Schaduwzijden van de fusie.
BEVERWIJK
De geheimzinnige Gastheer
DE KLEINSTE REBEL
HEEMSKERK
Luisterrijkdom.
SANTPOORT
De heffing van straatbelasting.
Adres van Volksonderwijs.
FEUILLETON
Het Rijk moet bijspringen
In een tekort van 165.000.-
1MAANDAG 12 OCT. 1936
BEREIDT U ALLEN VOOR;
komt Vrijdag a.s.
De benoeming van den
gemeente-secretaris.
KENNEMER THEATER.
Het drukke leven van den
minister-president.
Alleen van gebouwde eigendommen.
Met ingang van 1 Januari moet overeen
stemming zijn gebracht in de heffing van
de straatbelasting voor Beverwijk en het voor
malige Wijk aan Zee en Duin. Beverwijk heft
deze belasting zoowel van de gebouwde als
van de ongebouwde eigendommen, Wijk aan
Zee en Duin deed dit alleen van de gebouwde
eigendommen.
B. en W. stellen thans voor de heffing van
straatbelasting alleen te doen van de gebouw
de eigendommen en deze heffing te bepalen
op 5 pet.
Aanneming van dit voorstel zal tot gevolg
hebben, dat ook de in den Zuidwijkermeer-
polder gelegen ongebouwde eigendommen
niet meer worden belast. Krachtens raads
besluit van 26 Februari j.l. worden deze eigen
dommens belast met 3 pet.. B. en W. willen
thans de gebouwde eigendommen in dat deel
der gemeente belasting met 5 pet., dus op
denzelfden voet als in het overige deel der
gemeente.
DE SCHOOLGELDEN WORDEN
VERHOOGD.
In verband met de tot stand gekomen
samenvoeging der gemeenten Beverwijk en
Wijk aan Zee en Duin zullen de bestaande
verordeningen inzake de heffing van school
gelden voor gewoon lager, uitgebreid lager
en buitengewoon lager onderwijs aan een
herziening moeten worden onderworpen. Van
deze gelegenheid wordt tevens gebruik ge
maakt om de verordeningen in overeenstem
ming te brengen met de bij de „Onderwijs
bezuinigingswet" gewijzigde bepalingen van
de L.O.-wet 1920.
Bij een inkomen van f 700 moet volgens
het nieuwe tarief worden betaald f 3 (Oud
tarief Beverwijk nihil; Wijk aan Zee en
Duin f 2.60), bij f 1000 schoolgeld f 6, (f 2.60),
bij f 1500 f 12 (f 5), bij f 2000 f 18 (f 10), bij
f 2500 f 22 (f 14), bij f 3000 f 25 (f 17), bij
f 4000 f 30 (f 25), bij f 5000 f 40 (f 35).
Tusschen haakjes plaatsten wij de thans
geldende tarieven.
In dit voorbeeld is het inkomen genomen
van iemand met één minderjarig kind ter
wijl daarbij is aangenomen, dat hij niet in
de vermogensbelasting is aangeslagen.
Het schoolgeld wordt geheven voor ten
hoogste drie kinderen uit één gezin. Van het
vierde en eventueel volgende kind uit het
zelfde gezin, dat een school in deze gemeente
bezoekt, zal geen schoolgeld meer worden ge
heven.
Voor voeding, kleeding en schoeisel.
De plaatselijke afdeeling van de vereeni
ging „Volksonderwijs" heeft een adres aan
den gemeenteraad gericht waarin verzocht
wordt in de a.s. wintermaanden in ruime mate
voeding, kleeding en schoeisel te doen ver
strekken aan kinderen, die daarvoor in aan
merking komen.
In het adres wordt er op gewezen, dat voor
vele gezinnen de tijdsomstandigheden nog
steeds zeer moeilijk zijn en dat daardoor voe
ding, kleeding en schoeisel niet altijd aan
redelijke eischen zullen voldoen. Voor school
gaande kinderen is het in de eerste plaats
noodig, dat zij goed gevoed en gekleed op
school komen. Is dit niet het geval dan zul
len de kinderen door een gevoel van slapte
en koude niet in staat zijn hun volle aandacht
bij het onderwijs te hebben. Met het aanbre
ken van het slechte jaargetijde doet dit zich
weer scherper gelden en daarom heeft
„Volksonderwijs" er bij den Raad krachtig op
aangedrongen haar verzoek in te willigen.
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen:
Th. Lucassen en gezin, constructiewerker,
van Westervoort, Munnikenweg.
W. Kaaij, zonder beroep, van Amsterdam,
Bissch. Kweekschool.
E. Appel, geleidster, van Leiden, Relweg 57,
Isr. Vacantiekoloniehuis.
Th. van Dij.k, zonder beroep, van Bar-
woutswaarder, Baanstraat 72a.
Vertrokken:
M. J. Schelvis, dienstbode, naar Haarlem,
Frans Halsplein 3.
J. J. Boeke, zonder beroep, naar Heel-
sum, Doopsgez. Tehuis „Mooiland".
A. M. C. Kuil, dienstbode, naar Heemskerk,
Voorweg 35.
W. J. Schellevis, zonder beroep, n. Velsen,
Hoofdstraat 149.
P. Lampe, arbeider, naar Norg, B. I. (VU
233—415).
P. Assenbroek en gezin, zonder ber„ n. Am
sterdam (Z.), Uiterwaardenstraat 94a.
J. W. Veerbeek en gezin, smid, naar Velsen,
Wijkerstraatweg 246.
A. Hatesohl en G. L. Goreen (tante), bank
bediende, naar Amsterdam, Diezestraat 9 hs.
L. J. de Gelder, verpleegster, naar Rotter
dam, Gem. Ziekenhuis Coolsingel.
G. Gaarthuis, timmerman-metselaar, naar
Heerlen, Talmastraat 55.
C. Veenboer, dienstbode, naar Amsterdam,
P. C. Hoofdstraat 98.
door
ELSA KAISER.
24)
„Hoe kwam hij eigenlijk opeens hier?" vroeg
William. „Kon je dat uit hem krijgen, hij lijkt
mij een zeer zwijgzaam heer".
„Neen", antwoordde Lutton, „hij heeft mij
niets gezegd, hij droeg mij alleen op de men-
schen naar bed te sturen, ik heb geen flauw
idee wat hij voor heeft. Wie zou er hebben
geschoten, daarstraks in het bosch? Heb jij
daar eenig vermoeden van?"
Voordat William kon antwoorden stond
Dennis weder in de kamer en zeide: „Neen, ik
heb ook geen idee wie het geweest kan zijn.
Ik deed het in ieder geval niet.wacht eens
even, ik weet niet zeker wie het geweest
kan zijn". Hij keek de twee jongemannen aan.
„Zullen we nog even in de groote zaal gaan?"
vroeg hij op een toon alsof hij zeide: „Laten
we een partijtje biliart gaan spelen' Zonder
antwoord af te wachten ging hij reeds de gang
in en liep op de deur toe. Lutton en William
Kings waren beiden te verwonderd, om een
Het stoffelijk overschot van den Hongaarschen minister-president Julius von
Goemboes, is, na de aankomst uit München te Boedapest, onder groote plechtig
heid naar de koepelzaal van het parlementsgebouw overgebracht.
De Vereeniging van de gemeen
ten Beverwijk en Wijk aan Zee en
Duin had vele goede hoedanigheden,
die niet in cijfers waren uit te druk
ken. Wat wel in getallen kenbaar is
te maken, is. het groote tekort, dat
B. en W. hebben becijferd, nu ook de
gemeentebegrooting moet worden
aangepast bij den nieuwen toestand.
Dat is een schaduwzijde, die wel on
vermijdelijk was, maar die toch ern
stiger is dan menigeen had kunnen
vermoeden. Het gevolg is namelijk,
dat Beverwijk de hulp zal moeten in
roepen van het Rijk, om het groote
gat te stoppen.
Door de op 1 Mei jl. tot stand gekomen
vereeniging van de gemeenten Beverwijk en
Wijk aan Zee en Duin is het noodzakelijk,
ten aanzien van de gemeentebegrooting voor
den dienst 1936 maatregelen te treffen,
waardoor deze met de nieuwe omstandighe
den in overeenstemmingwordt gebracht.
Krachtens artikel 13 van de samenvoe-
gingwet, o.a. bepalende, dat de op 1 Mei in
beide gemeenten bestaande besluiten, waar
onder ook de begrooting kan worden begre
pen, in de nieuwe gemeente zullen voortdu
ren, totdat door het bevoegd gezag een na
dere regeling is getroffen, zou het mogelijk
zijn, den dienst 1936 voort te zetten met bei
de begrootingen naast elkander. De uitga
ven en ontvangsten, welke dan geacht zou
den moeten worden ten laste en ten bate te
komen van het voormalige Beverwijk, zou
den in de begrooting voor dat deel der ge
meente moeten worden verantwoord, terwijl
de uitgaven en ontvangsten, ten laste en ten
bate van het voormalige Wijk aan Zee en
Duin, in de begrooting voor dat deel der ge
meente zouden moeten worden opgenomen.
Tegen deze handelwijze bestaan evenwel
verschillende bezwaren. In de eerste plaats
is in verschillende gevallen niet te bepalen
ten laste of ten bate van welk deel een
uitgaaf of ontvangst zou moeten worden ge
bracht; de uitkeeringen wegens gemeente
fonds- en vermogensbelasting over 1936
1937 b.v. worden door het Rijk reeds in één
bedrag gedaan, zoodat hierdoor een splitsing
zou moeten worden gemaakt, welke de ad
ministratie omslachtig zou maken en boven
dien toch niet geheel zuiver zou zijn. In de
tweede plaats zouden beide begrootingen als
gevolg van de samenvoeging verschillende
wijzigingen moeten ondergaan doordat geen
van beiden meer bij den nieuwen toestand
paste. Tenslotte zou het voeren van twee ad
ministraties naast elkander zoowel ter se
cretarie als ten kantore van den gemeen
te-ontvanger, buitengewoon omslachtig zijn.
Hoewel het meest zuiver zou zijn geweest
om de beide begrootingen per 30 April af te
sluiten om dan per 1 Mei met een nieuwe be
grooting voor de nieuwe gemeente te begin
nen, bestonden ook tegen deze handelwijze
verschillende bezwaren. Immers, de tijd ont
brak om zoo'n nieuwe begrooting samen te
stellen, terwijl ook deze methode administra
tief omslachtig zou zijn en dientengevolge
geen aanbeveling verdient.
Op grond van vorenstaande overwegingen
werd de volgende werkwijze gevolgd. Omdat
de dienst 1935 op 1 Mei bijna geheel was af
gewerkt. zijn deze diensten voor beide ge
meenten op normale wijze, los van elkander
afgewerkt. De rekening van Wijk aan Zee en
Duin over 1935 is dus gelijk aan de reke
ning, welke gemaakt zou zijn indien op 1 Mei
geen samenvoeging was tot stand gekomen.
De dienst. 1936 voor Wijk aan Zee en Duin is
per 30 April afgesloten.
Naast het tekort van Wijk aan Zee en Duin
is onder de uitgaven geraamd een'post, waar
uit zullen worden bestreden die uitgaven,
welke na 1 Mei moesten worden gedaan,
maar die het vóór 1 Mei gevoerde beheer be
treffen. Onder de inkomsten is een gelijk
soortige post opgenomen om die inkomsten
te kunnen verantwoorden, welke de voor
malige gemeente Wijk aan Zee en Duin be
treffen Deze drie posten geven per saldo een
nadeelig verschil van f 67 000.
De begrooting wordt aan
gepast.
Voor het na 1 Mei gevoerde financieele be
heer is verder de voor Beverwijk voor den
dienst 1936 vastgestelde begrooting tot
grondslag genomen. Deze begrooting moet
evenwel met den nieuwen toestand in over
eenstemming worden gebracht. Bij de sa
menstelling van het ontwerp-besluit zijn in
de eerste plaats afgevoerd die posten, welke
betrekking hadden op onderlinge verreke
ningen tusschen beide gemeenten, b.v. ver
schillende wederzijdsche uitkeeringen betref
fende het onderwijs. Van andere posten, ten
aanzien waarvan nadere gegevens zijn be
kend geworden betreffende de te verwach
ten inkomsten en uitgaven, zijn de ramin
gen met die nadere gegevens in overeen
stemming gebracht. Bij de overige posten
werden tenslotte overgenomen de op de ge
lijksoortige posten van Wijk aan Zee en Duin
beschikbare credieten voor zoover daarover
nog niet was beschikt, en. wat de ontvang
sten betreft, de geraamde inkomsten vermin
derd met de op 1 Mei reeds ontvangen be
dragen.
Het op deze wijze samengestelde ontwerp
besluit gaf een tekort van f 197.000. Tot dit
bedrag moesten de uitgaven méér worden
verhoogd, dan de daar tegenover te stellen
ontvangsten. Van dit bedrag volgt hier een
specificatie, waarbij de verschillende bedra
gen zijn afgerond.
1. de subsidies aan burgerlijke armbestu
ren moesten worden verhoogd, voor Bever
wijk met f 48.000 en voor Wijk aan Zee en
Duin met 20.000, samen f 68.000;
2. de verpleging van armlastige krankzin
nigen zal f 3000 meer vragen, dan op beide
begrootingen voor dit doel aanvankelijk was
geraamd
3. werkloosheidsuitgaven, voor zoover ten
laste van de gemeente blijvende te verhoogen
f 19000;
4. lagere winst van het gasbedrijf f 11.500;
5 lagere opbrengst opcenten Personeele
Belasting voor Beverwijk f 11.000;
6. het bovengenoemde bedrag ten laste van
Wijk aan Zee en Duin f 67.000;
7. uitgaven wegens te korten van Wijk
aan Zee en Duin over vroegere jaren f 17.500
totaal f 197.000.
Het bedrag van f 67.000 kan niet geacht
worden het zuivere tekort te zijn van den
dienst dezer gemeente over de eerste vier
maanden van het jaar. Immers, doordat ver
schillende inkomsten eerst in den loop van
het jaar vervallen zijn dit inkomsten ge
worden van de nieuwe gemeente en worden
dus verantwoord op de desbetreffende pos
ten van de begrooting voor Beverwijk. Indien
de gemeente Wijk aan Zee en Duin was blij
ven bestaan, zou dit bedrag ongetwijfeld
door de later binnenkomende inkomsten iets
zijn verminderd; hoeveel dit zou zijn is ech
ter niet nauwkeurig te berekenen. Boven
dien had Wijk aan Zee en Duin een bedrag
van f 65.000 geraamd wegens bijzondere uit
keeringen van het Rijk, en van dit bedrag
zou één derde gedeelte in mindering moeten
worden gebracht op het bedrag van f 67.000.
Dekking gezocht voor
f 165.000.
B. en W. stonden dus voor de noodzakelijk
heid dekking te zoeken vnor een tekort van
f 197.000. Het behoeft geen betoog, dat het
uitgesloten is om vobr dit bedrag alsnog dek
king te vinden met behulp van de ter be
schikking van de gemeente staande midde
len, zoodat het noodzakelijk wordt om, even
als Wijk aan Zee en Duin gedurende de laat
ste jaren reeds had gedaan, bijzondere hulp
van het Rijk te vragen.
Door de navolgende maatregelen kan het
bedrag van f 197.000 worden teruggebracht
tot f 165.000:
1 In de begrooting voor 1936 was een uit
gaaf van f 14.000 geraamd wegens herstel
van bedrijfsreserves, waarover in voorgaande
jaren is beschikt; indien deze raming wordt
geschrapt wat B. en W. in de gegeven om
standigheden verantwoord achten, kunnen
de uitgaven worden verlaagd met f 14.000;
2. In 1935 is aan de bedrijven uitgekeerd
wegens herstel van reserves, waarover ten
bate van den dienst 1934 was beschikt f 12600
Ook deze maatregel zou kunnen worden
terug genomen.
3. Wijk aan Zee en Duin heeft over 1933
een bedrag aan rijksonderstand genoten van
f 50.000. Dit bedrag moet in tien gelijke jaar
lij ksche termijnen worden terug betaald.
Het komt B. en W. billijk voor. dat Bever
wijk althans voor dit jaar van deze terugbe
taling wordt ontlast, waardoor de uitgaven
kunnen worden verlaagd met f 5000.
Totale verlaging f 31.600.
Hulp van het Rijk
noodzakelijk.
Tot het resteerend bedrag van f 165.000
zullen dan bijzondere bijdragen van het Rijk
moeten worden gevraagd. Volgens globale
berekening kunnen deze bijzondere bijdra
gen voor onze gemeente f 165.000 bedragen.
Zooals reeds is opgemerkt had Wijk aan Zee
en Duin deze bijdragen voor 1936 ook reeds
geraamd. Nu het geheele nadeelig saldo van
die gemeente over de eerste vier maanden
van het jaar in de begrooting voor Beverwijk
is opgenomen, kunnen deze door Wijk aan
Zee en Duin geraamde bijdragen vervallen.
In de a.s. Vrijdag te houden raadsvergade
ring zullen B. en W. van den Raad de mach
tiging vragen om deze bijzondere bijdragen
aan te vragen.
llllllliliiiiiiiiilil
(Adv Ingez. Med.)
Vrijdag aan de orde.
In zijn vergadering van a.s. Vrijdag 16 Oc
tober zal de raad zich onder meer hebben
bezig te houden met de benoeming van een
gemeentesecretaris, die de plaats zal gaan
innemen van den heer J. W. A. C van Loenen,
aan wien met ingang van 1 Mei 1.1. op zijn
verzoek eervol ontslag werd verleend uit zijn
functie.
Ingevolge het bepaalde in artikel 102 der
Gemeentewet hebben B. en W. den raad een
aanbeveling van twee personen doen toekomen.
Deze aanbeveling is;
1. A. A. Post, hoofdcommies ter secretarie,
waarnemend secretaris der gemeente
Beverwijk.
2. Mi-. P. J. Vellinga, hoofdambtenaar ter
secretarie, chef der afdeeling financiën
en belastingen der gemeente Arnhem.
EEN VENTER BEDROGEN.
Een argelooze petroleumventer is het
slachtoffer geworden van een sluwe oplich-
tersstreek. De man kocht in goed vertrouwen
van eenige Amsterdammers een schoonmaak
artikel, waarvan de verkoop hem veel gewin
zou brengen. In afwachting van den gouden
tijd betaalde de venter maar vast vooruit.
De verkoopers lieten den man natuurlijk op
goederen wachten. Hij was zijn geld kwijt en
er zat niets anders op, dan van het gebeurde
aangifte te doen bij de politie.
A. D. O.—TEYLINGEN.
Direct na het begin ontwikkelt zich een
aardige strijd. Na vijf minuten spelen werkt
Koopman zich tusschen de backs door en geeft
aan De Zwart het nakijken (10).
Even later als Brasser in het beruchte ge
bied wordt „genomen", krijgt A. D. O. een
penalty. Beentjes schiet, maar De Zwart
stopt het schot. Tot de rust blijft A. D. O.
sterker.
De tweede helft begint met een serie goede
aanvallen van Teylingen, doch de achterhoede
van A. D O. is er goed in. De strijd wordt
steeds spannender.
Een vrije schop even buiten het strafschop
gebied wordt door v. d. Ploeg keurig ingescho
ten, doch even mooi door Beentjes gekeerd.
Als even later bij een goeden aanval van Teylin
gen, Homan is doorgebroken, komt plotseling
Zonneveld te voorschijn, die hem de kans op
het nippertje ontneemt. Als het einde komt,
heeft A. D. O. haar eerste overwinning behaald.
Verdere uitslagen:
A. D. O. 3—Vios 2 2—1
S. V. A.—A. D. O. 0—2
(Men schat het aantal radioluiste
raars in de geheele wereld thans
op 240 millioen of een negende
deel van het menschenras.)
De radiobeluisteraars
Zijn in de wereld een op negen,
Volgens de „aards"berekenaars,
Ronduit gezegd valt dat me tegen.
Een kleine tweeduizend millioen,
Die dus 't genot tot heden misten,
Er is nog heel wat werk te doen
Voor radiopropagandisten.
Dat Papoea en Eskimo
Nog altijd niet het fijne weten
Van luistren naar de radio,
Mag zeker wel verklaarbaar heeten;
Maar dat er massaas ongeteld,
In. wat men noemt, beschaafde staten,
Nog steeds niet op zijn ingesteld.
Verwondert me wel bovenmate.
Ik denk zoo, dat wanneer ons land
Afzonderlijk eens werd genomen,
Men op een heel wat hooger stand.
Dan slechts een negende zou komen.
Doch ziet men heel de wereld aan,
Dan kan men dus van nu af weten,
Dat radio nog ver moet gaan,
Voor zij echt „luisterrijk" mag heeten.
P. GASUS
De grootste sensatie na de geluidsfilm.
Het witte doek heeft diepte gekregen.
De Stereofilm vanaf VRIJDAG a.s.
(Adv. Ingez. Med.)
AANGERAND.
In het Rijkenspark is Zaterdagmiddag een
5 1/2-jarig meisje aangerand. Door de beschrij
ving welke een ouder meisje van den man wist
te geven, is het de gemeente-politie gelukt den
dader op te sporen.
Sigaar als liefhebberij.
De Haagsche Post heeft een „onpolitiek in
terview" gehad met minister-president dr H.
Colijn, waarin deze vertelt van de moeilijke
dagen, die hij heeft doorgemaakt. Nachten
lang heeft hij niet meer dan drie uur kunnen
slapen.
„Gisteren voelde ik mij wel moe in de Ka
mer," zeide dr. Colijn. „De leiding van het
kabinet vergt veel en ik ben nog voorzitter
van allerlei commissies ook." En met nadruk
gaf dr. Colijn een pluim aan zijn ambtenaren.
Woordelijk zeide hij; „Maar ik heb aan de de
partementen voortreffelijke krachten onder
mijn ambtenaren. Juweelen."
De minister blijkt de monetaire gebeurte
nissen der laatste dagen zich persoonlijk sterk
te hebben aangetrokken, maar thans is hij er
over heen. Hij toonde den interviewer een
plaat uit de .Morning Post", waarin de teeke
naar hem een salto-mortale laat maken.
„Dien heb ik ook gemaakt," zeide de minis
ter, „moeten maken. Nu zullen we er het beste
uit trachten te halen wat mogelijk is."
De interviewer heeft onderzocht, hoe dr.
Colijn reageert op critiek en het bleek hem,
dat de minister er over het algemeen ongevoe
lig voor is, „hoewel als ik merk. dat de critiek
uit het hart komt, als ze een zielekreet is, dan
houd ik mij er wel mee bezig, dan loop ik er
mee rond, om te onderzoeken of ik wel gelijk
heb. En natuurlijk overkomt het mij ook wel
dat ik twijfel. Dan spreekt het hier van bin
nen."
Hoe druk het leven van een minister-presi
dent is blijkt duidelijk uit de dagindeeling, die
dr. Colijn voorlegde aan zijn interviewer. Reeds
om kwart over zeven is het opstaan. Ontbijten.
Morgenpost doorzien. Half 9: wandeling (bij
grooten spoed: de auto) naar het departement,
ongeveer 40 minuten, 's Avonds 6 uur: weer
thuis. Half 7: middagmaaltijd. Kwart over 7:
studeervertrek tot 12 uur. Om middernacht
naar bed. Van 12 tot 1 uur lezen in bed. De
laatste nachten heeft de minister dit. helaas,
door de gebeurtenissen, die hem in beslag na
men, moeten overslaan, maar anders leest hij
altijd van 12 tot 1 uur 's nachts, zonder man-
keeren. En kwart over 7 staat hij weer op.
Biografieën en geschiedenis blijken lieve
lingsboeken van dr. Colijn te zijn. Zoo is hij
op het oogenblik bezig aan de levensbeschrij
ving van Balfour en aan de „History of
Europe", onlangs in vier deelen verschenen-
„En als ik nu eens een extra vermoeienden
dag heb gehad," zeide de minister, „lees ik in
dat nachtelijk uur een Engelsch detective
verhaal."
De interviewer heeft hem nog gevraagd of
hij er bepaalde liefhebberijen op nahoudt.
Deze vraag werd door dr Colijn begroet met
een zekere verbazing. De hand met de sigaar
ging de hoogte in en de minister zeide: „deze".
Ten slotte deelde dr. Colijn nog mede. dat
een uitgever hem kortgeleden reeds verzocht
heeft zijn memoires te willen schrijven. „Als
ik er ooit toe kom," zoo zeide de minister,
..dan mogen ze toch niet eerder verschijnen
dan na miin dood."
woord te kunnen zeggen. „Hoe weet hij alles
gaan?" vroeg hij opeens aan Lutton.
„Neen", riep Dennis, „alstublieft maakt u
geen licht", toen hij zag dat William de groote
kroon in het midden der zaal wilde aan
steken.
Hij liet zijn zaklantaarn schijnen en liep
naar het groote glas in lood venster, bekeek
het nauwkeurig en mompelde. „Ja, ja, het is
eigenlijk wel waar.... Heb je de menschen
beneden gezegd dat zij naar bed konden
gaan?" vroeg hij opesen aan Lutton.
„Ja".
„O, wees dan zoo goed en vraag hen op te
blijven. Zij moeten op een bevel wachten maar
het liefst in de dienstbodenkamer en geen
licht aansteken".
Toen Lutton verdwenen was wilde de jonge
Kings den detective het één en ander ver
tellen maar deze wenkte met de hand. „Zegt
u maar niets mijnheer Kings, voordat ik mij
hier heb georienteerd" wees hij af en liep
vastbesloten naar het paneel tusschen de
twee gebrandschilderde vensters. Hier bukte
hij zich tegen het onderste deel van het met
prachtig lofwerk versierde beschot. William
zag dat een gedeelte van ongeveer een halven
meter groot week en met een schurend geluid
in twee onzichtbare hengsels draaide.
Dennis knikte ..Dat komt uit. juist wat ik
had gedacht". Hij knipte zijn electrische zak
lantaarn aan en belichtte de holle ruimte
achter het weggeschoven paneel. Nu wenkte
hij William naderbij te komen.
„Ziet u", fluisterde hij, „dit is den ingang
van de geheime gang van het kasteel. Deze
gang staat in verbinding met het jachthuisje
van Kolonel Grand. Uw geheimzinnige be
zoeker maakte gebruik van dezen weg....
dat is te zeggen één der bezoekers".
Hij lachte en sloot den ingang weder af.
Nadat hij zijn lantaarn had geblindeerd, keek
hij William bij het schijnsel der maan in het
gelaat. De jonge man verroerde zich niet, hij
staarde naar het paneel en schudde het hoofd.
„Ik ben dit eerst kort geleden te weten
gekomen", legde Dennis uit. „Eigenlijk, om
nauwkeurig te zijn, gisteren, nadat ik een be
zoek had gebracht aan het jachthuisje. Kolo
nel Grand is een best mensch, niet? U kent
hem toch? Ja, ja", vervolgde hij, zonder ant
woord af te wachten, „een best mensch. zeer
te vertrouwen".
„Het is een openbaring voor mij", mom
pelde William.
„Ach neen sir, ik bedoel dat met die gang,
dat ik zelf niet op het idee kwam als ik ge
luid hoorde", antwoordde William.
„Hoe zou u?", zei Dennis. „Bovendien is het
heel aangenaam voor mij, dat u niet op dit
idee bent gekomen. Trouwens, ik moet eerlijk
zijn, ikzelf vermoedde dit, doch uw vader be
vestigde mijn vermoeden Tk vroeg hem naar
de werking van deze deur, dat was het wat
ik op het kaartje schreef", voegde hij er
lachend aan toe.
William schudde het hoofd. „Ik kan er maar
niet bij dat ik zoo stom kon zijn", bromde
hij. Juist trad Lutton weer binnen.
William keerde zich om. „Zeg, Jack luister
eens, mr. Dennis vertelt mij daar iets zeer
interessants. Er is hier een geheime gang. hij
liet mij den toegang zien. De deur ervan
maakte het vreemde geluid dat wij hoorden".
Als William gedacht had dat zijn vriend
verwonderd zou zijn, had hij zich vergist Zijn
gezicht verhelderde plotseling, hij keek Wil
liam lachend aan. „Ach hoe dom van mij!"
riep hij uit, „je vader heeft het mij indertijd
verteld, weliswaar niet dat den ingang hier
was, maar wel dat er überhaupt een geheime
gang bestond".
„Zoooo!" zeide Dennis en floot tusschen de
tanden.
„Vader?" vroeg William, „hoe kwam hij er
toe dat aan jou te vertellen? Maar hoe zei hij
het dan?"
„Ja, hoe zeide mijnheer Kings het?" vroeg
nu ook Dennis.
„Ik was pas aangekomen," begon Lutton te
vertellen, „de oude heer en ik zaten in de
eetkamer te praten. Wij spraken over het
huls en de prachtige plafonds, toen de oude
heer plotseling zeide. „we hebben hier ook
one een geheime gang".
„Wacht eens", bezon Lutton zich, „hij zeide
eigenlijk, een onderaardsche gang", maar
toen ik natuurlijk yroeg waar die heen leidde
zeide hij dat zij dood liep en aan het einde
vervallen was".
Dennis lachte even maar William stond dom
te kijken. „Dat vader dit wist en toch opzet
telijk onwaarheid sprak", zeide hij verdrie
tig, „zie je, dat snap ik niet".
„Wacht u maar een poosje, mijnheer Kings,"
troostte Dennis, „u zult dadelijk alles te
weten komen. Laten we ons eerst eens rustig
installeeren want ik heb het één en ander te
vertellen en als ik goed heb nagerekend heb
ben we niet veel tijd".
Bij déze woorden liep hij naar het andere
einde der zaal en legde een bundel papieren
op een speeltafeltje. „We hebben dus maar
een paar minuten om u het meest onbegrij
pelijke uit te leggen, tenminste de dingen
die u beiden zoo onbegrijpelijk voorkwamen".
„Een oogenblik", verzocht William, „we
spraken daareven van de geheime gang, nu
herinner ik mij toch dat ik ook zooiets 'ver
moedde. Weet ie wel Lutton dat ik je een paar
dagen geleden vertelde gegevens voor Angèle
te zoeken en dat ik daarbij hier* in de wapen
zaal stuitte op een figuur?"
„Ja. natuurlijk herinner ik mij dat ik
plaagde je met de „witte dame" van 't een
zame huis", zeide Lutton
„Ik voelde toen iets als een windvlaag of een
koude tocht door het vertrek gaan en daarna
was de verschijning opeens verdwenen", legde
William uit.
Dennis knikte. „Juist, ziet u wel dat u niets