. KORTE STAKING VAN DE PARIJSCHE KELLNERS Zaterdag heeft een deel van het Parijsche café- en restaurantpersoneel gestaakt als ge volg van een geschil met de werkgevers. De vertegenwoordigers der werkgevers en werknemers zijn denzelfden dag tot overeen stemming gekomen, nadat arbitrage was aan vaard. Zondag werden de verschillende inrich tingen heropend. Uit den kring onzer jongere schrijvers is één, die zeker niet tot de minst belangwek kende gehoorde, heengegaan. Op acht-en- dertigjarigen leeftijd te stervenzulk heengaan zal droef stemmen wie het ver nemen, of het een dichter geldt of een ander. Maar hierbij komt thans de trieste zekerheid dat verwachtingen, die levend waren, niet meer kunnen worden vervuld, dat een belang stelling naar de verdere ontplooiing van een begaafd menseh geen zin meer heeft. Of die verdere ontplooiing Slauerhoff zeiven ook slechts vaag voor oogen stond kan men zich nu alleen nog maar afvragen. „Slauerhoff maakt nergens den indruk dat het schrijven hem gelukkig maakt of bevrijd heeft", schreef ik nu bijna twee jaar geleden in ons blad, bij de aankondiging van zijn in China spelend „Leven op Aarde". Hij behoorde met nog enkele andere, zeer scherp-intellectueel ont wikkelde vrienden uit de zoogenaamde Fo rum-groep Vestdijk, Ter Braak bij voor beeld tot die hyper-individualistische fi guren, voor wie het leven slechts vivisectie object is, die zich dientengevolge steeds bui ten dat leven zullen voelen staan en er zich aan gewend hebben het van-boven-af te be kijken. Drang naar vreemd avontuur is daarmee vaak verbonden. Zij missen te zeer den Gallischen geest, die voor dat gevoel van eenzaamheid in spottend spel een uitlaat vindt. De zwaarte van den Noordeling, de geest van Pluizer, leven in die figuren, die bij al hun weten en doorgronden geen vreugde kennen. Slauerhoff zelf medicus moet geweten hebben, waaraan hij toe was. Misschien zal het hem niet zwaar gevallen zijn. Misschien ookzou het groote Leven hem later weer op andere wijze gepakt hebben en zijn fijnen geest een zonniger gezichtsveld hebben ge opend. Dat is nu buitengesloten; het stuk is uit. Eén enkele ontmoeting bij gemeenschap- pelijken vrienden, alweer tien jaar geleden, doet mij zijn beeld weer helder voor den geest komen. Een ranke jonge man met mooie handen, een donker-afwezig kijken in den beenigen kop, een spaarzaam woord in de levendige conversatie der anderen, een onop zettelijke teruggetrokkenheid, die toch weer geen hooghartigheid was en eigenlijk een beetje smartelijk trof. Iets van dat smartelijke heb ik misschien ook gevoeld, toen ik het vorige jaar in zijn laatste groote boek die „onverstoorbare negatie van al wat op ontroering lijkt" con- stateeren moest. Slauerhoff, in 1898 te Leeuwarden geboren, studeerde in de medicijnen en was na zijn arts-examen aan verschillende stoomvaart maatschappijen als scheepsdokter verbonden. Zijn zucht naar reizen en avontuur vond daarbij te zelfder tijd bevrediging. Vooral het ondoorgrondelijke Chineesche Rijk trok hem aan en leverde de stof voor zijn laatste ro mans: „Het verboden Rijk" en „Het Leven op Aarde". Maar reeds in zijn vroegst gepubli ceerde gedichtenbundels was zijn belangstel ling voor de geheimzinnigheid van het Oos ten duidelijk gebleken. Wij laten hier eenige titels zijner werken volgen. Van de verzen: Archipel 1923, Clair- obscur 1927, Eldorado 1928, Oost-Azië, Satur- nus en Serenade 1930. In 1930 verscheen een bundel verhalen Schuim en asoh, en een andere met Chineesche vertellingen en be werkingen. Een jaar later leverde hij een drama „Jan Pietersz. Coen" en tusschen dat jaar en de beide bovengenoemde romans ver scheen in tijdschriften en bloemlezingen nog meer stukken van zijn hand. Aan een in ieder geval belangwekkende litteraire pro ductie is te vroeg een eind gekomen. 3. H. DE BOIS. Gedachtig aan de wijze, waarop R.C.H. in het vorige seizoen dep Amsterdammers een kleine nederlaag toebracht, hebben de blauw-zwarten ook dit keer de juiste tactiek gevolgd om het technisch betere spel van Ajax te kunnen weerstaan. Het van den aan vang af ingezette hooge tempo zou ruim vol doende gebleken zijn om de thuisclub aan haar eerste overwinning in dit seizoen te hel pen, indien de voorhoede de vele goede kansen beter had benut. Het is meermalen gebleken, dat het door Ajax vertoonde fraaie positiespel en de tech nisch goede behandeling den spelers juist zooveel extra-tijd kost, al is het slechts het onderdeel van een seconde, dat de tegenpartij mits zij snel reageert en het tempo povoert het resultaat van die mooie manoeuvres kan voorkomen. Het combineeren der Ajacieden steunt voor een belangrijk deel op het drie- hoeksspe, dat wanneer het te dikwijls wordt toegepast, ten koste van snelle terreinwinst gaat, omdat het meer in de breedte dan in de lengte van het veld wordt uitgevoerd en de spelers in de verleiding brengt, hun „pas ses" te kort te houden. Dank zij Anderiessen, die dit keer weer bizonder op dreef was, werd dit korte combineeren vooral in de tweede helft gecompenseerd door een meer open spel, waardoor de vleugelspelers veelvuldiger in den aanval werden betrokken, de attaques veel gevaarlijker werden en dat tegen het einde een min of meer geprononceerd Ajax- overwicht ten gevolge had. Dat de Amsterdammers zich desondanks met twee doelpunten en 'n gelijk spel moesten tevreden stellen, is een sprekend bewijs van de kracht der R.C.H.-defensie, die als geheel zeer goed heeft gespeeld. Metten heeft zijn doel foutloos verdedigd; hij beschikt over een goeden, vlotten stijl, waarbij het goede op stellen en klemyast vangen van de hardste schoten vermelding verdient. Ook zijn uit trappen van den stilliggenden bal was be hoorlijk verzorgd. Naast hem moet onmiddel lijk Prevost worden genoemd, die in dezen, voor hem verre van gemakkelijken wedstrijd in alle opzichten heeft voldaan. De invaller Van Thiel paste zich daar lang niet onver dienstelijk bij aan en het was wel jammer, dat twee foutjes evenzoovele doelpunten tot gevolg hadden. Hij hoede zich er voor. de taak van de halfbacks over te nemen, waar het het' aanvallen van een ver van zijn doel ver wijderden vijandelijken binnenvoorwaarts be treft, omdat de vleugelspeler der tegenpartij bij den vereenvoudigden buitenspelregel te veel bewegingsvrijheid in de nabijheid van de goal krijgt Zonder den uitstekenden prestaties van Prevost en Metten eenigszins te kort te willen doen, moet ik toch het spel van Slot op de spilplaats speciaal roemen. Zoowel verdedi gend als aanvallend heeft deze over veel enthousiasme en een groot uithoudingsver mogen beschikkenden jongeling tegen het sterke Ajax-team uitnemend en veel werk verricht. Zijn opstellen en plaatsen getuigde van een degelijk begrip van zijn taak en hij trachtte voortdurend zijn vleugel spelers aan het werk te zetten. Zijn voor beeld werkte blijkbaar aanstekelijk op Van de Gevel, wiens spel als linksmidden verrassend goed was, gezien zijn geringe ervaring in eerste klasse voetbal. Vooral verdedigend heeft hij tegen den sterken Ajax-rechter- vleugel knappe staaltjes laten zien, waarbij zijn vasthoudendheid dient te worden ge prezen. Alleen zijn plaatsen liet nog te wen- schen over, doch men kan ook niet alles in eens verwachten. De rechtshalf Kloos daaren- liet, hoewel zijn spel geenszins onvoldoende was, zijn tegenstanders dikwijls te vrij spel meer speciaal, wanneer hij eenmaal gepas seerd werd. Tevens moet hij den bal eerder wegwerken en zich ook op beter plaatsen toeleggen. Trouwens ook Slot dient het weg werken van het leder te bespoedigen; gewend als hij is, rechtsbinnen te spelen, heeft hij neiging te ver met den bal te dribbelen, wat hem veel energie kost en het passeeren van ettelijke tegenstanders noodzakelijk maakt. In de voorhoede wilde het met de combi natie niet steeds goed vlotten. Van der Horst trachtte voortdurend het spel open te houden waarin hij niet onsuccesvol was, doch de voorzetten der vleugelspelers bleven te lang uit en waren bovendien geregeld te laag. Toch was Lenselink met Van der Horst de gevaar lijkste man in den aanval; hij moet zich echter ernstig toeleggen op het nemen van hoekschoppen, die bijna allen achter het doel belandden waardoor vele kansen verloren gingen. Van der Horst had enkele malen pech met goed geplaatste schoten en kopballen; hem zij den raad gegeven bij een „rush" naar het doel den kortsten weg te volgen in plaats van, teneinde een back te passeeren, op het laatste oogenblik met den bal om te draaien, waardoor de schietkans, moge die ook nog zoo klein zijn, meestal verloren gaat. Deze middenvoor blijft toch altijd een nuttig speler, die steeds blijft probeeren (een trier", zeggen de Engelschen), zoodat hij steeds de volle aandacht van de vijandelijke verdediging vergt. Hoogendoorn, de linksbinnen, deed in het veld dikwijls nuttige dingen, doch de ver standhouding met zijn nevenspelers in de voorhoede liet te wenschen over, waarvan tal van misverstanden het gevolg waren en Van der Horst, zoomin als Lenselink veel steun van hem onderconden. Hij moet nog leeren een weinig meer vuur in zijn spel te brengen en zich niet te snel gewonnen te geven. Van den rechtervleugel wil ik niet te veel zeggen, omdat het hier twee jeugdige spelers betreft, die eerst kortgeleden hun debuut in hooger voetbal gemaakt hebben. Hellingman heeft ongetwijfeld aanleg en capaciteiten en zal over eenige jaren zijn weg wel vinden, doch op de moeilijke rechtsbinnenplaats was de opgave tegen deze sterke tegenpartij hem tp zwaar en tegen het einde kon hij het tempo niet meer vólgen. Ook hij moet meer aan dacht aan zijn middenvoor en vleugelspeler besteden. Van Musscher als rechtsbuiten mist het is alleszins begrijpelijk, het noodige zelf vertrouwen. Hem zij de raad gegeven eerst te kijken, alvorens den bal te trappen, het "leder sneller voor te zetten en zijn centers „boller" te maken, zoodat deze over de verdedigers heen in den doelmond komen. Het schieten van de R.C.H.-voorhoede liet over het algemeen veel te wenschen over en wat bepaald onvoldoende was, ik heb er reeds vroeger op gewezen, was het dekken bij ingooien van de tegenpartij; vooral Kloos en Van Thiel dienen daar aandacht aan te be steden. Te oordeeien naar de prestaties van het elftal in deze wedstrijd hoeft R.C.H. geen zorgen voor de toekomst te hebben; er zullen na dit eerste succes wel genoeg punten wor den veroverd om een behoorlijke "'aats op de ranglijst te waarborgen. CRITICUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3