't Kort
Een Oostenrijksche Shiriey Temple
Traudl Stark, het zesjarige filmwonder.
Een school voor Luchtbescher
ming te Haarlem.
De Haarlemsche lucht
bescherming.
DINSDAG 3 NOV, 1936
Jachtongeluk te Heemstede.
Ontploffingsramp eischte
vermoedelijk 14 dooden.
WEEINEN, 24 October.
(Van onzen correspondent)
„Meine Tochter ist der Peter", een eenigs-
jjns zonderlinge naam, zult u zeggen, voor
een film. want ..meine Tochter" en „der Peter"
hoe kan dat?
Ja, dat kan best, want Peter is geen jongen,
maar een meisje, dat eigenlijk wel Elisabeth
heet, maar altijd Peter genoemd wordt, omdat
zij steeds net als een jongen aan het ravotten
Is en ook net als een jongen een leeren
broekje aan heeft, zooals de knapen in Oos
tenrijk dat dragen. De film is een „Mondial"-
product en is pas „uit" en heeft reeds nu
hier te Weenen een reusachtig succes behaald
en zal zeer zeker nog meer opgang in de ge-
htele wereld en dus ongetwijfeld in Neder
land maken, waar zij binnenkort zal worden
opgevoerd.
Traudl Stark als „Peter".
De film is reeds daarom zoo merkwaardig,
omdat er een nieuw wonderkind in speelt, een
zesjarig Weensch meisje, Traudl Stark ge-
l.eeten. dat reeds in vele opzichten als een
evenknie van Shirley Temple kan worden be
schouwd. Het kleine Weensche meisje lijkt
zelfs wel een beetje op het nu al zoo wereld
beroemde Amerikaansche filmactricetje! En
evenals Shiriey Temple speelt Zij de hoofd
rol in de thans uitgekomen nieuwe rolprent.
Traudl Stark werd op den 17en Maart van
het jaar 1930 geboren, zij is de dochter van
een luitenant—vlieger. Toen zij vier jaren
telde, was er te Weenen een prijs uitgeloofd
voor de mooiste kinderfoto. Men stuurde een
opname van Traudl's leuke en oolijke snoetje
aan de jury en het gevolg daarvan was, dat
men haar in een reclamefilm liet spelen,
,Das Konzert" geheeten, welke nu nog af en
toe in de Weensche bioscopen vertoond wordt.
Dat was Traudl's film-débuut! In 1935 trad zij
reeds in de groote speelfilm ,,-Fahrt in die
Jugend" en „Asew, der Spion" op en nu heeft
zij in dit jaar. nog vóór zij voor het eerst
naar school ging, in „Manja Walewska" en
„Seine Tochter ist der Peter" gespeeld. Het
merkwaardige is, dat de kleine Traudl wel in
deze films heeft mogen optreden, maar dat zij
hen, net zoo min als de twee vorige, van. A.
tot Z. heeft mogen zien, omdat de Weensche
keuringscommissie vond, dat de film niet ge
schikt was om door kinderen aanschouwd te
worden. En voor Traudl geldt in dit opzicht
dezelfde bepaling als voor alle andere kinde
ren!
Traudl heeft ook al op de planken van een
„heuschen" schouwburg gestaan. Herhaal
delijk heeft zij kinderrollen in het Akademie-
theater, een filiaal van het vermaarde Ween
sche Burgtheater, mogen vervullen. Zij noemt
mij een lange, reeks van stukken op, waar
in zij gespeeld heeft. „En wat doe je nu eigen
lijk liever, in een theater spelen of voor de
film?", vraag ik haar. „In een film!" luidt
het antwoord, dat ze direct klaar heeft, „dat is
véél prettiger en je bent er véél vrijer!"
Traudl wordt door al haar mede-acteurs en
-actrices verwend. Zij speelt met Carl Ludwig"
Diehl, die in de film een ingenieur te Kitz
bühel in Tirol en haar vader is, en mét Paul
Hörbiger, die een advocaat en een vriend van,
haar vader is. Traudl, of liever gezegd „Pe
ter", zooals ze in de fibii genoemd wordt,
staat op zeer amicalen voet met haar vader en
haar „oom" den advocaat, die zij principieel
nooit anders dan „Max" en Felix" noemt.
„Peter's" ouders zijn gescheiden. „.Peter's"
moeder, een zangeres, wier rol door Olga
Tschechowa vertolkt wordt, is ver weg en reist
door de groote wereld. Het huishouden in de
bergen van Kitzbühel wordt door de oude
huishoudster Kathi Frieda Richard be,-
stievd, wier liefde voor „Peter" aandoenlijk
is,
„Peter's" moeder arriveert in een bekend
hotel in Salzburg en krijgt nu opeens verlan
gen naar haar kind, dat zij sedert jaren niet
meer gezien heeft. Tevergeefs poogt men
haar van het ten uitvoer brengen van haar
plan af te raden. Nog gedurende den eersten
nacht rijdt zij met haar auto naar Kitzbühel
en den volgenden morgen verschijnt zij in 't
huis van haar ex-echtgenoot, Max, waar ze
tot haar schrik ervaart, hoe haar dochtertje
Elisabeth als wildebras-Peter is opgegroeid.
Er is sinds korten tijd ook een jong meisje,
een studente in de scheikunde, in 't leven van
Max en Peter getreden (Maria Andergast). De
ex-echtg'enoote richt nu veel onheil aan en
feemt het dochtertje, waarop zij na de schei
ding geen recht meer heeft, in haar auto naar
Salzburg mee, waar zij tracht van „Peter" een
lieftallige jonge-dame Elisabeth te maken,
hetgeen haar echter niet gelukt. „Peter"
gaat er vandoor en dan komen ontzettende
uren, zoowel voor den vader als voor de moe
der en voor de te Kitzbühel achtergeblevenen,
daar niemand ook maar een spoor van het
vermist geraakte kind kan ontdekken. Ge
lukkig komt „Peter" echter terecht en eind-
goed, al-goed, de film eindigt met een „happy
end"! Er komen alleraardigste scènes in het
filmwerk voor, zooals een volksfeest te Kitz
bühel met Schuhplattler en andere volksdan
sen en met een fakkeloptocht en dan zijn
er alleraardigste opnamen van Salzburg en
prachtige natuurtafereelen, die wellicht méér
propaganda voor de schoone Tiroolsche Alpen
zullen maken dan menige vreemdelingenver-
keers-propagandafilm. Ook komen er vrien
delijke melodieën in voor, die ge niet licht
vergeet. Kortom, een alleraardigste film, waal
lede zelfs mijn Nederland,sche te Weenen
Wonende vriend „Nurks" geheel tevreden
was. Hetgeen véél zeggen wil, want dit was
Joor den éersten keer, dat ik hem dit hier van
film heb hooren zeggen.
Op den avond van de première van de film
in het Apollo-Theater te Weenen zijn de
meeste hoofdpersonen na afloop van de voor
stelling in levenden lijve voor het voetlicht
verschenen. Men heeft hen uitbundig toege
juicht en zij werden dik in de bloemen gezet.
De meeste ovaties kreeg de kleine Traudl, die
haar leeren „Peter"-broekje aan had, waarin
het zoo gemakkelijk rond kan stappen.
Traudl gaat nu, sedert korten tijd eerst, ook
op schoGl. Men wilde, trachten te verhinderen,
dat de andere kinderen in de klas te weten
kwamen wat voor beroemdheid het kleine
meisje al was, maar men is daar niet in ge
slaagd, want overal in de stad hingen plak
katen met haar afbeelding en in de uitstalkas
ten der bioscopen kwamen foto's te hangen,
waarop zij maar al te duidelijk herkenbaar
was. Zoodat zij nu ook op school al een be
roemdheid was. Nauwelijks had zij nog maar
geleerd een paar letters te lezen en te schrij
ven, of zij moest ook al autogrammen geven
Aardig is het gesprek, dat Traudl tijdens de
opname-periode van de film met den kapper
had, die haar moest schminken. Terwijl deze
schoonheidskunstenaar bezig was haar gezicht
te behandelen, vroeg Traudl opeens: „Zeg
eens, waaróm wordt ik eigenlijk geschminkt?"
Dat was een moeilijke vraag, óókk voor
kapper Schülke. Hij dacht even na en zei
toen, met overtuiging in zijn stem: „Omdat
het zoo zijn móét!"
Traudl was niet heelemaal tevreden met
dat antwoord. „Word ik er mooier van?" vroeg
ze weer.
„Mooier? neen, dat niet, maar het hoort
nu eenmaal bij de filmerij, mijn kind, zie
je, zóó is dat!"
„Aha" zegt Traudl en dan is zij stil.
Het schminken duurt niet lang meer en
als het afgeloopen is, wil de kapper zijn
handen wasschen. „Ziezoo",'zegt hij, „we zijn
klaar!"
Traudl kijkt hem verbaasd aan. „Nu komt
Jerëmlas aan de beurt", zegt ze. Jeremias is
een groote neger-pop, die jze bij zich heeft.
„Waarom?" vraagt de kapper verbaasd.
„Omdat Jeremias ook nïeéspeelt!"
„Maar dat is toch geen mensch!" werpt de
kapper tegen.
„Maar het hoort bij de filmerij", houdt
Traudl vol.
„O ja, natuurlijk", zegt de kaper, die nóg
meer lastige vragen vreest en die ook bang is,
dat er misschien een scène kan ontstaan en
hij wrijft wat olie over Jeremias' aangezicht.
„Zoo, nu is hij ook gereed om op te treden!"
De arme kapper, hij weet nog niet wat hij
gedaan heeft. Want wanneer er later een
zwarte kip in de film voor moet komen en een
kikvorsch en zelfs een glibberige visch, telkens
commandeert Traudl „Schminken!" en de
arme man moet net doen,: of hij de dieren
een bewerking laat ondergaan en tot over
maat van ramp houdt hij in het geheel niet
van dat soort van dieren.
Op een zekeren dag komt Traudl met een
regenworm bij hem. „Schminken" roept ze
weer. „Neen", zegt de kapper cordaat, „dien
schmink ik niet!"
„Waarom niet?" vraagt Traudl, die dit hee
lemaal niet aardig vindt.
„Omdat" en de kapper is zelf verbaasd
over zijn spitsvondigheid en is wat blij óók er
zoo van af te komen „omdat, nou kijk
toch zelf maar eens, omdat een regenworm
geen gezicht heeft!"
„Gos-ja" zegt Traudl en terwijl de kapper
met haar wenkbrauwen bezig is, zegt zij tegen
den regenworm: „Geen gezicht.... je weet
niet, hoe goed je het hebt!"
Traudl heeft thans, ter gelegenheid van de
première van „Seine Tochter ist der Peter"
van den regisseur Heinz Helbig, door haar
„Onkel Helbig" genoemd, een terrier gekregen,
waarmede zij zeer blij is. Zij denkt er nu
voortdurend over na wat voor een naam zij
het dier zal geven. Ook heeft zij na afloop van
de eerste groote voorstelling een groot aantal
hartvormige koeken gekregen, die bijna zoo
groot zijn als zij zelf.
Wat in Traudl Stark's spel opvalt, is dat zij
zoo buitengewoon natuurlijk en echt is en
dat het in de film net is, alsof zij net als een
gewoon kind aan het spelletjes doen is. Ner
gens heeft men ook maar één enkel oogen-
blik het gevoel, dat er iets gekunstelds is.
W. M. BEKAAR.
ffiSüiliilfi®
Hebben de negers meer aanleg voor athletiek dan het
blanke ras Zelfs deskundigen kunnen zich leelijk ver
gissen De Franschman Richard en het wereld-uurrecord
Waardevolle doelpunten in competitie- en internationaal
voetbalBastin's kostbaar goaitje voor Arsenal.
Er is de laatste maanden veel geschreven
over dê opvallende superioriteit van de ne
gers bij de Olympische Spelen en in Amerika
is er zelfs een enquête over gehouden. Men
vroeg zich af, of de vertegenwoordigers van
het zwarte ras over meer spierkracht en le
nigheid beschikken dan de blanken, kortom,
of ze met betere physieke gaven toegerust
zijn. Verschillende bekende, persoonlijkheden
in de athietiekwereld hebben hierover hun
meening te kennen gegeven, waarvan wij er
hier enkele laten volgen.
Jesse Owens zegt: „De negers hebben niet
meer aanleg voor de sport dan axxdere vol
ken. De reden van de huidige groote succes
sen is geen andere, dan dat er momenteel
toevallig een groot aantal negers tot de
beste interna-tionale klasse behoort. Het is
zeer wel mogelijk, dat er bij de volgende
Olympische Spelen geen enkele zwarte
athleet tot de overwinnaars behoort".
Lawson Robertson, de chef-trainer van de
Amerikaansche Olympische ploeg komt tot
de volgende conclusie: „De negers bezitten
een groot imitatie-talent en zijn daarbij zeer
leergierig, zoodat ze veel van de „sterren"
van het - blanke ras hebben overgenomen.
Zij hebben geen betere spieren of een ster
keren lichaamsbouw dan wij, maar daar ze
eerst sinds korten tijd op de Amerikaansche
universiteiten worden toegelaten, zijn zij
thans in de gelegenheid, zich onder de beste
leiding en met de modernste hulpmiddelen
in de sport te perfectionneeren. Daardoor
zijn zij op het oogenblik in staat om elk re
cord te verbeteren".
De bekende Amerikaansche 1500 Meter-
looper Glen Cunningham korst tot egn ge
heel ander oordeel:
lo De negers hebben, over het algemeen
genomen, langere, spieren met meer sou
plesse en grooter reactie-vermogen.
2o. Zij beschikken over meer kracht bij het
starten en bij het plotseling aanzetten tot
grooter snelheid, omdat hun lange spieren
zich ongelooflijk snel kunnen ontspannen.
3o. Ze hebben meer natuurlijken strijdlust
en den wil om tot het uiterste te kampen.
Men ziet uit het bovenstaande, dat de ge
leerden het er niet over eens zijn. Jesse
Owens' oplossing van het probleem lijkt de
eenvoudigste en daarom de beste, ofschoon
de op de universiteiten geboden gelegenheid
tot inteixsieve training waarschijnlijk ook een
rol speelt. Het is bekend, dat vele Ameri
kaansche athleten met aanleg aan een uni
versiteit worden ingeschreven met het eenige
doel. door successen op sportgebied reclame
te maken voor deze hoogeschool, want niet
zelden zijn zij totaal ongeschikt om het on
derwijs met succes te volgen.
Dat men zich overigens ook als deskundige
kan vergissen, moge blijken uit de drie vol
gende voorvallen uit de bokswereld. In 1912
kwam op het kantoor van den bekenden
Amerikaanschen manager O'Rourke een ha
veloos gekleede reus binnen stappen, die er
uitzag als een beer, die gereed was om zijn
prooi te verslinden.
„Wilt u", zoo luidde zijn vraag, „mijn ma
nager zijn? Ik ben in staat om Jack Johnson
(den toenmaligen wereldkampioen) te ver
slaan".
O'Rourke antwoordde: „Ik ben alleen ma
nager voor boksers; je doet dus beter je bij
een directeur van een circus aan te melden".
Vijf jaar later verloor Jack Johnson op
Cuba in de 26e ronde met knock-out van
Jess Willard, die destijds door O'Rourke was
weggestuurd
De tweede historie betreft een half zwaar
gewicht bokser, die zich kort na den oorlog
onder contract van manager Bagley bevond.
Laatstgenoemde'liet zich tegenover zijn col
lega Gibson als volgt uit: „Ik ben bang, dat
er met dezen jongen bokser weinig te ver
dienen is Het bevalt hem niet erg bij mij
en zijn liefste wensch is, naar New-York te
gaan om daar een cursus in literatuur te
volgen. Is dat niet om uit je vel te springen?"
„Misschien", antwoordde Gibson. „Maar ik
geef je 5€.000 dollar, als je me jouw contract
met dien bokser wilt overdoen".
„Afgesproken", zei Bagley, „maar laat ik
je ronduit zeggen, dat je een idioot bent".
Twee jaar later veroverde Gene Tunney,
de student in de literatuur, het wereldkam
pioenschap zwaar gewicht door Jack Demp-
sey op punten te verslaan.
En nu de derde geschiedenis. Op een win
teravond in 1926 werd de Duitsche manager
Fuchs, die o.a. den kampioen Heinz Dom-
goergen onder zijn leiding (had aan de deur
van zijn restaurant geroepen. Een hongerig
uitziende jonge man, die wel eens voor Fuchs
gebokst had, vroeg hem om een paar boter
hammen. „Ik ben je manager niet meer:
zoek maar een betrekking, dan heb je ook te
eten".
„Ik wil op wedstrijden, wilt u mij niet
daaraan helpen?"
„Neen, want het publiek heeft geen be
langstelling voor je prestaties".
De jongeman ging heen en den volgenden
dag leende een vriend hem het reisgeld naar
Berlijn. Ook deze bokser heeft zijn weg ge
vonden; zijn naam is Max iSchmeling.
Zoo is de Franschman Maurice Richard
er dan wederom in geslaagd, het werelduur
record wielrennen op zijn naam te brengen.
Op de voor een dergelijke poging bij uitstek
geschikte wielerbaan van Milaan heeft hij
den, door den Italiaan Olmo afgelegden af
stand van 45 Kilometer 90 Meter met 308
Meter overtroffen. Als men bedenkt, welk
een kracht en uithoudingsvermogen er voor
noodig is, om geheel alleen eén uur lang op
regelmatige topsnelheid ronden van 400 Me
ter te rijden, zonder dat de tijd voor zulk
een ronde boven de 32 seconden komt, dan
kan men hier met recht van een geweldige
athletische prestatie spreken.
Richard bereed een extra licht rijwiel,
waarvan het totale gewicht 7 Kilo bedroeg,
met een „verzet" van 24 op 7 (d.w.z. dat met
.elke volledige rondwentelina van de trap-as
een afstand van 7 meter 10 wordt afgelegd).
De kans op een lekken band en daarmede de
teleurstelling van een vergeefsche recordpo
ging was wel zeer groot, want de extra-dunne
banden wogen ieder slechts.... 110 gram,
dus iets meer dan één ons.
Dit wereld-uurrecord staat sinds jaren in
het middelpunt der belangstelling van de
wielerwereld In 1893 reed Desgange, de
huidige „vader van de Tour de France" op de
Buffalo-baan te Parijs 35.325 Kilometer en
deze afstand werd geleidelijk vergroot tot
44.247 Kilometer, in 1914 door den Zwitser
Oscar Egg afgelegd.
De oorlog maakte toen voorloopig een ein
de aan verdere pogingen en het zag er naar
uit, dat dit record niet gemakkelijk zou wor
den overtroffen. Op 25 Augustus 1933 echter
was het zoo waar onze landgenoot Van Hout,
die er te Tilburg in slaagde 341 Meter meer
te fietsen, alvorens het uur verstreken was.
Groote verontwaardiging van Oscar Egg, die
persoonlijk naar ons land kwam om de Til-
burgsche baan na te meten en tot de con
clusie te komen, dat Van Hout een korteren
afstand had afgelegd. Doch vier dagen later
maakte Richard aan alle oneenigheid een
einde door nog weer 189 Meter verder te ped
delen, zoodat de Franschman met 44.777 on
betwist recordhouder was.
Verschillende renners van naam hebben
daarna meerdere pogingen ondernomen, die
echter alle mislukten, totdat de Italiaan
Guiseppe Olmo na lang zoeken een baan
ontdekte, die voor dit doel uitstekend ge
schikt was. Immers, de luchtweerstand en de
atmosferische condities spelen bij een derge-
lijken rit een groote rol en daarom kiest men
meestal de maanden September en October,
omdat de omstandigheden dan het gunstigst
zijn.
De Vigorelli-baan te Milaan nu biedt het
voordeel dat het rijvlak door het overhan
gende dak van de tribunes beschut wordt.
Weliswaar kan men dus feitelijk niet van
een onoverdekte baan spreken (een condi
tie, die voor een dergelijke recordpoging ver-
eischt wordt), maar het reglement
spreekt slechts van een baan in de open
lucht en van deze onnauwkeurigheid hebben
zoowel Olmo als Richard geprofiteerd.
Want terwijl Olmo het vorige jaar 45.090
K.M. aflegde en iedereen meende, dat daar
mede het uiterste bereikt was, heeft Richard
er, zooals gezegd, nog een paar honderd me-
tertjes bijgetrapt. En nu maar afwachten,
of er in 1937 iemand hem dit verbeteren kan.
Maar 45 Kilometer per uur op de fiets....,
het is geen kleinigheid.
Als voetballers over hun sport beginnen te
praten, komen er altijd vraagstukken op het
tapijt, waarover verschillende meeningen be
staan. Onlangs kwam het gesprek op de
waarde van een doelpunt Men weet, dat in
de Engelsche competities elk doelpunt meer
of minder beslissend kan zijn voor kam
pioenschap, promotie of degradatie. In ons
land speelt het doelgemiddelde geen rol; een
10 overwinning brengt evenveel voordeel
als een 10—0 zege.
Toch herinneren we ons enkele gevallen,
van in ons land gespeelde wedstrijden,
waarbij één bepaald doelpunt van bijzondere
waarde was.
Het is al jaren geleden, dat Haarlem «,an
den Schoterweg een competitiewedstrijd te
gen D.F.C. speelde, die in een 11 gelijk spel
leek te zullen eindigen. In de laatste halve
minuut kreeg D.F.C. een hoekschop te ne
men, die, door Van Breda Kolff genomen,
door den Haarlem-hack Karei Koster werd
weggewerkt. De Dordtsche spil Dirk Lotsy
ving het leder op en, met den laatsten trap
van den wedstrijd, schoot hij het tusschen
tal van beenen door, langs doelman Van Eek
in het net. Zoo won D.F.C. met 21.
Een meer recent geval; In 1933 speelde
H.F.C. een promotiewedstrijd tegen Zeebur-
gia, die, na een aanvankelijk Haarlemsch
overwicht, bij een 11 stand, de Amsterdam
mers sterk in den aanval vond. Het zag er
naar uit, dat de H.F.C.-verdediging den
voortdurenden druk op haar doel niet zou
kunnen weerstaan, toen plotseling Chapon
volkomen onverwacht den Zeeburgia-keeper
Van Wijk passeerde. Dit gaf de thuisclub zoo
veel vertrouwen en deprimeerde de tegen
partij zoozeer, dat de strijd daarna gelijk op
ging en H.F.C. een noodzakelijke 21 over
winning uit het vuur sleepte, die den weg
naar promotie belangrijk vergemakkelijkte.
Ook in internationale wedstrijden is de
eene goal meer waard dan de andere. In 1919
was Zweden in het Amsterdamsche Stadion
op bezoek en tot teleurstelling van velen be
hielden de Skandinaviërs tot acht minuten
voor het einde een 1^0 voorsprong die mo
gelijk veel grooter zou zijn geweest, als
Göbel het Hollandsche doel niet zoo buiten
gewoon had verdedigd. Reeds ging het pu
bliek het terrein verlaten toen binnen één
minuut Dé Kessler en Gupfert twee doelpun
ten scoorden en den achterstand in een
voorsprong werd omgezet. De tweede goal
was een meesterlijk staaltje van opportuni-
teitsvoetbal van Gupfert, die den nerveuzen
Zweedschen doelman den bal uit de handen
liep en in het verlaten doel trapte. De vijan
delijke achterhoede raakte toen zoodanig
van streek, dat één der backs den eindstand
met een keihard schot in den bovenhoek op
3i voor Holland bracht.
In 1921 was Italië te gast en de Zuiderlin
gen hadden tot drie minuten voor het einde
een 20 voorsprong. Doch nog was Holland
niet verloren, want vóór het eindsignaal
hadden Dé Kessler en Van Gendt (de Spar
taan) den stand gelijk gemaakt. Met recht
kan men in deze gevallen van waardevolle
doelpunten spreken.
Waardevol in meer dan enkel sportief op
zicht was het doelpunt van Clarence Bastin
voor Arsenal in den Cup-semifinal van 1932
tegen Manchester City, op onzijdig terrein
gespeeld In de allerlaatste .minuut scoorde
de Londensche linksbuiten met een zeer ver
en hard schot via den paal de eenige goal
van den wedstrijd, waardoor hij zijn club in
de finale op Wembley bracht, met al de fi-
nancleele voordeelen van dien.
In den eindstrijd tegen Newcastle was Ar
senal niet zoo fortuinlijk, want de United-
middenvoor Allen scoorde de winnende goal
uit een voorzet van rechts, nadat de bal, on
zichtbaar voor den scheidsrechter, over den
achterlijn was geweest.
Plannen in een vergevorderd stadium.
Naar wij vernemen is het vrijwel zeker dat
te Haarlem een school voor Luchtbescherming
geopend zal worden.
Het initiatief daartoe is uitgegaan van de
Vereeniging van werkzoekende intellectuee
len, die daarvoor samenwerkt met de Neder-
landsche vereeniging voor Luchtbescherming
in den Haag, de eenige door de regeering er
kende organisatie voor burgerlijke luchtbe
scherming, dus feitelijk een semi-officieele
instelling. De Minister van Binnenlandsche
Zaken Mr. J. A. de Wilde bekleedt het eere
voorzitterschap van den Raad van Toezicht.
De school die te Haarlem komt zal, althans
voorloopig, de eenige op dit gebied in ons
land zijn.
De bedoeling is, dat de school ondergebracht
zal worden in de door het onderwijs ontruimde
school der gemeente in de Prins Hendrik
straat. De opening zal plaats hebben in het
midden van November, vermoedelijk op den
16de. Er is veel kans, dat de openingsrede ge
houden zal worden door den Minister van Bin
nenlandsche Zaken.
De 1ste cursus die aan deze Luchtbeschermings
school gegeven zal worden is bedoeld voor de
leiders der Luchtbeschermingsdiensten in de
verschillende gemeenten van ons land. Het
onderricht op dien cursus zal geschieden door
bekende autoriteiten op het gebied der lucht
bescherming in ons land. Daarna volgen er
cursussen voor autoriteiten, medici, personeel
van geneeskundige diensten, enzoovoort.
Wij hebben indertijd reeds medegedeeld,
dat tot hoofd van den Haarlemschen Lucht
beschermingsdienst benoemd is de Commissa
ris van Politie, de heer E. H. Tenckinck. Reeds
lang wordt aan de organisatie van dezen
dienst gewerkt, maar naar buiten kon nog
niet veel daarvan blijken omdat eerst geld
middelen voor dit doel beschikbaar gesteld
moeten worden. Er is nu evenwel kans dat bin
nenkort de beschikking gekregen wordt over
gasmaskers. Als die er zijn zal begonnen wor
den met het oefenen van het personeel dat
aangewezen zal worden om deel uit te maken
van den Luchtbeschermingsdienst. Ook de
vereenigingen die aan den Ongevallendienst
medewerken zullen daarbij betrokken worden.
Voor de oefeningen met de gasmaskers moet
het personeel nog eerst door medici gekeurd
worden.
Indertijd heeft de Commissaris ons reeds
bijzonderheden medegedeeld over het aan
brengen van waai-schuwingsapparaten in de
buitenwijken (waarvan de politie ook voor den
gewonen politiedienst zal kunnen profiteeren)
en het inrichten van een waarschuwingsdienst
bij luchtaanvallen door middel van sirenes.
Deze plannen worden nog nader uitgewerkt.
Ook weet men dat de Luchtbeschermings
dienst zal profiteeren van de vrije lijn van de
Haarlemsche Radio Distributie.
HEEMSTEDE Maandag.
Z Zooals wij Maandag reeds gemeld hebben
is bij een jachtpartij op het vuitengoed
Meer en Berg een droevig ongeluk gebeurd.
Over de toedracht hiervan kunnen wij nog
het volgende mededeelen:
Zaterdagmorgen zouder een 5-tal perso
nen een jachtpartijtje houden op het bui
tengoed Meer en Berg, gelegen aan den
Glipperweg.
Deze heeren waren in 3 auto's gearriveerd.
Nadat deze bhxnen het hek waren geplaatst,
zou men zich gereed maken voor de jacht.
TerwiH een der drijvers, de heer Majoor,
bezig was iets uit een kist, geplaatst achter
or den wagen, te halen, laadde een der ja
gers zijn gewoon dubbelloops jachtgeweer.
Nadat de patronen (12 m.m. kogel)
in den loop waren gadaan, wilde de
jager het geweer dicht klappen. Tot
ieders grooten schrik klonk een schot
en doordat de loop van het geweer
in de richting van den drijver ge
richt was, die op pl.m. 3 M, afstand
stond, kreeg deze het volle schot in
de linkerzijde van zijn rug. De man
stortte naast de auto neer.
Hoe het schot af is kunnen gaan, is voor
loopig nog een raadsel. Zoodra de sluiting
van den loop en de kolf wordt los gemaakt,
komt het geweer in den ruststand en na
het dichtslaan blijft de sluiting automatisch
op veilig staan.
Het slachtoffer had zeer veel bloedverlies
en geen wonder, want de schotwond had
een breedte van ongeveer 5 c.M.
Dr. Laeyendecker, die spoedig ter plaatse
was, liet het slachtoffer direct naar de Ma-
ria-Stichting overbrengen, waar hij om on
geveer 1 uur overleed.
M. was 36 jaar, en ongehuwd. Hij was de
oudste zoon van een weduwe, wonende -te
Soestdijk. Vroeger had hij op het Paleis
Soestdijk gewerkt. Hij genoot een klein pen
sioentje en verdiende er iets bij door als
drijver op jacht mee te gaan.
Zoo was hij nu ook naar Heemstede ge
komen.
Door bemiddeling van de politie te Soest
werd zijn familie met de droeve gebeurtenis
in kennis gesteld.
De politie heeft het geweer in beslag ge
nomen.
COMPLOT TEGEN KONING CAROL?
Te Londen doen geruchten de ronde als zou
in Roemenië een complot bestaan tegen koning
Carol. Dit zou ook de reden zijn, waarom de
koning besloten heeft kroonprins Michael mee
te nemen naar Tsjecho Slowakije.
Het zou namelijk de bedoeling der samen
zweerders zijn den prins tot hoofdfiguur te
maken van het complot tegen den troon. Ook
prinses Helena, de vroegere gemalin van ko
ning Carol zou bij dit complot betrokken zijn.
De leider der Nationale Boerenpartij, dr. Ju
lius Maniu, heeft een feilen aanval tegen den
koning gericht, waarin hij diens fascistische
neigingen verweet.
EEN ZIEKENHUIS VOOR DIEREN.
Te Los Angeles is enkele maanden geleden
een dierenziekenhuis in 'gebruik genomen,
dat door de dierenliefhebbers met groote
vreugde is begroet. Tweehonderd zieke die
ren kunnen hier een goede verzorging ge
nieten en met de meest moderne middelen
verpleegd worden. Er zijn kooien en hokken
voor katten, honden en vogels, maar on
langs zijn ook twee slangen en een kleine
tijger opgenomen. Dag en nacht blijven dok
toren en oppassers in het ziekenhuis, en zelfs
in den nacht kunnen dierenliefhebbers hun
zieke lievelingen onder doktershanden later
stellen.
De toestand der gewonden.
Blijkens een Maandagochtend door den burge
meester van Schiedam gedane mededeeling
bedraagt het aantal personen, dat bij de ont
ploffingsramp is omgekomen 13, terwijl bo
vendien nog 1 slachtoffer wordt vermist.
Van de ernstig gewonden, die in het Alge
meen Ziekenhuis te Schiedam verpleegd wor
den, was de toestand van H. J. Voort, die
zwaar gewond was, hedenmorgen iets gunsti
ger. De toestand van J. Onderdelinden blijft
ernstig, terwijl hedenmorgen in den toestand
van den 59-jarigen P. v. d. Broek een achter
uitgang was ingetreden.
Van de in het R.K. Ziekenhuis verpleegde
zwaar gewonden, N. van Genderen en P. de
Smit, was de toestand hedenmorgen vooruit
gaande.
Deelneming van de Koningin.
H.M. de koningin heeft den burgemeester
van Schiedam verzocht haas: oprechte'deelne
ming over te brengen aan de nagelaten be
trekkingen van de slachtoffers van de ramp
bij Wilton-Fijenoord, en heeft naar den toe
stand der gewonden laten informeeren.
De directie van Wilton-Fijenoord deelt
verder mede, dat zij van minister Gelissen een
telegram heeft ontvangen van den volgenden
inhoud
„De groote scheepsbrand met zoo noodlot
tig verloop heeft mij diep getroffen. Terwijl ik
gaarne hulde breng aan de dappere redders,
geef ik u tevens de verzekering, dat ik met het
lot der slachtoffers zeer begaan ben".
NEDERL. NATUURHISTORISCHE
VEREENIGING.
Het minder mooie weer van Zaterdagmiddag
schrikte de leden der afd. Haarlem N.N.V. niet
af en ruim twintig leden hebben onder lei
ding van de heer P. Cornet en G. A. van
Schaik bij de pieren in IJmuiden gezocht
naar schelpen en zeedieren, die de zee hier
had aangespoeld. Tusschen de pieren lagen
kokkels en groote strandgapers in groote hoe
veelheden.
Mooie exemplaren van de groote zeester en
van de slangster, nog heel mooi oranjerood
gekleurd werden gevonden. De heer van
Schaik gaf een korte uiteenzetting over den
bouw en de wijze van voortbeweging van deze
dieren. Wonderlijk zijn ook de uit zandkor
reltjes opgebouwde kokertjes van kokerworm
en het mooie goudkammetje.
Een zwemkrab werd gevonden, en aardig
waren ook de nog zeer jonge, levende, exem-
plai'en van de heremietkrab. Verdei' lagen er
mooie exemplaren van de groote strandschelp,
ruwe boormossel en een buitengewoon vaaf
exemplaar van de hartegel.
Bovendien vond men nog een drieteen-
meeuw en een zeekoet, welke laatste een
slachtoffer van de stookolie bleek te zijn, i