D
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN
De Prinses en Prins BernHard
op Lopshorn.
Nederlandsch Reclamevlieger
naar Spanje?
VOOR DEN-
I
-KANTONRECHTER
De Ziekenhuisverzekering te
Haarlem.
BURGERLIJKE STAND
Fraai succes van Wales; Het Engelsche elftal heeft niet aan
de verwachtingen beantwoord; Chelsea's moeilijke tegen
stander; Charlton beleeft een invasie; Indrukken van het
spel der Duitschers; Lof voor Szepan; Slechte tijden voor
Gateshead en Manchester City; Over het Noorsche elftal;
Waring komt terug; Voetbal in Beverwijk.
Voor de eerste maal sinds 1882 is Wales er
ln geslaagd, op eigen terrein van Engeland te
Winnen. Weliswaar hadden de roodbaadjes in
totaal reeds acht overwinningen op deze te
genstanders behaald, doch in de laatste 54
jaar was dit in een thuismatch niet meer
voorgekomen. Stel u eens voor, lezer, dat het
Nederlandsch elftal, na meer dan een halve
eeuw daartoe vergeefsche pogingen in het
werk te hebben gesteld, in het Amsterdamsche
Stadion de Belgen zou verslaan, hoe groot
tiet enthousiasme over zulk een prestatie zou
zijn en ge hebt een idee van de geestdrift der
40.000 toeschouwers, die Zaterdag j.l. te Car
diff hun landgenooten zagen zegevieren.
Wales heeft dit succes ten volle verdiend,
doch daarbij dient onmiddellijk te worden
vermeld, dat het Engelsche elftal met zijn zes
nieuwe spelers niet aan de verwachtingen
heeft beantwoord. De keeper Holdcroft van
Preston North End heeft prachtig gespeeld en
ook de bekende spil Barker was uitstekend in
vorm, maar de backs Sproston (Leeds) en
Catlin (Wednesday) stonden machteloos te
gen de snelle aanvallen van de fel op den bal
zittende Welshe voorhoede. Daar bovendien de
kanthalfs Smalley (Wolves) en Keen (Derby)
hun vleugels onvoldoende steunden en slecht
plaatsten en de middenvoor Steele (Stoke)
door den spil Griffiths totaal overschaduwd
werd, „blotted out of the game", zooals de
Engelschman dit zoo kernachtig uitdrukt, is
het duidelijk, dat de beide buitenspelers
Crooks en Bastin slechts weinig gelegenheid
kregen om het doel der tegenpartij in gevaar
te brengen. Desondanks bezorgde de Arsenal-
linksbuiten zijn team voor de rust een 1—0
voorsprong, doch daarna kwam Wales zoo
overdonderend opzetten, dat slechts het bui
tengewone doelverdedigen van Holdcroft een
grootere nederlaag voorkwam.
De centre-half Griffiths was de ster van
het veld en men begrijpt niet, waarom het be
stuur van zijn club, Aston Villa, hem met alle
geweld als achterspeler wil opstellen. Ook de
middenvoor Glover (Grimbsy) heeft kranig
gespeeld en het scoren van het winnende
doelpunt was een juiste belooning voor zijn
oordeelkundig spelverdeelen. De gelijkmaker
van Wales wekte herinneringen aan een be
langrijken bekerwedstrijd op hetzelfde ter
rein in 1922 op. Cardiff en Tottenham waren
de tegenstanders en de Londenaars behielden
tot de laatste seconde een 1—0 voorsprong.
Toen kreeg de thuisclub een hoekschop té ne
men, die rechtstreeks met den laatsten trap
van de match in het Spurs-doel werd gede
poneerd, waardoor Cardiff het recht op een
„re-play" verkreeg, die zij, het zij terloops
medegedeeld, echter met 2—1 verloren.
Thans was het de rechtsbuiten Morris, die,
rekening houdend met den stormwind, het
leder met een sierlijken boog net onder de
Engelsche deklat deed verdwijnen, waarna
Glover even. later het vonnis voltrok.
Intusschen heeft de Engelsche. keuze-com
missie reeds het team samengesteld, dat
Woensdag op het Everton-veld tegen de Scot
tish League moest spelen, een wedstrijd, die,
wanneer deze regelen ln druk verschijnen,
reeds weer tot het verleden behoort. In dit
elftal zijn verschillende wijzigingen aange
bracht, hoewel aan Catlin en Keen nog een
kans gegeven wordt om zich te rehabiliteeren.
De opstelling luidde als volgt: Holdcroft (Pres
ton); Male (Arsenal, aanvoerder) en Catlin
(Wednesday); Britton (Everton), Gee (Ever-
ton) en Keen (Derby); Crooks (Derby), Ri
chardson (Huddersfield), Dean (Everton),
Westwood (Bolton) en Bastin (Arsenal).
Men ziet, dat Male wederom gekozen is en
dat voorts Dixie Dean en Britton weer eens in
het vuur worden gebracht. De rechtsbinnen
Richardson Is niet dezelfde speler van dien
naam, die als middenvoor destijds tegen Hol
land uitkwam; dat was een naamgenoot uit
West Bromwich Albion.
Chelsea is hard op weg, het record van
Wales te evenaren. Weliswaar betreft het hier
geen tijdsverloop van 54 jaar, doch de club
van Stamford Bridge heeft ln 23 jaar geen
thuismatch tegen Sheffield Wednesday ge
wonnen; de wedstrijd van Zaterdag eindigde
in een gelijk spel.
Thans heeft ook de laatst overgebleven on
geslagen League-club een nederlaag geleden,
want Huil City (5,111 Noord) werd met 5—2
door Mansfield Town (3) geklopt.
Charlton Athletic (10), dat twee seizoenen
geleden nog in de derde klasse speelde, be
leefde een der hoogtepunten in haar bestaan,
want niet minder dan 77.000 toeschouwers
woonden den thuiswedstrijd tegen het, op
Bastin na, volledige Arsenal (15) bij. De be
kerhouders waren technisch juist iets beter
en wonnen door doelpunten van Davidson en
Compton verdiend met 20.
De beide wedstrijden, die Duitschland in de
afgeloopen week in Groot-Brittannië heeft ge-
1 en waarvan het resultaat ongeveer aan
onze, twee weken geleden in deze rubriek uit
gesproken verwachtingen heeft beantwoord,
hebben in de Engelsche sportpers aanleiding
gegeven tot veel commentaar. Algemeen
wordt het in de match tegen Schotland ver
toonde spel geprezen en er zijn zelfs deskundi
gen, die de technische kwaliteiten der Duit
schers even hoog aanslaan als die der Schot
ten, wat toch inderdaad lof van de hoogste
orde beteekent. Over Szepan is men enthou
siast; men noemt hem den besten binnen-
voorwaarts, die er momenteel op de wereld te
vinden is en dat, terwijl een rechtsbinnen als
Walker, voor wien Arsenal meer dan L0.000
pond heeft geboden, in denzelfden wedstrijd
speelde. Wij hebben deze match niet bijge
woond en bovendien Szepan slechts eenmaal
in actie gezien, doch het wil ons lichtelijk
overdreven voorkomen, als beweerd wordt, dat
zijn aanwezigheid in het Arsenal-team dit
Londensche elftal weer even sterk zou maken
als twee jaar geleden.
Overigens is men in Engelsche voetbal
kringen thans wel terdege overtuigd, dat het
continentale voetbal groote vorderingen maakt
en weinig achter staat bij het inheemsche.
Dit betreft niet zoozeer het spelpeil der
League-clubs, wier spelers natuurlijk goed op
elkaar zijn ingesteld, dan wel de nationale
ploegen. Want terwijl men ln Engeland, wel
licht niet ten onrechte klaagt over een elf
tal van internationals, spreekt men over het
Duitsche team als een internationaal elftal,
m. a. w. dat de ploeg door gezamenlijke oefe
ning een betere eenheid vormt. In dit ver
band wordt lof toegezwaaid aan de leiding
van Otto Nerz, aan wien het Duitsche verte
genwoordigende voetbal alles te danken lieeft.
Hieruit blijkt dus wel, dat we in Holland ten
aanzien van de training van het Nederlandsch
elftal reeds lang op den goeden weg zijn, al
zullen er zich binnenkort ongetwijfeld moei
lijkheden voordoen bij het zoeken naar ge-
Schikte plaatsvervangers voor Van Heel en
Anderiesen.
Tegen den Ierschen Vrijstaat hebben de
Duitschers het er niet zoo goed afgebracht.
Zelfs in aanmerking genomen, dat het hun
tweede wedstrijd in één week was en dat de
Vrijstaters met enkele, in Engelsche clubs uit
komende landgenooten waren versterkt, komt
de Hollandsche 5—3 overwinning van het vo
rige seizoen toch wel in een zeer gunstig licht
te staan. Het tempo van de Ieren was voor de
Duitschers op den duur te hoog, met het ge
volg, dat ze in de tweede helft welhaast over
speeld werden. Men kan de situatie misschien
het beste vergelijken met het spelbepld van
de onlangs gespeelde match R. C. H.—Ajax,
waarin onze stadgenooten door een voortdu
rend hoog tempo den technisch beteren Am
sterdammers beletten, ln het voordeel te ko
men, met dit verschil, dat Ajax geenszins
overspeeld werd.
Het is bekend, dat verschillende League
clubs in de Noordelijke en Zuidelijke derde
divisies er financiëel slecht voorstaan, maar
Gateshead heeft het toch wel héél ongelukkig
getroffen. Deze vereeniging, die oorspronkelijk
onder den naam South Shields in de tweede
klasse uitkwam en tenslotte degradeerde, kon
zich, door de concurrentie van het nabije
Newcastle United niet handhaven en de di
rectie besloot, de geheele club met toebehoo-
ren naar Gateshead over te brengen en tege
lijkertijd den naam te veranderen. Aanvan
kelijk bracht deze verhuizing eenig succes, de
recettes waren iets grooter en het team was
geruimen tijd in „the running" voor promotie.
Totdat in het door hen verlaten South Shields
een nieuwe club werd opgericht, die om de
een of andere reden zich direct in de belang
stelling van de bevolking mocht verheugen,
zoodat de recettes veel hooger zijn dan ze ooit
bij haar voorgangster waren, terwijl thans
bijna niemand meer naar de matches van
Gateshead komt kijken. De club staat thans
met 4 punten uit 10 wedstrijden onder aan de
ranglijst en het is zeer de vraag, of zij het tot
het einde van het seizoen kan bolwerken.
Doch ook in de eerste klasse is het niet alles
rozegeur en maneschijn. Manchester City
dat in 1934 en 1935 toch nog in de bekerfinale
uitkwam, zit eveneens op zware lasten. De
club is zelfs bereid, enkele van haar beste
spelers te verkoopen (o.a. Donnelly, die naar
Schotland terug wil) om met het aldus ver
kregen geld een geschikten middenvoor te
kunnen aanschaffen. Sinds de verwonding
van Tilson heeft men verschillende krachten
als aanvalsleider geprobeerd, b.v. Doherty,
Heale en den uitstekenden linksbuiten Erie
Brood, doch geen van allen voldeed geheel
aan de eischen. Intusschen heeft de club zich
tot nu toe goed kunnen handhaven; zij staat
aomenteel op de achtste plaats met 11 pun
ten uit 11 matches.
Men schijnt vrij algemeen van meening te
zijn, dat het Nederlandsch elftal met Noor
wegen weinig moeite zal hebben. Er is echter
geen enkele aanleiding om een gemakkelijke
overwinning van onze nationale ploeg te mo
gen verwachten. In de eerste plaats hebben
de Noren nog onlangs te Berlijn het sterke
Duitsche elftal op eigen grond met 2—0 ver
slagen en voorts is in de vroegere ontmoe
tingen tusschen Nederland en Noorwegen
laatstgenoemd land er het beste afgekomen.
Op 31 Augustus 1919 werd te Oslo de °erste
wedstrijd gespeeld, die in een 1—1 gelijk spel
eindigde. Het duurde tien jaar, alvorens de
tweede match, eveneens te Oslo, plaats had.
Holland, dat aanvankelijk een 3—0 voorsprong
had, zag zich deze totaal ontpomen en enkele
minuten voor het einde nam iNoorwegen zelfs
met 4—3 de leiding. |n de laatste oogenblik-
ken slaagden de onzen er toen in, den stand
4—4 gelijk te maken.
De derde ontmoeting had op 3 November
1929 te Amsterdam plaats en daarin toonden
de Noren zich verre de meerderen, want met
niet minder dan 4—1 moest Nederland het
onderspit delven.
Er is dus allerminst reden om zoo optimis
tisch gestemd te zijn, want al is het Neder
landsch elftal sindsdien zeer in kracht voor
uitgegaan, daarom zal Noorwegen ook niet
stil gezeten hebben en bovendien heeft hun
elftal in de laatste maanden verscheidene in
terlandwedstrijden gespeeld, terwijl onze
ploeg sedert Mei niet meer als zoodanig in het
veld is geweest. Laat ons echter hopen, dat
de optimisten gelijk krijgen, al voelen wij
meer voor een fraaien, spannenden kamp dan
voor een gemakkelijke overwinning, zooals
het vorig jaar op Denemarken behaald werd.
Het gebeurt niet dikwijls, dat een beroeps
speler, wanneer hij eenmaal door zijn eerste
club verkocht is, na enkele jarën weer naar
dezelfde vereeniging terugkeert. Dit is het ge
val met „Pongo" Waring, die destijds door
Tranmere Rovers (III Noord) aan Aston Villa
voor een hoog bedrag werd overgedaan. Door
verschillende bijkomstige omstandigheden
kon Waring, goed speler als hij was, zijn aan
dacht niet ten volle aan het spel geven en na
een paar seizoenen vertrok hij naar Barnsley.
Deze club bereikte, mede door zijn toedoen,
het vorige jaar de zesde ronde van den be
ker, alvorens door Arsenal te worden uitge
schakeld. Waring kwam intusschen door een
gebroken arm op non-actief en verscheen bij
den aanvang van dit seizoen in de kleuren
van Wolverhampton Wanderers. Ook daar
heeft hij het om bovengenoemde redenen niet
lang uitgehouden en thans is hij tot zijn eer
ste liefde, Tranmere Rovers, teruggekeerd.
Een dergelijk geval heeft zich ook voorge
daan met den Barnsley-binnen voorwaarts
Hine, een vooral tactisch, buitengewoon goed
speler. Hine vertrok na lange onderhande
lingen naar Manchester City, had daar veel
succes, doch werd tenslotte aan Leicester City
overgedaan. Na een verblijf van enkele jaren
te Leicester scoort hij thans weer waarde
volle doelpunten voor Barnsley, dat, na vorig
jaar op het nippertje ontsnapt te zijn, thans
de zevende plaats op de ranglijst inneemt met
13 punten uit 11 wedstrijden.
Opmerkelijk is de snel groeiende belang
stelling voor voetbal in Beverwijk. Ten deele
is dit waarschijnlijk een gevolg van het succes
der plaatselijke clubs, die beide, zoowel de
Kennemers als Beverwijk, in de laatste twee
seizoenen promoveerden. Deze twee vereeni-
gingen hebben een groote schare supporters,
die met onverflauwde belangstelling de ver
richtingen van hun favorieten volgen en ook
bij de wedstrijden der reserve-elftallen dik
wijls aanwezig zijn.
MADRID ANTWOORDT OP ENGELSCH
AANBOD.
De regeering te Madrid heeft geantwoord
op de jongste Britsche nota, inzake het lot van
vele gevangenen en gijzelaars, zoowel in han
den van de regeeringstroepen als van de op
standelingen en het aanbieden van de dien
sten van de Britsche vloot tot uitwisseling
van deze gevangenen. In dit antwoord wordt
gezegd, dat te Madrid geen gevangenen zijn,
welke als gijzelaars kunnen worden beschouwd.
Wel is hier een aantal politieke gevange
nen, dat gearresteerd werd omdat zij op di
recte wijze deelnamen aan de revolutie tegen
de republiek. Hen vrij te laten zou onder de
gegeven omstandigheden gelijkstaan met het
helpen van de opstandelingen. De Spaansche
regeering is verwonderd, dat verondersteld
wordt, dat deze gevangenen, die wachten op
een proces van een rechtmatige rechtbank,
zouden worden bedreigd met massamoord.
In de nota wordt de Britsche regeering ten
slotte aangespoord haar volle invloed aan te
wenden om een eind te maken aap de schen
dingen van het niet inmengingspact.
„DE WANDELTOERIST".
Jl. Zaterdag en Zondag heeft bovenge
noemde vereeniging marschen georganiseerd
van 35 K.M. Zaterdagmiddag verschenen 50
personen. Zondag 180 aan den start.
Door het buitengewoon slechte weer is de
marsch Zondag echter na pl.m. 19 K.M. afge
broken. Vele vereeniglngen waren opgeko
men, o.a IJmuider Wandelsport Ver., Am
sterdam Vooruit, Oranje Garde Haarlem, A.
Z. V. A'dam, Viribus Unitis Santpoort, Olym-
pia Zaandam, Voortrekkers Beverwijk. De
Vroolijke Tippelaars, Spanbroek en Sparta
Winkel.
Algemeen leider was de heer J. C, v. Rijen-
dam, die dit naar genoegen deed. Hij dankte
de vereenigingen alsmede de controleurs,
starttafelcom. en de E.H.B.O..
De jury bestond uit de heer en W. J. Korte,
J. Martens en L. Braakman De extra prijzen
werden gewonnen door Voortrekkers, wissel
beker Sparta. Verstkomende groep. Grootste
groep Viribus Unitis, Santpoort.
(Speciale correspondentie).
DETMOLD, 26 Oct. Zooals gemeld zijn
Zaterdagmiddag om kwart over een Prinses
Juliana en Prins Bernhard op het jachtslot
Lopshorn aangekomen. Voorop reed een groote
groene auto waarin Prinses Armgard en de
vroegere Russische overste Patchoulickeff
waren gezeten. Daarop reed onder het geschal
der jachthoorns de bekende grijze Ford van
Prins Bernhard binnen. Toen de Prinses uit
stapte weerklonk een hartelijk gejuich van
een kleine groep met oranje getooide Neder
landers en Duitschers, die bij den ingang van
het Slot stonden. Na de zeer hartelijke be
groeting door Vorst Leopold en zijn familie
bood een Nederlandsche dame mej. Stein bloe
men aan. De prinses ging daarna aan den arm
van den vorst het bordes op. In de kleine eet
kamer van het eenvoudige jachtslot werd het
middagmaal gebruikt, waarvan de hoofd
schotel werd gevormd door een schotel dam-
hertenvleesch. Aan den maaltijd namen deel
Prinses Juliana en Prins Bernhard, de vorst
met zijn echtgenoote en zijn zuster, zijn doch
ter Siglinde en zijn zoons Chlodwich en Armin.
Na den maaltijd vertoefde het verloofde paar
nog eenige oogenblikken in het jachtslot, waar
van het gezelschap een foto werd gemaakt,
maar op uitdrukkelijk verzoek van Prins
Bernhard, beloofde de fotograaf, de foto niet
te zullen publiceeren.
Om half vier vertrok Prinses Armgard ver
gezeld van den overste voor een kort bezoek
aan de vorstelijke grafkelder te Detmold,
waar het stoffelijk overschot van haar gemaal
begraven ilgt Een half uur later, namen Prin
ses Juliana en Prins Bernhard afscheid om
naar het slot Bad Dreiburg eigendom van den
graaf van Oeynhausen te rijden, die familie is
van Prinses Armgard. Hier kwam later ook de
moeder van den Prins.
Te Bad Dreiburg werd overnacht, waarna
men gistermorgen de terugreis naar Nederland
aanvaardde Om twintig minuten voor drie
werd de grens te Glanerbrug bereikt waar
zich vele belanghebbenden bevonden, die het
verloofde paar hartelijk toejuichten. Daarop
reed de Prins, wiens auto werd voorafgegaan
door den wagen van zijn secretaris jhr. ir.
Röeel en gevolgd door een auto_van de rijks
politie, in de richting Enschedé.
Vermeld zij nog. dat Zaterdagmorgen na
het vertrek van het slot Brüggen bij Hannover,
Prinses Juliana en Prins Bernhard eerst een
bezoek brachten aan de oude Hanzestad Lem-
go, waar zij het beroemde Hexenburgemeis-
terhaus en het museum bezochten. Waar de
verloofden verwelkomd werden door kapitein
Steinecke, in opdracht van den Rijksstad
houder van Westfalen.
Dr. BURGER GEKOZEN VERKLAARD IN
DEN VOLKSRAAD
Batavia, 26 October (Aneta) De assistent
resident van Padang dr. E. J. Burger, is ge
kozen verklaard in de Volksraads-vacature,
ontstaan door het overlijden van den heer
Van Sandick, als vertegenwoordiger van de
vereeniging van ambtenaren van binnen-
landsch bestuur
EEN DER OUDSTE BLADEN TER WERELD
VERDWIJNT
BRUSSEL, 26 October. Het oudste Belgi
sche dagblad, tevens een der oudste dagbladen
ter wereld, de „Gazet van Gent" gaat na een
bestaan van 265 jaar verdwijnen.
Hij zou in diénst der Regeering
willen treden.
Ons bereikt een wonderlijk verhaal over een
Nederlandschen reclamevlieger, Van Gelderen
genaamd, die kort geleden uit het Gooi met
een tweepersoons Avro-sportvliegtuig met mo
tor van het type Gipsy 2 zou zijn opgestegen
en naar Parijs gevlogen ondanks een hem op
gelegd startverbod. Dit startverbod was uitge
vaardigd nadat hij dezen zomer in België,
door te laag over het strand te vliegen, een
ongeluk had veroorzaakt, waarbij een dame
werd gedood.
Van Gelderens voornemen zou zijn, volgens
in het Gooi loopende geruchten, dienst te ne
men „als bommenwerper" bij de Spaansche
regeering, die hem daartoe een fantastisch
honorarium (beweerd wordt: 500 per dag)
zou hebben aangeboden. Inderdaad schijnt hij
op geheimzinnige wijze en ongeautoriseerd uit
het Gooi naar Parijs te zijn vertrokken, maar
wij merken op dat: le. een sportvliegtuig als
bommenwerper volkomen onbruikbaar is; 2e.
hij net zoo goed en zonder eenige geheimzin
nigheid per trein had kunnen vertrekken, als
de Spaansche regeering hem een van haar
toestellen had willen toevertrouwen; 3e. een
reclamevlieger geen oorlogsvlieger is, en zeker
niet zoo maar ineens een geweldigen bommen
werper zou kunnen besturen, die overigens
meer bediening eischt dan één man; 4e. het
genoemde honorarium volkomen ondenkbaar
is. Als de Spaansche regeering avontuurlijke
jonge buitenlanders voor de vliegerij wil hu
ren zou zij die heel wat goedkooper kunnen
krijgen. Haar tegenpartij trouwens ook. Ove
rigens is er nog geen tijding dat de reclame
vlieger Van Gelderen verder dan Parijs is ge
komen.
DINSDAG 27 OCT. 1936
Rake straf voor bollen kweeken
Het wordt thans „meenes" met de overtre
dingen van de crisismaatregelen. Vele bollen-
kweekers zijn reeds eens of meer voor den
Kantonrechter geweest, omdat zij zich niet
hadden aangesloten bij de sierteeltcentrale of
andere overtredingen hadden begaan. Tot nu
toe was dit altijd nog vrij goed afgeloopen,
al waren zware boetes opgelegd. Het wordt nu
echter anders.
Twee recidivisten stonden hedenmorgen
voor den Kantonrechter terecht. Het vorige
jaar hadden zij reeds hier gestaan, doch dit
jaar hadden zij zich weer niet aangesloten.
Eén van hen was zoo wijs, toen hij zag dat
het ging spannen, zich toch maar aan te mel
den bij de Centrale. Daardoor kwam hij er ge
nadiger af dan de ander. Want deze kreeg ze
ven dagen hechtenis, terwijl de verstandige
maar 25 boete moet betalen. Wij teekenen
hierbij aan, dat geen van beiden meer geteeld
had dan hem zou zijn toegestaan als hij zich
had aangemeld. Zeven dagen voor koppigheid,
een rake straf.
Ongebanderolleerd vet
Een vetsmelter uit IJmuiden stond terecht
omdat hij ongebanderolleerd vet op straat had
vervoerd. De man verdedigde zich er mee, dat
hij dat zou mogen. Hij was vetsmelter en die
mogen het in voorraad hebben. Maar daar
gaat het niet om; hij had het laten vervoeren.
De knecht had het naar een klant gebracht.
„Ja, er was geen gebanderolleerd vet, en ik
wilde de klanten toch bedienen'
Het vet had gestaan in de keuken en hij
had het meegenomen.
„Wist je baas dat dan niet?"
„Neen, die had er niets van gezegd".
„Maar was het dan geen gewoonte?"
„O, neen".
De Kantonrechter sprak er zijn twijfel over
uit, of dit hier niet één van die clandestiene
vetleveranties was, die zoo moeilijk op te spo
ren zijn. Dan zetten ze het vet in de keuken
en dan neemt de knecht het mee „buiten we
ten" van den baas.
,Dat vet was toch in pakjes nietwaar?'
„Ja zeker".
,Als het dan voor huisgebruik was, had het
toch wel in een pak gezeten?"
Maar de verdachte legde uit, dat dat juist
niet zoo was.
De. ambtenaar: ,Ja, de mogelijkheid be
staat, dat niet te bewijzen is, dat u in over
treding was'
Waarop de zaak werd aangehouden om te
onderzoeken of die keuken wel een .afgeslo
ten huisgedeelte'is, zooals de wet dat eischt.
Waar het op uit liep.
Tenslotte was het op een maand hechtenis
uitgeloopen en begonnen met een glas bier
teveel.
Maar daartusschenin lag een groot aantal
veroordeelingen wegens dronkeschap. Telkens
weer had men het met hem geprobeerd en
tenslotte was hij in Veenhuizen gebracht als
een onverbeterlijke dronkaard. Voor het feit
dat hij ten laatste dronken in de auto had
gezeten, kreeg de man 30 dagen hechtenis.
Snelle toeneming van het aantal
verzekerden.
HAARLEM Maandag.
Den laatsten tijd gaat de toeneming van
het aantal verzekerden voor de ziekenhuis-
verpleging, opengesteld door de gemeente
Haarlem, zeer snel. In 1934 steeg het aantal
slechts van 46114 op 46410 (meer 296) in 1935
van 46410 tot 48043 (meer 1633). Maar nu is
sinds 1 Januari van dit jaar het aantal reeds
tot over de 53000 gestegen, een vermeerdering
dus van ongeveer 5000.
Bi.i dit aantal zijn niet gerekend de inwo
nende kinderen beneden 16 jaar waarvoor
geen premie betaald behoeft te worden.
HAARLEM, 26 October.
Ondertrouwd 26 October: J. W. de Jager
en A. P. v. Woerden.
Bevallen 23 October: M. W. v. d. Bergde
Wit, z.; 24 October: J. H. v. DuijnWasse
naar, z.; C. Zieltjensv. Zeeland, d.; M. E. A.
Merckelbaghv. Rek, z. M. C. v. d. Berg
Marcelis, z.; H. P. A. Oude NijhuisSnoeks,
d.; C. H. JongensDreijer, z.; 25 October: H.
Hoving—Koelstra, z. C. Baarsv. Staveren,
z.; E. ter WalHoogendoorn, d.; T. Zand
bergSchipper, z.; 26 October: A. M. J. v. d.
Kerkhofv. d. Kroft, d.
Overleden 23 October: N. Lequin, 71 j.,
Frans Halsstraat; C. F. K. Schram, 74 j„
Jansstraat; 25 October: H. v. Daalen, 72 j.,
Timorstraat.
Een kunstgeschiedenis dei-
Nederlanden. Utrecht. W.
de Haan. N.V.
Nog afgezien van den inhoud is dit boek
een prestatie van de Utrechtsche uitgevers
firma, die bewonderd mag worden. Voor nog
geen vijf guiden een keurig gebonden en
rijk geïllustreerd kwartoboekdeel van vijf
en een half honderd pagina's aan te bieden,
met een tekst die geheel oorspronkelijk Hol-
landsch werk is, en in zeker opzicht in een
werkelijk bestaande behoefte voorziet, het
is een daad die beloond mag worden met
een woord van lof van den referent en een
groot debiet bij het publiek; want men be
grijpt dat alleen door een groote oplaag die
uitgaaf haar kosten kan dekken.
De bedoeling schijnt geweest te zijn een
prettig leesbaar overzicht te geven van wat
sinds de Middeleeuwen in de Nederlanden
aan kunst geproduceerd is. Men vond een
aantal specialisten bereid in dien geest te
arbeiden.
De specialisten die de verschillende hoofd
stukken van de kunstgeschiedenis der Neder
landen hebben behandeld, zijn: voor de
Bouwkunst der M'ddplR°uwen. Frans Ver
meulen. Voor de Noord Nederl Boekkunst
éier tijden, Dr. A. W. Bijvanck; voor de N.
Nederl. beeldhouwkunst, Prof. Vogelsang; de
schilderkunst uit de 15e en het begin der
16e eeuw wordt behandeld door Mr. N. Beets,
de rest der 16e eeuw door J. G. van Gelder
en N. F. van Gelder Schrijver.
Frans Vermeulen volgt dan weer met de
bouwkunst der vroege Renaissance en Prof.
Vermeylen volgt hem op met een hoofdstuk
over de Vlaamsche schilderkunst ten tijde
van Bruegel en Rubens. De redacteur Dr. H.
E. van Gelder behandelt in twee gedeelten
de schilderkunst der 17e eeuw.
De bouwkunst tijdens de Republiek wordt,
eveneens in twee gedeelten, door M. D.
Ozinga behandeld; voor den nieuweren tijd
vond men in Dr. F. van Thienen een be
spreker.
Over de beeldhouwkunst in de 17e eeuw
refereert Jonkvr. Dr. C. H. de Jonge, over
die van onzen tijd spreekt Dr. G. Knuttel
Wzn. Aan de schilderkunst wordt dan verder
het resteerende dezer kleine encyclopaedie
gewijd: die der 18e eeuw neemt Mr. A. Sta
ring voor zijn rekening, de 19e tot 1860 wordt
door J. Knoef gewaardeerd, de Haagsche
School door Dr. Gerard Brom. De heeren A.
M. Hammacher en Dr. Knuttel schrijven
over de twintigste eeuwsche peinture en als
intermezzo geeft Prof. Vermeylen dan nog
eeff beschouwing over de Belgische schilder
kunst der laatste honderd jaar.
Deze opsomming toont voldoende aan dat
men op meer dan waar-voor-zijn-geld mag
rekenen. Het boek is een soort volksuniversi
teit voor kunsthistorie geworden waarin de
ééne docent wat gemoedelijker, de andere
wat meer uit den katheder spreekt maar
allen zich beijverd hebben aangenaam on
derhoudend te zijn zonder aan wetenschap
pelijkheid in te boeten.
Op de tweehonderd illustraties zijn een
twaalftal kleurplaten ingevoegd, die voor
mijn gevoel nu niet bepaald tot het meest
geslaagde deel dezer uitmuntende uitgaaf
behooren. Voor groote oplagen is natuurlijk
als men toch kleur wil reproduceeren
de vier- of vijf kleuren-cliché druk noodza
kelijk. Maar als die niet buitengewoon zorg
vuldig gedrukt wordt komt men soms tot
onzuivere, soepige resultaten die vooral den
leek zullen verhinderen zuiver kleur te lee-
ren zien. Liever daarom zuiver zwart-en-wit,
dan die onzuivere kleurplaatjes.al vindt
het publiek die misschien ook aantrekkelijk.
Maar dat is ook de eenige opmerking die ik
op het oogenblik zou willen maken, wat de
uitvoerig van dit handboek aangaat.
Het is opmerkelijk dat er tot nu toe niets
van dien aard in onze taal en over onze
kunst bestond. Wel natuurlijk speciale wer
ken over onderdeelen en die behoeven
door dit nieuwe volstrekt niet buiten wer
king te worden gesteld doch geen samen
vattend geheel over de kunst van Noord- en
Zuid-Nederland. Voor de schilderkunst der
17e eeuw zal Prof. Martin's jongste werk van
grooter uitvoerigheid en intenser behande
ling blijven; voor die der negentiende zal
men steeds het werk van G. H. Marius blij
ven raadplegen: over de geschiedenis onzer
bouwkunst zijn uitnemende -werken voor
handen, maar een werk als dit, ,dat ik een
ware volksuniversiteit, blijf noemen, ontbrak
en zal voor zeT velen een aangename en
nuttige vraagbaak blijken ziin Wii zullen
er nog wel vaker een loonend. gebruik van
maken en dan op den inhoud terug komen.
Jan Poortenaar. Rembrandt.
Zijn Kunst en zijn Leven.
Jan Poortenaar. Het Chinee-
sche Landschap, naar de be
schouwing van den Chineeschen
meester Kwo Sji (elfde eeuw)
uitgegeven.
Beide uitgaven bij den schrij
ver te Amsterdam en De Sikkel
te Antwerpen
Het lijkt vermetel aan de litteratuur over
Rembrandt nog weer een nieuw boek toe te
voegen Als „een boek over den meester door
een schilder" wordt dit aangekondigd en
zonder twijfel zal een schilder tot de eersten
behooren die in staat zijn de grootheid dier
nationale figuur in haar diepsten grond te
vatten. En Jan Poortenaar is niet de eerste
schilder die van die grootheid komt getui
gen: Eugène From en tin en, in ons land, Jan
Veth, zijn de eerst invallende namen dezer
voorgangers. Toch blijft, naast de vermetel
heid, die schijnbaar is, het goed recht van
dezen jongeren kunstenaar bestaan Rem
brandt te schetsen zooals hij, op zijn beurt,
den Meester ondergaan heeft en wij, lezers,
kunnen daar slechts ons voordeel mee doen.
Poortenaar is een vlot schrijver, een vlug
denker, die, omdat hij zoo geheel apart staat
van de heilige huisjes der kunsthistorie, zich
veroorloven kan, op werk en omstandighe
den in Rembrandt's leven een eigen kijk te
hebben en daarvan op levendige wijze te ge
tuigen. Zoo wordt dit boek om meer dan één
reden tot een stuk aangename en hier en
daar zeer leerzame lectuur dat, door ruim
tachtig illustraties opgeluisterd, ons eenige
avonden kon bezig houden, onzen eerbied
voor Rembrandt nog schragend terwijl wij
van Poortenaar's frissche intuïtie vaak ge
noten.
Zijn belangstelling is even veelzijdig als
zijn arbeidzaamheid. Men dankt dezen
schrijver reeds velerlei aansporing tot be
langstelling. Zoo richtte zijn jongste activi
teit zich naar het Chineesche landschap in
de vroegste schilderkunst. Een geschrift van
een kunstenaar uit de elfde eeuw, vertaald
en ingeleid door L. Cranmer-Byng en Jan
Poortenaar geeft antwoord op de vragen:
„wat de Chineesche kunstenaars bewoog, het
schilderen van het landschap boven alles te
stellen, boven figuur, dier of bloem?
Wat bewoog hen, die lang-gerekte vormen
te kiezen, soms wel dertig maal zoo breed
als hoog, of vele malen zoo hoog als breed?
Wat ging er om in hun gedachteleven, wat
waren hun godsdienstige begrippen en hoe
beïnvloedden deze hun schilderkunst?"
Terwijl de latere Japansche prent een al
gemeen verbreide Europeesche belangstelling
gevonden heeft, weet men van de oudere
kunst van China betrekkelijk weinig af. Tot
een dieper inzicht daarin, kan deze schit
terend uitgevoerde publicatie bijdragen. Zij
verscheen in 300, bij Joh Enschedé gedrukte
exemplaren op Hollandsch-Van Gelder, met
een reeks prachtige reproducties op mat-
kunstdruk en in een door Poortenaar ont
worpen band.
Voor de vrienden der kunst uit het Oosten
een fraai feestgeschenk.
J. H. DE BOES.