Het Koloniale Vraagstuk
Tijd van wilde autobus
diensten voorbij?
DINSDAG 10 NOVEMBER 1936
Spelevaart tragisch geëindigd.
3.
Koloniën hebben
geen monopolie van
grondstoffen.
door Prof. Dr. B. Schrieke.
Handel en Grondstoffen.
Verschuivingen op het
gebied der grondstoffen.
Waarom nu de
grondstoffen-kwestie
Bij oversteken niet weifelen.
Poeliers vrij van omzet
belasting?
Snellere mailverzending naar
Indië.
Arbeider in het water gewaaid.
Inbraak in de villa der Koningin
geheel opgehelderd.
Grieksch schip veilig binnen
gebracht.
Gecompliceerde autobotsing
Salarissen Rijkspersoneel.
Dr. Hubrecht gezant te Rome*
Vijf leden van Chineesch gezelschap
verdronken.
In ons vorig artikel merkten wij op, dat
de gronden, waarop gewoonlijk de nood
zaak van het bezitten van koloniën
wordt bepleit, zijn le. overbevolking, 2e
de handel, 3e. de beschikking over grondstof
fen. Over het bevolkingsvraagstuk spraken
wij reeds. Thans resten dus de laatste twee
punten. Hoewel de behoefte aan afzetgebie
den voor de! katoen- en ijzerindustrie den
eersten stoot tot de 19e eeuwsche jacht op
koloniën heeft gegeven, blijkt, nu wij op een
ervaring van circa vijftig jaren kunnen te
rugzien, dat de koloniale handel toch niet die
resultaten heeft opgeleverd, die men er in
den aanvang van heeft verwacht. Niet, dat
verschillende industrieën, handel- en scheep
vaartmaatschappijen en banken en derzelver
aandeelhouders daarvan geen baat zouden
hebben ondervonden, om dat arbeiders en
employés niet van de daardoor geschapen
vermeerderde werkgelegenheid zouden heb
ben geprofiteerd! Daartegenover staan even
wel voor de nationalen belastingbetaler de
uitgaven door den Staat besteed aan de ver
overing van de koloniën, aan de handhaving
van rust en orde aldaar, aan de bedwinging
van opstanden, aan de inrichting van de de
fensie tegen aanvallen van buiten, aan de in
richting van maritieme steunpunten en aan
uitbreiding van de vloot enz. ter beveiliging
van den handel en van de verbindingslijnen.
Daartegenover staat ook een gedeelte van de
kosten van den wereldoorlog, omdat een van
de diepere oorzaken van dien oorlog in de ko
loniale kwestie gelegen was. Vraagt men zich
dus af: „do colonies pay?", dan dienen de
baten tegen de kosten te worden afgewogen.
Tusschen 1894 en 1932 bedroeg het
totaal van den handel van Italië met
al zijn koloniën (invoer en uitvoer
samen) 5561 millioen lire, d. i. min
der dan één honderdste van den Ita-
liaansehen buitenlandschen handel
gedurende dezelfde bijna veer
tigjarige periode. Doch alleen
reeds van 19131932 (d. w. z. in nog
geen 20 jaar tijds) legde Italië, on
gerekend de kosten aan de verove
ring van Tripolis en den wereldoor
log verbonden, 6856 millioen lire aan
zijn koloniën ten koste. Duitsch-
land's handel met al zijn koloniën
beliep in de jaren 1894 tot 1913 een
bedrag van 972 millioen mark (d. i.
minder dan 4/1000 van zijn geheelen
buitenlandschen handel over diezelf
de periode), maar in dienzelfden tijd
legde het, ongerekend zijn uitgaven
voor Kiautsjau, 1002 millioen mark op
zijn koloniën toe.
Van 1394 tot 1934 beliep Japan's handel
met al zijn koloniën 15.551 millioen yen, d. i.
15.4 pCt. van den totalen Japanschen buiten
landschen handel in die veertig jaren. Zijn
netto uitgaven voor de verovering van de
koloniën bedroegen 2860 millioen. Laat men
buiten beschouwing wat de Russisch-Japan-
sche oorlog, de wereldoorlog en de agressie
van Mantsjoekwo en Noord-China aan Japan
hebben gekost, maar voegt men bij 2860 mil
lioen 15,4 pCt. van Japan's normale mili
taire uitgaven in diezelfde periode, dan komt
men reeds op een bedrag van 5329 millioen
yen aan ten behoeve van Japans' koloniaal
bezit gemaakte kosten, d. i. 33.7 pCt. van het
hooger genoemd totaal van den Japanschen
kolonialen handel, een percentage, dat stel
lig niet door den winst op dien handel wordt
gedekt. Uit deze cijfers blijkt wel, dat de
handel met de koloniën niet van zooveel be
lang is als zekere propaganda voor het ver
krijgen van overzeesche bezittingen ons wel
zou doen vermoeden. Daarbij komt nog, dat
het bezitten van koloniën geenszins een mo
nopolie van den handel met deze gebieden ga
randeert. Ik heb hier niet op het oog gebieden
als Nederlandsch Indië of de meeste manda
ten die een Open Deurpolitiek voeren. Door
hun tarievenpolitiek trachten Japan, de Ver.
Staten en Frankrijk vreemde concurrentie
zooveel mogelijk buiten te sluiten, geven zij
althans aan de eigen landgenooten een on-
miskenbaren voorsprong. De preferentieele
rechten, die binnen het Britsche imperium
gelden, hebben dezelfde strekking. Dergelijke
bevoordeeling heeft natuurlijk gevolgen voor
den nationalen handel, vooral in een tijd als
deze, dat die handel voor het overgroote deel
zou kunnen blijven bestaan, wanneer de be
trokken gebieden niet meer aan het gezag van
dien bepaalden staat waren onderworpen.
Slechts een klein deel van dien handel is het
direct gevolg van het oppergezag van de
mogendheid, die de koloniën bezit. Onderne
mingsgeest, geographische ligging, scheep
vaartverbindingen en kostprijzen zijn facto
ren van grootere beteekenis, zelfs waar voor
keurtarieven hun invloed voelbaar maken.
Ook met de grondstoffen-kwestie staat het
wat anders dan 't hameren op dit thema door
de mogendheden, die thans koloniale eischen
stellen, zou doen verwachten. Koloniën hebben
allerminst 'n monopolie van grondstoffen! Dit
blijkt aanstonds, zoodra wij ons ervan reken
schap, geven wat de primaire grondstoffen
zijn: steenkool, ijzer, koper, lood, zink, alumi
nium, tin, nikkel, petroleum, zwavel, rubber, ka
toen, wol, zijde, plantaardige oliën en vetten,
hout, jute, hennep, vlas, nitraten, potasch,
phosphaten, graphiet, asbest, kwik, mangaan,
chroom, wolfram, antimonium, enz.
Gaat men deze lijst na, dan zal men
een aantal artikelen aantreffen, zoo
als koper, tin, rubber, petroleum enz.,
die óok in „koloniën" worden gevon
den, maar zelfs wanneer wij mede met
het oog op den omvang der reserves,
een onderscheid maken tusschen ac-
tueele en potentieele productiegebie
den, moeten wij nog constateeren, dat
deze producten, nagenoeg alle, in
hoofdzaak worden gewonnen in „on
afhankelijke staten", niet in de ko
loniën.
Verder blijkt, dat geen enkel land self-sup
porting is. De Ver. Staten, de U. S. S. R. en
het Britsche Rijk benaderen dit „ideaal" het
meeste maar de Ver. Staten hebben een tekort
aan nitraten, bauxiet (aluminium), wol.
wolfram, potasch, kwik, rubber, nikkel, chroom
mangaan, antimonium, tin enz., de U. S. S. R.
Mn koper, lood, bauxiet zink, potasch, rub-
ber, nikkel, wolfram, tin enz.; het Britsche
Rijk aan katoen, potasch, kwik, petruieurn,
koper, nitraten enz. Daartegenover staan de
„proletarische" staten: Duitschland, Japan
en Italië, die weliswaar ieder afzonderlijk over
een aantal uiterst belangrijke grondstoffen
beschikken Duitschland bijv. over steenkool
en potasch, Italië over zink, zwavel, kwik,
zijde, hennep en plantaardige oliën maar
die zich (evenals zoovele andere!) niet in den
grooten rijkdom mogen verheugen die de
drie groote rijken genieten. Tenslotte beslaat
het Britsche Rijk 23.9 pCt. van de oppervlak
te der aard, de U. S. S. R. 16 pCt. en de Ver.
Staten 7.3 pCt., tegenover Italië en zijn kolo
niën (zonder Abessynië) 2.2 pCt., Duitschland
in 1914 2,4 pCt. en Japan 1.5 pCt. Zelfs al zou
Duitschland al zijn voormalige koloniën terug
krijgen, dan zou dit in zijn grondstoffenkwes-
tie hoegenaamd geen verschil maken.
ovendien hebben er op dit gebied voortdu
rend verschuivingen plaats. Steenkool heeft
nog steeds primaire beteekenis, maar heeft
toch wel wat van die beteekenis ingeboet door
het toenemend gebruik van petroleum (ben
zine, olie) en van waterkracht. Sinds de be
reiding van chemische verfstoffen, is de in
digo-cultuur niet meer loonend. Chili had door
zijn salpeter een monopolie totdat Duitschland
gedurende den wereldoorlog kunstmatige ni
traten leerde maken.
Wegens de depressie krompen de Ver. Sta
ten hunne katoenproductie in met het gevolg,
dat die in Britsch-Indië, Egypte en Soedan, en
vooral in Zuid-Amerika (Brazilië) werd uit
gebreid. Voordat rubberplantages in Malakka
en Ned. Indië werden gesticht, beheerschte de
Zuid-Amerikaansche wilde rubber de markt.
De tropische en subtropische rietsuikercul
tuur ondervindt geduchte concurrentie van
den beetwortel; katoen en zijde hebben in
cellulose een mededinger gekregen, benzine in
alkohol, kamfer in synthetische kamfer, enz.
terwijl petroleum enz. uit steenkool wordt be
reid. De groote vlucht, die de chemische in
dustrie heeft genomen, blijft een latente be
dreiging vormen voor de positie van verschil
lende natuurlijke grondstoffen en opent schier
onbeperkte mogelijkheden voor het creëeren
van substituten. Ook hieruit blijkt wat wij
reeds in ons eerste artikel betoogden, dat het
„Koloniale Vraagstuk" geen op zichzelf staand
vraagstuk is.
Het is een merkwaardig feit, dat juist in
een tijd, waarin de grondstoffenprijzen in het
algemeen zoo laag zijn, dat producenten op
middelen hebben moeten zinnen om de pro
ductie loonend te doen zijn, de grondstoffen-
quaestie op den voorgrond is gekomen. Dit
ligt niet in de eerste plaats aan de restrictie-
schema's, die op de productie van verschillen
de grondstoffen (tin, koper, rubber, potasch,
kwik) worden toegepast: men kan niet zeg
gen, dat de prijzen daardoor op een onrede
lijke wijze zijn opgevoerd, en de producenten
zijn blij, wanneer ze ze aan wie dan ook, on
geacht nationaliteit, kunnen afzetten. Ook
vormen preferentieele tarieven en uitvoerrech
ten geen onoverkomelijke hinderpaal in deze.
Deze en dergelijke moeilijkheden tracht men
met succes te ondervangen, door (dikwijls
internationale) kartelvorming en het oprich
ten van filiaalondernemingen achter tolbar-
rières (Ook in dit opzicht heeft het Koloniale
Vraagstuk niets specifieks: het protectionis
me beperkt zich niet tot de koloniën). Veeleer
moet men den grond der klachten zoeken in
de belemmeringen, die het internationale han
delsverkeer in het algemeen ondervindt van
het sedert den wereldoorlog toegenomen en
sinds de depressie tot in zijn uiterste conse
quenties toegepaste economisch nationalisme,
dat in de meeste landen tot een streven naar
autarkie heeft geleid. Beschermende rechten
zijn overal ingevoerd en verhoogd. Het han
delsverkeer wordt beteugeld door contigentee-
ringen en clearings. Het systeem van „ik koop
zooveel van U als gij van mij koopt" is in de
plaats getreden van een natuurlijke meer
zijdige uitwisseling van goederen. Voor een
land als Duitschland, dat over weinig grond
stoffen beschikt, beteekent dit in een tijd,
waarin ieder zijn nationale industrieën tracht
te beschermen, een drukkende breidel voor
zijn industrieele expansie. Gedeeltelijk heeft
het dit aan zichzelf te wijten. In Duitschland
prevaleert politiek boven economie. Het stre
ven om weder een vooraanstaanden plaats
onder de groote mogendheden in te nemen
(zijn „eer" te herwinnen) leidde noodwendig
tot een politiek van herbewapening, die door
de invoering van de dienstplicht en de acti
veering van de oorlogsindustrieën de gele
genheid tot een oplossing van het werkloos
heidsvraagstuk bood, maar, aan den anderen
kant, door den nadruk te leggen op den invoer
van de voor die bewapening benoodigde grond
stoffen, in verband met de door het nieuwe
claeringstelsel opgelegde besprekingen, aan
Duitschland de beschikking over andere
gronstoffen onthield. Deze situatie was uiter
aard bevorderlijk voor de verbreiding van een
omsingelingspsychologie, die aan de bereid
heid tot het aanvaarden van de bewapenings
politiek met haar consequenties weder ten
goede kwam en het gevoel van „verdrukking"
(wegens het gemis aan koloniën, die de nood
zakelijke grondstoffen zouden moeten leveren)
vergrootte. Hieruit volgde logisch het streven
naar autarkie, die door de militair-denkenden
werd gewenscht, omdat zij in de toekomst de
mogelijkheid van economische sancties en een
blokkade voorzagen en zich uit den oorlogs
tijd herinnerden, dat Duitschland geenszins
self-supporting was.
Uit deze situatie die door de val van het
goudblok nog is overschat, omdat men om po
litieke redenen de fictie van den goudstan
daard nog moet ophouden, al is de binnen-
landsche prijsstijging een onmiskenbare aan
wijzing voor reeds ingetreden depreciatie,
vloeit het Neurenbergsche vierjarenplan als
van zelf voort. Herinneren wij ons voorts, dat
vóór den oorlog de natuurlijke lijn van de
Duitsche expanise naar het Oosten liep (kolo-
nialisatie van Polen, Berlin-Bagdad) en zien
wij, dat thans onvermoeid gewerkt wordt aan
den opbouw van een Midden-Europeesch blok,
dat ook Hongarije's bauxiet omsluit, dat de
Duitsche invloed op den Balkan groeit en dat
voelhorens naar Turkije worden uitgestoken,
dan krijgt Hitler's zinspeling op Duitsche ex
pansie mogelijkheden ten koste van Rusland,
zijn verzet aan de deelneming van de U. S. S.
R. aan de onderhandelingen over een nieuw
„Locarno", en zijn pogingen tot vorming van
'n anti-communistisch eenheidsfront, nieuwen
zin. Wij denken dan aan „Mein Kampf" waar
in Hitler betoogt, dat Duitschland ten koste
van alles vrede met Engeland moet houden
(ook al zou het daaraan den maritiemen wed
ijver, zijn koloniale eischen en zijn wereldhan
del moeten opofferen!) dat aller kracht ge
concentreerd moet zijn op de vorming van een
groot alle „Duitschers" omvattend Rijk, en dat
dit Rijk zich moet uitbreiden, niet alleen door
hervorming van de in 1918 verloren gebieden,
maar door verovering van de aangrenzende
Baltische en Slavische provinciën. Dit is een
geheel andere doelstelling dan het terug-
eischen van koloniaal bezit. Van Italië, dat
thans door de annexatie van Abessynië bevre
digd heet, zal men moeten afwachten of het
financieel in staat zal zijn deze nieuwe kolonie
open te leggen.
Ook Japan heeft de oplossing van zijn be
volkingsvraagstuk in industrialisatie gezocht,
maar vindt zijn afzetmogelijkheden door be
schermende rechten en contingenteeringen
beperkt. Daarom heeft het zich, mede uit de
fensieoverwegingen en ter verlichting van bin.
nenlandsche sociale moeilijkheden op China
geworpen, doch wordt in dat streven èn dooi
de U. S. S. R. èn door de groeiende eenheid
van China gecontrarieerd. Wat zal, bij Japan's
innerlijke financieele zwakte, de uitweg zijn?
Vrouw te Amsterdam bij botsing gedood.
Maandagavond te kwart voor acht weifelde
op den hoek van de Cornelis Krusemanstraat
en de Hendrik Jacobstraat te Amsterdam een
65-jarige vrouw bij het oversteken van de
straat. Zij werd dientengevolge door een per
sonenauto, die uit de richting van den Am-
stelveenscheweg kwam, gegrepen en overreden
De vrouw is bijna onmiddellijk na het onge
luk overleden.
Met ingang van 1 Januari a.s. zou
een vergunningsstelsel
ingevoerd worden.
De tijd van de wilde autobusdiensten zal ver
moedelijk voorbij zijn. „De Telegraaf" ver
neemt n.l. dat hoogstwaarschijnlijk 1 Januari
a.s. in werking zal treden de algemeene maat
regel van bestuur, waarbij, met afwijking van
de wet op de openbare vervoermiddelen, wordt
ingevoerd een vergunningsstelsel voor het
exploiteeren van middelen tot vervoer van
personen en goederen. Tot nu toe wordt voor
het inwerking brengen van autobusdiensten
krachtens de wet op de openbare vervoermid
delen een vergunning van Gedeputeerde Sta
ten gevorderd; voor vrachtautodiensten be
staan nog geen bijzondere regeling. Thans
zou den rijksinspecteur in elk district worden
opgedragen voor touringscarondernemers spe
ciale vergunningen uit te reiken. Het blad
heeft zich tot het rijkstoezicht op de Spoor
wegen in den Haag gewend met de vraag
wat er nu zal gebeuren.
Volgens het rijkstoezicht zal, wanneer de be
doelde algemeene maatregel van bestuur is
afgekondigd, voor niet geconcessioneerde auto
busdiensten verdere exploitatie onmogelijk
worden. Iedere politieagent of veldwachter
kan dan een autobus, welke niet in het bezit
is van een vergunning van den rijksinspecteur
aanhouden en in beslag nemen.
Zaak voor het Haagsche Hof behandeld.
BANDOENG, 9 Nov. Een Chineesch gezel
schap, bestaande uit 9 volwassenen en 5
kinderen, is gistermiddag in het meer van
Tjileuntja te water geraakt. Men was aan
het spelevaren toen het bootje lek werd. Twee
heeren "en drie kinderen van resp. 6, 7 en 8
jaar zijn verdronken. Eerst heden zijn de lij
ken gevonden. (Aneta).
Door de N.V. Stoomvaart Maatschappij
„Nederland" en Rotterdamsche Lloyd is met
toestemming van de Nederlandsche en Ne-
derlandsch-Indische postautoriteiten een re
geling getroffen, waarbij de Nederlandsche
brievenmalen, voor zoover deze bestaan uit
gewone en aangeteekende brieven, briefkaar
ten en akten, welke met de mailvrachtsche
pen verzonden worden voor verder gelegen
bestemmingen dan Medan, te Belawan wor
den ontscheept en met een vliegtuig der K.
N. I. L. M. naar Palembang en Batavia wor
den doorgezonden, zonder dat daarvoor por-
toverhooging verschuldigd is.
De reisduur dezer post wordt daardoor be
langrijk verkort en wat Batavia en verder
gelegen bestemmingen betreft vrijwel tot
dien van de post, met de passagiersschepen
verzonden, teruggebracht, waardoor dus te
vens een meer regelmatige aankomst ter be
stemming bereikt wordt.
Deze regeling zal ingaan met het m.s.
„Poelau Bras", dat .3 December a.s. te Be
lawan aankomt, mailsluiting te Amsterdam
12 November, 3 u. v.m.
De inbraak in de villa van de Koningin te
Apeldoorn is thans geheel opgehelderd. Alle
vermiste voorwerpen zijn opgespoord, terwijl
zich thans zes personen in verband met deze
inbraak in arrest bevinden.
Bij den storm van gisteren is een der eerste
schepen, die in moeilijkheden zijn gekomen,
weer een Griek geweest. Het schip „Aghios
Nicolaos" liep gevaar toen het in de nabij
heid van het lichtschip „Maas" was en riep
de hulp in van een sleepboot. Daarop is ook
de reddingboot „President Leis" uit Hoek van
Holland vertrokken. De sleepboot „Humber"
wist het schip tijdig te bereiken en heeft het,
naar wij gisteren reeds in een deel der vorige
oplaag hebben gemeld veilig den Waterweg
binnen gesleept. In den mond van den Water
weg dreigde het nog even spaak te loopen, doch
ook deze moeilijkheid wist de kapitein van de
„Humber" te boven te komen. De reddingboot
hoefde geen dienst te doen. Bij het opgeven
van zijn positie was de Griek er nog eenige
mijlen naast geweest, zoodat de sleepboot toen
zij ter plaatse kwam niets van een in nood ver-
keerend vaartuig bemerkte.
JAN DEKKER OVERLEDEN.
Op 52-jarigen leeftijd is te Utrecht over
leden de baszanger Jan Dekker, die langen tijd
een gerenomeerde kracht voor de vertolking
van baspartijen in oratoria is geweest. De
laatste jaren is hij niet dikwijls meer op het
podium verschenen.
HOE BEROEMD BEDRIJF
ADVERTEERT IN DAGBLADEN.
1.769.342 advertentie-regels méér in
couranten verbruikte Ford vorig jaar om
zijn wagens in Amerika te plaatsen.
Men schijnt wel zeer tevreden over het
resultaat van deze dagbladreclame.
Want een Ford-vertegenwoordiger in
Amerika, Mr. A. G. Waddell, vertelde
onlangs van de plannen voor een van de
grootste advertentie-campagnes in de
historie van dit beroemde bedrijf. Hij
zeide o.a. nog
„De Ford Company zal voortgaan met
adverteeren en voortgaan met het be
nutten van couranten."
AGENDA TE HAARLEM
Heden:
DINSDAG 10 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Hugo Wolf-avond. 8.15
uur.
Gem. Concertgebouw: Bouwmeester-revue
„Lachende Komedianten" met Buziau, enz.
8 uur.
Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Luxor Sound Theater: „Paarlenroof", 2.30,
7 en 9.15 uur.
Frans Hals Theater: „Ave Maria", 2.30,
7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: „lm Sonnenschein", 7 en
9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Gelukskinderen" 2.30
7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags Toegang vrij.
Veis en: Gemeenteraad, 7 uur.
WOENSDAG 11 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Schoolvoorstelling, Gez.
Jan Museh: Het wederzijdsch huwelijksbe
drog. 2.15 uur.
Gem. Concertgebouw: Bouwmeester-revue
„Lachende Komedianten" met Buziau, enz.
8 uur.
Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN
DINSDAG 10 NOVEMBER
Theater de Pont: „Op het kantje af" en
„Moord op het schip", 8 uur.
Gemeentehuis: Vergadering van den ge
meenteraad, 7 uur.
WOENSDAG 11 NOVEMBER
Theater de Pont: „Op het kantje af" en
„Moord op het schip", 8 uur.
Voor het Haagsche Hof is gisteren in
hooger beroep een zaak behandeld van een
poelier, die aan een commies der belastin
gen geweigerd had inzage van zijn boekhou
ding te geven. Dit hield verband met de om
zetbelasting. Verdachte beweerde, dat hij als
poelier niet onder de bepalingen van de om
zetbelasting viel. Deze zienswijze werd uit
voerig door den rijksadvocaat bestreden. De
verdediger van den poelier trok een verge
lijking met de bewerking van visch, welke
volgens de wet wel is vrijgesteld. Op dezen
grond werd tot vrijspraak geconcludeerd. De
uitspraak is op 23 November.
Echter geen persoonlijke ongelukken.
Op den Haarlemmerweg bij het Kruithuis te
Halfweg is Maandagnamiddag omstreeks half
zes een gecompliceerd verkeersongeluk ge
beurd, dat, wat, persoonlijke ongelukken be
treft, nog tamelijk goed ls afgeloopen.
De auto van den heer T. K. uit Zandvoort
werd ingehaald door den auto van den heer
K. uit den Haag. Op het oogenblik van het
passeeren, waarbij de voorbijrijdende auto op
het midden van den weg kwam, werd hij
aangereden door een tegenligger. De auto
kantelde en kwam met den zijkant op den
weg te liggen.
Op dat oogenblik verscheen een vierde auto
op het tooneel die tegen den gesneuvelden
wagen aanreed. De bestuurder van den ge-
kantelden auto werd licht gewond. De twee
auto's werden licht beschadigd.
PROFESSOR DR. G. A. F. MOLENGRAAFF.
Den llden November 1936 is het vijftig
jaren geleden, dat professor dr. G. A. F.
Molengraaff, de bekende geoloog van interna
tionale vermaardheid, aan de universiteit te
Utrecht promoveerde tot doctor in de aard
en delfstofkunde, cum laude en tegelijkertijd
tot doctor in de plant- en dierkunde op stel
lingen.
Voor zijn benoeming in 1905 tot gewoon
hoogleeraar in de Geologie aan de Technische
Hoogeschool te Delft, heeft hij een aantal
reizen gemaakt naar West-Indië, Centraal
Borneo en Zuid-Afrika. Hij is ook eenige jaren
Staatsgeoloog geweest van de Zuid-Afrikaan-
sche republiek. In 1910 leidde hij de Timor-
expeditie, terwijl hij in 1921 nog een studie
reis naar Zuid-Afrika heeft gemaakt.
PRINS BERNHARD BEZOEKT DE FOKKER
FABRIEKEN.
AMSTERDAM, 9 November. Te 10 uur
verscheen een groote gesloten auto, waarin be
halve prins Bernhard, gezeten waren prins
Aschwin, jhr. Röell en de mr. D. Crena de
Iongh, president van de Ned. Handel Maat
schappij, voor de;n ingang van het directie-
kantoor der Fokkerfabrieken aan den Papa
verweg. Waar het hier een streng incognito
bezoek gold, was er voor de aankomst van den
wagen, die door een chauffeur werd bestuurd,
geen belangstelling van de zijde van het pu
bliek, waarbij nog kwam dat tengevolge van
het slechte weer de weinige voorbijgangers
vrijwel geen opmerkzaamheid betoonden.
Het bestuur van de centrale van rijksperso
neel heeft een adres gezonden aan den minis
terraad, waarin het herinert aan den toestand,
waarin het rijkspersoneel in de jaren 1914
1918 verkeerde. Toen hielden de duurtebijsla-
gen en loonsverhoogingen met het oploopen
der prijzen geen gelijken tred.
Het bestuur der genoemde centrale acht
het gewenscht, ter voorkoming van een her
haling van hetgeen zich in die jaren voor
deed, dat bij stijging van het indexcijfer van
September 1936 (Amsterdamsche cijfers) de
salarissen en loonen van het rijkspersoneel
evenredig worden verhoogd.
Dit ware te bereiken door een bepaling in
het bezoldigingsbesluit op te nemen en een
maatregel van gelijke strekking ten behoeve
van de arbeidscontractanten te treffen.
Het adres is voorzien van 'n memorie van toe
lichting.
Aan de tweede kamer is een afschrift van
het adres verzonden met het verzoek, deze
aangelegenheid, gezien de urgentie, bij de
algemeene beschouwingen over hoofdstuk I
der rijksbegrootlng wel in haar besprekingen
te willen betrekken.
Hulp kwam te Iaat.
Op de werf van de firma R. J. Koker,
houthandel en zagerij, gevestigd aan de
Lauwerecht te Utrecht, is tengevolge van
den hevigen wind Maandag een ernstig on
geluk gebeurd, waarbij een 31-jarige arbei
der het leven heeft gelaten.
Op deze werf lag langs den waterkant een
partij hout opgestapeld. In verband met de
windkracht bestond er gevaar, dat dit hout
in het water zou waaien, zoodat den 31-ja-
rigen arbeider H. werd opgedragen het hout
in een huisje op de werf te bergen. Toen H.
zijn werk begon en een plank optilde, werd
deze door den wind gegrepen, waardoor H.
zijn evenwicht verloor en in het water viel.
Eenige voorbijgangers slaagden er na eeni
ge minuten in den man met behulp van een
dreg uit het water te halen.
De inmiddels ontboden G.G.D. heeft ge
tracht de levensgeesten bij het slachtoffer
op te wekken, hetgeen niet meer mocht ba
ten.
Als opvolger van Mr. J. A. N. Patijn.
Naar wij vernemen is binnenkort
de benoeming te verwachten van Dr.
J. B. Hubrecht, buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd minister te
Boekarest, in gelijke hoedanigheid te
Rome.
Dr. J. B. Hubrecht, die Mr. J. A. N. Patijn
als gezant te Rome zal opvolgen, is 13 April
1883 te Utrecht geboren. Aan de universiteit
van zijn geboorteplaats studeerde hij wis- en
sterrekunde. Voorts studeerde hij aan de
universiteit van Cambridge. Na zijn promo
tie koos Dr. Hubrecht de diplomatieke loop
baan. Als gezantschapsraad ging hij naar
Madrid en in 1927 naar Londen. Tijdens zijn
verblijf te Londen was hij commissaris van
de Nederlandsche Vereeniging (Dutch Club)
aldaar.
Zijn benoeming tot buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister bij de regeering
van Brazilië volgde op 21 Februari 193C.
Na Rio de Janeiro kreeg Dr. Hubrecht in
1934 Boekarest als standplaats toegewezen.
WOONHUIS TE HEILOO AFGEBRAND.
Gister nacht is een woonhuis, gelegen aan
de Spanjaardslaan te Heiloo en bewoond door
het gezin J. Graf, tot den grond toe afgebrand.
Door de zieke echtgenoote van den heer Graf
werden wollen doeken gewarmd op een petro-
leum-vergasser. Toen zij enkele doeken van
het verwarmings-apparaat wilde afnemen,
werd de vrouw door een duizeling bevangen
en kwam zij te vallen, daarbij het brandende
toestel meesleepende.
De terstond ontwaakte heer G. kon niets
anders doen dan trachten de brandende klee-
ren van zijn vrouw te dooven, hetgeen hem in
derdaad gelukte. Zonder iets te kunnen red
den, kon het echtpaar slechts door een snelle
vlucht aan de vlammenzee, welke door den
storm werd aangewakkerd, ontkomen.
Het woonhuis is geheel door het vuur ver
woest. De schade wordt door verzekering ge
dekt.
BRAND AAN BOORD VAN K.P.M. SCHIP.
MAKASSAR. 9 Nov. (Aneta)Aan boord
van het' K.P.M.-schip „Van Overstraeten" is
gistermorgen te zes uur brand ontdekt in het
onderruim van luik 5. De brand is waar
schijnlijk uitgebroken in een lading goenies.
Onder leiding van den havenmeester werd
de brand gebiuscht door de haven-brand
weerboot, een sleepboot van de K.P.M. en de
gemeentelijke motorspuit.
Nadat het luik was leeggepompt, werd de
lading gelost.
Het vertrek van het schip, dat te acht uur
door moest gaan naar Menado, is hierdoor
uitgesteld, waarschijnlijk tot 10 November. De
oorzaak van den brand is nog niet vastge
steld.
ONGEWENSCHT NACHTELIJK BEZOEK BIJ
EEN BOSCHWACHTER.
Gene Bushneli, boschwachter in Santa Bar
bara (Californië), heeft zijn ontslag genomen,
omdat hij een avontuur heeft meegemaakt,
dat zijn zenuwen wel wat al te zeer op de
proef gesteld heeft. Bushneli werd 's nachts
verschillende malen uit zijn slaap gewekt: hij
kreeg den indruk, dat men zijn gezicht af
likte en dat men hem aan zijn haren trok. Den
volgenden morgen constateerde hij in zijn hut
de sporen van een poema. Sindsdien verkoos
Bushneli niet langer in de bosschen te blijven
leven