Gevolgen van stormweer.
GELD EN LIEFDE
FEUILLETON
r> 11- I-L JI a- ao r™„lcrb» aviaJrir-A Het Grieksche s.s. „Okeanis", dat tengevolge van storm lek-
De ontortuinlijke noodlanding van de En9e T' e de sloeg, is behouden den Nieuwen Waterweg binnengesleept
Amy Moll.son nabij Chelsheld - Het gedeeltelijk vernielde boej jn de Waa|haven te Rotterdam
toestel
H. K. H. Prinses Juliana te Reckenwalde. De Prinses in gezelschap van Prins Bernhard bij het verlaten van het slot
Rechts Prinses Armgard
De overstrooming aan de Duitsche Noordzeekust tengevolge van den storm. Koeien in het ondergeloopen
land nabij Mittelnkirchen
De zuurkoolfabrieken aan den Langen-
dijk hebben de laatste dagen druk
werk met het inmaken van zuurkool,
waarvan groote partijen o.m. ook naar
Amerika worden verzonden. Het
lossen aan een der tabrieken
Het s.s. „Groenlo" is in de havan van
Amsterdam binnengesleept, nadat het
bij ruw weer een gedeelte van den
deklast en een der masten verspeeld had
Te Soest werd Woensdag in tegenwoordigheid van H. M. de Koningin het monument ter nagedachtenis aan wijlen H. M. Koningin
Emma onthuldDe vorstin luisterend naar de rede van den burgemeester
De eerste foto der aardbevingsramp in Noord Italië.
Een reddingsbrigade aan den arbeid bij ingestorte
huizen in de provincie Venetië
Roman van HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden.)
Zooals gezegd, keek de jonge dame hem
verschrikt aan en fluisterend zei ze:
„Pardon, heb ik u op uw voet getrapt?
Ik deed het heusch niet opzettelijk!"
Eerst nu schoot het Fred te binnen dat hij
het lieftallige wezentje had getrapt, zonder
zich te verontschuldigen; hij vergeleek on
willekeurig haar roerende bescheidenheid,
met de onhebbelijkheid, welke in zoo'n geval
een Amerikaansche aan den dag zou hebben
gelegd; hij nam zijn hoed af en maakte
een buiging,
„Integendeel dame, ik heb u pijn gedaan
en vraag daarom beleefd om verontschuldi
ging. Maar wat zoudt u er van zeggen, wan
neer we deze botsing eens als aanleiding be
schouwden, om in dit gezellige paviljoen sa
men ijs te eten?"
Het meisje wierp het hoofd in den nek.
„Mijnheer ik ben niet gewend me op straat
te laten aanspreken. Ik was juist van plan
hier te gaan zitten, maar
Zij sprak niet verder, werd zichtbaar ver
legen en bloosde zoo lief, dat Fred er ont
roerd door werd.
„Pardon dame. U wilde toch nog iets zeg
gen?"
De groene oogen begonnen vochtig te
glanzen; er trok iets om haar mondje. Zij
schudde het hoofd.
„Ach niets, mijnheer; een kleinigheid, dat
u niet zal intereseeren".
Fred wien de verandering in het gezicht
van het meisje niet ontgaan was, hield
aan:
„Stelt u alstublieft een beetje vertrouwen
bi mij. Vertelt u me maar gemist wat u op
het hart hebt. Maar laten we eerst plaatst
nemen, want de zon brandt hinderlijk op m'n
rug en hier is juist een tafeltje vrij".
Hij had het meisje, dat nog aarzelde, bij de
hand genomen en met zachten drang in
een rieten stoel gedrukt.
„Mijn naam is Fred Holme, in de Progress-
club word ik ook kortweg Fatty genoemd, ik
ben zoojuist uit New York aangekomen en nu
hier om wat zal ik zeggen ik ben met
een moeilijke opdracht naar het goede, oude
Europa gereisd".
„En ik heet Cissy Baronesse O'Connor, ik
kom uit Dublin en woon sinds een jaar in
Londen".
Fred voelde zich gelukkig. Een lieve jonge
vrouw, van adel, buitengewoon beschaafd,
een goed hai'tje hoe lief had ze hem niet
gevraagd of ze hem op z'n voet had getrapt!
schijnbaar alleen staand als dat niet
de goede naald voor Henry Garriek was! Maar
ze had zorgen, was zooeven plotseling verdrie
tig geworden, voelde zich ook nu nog zicht
baar verlegen en onbehaaglijk! Allo, Fred,
speur en tracht te weten te komen, wat hier
aan de hand is.
Hij bestelde zoo'n buitensporige hoeveel
heid plombiêres, ijs aardbeien en gebak, dat
Miss Cissy in lachen uitbarstte, hetgeen
haar nog bekoorlijker maakt, omdat zij bij
het lachen twee rijen sneeuwwitte tanden
liet zien.
„Ziet u, nu lacht u weer. Dat staat u voor
treffelijk! Maar waarom was u nu toch zoo
terneergeslagen?
Cissy Baronesse O'Connor zweeg; om haar
mond lag een nerveuze trek. Toen antwoord
de zij:
„Enfin, ik kan het u eigenlijk ook wel zeg
gen. 't Is tenslotte ook maar een kleinigheid:
stel u voor, iemand heeft me in het gedrang
op de boot, m'n portemonnaie uit m'n tasehje
gerold. Het was al het geld. dat. ik bij me
had, tien pond en ettelijke shillingen en
nu kon ik niet alleen geen verfrissching ne
men, maar moest ik me er bovendien op voor
bereiden naar Londen terug te moeten wan
delen".
Fatty was diep gtroffen.
„Arm kind! Maar wat een onzin. U had
toch eenvoudig den een of anderen netten
heer, die een betrouwbaren indruk maakte,
zooals mij bijv. kunnen aanspreken en om
bijstand kunnen verzoeken. Een Ameri-
kaansch meisje zou dat stellig gedaan heb
ben".
„Ja, ja, een Amerikaansch meisje, dat zich
tot Amerikaansche mannen kan wenden.
Maar Engelschen? Ba! Engelschen zijn allen
„rowdies" en gemeene kerels!"
En nu velde Cissy een kenschetsend Iersch
oordeel over de Britten. Uit haar mooie
oogen sprak diepe haat, haar kleine, blanke
handen balden zich tot schattige vuistjes.
Engelschen? Het erbarmelijkste ras op de
wereld. Of hij dan niet wist, wat dit volk
het ongelukkige, arme Ierland had aange
daan? O, zij zou er heel wat van kunnen
vertellen. De Iefrsche stamboom van haar fa
milie was al meer dan vijfhonderd jaar oud.
Haar beminde vader was als rebel, door
Engelsche soldaten geëxecuteerd, haar twee
broers eveneens, zoodat ze nu, wijl haar
moeder den dood van man en zoon niet lang
overleefd had, geheel alleen op de wereld
stond.
Cissy Baronesse O' Conner had zich zóó
opgewonden, dat zij haar tasehje opende en
haastig naar een zakdoekje zocht om dat
tegen de oogen te drukken. Bij deze gelegen
heid zag de diep ontroerde Amerikaan, dat
zich in het handtaschje een kleine, roode
portemonnaie bevond. En onwillekeurig dacht
hij: wat een geweldige pech heeft dat arme
kind! Zij heeft twee portemonnaies bij zich
en juist die, waarin ze haar geld bewaarde,
moest worden gestolen!
Op dit oogenblik ging een bedelaar voor
bij, die door een klein meisjt aan den arm
werd geleid. Terwijl Fatty in zijn broekzak
naar klein geld grabbelde, nam Cissy haastig
het kleine roode beursje uit haar tasehje.
opende het en nam er een blanke shilling voor
den bedelaar uit.
Fatty was stom verbaasd. Had Cissy zoo
even niet gezegd, dat zij noch geld voor een
verfrissching, noch voor de terugreis bezat?
En nu gaf ze een bedelaar een shilling, welk
bedrag voor beide uitgaven toereikend zou
zijn geweest!
Deze heele geschiedenis kwam Fred ten
slotte voor als een bevestiging van hetgeen
hij steeds beweerd had n.l. dat alle vrouwen
verstrooid zijn en in het bijzonder in geld-
aangelegenheden.
In het verloop van het verdere gesprek,
vertelde de knappe Iersche van haar leven
in Londeh. Ze woonde bij Lord en Lady Wil-
ford „au pair", d.w.z. zij werd daar als lid
van de familie beschouwd, terwijl zij als
tegenprestatie de twee kinderen van den
Lord les gaf. Bovendien ontving zij van haar
familie in Dublin een maandelijksche rente.
Fred wreef zich vergenoegd in de handen.
Alles liep als gesmeerd. Knap, beschaafd, arm
maar toch niet straatarm, alleenstaande,
maar toch altijd nog welgestelde familie
leden. En een héél lief karakter! Bewees dat
niet het feit, nat zij zooeven haar laatste
shilling aan een armen bedelaar had gegeven?
Hij nam zich ernstig voor, de volgende dagen
zoo vaak als slechts eenigszins mogelijk was,
met Cissy te zamen te komen om dan ten
slotte aan Garriek te kunnen seinen: „Heb
de mooiste naald in den hooiberg gevonden.
Kom haar oogenblikkelijk halen".
Maar nu moest hij eerst nog eens trach
ten uit te vinden of Cissy baronesse O'Con
nor niet op de een of andere wijze gebon
den was. Hij deed dit zeer diplomatiek, door
met de deur in huis te vallen.
„U zei zooeven, dat, u heelemaal alleen in
Londen was. Nou, een zoo mooi meisje als
u zal toch zeker wel een aantal vereerders
hebben, die hun hart en hand aan uw voe
ten leggen".
Over Cissy's lief gezichtje trok een donkere
wolk
„Het sterke geslacht in dit land is van
een zeer slechte kwaliteit, dat ondervindt
een arm meisje als ik dagelijks. Neen, ik
houd de mannen liever op een afstand en ik
heb ze ook niet noodig. Ik houd van m'n
ongelukkige vaderland en dat is voor mij
voldoende".
Allerliefst, meende Fred, zij het dan een
beetje eigenwijs, maar dat is' minder. Gar
riek kan komen, zien en overwinnen. Als het
noodzakelijk is, kan hij het Iersche nationale
fonds een millioen dollar geven, dat zal
Cissy's hart wel doen smelten.
Het was laat geworden en Fred bracht
Cissy in de auto naar Londen. Niet tot vóór
haar woning, want daar zou Lady Wilford
misschien verkeerde conclusies uit trekken.
Zij was trouwens een vrouw met een zeer
onaangenaam karakter, verschrikkelijk wan
trouwend en jaloersch.
Toen de chauffeur er wat meer gang in
zette, vleide Cissy zich behaaglijk in de kus
sens en babbelde:
„Papa schreef me gisteren, dat hij ook van
plan is een auto te koopen. Maar mama is er
tegen, omdat ze er van overtuigd is, dat je
er vroeg of laat een ongeluk mee krijgt".
Fatty snakte naar adem. Had het ijs haar
zinnen beneveld of was ze niet goed wijs?
Baron O'Conner was toch als rebel ge-
executeerd en Barones O'Conner's hart was
immers dientengevolge gebroken! Wat be-
teekende dat nu? Ach, Cissy had nu zeker
weer andere ouders op het oog, adoptief
of stiefoudersIn Ierland was het zeker ge
woonte, dat een jong meisje wanneer tg
wees werd, weer andere ouders kreeg toege
wezen. Een heel verstandige instelling, dl#
men in Amerika ook wel zou kunnen invoe
ren! Zou hij het eens vragen? Maar neen,
waarom dat arme, lieve kind aan al die sterf
gevallen en terechtstellingen te herinneren
dat kon wachten, hij zou wel alles vernemen,
wanneer hij eerst wat vertrouwelijker waa
met de goudblonde Iensche.
(Wordt vervolgd).