De naturalisatie van
Prins Bernhard.
Haarlem's Kunstbezit.
WOENSDAG 4 NOVEMBER \7Zê
Gezelschap hazardspelers
betrapt.
Huwelijksgeschenk Neder
landsche schooljeugd.
Opgeheven contingenteering.
Brutale diefstal van 13 mille.
Jubileum-bloemententoon
stelling te Aalsmeer.
Goedkeuring van hei huwelijk
Prinses Juliana.
van
Er zijn nog geen voorrangs
wegen.
Philips heeft zeer veel orders.
Wijziging Middelbaar
Onderwijswet.
Geen overeenstemming
tusschen Java en Japan.
Autobus op onbewaakten
overweg door tractor gegrepen
De roofoverval te Klooster-
zande.
Het ingediende wetsontwerp.
Ingediend is een wetsontwerp tot natura
lisatie van Z. D. H. Prins Bernhard Leopold
Frederik Everhard Julius Coert Karei God
fried Pieter van Lippe-Biesterfeld en regeling
van eenige gevolgen dier naturalisatie.
De memorie van toelichting tot dit wetsont
werp luidt als volgt:
Zal de voorgenomen echtverbintenis van
Prinses Juliana voor H. K. H. niet verlies van
het Nederlanderschap ten gevolge hebben, dan
dient Z. D. H. Prins Bernhard voor de voltrek
king van het huwelijk als Nederlander te wor
den genaturaliseerd.
Alzoo hebben redenen van staatsbelang ge
leid tot de indiening van het hierbij aangebo
den ontwerp van wet, hetwelk tevens gevolg
geeft aan den door den Prins uitgedrukten
wensch, ook rechtens tot de Nederlandsche
gemeenschap te behooren.
Door de voorgestelde naturalisatie zal in
gevolge paragraaf 25 van de Duitsche natio-
naliteitswet voor Z. D. H. het huidig staats
burgerschap verloren gaan.
Art. 2 luidende „zijne doorluchtige hoogheid
is, van het oogenblik waarop hoogstdezelve
de hoedanigheid van Nederlander verkrijgt, in
gezetene van het rijk", wordt voorgesteld op
grond van de overweging, dat de gemaal der
Prinses niet, zij het ook tijdelijk, van het in
gezetenschap van het rijk verstoken mag zijn.
Art. 3 luidt als volgt: „op het aan deze wet
ontleende Nederlanderschap is, staande het
huwelijk tusschen onze beminde dochter en
Zijne Doorluchtige Hoogheid, artikel 7 der wet
van 12 December 1892 (staatsblad no. 286) op
het Nederlanderschap en het ingezetenschap,
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 Novem
ber 1935 (staatsblad no. 685), niet van toe
passing.
Dit Nederlanderschap wordt na ontbinding
van het huwelijk verloren, zoowel ingevolge het
bepaalde bij art. 7 voormeld, als indien Z. D.
H. den wil om den staat van Nederlander niet
langer te behouden schriftelijk te kennen geeft
aan onzen minister van justitie, die daarvan
onmiddellijk aankondging doet in de Neder
landsche staatscourant.
Verlies van het Nederlanderschap door Z.
D. H. is op den staat van de uit dit huwelijk
geboren kinderen niet van invloed.
Het eerste lid van art. 3 is dienstig, omdat
het staatsbelang, waarmede deze naturalisatie
is verknocht, tevens vraagt, dat staande het
huwelijk het Nederlanderschap door den ge
maal de vermoedelij ke erfgenaam van de kroon
niet kan worden verloren.
Na ontbinding van het huwelijk zal ingevol
ge het tweede lid van art. 3 het Nederlander
schap ook verloren kunnen worden door een
schriftelijke kennisgeving aan het hoofd van
het departement, dat meer in het bijzonder
is belast met de uitvoering der wet op het Ne
derlanderschap en het ingezetenschap.
In het staatsbelang wordt ook bepaald, dat
eventueel verlies van den staat van Nederlan
der door Z. D. H. na ontbinding des huwelijks
niet beïnvloedt het Nederlanderschap van hen,
die tot den troon kunnen worden geroepen.
Deze wet treedt in werking met ingang van
den dag na dien harer afkondiging.
Geslaagde inval in café te Groningen.
Geruimen tijd geleden kwam de Groning-
sche politie ter oore, dat in een café in de
Peperstraat te Groningen door verscheiden
bezoekers om geld werd gespeeld. Dit gerucht
werd van verscheidene zijden bevestigd en
meermalen werd dan ook vernomen, dat
groote bedragen werden verspeeld.
Dinsdagavond te ongeveer zeven uur deed
de politie een inval, waarbij een groot gezel
schap tijdens hazardspel werd betrapt. Al
deze bezoekers, in het geheel 20 personen,
werden gearresteerd en naar het hoofdbureau
van politie overgebracht. Het onderzoek heeft
tot vannacht twee uur geduurd en pas toen
kon de laatste van het gezelschap in vrijheid
worden gesteld. Alle bezoekers zijn terzake van
deelneming aan hazard verbaliseerd.
Bij Koninklijk besluit is, met ingang van
4 November 1936, ingetrokken de contingen
teering van bovenkleeding voor mannen en
jongens, vrouwen, meisjes en kleine kinde
ren van weefsels met rubber.
Steuntrekster uit Schiedam nu al haar geld
kwijt.
De vorige week werd zooals gemeld
bij de weduwe R. van B. te Schiedam een
huiszoeking verricht, daar het vermoeden
bestond, dat de vrouw, die daar met haar
twee zoons woont en in zeer armoedige om
standigheden verkeerde, in haar huis een
groot bedrag aan geld verborgen hield.
Inderdaad kwam bij deze huiszoeking een
bedrag van achttienduizend gulden voor den
dag.
Maandagavond is de vrouw het slachtoffer
geworden van een sluwen oplichter. Een naar
schatting 37-jarige man vervoegde zich aan
de woning van de weduwe van B. hij gaf
voor de Jong te heeten en vanwege de justi
tie de boedelscheiding te moeten regelen. De
beide zoons van de vrouw v. B. zonde de man
naar Rotterdam om een acte van onvermo
gen op het stadhuis te halen. Hij vroeg de
vrouw hierop haar geld om het in een enve
loppe te doen en te verzegelen. De vrouw gaf
den man hierop een bedrag van 13.125 gul
den. De man vroeg haar vervolgens een doek
te halen, daar hij deze noodig had. Zij ging
hierop naar de keuken om het gevraagde te
halen. Van deze korte afwezigheid maakte de
man gebruik om het geld uit de enveloppe
te halen en deze hierop met krantenknipsels
te vullen. Toen de vrouw terug kwam, was
de enveloppe reeds verzegeld. Hij deed deze
in een geldkistje, hetwelk eveneens verzegeld
werd Hierna zeide de man, even weg te moe
ten, doch spoedig terug te zullen komen.
De zoons van mej. van B. kwamen eenigen
tijd later terug. De „man van de justitie"
liet echter niets meer van zich hooren. Men
kreeg argwaan en brak het geldkistje open,
waarna de diefstal aan het licht kwam.
De politie werd van het geval in kennis
gesteld. Zij verzoekt opsporing van den 37-
jarigen man. Het signalement luidt als
volgt: lang 1.75 M.. grijze overjas, bruine
pantalon, licht grijze gleufhoed. De man
heeft zwart achterover gekamd haar.
Aan Prinses Juliaiva.
Men deelt ons mede:
Van den minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen werd toestemming ont
vangen zijn naam te plaatsen aan het hoofd
der lijst van autoriteiten, enz. die hun in
stemming betuigen met de plannen om de
Prinses bij haar huwelijk een geschenk van
de Nederlandsche schooljeugd aan te bie
den.
Als datum en uur voor de te houden in
zameling is thans vastgesteld Dinsdag 15
December, des ochtends 10 uur Op dien dag
en dat uur zal dus de geheele Nederlandsche
schooljeugd bij alle takken van onderwijs
van elke richting in de gelegenheid worden
gesteld haar bijdrage te schenken.
JACHTPARTIJ OP HET LOO.
Prins Bernhard heeft Dinsdagmorgen in
gezelschap van een tiental binnen- en bui-
tenlandsche gasten deelgenomen aan een
jachtpartij in de wildrijke omgeving van
Gortel, 10 K.M ten noord-westen van Apel
doorn.
ARBEIDSONGEVAL MET DOODELIJKEN
AFLOOP
Dinsdagmiddag is in de Berghuizer papier
fabriek v.h. firma B. Cramer te Berghuizen,
gemeente Heerde, een ongeluk met doode-
lijken afloop gebeurd.
De 59-jarige arbeider J. Langenberg, wo
nende te Wapenveld, is, toen hij bezig was bij
een kuip papierstof, uitgegleden en in de
kuip terecht gekomen. Daarbij kwam de man
in aanraking met de in de kuip werkende
machines. De borstkas werd hem ingedrukt.
Hoewel andere arbeiders onmiddellijk te
hulp snelden, bleken de levensgeesten reeds
te zijn geweken. Het slachtoffer was ge
huwd.
Van 6 tot II Januari a.s.
Te Aalsmeer wordt van 6 tot 11 Januari 1937
een groote jubileumtentoonstelling gehouden,
uitgaande van de Centrale Aalsmeersche Vei
ling, ter gelegenheid van haar 25-jarig be
staan.
Het doel dezer tentoonstelling is om bij
hernieuwing de aandacht van geheel Ne
derland te vestigen Op de Aalsmeersche bloe
misterijproducten om liefhebbers en vak
man nogmaals te wijzigen op den hoogen
trap van ontwikkeling, waarop de wereldbe
roemde Aalsmeersche snijbloemen-pot
plantencultuur zich ondanks de moeilijke tij
den heeft weten te handhaven. Om te la
ten zien, dat de economische depressie, waar
van ook Aalsmeer in ruime mate haar deel
heeft gekregen, niet heeft kunnen verhin
deren, dat sedert dé laatstgehouden groote
Aalsmeersche tentoonstelling, de kweekers
nog weer een belangrijken vooruitgang der
bloemencultuur hebben weten te bewerkstel
ligen, en tenslotte om de relaties tusschen
Aalsmeer en het buitenland uit te breiden en
te versterken.
Daarnaast zal deze tentoonstelling een de
monstratie zijn van den ongebroken kracht
en den onverzwakten ondernemingsgeest dei-
nijvere kweekers die met groote energie aan
den ongunst der tijden 't hoofd hebben ge
boden.
Karei van Mander's schilderij in
het Frans Halsmuseum.
Na het uitstapje, door dit schilderij naar de
kortelings gehouden Van Mander-tentoon
stelling ondernomen, is het in blakenden wel
stand op zijn oude plaats in het Museum
weergekeerd en wij kunnen het nu daar nog
eens rustig bekijken.
Veertien dagen geleden hebben wij hier iets
uit het leven van den schilder verteld en het
daarbij vooral over zijn verdiensten als kunst
historieschrijver en als lofdichter onzer stad
gehad. De eenige schilderij die wij van hem
in ons museum hebben moge dan thans het
reeds geschrevene aanvullen en besluiten. Het
is een voorstelling der Boodschap aan Maria,
die zoowel in de kleur als in het arrangement
den Italiaanschen invloed doet zien door Van
Mander op zijn reis naar het Zuiden onder
gaan. Het is echter meer de weelderigheid
der late renaissance dan de prachtige eenvoud
der primitieven, waaraan wij herinnerd wor
den. Wanneer men zich bij voorbeeld, de uit
reproducties overbekende Aankondiging van
Fra Angelico kan voorstellen, dan zal men
zich van het hemelsbreed verschil tusschen
de geestesgesteldheid van twee periodes in de
kunstproductie gemakkelijk een voorstelling
kunnen vormen. Slechts het vaasje met de
bloemen, dat hier links op het tafeltje staat,
doet nog even aan den primitieven geest den
ken, doch ook nog maar even.... de rest is
uit een gansch andere gemoedsstemming ge
boren. Het prachtlievende der Italiaansche
renaissanceschilders uit zich ten eerste in de
kleurencombinatie, waarin een prachtig azuur
blauw en een wijnrood den eenvoudig rijken
gouden toon van Angelico vervangen hebben.
Het is een palet geworden dat wel juist de
Zuid-Nederlandsche schilders aantrekken
moest. Zij brengen bovendien nog die eigen
aardige vermenging van zin voor pronk en
zin voor huiselijke realiteit mee, die maakt
dat een Italianiseerend Nederlander als Van
Mander toch nog weer iets anders is dan een
meester-tijdgenoot uit den Italiaanschen
kring zelf.
Dat onze stadgenoot een knap schilder en
vooral een buitengewoon goed teekenaar ge
weest is bewijst ons schilderij meer dan vol
doende, dat hij ook op het punt van compositie
een meester was, kan men eveneens zelfs uit
ons prentje aflezen, al is mij de noodzakelijk
heid van den ronden vorm der schildering
alleen verklaarbaar als men aanneemt dat hij
die verkoos om de herhaling te vermijden der
vele verticale en horizontale lijnen, die in zijn
schilderij rondom de Maria-figuur aange
troffen worden. Een zuiver technische handig
heid dus waarmee de schilder een moeilijk
heid uit den weg ruimde. In den geest der
voorgestelde gebeurtenis ziet men echter bij
zulk een navolger van groote meesters vaak
een verwarrende veelzijdigheid opduiken, die
misschien een gevolg is van een gemis aan de
allereenvoudigste overtuiging, zooals die nog
bij de primitieven verondersteld kan worden.
Wanneer men zich ons schilderij in twee
gedeelten gesplitst denkt, door in gedachte de
Wetsontwerp bij de Tweede Kamer
ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu
ring van het huwelijk van H. K. H. Prinses
Juliana en regeling van de toelating van ge
tuigen bij de voltrekking van dit huwelijk,
alsmede van eenige gevolgen van deze echt
verbintenis.
De memorie van toelichting hierbij luidt
als volgt:
Het ligt in de bedoeling van H.K.H. Prinses
Juliana weldra gevolg te geven aan het voor
nemen, met Z. D. H. Prins Bernhard van
LippeBiesterfeld in het huwelijk te treden.
Alvorens deze echtverbintenis gesloten wordt,
behoort met het oog op artikel 17 der grond
wet, hiertoe bij de wet toestemming te wor
den verleend.
Artikel 1 der tegenwoordige wetsvoordracht
strekt om aan het aangehaalde grondwets
artikel te voldoen.
Ingevolge ajrtikel 2 blijven buiten toepas
sing de bepalingen van de artikelen 20 en 131
van het burgerlijk wetboek, krachtens welke
het aantal huwelijksgetuigen tot ten hoogste
vier is beperkt en buiten het koninkrijk ge
vestigde personen niet als getuigen worden
toegelaten.
Artikel 3 verleent ten aanzien van naams
verandering of naamsbijvoeging, welke de
Koningin ten behoeve van den prins of van
de kinderen, die uit het huwelijk geboren
mochten worden, zou willen toestaan, vrij
stelling van de bij artikel 64 van het burger
lijk wetboek voorgeschreven openbaarma
king.
Artikel 4 luidt:
Overal waar in wettelijke voorschriften de
uitdrukking ,,lid van het Koninklijk huis",
„leden van het Koninklijk huis", Prinsen van
ons huis", „Prinsen van het Koninklijk ge
slacht". of „de Vorsten van ons huis", voor
komt, zal daaronder mede begrepen zijn Zijne
Doorluchtige Hoogheid.
Deze wet treedt in werking met ingang
van den dag na dien harer afkondiging.
GOEDKEURING VAN EEN VERDRAG MET
BELGIë.
Ingediend is een wetsontwerp tot goedkeu
ring van het op 15 Mei 1936 te 's-Graven-
hage tusschen Nederland en België gesloten
verdrag betreffende den onderstand en de
terugleiding van behoeftigen.
Het onderhavige verdrag is in zijn groote
lijnen de bevestiging van de reeds sedert ja
ren in beide landen ten aanzien van de we-
derzijdsche onderdanen gevolgde practijk.
STEEDS MEER VERTROUWEN IN
DAGBLADRECLAME.
Mr. Cunningham, reclamechef van
Sears, Roebuck Co., een enorme Ame-
rikaansche maatschappij, verklaarde
onlangs
„Wij beseffen, dat dagbladreclame de
belangrijke factor was die meehielp aan
onze omzetvermeerdering van 23 n/o in
1935. Onze ervaring gedurende de de
pressie leerde ons, dat voortdurende
courantenreclame de zaken kan stimu-
leeren. Telkens weer in de laatste jaren
gaven we méér uit voor dit reclame
middel dan in het topjaar 1929.
Aanwijzing geschiedt pas in de toekomst.
Naar gebleken is, heeft bij vele
weggebruikers de meening postgevat,
dat sinds 1 November 1.1. reeds voor
rangswegen in Nederland bestaan
met het gevolg, dat reeds eenige aan
rijdingen hebben plaats gehad.
De K. N. A. C. vestigt er uitdrukke
lijk de aandacht op, dat een weg
slechts dan voorrangsweg is, als hij
als zoodanig door vierkante bordjes
met oranje middenvak of door oranje
koppen op de afstandspaaltjes is
aangeduid.
Momenteel is nog geen enkele weg
als voorrangsweg aangewezen. Zulks
zal geleidelijk pas in de naaste toe
komst geschieden.
Slechts hebben sinds 1 November
verharde wegen voorrang boven on
verharde wegen.
Fabriek kan ze bijna niet verwerken.
In de Dinsdag gehouden jaarlijksche al-
gemeene vergadering van aandeelhouders der
N.V. Philips' gloeilampenfabrieken werd de
heer mr. J. W. Beyen tot commissaris her
kozen.
Voorts werd tot directeur der vennootschap
benoemd ir. P. F. S. Otten, terwijl, onder
voorbehoud van de goedkeuring van den mi
nister van justitie ten aanzien van de aan
genomen voorstellen tot wijziging der acte
van oprichting, Besloten werd dr. A. F. Phi
lips te benoemen tot president der vennoot
schap.
Het dividend over het boekjaar 1935/36
werd vastgesteld op 6 pet. voor de gewone en
6 pet. voor de preferente aandeelen, betaal
baar van heden af.
Dr. A. F. Philips deelde over den gang van
zaken mede, dat deze over de geheele linie
tevredenstellend is. Een meer optimistische
toon is op dit oogenblik dan ook wel ge
rechtvaardigd. De doorsnee opbrengst in
guldens per stuk is als gevolg van de hier te
lande getroffen monetaire maatregelen ge
stegen.
Met den verkoop van de ontvangapparaten
blijft het zeer goed gaan. De vraag naar Phi-
lips-apparaten is zoo groot, dat de fabriek
de orders niet af kan.
Wenschen en klachten van Tweede Kamer
leden.
Japansch bericht uit de lucht gegrepen.
Het bericht uit het Japansche financieele
dagblad „Chu Gai Shogyo" als zou tusschen
de Japansche vereenigingen van suiker-
industrieelen en de N.I.V.A.S. overeenstem
ming zijn bereikt tusschen Japan en Ned.-
Indië, wordt in bevoegde kringen hier te
lande ten stelligste tegengesproken.
DE ONTPLOFFING IN DE „PETRAKIS
NOMIKOS"
Een der slachtoffers ter aarde besteld.
Dinsdagmiddag om vier uur is het stoffe
lijk overschot van den heer J. Wolters, een
der slachtoffers van de ontploffing aan
boord van het Grieksche stoomschip „Petra-
kis Nomikos" op de algemeene begraafplaats
te Schiedam ter aarde besteld.
achterste loodlijn van Maria's lezenaar naar
boven en naar beneden te verlengen, dan
krijgt men twee afzonderlijke voorstellingen,
die naar het innerlijk vrijwel buiten elkaar
staan. Rechts: de boodschappende Engel, doet
eenigszins barok aan, in zijn te zwierig pronk
gewaad en met de precieuse handen, waarvan
vooral de linker die den lelientak vasthoudt,
gemaniereerd lijkt. Daartegenover is de hou
ding der Mariafiguur op de linker helft bijna
te huiselijk. Het biddend ontvangen der tij
ding, zooals men zich die denkt, en zooals men
zich die van een Fra Angelico herinnert, heeft
bij den lateren kunstenaar iets gekregen van
de blijde verbazing eener lieve jarige aan wie
men bloemen brengt. Het geestelijk contact is
hier minder diep tot uitdrukking gebracht en
dit is wellicht het gevolg daarvan, dat de eer
ste essentieele emotie der ouderen voor een
traditie heeft plaats gemaakt.
Overigens lijkt picturaal gesproken mij
dit Imker gedeelte van Van Mander's schilde
rij zeker niet het minste. Zou het kunnen zijn
doordat de Vlaamsche gemoedelijkheid van
den schilder hier echter en zuiverder van hem
zelf is dan de van buiten aangeleerde barokke
zwierigheid van de rechterhelft? In ieder ge-
Aan het voorloopig verslag over het wets
ontwerp tot wijziging en aanvulling der
Middelbaar-onderwijswet wordt het volgende
ontleend.
Vele leden begroetten dit wetsontwerp,
waardoor een wettelijke regeling van het han
delsonderwijs op korten termijn wordt moge
lijk gemaakt, met instemming.
Verscheidene leden betoogden, dat een alge-
neene herziening der middelbaar-onderwijswet
reeds vele jaren urgent is. Belangrijke en drin
gende vraagstukken, als regeling van de lycea,
van het middelbaar onderwijs voor meisjes,
van de opleiding der leeraren wachten reeds
lang op een oplossing. Zij achtten het jammer,
dat de minister alleen met een voorstel tot
regeling van een onderdeel is gekomen. Zij
vreesden, dat, komt dit wetsontwerp tot stand,
de regeling van de andere urgente onderdee-
len weer langer op zich zal laten wachten.
Van verschillende zijden werd de aandacht
gevestigd op de moeilijke positie, waarin
eenige bijzondere middelbare scholen voor
meisjes verkeeren. Wat leerprogram, bevoegd
heid der leeraren en leeftijd der leerlingen
betreft, behooren zij, evenals de gemeente
lijke scholen, ongetwijfeld tot het middelbaar
onderwijs. Wijl zij evenwel als middelbare
scholen geen subsidie ontvangen, zijn zij ge
noodzaakt. gebruik te maken van de subsidie
mogelijkheid der Lageronderwijswet 1920.
Vele leden vestigden er de aandacht op, dat
de minister aan het slot van het algemeen deel
van de memorie van toelichting weliswaar de
opheffing van de hoogere burgerscholen met
driejarigen cursus voorstelt, maar dat het
ontwerp niet in deze opheffing voorziet.
Verscheidene leden zouden het zeer betreu
ren, als aan het bestaan van de 3-jarige H.B.S,
een einde werd gemaakt.
Andere leden achtten het geheel overbodig,
deze scholen in stand te houden, naast de be
staande of op te richten 3- of 4-jarige han
delsdagscholen, en 3- of 4-jarige U.L.O.-scho
len, die evengoed, zoo niet beter en op goed-
koopere wijze, onderwijs geven.
Met den meesten aandrang verzochten som
mige leden, op de hoogere burgerscholen en
handelsscholen het godsdienstonderwijs in de
lijst van vakken op te nemen.
Sommige leden vonden de namen „Hoogere
Burgerschool A" en „Hoogere Burgerschool B"
weinig doelmatig. Zij gaven in overweging, de
hoogere burgerschool A te noemen: economi
sche of litterair-economische hoogere burger
school en de hoogere burgerschool b; wis- en
natuurkundige hoogere burgerschool.
Van verschillende, zijden werden bezwaren
geuit tegen de bepaling van het voorgestelde
vierde lid van artikel 16, dat het onderwijs, in
de laagste drie klassen der H.B.S.-A. te geven,
gelijk is aan dat, in de laagste drie klassen
der H.B.S.-B te geven. Deze bezwaren waren
van tweeërlei aard. In de eerste plaats kon
men niet inzien, waarom het onderwijs op de
H.B.S.-A zich zou moeten voegen naar het
leerplan van de H.B.S.-B. Men meende, dat
deze onderschikking voor de eerste groep van
scholen nadeelig zou zijn.
De tweede grief gold de bepaling, dat het
onderwijs voor drie klassen gelijk moet zijn.
Een uitstel van twee jaren van het tijdstip,
waarop de leerling tusschen de twee afdeelin-
gen moet kiezen, achtten verscheidene leden
voldoende.
Verscheidene leden merkten op, dat de be
staande toestand, tot groote voldoening van
allen die daai*bij betrokken zijn, vele 4-jarige
handelsdagscholen kent. Naar hun oordeel
heeft de practijk doen zien, dat aan het
4-jarige type de voorkeur wordt gegeven. Vele
3-jarige scholen zijn dan ook in 4-jarige om
gezet. Dit neemt niet weg, dat aan de 3-jarige
scholen behoefte bestaat. Deze leden gaven in
overweging, het tweede en derde lid van ar
tikel 18 bis te doen vervallen en het eerste
lid te lezen: de handelsdagschool heeft een
cursus van drie of vier jaren.
Andere leden wilden den 4-jarigen cursus
als regel, met de mogelijkheid om, met mach
tiging van den minister, den cursus met een
jaar te bekorten.
Verscheidene leden waren van meening, dat
de bevoegdheid der leeraren van een 4-jarige
handelsdag-school dezelfde behoort te zijn als
die der leeraren eener 5-jarige H.B.S.
Sommige leden drongen er op aan, het vak
stenografie onder de verplichte vakken op te
nemen.
Men drong er op aan, te bepalen, dat aan
de handelsdagschool onderwijs kan worden ge
geven in machineschrijven.
Eenige leden betreurden, dat onder de ver
plichte vakken voor de handelsdagschool niet
is opgenomen plant- en dierkunde.
val zou dan Van Mander's geheele wezen, in
zijn veelzijdigheid en gemak van aanpassing,
in zijn naar vele kanten uitgaande belangstel
ling en vooral in zijn sterk ontwikkelde kun
digheid, door ons schilderij uitstekend ge
ïllustreerd worden. Hij mag dan geen groot
origineel artist van het eerste plan geweest
zijn, een zeer bijzondere figuur blijft hij toch.
Als wij in het voorafgaande zijn schilderij iet
wat uitvoerig en hoofdzakelijk aesthetiseh be
keken hebben, dan was dat niet om op zijn
beteekenis iets af te dingen, doch omdat die
ons een ongezochte gelegenheid bood, nu wij
over Van Mander's leven en andere bezig
heden al zooveel gehoord hebben eens een
kunstwerk in détails te ontleden en naar den
samenhang te zoeken. Een aesthetische oefe
ning, zoo men wil, die ieder schilderijenlief
hebber zich kan trachten eigen te maken om,
naast zijn intuïtief gevoel, ook een verstan
delijke basis voor zijn waardeering te vor
men. De nauwkeurige beschouwer geniet dub
belals er wat te genieten valt. Dat is een
axioma dat de museumbezoeker vaak geneigd
is te vergeten en waardoor hij zichzelf te kort
doet.
I. (H. DE BOIS.
Inzittenden licht gewond.
BENNINGBROEK, 3 Nov. Gisteravond
half zes is een autobus, welke den dienst
Hoorn—Abbekerk onderhoudt, op den onbe-
waakten overweg te Benningbroek (bij Hoorn)
door een tractor van de Nederlandsche Spoor
wegen, welke gebruikt wordt voor het ran
geeren, in den flank aangereden.
De bus werd geheel in elkaar gedrukt en
enkele meters meegesleurd. In den wagen be
vonden zich een tiental passagiers. Kort na
het ongeluk was dr. De Vries uit Benning
broek ter plaatse en verleende de eerste ge
neeskundige hulp.
Het 4-jarig dochtertje van mevrouw D. uit
Hoorn bleek ernstig gewond te zijn. Het kind
werd naar de woning van dr. de Vries over
gebracht. De overige passagiers waren er goed
afgekomen. Allen hadden slechts lichte ver
wondingen bekomen. Nadat dr. de Vries hen
verbonden had, konden zij met een intusschen
gerequireerde autobus van dezelfde maat
schappij naar Hoorn worden vervoerd.
De chauffeur van de zwaar gehavende bus
verklaarde geen signaal of licht van den
tractor opgemerkt te hebben.
Tweede verdachte meldt zich aan.
Bij de politie te Oosterhout (N.B.) heeft
zich Dinsdag de tweede verdachte van den
roofoverval te Kloosterzande,' de 37-jarige
letterzetter J. H. L., geboortig uit 's Graven-
hage, aangemeld. Zijn opsporing en aanhou
ding was verzocht door de marechaussee te
Hontenisse. L. had dit verzoek in een nieuws
blad gelezen en meldde zich daarop aan. Hij
I is nog des middags door de marechaussee
I van Raamsdonkveer naar Kloosterzande
1 overgebracht.