Het Koloniale Vraagstuk Tijd van wilde autobus diensten voorbij? DINSDAG 10 NOVEMBER 1936 Spelevaart tragisch geëindigd. 3. Koloniën hebben geen monopolie van grondstoffen. door Prof. Dr. B. Schrieke. Handel en Grondstoffen. Verschuivingen op het gebied der grondstoffen. Waarom nu de grondstoffen-kwestie Bij oversteken niet weifelen. Poeliers vrij van omzet belasting? Snellere mailverzending naar Indië. Arbeider in het water gewaaid. Inbraak in de villa der Koningin geheel opgehelderd. Grieksch schip veilig binnen gebracht. Gecompliceerde autobotsing Salarissen Rijkspersoneel. Dr. Hubrecht gezant te Rome* Vijf leden van Chineesch gezelschap verdronken. In ons vorig artikel merkten wij op, dat de gronden, waarop gewoonlijk de nood zaak van het bezitten van koloniën wordt bepleit, zijn le. overbevolking, 2e de handel, 3e. de beschikking over grondstof fen. Over het bevolkingsvraagstuk spraken wij reeds. Thans resten dus de laatste twee punten. Hoewel de behoefte aan afzetgebie den voor de! katoen- en ijzerindustrie den eersten stoot tot de 19e eeuwsche jacht op koloniën heeft gegeven, blijkt, nu wij op een ervaring van circa vijftig jaren kunnen te rugzien, dat de koloniale handel toch niet die resultaten heeft opgeleverd, die men er in den aanvang van heeft verwacht. Niet, dat verschillende industrieën, handel- en scheep vaartmaatschappijen en banken en derzelver aandeelhouders daarvan geen baat zouden hebben ondervonden, om dat arbeiders en employés niet van de daardoor geschapen vermeerderde werkgelegenheid zouden heb ben geprofiteerd! Daartegenover staan even wel voor de nationalen belastingbetaler de uitgaven door den Staat besteed aan de ver overing van de koloniën, aan de handhaving van rust en orde aldaar, aan de bedwinging van opstanden, aan de inrichting van de de fensie tegen aanvallen van buiten, aan de in richting van maritieme steunpunten en aan uitbreiding van de vloot enz. ter beveiliging van den handel en van de verbindingslijnen. Daartegenover staat ook een gedeelte van de kosten van den wereldoorlog, omdat een van de diepere oorzaken van dien oorlog in de ko loniale kwestie gelegen was. Vraagt men zich dus af: „do colonies pay?", dan dienen de baten tegen de kosten te worden afgewogen. Tusschen 1894 en 1932 bedroeg het totaal van den handel van Italië met al zijn koloniën (invoer en uitvoer samen) 5561 millioen lire, d. i. min der dan één honderdste van den Ita- liaansehen buitenlandschen handel gedurende dezelfde bijna veer tigjarige periode. Doch alleen reeds van 19131932 (d. w. z. in nog geen 20 jaar tijds) legde Italië, on gerekend de kosten aan de verove ring van Tripolis en den wereldoor log verbonden, 6856 millioen lire aan zijn koloniën ten koste. Duitsch- land's handel met al zijn koloniën beliep in de jaren 1894 tot 1913 een bedrag van 972 millioen mark (d. i. minder dan 4/1000 van zijn geheelen buitenlandschen handel over diezelf de periode), maar in dienzelfden tijd legde het, ongerekend zijn uitgaven voor Kiautsjau, 1002 millioen mark op zijn koloniën toe. Van 1394 tot 1934 beliep Japan's handel met al zijn koloniën 15.551 millioen yen, d. i. 15.4 pCt. van den totalen Japanschen buiten landschen handel in die veertig jaren. Zijn netto uitgaven voor de verovering van de koloniën bedroegen 2860 millioen. Laat men buiten beschouwing wat de Russisch-Japan- sche oorlog, de wereldoorlog en de agressie van Mantsjoekwo en Noord-China aan Japan hebben gekost, maar voegt men bij 2860 mil lioen 15,4 pCt. van Japan's normale mili taire uitgaven in diezelfde periode, dan komt men reeds op een bedrag van 5329 millioen yen aan ten behoeve van Japans' koloniaal bezit gemaakte kosten, d. i. 33.7 pCt. van het hooger genoemd totaal van den Japanschen kolonialen handel, een percentage, dat stel lig niet door den winst op dien handel wordt gedekt. Uit deze cijfers blijkt wel, dat de handel met de koloniën niet van zooveel be lang is als zekere propaganda voor het ver krijgen van overzeesche bezittingen ons wel zou doen vermoeden. Daarbij komt nog, dat het bezitten van koloniën geenszins een mo nopolie van den handel met deze gebieden ga randeert. Ik heb hier niet op het oog gebieden als Nederlandsch Indië of de meeste manda ten die een Open Deurpolitiek voeren. Door hun tarievenpolitiek trachten Japan, de Ver. Staten en Frankrijk vreemde concurrentie zooveel mogelijk buiten te sluiten, geven zij althans aan de eigen landgenooten een on- miskenbaren voorsprong. De preferentieele rechten, die binnen het Britsche imperium gelden, hebben dezelfde strekking. Dergelijke bevoordeeling heeft natuurlijk gevolgen voor den nationalen handel, vooral in een tijd als deze, dat die handel voor het overgroote deel zou kunnen blijven bestaan, wanneer de be trokken gebieden niet meer aan het gezag van dien bepaalden staat waren onderworpen. Slechts een klein deel van dien handel is het direct gevolg van het oppergezag van de mogendheid, die de koloniën bezit. Onderne mingsgeest, geographische ligging, scheep vaartverbindingen en kostprijzen zijn facto ren van grootere beteekenis, zelfs waar voor keurtarieven hun invloed voelbaar maken. Ook met de grondstoffen-kwestie staat het wat anders dan 't hameren op dit thema door de mogendheden, die thans koloniale eischen stellen, zou doen verwachten. Koloniën hebben allerminst 'n monopolie van grondstoffen! Dit blijkt aanstonds, zoodra wij ons ervan reken schap, geven wat de primaire grondstoffen zijn: steenkool, ijzer, koper, lood, zink, alumi nium, tin, nikkel, petroleum, zwavel, rubber, ka toen, wol, zijde, plantaardige oliën en vetten, hout, jute, hennep, vlas, nitraten, potasch, phosphaten, graphiet, asbest, kwik, mangaan, chroom, wolfram, antimonium, enz. Gaat men deze lijst na, dan zal men een aantal artikelen aantreffen, zoo als koper, tin, rubber, petroleum enz., die óok in „koloniën" worden gevon den, maar zelfs wanneer wij mede met het oog op den omvang der reserves, een onderscheid maken tusschen ac- tueele en potentieele productiegebie den, moeten wij nog constateeren, dat deze producten, nagenoeg alle, in hoofdzaak worden gewonnen in „on afhankelijke staten", niet in de ko loniën. Verder blijkt, dat geen enkel land self-sup porting is. De Ver. Staten, de U. S. S. R. en het Britsche Rijk benaderen dit „ideaal" het meeste maar de Ver. Staten hebben een tekort aan nitraten, bauxiet (aluminium), wol. wolfram, potasch, kwik, rubber, nikkel, chroom mangaan, antimonium, tin enz., de U. S. S. R. Mn koper, lood, bauxiet zink, potasch, rub- ber, nikkel, wolfram, tin enz.; het Britsche Rijk aan katoen, potasch, kwik, petruieurn, koper, nitraten enz. Daartegenover staan de „proletarische" staten: Duitschland, Japan en Italië, die weliswaar ieder afzonderlijk over een aantal uiterst belangrijke grondstoffen beschikken Duitschland bijv. over steenkool en potasch, Italië over zink, zwavel, kwik, zijde, hennep en plantaardige oliën maar die zich (evenals zoovele andere!) niet in den grooten rijkdom mogen verheugen die de drie groote rijken genieten. Tenslotte beslaat het Britsche Rijk 23.9 pCt. van de oppervlak te der aard, de U. S. S. R. 16 pCt. en de Ver. Staten 7.3 pCt., tegenover Italië en zijn kolo niën (zonder Abessynië) 2.2 pCt., Duitschland in 1914 2,4 pCt. en Japan 1.5 pCt. Zelfs al zou Duitschland al zijn voormalige koloniën terug krijgen, dan zou dit in zijn grondstoffenkwes- tie hoegenaamd geen verschil maken. ovendien hebben er op dit gebied voortdu rend verschuivingen plaats. Steenkool heeft nog steeds primaire beteekenis, maar heeft toch wel wat van die beteekenis ingeboet door het toenemend gebruik van petroleum (ben zine, olie) en van waterkracht. Sinds de be reiding van chemische verfstoffen, is de in digo-cultuur niet meer loonend. Chili had door zijn salpeter een monopolie totdat Duitschland gedurende den wereldoorlog kunstmatige ni traten leerde maken. Wegens de depressie krompen de Ver. Sta ten hunne katoenproductie in met het gevolg, dat die in Britsch-Indië, Egypte en Soedan, en vooral in Zuid-Amerika (Brazilië) werd uit gebreid. Voordat rubberplantages in Malakka en Ned. Indië werden gesticht, beheerschte de Zuid-Amerikaansche wilde rubber de markt. De tropische en subtropische rietsuikercul tuur ondervindt geduchte concurrentie van den beetwortel; katoen en zijde hebben in cellulose een mededinger gekregen, benzine in alkohol, kamfer in synthetische kamfer, enz. terwijl petroleum enz. uit steenkool wordt be reid. De groote vlucht, die de chemische in dustrie heeft genomen, blijft een latente be dreiging vormen voor de positie van verschil lende natuurlijke grondstoffen en opent schier onbeperkte mogelijkheden voor het creëeren van substituten. Ook hieruit blijkt wat wij reeds in ons eerste artikel betoogden, dat het „Koloniale Vraagstuk" geen op zichzelf staand vraagstuk is. Het is een merkwaardig feit, dat juist in een tijd, waarin de grondstoffenprijzen in het algemeen zoo laag zijn, dat producenten op middelen hebben moeten zinnen om de pro ductie loonend te doen zijn, de grondstoffen- quaestie op den voorgrond is gekomen. Dit ligt niet in de eerste plaats aan de restrictie- schema's, die op de productie van verschillen de grondstoffen (tin, koper, rubber, potasch, kwik) worden toegepast: men kan niet zeg gen, dat de prijzen daardoor op een onrede lijke wijze zijn opgevoerd, en de producenten zijn blij, wanneer ze ze aan wie dan ook, on geacht nationaliteit, kunnen afzetten. Ook vormen preferentieele tarieven en uitvoerrech ten geen onoverkomelijke hinderpaal in deze. Deze en dergelijke moeilijkheden tracht men met succes te ondervangen, door (dikwijls internationale) kartelvorming en het oprich ten van filiaalondernemingen achter tolbar- rières (Ook in dit opzicht heeft het Koloniale Vraagstuk niets specifieks: het protectionis me beperkt zich niet tot de koloniën). Veeleer moet men den grond der klachten zoeken in de belemmeringen, die het internationale han delsverkeer in het algemeen ondervindt van het sedert den wereldoorlog toegenomen en sinds de depressie tot in zijn uiterste conse quenties toegepaste economisch nationalisme, dat in de meeste landen tot een streven naar autarkie heeft geleid. Beschermende rechten zijn overal ingevoerd en verhoogd. Het han delsverkeer wordt beteugeld door contigentee- ringen en clearings. Het systeem van „ik koop zooveel van U als gij van mij koopt" is in de plaats getreden van een natuurlijke meer zijdige uitwisseling van goederen. Voor een land als Duitschland, dat over weinig grond stoffen beschikt, beteekent dit in een tijd, waarin ieder zijn nationale industrieën tracht te beschermen, een drukkende breidel voor zijn industrieele expansie. Gedeeltelijk heeft het dit aan zichzelf te wijten. In Duitschland prevaleert politiek boven economie. Het stre ven om weder een vooraanstaanden plaats onder de groote mogendheden in te nemen (zijn „eer" te herwinnen) leidde noodwendig tot een politiek van herbewapening, die door de invoering van de dienstplicht en de acti veering van de oorlogsindustrieën de gele genheid tot een oplossing van het werkloos heidsvraagstuk bood, maar, aan den anderen kant, door den nadruk te leggen op den invoer van de voor die bewapening benoodigde grond stoffen, in verband met de door het nieuwe claeringstelsel opgelegde besprekingen, aan Duitschland de beschikking over andere gronstoffen onthield. Deze situatie was uiter aard bevorderlijk voor de verbreiding van een omsingelingspsychologie, die aan de bereid heid tot het aanvaarden van de bewapenings politiek met haar consequenties weder ten goede kwam en het gevoel van „verdrukking" (wegens het gemis aan koloniën, die de nood zakelijke grondstoffen zouden moeten leveren) vergrootte. Hieruit volgde logisch het streven naar autarkie, die door de militair-denkenden werd gewenscht, omdat zij in de toekomst de mogelijkheid van economische sancties en een blokkade voorzagen en zich uit den oorlogs tijd herinnerden, dat Duitschland geenszins self-supporting was. Uit deze situatie die door de val van het goudblok nog is overschat, omdat men om po litieke redenen de fictie van den goudstan daard nog moet ophouden, al is de binnen- landsche prijsstijging een onmiskenbare aan wijzing voor reeds ingetreden depreciatie, vloeit het Neurenbergsche vierjarenplan als van zelf voort. Herinneren wij ons voorts, dat vóór den oorlog de natuurlijke lijn van de Duitsche expanise naar het Oosten liep (kolo- nialisatie van Polen, Berlin-Bagdad) en zien wij, dat thans onvermoeid gewerkt wordt aan den opbouw van een Midden-Europeesch blok, dat ook Hongarije's bauxiet omsluit, dat de Duitsche invloed op den Balkan groeit en dat voelhorens naar Turkije worden uitgestoken, dan krijgt Hitler's zinspeling op Duitsche ex pansie mogelijkheden ten koste van Rusland, zijn verzet aan de deelneming van de U. S. S. R. aan de onderhandelingen over een nieuw „Locarno", en zijn pogingen tot vorming van 'n anti-communistisch eenheidsfront, nieuwen zin. Wij denken dan aan „Mein Kampf" waar in Hitler betoogt, dat Duitschland ten koste van alles vrede met Engeland moet houden (ook al zou het daaraan den maritiemen wed ijver, zijn koloniale eischen en zijn wereldhan del moeten opofferen!) dat aller kracht ge concentreerd moet zijn op de vorming van een groot alle „Duitschers" omvattend Rijk, en dat dit Rijk zich moet uitbreiden, niet alleen door hervorming van de in 1918 verloren gebieden, maar door verovering van de aangrenzende Baltische en Slavische provinciën. Dit is een geheel andere doelstelling dan het terug- eischen van koloniaal bezit. Van Italië, dat thans door de annexatie van Abessynië bevre digd heet, zal men moeten afwachten of het financieel in staat zal zijn deze nieuwe kolonie open te leggen. Ook Japan heeft de oplossing van zijn be volkingsvraagstuk in industrialisatie gezocht, maar vindt zijn afzetmogelijkheden door be schermende rechten en contingenteeringen beperkt. Daarom heeft het zich, mede uit de fensieoverwegingen en ter verlichting van bin. nenlandsche sociale moeilijkheden op China geworpen, doch wordt in dat streven èn dooi de U. S. S. R. èn door de groeiende eenheid van China gecontrarieerd. Wat zal, bij Japan's innerlijke financieele zwakte, de uitweg zijn? Vrouw te Amsterdam bij botsing gedood. Maandagavond te kwart voor acht weifelde op den hoek van de Cornelis Krusemanstraat en de Hendrik Jacobstraat te Amsterdam een 65-jarige vrouw bij het oversteken van de straat. Zij werd dientengevolge door een per sonenauto, die uit de richting van den Am- stelveenscheweg kwam, gegrepen en overreden De vrouw is bijna onmiddellijk na het onge luk overleden. Met ingang van 1 Januari a.s. zou een vergunningsstelsel ingevoerd worden. De tijd van de wilde autobusdiensten zal ver moedelijk voorbij zijn. „De Telegraaf" ver neemt n.l. dat hoogstwaarschijnlijk 1 Januari a.s. in werking zal treden de algemeene maat regel van bestuur, waarbij, met afwijking van de wet op de openbare vervoermiddelen, wordt ingevoerd een vergunningsstelsel voor het exploiteeren van middelen tot vervoer van personen en goederen. Tot nu toe wordt voor het inwerking brengen van autobusdiensten krachtens de wet op de openbare vervoermid delen een vergunning van Gedeputeerde Sta ten gevorderd; voor vrachtautodiensten be staan nog geen bijzondere regeling. Thans zou den rijksinspecteur in elk district worden opgedragen voor touringscarondernemers spe ciale vergunningen uit te reiken. Het blad heeft zich tot het rijkstoezicht op de Spoor wegen in den Haag gewend met de vraag wat er nu zal gebeuren. Volgens het rijkstoezicht zal, wanneer de be doelde algemeene maatregel van bestuur is afgekondigd, voor niet geconcessioneerde auto busdiensten verdere exploitatie onmogelijk worden. Iedere politieagent of veldwachter kan dan een autobus, welke niet in het bezit is van een vergunning van den rijksinspecteur aanhouden en in beslag nemen. Zaak voor het Haagsche Hof behandeld. BANDOENG, 9 Nov. Een Chineesch gezel schap, bestaande uit 9 volwassenen en 5 kinderen, is gistermiddag in het meer van Tjileuntja te water geraakt. Men was aan het spelevaren toen het bootje lek werd. Twee heeren "en drie kinderen van resp. 6, 7 en 8 jaar zijn verdronken. Eerst heden zijn de lij ken gevonden. (Aneta). Door de N.V. Stoomvaart Maatschappij „Nederland" en Rotterdamsche Lloyd is met toestemming van de Nederlandsche en Ne- derlandsch-Indische postautoriteiten een re geling getroffen, waarbij de Nederlandsche brievenmalen, voor zoover deze bestaan uit gewone en aangeteekende brieven, briefkaar ten en akten, welke met de mailvrachtsche pen verzonden worden voor verder gelegen bestemmingen dan Medan, te Belawan wor den ontscheept en met een vliegtuig der K. N. I. L. M. naar Palembang en Batavia wor den doorgezonden, zonder dat daarvoor por- toverhooging verschuldigd is. De reisduur dezer post wordt daardoor be langrijk verkort en wat Batavia en verder gelegen bestemmingen betreft vrijwel tot dien van de post, met de passagiersschepen verzonden, teruggebracht, waardoor dus te vens een meer regelmatige aankomst ter be stemming bereikt wordt. Deze regeling zal ingaan met het m.s. „Poelau Bras", dat .3 December a.s. te Be lawan aankomt, mailsluiting te Amsterdam 12 November, 3 u. v.m. De inbraak in de villa van de Koningin te Apeldoorn is thans geheel opgehelderd. Alle vermiste voorwerpen zijn opgespoord, terwijl zich thans zes personen in verband met deze inbraak in arrest bevinden. Bij den storm van gisteren is een der eerste schepen, die in moeilijkheden zijn gekomen, weer een Griek geweest. Het schip „Aghios Nicolaos" liep gevaar toen het in de nabij heid van het lichtschip „Maas" was en riep de hulp in van een sleepboot. Daarop is ook de reddingboot „President Leis" uit Hoek van Holland vertrokken. De sleepboot „Humber" wist het schip tijdig te bereiken en heeft het, naar wij gisteren reeds in een deel der vorige oplaag hebben gemeld veilig den Waterweg binnen gesleept. In den mond van den Water weg dreigde het nog even spaak te loopen, doch ook deze moeilijkheid wist de kapitein van de „Humber" te boven te komen. De reddingboot hoefde geen dienst te doen. Bij het opgeven van zijn positie was de Griek er nog eenige mijlen naast geweest, zoodat de sleepboot toen zij ter plaatse kwam niets van een in nood ver- keerend vaartuig bemerkte. JAN DEKKER OVERLEDEN. Op 52-jarigen leeftijd is te Utrecht over leden de baszanger Jan Dekker, die langen tijd een gerenomeerde kracht voor de vertolking van baspartijen in oratoria is geweest. De laatste jaren is hij niet dikwijls meer op het podium verschenen. HOE BEROEMD BEDRIJF ADVERTEERT IN DAGBLADEN. 1.769.342 advertentie-regels méér in couranten verbruikte Ford vorig jaar om zijn wagens in Amerika te plaatsen. Men schijnt wel zeer tevreden over het resultaat van deze dagbladreclame. Want een Ford-vertegenwoordiger in Amerika, Mr. A. G. Waddell, vertelde onlangs van de plannen voor een van de grootste advertentie-campagnes in de historie van dit beroemde bedrijf. Hij zeide o.a. nog „De Ford Company zal voortgaan met adverteeren en voortgaan met het be nutten van couranten." AGENDA TE HAARLEM Heden: DINSDAG 10 NOVEMBER Stadsschouwburg: Hugo Wolf-avond. 8.15 uur. Gem. Concertgebouw: Bouwmeester-revue „Lachende Komedianten" met Buziau, enz. 8 uur. Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Luxor Sound Theater: „Paarlenroof", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: „Ave Maria", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „lm Sonnenschein", 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Gelukskinderen" 2.30 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags Toegang vrij. Veis en: Gemeenteraad, 7 uur. WOENSDAG 11 NOVEMBER Stadsschouwburg: Schoolvoorstelling, Gez. Jan Museh: Het wederzijdsch huwelijksbe drog. 2.15 uur. Gem. Concertgebouw: Bouwmeester-revue „Lachende Komedianten" met Buziau, enz. 8 uur. Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN DINSDAG 10 NOVEMBER Theater de Pont: „Op het kantje af" en „Moord op het schip", 8 uur. Gemeentehuis: Vergadering van den ge meenteraad, 7 uur. WOENSDAG 11 NOVEMBER Theater de Pont: „Op het kantje af" en „Moord op het schip", 8 uur. Voor het Haagsche Hof is gisteren in hooger beroep een zaak behandeld van een poelier, die aan een commies der belastin gen geweigerd had inzage van zijn boekhou ding te geven. Dit hield verband met de om zetbelasting. Verdachte beweerde, dat hij als poelier niet onder de bepalingen van de om zetbelasting viel. Deze zienswijze werd uit voerig door den rijksadvocaat bestreden. De verdediger van den poelier trok een verge lijking met de bewerking van visch, welke volgens de wet wel is vrijgesteld. Op dezen grond werd tot vrijspraak geconcludeerd. De uitspraak is op 23 November. Echter geen persoonlijke ongelukken. Op den Haarlemmerweg bij het Kruithuis te Halfweg is Maandagnamiddag omstreeks half zes een gecompliceerd verkeersongeluk ge beurd, dat, wat, persoonlijke ongelukken be treft, nog tamelijk goed ls afgeloopen. De auto van den heer T. K. uit Zandvoort werd ingehaald door den auto van den heer K. uit den Haag. Op het oogenblik van het passeeren, waarbij de voorbijrijdende auto op het midden van den weg kwam, werd hij aangereden door een tegenligger. De auto kantelde en kwam met den zijkant op den weg te liggen. Op dat oogenblik verscheen een vierde auto op het tooneel die tegen den gesneuvelden wagen aanreed. De bestuurder van den ge- kantelden auto werd licht gewond. De twee auto's werden licht beschadigd. PROFESSOR DR. G. A. F. MOLENGRAAFF. Den llden November 1936 is het vijftig jaren geleden, dat professor dr. G. A. F. Molengraaff, de bekende geoloog van interna tionale vermaardheid, aan de universiteit te Utrecht promoveerde tot doctor in de aard en delfstofkunde, cum laude en tegelijkertijd tot doctor in de plant- en dierkunde op stel lingen. Voor zijn benoeming in 1905 tot gewoon hoogleeraar in de Geologie aan de Technische Hoogeschool te Delft, heeft hij een aantal reizen gemaakt naar West-Indië, Centraal Borneo en Zuid-Afrika. Hij is ook eenige jaren Staatsgeoloog geweest van de Zuid-Afrikaan- sche republiek. In 1910 leidde hij de Timor- expeditie, terwijl hij in 1921 nog een studie reis naar Zuid-Afrika heeft gemaakt. PRINS BERNHARD BEZOEKT DE FOKKER FABRIEKEN. AMSTERDAM, 9 November. Te 10 uur verscheen een groote gesloten auto, waarin be halve prins Bernhard, gezeten waren prins Aschwin, jhr. Röell en de mr. D. Crena de Iongh, president van de Ned. Handel Maat schappij, voor de;n ingang van het directie- kantoor der Fokkerfabrieken aan den Papa verweg. Waar het hier een streng incognito bezoek gold, was er voor de aankomst van den wagen, die door een chauffeur werd bestuurd, geen belangstelling van de zijde van het pu bliek, waarbij nog kwam dat tengevolge van het slechte weer de weinige voorbijgangers vrijwel geen opmerkzaamheid betoonden. Het bestuur van de centrale van rijksperso neel heeft een adres gezonden aan den minis terraad, waarin het herinert aan den toestand, waarin het rijkspersoneel in de jaren 1914 1918 verkeerde. Toen hielden de duurtebijsla- gen en loonsverhoogingen met het oploopen der prijzen geen gelijken tred. Het bestuur der genoemde centrale acht het gewenscht, ter voorkoming van een her haling van hetgeen zich in die jaren voor deed, dat bij stijging van het indexcijfer van September 1936 (Amsterdamsche cijfers) de salarissen en loonen van het rijkspersoneel evenredig worden verhoogd. Dit ware te bereiken door een bepaling in het bezoldigingsbesluit op te nemen en een maatregel van gelijke strekking ten behoeve van de arbeidscontractanten te treffen. Het adres is voorzien van 'n memorie van toe lichting. Aan de tweede kamer is een afschrift van het adres verzonden met het verzoek, deze aangelegenheid, gezien de urgentie, bij de algemeene beschouwingen over hoofdstuk I der rijksbegrootlng wel in haar besprekingen te willen betrekken. Hulp kwam te Iaat. Op de werf van de firma R. J. Koker, houthandel en zagerij, gevestigd aan de Lauwerecht te Utrecht, is tengevolge van den hevigen wind Maandag een ernstig on geluk gebeurd, waarbij een 31-jarige arbei der het leven heeft gelaten. Op deze werf lag langs den waterkant een partij hout opgestapeld. In verband met de windkracht bestond er gevaar, dat dit hout in het water zou waaien, zoodat den 31-ja- rigen arbeider H. werd opgedragen het hout in een huisje op de werf te bergen. Toen H. zijn werk begon en een plank optilde, werd deze door den wind gegrepen, waardoor H. zijn evenwicht verloor en in het water viel. Eenige voorbijgangers slaagden er na eeni ge minuten in den man met behulp van een dreg uit het water te halen. De inmiddels ontboden G.G.D. heeft ge tracht de levensgeesten bij het slachtoffer op te wekken, hetgeen niet meer mocht ba ten. Als opvolger van Mr. J. A. N. Patijn. Naar wij vernemen is binnenkort de benoeming te verwachten van Dr. J. B. Hubrecht, buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister te Boekarest, in gelijke hoedanigheid te Rome. Dr. J. B. Hubrecht, die Mr. J. A. N. Patijn als gezant te Rome zal opvolgen, is 13 April 1883 te Utrecht geboren. Aan de universiteit van zijn geboorteplaats studeerde hij wis- en sterrekunde. Voorts studeerde hij aan de universiteit van Cambridge. Na zijn promo tie koos Dr. Hubrecht de diplomatieke loop baan. Als gezantschapsraad ging hij naar Madrid en in 1927 naar Londen. Tijdens zijn verblijf te Londen was hij commissaris van de Nederlandsche Vereeniging (Dutch Club) aldaar. Zijn benoeming tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij de regeering van Brazilië volgde op 21 Februari 193C. Na Rio de Janeiro kreeg Dr. Hubrecht in 1934 Boekarest als standplaats toegewezen. WOONHUIS TE HEILOO AFGEBRAND. Gister nacht is een woonhuis, gelegen aan de Spanjaardslaan te Heiloo en bewoond door het gezin J. Graf, tot den grond toe afgebrand. Door de zieke echtgenoote van den heer Graf werden wollen doeken gewarmd op een petro- leum-vergasser. Toen zij enkele doeken van het verwarmings-apparaat wilde afnemen, werd de vrouw door een duizeling bevangen en kwam zij te vallen, daarbij het brandende toestel meesleepende. De terstond ontwaakte heer G. kon niets anders doen dan trachten de brandende klee- ren van zijn vrouw te dooven, hetgeen hem in derdaad gelukte. Zonder iets te kunnen red den, kon het echtpaar slechts door een snelle vlucht aan de vlammenzee, welke door den storm werd aangewakkerd, ontkomen. Het woonhuis is geheel door het vuur ver woest. De schade wordt door verzekering ge dekt. BRAND AAN BOORD VAN K.P.M. SCHIP. MAKASSAR. 9 Nov. (Aneta)Aan boord van het' K.P.M.-schip „Van Overstraeten" is gistermorgen te zes uur brand ontdekt in het onderruim van luik 5. De brand is waar schijnlijk uitgebroken in een lading goenies. Onder leiding van den havenmeester werd de brand gebiuscht door de haven-brand weerboot, een sleepboot van de K.P.M. en de gemeentelijke motorspuit. Nadat het luik was leeggepompt, werd de lading gelost. Het vertrek van het schip, dat te acht uur door moest gaan naar Menado, is hierdoor uitgesteld, waarschijnlijk tot 10 November. De oorzaak van den brand is nog niet vastge steld. ONGEWENSCHT NACHTELIJK BEZOEK BIJ EEN BOSCHWACHTER. Gene Bushneli, boschwachter in Santa Bar bara (Californië), heeft zijn ontslag genomen, omdat hij een avontuur heeft meegemaakt, dat zijn zenuwen wel wat al te zeer op de proef gesteld heeft. Bushneli werd 's nachts verschillende malen uit zijn slaap gewekt: hij kreeg den indruk, dat men zijn gezicht af likte en dat men hem aan zijn haren trok. Den volgenden morgen constateerde hij in zijn hut de sporen van een poema. Sindsdien verkoos Bushneli niet langer in de bosschen te blijven leven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2