't Kort Een Oostenrijksche Shiriey Temple Traudl Stark, het zesjarige filmwonder. Een school voor Luchtbescher ming te Haarlem. De Haarlemsche lucht bescherming. DINSDAG 3 NOV, 1936 Jachtongeluk te Heemstede. Ontploffingsramp eischte vermoedelijk 14 dooden. WEEINEN, 24 October. (Van onzen correspondent) „Meine Tochter ist der Peter", een eenigs- jjns zonderlinge naam, zult u zeggen, voor een film. want ..meine Tochter" en „der Peter" hoe kan dat? Ja, dat kan best, want Peter is geen jongen, maar een meisje, dat eigenlijk wel Elisabeth heet, maar altijd Peter genoemd wordt, omdat zij steeds net als een jongen aan het ravotten Is en ook net als een jongen een leeren broekje aan heeft, zooals de knapen in Oos tenrijk dat dragen. De film is een „Mondial"- product en is pas „uit" en heeft reeds nu hier te Weenen een reusachtig succes behaald en zal zeer zeker nog meer opgang in de ge- htele wereld en dus ongetwijfeld in Neder land maken, waar zij binnenkort zal worden opgevoerd. Traudl Stark als „Peter". De film is reeds daarom zoo merkwaardig, omdat er een nieuw wonderkind in speelt, een zesjarig Weensch meisje, Traudl Stark ge- l.eeten. dat reeds in vele opzichten als een evenknie van Shirley Temple kan worden be schouwd. Het kleine Weensche meisje lijkt zelfs wel een beetje op het nu al zoo wereld beroemde Amerikaansche filmactricetje! En evenals Shiriey Temple speelt Zij de hoofd rol in de thans uitgekomen nieuwe rolprent. Traudl Stark werd op den 17en Maart van het jaar 1930 geboren, zij is de dochter van een luitenant—vlieger. Toen zij vier jaren telde, was er te Weenen een prijs uitgeloofd voor de mooiste kinderfoto. Men stuurde een opname van Traudl's leuke en oolijke snoetje aan de jury en het gevolg daarvan was, dat men haar in een reclamefilm liet spelen, ,Das Konzert" geheeten, welke nu nog af en toe in de Weensche bioscopen vertoond wordt. Dat was Traudl's film-débuut! In 1935 trad zij reeds in de groote speelfilm ,,-Fahrt in die Jugend" en „Asew, der Spion" op en nu heeft zij in dit jaar. nog vóór zij voor het eerst naar school ging, in „Manja Walewska" en „Seine Tochter ist der Peter" gespeeld. Het merkwaardige is, dat de kleine Traudl wel in deze films heeft mogen optreden, maar dat zij hen, net zoo min als de twee vorige, van. A. tot Z. heeft mogen zien, omdat de Weensche keuringscommissie vond, dat de film niet ge schikt was om door kinderen aanschouwd te worden. En voor Traudl geldt in dit opzicht dezelfde bepaling als voor alle andere kinde ren! Traudl heeft ook al op de planken van een „heuschen" schouwburg gestaan. Herhaal delijk heeft zij kinderrollen in het Akademie- theater, een filiaal van het vermaarde Ween sche Burgtheater, mogen vervullen. Zij noemt mij een lange, reeks van stukken op, waar in zij gespeeld heeft. „En wat doe je nu eigen lijk liever, in een theater spelen of voor de film?", vraag ik haar. „In een film!" luidt het antwoord, dat ze direct klaar heeft, „dat is véél prettiger en je bent er véél vrijer!" Traudl wordt door al haar mede-acteurs en -actrices verwend. Zij speelt met Carl Ludwig" Diehl, die in de film een ingenieur te Kitz bühel in Tirol en haar vader is, en mét Paul Hörbiger, die een advocaat en een vriend van, haar vader is. Traudl, of liever gezegd „Pe ter", zooals ze in de fibii genoemd wordt, staat op zeer amicalen voet met haar vader en haar „oom" den advocaat, die zij principieel nooit anders dan „Max" en Felix" noemt. „Peter's" ouders zijn gescheiden. „.Peter's" moeder, een zangeres, wier rol door Olga Tschechowa vertolkt wordt, is ver weg en reist door de groote wereld. Het huishouden in de bergen van Kitzbühel wordt door de oude huishoudster Kathi Frieda Richard be,- stievd, wier liefde voor „Peter" aandoenlijk is, „Peter's" moeder arriveert in een bekend hotel in Salzburg en krijgt nu opeens verlan gen naar haar kind, dat zij sedert jaren niet meer gezien heeft. Tevergeefs poogt men haar van het ten uitvoer brengen van haar plan af te raden. Nog gedurende den eersten nacht rijdt zij met haar auto naar Kitzbühel en den volgenden morgen verschijnt zij in 't huis van haar ex-echtgenoot, Max, waar ze tot haar schrik ervaart, hoe haar dochtertje Elisabeth als wildebras-Peter is opgegroeid. Er is sinds korten tijd ook een jong meisje, een studente in de scheikunde, in 't leven van Max en Peter getreden (Maria Andergast). De ex-echtg'enoote richt nu veel onheil aan en feemt het dochtertje, waarop zij na de schei ding geen recht meer heeft, in haar auto naar Salzburg mee, waar zij tracht van „Peter" een lieftallige jonge-dame Elisabeth te maken, hetgeen haar echter niet gelukt. „Peter" gaat er vandoor en dan komen ontzettende uren, zoowel voor den vader als voor de moe der en voor de te Kitzbühel achtergeblevenen, daar niemand ook maar een spoor van het vermist geraakte kind kan ontdekken. Ge lukkig komt „Peter" echter terecht en eind- goed, al-goed, de film eindigt met een „happy end"! Er komen alleraardigste scènes in het filmwerk voor, zooals een volksfeest te Kitz bühel met Schuhplattler en andere volksdan sen en met een fakkeloptocht en dan zijn er alleraardigste opnamen van Salzburg en prachtige natuurtafereelen, die wellicht méér propaganda voor de schoone Tiroolsche Alpen zullen maken dan menige vreemdelingenver- keers-propagandafilm. Ook komen er vrien delijke melodieën in voor, die ge niet licht vergeet. Kortom, een alleraardigste film, waal lede zelfs mijn Nederland,sche te Weenen Wonende vriend „Nurks" geheel tevreden was. Hetgeen véél zeggen wil, want dit was Joor den éersten keer, dat ik hem dit hier van film heb hooren zeggen. Op den avond van de première van de film in het Apollo-Theater te Weenen zijn de meeste hoofdpersonen na afloop van de voor stelling in levenden lijve voor het voetlicht verschenen. Men heeft hen uitbundig toege juicht en zij werden dik in de bloemen gezet. De meeste ovaties kreeg de kleine Traudl, die haar leeren „Peter"-broekje aan had, waarin het zoo gemakkelijk rond kan stappen. Traudl gaat nu, sedert korten tijd eerst, ook op schoGl. Men wilde, trachten te verhinderen, dat de andere kinderen in de klas te weten kwamen wat voor beroemdheid het kleine meisje al was, maar men is daar niet in ge slaagd, want overal in de stad hingen plak katen met haar afbeelding en in de uitstalkas ten der bioscopen kwamen foto's te hangen, waarop zij maar al te duidelijk herkenbaar was. Zoodat zij nu ook op school al een be roemdheid was. Nauwelijks had zij nog maar geleerd een paar letters te lezen en te schrij ven, of zij moest ook al autogrammen geven Aardig is het gesprek, dat Traudl tijdens de opname-periode van de film met den kapper had, die haar moest schminken. Terwijl deze schoonheidskunstenaar bezig was haar gezicht te behandelen, vroeg Traudl opeens: „Zeg eens, waaróm wordt ik eigenlijk geschminkt?" Dat was een moeilijke vraag, óókk voor kapper Schülke. Hij dacht even na en zei toen, met overtuiging in zijn stem: „Omdat het zoo zijn móét!" Traudl was niet heelemaal tevreden met dat antwoord. „Word ik er mooier van?" vroeg ze weer. „Mooier? neen, dat niet, maar het hoort nu eenmaal bij de filmerij, mijn kind, zie je, zóó is dat!" „Aha" zegt Traudl en dan is zij stil. Het schminken duurt niet lang meer en als het afgeloopen is, wil de kapper zijn handen wasschen. „Ziezoo",'zegt hij, „we zijn klaar!" Traudl kijkt hem verbaasd aan. „Nu komt Jerëmlas aan de beurt", zegt ze. Jeremias is een groote neger-pop, die jze bij zich heeft. „Waarom?" vraagt de kapper verbaasd. „Omdat Jeremias ook nïeéspeelt!" „Maar dat is toch geen mensch!" werpt de kapper tegen. „Maar het hoort bij de filmerij", houdt Traudl vol. „O ja, natuurlijk", zegt de kaper, die nóg meer lastige vragen vreest en die ook bang is, dat er misschien een scène kan ontstaan en hij wrijft wat olie over Jeremias' aangezicht. „Zoo, nu is hij ook gereed om op te treden!" De arme kapper, hij weet nog niet wat hij gedaan heeft. Want wanneer er later een zwarte kip in de film voor moet komen en een kikvorsch en zelfs een glibberige visch, telkens commandeert Traudl „Schminken!" en de arme man moet net doen,: of hij de dieren een bewerking laat ondergaan en tot over maat van ramp houdt hij in het geheel niet van dat soort van dieren. Op een zekeren dag komt Traudl met een regenworm bij hem. „Schminken" roept ze weer. „Neen", zegt de kapper cordaat, „dien schmink ik niet!" „Waarom niet?" vraagt Traudl, die dit hee lemaal niet aardig vindt. „Omdat" en de kapper is zelf verbaasd over zijn spitsvondigheid en is wat blij óók er zoo van af te komen „omdat, nou kijk toch zelf maar eens, omdat een regenworm geen gezicht heeft!" „Gos-ja" zegt Traudl en terwijl de kapper met haar wenkbrauwen bezig is, zegt zij tegen den regenworm: „Geen gezicht.... je weet niet, hoe goed je het hebt!" Traudl heeft thans, ter gelegenheid van de première van „Seine Tochter ist der Peter" van den regisseur Heinz Helbig, door haar „Onkel Helbig" genoemd, een terrier gekregen, waarmede zij zeer blij is. Zij denkt er nu voortdurend over na wat voor een naam zij het dier zal geven. Ook heeft zij na afloop van de eerste groote voorstelling een groot aantal hartvormige koeken gekregen, die bijna zoo groot zijn als zij zelf. Wat in Traudl Stark's spel opvalt, is dat zij zoo buitengewoon natuurlijk en echt is en dat het in de film net is, alsof zij net als een gewoon kind aan het spelletjes doen is. Ner gens heeft men ook maar één enkel oogen- blik het gevoel, dat er iets gekunstelds is. W. M. BEKAAR. ffiSüiliilfi® Hebben de negers meer aanleg voor athletiek dan het blanke ras Zelfs deskundigen kunnen zich leelijk ver gissen De Franschman Richard en het wereld-uurrecord Waardevolle doelpunten in competitie- en internationaal voetbalBastin's kostbaar goaitje voor Arsenal. Er is de laatste maanden veel geschreven over dê opvallende superioriteit van de ne gers bij de Olympische Spelen en in Amerika is er zelfs een enquête over gehouden. Men vroeg zich af, of de vertegenwoordigers van het zwarte ras over meer spierkracht en le nigheid beschikken dan de blanken, kortom, of ze met betere physieke gaven toegerust zijn. Verschillende bekende, persoonlijkheden in de athietiekwereld hebben hierover hun meening te kennen gegeven, waarvan wij er hier enkele laten volgen. Jesse Owens zegt: „De negers hebben niet meer aanleg voor de sport dan axxdere vol ken. De reden van de huidige groote succes sen is geen andere, dan dat er momenteel toevallig een groot aantal negers tot de beste interna-tionale klasse behoort. Het is zeer wel mogelijk, dat er bij de volgende Olympische Spelen geen enkele zwarte athleet tot de overwinnaars behoort". Lawson Robertson, de chef-trainer van de Amerikaansche Olympische ploeg komt tot de volgende conclusie: „De negers bezitten een groot imitatie-talent en zijn daarbij zeer leergierig, zoodat ze veel van de „sterren" van het - blanke ras hebben overgenomen. Zij hebben geen betere spieren of een ster keren lichaamsbouw dan wij, maar daar ze eerst sinds korten tijd op de Amerikaansche universiteiten worden toegelaten, zijn zij thans in de gelegenheid, zich onder de beste leiding en met de modernste hulpmiddelen in de sport te perfectionneeren. Daardoor zijn zij op het oogenblik in staat om elk re cord te verbeteren". De bekende Amerikaansche 1500 Meter- looper Glen Cunningham korst tot egn ge heel ander oordeel: lo De negers hebben, over het algemeen genomen, langere, spieren met meer sou plesse en grooter reactie-vermogen. 2o. Zij beschikken over meer kracht bij het starten en bij het plotseling aanzetten tot grooter snelheid, omdat hun lange spieren zich ongelooflijk snel kunnen ontspannen. 3o. Ze hebben meer natuurlijken strijdlust en den wil om tot het uiterste te kampen. Men ziet uit het bovenstaande, dat de ge leerden het er niet over eens zijn. Jesse Owens' oplossing van het probleem lijkt de eenvoudigste en daarom de beste, ofschoon de op de universiteiten geboden gelegenheid tot inteixsieve training waarschijnlijk ook een rol speelt. Het is bekend, dat vele Ameri kaansche athleten met aanleg aan een uni versiteit worden ingeschreven met het eenige doel. door successen op sportgebied reclame te maken voor deze hoogeschool, want niet zelden zijn zij totaal ongeschikt om het on derwijs met succes te volgen. Dat men zich overigens ook als deskundige kan vergissen, moge blijken uit de drie vol gende voorvallen uit de bokswereld. In 1912 kwam op het kantoor van den bekenden Amerikaanschen manager O'Rourke een ha veloos gekleede reus binnen stappen, die er uitzag als een beer, die gereed was om zijn prooi te verslinden. „Wilt u", zoo luidde zijn vraag, „mijn ma nager zijn? Ik ben in staat om Jack Johnson (den toenmaligen wereldkampioen) te ver slaan". O'Rourke antwoordde: „Ik ben alleen ma nager voor boksers; je doet dus beter je bij een directeur van een circus aan te melden". Vijf jaar later verloor Jack Johnson op Cuba in de 26e ronde met knock-out van Jess Willard, die destijds door O'Rourke was weggestuurd De tweede historie betreft een half zwaar gewicht bokser, die zich kort na den oorlog onder contract van manager Bagley bevond. Laatstgenoemde'liet zich tegenover zijn col lega Gibson als volgt uit: „Ik ben bang, dat er met dezen jongen bokser weinig te ver dienen is Het bevalt hem niet erg bij mij en zijn liefste wensch is, naar New-York te gaan om daar een cursus in literatuur te volgen. Is dat niet om uit je vel te springen?" „Misschien", antwoordde Gibson. „Maar ik geef je 5€.000 dollar, als je me jouw contract met dien bokser wilt overdoen". „Afgesproken", zei Bagley, „maar laat ik je ronduit zeggen, dat je een idioot bent". Twee jaar later veroverde Gene Tunney, de student in de literatuur, het wereldkam pioenschap zwaar gewicht door Jack Demp- sey op punten te verslaan. En nu de derde geschiedenis. Op een win teravond in 1926 werd de Duitsche manager Fuchs, die o.a. den kampioen Heinz Dom- goergen onder zijn leiding (had aan de deur van zijn restaurant geroepen. Een hongerig uitziende jonge man, die wel eens voor Fuchs gebokst had, vroeg hem om een paar boter hammen. „Ik ben je manager niet meer: zoek maar een betrekking, dan heb je ook te eten". „Ik wil op wedstrijden, wilt u mij niet daaraan helpen?" „Neen, want het publiek heeft geen be langstelling voor je prestaties". De jongeman ging heen en den volgenden dag leende een vriend hem het reisgeld naar Berlijn. Ook deze bokser heeft zijn weg ge vonden; zijn naam is Max iSchmeling. Zoo is de Franschman Maurice Richard er dan wederom in geslaagd, het werelduur record wielrennen op zijn naam te brengen. Op de voor een dergelijke poging bij uitstek geschikte wielerbaan van Milaan heeft hij den, door den Italiaan Olmo afgelegden af stand van 45 Kilometer 90 Meter met 308 Meter overtroffen. Als men bedenkt, welk een kracht en uithoudingsvermogen er voor noodig is, om geheel alleen eén uur lang op regelmatige topsnelheid ronden van 400 Me ter te rijden, zonder dat de tijd voor zulk een ronde boven de 32 seconden komt, dan kan men hier met recht van een geweldige athletische prestatie spreken. Richard bereed een extra licht rijwiel, waarvan het totale gewicht 7 Kilo bedroeg, met een „verzet" van 24 op 7 (d.w.z. dat met .elke volledige rondwentelina van de trap-as een afstand van 7 meter 10 wordt afgelegd). De kans op een lekken band en daarmede de teleurstelling van een vergeefsche recordpo ging was wel zeer groot, want de extra-dunne banden wogen ieder slechts.... 110 gram, dus iets meer dan één ons. Dit wereld-uurrecord staat sinds jaren in het middelpunt der belangstelling van de wielerwereld In 1893 reed Desgange, de huidige „vader van de Tour de France" op de Buffalo-baan te Parijs 35.325 Kilometer en deze afstand werd geleidelijk vergroot tot 44.247 Kilometer, in 1914 door den Zwitser Oscar Egg afgelegd. De oorlog maakte toen voorloopig een ein de aan verdere pogingen en het zag er naar uit, dat dit record niet gemakkelijk zou wor den overtroffen. Op 25 Augustus 1933 echter was het zoo waar onze landgenoot Van Hout, die er te Tilburg in slaagde 341 Meter meer te fietsen, alvorens het uur verstreken was. Groote verontwaardiging van Oscar Egg, die persoonlijk naar ons land kwam om de Til- burgsche baan na te meten en tot de con clusie te komen, dat Van Hout een korteren afstand had afgelegd. Doch vier dagen later maakte Richard aan alle oneenigheid een einde door nog weer 189 Meter verder te ped delen, zoodat de Franschman met 44.777 on betwist recordhouder was. Verschillende renners van naam hebben daarna meerdere pogingen ondernomen, die echter alle mislukten, totdat de Italiaan Guiseppe Olmo na lang zoeken een baan ontdekte, die voor dit doel uitstekend ge schikt was. Immers, de luchtweerstand en de atmosferische condities spelen bij een derge- lijken rit een groote rol en daarom kiest men meestal de maanden September en October, omdat de omstandigheden dan het gunstigst zijn. De Vigorelli-baan te Milaan nu biedt het voordeel dat het rijvlak door het overhan gende dak van de tribunes beschut wordt. Weliswaar kan men dus feitelijk niet van een onoverdekte baan spreken (een condi tie, die voor een dergelijke recordpoging ver- eischt wordt), maar het reglement spreekt slechts van een baan in de open lucht en van deze onnauwkeurigheid hebben zoowel Olmo als Richard geprofiteerd. Want terwijl Olmo het vorige jaar 45.090 K.M. aflegde en iedereen meende, dat daar mede het uiterste bereikt was, heeft Richard er, zooals gezegd, nog een paar honderd me- tertjes bijgetrapt. En nu maar afwachten, of er in 1937 iemand hem dit verbeteren kan. Maar 45 Kilometer per uur op de fiets...., het is geen kleinigheid. Als voetballers over hun sport beginnen te praten, komen er altijd vraagstukken op het tapijt, waarover verschillende meeningen be staan. Onlangs kwam het gesprek op de waarde van een doelpunt Men weet, dat in de Engelsche competities elk doelpunt meer of minder beslissend kan zijn voor kam pioenschap, promotie of degradatie. In ons land speelt het doelgemiddelde geen rol; een 10 overwinning brengt evenveel voordeel als een 10—0 zege. Toch herinneren we ons enkele gevallen, van in ons land gespeelde wedstrijden, waarbij één bepaald doelpunt van bijzondere waarde was. Het is al jaren geleden, dat Haarlem «,an den Schoterweg een competitiewedstrijd te gen D.F.C. speelde, die in een 11 gelijk spel leek te zullen eindigen. In de laatste halve minuut kreeg D.F.C. een hoekschop te ne men, die, door Van Breda Kolff genomen, door den Haarlem-hack Karei Koster werd weggewerkt. De Dordtsche spil Dirk Lotsy ving het leder op en, met den laatsten trap van den wedstrijd, schoot hij het tusschen tal van beenen door, langs doelman Van Eek in het net. Zoo won D.F.C. met 21. Een meer recent geval; In 1933 speelde H.F.C. een promotiewedstrijd tegen Zeebur- gia, die, na een aanvankelijk Haarlemsch overwicht, bij een 11 stand, de Amsterdam mers sterk in den aanval vond. Het zag er naar uit, dat de H.F.C.-verdediging den voortdurenden druk op haar doel niet zou kunnen weerstaan, toen plotseling Chapon volkomen onverwacht den Zeeburgia-keeper Van Wijk passeerde. Dit gaf de thuisclub zoo veel vertrouwen en deprimeerde de tegen partij zoozeer, dat de strijd daarna gelijk op ging en H.F.C. een noodzakelijke 21 over winning uit het vuur sleepte, die den weg naar promotie belangrijk vergemakkelijkte. Ook in internationale wedstrijden is de eene goal meer waard dan de andere. In 1919 was Zweden in het Amsterdamsche Stadion op bezoek en tot teleurstelling van velen be hielden de Skandinaviërs tot acht minuten voor het einde een 1^0 voorsprong die mo gelijk veel grooter zou zijn geweest, als Göbel het Hollandsche doel niet zoo buiten gewoon had verdedigd. Reeds ging het pu bliek het terrein verlaten toen binnen één minuut Dé Kessler en Gupfert twee doelpun ten scoorden en den achterstand in een voorsprong werd omgezet. De tweede goal was een meesterlijk staaltje van opportuni- teitsvoetbal van Gupfert, die den nerveuzen Zweedschen doelman den bal uit de handen liep en in het verlaten doel trapte. De vijan delijke achterhoede raakte toen zoodanig van streek, dat één der backs den eindstand met een keihard schot in den bovenhoek op 3i voor Holland bracht. In 1921 was Italië te gast en de Zuiderlin gen hadden tot drie minuten voor het einde een 20 voorsprong. Doch nog was Holland niet verloren, want vóór het eindsignaal hadden Dé Kessler en Van Gendt (de Spar taan) den stand gelijk gemaakt. Met recht kan men in deze gevallen van waardevolle doelpunten spreken. Waardevol in meer dan enkel sportief op zicht was het doelpunt van Clarence Bastin voor Arsenal in den Cup-semifinal van 1932 tegen Manchester City, op onzijdig terrein gespeeld In de allerlaatste .minuut scoorde de Londensche linksbuiten met een zeer ver en hard schot via den paal de eenige goal van den wedstrijd, waardoor hij zijn club in de finale op Wembley bracht, met al de fi- nancleele voordeelen van dien. In den eindstrijd tegen Newcastle was Ar senal niet zoo fortuinlijk, want de United- middenvoor Allen scoorde de winnende goal uit een voorzet van rechts, nadat de bal, on zichtbaar voor den scheidsrechter, over den achterlijn was geweest. Plannen in een vergevorderd stadium. Naar wij vernemen is het vrijwel zeker dat te Haarlem een school voor Luchtbescherming geopend zal worden. Het initiatief daartoe is uitgegaan van de Vereeniging van werkzoekende intellectuee len, die daarvoor samenwerkt met de Neder- landsche vereeniging voor Luchtbescherming in den Haag, de eenige door de regeering er kende organisatie voor burgerlijke luchtbe scherming, dus feitelijk een semi-officieele instelling. De Minister van Binnenlandsche Zaken Mr. J. A. de Wilde bekleedt het eere voorzitterschap van den Raad van Toezicht. De school die te Haarlem komt zal, althans voorloopig, de eenige op dit gebied in ons land zijn. De bedoeling is, dat de school ondergebracht zal worden in de door het onderwijs ontruimde school der gemeente in de Prins Hendrik straat. De opening zal plaats hebben in het midden van November, vermoedelijk op den 16de. Er is veel kans, dat de openingsrede ge houden zal worden door den Minister van Bin nenlandsche Zaken. De 1ste cursus die aan deze Luchtbeschermings school gegeven zal worden is bedoeld voor de leiders der Luchtbeschermingsdiensten in de verschillende gemeenten van ons land. Het onderricht op dien cursus zal geschieden door bekende autoriteiten op het gebied der lucht bescherming in ons land. Daarna volgen er cursussen voor autoriteiten, medici, personeel van geneeskundige diensten, enzoovoort. Wij hebben indertijd reeds medegedeeld, dat tot hoofd van den Haarlemschen Lucht beschermingsdienst benoemd is de Commissa ris van Politie, de heer E. H. Tenckinck. Reeds lang wordt aan de organisatie van dezen dienst gewerkt, maar naar buiten kon nog niet veel daarvan blijken omdat eerst geld middelen voor dit doel beschikbaar gesteld moeten worden. Er is nu evenwel kans dat bin nenkort de beschikking gekregen wordt over gasmaskers. Als die er zijn zal begonnen wor den met het oefenen van het personeel dat aangewezen zal worden om deel uit te maken van den Luchtbeschermingsdienst. Ook de vereenigingen die aan den Ongevallendienst medewerken zullen daarbij betrokken worden. Voor de oefeningen met de gasmaskers moet het personeel nog eerst door medici gekeurd worden. Indertijd heeft de Commissaris ons reeds bijzonderheden medegedeeld over het aan brengen van waai-schuwingsapparaten in de buitenwijken (waarvan de politie ook voor den gewonen politiedienst zal kunnen profiteeren) en het inrichten van een waarschuwingsdienst bij luchtaanvallen door middel van sirenes. Deze plannen worden nog nader uitgewerkt. Ook weet men dat de Luchtbeschermings dienst zal profiteeren van de vrije lijn van de Haarlemsche Radio Distributie. HEEMSTEDE Maandag. Z Zooals wij Maandag reeds gemeld hebben is bij een jachtpartij op het vuitengoed Meer en Berg een droevig ongeluk gebeurd. Over de toedracht hiervan kunnen wij nog het volgende mededeelen: Zaterdagmorgen zouder een 5-tal perso nen een jachtpartijtje houden op het bui tengoed Meer en Berg, gelegen aan den Glipperweg. Deze heeren waren in 3 auto's gearriveerd. Nadat deze bhxnen het hek waren geplaatst, zou men zich gereed maken voor de jacht. TerwiH een der drijvers, de heer Majoor, bezig was iets uit een kist, geplaatst achter or den wagen, te halen, laadde een der ja gers zijn gewoon dubbelloops jachtgeweer. Nadat de patronen (12 m.m. kogel) in den loop waren gadaan, wilde de jager het geweer dicht klappen. Tot ieders grooten schrik klonk een schot en doordat de loop van het geweer in de richting van den drijver ge richt was, die op pl.m. 3 M, afstand stond, kreeg deze het volle schot in de linkerzijde van zijn rug. De man stortte naast de auto neer. Hoe het schot af is kunnen gaan, is voor loopig nog een raadsel. Zoodra de sluiting van den loop en de kolf wordt los gemaakt, komt het geweer in den ruststand en na het dichtslaan blijft de sluiting automatisch op veilig staan. Het slachtoffer had zeer veel bloedverlies en geen wonder, want de schotwond had een breedte van ongeveer 5 c.M. Dr. Laeyendecker, die spoedig ter plaatse was, liet het slachtoffer direct naar de Ma- ria-Stichting overbrengen, waar hij om on geveer 1 uur overleed. M. was 36 jaar, en ongehuwd. Hij was de oudste zoon van een weduwe, wonende -te Soestdijk. Vroeger had hij op het Paleis Soestdijk gewerkt. Hij genoot een klein pen sioentje en verdiende er iets bij door als drijver op jacht mee te gaan. Zoo was hij nu ook naar Heemstede ge komen. Door bemiddeling van de politie te Soest werd zijn familie met de droeve gebeurtenis in kennis gesteld. De politie heeft het geweer in beslag ge nomen. COMPLOT TEGEN KONING CAROL? Te Londen doen geruchten de ronde als zou in Roemenië een complot bestaan tegen koning Carol. Dit zou ook de reden zijn, waarom de koning besloten heeft kroonprins Michael mee te nemen naar Tsjecho Slowakije. Het zou namelijk de bedoeling der samen zweerders zijn den prins tot hoofdfiguur te maken van het complot tegen den troon. Ook prinses Helena, de vroegere gemalin van ko ning Carol zou bij dit complot betrokken zijn. De leider der Nationale Boerenpartij, dr. Ju lius Maniu, heeft een feilen aanval tegen den koning gericht, waarin hij diens fascistische neigingen verweet. EEN ZIEKENHUIS VOOR DIEREN. Te Los Angeles is enkele maanden geleden een dierenziekenhuis in 'gebruik genomen, dat door de dierenliefhebbers met groote vreugde is begroet. Tweehonderd zieke die ren kunnen hier een goede verzorging ge nieten en met de meest moderne middelen verpleegd worden. Er zijn kooien en hokken voor katten, honden en vogels, maar on langs zijn ook twee slangen en een kleine tijger opgenomen. Dag en nacht blijven dok toren en oppassers in het ziekenhuis, en zelfs in den nacht kunnen dierenliefhebbers hun zieke lievelingen onder doktershanden later stellen. De toestand der gewonden. Blijkens een Maandagochtend door den burge meester van Schiedam gedane mededeeling bedraagt het aantal personen, dat bij de ont ploffingsramp is omgekomen 13, terwijl bo vendien nog 1 slachtoffer wordt vermist. Van de ernstig gewonden, die in het Alge meen Ziekenhuis te Schiedam verpleegd wor den, was de toestand van H. J. Voort, die zwaar gewond was, hedenmorgen iets gunsti ger. De toestand van J. Onderdelinden blijft ernstig, terwijl hedenmorgen in den toestand van den 59-jarigen P. v. d. Broek een achter uitgang was ingetreden. Van de in het R.K. Ziekenhuis verpleegde zwaar gewonden, N. van Genderen en P. de Smit, was de toestand hedenmorgen vooruit gaande. Deelneming van de Koningin. H.M. de koningin heeft den burgemeester van Schiedam verzocht haas: oprechte'deelne ming over te brengen aan de nagelaten be trekkingen van de slachtoffers van de ramp bij Wilton-Fijenoord, en heeft naar den toe stand der gewonden laten informeeren. De directie van Wilton-Fijenoord deelt verder mede, dat zij van minister Gelissen een telegram heeft ontvangen van den volgenden inhoud „De groote scheepsbrand met zoo noodlot tig verloop heeft mij diep getroffen. Terwijl ik gaarne hulde breng aan de dappere redders, geef ik u tevens de verzekering, dat ik met het lot der slachtoffers zeer begaan ben". NEDERL. NATUURHISTORISCHE VEREENIGING. Het minder mooie weer van Zaterdagmiddag schrikte de leden der afd. Haarlem N.N.V. niet af en ruim twintig leden hebben onder lei ding van de heer P. Cornet en G. A. van Schaik bij de pieren in IJmuiden gezocht naar schelpen en zeedieren, die de zee hier had aangespoeld. Tusschen de pieren lagen kokkels en groote strandgapers in groote hoe veelheden. Mooie exemplaren van de groote zeester en van de slangster, nog heel mooi oranjerood gekleurd werden gevonden. De heer van Schaik gaf een korte uiteenzetting over den bouw en de wijze van voortbeweging van deze dieren. Wonderlijk zijn ook de uit zandkor reltjes opgebouwde kokertjes van kokerworm en het mooie goudkammetje. Een zwemkrab werd gevonden, en aardig waren ook de nog zeer jonge, levende, exem- plai'en van de heremietkrab. Verdei' lagen er mooie exemplaren van de groote strandschelp, ruwe boormossel en een buitengewoon vaaf exemplaar van de hartegel. Bovendien vond men nog een drieteen- meeuw en een zeekoet, welke laatste een slachtoffer van de stookolie bleek te zijn, i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3