Minister Deckers opent bloemententoonstelling te De Kwakel.
GELD EN LIEFDE
FEUILLETON
Minister rnr. dr. L. N. Deckers opende Donderdag te De Kwakel,
gemeente Uithoorn, de chrysanthemumtentoonstelling, die er gehouden
wordt
Prins Bernhard bracht Donderdag een bezoek aan de Isabellakazerne te
's Hertogenbosch, waar hij het eskadron pantserwagens bezichtigde. Gekleed
in overall bega! de Prins zich in een der pantserwagens om een rit mede te
maken
mm
MÉ
De opgegraven fundamenten van de
torens bij den ingang van het oude
slot te Egmond aan de Hoef staan op
hetoogenblik nog in een beton-bekisting
De baan voor den Zesdaagsche in de Nenytohal te Rotterdam is
goedgekeurd. Onmiddellijk na de keuring stonden de renners gereed
om met hun training aan te vangen
Gereed voor den start. Prins Bernhard in een der pantserwagens, waarmede
hij Donderdag tijdens zijn bezsek aan den Bosch een rit door de hei maakte
De onlusten te Bombay tusschen Hindoes en Muzelmannen. De inhoud
van een geplunderden winkel in de wijk Kalbadevi wordt op straat
vernield
Een gewichtig werk. Niet minder dan 31.000 tulpenbollen zijn op de
Amsterdamsche scholen Donderdag gepot, waarvoor het initiatief ge
nomen was door de Amsterdamsche Vereeniging voor Schoolwerktuinen
Roman van HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden.)
14)
Er klonk een trompetsignaal en een man
brulde door zijn megafoon:
„De dames worden verzocht haar stembil
jetten in te leveren".
Begeleid door haar familieleden en aange
moedigd door de juichkreten van haar vrien
den en vereerders, kwam juffrouw Kathi
naar voren. Door de warmte plakte haar
vochtige haren op haar voorhoofd en zij zag
er niet voordeelig uit, toen zij haar mandje
met stembiljetten neerzette op de tafel, waar
aan de heeren van het comité en de officieele
stemopnemers gezeten waren.
Een ander, allerliefst, zwartgelokt meisje
legde een flink pak stembiljetten op de tafel,
en een derde jongedame, met een waarlijk
prachtige Junogestalte bracht slechts een
handvol stembiljetten.
Oolijke en ook scherpe opmerkingen lieten
zich onder het publiek hooren.
Fred popelde van ongeduld. Als Gaston
niet onmiddellijk kwam opdagen, liep zijn
plan mis. Maar plots was hij terug, in de
handen zijn hoed houdend, die boordevol met
stembiljetten gevuld was; zóó dat in de haast
enkele losse biljetten weg fladderden.
Toen gebeurde iets sensationeels op dit
zomerfeest. Fred nam den hoed, ging op het
blonde meisje toe en bood haar dezen aan
met de woorden:
„Vlug juffrouw! Hier zijn uw stembiljetten;
geeft u ze onmiddellijk af. U alleen en
niemand anders mag tot schoonheidskonin
gin worden uitgeroepen,
Franzi staarde hem met groote, verbaasde
oogen aan, niet begrijpende wat hij eigenlijk
wilde. Maar Rolf begreep de zaak, nam
Franzi bij haar arm en loodste haar naar de
tribune. Enkele minuten later was de telling
der stembiljetten, door middel van een weeg
schaaltje, afgeloopen en onder luide bijvals
betuigingen van de menigte, verkondigde de
mtm door de megafoon, op Franzi wijzende
die naast de drie andere dames hevig blo
zende op het podium stond:
„Deze jonge dame, Franzi genaamd haar
familienaam wil zij niet noemen heeft met
ruim drieduizend stemmen den schoonheids
prijs gewonnen. Het volgende aantal stem
men, één duizend twee honderd, verkreeg juf
frouw Katharina Bartstoffel en zij ontvangt
den tweeden prijs. De derde prijs verkreeg
Maar er ontstond zoo'n lawaai, dat men
den man met de megafoon niet meer ver
stond; men zag nog slechts dat de prijs-
winster haar armbandhorloge ontving en dat
juffrouw Kathi met spijtige gebaren het gou
den taschje in ontvangst nam. Daarna ver
spreidde zich de menigte in den tuin en het
bosch.
De fotograaf, die van de schoonheidskonin
gin met magnesiumlicht een opname voor
de geïllustreerde bladen wilde maken, moest
zich met de dochter van den melkboer te
vreden stellen, daar Franzi en Rolf, gevolgd
door Fred, zich ijlings uit de voeten hadden
gemaakt.
Fred Holme is tevreden.
Toen zij buiten het bereik der menigte ge
komen waren, stelde Fred Holme zich be
leefd aan hen voor en noodigde het, door de
plotselinge en onverwachte overwinning
uitgelaten tweetal met hem te soupeeren.
Zij keken elkaar verlegen aan, Franzi wierp
haar mooie hoofdje in den nek en zei schert
send:
„Dat zal niet gaan Mister Holme! Wij zijn
allebei zoo arm als kerkratten, w.e hebben
niet eens geld genoeg voor 't allergoedkoop
ste schoteltje".
Holme legde uit hoe de Amerikaansche ge
bruiken zijn:
„Bij ons betaalt altijd één enkele voor het
geheele gezelschap en daar ik u beiden uitge-
noodigd heb, moet ik alles betalen. Doet u mij
een genoegen en weest u mijn gasten".
Zij vonden het goed en weldra zaten zij te
zamen op het terras van het restaurant, van
alle kanten nieuwsgierig aangegluurd, terwijl
Fred den kelner zijn orders gaf. Hij bestelde
zóóveel en zoovelerlei dingen, alsof hij van
plan was den ganschen nacht aan tafel
te blijven zitten. Franzi zette van louter ont
zag en bewondering groote oogen op en de
jonge schilder begon al bij het hooren van
de bestellingen te watertanden en werkte
in afwachting daar van, alvast een paar soep
broodjes naar binnen.
Rivierkreeften, bouillon met ei, gebraden
kip met gemengde salade en fijne compote,
moccataart, ijs, vruchten, kaas en tenslotte
kleintjes koffie met likeuren.
Daar de kellner een wijntje van 1923 bij
zonder aanbeval, bestelde Fred daarvan drie
flesschen tegelijk.
Gedurende dit langzaam en plechtstatig
opgediende souper trachtte Fred op handige
en vriendelijke manier het jonge meisje voor
zichtig uit te hooren. Hij kreeg daarbij het
simpele waarheidsgetrouwe en onopgesmukte
verhaal van een straatarm, maar deugdzaam
Weensch meisje te hooren, dat geheel alleen
op de wereld stond, dat van haar handen
arbeid leven moest en dat al heel tevreden
was, wanneer ze eenmaal per week zooveel
kon eten als zij lustte. Het verheugde hem
buitengewoon te bemerken, dat haar vader
en moeder haar een uitstekende opvoeding
hadden gegeven en dat zij vrij behoorlijk
Engelsch sprak; in een woord al de kleinig
heden, die hij zag en hoorde versterkten hem
in zijn overtuiging, in Franzi de door Gar-
rick begeerde, ideale vrouw te hebben ge
vonden. De aanvankelijk met het oog op Rolf
gerezen bezwaren, bleken ongegrond. Hü con
stateerde, dat hier de liefde slechts van één
kant kwam, dat Franzi's hart nog geheel vrij
was en dat haar genegenheid jegens Rolf
uitsluitend van vriendschappelijken aard
was.
's Anderen daags moest Gaston op infor
maties uit. Hoewel Fred alreeds begrepen
had, dat over Franzi's lippen nimmer on
waarheden noch onoprechtheden konden ko
men wilde hij toch voorzichtig zijn en de
waarheid ten volle uitpluizen, 's Avonds laat
kwam Gaston hem verslag van zijn bevindin
gen doen.
Franzi stond in het huis aan den Ottakring
waar zij woonde en ook bij de buren in
hooge achting. Men hield algemeen veel van
haar en wist enkel goeds van haar te ver
tellen; haar levenswandel was onberispelijk
en zelfs haar omgang met den kunstschil
der gaf niemand aanleiding tot eenige af
keuring.
Fred was over deze inlichtingen van Gaston
buitengewoon in zijn schik en hij besloot
doortastende maatregelen te nemen en te
handelen.
Franzi Lehner had nooit iets met brie
venbestellers uitstaande om de eenvoudige
reden dat zij nooit brieven ontving. Van wien
zou zij die ook moeten ontvangen! Familie
had zij niet; met de vroegere schoolvrien
dinnen onderhield zij al lang geen relaties
meer en Rolf de eenige sterveling, voor
wien zij zich interesseerde woonde in het
zelfde huis. Daar haar naam en adres noch
in het stedelijk adresboek, noch in de tele
foongids voorkwamen, ontving zij zelfs niet
de meest verspreide reclamedrukwerkjes van
modebazars, schoonheids- en andere midde-
delen, afbetalings zaken, stofzuigers en meer
iergelijke.
Nu echter, op dezen miezerigen regendag,
had zij toch een brief ontvangen. En dit
zeldzame geval had tot gevolg, dat zij in
haar kamertje bitter zat te schreien, met een
half afgemaakte pop op haar schoot. De brief
kwam van de zaak waarvoor zij reeds jaren
lp-nor werkte en luidde;
„Groote slapte in zaken noodzaakt ons geen
inkoopen meer te doen, zoolang onze voor
raad niet belangrijk is verminderd. Derhalve
verzoeken wij u ons vooreerst geen poppen
meer te zenden. Wij hopen u echter tegen
het begin van den winter nieuwe bestellingen
te kunnen opdragen".
Franzi's hart was bij het lezen van deze
fatale mededeeling ineen gekrompen en nu
zat zij stil en schreide.
Wat nu? Hoe zou zij den tijd tot aan den
winter moeten doorkomen? Zij opende haar
taschje en telde haar geld. Ongeveer genoeg
voor wat brood. Weldra was het de laatste
van de maand en haar schoenen moesten
noodzakelijk verzoold worden. Alleen van
de lucht kon ze toch niet leven.
Franzi sprong op, lachte en droogde haar
tranen met een poppenrokje af. Zij bezat im
mers een kostbaren schat, het armbandhor
loge van platina met diamanten bezet! Gis
teren had zij in 'n uitstalling van een juwe
lierszaak gezien, dat een dergelijk horloge
duur was. Zij wilde het niet verkoopen, maar
beleenen. Zij zou er toch zeker zooveel op
krijgen dat zij bij zuinig huishouden, wel drie
maanden daarvan kon leven.
Franzi liep naar het venster, leunde er uit,
keek naar boven en floot 'n signaal. Dat was
het afgesproken teeken voor Rolf, die boven
haar op den zolder woonde. Dadelijk klonk
het antwoordsignaal en Rolf kwam binnen in
zijn bevlekte schildersjas.
Het meisje reikte hem zwijgend den brief
toe. Rolf las. werd bleek, beet zich op de lip
pen en zijn goedige, trouwe oogen werden
vochtig.
„Dat is verschrikkelijk, Franzi. Wat ga je
nu beginnen? Maar wanhoop maar niet, kind
ik zal je helpen, ik ben sterk en ik kan
werken in de Donauhaven hebben z
tl tijd arbeiders nodig ik zal genoeg ver
benen, om je voor ellende te behoeden".
Franzi lachte zachtjes.
(Wordt vervolgd).