GELD EN LIEFDE FEUILLETON Schön ning en Peflenaers na hun overwin- in den Zesdaagsche ie Parijs Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden.) 1) De rijkste man ter wereld. (Henry Garrick begon gevolgd door z'n privéseeretaris, Fred Holme, zijn dagelijkschen rondgang door de acht en veertig étages van het geweldige Garrick-gebouw. Op trottoirs roulants gleed hij langs de schier eindelooze gangen en snelle lifts voerden hem van de eene verdieping naar de andere. In de enorme vertrekken zaten achter schrijfmachines, kantoorboeken en reken machines, honderden meisjes en mannen, die slechts vluchtig opkeken, toen de :hef van dit geweldige bedrijf de verschillende rijen langs liep. De heeren wisten, dat Gar rick zoo min mogelijk een onderbreking van het werk gedoogde en zelfs het aardigste typistetje had de poging reeds lang opge geven om hem door smachtende, vurige of deemoedige blikken te fascineeren. Slechts de afdeelingschef in elk van de zalen, stond haastig van achter zijn, op een podium ge plaatst schrijfbureau op, om den „geweldige" met enkele korte woorden van den stand van zaken op de hoogte te brengen. In het eene vertrek was de boekhouding en de correspondentie der Ijzerfabrieken, in een ander weer de „Garrick's Automobiel industrie" ondergebracht; het .Zeepmonopo- iie" nam twee ruime zalen in beslag, de Bank een geheele étage, evenals de „Garrick's Spinnerij-trust", de „Garrick's Scheepvaart Maatschappij" er de „Western Railroad", waarvan Henry Garrick president-commissa ris en voornaamste aandeelhouder was. Een geheele verdieping was voor den export naar Europa, een andere voor dien naar Azië ingericht en de zakenrelaties met FrankrijK, Duitschland, Spanje. Indië, Japan, de Sovjet en Italië werden elk in een afzonderlijke zaal behartigd. Een Europeaan zou zich zeker niet hebben kunnen begrijpen, hoe het mogelijk was in deze enorme vertrekken, waarin vijftig men- schen achter even-zoovele schrijftafels waren gezeten, te werken. Minstens twintig schrijf machines klapperden tegelijkertijd, minstens even zoovele telefoongesprekken werden ook tegelijkertijd gevoerd. Want elk schrijfbureau had zijn eigen telefoon, welke voortdurend met de centrale en den afdeelingschef in ver binding stond. De laatste troonde hoog boven dit alles, zijn linkerhand speelde onophoude lijk met de vijftig toetsen, welke de vijftig lessenaars het spreeksignaal gaven, met de rechter maakte hij notities, met den mond sprak hij door de microfoon en met de ooren luisterde hij naar de antwoorden, die door de hoornschelp tot hem kwamen. Het was een oorverdoovend geritsel, ge fluister, geklapper, gebel en geroep en in dezen schijnbaren chaos heerschte toch de meest minutieuze orde en de geccncentreerd- ste wil. Henry Garrick, groot, breed geschouderd, het gelaat hoekig, met de regelmatigheid van een beeld, de oogen grijs en koel, het haar bruin, mocht het echte type van den Noord-Amerikaan worden genoemd, die er in een toga als Julius Caesar, in een colbert als een beroepsbokser en in een rok als Mac Kinley uitziet. Hoewel in werkelijkheid precies zes en dertig jaar oud, had men hem even goed voor dertig jaar of vijf en veertig kun nen houden en hij zou zeker niet meer dan het banale gemiddelde type zijn geweest, wanneer niet het hooge, gewelfde voorhoofd en de koude, scherpe oogen een buitengewone intelligentie hadden verraden. Ook in een ander opzicht onderscheidde hij zich gunstig van den gewonen Yankee. Terwijl deze gewoonlijk een jammerlijk ge brek aan talenkennis aan den dag legt, be- heerschte Garrick, hoewel hij een paar maal slechts vluchtig een bezoek van eenige weken aan Europa had gebracht, naast zijn moeder taal, het Duitsch, Fransch en Italiaansch bijna volkomen. Zijn secretaris, Fred Holme, geleek, hoewel hij ongeveer van denzelfden leeftijd was, in geen enkel opzicht op zijn chef. Min of meer gezet, volgens Amerikaansche begrippen zelfs dik, het gelaat met de vroolijke, zwarte oogen eenigszins opgeblazen, het kort geknipte haar borstelig en stug als de pennen van een egel, zag hij er niet als een Amerikaan uit, maar geleek hij zeker veel meer op een, het leven zoo goed mogelijk genietend, Fransch onderdaan. Zijn geheele verschijning boe zemde vertrouwen in en in de Progr-esclub waarvan Holme een zeer trouw lid was, be weerde men „Fatty", zooals men hem bij voorkeur noemde, nog nooit in een slechte stemming te hebben gezien. Twee uur had de rondgang reeds geduurd. Fred Holme begon te transpireeren en te blazen; het gelaat van zijn chef daarentegen verried geen enkele inspanning. Dit gelaat bleef onbewogen, als ware het uit steen ge houwen, de oogen stonden ondoorgrondelijk en verrieden niet of de een of andere mede- deeling een goeden dan wel een slechten indruk maakte. Een transactie was mislukt en had enorme verliezen veroorzaakt het filiaal in Peking meldde de totstandkoming van een onderneming, die tien -millioen dollar winst zou opleveren op het gelaat van Garrick vertrok geen spier, hij knikte nauwe lijks, gaf met korte afgebeten woorden zijn orders, vervolgde zijn weg en liet zijn on dergeschikten achter in een gevoel van on zekerheid en twijfel. Zij kwamen hem niet nader, wisten niets van hem, vonden geen brug naar zijn gedachten, bewonderden de dag en nacht in dezen man werkende energie en hielden hem voor een machine, die aan den druk van geheimzinnige hefboomen en contactknoppen gehoorzaamde. De laatste afdeeling, welke dezen dag be zocht werd, was de Duitsche. De afdeelings chef Peter MÖller, een germaansche reus met lichtblond haar en goedige, blauwe oogen, bracht zijn rapport uit. „De Franschen leggen ons in ons bedrijf te Barmen moeilijkheden in den weg en ma ken onzen ingenieurs het leven zoo onaange naam mogelijk. Ik heb me met Washington in verbinding gesteld. President Coolidge per soonlijk heeft onzen consul in EItoerfeld op dracht gegeven met nadruk te protesteeren. Ze worden tegen de Amerikanen voortdurend brutaler, die Franschen" Een zweem van een glimlach kwam om Garrick's dunne lippen. „Laat u uw begrijpelijken afkeer tegen alles wat Fransch is, buiten de zaken. Ik ben niet bijster gesteld op diplomatieke nota's. Het dunkt mij raadzamer er een man heen te sturen, die de Franschen met een paar dol lars den mond snoert. Noteert u dat alsje blieft. Anders nog iets?" Het verloofde paar. Möller aarzelde en werd verlegen. „Een kleinigheid nog. Boekhouder Jensen en Miss Burger verzoeken om een buitenge woon verlof van één week. Zij trouwen ko menden Maandag en zouden graag een huwe lijksreis maken". Een blik uit Garrick's oogen gleed ov«r de vijftig werkende menschen en reeds had hij geraden wie die trouwlustige Duitsche Miss Burger en haar verloofde. Jensen, waren. „Laat ze hier komen". De jeugdige Duitscher Willi Jensen, stond verlegen en deemoedig voor den „geweldige", terwijl zijn verloof-de dezen vol vertrouwen toelachte. Garrick monsterde beiden slechts ■en onderdeel van een seconde. „Gevraagd verlof verleend! Wat hebt u voor salaris, Jensen? Veertig per week; en u Miss Burger? Vijf en twintig, Mr. Möller, zorg u er voor, dat elk vijf dollar meer krijgt. M'n welgemeende gelukwenschen". Terwijl de jongeman de eene buiging na de andere maakte, stak het kleine Duitsche meisje den rijksten man ter wereld, vrijmoe dig de hand toe. „Dank u Mr. Garrick. En nog één verzoek! Aan onze bescheiden bruiloft in het Belvedère hotel wordt door de geheele Duitsche af deeling deelgenomen. Mag ik Mr. Garrick vriendelijk verzoeken ons ook de eer aan te doen?" Möller schrok zóó geweldig, dat hij zijn mond wijd opensperde. En de geheele zaal was over zulk een brutaliteit zoo stom veT- baasd, dat ettelijke schrijfmachines haar werk staakten en vijftig paar oogen naar de klein groep staarden. De verloofde liet ais schuldbewust het hoofd hangen en kromp in een als een wezel. Over Fred Holme's breed gezicht ging een vergenoegde grijns. Garrick echter bleef onbewogen; hij aarzelde slechts een oogenblik met het antwoord. Toen schud de hij krachtig het hem aangeboden handje. „Miss Burger, het zal me een buitengewoon genoegen zijn een half uur bij u en uw vrien den te vertoeven". Dat was een sensatie, die zich van zaal tot zaal, van verdieping tot verdieping voortplantte, tot de geheele wolkenkrabber het wist: Henry Garrick is van plan de een voudige bruiloft van dat Duitsche klerkje in dat derde rangs restaurant te bezoeken. En Miss Burger besefte eerst thans den omvang van haar vrijpostigheid en begon achter haar schrijfmachine van geluk, trots en angst te huilen. CWordt vervolgd), j De Wieringermeer krijgt zijn eigen marktcentrum. Woensdag werd te Middenmeer de eerste veemarkt rn de Wieringer- meer gehouden, waarbij het vee werd aangevoerd uit de nieuwste landaanwinst, de Wieringermeerpolder In het verbouwingsprogram van de Bank van Engeland te Londen is een doorgang opgenomen, geheel ten dienste van het publiek, opdat voorbijgangers niet het smalle trottoir op den hoek zullen behoeven te pas- seeren. De doorgang is nog door een kleine schutting afgesloten Een overzicht van de paardenmarkt, die Woensdag te Nijmegen werd ge houden en waarop verschillende bij zondere exemplaren werden aange voerd De Aartshertogin van Oostenrijk, Margaretha van Habsburg-Lotharingen, die te den Haag vertoeft, bracht Woens dag een bezoek aan den Oostenrijk- schen gezant Het corps mariniers defileerde Woensdag langs bet Departement van Defensie te den Haag voor den chef van den Marinestaf, Schout bij Nacht J. T. Fürstner ter gelegenheid van de jaarlijksche oefeningen Rie Mastenbroek na haar fraaie prestatie bij de zwemwed strijden te Londen, waarbij zij het Engelsch record 440 yards vrije slag verbeterde De groote brand in de petroleum-opslagplaatsen te Hemixem bij Antwerpen De brandweer tijdens het moeilijke blusschingswerk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8