Schaduwzijden van de fusie. BEVERWIJK De geheimzinnige Gastheer DE KLEINSTE REBEL HEEMSKERK Luisterrijkdom. SANTPOORT De heffing van straatbelasting. Adres van Volksonderwijs. FEUILLETON Het Rijk moet bijspringen In een tekort van 165.000.- 1MAANDAG 12 OCT. 1936 BEREIDT U ALLEN VOOR; komt Vrijdag a.s. De benoeming van den gemeente-secretaris. KENNEMER THEATER. Het drukke leven van den minister-president. Alleen van gebouwde eigendommen. Met ingang van 1 Januari moet overeen stemming zijn gebracht in de heffing van de straatbelasting voor Beverwijk en het voor malige Wijk aan Zee en Duin. Beverwijk heft deze belasting zoowel van de gebouwde als van de ongebouwde eigendommen, Wijk aan Zee en Duin deed dit alleen van de gebouwde eigendommen. B. en W. stellen thans voor de heffing van straatbelasting alleen te doen van de gebouw de eigendommen en deze heffing te bepalen op 5 pet. Aanneming van dit voorstel zal tot gevolg hebben, dat ook de in den Zuidwijkermeer- polder gelegen ongebouwde eigendommen niet meer worden belast. Krachtens raads besluit van 26 Februari j.l. worden deze eigen dommens belast met 3 pet.. B. en W. willen thans de gebouwde eigendommen in dat deel der gemeente belasting met 5 pet., dus op denzelfden voet als in het overige deel der gemeente. DE SCHOOLGELDEN WORDEN VERHOOGD. In verband met de tot stand gekomen samenvoeging der gemeenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin zullen de bestaande verordeningen inzake de heffing van school gelden voor gewoon lager, uitgebreid lager en buitengewoon lager onderwijs aan een herziening moeten worden onderworpen. Van deze gelegenheid wordt tevens gebruik ge maakt om de verordeningen in overeenstem ming te brengen met de bij de „Onderwijs bezuinigingswet" gewijzigde bepalingen van de L.O.-wet 1920. Bij een inkomen van f 700 moet volgens het nieuwe tarief worden betaald f 3 (Oud tarief Beverwijk nihil; Wijk aan Zee en Duin f 2.60), bij f 1000 schoolgeld f 6, (f 2.60), bij f 1500 f 12 (f 5), bij f 2000 f 18 (f 10), bij f 2500 f 22 (f 14), bij f 3000 f 25 (f 17), bij f 4000 f 30 (f 25), bij f 5000 f 40 (f 35). Tusschen haakjes plaatsten wij de thans geldende tarieven. In dit voorbeeld is het inkomen genomen van iemand met één minderjarig kind ter wijl daarbij is aangenomen, dat hij niet in de vermogensbelasting is aangeslagen. Het schoolgeld wordt geheven voor ten hoogste drie kinderen uit één gezin. Van het vierde en eventueel volgende kind uit het zelfde gezin, dat een school in deze gemeente bezoekt, zal geen schoolgeld meer worden ge heven. Voor voeding, kleeding en schoeisel. De plaatselijke afdeeling van de vereeni ging „Volksonderwijs" heeft een adres aan den gemeenteraad gericht waarin verzocht wordt in de a.s. wintermaanden in ruime mate voeding, kleeding en schoeisel te doen ver strekken aan kinderen, die daarvoor in aan merking komen. In het adres wordt er op gewezen, dat voor vele gezinnen de tijdsomstandigheden nog steeds zeer moeilijk zijn en dat daardoor voe ding, kleeding en schoeisel niet altijd aan redelijke eischen zullen voldoen. Voor school gaande kinderen is het in de eerste plaats noodig, dat zij goed gevoed en gekleed op school komen. Is dit niet het geval dan zul len de kinderen door een gevoel van slapte en koude niet in staat zijn hun volle aandacht bij het onderwijs te hebben. Met het aanbre ken van het slechte jaargetijde doet dit zich weer scherper gelden en daarom heeft „Volksonderwijs" er bij den Raad krachtig op aangedrongen haar verzoek in te willigen. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen: Th. Lucassen en gezin, constructiewerker, van Westervoort, Munnikenweg. W. Kaaij, zonder beroep, van Amsterdam, Bissch. Kweekschool. E. Appel, geleidster, van Leiden, Relweg 57, Isr. Vacantiekoloniehuis. Th. van Dij.k, zonder beroep, van Bar- woutswaarder, Baanstraat 72a. Vertrokken: M. J. Schelvis, dienstbode, naar Haarlem, Frans Halsplein 3. J. J. Boeke, zonder beroep, naar Heel- sum, Doopsgez. Tehuis „Mooiland". A. M. C. Kuil, dienstbode, naar Heemskerk, Voorweg 35. W. J. Schellevis, zonder beroep, n. Velsen, Hoofdstraat 149. P. Lampe, arbeider, naar Norg, B. I. (VU 233—415). P. Assenbroek en gezin, zonder ber„ n. Am sterdam (Z.), Uiterwaardenstraat 94a. J. W. Veerbeek en gezin, smid, naar Velsen, Wijkerstraatweg 246. A. Hatesohl en G. L. Goreen (tante), bank bediende, naar Amsterdam, Diezestraat 9 hs. L. J. de Gelder, verpleegster, naar Rotter dam, Gem. Ziekenhuis Coolsingel. G. Gaarthuis, timmerman-metselaar, naar Heerlen, Talmastraat 55. C. Veenboer, dienstbode, naar Amsterdam, P. C. Hoofdstraat 98. door ELSA KAISER. 24) „Hoe kwam hij eigenlijk opeens hier?" vroeg William. „Kon je dat uit hem krijgen, hij lijkt mij een zeer zwijgzaam heer". „Neen", antwoordde Lutton, „hij heeft mij niets gezegd, hij droeg mij alleen op de men- schen naar bed te sturen, ik heb geen flauw idee wat hij voor heeft. Wie zou er hebben geschoten, daarstraks in het bosch? Heb jij daar eenig vermoeden van?" Voordat William kon antwoorden stond Dennis weder in de kamer en zeide: „Neen, ik heb ook geen idee wie het geweest kan zijn. Ik deed het in ieder geval niet.wacht eens even, ik weet niet zeker wie het geweest kan zijn". Hij keek de twee jongemannen aan. „Zullen we nog even in de groote zaal gaan?" vroeg hij op een toon alsof hij zeide: „Laten we een partijtje biliart gaan spelen' Zonder antwoord af te wachten ging hij reeds de gang in en liep op de deur toe. Lutton en William Kings waren beiden te verwonderd, om een Het stoffelijk overschot van den Hongaarschen minister-president Julius von Goemboes, is, na de aankomst uit München te Boedapest, onder groote plechtig heid naar de koepelzaal van het parlementsgebouw overgebracht. De Vereeniging van de gemeen ten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin had vele goede hoedanigheden, die niet in cijfers waren uit te druk ken. Wat wel in getallen kenbaar is te maken, is. het groote tekort, dat B. en W. hebben becijferd, nu ook de gemeentebegrooting moet worden aangepast bij den nieuwen toestand. Dat is een schaduwzijde, die wel on vermijdelijk was, maar die toch ern stiger is dan menigeen had kunnen vermoeden. Het gevolg is namelijk, dat Beverwijk de hulp zal moeten in roepen van het Rijk, om het groote gat te stoppen. Door de op 1 Mei jl. tot stand gekomen vereeniging van de gemeenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin is het noodzakelijk, ten aanzien van de gemeentebegrooting voor den dienst 1936 maatregelen te treffen, waardoor deze met de nieuwe omstandighe den in overeenstemmingwordt gebracht. Krachtens artikel 13 van de samenvoe- gingwet, o.a. bepalende, dat de op 1 Mei in beide gemeenten bestaande besluiten, waar onder ook de begrooting kan worden begre pen, in de nieuwe gemeente zullen voortdu ren, totdat door het bevoegd gezag een na dere regeling is getroffen, zou het mogelijk zijn, den dienst 1936 voort te zetten met bei de begrootingen naast elkander. De uitga ven en ontvangsten, welke dan geacht zou den moeten worden ten laste en ten bate te komen van het voormalige Beverwijk, zou den in de begrooting voor dat deel der ge meente moeten worden verantwoord, terwijl de uitgaven en ontvangsten, ten laste en ten bate van het voormalige Wijk aan Zee en Duin, in de begrooting voor dat deel der ge meente zouden moeten worden opgenomen. Tegen deze handelwijze bestaan evenwel verschillende bezwaren. In de eerste plaats is in verschillende gevallen niet te bepalen ten laste of ten bate van welk deel een uitgaaf of ontvangst zou moeten worden ge bracht; de uitkeeringen wegens gemeente fonds- en vermogensbelasting over 1936 1937 b.v. worden door het Rijk reeds in één bedrag gedaan, zoodat hierdoor een splitsing zou moeten worden gemaakt, welke de ad ministratie omslachtig zou maken en boven dien toch niet geheel zuiver zou zijn. In de tweede plaats zouden beide begrootingen als gevolg van de samenvoeging verschillende wijzigingen moeten ondergaan doordat geen van beiden meer bij den nieuwen toestand paste. Tenslotte zou het voeren van twee ad ministraties naast elkander zoowel ter se cretarie als ten kantore van den gemeen te-ontvanger, buitengewoon omslachtig zijn. Hoewel het meest zuiver zou zijn geweest om de beide begrootingen per 30 April af te sluiten om dan per 1 Mei met een nieuwe be grooting voor de nieuwe gemeente te begin nen, bestonden ook tegen deze handelwijze verschillende bezwaren. Immers, de tijd ont brak om zoo'n nieuwe begrooting samen te stellen, terwijl ook deze methode administra tief omslachtig zou zijn en dientengevolge geen aanbeveling verdient. Op grond van vorenstaande overwegingen werd de volgende werkwijze gevolgd. Omdat de dienst 1935 op 1 Mei bijna geheel was af gewerkt. zijn deze diensten voor beide ge meenten op normale wijze, los van elkander afgewerkt. De rekening van Wijk aan Zee en Duin over 1935 is dus gelijk aan de reke ning, welke gemaakt zou zijn indien op 1 Mei geen samenvoeging was tot stand gekomen. De dienst. 1936 voor Wijk aan Zee en Duin is per 30 April afgesloten. Naast het tekort van Wijk aan Zee en Duin is onder de uitgaven geraamd een'post, waar uit zullen worden bestreden die uitgaven, welke na 1 Mei moesten worden gedaan, maar die het vóór 1 Mei gevoerde beheer be treffen. Onder de inkomsten is een gelijk soortige post opgenomen om die inkomsten te kunnen verantwoorden, welke de voor malige gemeente Wijk aan Zee en Duin be treffen Deze drie posten geven per saldo een nadeelig verschil van f 67 000. De begrooting wordt aan gepast. Voor het na 1 Mei gevoerde financieele be heer is verder de voor Beverwijk voor den dienst 1936 vastgestelde begrooting tot grondslag genomen. Deze begrooting moet evenwel met den nieuwen toestand in over eenstemming worden gebracht. Bij de sa menstelling van het ontwerp-besluit zijn in de eerste plaats afgevoerd die posten, welke betrekking hadden op onderlinge verreke ningen tusschen beide gemeenten, b.v. ver schillende wederzijdsche uitkeeringen betref fende het onderwijs. Van andere posten, ten aanzien waarvan nadere gegevens zijn be kend geworden betreffende de te verwach ten inkomsten en uitgaven, zijn de ramin gen met die nadere gegevens in overeen stemming gebracht. Bij de overige posten werden tenslotte overgenomen de op de ge lijksoortige posten van Wijk aan Zee en Duin beschikbare credieten voor zoover daarover nog niet was beschikt, en. wat de ontvang sten betreft, de geraamde inkomsten vermin derd met de op 1 Mei reeds ontvangen be dragen. Het op deze wijze samengestelde ontwerp besluit gaf een tekort van f 197.000. Tot dit bedrag moesten de uitgaven méér worden verhoogd, dan de daar tegenover te stellen ontvangsten. Van dit bedrag volgt hier een specificatie, waarbij de verschillende bedra gen zijn afgerond. 1. de subsidies aan burgerlijke armbestu ren moesten worden verhoogd, voor Bever wijk met f 48.000 en voor Wijk aan Zee en Duin met 20.000, samen f 68.000; 2. de verpleging van armlastige krankzin nigen zal f 3000 meer vragen, dan op beide begrootingen voor dit doel aanvankelijk was geraamd 3. werkloosheidsuitgaven, voor zoover ten laste van de gemeente blijvende te verhoogen f 19000; 4. lagere winst van het gasbedrijf f 11.500; 5 lagere opbrengst opcenten Personeele Belasting voor Beverwijk f 11.000; 6. het bovengenoemde bedrag ten laste van Wijk aan Zee en Duin f 67.000; 7. uitgaven wegens te korten van Wijk aan Zee en Duin over vroegere jaren f 17.500 totaal f 197.000. Het bedrag van f 67.000 kan niet geacht worden het zuivere tekort te zijn van den dienst dezer gemeente over de eerste vier maanden van het jaar. Immers, doordat ver schillende inkomsten eerst in den loop van het jaar vervallen zijn dit inkomsten ge worden van de nieuwe gemeente en worden dus verantwoord op de desbetreffende pos ten van de begrooting voor Beverwijk. Indien de gemeente Wijk aan Zee en Duin was blij ven bestaan, zou dit bedrag ongetwijfeld door de later binnenkomende inkomsten iets zijn verminderd; hoeveel dit zou zijn is ech ter niet nauwkeurig te berekenen. Boven dien had Wijk aan Zee en Duin een bedrag van f 65.000 geraamd wegens bijzondere uit keeringen van het Rijk, en van dit bedrag zou één derde gedeelte in mindering moeten worden gebracht op het bedrag van f 67.000. Dekking gezocht voor f 165.000. B. en W. stonden dus voor de noodzakelijk heid dekking te zoeken vnor een tekort van f 197.000. Het behoeft geen betoog, dat het uitgesloten is om vobr dit bedrag alsnog dek king te vinden met behulp van de ter be schikking van de gemeente staande midde len, zoodat het noodzakelijk wordt om, even als Wijk aan Zee en Duin gedurende de laat ste jaren reeds had gedaan, bijzondere hulp van het Rijk te vragen. Door de navolgende maatregelen kan het bedrag van f 197.000 worden teruggebracht tot f 165.000: 1 In de begrooting voor 1936 was een uit gaaf van f 14.000 geraamd wegens herstel van bedrijfsreserves, waarover in voorgaande jaren is beschikt; indien deze raming wordt geschrapt wat B. en W. in de gegeven om standigheden verantwoord achten, kunnen de uitgaven worden verlaagd met f 14.000; 2. In 1935 is aan de bedrijven uitgekeerd wegens herstel van reserves, waarover ten bate van den dienst 1934 was beschikt f 12600 Ook deze maatregel zou kunnen worden terug genomen. 3. Wijk aan Zee en Duin heeft over 1933 een bedrag aan rijksonderstand genoten van f 50.000. Dit bedrag moet in tien gelijke jaar lij ksche termijnen worden terug betaald. Het komt B. en W. billijk voor. dat Bever wijk althans voor dit jaar van deze terugbe taling wordt ontlast, waardoor de uitgaven kunnen worden verlaagd met f 5000. Totale verlaging f 31.600. Hulp van het Rijk noodzakelijk. Tot het resteerend bedrag van f 165.000 zullen dan bijzondere bijdragen van het Rijk moeten worden gevraagd. Volgens globale berekening kunnen deze bijzondere bijdra gen voor onze gemeente f 165.000 bedragen. Zooals reeds is opgemerkt had Wijk aan Zee en Duin deze bijdragen voor 1936 ook reeds geraamd. Nu het geheele nadeelig saldo van die gemeente over de eerste vier maanden van het jaar in de begrooting voor Beverwijk is opgenomen, kunnen deze door Wijk aan Zee en Duin geraamde bijdragen vervallen. In de a.s. Vrijdag te houden raadsvergade ring zullen B. en W. van den Raad de mach tiging vragen om deze bijzondere bijdragen aan te vragen. llllllliliiiiiiiiilil (Adv Ingez. Med.) Vrijdag aan de orde. In zijn vergadering van a.s. Vrijdag 16 Oc tober zal de raad zich onder meer hebben bezig te houden met de benoeming van een gemeentesecretaris, die de plaats zal gaan innemen van den heer J. W. A. C van Loenen, aan wien met ingang van 1 Mei 1.1. op zijn verzoek eervol ontslag werd verleend uit zijn functie. Ingevolge het bepaalde in artikel 102 der Gemeentewet hebben B. en W. den raad een aanbeveling van twee personen doen toekomen. Deze aanbeveling is; 1. A. A. Post, hoofdcommies ter secretarie, waarnemend secretaris der gemeente Beverwijk. 2. Mi-. P. J. Vellinga, hoofdambtenaar ter secretarie, chef der afdeeling financiën en belastingen der gemeente Arnhem. EEN VENTER BEDROGEN. Een argelooze petroleumventer is het slachtoffer geworden van een sluwe oplich- tersstreek. De man kocht in goed vertrouwen van eenige Amsterdammers een schoonmaak artikel, waarvan de verkoop hem veel gewin zou brengen. In afwachting van den gouden tijd betaalde de venter maar vast vooruit. De verkoopers lieten den man natuurlijk op goederen wachten. Hij was zijn geld kwijt en er zat niets anders op, dan van het gebeurde aangifte te doen bij de politie. A. D. O.—TEYLINGEN. Direct na het begin ontwikkelt zich een aardige strijd. Na vijf minuten spelen werkt Koopman zich tusschen de backs door en geeft aan De Zwart het nakijken (10). Even later als Brasser in het beruchte ge bied wordt „genomen", krijgt A. D. O. een penalty. Beentjes schiet, maar De Zwart stopt het schot. Tot de rust blijft A. D. O. sterker. De tweede helft begint met een serie goede aanvallen van Teylingen, doch de achterhoede van A. D O. is er goed in. De strijd wordt steeds spannender. Een vrije schop even buiten het strafschop gebied wordt door v. d. Ploeg keurig ingescho ten, doch even mooi door Beentjes gekeerd. Als even later bij een goeden aanval van Teylin gen, Homan is doorgebroken, komt plotseling Zonneveld te voorschijn, die hem de kans op het nippertje ontneemt. Als het einde komt, heeft A. D. O. haar eerste overwinning behaald. Verdere uitslagen: A. D. O. 3—Vios 2 2—1 S. V. A.—A. D. O. 0—2 (Men schat het aantal radioluiste raars in de geheele wereld thans op 240 millioen of een negende deel van het menschenras.) De radiobeluisteraars Zijn in de wereld een op negen, Volgens de „aards"berekenaars, Ronduit gezegd valt dat me tegen. Een kleine tweeduizend millioen, Die dus 't genot tot heden misten, Er is nog heel wat werk te doen Voor radiopropagandisten. Dat Papoea en Eskimo Nog altijd niet het fijne weten Van luistren naar de radio, Mag zeker wel verklaarbaar heeten; Maar dat er massaas ongeteld, In. wat men noemt, beschaafde staten, Nog steeds niet op zijn ingesteld. Verwondert me wel bovenmate. Ik denk zoo, dat wanneer ons land Afzonderlijk eens werd genomen, Men op een heel wat hooger stand. Dan slechts een negende zou komen. Doch ziet men heel de wereld aan, Dan kan men dus van nu af weten, Dat radio nog ver moet gaan, Voor zij echt „luisterrijk" mag heeten. P. GASUS De grootste sensatie na de geluidsfilm. Het witte doek heeft diepte gekregen. De Stereofilm vanaf VRIJDAG a.s. (Adv. Ingez. Med.) AANGERAND. In het Rijkenspark is Zaterdagmiddag een 5 1/2-jarig meisje aangerand. Door de beschrij ving welke een ouder meisje van den man wist te geven, is het de gemeente-politie gelukt den dader op te sporen. Sigaar als liefhebberij. De Haagsche Post heeft een „onpolitiek in terview" gehad met minister-president dr H. Colijn, waarin deze vertelt van de moeilijke dagen, die hij heeft doorgemaakt. Nachten lang heeft hij niet meer dan drie uur kunnen slapen. „Gisteren voelde ik mij wel moe in de Ka mer," zeide dr. Colijn. „De leiding van het kabinet vergt veel en ik ben nog voorzitter van allerlei commissies ook." En met nadruk gaf dr. Colijn een pluim aan zijn ambtenaren. Woordelijk zeide hij; „Maar ik heb aan de de partementen voortreffelijke krachten onder mijn ambtenaren. Juweelen." De minister blijkt de monetaire gebeurte nissen der laatste dagen zich persoonlijk sterk te hebben aangetrokken, maar thans is hij er over heen. Hij toonde den interviewer een plaat uit de .Morning Post", waarin de teeke naar hem een salto-mortale laat maken. „Dien heb ik ook gemaakt," zeide de minis ter, „moeten maken. Nu zullen we er het beste uit trachten te halen wat mogelijk is." De interviewer heeft onderzocht, hoe dr. Colijn reageert op critiek en het bleek hem, dat de minister er over het algemeen ongevoe lig voor is, „hoewel als ik merk. dat de critiek uit het hart komt, als ze een zielekreet is, dan houd ik mij er wel mee bezig, dan loop ik er mee rond, om te onderzoeken of ik wel gelijk heb. En natuurlijk overkomt het mij ook wel dat ik twijfel. Dan spreekt het hier van bin nen." Hoe druk het leven van een minister-presi dent is blijkt duidelijk uit de dagindeeling, die dr. Colijn voorlegde aan zijn interviewer. Reeds om kwart over zeven is het opstaan. Ontbijten. Morgenpost doorzien. Half 9: wandeling (bij grooten spoed: de auto) naar het departement, ongeveer 40 minuten, 's Avonds 6 uur: weer thuis. Half 7: middagmaaltijd. Kwart over 7: studeervertrek tot 12 uur. Om middernacht naar bed. Van 12 tot 1 uur lezen in bed. De laatste nachten heeft de minister dit. helaas, door de gebeurtenissen, die hem in beslag na men, moeten overslaan, maar anders leest hij altijd van 12 tot 1 uur 's nachts, zonder man- keeren. En kwart over 7 staat hij weer op. Biografieën en geschiedenis blijken lieve lingsboeken van dr. Colijn te zijn. Zoo is hij op het oogenblik bezig aan de levensbeschrij ving van Balfour en aan de „History of Europe", onlangs in vier deelen verschenen- „En als ik nu eens een extra vermoeienden dag heb gehad," zeide de minister, „lees ik in dat nachtelijk uur een Engelsch detective verhaal." De interviewer heeft hem nog gevraagd of hij er bepaalde liefhebberijen op nahoudt. Deze vraag werd door dr Colijn begroet met een zekere verbazing. De hand met de sigaar ging de hoogte in en de minister zeide: „deze". Ten slotte deelde dr. Colijn nog mede. dat een uitgever hem kortgeleden reeds verzocht heeft zijn memoires te willen schrijven. „Als ik er ooit toe kom," zoo zeide de minister, ..dan mogen ze toch niet eerder verschijnen dan na miin dood." woord te kunnen zeggen. „Hoe weet hij alles gaan?" vroeg hij opeens aan Lutton. „Neen", riep Dennis, „alstublieft maakt u geen licht", toen hij zag dat William de groote kroon in het midden der zaal wilde aan steken. Hij liet zijn zaklantaarn schijnen en liep naar het groote glas in lood venster, bekeek het nauwkeurig en mompelde. „Ja, ja, het is eigenlijk wel waar.... Heb je de menschen beneden gezegd dat zij naar bed konden gaan?" vroeg hij opesen aan Lutton. „Ja". „O, wees dan zoo goed en vraag hen op te blijven. Zij moeten op een bevel wachten maar het liefst in de dienstbodenkamer en geen licht aansteken". Toen Lutton verdwenen was wilde de jonge Kings den detective het één en ander ver tellen maar deze wenkte met de hand. „Zegt u maar niets mijnheer Kings, voordat ik mij hier heb georienteerd" wees hij af en liep vastbesloten naar het paneel tusschen de twee gebrandschilderde vensters. Hier bukte hij zich tegen het onderste deel van het met prachtig lofwerk versierde beschot. William zag dat een gedeelte van ongeveer een halven meter groot week en met een schurend geluid in twee onzichtbare hengsels draaide. Dennis knikte ..Dat komt uit. juist wat ik had gedacht". Hij knipte zijn electrische zak lantaarn aan en belichtte de holle ruimte achter het weggeschoven paneel. Nu wenkte hij William naderbij te komen. „Ziet u", fluisterde hij, „dit is den ingang van de geheime gang van het kasteel. Deze gang staat in verbinding met het jachthuisje van Kolonel Grand. Uw geheimzinnige be zoeker maakte gebruik van dezen weg.... dat is te zeggen één der bezoekers". Hij lachte en sloot den ingang weder af. Nadat hij zijn lantaarn had geblindeerd, keek hij William bij het schijnsel der maan in het gelaat. De jonge man verroerde zich niet, hij staarde naar het paneel en schudde het hoofd. „Ik ben dit eerst kort geleden te weten gekomen", legde Dennis uit. „Eigenlijk, om nauwkeurig te zijn, gisteren, nadat ik een be zoek had gebracht aan het jachthuisje. Kolo nel Grand is een best mensch, niet? U kent hem toch? Ja, ja", vervolgde hij, zonder ant woord af te wachten, „een best mensch. zeer te vertrouwen". „Het is een openbaring voor mij", mom pelde William. „Ach neen sir, ik bedoel dat met die gang, dat ik zelf niet op het idee kwam als ik ge luid hoorde", antwoordde William. „Hoe zou u?", zei Dennis. „Bovendien is het heel aangenaam voor mij, dat u niet op dit idee bent gekomen. Trouwens, ik moet eerlijk zijn, ikzelf vermoedde dit, doch uw vader be vestigde mijn vermoeden Tk vroeg hem naar de werking van deze deur, dat was het wat ik op het kaartje schreef", voegde hij er lachend aan toe. William schudde het hoofd. „Ik kan er maar niet bij dat ik zoo stom kon zijn", bromde hij. Juist trad Lutton weer binnen. William keerde zich om. „Zeg, Jack luister eens, mr. Dennis vertelt mij daar iets zeer interessants. Er is hier een geheime gang. hij liet mij den toegang zien. De deur ervan maakte het vreemde geluid dat wij hoorden". Als William gedacht had dat zijn vriend verwonderd zou zijn, had hij zich vergist Zijn gezicht verhelderde plotseling, hij keek Wil liam lachend aan. „Ach hoe dom van mij!" riep hij uit, „je vader heeft het mij indertijd verteld, weliswaar niet dat den ingang hier was, maar wel dat er überhaupt een geheime gang bestond". „Zoooo!" zeide Dennis en floot tusschen de tanden. „Vader?" vroeg William, „hoe kwam hij er toe dat aan jou te vertellen? Maar hoe zei hij het dan?" „Ja, hoe zeide mijnheer Kings het?" vroeg nu ook Dennis. „Ik was pas aangekomen," begon Lutton te vertellen, „de oude heer en ik zaten in de eetkamer te praten. Wij spraken over het huls en de prachtige plafonds, toen de oude heer plotseling zeide. „we hebben hier ook one een geheime gang". „Wacht eens", bezon Lutton zich, „hij zeide eigenlijk, een onderaardsche gang", maar toen ik natuurlijk yroeg waar die heen leidde zeide hij dat zij dood liep en aan het einde vervallen was". Dennis lachte even maar William stond dom te kijken. „Dat vader dit wist en toch opzet telijk onwaarheid sprak", zeide hij verdrie tig, „zie je, dat snap ik niet". „Wacht u maar een poosje, mijnheer Kings," troostte Dennis, „u zult dadelijk alles te weten komen. Laten we ons eerst eens rustig installeeren want ik heb het één en ander te vertellen en als ik goed heb nagerekend heb ben we niet veel tijd". Bij déze woorden liep hij naar het andere einde der zaal en legde een bundel papieren op een speeltafeltje. „We hebben dus maar een paar minuten om u het meest onbegrij pelijke uit te leggen, tenminste de dingen die u beiden zoo onbegrijpelijk voorkwamen". „Een oogenblik", verzocht William, „we spraken daareven van de geheime gang, nu herinner ik mij toch dat ik ook zooiets 'ver moedde. Weet ie wel Lutton dat ik je een paar dagen geleden vertelde gegevens voor Angèle te zoeken en dat ik daarbij hier* in de wapen zaal stuitte op een figuur?" „Ja. natuurlijk herinner ik mij dat ik plaagde je met de „witte dame" van 't een zame huis", zeide Lutton „Ik voelde toen iets als een windvlaag of een koude tocht door het vertrek gaan en daarna was de verschijning opeens verdwenen", legde William uit. Dennis knikte. „Juist, ziet u wel dat u niets

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 5