D LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN De Prinses en Prins BernHard op Lopshorn. Nederlandsch Reclamevlieger naar Spanje? VOOR DEN- I -KANTONRECHTER De Ziekenhuisverzekering te Haarlem. BURGERLIJKE STAND Fraai succes van Wales; Het Engelsche elftal heeft niet aan de verwachtingen beantwoord; Chelsea's moeilijke tegen stander; Charlton beleeft een invasie; Indrukken van het spel der Duitschers; Lof voor Szepan; Slechte tijden voor Gateshead en Manchester City; Over het Noorsche elftal; Waring komt terug; Voetbal in Beverwijk. Voor de eerste maal sinds 1882 is Wales er ln geslaagd, op eigen terrein van Engeland te Winnen. Weliswaar hadden de roodbaadjes in totaal reeds acht overwinningen op deze te genstanders behaald, doch in de laatste 54 jaar was dit in een thuismatch niet meer voorgekomen. Stel u eens voor, lezer, dat het Nederlandsch elftal, na meer dan een halve eeuw daartoe vergeefsche pogingen in het werk te hebben gesteld, in het Amsterdamsche Stadion de Belgen zou verslaan, hoe groot tiet enthousiasme over zulk een prestatie zou zijn en ge hebt een idee van de geestdrift der 40.000 toeschouwers, die Zaterdag j.l. te Car diff hun landgenooten zagen zegevieren. Wales heeft dit succes ten volle verdiend, doch daarbij dient onmiddellijk te worden vermeld, dat het Engelsche elftal met zijn zes nieuwe spelers niet aan de verwachtingen heeft beantwoord. De keeper Holdcroft van Preston North End heeft prachtig gespeeld en ook de bekende spil Barker was uitstekend in vorm, maar de backs Sproston (Leeds) en Catlin (Wednesday) stonden machteloos te gen de snelle aanvallen van de fel op den bal zittende Welshe voorhoede. Daar bovendien de kanthalfs Smalley (Wolves) en Keen (Derby) hun vleugels onvoldoende steunden en slecht plaatsten en de middenvoor Steele (Stoke) door den spil Griffiths totaal overschaduwd werd, „blotted out of the game", zooals de Engelschman dit zoo kernachtig uitdrukt, is het duidelijk, dat de beide buitenspelers Crooks en Bastin slechts weinig gelegenheid kregen om het doel der tegenpartij in gevaar te brengen. Desondanks bezorgde de Arsenal- linksbuiten zijn team voor de rust een 1—0 voorsprong, doch daarna kwam Wales zoo overdonderend opzetten, dat slechts het bui tengewone doelverdedigen van Holdcroft een grootere nederlaag voorkwam. De centre-half Griffiths was de ster van het veld en men begrijpt niet, waarom het be stuur van zijn club, Aston Villa, hem met alle geweld als achterspeler wil opstellen. Ook de middenvoor Glover (Grimbsy) heeft kranig gespeeld en het scoren van het winnende doelpunt was een juiste belooning voor zijn oordeelkundig spelverdeelen. De gelijkmaker van Wales wekte herinneringen aan een be langrijken bekerwedstrijd op hetzelfde ter rein in 1922 op. Cardiff en Tottenham waren de tegenstanders en de Londenaars behielden tot de laatste seconde een 1—0 voorsprong. Toen kreeg de thuisclub een hoekschop té ne men, die rechtstreeks met den laatsten trap van de match in het Spurs-doel werd gede poneerd, waardoor Cardiff het recht op een „re-play" verkreeg, die zij, het zij terloops medegedeeld, echter met 2—1 verloren. Thans was het de rechtsbuiten Morris, die, rekening houdend met den stormwind, het leder met een sierlijken boog net onder de Engelsche deklat deed verdwijnen, waarna Glover even. later het vonnis voltrok. Intusschen heeft de Engelsche. keuze-com missie reeds het team samengesteld, dat Woensdag op het Everton-veld tegen de Scot tish League moest spelen, een wedstrijd, die, wanneer deze regelen ln druk verschijnen, reeds weer tot het verleden behoort. In dit elftal zijn verschillende wijzigingen aange bracht, hoewel aan Catlin en Keen nog een kans gegeven wordt om zich te rehabiliteeren. De opstelling luidde als volgt: Holdcroft (Pres ton); Male (Arsenal, aanvoerder) en Catlin (Wednesday); Britton (Everton), Gee (Ever- ton) en Keen (Derby); Crooks (Derby), Ri chardson (Huddersfield), Dean (Everton), Westwood (Bolton) en Bastin (Arsenal). Men ziet, dat Male wederom gekozen is en dat voorts Dixie Dean en Britton weer eens in het vuur worden gebracht. De rechtsbinnen Richardson Is niet dezelfde speler van dien naam, die als middenvoor destijds tegen Hol land uitkwam; dat was een naamgenoot uit West Bromwich Albion. Chelsea is hard op weg, het record van Wales te evenaren. Weliswaar betreft het hier geen tijdsverloop van 54 jaar, doch de club van Stamford Bridge heeft ln 23 jaar geen thuismatch tegen Sheffield Wednesday ge wonnen; de wedstrijd van Zaterdag eindigde in een gelijk spel. Thans heeft ook de laatst overgebleven on geslagen League-club een nederlaag geleden, want Huil City (5,111 Noord) werd met 5—2 door Mansfield Town (3) geklopt. Charlton Athletic (10), dat twee seizoenen geleden nog in de derde klasse speelde, be leefde een der hoogtepunten in haar bestaan, want niet minder dan 77.000 toeschouwers woonden den thuiswedstrijd tegen het, op Bastin na, volledige Arsenal (15) bij. De be kerhouders waren technisch juist iets beter en wonnen door doelpunten van Davidson en Compton verdiend met 20. De beide wedstrijden, die Duitschland in de afgeloopen week in Groot-Brittannië heeft ge- 1 en waarvan het resultaat ongeveer aan onze, twee weken geleden in deze rubriek uit gesproken verwachtingen heeft beantwoord, hebben in de Engelsche sportpers aanleiding gegeven tot veel commentaar. Algemeen wordt het in de match tegen Schotland ver toonde spel geprezen en er zijn zelfs deskundi gen, die de technische kwaliteiten der Duit schers even hoog aanslaan als die der Schot ten, wat toch inderdaad lof van de hoogste orde beteekent. Over Szepan is men enthou siast; men noemt hem den besten binnen- voorwaarts, die er momenteel op de wereld te vinden is en dat, terwijl een rechtsbinnen als Walker, voor wien Arsenal meer dan L0.000 pond heeft geboden, in denzelfden wedstrijd speelde. Wij hebben deze match niet bijge woond en bovendien Szepan slechts eenmaal in actie gezien, doch het wil ons lichtelijk overdreven voorkomen, als beweerd wordt, dat zijn aanwezigheid in het Arsenal-team dit Londensche elftal weer even sterk zou maken als twee jaar geleden. Overigens is men in Engelsche voetbal kringen thans wel terdege overtuigd, dat het continentale voetbal groote vorderingen maakt en weinig achter staat bij het inheemsche. Dit betreft niet zoozeer het spelpeil der League-clubs, wier spelers natuurlijk goed op elkaar zijn ingesteld, dan wel de nationale ploegen. Want terwijl men ln Engeland, wel licht niet ten onrechte klaagt over een elf tal van internationals, spreekt men over het Duitsche team als een internationaal elftal, m. a. w. dat de ploeg door gezamenlijke oefe ning een betere eenheid vormt. In dit ver band wordt lof toegezwaaid aan de leiding van Otto Nerz, aan wien het Duitsche verte genwoordigende voetbal alles te danken lieeft. Hieruit blijkt dus wel, dat we in Holland ten aanzien van de training van het Nederlandsch elftal reeds lang op den goeden weg zijn, al zullen er zich binnenkort ongetwijfeld moei lijkheden voordoen bij het zoeken naar ge- Schikte plaatsvervangers voor Van Heel en Anderiesen. Tegen den Ierschen Vrijstaat hebben de Duitschers het er niet zoo goed afgebracht. Zelfs in aanmerking genomen, dat het hun tweede wedstrijd in één week was en dat de Vrijstaters met enkele, in Engelsche clubs uit komende landgenooten waren versterkt, komt de Hollandsche 5—3 overwinning van het vo rige seizoen toch wel in een zeer gunstig licht te staan. Het tempo van de Ieren was voor de Duitschers op den duur te hoog, met het ge volg, dat ze in de tweede helft welhaast over speeld werden. Men kan de situatie misschien het beste vergelijken met het spelbepld van de onlangs gespeelde match R. C. H.—Ajax, waarin onze stadgenooten door een voortdu rend hoog tempo den technisch beteren Am sterdammers beletten, ln het voordeel te ko men, met dit verschil, dat Ajax geenszins overspeeld werd. Het is bekend, dat verschillende League clubs in de Noordelijke en Zuidelijke derde divisies er financiëel slecht voorstaan, maar Gateshead heeft het toch wel héél ongelukkig getroffen. Deze vereeniging, die oorspronkelijk onder den naam South Shields in de tweede klasse uitkwam en tenslotte degradeerde, kon zich, door de concurrentie van het nabije Newcastle United niet handhaven en de di rectie besloot, de geheele club met toebehoo- ren naar Gateshead over te brengen en tege lijkertijd den naam te veranderen. Aanvan kelijk bracht deze verhuizing eenig succes, de recettes waren iets grooter en het team was geruimen tijd in „the running" voor promotie. Totdat in het door hen verlaten South Shields een nieuwe club werd opgericht, die om de een of andere reden zich direct in de belang stelling van de bevolking mocht verheugen, zoodat de recettes veel hooger zijn dan ze ooit bij haar voorgangster waren, terwijl thans bijna niemand meer naar de matches van Gateshead komt kijken. De club staat thans met 4 punten uit 10 wedstrijden onder aan de ranglijst en het is zeer de vraag, of zij het tot het einde van het seizoen kan bolwerken. Doch ook in de eerste klasse is het niet alles rozegeur en maneschijn. Manchester City dat in 1934 en 1935 toch nog in de bekerfinale uitkwam, zit eveneens op zware lasten. De club is zelfs bereid, enkele van haar beste spelers te verkoopen (o.a. Donnelly, die naar Schotland terug wil) om met het aldus ver kregen geld een geschikten middenvoor te kunnen aanschaffen. Sinds de verwonding van Tilson heeft men verschillende krachten als aanvalsleider geprobeerd, b.v. Doherty, Heale en den uitstekenden linksbuiten Erie Brood, doch geen van allen voldeed geheel aan de eischen. Intusschen heeft de club zich tot nu toe goed kunnen handhaven; zij staat aomenteel op de achtste plaats met 11 pun ten uit 11 matches. Men schijnt vrij algemeen van meening te zijn, dat het Nederlandsch elftal met Noor wegen weinig moeite zal hebben. Er is echter geen enkele aanleiding om een gemakkelijke overwinning van onze nationale ploeg te mo gen verwachten. In de eerste plaats hebben de Noren nog onlangs te Berlijn het sterke Duitsche elftal op eigen grond met 2—0 ver slagen en voorts is in de vroegere ontmoe tingen tusschen Nederland en Noorwegen laatstgenoemd land er het beste afgekomen. Op 31 Augustus 1919 werd te Oslo de °erste wedstrijd gespeeld, die in een 1—1 gelijk spel eindigde. Het duurde tien jaar, alvorens de tweede match, eveneens te Oslo, plaats had. Holland, dat aanvankelijk een 3—0 voorsprong had, zag zich deze totaal ontpomen en enkele minuten voor het einde nam iNoorwegen zelfs met 4—3 de leiding. |n de laatste oogenblik- ken slaagden de onzen er toen in, den stand 4—4 gelijk te maken. De derde ontmoeting had op 3 November 1929 te Amsterdam plaats en daarin toonden de Noren zich verre de meerderen, want met niet minder dan 4—1 moest Nederland het onderspit delven. Er is dus allerminst reden om zoo optimis tisch gestemd te zijn, want al is het Neder landsch elftal sindsdien zeer in kracht voor uitgegaan, daarom zal Noorwegen ook niet stil gezeten hebben en bovendien heeft hun elftal in de laatste maanden verscheidene in terlandwedstrijden gespeeld, terwijl onze ploeg sedert Mei niet meer als zoodanig in het veld is geweest. Laat ons echter hopen, dat de optimisten gelijk krijgen, al voelen wij meer voor een fraaien, spannenden kamp dan voor een gemakkelijke overwinning, zooals het vorig jaar op Denemarken behaald werd. Het gebeurt niet dikwijls, dat een beroeps speler, wanneer hij eenmaal door zijn eerste club verkocht is, na enkele jarën weer naar dezelfde vereeniging terugkeert. Dit is het ge val met „Pongo" Waring, die destijds door Tranmere Rovers (III Noord) aan Aston Villa voor een hoog bedrag werd overgedaan. Door verschillende bijkomstige omstandigheden kon Waring, goed speler als hij was, zijn aan dacht niet ten volle aan het spel geven en na een paar seizoenen vertrok hij naar Barnsley. Deze club bereikte, mede door zijn toedoen, het vorige jaar de zesde ronde van den be ker, alvorens door Arsenal te worden uitge schakeld. Waring kwam intusschen door een gebroken arm op non-actief en verscheen bij den aanvang van dit seizoen in de kleuren van Wolverhampton Wanderers. Ook daar heeft hij het om bovengenoemde redenen niet lang uitgehouden en thans is hij tot zijn eer ste liefde, Tranmere Rovers, teruggekeerd. Een dergelijk geval heeft zich ook voorge daan met den Barnsley-binnen voorwaarts Hine, een vooral tactisch, buitengewoon goed speler. Hine vertrok na lange onderhande lingen naar Manchester City, had daar veel succes, doch werd tenslotte aan Leicester City overgedaan. Na een verblijf van enkele jaren te Leicester scoort hij thans weer waarde volle doelpunten voor Barnsley, dat, na vorig jaar op het nippertje ontsnapt te zijn, thans de zevende plaats op de ranglijst inneemt met 13 punten uit 11 wedstrijden. Opmerkelijk is de snel groeiende belang stelling voor voetbal in Beverwijk. Ten deele is dit waarschijnlijk een gevolg van het succes der plaatselijke clubs, die beide, zoowel de Kennemers als Beverwijk, in de laatste twee seizoenen promoveerden. Deze twee vereeni- gingen hebben een groote schare supporters, die met onverflauwde belangstelling de ver richtingen van hun favorieten volgen en ook bij de wedstrijden der reserve-elftallen dik wijls aanwezig zijn. MADRID ANTWOORDT OP ENGELSCH AANBOD. De regeering te Madrid heeft geantwoord op de jongste Britsche nota, inzake het lot van vele gevangenen en gijzelaars, zoowel in han den van de regeeringstroepen als van de op standelingen en het aanbieden van de dien sten van de Britsche vloot tot uitwisseling van deze gevangenen. In dit antwoord wordt gezegd, dat te Madrid geen gevangenen zijn, welke als gijzelaars kunnen worden beschouwd. Wel is hier een aantal politieke gevange nen, dat gearresteerd werd omdat zij op di recte wijze deelnamen aan de revolutie tegen de republiek. Hen vrij te laten zou onder de gegeven omstandigheden gelijkstaan met het helpen van de opstandelingen. De Spaansche regeering is verwonderd, dat verondersteld wordt, dat deze gevangenen, die wachten op een proces van een rechtmatige rechtbank, zouden worden bedreigd met massamoord. In de nota wordt de Britsche regeering ten slotte aangespoord haar volle invloed aan te wenden om een eind te maken aap de schen dingen van het niet inmengingspact. „DE WANDELTOERIST". Jl. Zaterdag en Zondag heeft bovenge noemde vereeniging marschen georganiseerd van 35 K.M. Zaterdagmiddag verschenen 50 personen. Zondag 180 aan den start. Door het buitengewoon slechte weer is de marsch Zondag echter na pl.m. 19 K.M. afge broken. Vele vereeniglngen waren opgeko men, o.a IJmuider Wandelsport Ver., Am sterdam Vooruit, Oranje Garde Haarlem, A. Z. V. A'dam, Viribus Unitis Santpoort, Olym- pia Zaandam, Voortrekkers Beverwijk. De Vroolijke Tippelaars, Spanbroek en Sparta Winkel. Algemeen leider was de heer J. C, v. Rijen- dam, die dit naar genoegen deed. Hij dankte de vereenigingen alsmede de controleurs, starttafelcom. en de E.H.B.O.. De jury bestond uit de heer en W. J. Korte, J. Martens en L. Braakman De extra prijzen werden gewonnen door Voortrekkers, wissel beker Sparta. Verstkomende groep. Grootste groep Viribus Unitis, Santpoort. (Speciale correspondentie). DETMOLD, 26 Oct. Zooals gemeld zijn Zaterdagmiddag om kwart over een Prinses Juliana en Prins Bernhard op het jachtslot Lopshorn aangekomen. Voorop reed een groote groene auto waarin Prinses Armgard en de vroegere Russische overste Patchoulickeff waren gezeten. Daarop reed onder het geschal der jachthoorns de bekende grijze Ford van Prins Bernhard binnen. Toen de Prinses uit stapte weerklonk een hartelijk gejuich van een kleine groep met oranje getooide Neder landers en Duitschers, die bij den ingang van het Slot stonden. Na de zeer hartelijke be groeting door Vorst Leopold en zijn familie bood een Nederlandsche dame mej. Stein bloe men aan. De prinses ging daarna aan den arm van den vorst het bordes op. In de kleine eet kamer van het eenvoudige jachtslot werd het middagmaal gebruikt, waarvan de hoofd schotel werd gevormd door een schotel dam- hertenvleesch. Aan den maaltijd namen deel Prinses Juliana en Prins Bernhard, de vorst met zijn echtgenoote en zijn zuster, zijn doch ter Siglinde en zijn zoons Chlodwich en Armin. Na den maaltijd vertoefde het verloofde paar nog eenige oogenblikken in het jachtslot, waar van het gezelschap een foto werd gemaakt, maar op uitdrukkelijk verzoek van Prins Bernhard, beloofde de fotograaf, de foto niet te zullen publiceeren. Om half vier vertrok Prinses Armgard ver gezeld van den overste voor een kort bezoek aan de vorstelijke grafkelder te Detmold, waar het stoffelijk overschot van haar gemaal begraven ilgt Een half uur later, namen Prin ses Juliana en Prins Bernhard afscheid om naar het slot Bad Dreiburg eigendom van den graaf van Oeynhausen te rijden, die familie is van Prinses Armgard. Hier kwam later ook de moeder van den Prins. Te Bad Dreiburg werd overnacht, waarna men gistermorgen de terugreis naar Nederland aanvaardde Om twintig minuten voor drie werd de grens te Glanerbrug bereikt waar zich vele belanghebbenden bevonden, die het verloofde paar hartelijk toejuichten. Daarop reed de Prins, wiens auto werd voorafgegaan door den wagen van zijn secretaris jhr. ir. Röeel en gevolgd door een auto_van de rijks politie, in de richting Enschedé. Vermeld zij nog. dat Zaterdagmorgen na het vertrek van het slot Brüggen bij Hannover, Prinses Juliana en Prins Bernhard eerst een bezoek brachten aan de oude Hanzestad Lem- go, waar zij het beroemde Hexenburgemeis- terhaus en het museum bezochten. Waar de verloofden verwelkomd werden door kapitein Steinecke, in opdracht van den Rijksstad houder van Westfalen. Dr. BURGER GEKOZEN VERKLAARD IN DEN VOLKSRAAD Batavia, 26 October (Aneta) De assistent resident van Padang dr. E. J. Burger, is ge kozen verklaard in de Volksraads-vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Van Sandick, als vertegenwoordiger van de vereeniging van ambtenaren van binnen- landsch bestuur EEN DER OUDSTE BLADEN TER WERELD VERDWIJNT BRUSSEL, 26 October. Het oudste Belgi sche dagblad, tevens een der oudste dagbladen ter wereld, de „Gazet van Gent" gaat na een bestaan van 265 jaar verdwijnen. Hij zou in diénst der Regeering willen treden. Ons bereikt een wonderlijk verhaal over een Nederlandschen reclamevlieger, Van Gelderen genaamd, die kort geleden uit het Gooi met een tweepersoons Avro-sportvliegtuig met mo tor van het type Gipsy 2 zou zijn opgestegen en naar Parijs gevlogen ondanks een hem op gelegd startverbod. Dit startverbod was uitge vaardigd nadat hij dezen zomer in België, door te laag over het strand te vliegen, een ongeluk had veroorzaakt, waarbij een dame werd gedood. Van Gelderens voornemen zou zijn, volgens in het Gooi loopende geruchten, dienst te ne men „als bommenwerper" bij de Spaansche regeering, die hem daartoe een fantastisch honorarium (beweerd wordt: 500 per dag) zou hebben aangeboden. Inderdaad schijnt hij op geheimzinnige wijze en ongeautoriseerd uit het Gooi naar Parijs te zijn vertrokken, maar wij merken op dat: le. een sportvliegtuig als bommenwerper volkomen onbruikbaar is; 2e. hij net zoo goed en zonder eenige geheimzin nigheid per trein had kunnen vertrekken, als de Spaansche regeering hem een van haar toestellen had willen toevertrouwen; 3e. een reclamevlieger geen oorlogsvlieger is, en zeker niet zoo maar ineens een geweldigen bommen werper zou kunnen besturen, die overigens meer bediening eischt dan één man; 4e. het genoemde honorarium volkomen ondenkbaar is. Als de Spaansche regeering avontuurlijke jonge buitenlanders voor de vliegerij wil hu ren zou zij die heel wat goedkooper kunnen krijgen. Haar tegenpartij trouwens ook. Ove rigens is er nog geen tijding dat de reclame vlieger Van Gelderen verder dan Parijs is ge komen. DINSDAG 27 OCT. 1936 Rake straf voor bollen kweeken Het wordt thans „meenes" met de overtre dingen van de crisismaatregelen. Vele bollen- kweekers zijn reeds eens of meer voor den Kantonrechter geweest, omdat zij zich niet hadden aangesloten bij de sierteeltcentrale of andere overtredingen hadden begaan. Tot nu toe was dit altijd nog vrij goed afgeloopen, al waren zware boetes opgelegd. Het wordt nu echter anders. Twee recidivisten stonden hedenmorgen voor den Kantonrechter terecht. Het vorige jaar hadden zij reeds hier gestaan, doch dit jaar hadden zij zich weer niet aangesloten. Eén van hen was zoo wijs, toen hij zag dat het ging spannen, zich toch maar aan te mel den bij de Centrale. Daardoor kwam hij er ge nadiger af dan de ander. Want deze kreeg ze ven dagen hechtenis, terwijl de verstandige maar 25 boete moet betalen. Wij teekenen hierbij aan, dat geen van beiden meer geteeld had dan hem zou zijn toegestaan als hij zich had aangemeld. Zeven dagen voor koppigheid, een rake straf. Ongebanderolleerd vet Een vetsmelter uit IJmuiden stond terecht omdat hij ongebanderolleerd vet op straat had vervoerd. De man verdedigde zich er mee, dat hij dat zou mogen. Hij was vetsmelter en die mogen het in voorraad hebben. Maar daar gaat het niet om; hij had het laten vervoeren. De knecht had het naar een klant gebracht. „Ja, er was geen gebanderolleerd vet, en ik wilde de klanten toch bedienen' Het vet had gestaan in de keuken en hij had het meegenomen. „Wist je baas dat dan niet?" „Neen, die had er niets van gezegd". „Maar was het dan geen gewoonte?" „O, neen". De Kantonrechter sprak er zijn twijfel over uit, of dit hier niet één van die clandestiene vetleveranties was, die zoo moeilijk op te spo ren zijn. Dan zetten ze het vet in de keuken en dan neemt de knecht het mee „buiten we ten" van den baas. ,Dat vet was toch in pakjes nietwaar?' „Ja zeker". ,Als het dan voor huisgebruik was, had het toch wel in een pak gezeten?" Maar de verdachte legde uit, dat dat juist niet zoo was. De. ambtenaar: ,Ja, de mogelijkheid be staat, dat niet te bewijzen is, dat u in over treding was' Waarop de zaak werd aangehouden om te onderzoeken of die keuken wel een .afgeslo ten huisgedeelte'is, zooals de wet dat eischt. Waar het op uit liep. Tenslotte was het op een maand hechtenis uitgeloopen en begonnen met een glas bier teveel. Maar daartusschenin lag een groot aantal veroordeelingen wegens dronkeschap. Telkens weer had men het met hem geprobeerd en tenslotte was hij in Veenhuizen gebracht als een onverbeterlijke dronkaard. Voor het feit dat hij ten laatste dronken in de auto had gezeten, kreeg de man 30 dagen hechtenis. Snelle toeneming van het aantal verzekerden. HAARLEM Maandag. Den laatsten tijd gaat de toeneming van het aantal verzekerden voor de ziekenhuis- verpleging, opengesteld door de gemeente Haarlem, zeer snel. In 1934 steeg het aantal slechts van 46114 op 46410 (meer 296) in 1935 van 46410 tot 48043 (meer 1633). Maar nu is sinds 1 Januari van dit jaar het aantal reeds tot over de 53000 gestegen, een vermeerdering dus van ongeveer 5000. Bi.i dit aantal zijn niet gerekend de inwo nende kinderen beneden 16 jaar waarvoor geen premie betaald behoeft te worden. HAARLEM, 26 October. Ondertrouwd 26 October: J. W. de Jager en A. P. v. Woerden. Bevallen 23 October: M. W. v. d. Bergde Wit, z.; 24 October: J. H. v. DuijnWasse naar, z.; C. Zieltjensv. Zeeland, d.; M. E. A. Merckelbaghv. Rek, z. M. C. v. d. Berg Marcelis, z.; H. P. A. Oude NijhuisSnoeks, d.; C. H. JongensDreijer, z.; 25 October: H. Hoving—Koelstra, z. C. Baarsv. Staveren, z.; E. ter WalHoogendoorn, d.; T. Zand bergSchipper, z.; 26 October: A. M. J. v. d. Kerkhofv. d. Kroft, d. Overleden 23 October: N. Lequin, 71 j., Frans Halsstraat; C. F. K. Schram, 74 j„ Jansstraat; 25 October: H. v. Daalen, 72 j., Timorstraat. Een kunstgeschiedenis dei- Nederlanden. Utrecht. W. de Haan. N.V. Nog afgezien van den inhoud is dit boek een prestatie van de Utrechtsche uitgevers firma, die bewonderd mag worden. Voor nog geen vijf guiden een keurig gebonden en rijk geïllustreerd kwartoboekdeel van vijf en een half honderd pagina's aan te bieden, met een tekst die geheel oorspronkelijk Hol- landsch werk is, en in zeker opzicht in een werkelijk bestaande behoefte voorziet, het is een daad die beloond mag worden met een woord van lof van den referent en een groot debiet bij het publiek; want men be grijpt dat alleen door een groote oplaag die uitgaaf haar kosten kan dekken. De bedoeling schijnt geweest te zijn een prettig leesbaar overzicht te geven van wat sinds de Middeleeuwen in de Nederlanden aan kunst geproduceerd is. Men vond een aantal specialisten bereid in dien geest te arbeiden. De specialisten die de verschillende hoofd stukken van de kunstgeschiedenis der Neder landen hebben behandeld, zijn: voor de Bouwkunst der M'ddplR°uwen. Frans Ver meulen. Voor de Noord Nederl Boekkunst éier tijden, Dr. A. W. Bijvanck; voor de N. Nederl. beeldhouwkunst, Prof. Vogelsang; de schilderkunst uit de 15e en het begin der 16e eeuw wordt behandeld door Mr. N. Beets, de rest der 16e eeuw door J. G. van Gelder en N. F. van Gelder Schrijver. Frans Vermeulen volgt dan weer met de bouwkunst der vroege Renaissance en Prof. Vermeylen volgt hem op met een hoofdstuk over de Vlaamsche schilderkunst ten tijde van Bruegel en Rubens. De redacteur Dr. H. E. van Gelder behandelt in twee gedeelten de schilderkunst der 17e eeuw. De bouwkunst tijdens de Republiek wordt, eveneens in twee gedeelten, door M. D. Ozinga behandeld; voor den nieuweren tijd vond men in Dr. F. van Thienen een be spreker. Over de beeldhouwkunst in de 17e eeuw refereert Jonkvr. Dr. C. H. de Jonge, over die van onzen tijd spreekt Dr. G. Knuttel Wzn. Aan de schilderkunst wordt dan verder het resteerende dezer kleine encyclopaedie gewijd: die der 18e eeuw neemt Mr. A. Sta ring voor zijn rekening, de 19e tot 1860 wordt door J. Knoef gewaardeerd, de Haagsche School door Dr. Gerard Brom. De heeren A. M. Hammacher en Dr. Knuttel schrijven over de twintigste eeuwsche peinture en als intermezzo geeft Prof. Vermeylen dan nog eeff beschouwing over de Belgische schilder kunst der laatste honderd jaar. Deze opsomming toont voldoende aan dat men op meer dan waar-voor-zijn-geld mag rekenen. Het boek is een soort volksuniversi teit voor kunsthistorie geworden waarin de ééne docent wat gemoedelijker, de andere wat meer uit den katheder spreekt maar allen zich beijverd hebben aangenaam on derhoudend te zijn zonder aan wetenschap pelijkheid in te boeten. Op de tweehonderd illustraties zijn een twaalftal kleurplaten ingevoegd, die voor mijn gevoel nu niet bepaald tot het meest geslaagde deel dezer uitmuntende uitgaaf behooren. Voor groote oplagen is natuurlijk als men toch kleur wil reproduceeren de vier- of vijf kleuren-cliché druk noodza kelijk. Maar als die niet buitengewoon zorg vuldig gedrukt wordt komt men soms tot onzuivere, soepige resultaten die vooral den leek zullen verhinderen zuiver kleur te lee- ren zien. Liever daarom zuiver zwart-en-wit, dan die onzuivere kleurplaatjes.al vindt het publiek die misschien ook aantrekkelijk. Maar dat is ook de eenige opmerking die ik op het oogenblik zou willen maken, wat de uitvoerig van dit handboek aangaat. Het is opmerkelijk dat er tot nu toe niets van dien aard in onze taal en over onze kunst bestond. Wel natuurlijk speciale wer ken over onderdeelen en die behoeven door dit nieuwe volstrekt niet buiten wer king te worden gesteld doch geen samen vattend geheel over de kunst van Noord- en Zuid-Nederland. Voor de schilderkunst der 17e eeuw zal Prof. Martin's jongste werk van grooter uitvoerigheid en intenser behande ling blijven; voor die der negentiende zal men steeds het werk van G. H. Marius blij ven raadplegen: over de geschiedenis onzer bouwkunst zijn uitnemende -werken voor handen, maar een werk als dit, ,dat ik een ware volksuniversiteit, blijf noemen, ontbrak en zal voor zeT velen een aangename en nuttige vraagbaak blijken ziin Wii zullen er nog wel vaker een loonend. gebruik van maken en dan op den inhoud terug komen. Jan Poortenaar. Rembrandt. Zijn Kunst en zijn Leven. Jan Poortenaar. Het Chinee- sche Landschap, naar de be schouwing van den Chineeschen meester Kwo Sji (elfde eeuw) uitgegeven. Beide uitgaven bij den schrij ver te Amsterdam en De Sikkel te Antwerpen Het lijkt vermetel aan de litteratuur over Rembrandt nog weer een nieuw boek toe te voegen Als „een boek over den meester door een schilder" wordt dit aangekondigd en zonder twijfel zal een schilder tot de eersten behooren die in staat zijn de grootheid dier nationale figuur in haar diepsten grond te vatten. En Jan Poortenaar is niet de eerste schilder die van die grootheid komt getui gen: Eugène From en tin en, in ons land, Jan Veth, zijn de eerst invallende namen dezer voorgangers. Toch blijft, naast de vermetel heid, die schijnbaar is, het goed recht van dezen jongeren kunstenaar bestaan Rem brandt te schetsen zooals hij, op zijn beurt, den Meester ondergaan heeft en wij, lezers, kunnen daar slechts ons voordeel mee doen. Poortenaar is een vlot schrijver, een vlug denker, die, omdat hij zoo geheel apart staat van de heilige huisjes der kunsthistorie, zich veroorloven kan, op werk en omstandighe den in Rembrandt's leven een eigen kijk te hebben en daarvan op levendige wijze te ge tuigen. Zoo wordt dit boek om meer dan één reden tot een stuk aangename en hier en daar zeer leerzame lectuur dat, door ruim tachtig illustraties opgeluisterd, ons eenige avonden kon bezig houden, onzen eerbied voor Rembrandt nog schragend terwijl wij van Poortenaar's frissche intuïtie vaak ge noten. Zijn belangstelling is even veelzijdig als zijn arbeidzaamheid. Men dankt dezen schrijver reeds velerlei aansporing tot be langstelling. Zoo richtte zijn jongste activi teit zich naar het Chineesche landschap in de vroegste schilderkunst. Een geschrift van een kunstenaar uit de elfde eeuw, vertaald en ingeleid door L. Cranmer-Byng en Jan Poortenaar geeft antwoord op de vragen: „wat de Chineesche kunstenaars bewoog, het schilderen van het landschap boven alles te stellen, boven figuur, dier of bloem? Wat bewoog hen, die lang-gerekte vormen te kiezen, soms wel dertig maal zoo breed als hoog, of vele malen zoo hoog als breed? Wat ging er om in hun gedachteleven, wat waren hun godsdienstige begrippen en hoe beïnvloedden deze hun schilderkunst?" Terwijl de latere Japansche prent een al gemeen verbreide Europeesche belangstelling gevonden heeft, weet men van de oudere kunst van China betrekkelijk weinig af. Tot een dieper inzicht daarin, kan deze schit terend uitgevoerde publicatie bijdragen. Zij verscheen in 300, bij Joh Enschedé gedrukte exemplaren op Hollandsch-Van Gelder, met een reeks prachtige reproducties op mat- kunstdruk en in een door Poortenaar ont worpen band. Voor de vrienden der kunst uit het Oosten een fraai feestgeschenk. J. H. DE BOES.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3