Strijd om Madrid duurt voort. Madrid, Spanje's monumentale hoofdstad. Thijs Us en Dickie Dons in de wolken. DINSDAG 10 NOVEMBER 1936 Regeeringstroepen verdedigen zich hardnekkig. De hoofdstad opnieuw gebombardeerd. Engeland Baldwin over de betrekkingen met Italië. Regeering richt zich tot de Locarnolanden. Stad in internationalen stijl Da ntzig. Dantzig het volgend jaar bij Duitschland? Het Duitsche stoomschip „Isis" vermoedelük vergaan. HP i» r Een der speciale correspondenten van Havas seint uit Avila: Terwijl het offensief „voor de poorten" van Madrid aan de zuidzijde zich ontwikkelde, hebben troepen van de colonne Castejon pogingen in het werk gesteld ten westen van de hoofstad den weg Avila-Madrid te bereiken. Zij zijn hierin geslaagd. Sinds Zondag ligt de weg onder artillerie vuur op een tiental kilometers van Madrid Tegelijkertijd vallen de colonnes van Rada en Escamez, die ten Zuiden van het Escoriaal opereeren, aan op den weg van het Escoriaal naar Chapineria. De militie-troepen trekken terug zonder strijd te leveren. Teneinde in oostelijke richting te kunnen retireeren zullen zij van de secundaire wegen ten noorden van Madrid gebruik moeten maken. In den sector van Somosierra heerseht volkomen rust. Ook daar zijn de regeerings troepen in gevaar te worden omsingeld door een eventueele operatie ten oosten der hoofd stad. De luchtstrijdkrachten melden trouwens, dat de militiemannen zich terugtekken naar Alcala de Henares. In den sector van Guadalajara rukken de rechtschen zonder haast op langs de as van den weg BarcelonaMadrid. Het is mogelijk, dat zij hun krachten sparen voor een even- tueelen eanval op Teruel. Nader meldt een der speciale corresponden ten van Havas: De tegenstand der re geeringstroepen en vooral de wensch van generaal Franco Madrid te sparen zooveel dit mogelijk is, vertragen de algeheele inneming van de Spaansche hoofdstad met enkele uren. Welingelichte kringen geven de ver zekering dat de druk der rechtsche troepen voortdurend krachtiger wordt. Alvorens het vliegveld Quatro Vientos te verlaten hebben de regeeringstroepen het, naar gezegd wordt, ondermijnd, hetgeen den rechtschen luchtstrijdkrachten tijdelijk een gebruik maken van het vliegveld onmogelijk maakt. Zwaar bombardement van de hoofdstad. De correspondent van Reuter te Madrid telefoneert, dat de zware artillerie der op standelingen voortgaat Madrid te bombar- deeren. De granaten vallen met een gemid delde snelheid van drie per minuut rondom de slachtplaatsen, waar de verdediging zeer sterk is. Een granaat is op 50 M. van het ministerie van oorlog neergekomen. Het park Casa de Campo is thans voor een groot deel in handen der aanvallers. Tegen drie uur Maandagmiddag hebben Vliegtuigen der opstandelingen 17 bommen op de stad geworpen in de wijk Salamanca. Bij een bombardement van Vallecas, op 8 K.M. ten zuidwesten van Madrid zijn 27 dooden ge vallen. Over het algemeen heerseht een pa niekstemming onder de Madrileenen tenge volge van het hevige bombardement. Regeering spreekt geruchten tegen Uit Madrid, 9 November: Het station der Radio Unie waarvan de studio op 100 meter afstand van het telefoongebouw is gelegen, zond hedenavond 9 uur nog op de gewone wijze zijn programma uit. Het volgend be richt van het ministerie van binnenlandsche zaken werd uitgezonden: „De directie der openbare veiligheid verneemt, dat zekere elementen het gerucht in omloop brengen, dat Ma drid voornemens is zich hedenavond 11 uur over te geven. Dit bericht is volkomen ongegrond en alle personen, die het verspreiden zullen als opstan delingen worden beschouwd". Na de uitzending van dit berichtzette het station der Radio Unie het programma voort met volksdansen en opera-zang. Het ministerie van oorlog liet des avonds het volgende Communiqué omroepen: In den sector van Somosierra heeft onze artillerie drie uur lang de vijandelijke stellingen ge bombardeerd. Onze troepen handhaven zich in haar stellingen. Te Casa de Campo duur den de aanvallen der opstandelingen voort, zij werden echter afgeslagen. In de omgeving van Villa Verde hefcben de regeeringstroe pen de opstandelingen aangevallen, ondanks het bombardement door de luchtmacht dei- opstandelingen behouden onze troepen al haar stellingen. De opstandelingen vallen Madrid aan met alle middelen, waarover zij beschikken. De regeeringstroepen handhaven zich in haar stellingen en werden door het opperbevel gelukgewenscht met de in den loop van den dag door haar bereikte resul- ten. Groot offensief op Malaga verwacht De opstandelingenkruiser Almirante Cer- vera is te Algeciras aangekomen uit Ceuta. Een flottilje gewapende sleepbooten en ver scheidene vliegtuigen escorteerden het schip, dat bijna l'OOO Marokkaansche soldaten en 40 stukken veldgeschut vervoerde. De militaire autoriteiten hebben gistermiddag alle auto bussen en vrachtwagens, die beschikbaar waren, gerequire-erd voor het vervoer van de manschappen en kanonnen naar het front van Estepona. Een groot offensief op Malaga zal spoedig ontketend worden. Companys spreekt de Madrileenschs bevolking moed in. Om half acht des avonds heeft Companijs de president der Catalaansche generaliteit, een radio redevoering gehouden, welke in het bijzonder bestemd was voor de bevolking van Madrid. Hij zeide om. „De tegenwoordige strijd heeft historische beteekenis. Bevolking van Madrid. Gij moet overwinnen. Bevolking van Madrid. Catalonië bewondert u en zal u voortdurend versterkingen zenden. Ik ben met mijn hart bij u. Leve de Vrijheid." De radio club te Teneriffe heeft bekend gemaakt, dat generaal Miaja, die met de ver dediging van Madrid is belast, den militie troepen heeft bevolen weerstand te bieden totdat versterkingen zijn aangekomen. „Geen korrel goud voor de opstandelingen". De Spaansche ambassadeur te Parijs deel de mede, dat de administratie van de Bank van Spanje is overgebracht naar Carthagena en dat de goudvoorraden zijn ondergebracht op een onbekende veilige plaats. De ambassadeur voegde hieraan toe; „De aan een overvloed van ver trouwen lijdende crediteuren der op standelingen zullen nooit één kor reltje van het Spaansche nationale goud ontvangen." Voormalige Spaansche ambassadeur te Berlijn neemt bezit van ambassade. De voormalige Spaansche ambas sadeur te Berlijn, Agramonte y Cortijo heeft uit naam van de Franco-regee ring bezit genomen van het gebouw der Spaansche ambassade in de Gross Admiral Prinz Heinrichstrasse. In tegenwoordigheid van ongeveer 150 leden der Spaansche kolonie werd Maandagmiddag de rood-goud-roode vlag der Franco-regeering op het ge bouw geheschen, terwijl kennis werd gegeven van het overnemen der lei ding over de werkzaamheden door Agramonte. De vertegenwoordiger van de Spaansche volksregeering was Zater dag uit de ambassade vertrokken. De sleutels van het gebouw had hij aan een chauffeur overhandigd. Over dit gebeurde verklaren poli tieke kringen te Berlijn, dat de Wil- helmstrasse deze aangelegenheid be schouwt als een „binnenlandsche Spaansche kwestie, die de Duitsche regeering niet raakt". Tijdens het jaarlijksche banket van den Lord Mayor van Londen heeft minister Eden een dronk uitgebracht op het diploma tieke corps, In het bijzonder heette hij Von Ribben- trop welkom, terwijl hij verder vriendelijke woorden richtte tot den Poólsehen minister Beck, die mede aanzat. Baldwin, die daarna het woord voerde, zeide té hopen, dat het met Italië tot stand gekomen handels verdrag den Engelschen handel zal kunnen veroorloven zich te herstel len op een basis, welke een geleide lijken terugkeer tot normale toe standen zal kunnen begunstigen. De betrekkingen tusschen Groot- Brittannië en Italië zijn in de Mid- dellandsche Zee niet uiteenloopend, doch aanvullend. Dit is de waarheid en er is alles mee te winnen, wan neer men zich daar hier en in Italië rekenschap van geeft. De Britsche regeering heeft door haar actieven steun aan de niet-inmenging niets nagelaten om te verhinderen, dat het Spaansche conflict zich huiten de grenzen van dit land zou uitbrei den. Baldwin maakte nog een toespeling op de aanwezigheid van den Poolschen minister Beek en zeide, dat de Britsche regeering zich bij voorbaat verheugt op de ontwikkeling van een nauwe samenwerking tusschen Groot- Brittannië en Polen, die beide de zaak van den wereldvrede een oprecht hart toedra gen. Tijdens de toespraak van minister-presi dent Baldwin, gevoelde Ramsay Macdonald zich onwel worden. Zijn dochter geleidde hem naar een aangrenzend vertrek, waar Lord Dawson hem onderzocht. Baldwin zeide, dat er een kwestie is, welke thans de bijzondere aandacht van de regee ring vraagt. Het betreft de voorbereidingen voor de bijeenkomst van de vijf groote mo gendheden van West-Europa om te onder handelen over een nieuw verdrag ter ver vanging van de overeenkomsten van Lo carno. Dit nieuwe verdrag, aldus Baldwin, zal naar wij hopen op zichzelf reeds een eerste stap zijn voor een Europeesche regeling. Spreker verklaarde er zeker van te zijn, dat alle aanwezigen wenschen, dat de gedachten- wisselingen over deze kwestie tot concrete en gelukkige resultaten zullen leiden. (Reuter) Naar te Londen verluidt stelt de nieuwe nota aan de Locarno-mogendheden voor, dat elke mogendheid aan de Britsche regeering meedeelt of zij de voorkeur geeft aan een spoedig bijeenkomen van de conferentie, dan wel aan voortzetting van de voorbereidingen langs diplomatieken weg. Algemeen wordt verondersteld, dat Duitsch- land en Italië dit laatste zullen verkiezen. De leider der nationaal-socialisti- sche partij in Dantzig, Forster, heeft, naar Havas uit Warschau meldt, tij dens een bijeenkomst der partij o.a. verklaard, dat „de geheele oppositie in Dantzig voor 1 Januari a.s. defini tief uitgeschakeld zal zijn." Forster gaf voorts als zijn overtuiging te ken nen. dat Dantzig in den loop van 1937 weder bij het Duitsche rijk zou worden gevoegd. In Polen o.a. te Gdynia, zijn groote betoo gingen georganiseerd tegen den „willekeur der Dantziger autoriteiten". In een resolu tie verklaren de betoogers, dat geheel Pom- merellen, het bolwerk van Polen, gereed is om te antwoorden op de ruwheden en ge welddaden, door de autoriteiten van de vrije stad tegen Poolsche onderdanen bedreven Het Duitsche stoomschip „Westernland" dat het in nood verkeerende Duitsche vrachtschip „Isis" te hulp is gesneld heeft het volgende radiotelegram uitgezonden: „Op 300 mijl van Land's End, zijn op de plaats des onheils. We hebben een sloep van de „Isis" gevonden met één man. We zien geen spoor van andere overlevenden, noch andere booten. We zetten onze reis voort". Nader meldt Havas uit Londen: Men vreest, dat 39 leden der beman ning van het Duitsche vrachtschip „Isis" om het leven zijn gekomen. Men heeft het zoeken thans opge geven. De te hulp gesnelde schepen hebben hun tocht voortgezet. Het voormalige Koninklijke Paleis. ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLING Thijs zat heel aandachtig te lezen. Het was een prachtig' boek. Hij had nog maar zelden zoo iets moois gelezen. Maar Dickie verveelde zich en dacht„Wat moet ik nu gaan doen? Plotseling kreeg hij een idee. Hij kon wel eens een beetje buiten in het zonnetje gaan wandelen. De kleine man dacht er niet aan, dat hij best kon verdwalen, en dat het buiten al een beetje begon te schemeren. Stilletjes ging hij er van door. Hij zorgde er wel voor, dat Thijs het niet merkte, want die zou het nooit goedvinden. „Ik ben zoo weer terug," dacht het ventje. „Ik wandel alleen maar een klein eindje het bosch in." Een vogeltje keek hem heel verbaasd aan, toen het hem zoo laat nog uit zag gaan. En dan heelemaal alleen. Vv w Puerto del Sol, de Madrileensche „Dam". Tien jaar geleden bracht onze mede- werker, de heer J. B. Schuil, als reizend redacteur van ons blad, een bezoek aan Spanje en de Spaansche hoofdstad. Wij herplaatsen hierbij een der artikelen die hij wijdde aan Madrid, de stad, die thans door den bloedigen broederkrijg zoozeer in het centrum der wereldbe langstelling staat. „Als er sprake is van Madrid, hoort heel de wereld in eerbiedig zwijgen toe!" zegt het spreekwoord van den Madrileen. .,De banaalste hoofdstad van Europa.... ijdel, hol en leeg! Een opgezette kalkoen!" dat is het oordeel over Madrid van Felix Rut ten in zijn boek over Spanje. Wie heeft er gelijk: de opgetogen Madrileen of de verontwaardigde Rutten? Volgens mij: geen van beiden. Voor Madrid past: „ni eet excès d'honneur, ni cette indignité!" Dat de Madrileen zijn eigen stad de mooiste van de wereld vindt, wie zou het hem kwalijk kunnen nemen? De Spanjaarden hebben de grootste redenaars, de grootste generaals, de grootste schrijvers, de grootste schilders, de rijkste kathedralen, de mooiste paleizen, de beroemd ste museais het dan te verwonderen, dat zij ook de mooiste hoofdstad op dit we reldrond bezitten? Maar Felix Rutten, die na Toledo te Madrid kwam. kon in de tegen woordige hoofdstad onmogelijk iets anders dan de parvenu der Spaansche steden zien. Vergeleken bij Toledo, dat, hoewel in lom pen, in al zijn poorten, paleizen en kerken den vreemdeling nog zijn adelbrieven uit den tijd der Mooren en West Gothen kan toonen. is Madrid niet anders dan een protsige O.W.'er. Een stad zonder historie, zonder tra ditie en dat in een land, waar de geschiede nis in bijna elke stad een glorierijke bladzijde heeft geschreven. Burgos kon ons wijzen op den roemruchtigen Cid en zijn koningen van Oud Kastilië. Saragossa had no.g het kas teel van de koningen van Aragon binnen haal veste al stonden er dan ook nu soldaten- kribben in de zaal. waar eens koningen ban- quetteerden. Granada riep de herinnering wakker aan Boabdil en het legendarische Moorsche Rijk, aan Isabella van Kastilië en Columbus. Toledo was één groot historisch museum, waarin de geesten der West Gothen en der Mooren. van Karei V en van de kardi nalen Pedro Gonzales de Mendoza en Jime nez de Cisneros nog rondwaarden! Maar Ma drid? Het was nog een dorp, toen de namen van deze en zooveel andere Spaansche steden reeds door heel de wereld werden rond gedragen. Ontstaan enkel door den wil van Philip II en gegroeid in den tijd van Spanje's verval op bevel van de koningen „la Capitale de commande" heeft Pierre Suau Madrid eens genoemd heeft het den roem der geschiedenis aan de andere Spaan sche sleden moeten laten. In Madrid is niets geen poort, geen kasteel, geen kerk zelfs dat naar oude, roemruchtige tijden terug wijst. Het is een stad zonder historische mo numenten en dat in een land, dat aan zulke monumenten zoo overrijk is! Van alle ste den, die wij in Spanje bezochten, was Ma drid de eenigezonder kathedraal! Enkel een kathedraal in aanbouw, een domkerk, die eerst over 150 jaar gereed zal Zijn, en dat in de hoofdstad van het land van wereldberoem de kathedralen. „Madrid is heel Spanje!" verkondigt de Madrileen met Spaanschen trots, maar wie andere Spaansche steden heeft bezocht, zal zeggen: „Er is geen stad zóó weinig Spaansch als Madrid!" Zelfs Barcelona niet, dat in de nauwe straten om de Rambla, met haar hooge huizen met getraliede vensters en balcons, nog iets van het oude Spaansche stadsbeeld heeft bewaard. Madrid heeft niets nationaals, het heeft geen eigen cachet, het is interna tionaal, het is een metropool, die als er geen gendarmes met driekante steken en militairen in bonte, Napoleontische unifor men rondliepen, en er geen kindermeisjes met Baskische witte mutsen op de banken van de „paseo's" en het park El Retiro zaten de hoofdstad van een Duitsch ex-konink rijk evengoed als van Spanje zou kunnen zijn. Het moderne Madrid is voornamelijk ge bouwd in de vorige eeuw en het komt wel heel duidelijk uit, dat de Span jaarden toen geen eigen bouwstijl bezaten. Het is, of uit alle lan den en uit alle steden iets is overgenomen.Het is Brussel, Parijs, Berlijn, Weenen en Mün- chen door elkander gebouwd. Madrid heeft groot en aristocratisch willen doen en het is daar gedeeltelijk ook wel in geslaagd, maar 't is een rijkdom en een grootheid „pour épater le bourgeois!" De man uit de provincie zal er zijn oogen uitkijken en misschien zelfs zeg gen, dat hij nog nooit zoo'n stad heeft ge zien'. Breeder avenues dan de „paseos" in Ma drid zag ik nooit in steden van die grootte, zelfs niet in München, waar men toch waar lijk ook wel wist breed en ruim te bou wen. Men moet daarvoor naar een stad als Parijs gaan. En als daar 's middags langs die paseos of op de statige rijwegen van het Park El Retiro de auto's en equipages in eindelooze files soms in drie rijen naast elkander voorbijrijden, wanneer de beau-monde van Spanje's hoofdstad er elkaar rendezvous geeft en tout Madrid er rijdt, en rost of onder de abeelen en de olmen van de wandelplaatsen aan weerszijden van den broeden rijweg fla neert dan krijg je wel zeer sterk den indruk van in een wereldstad te zijn. Het is niet te ontkennen dat de Spanjaar den durf hebben getoond bij den aanleg van nieuw Madrid. Men voelt in dezen opzet iet» van nationalen trots, van vertrouwen in de toekomst. Madrid maakt ook door het waar lijk overweldigend drukke verkeer veel meer den indruk van een wereldstad dan bijvoor beeld Amsterdam, Brussel of München, met welke steden het toch in grootte ongeveer vergeleken kan worden. Maar het mist het aristocratische voorkomen, het voorname cachet van deze steden. Het is stijlloos. Men komt niet van den indruk los, dat het alles namaak is. Vele kolossale gebouwen, waar onder er zijn, die „the man in the street" prachtig zal vinden, maar die soms een ang stig gemis aan smaak verraden. Een treffend staal geeft het nieuwe postkantoor aan het kruispunt van de vier voornaamste paseos, een pompeus, wit gebouw, zoo overdadig druk van ornamentiek, dat men onwillekeurig aan een kolossale reclame-taart van een suiker bakker ga-at denken. Maar de Spaansche gids wijst er op met trots en zegt vol zelfbewust zijn: „Het mooiste postkantoor van de we reld!" Hij zou het ongelooflijk achten wan neer de vreemdeling deze uitspraak in twijfel zou durven trekken. Het postkantoor, de trots van Madrid. Die zucht naar het overladen parvenu-achti- ge zien wij ook in sommige monumenten in Madrid. Het ruiterstandbeeld van Alfons XII neemt bijna heel de breedte van de vijver in het Park El Retiro in. „Het grootste stand beeld van Europa!" zegt de Spaansche gids weer, zonder dat hij den glimlach om onze lippen bemerkt. Wij vragen ons af, hoe ko lossaal de beelden van de werkelijk groote mannen van Spanje in de toekomst wel moe ten worden, als deze Alfons reeds met zulk een pompeus monument gehuldigd werd. „Dus heeft Felix Rutten toch gelijk?" zal men zeggen. Ja en neen! Madrid heeft ontegenzeggelijk iets protsigs, iets opdringerigs, iets parvenu-achtigs! Maar men bewondert toch het kolossale, het bijna grootsche van dezen stadsaanleg. Madrid geeft het beeld van een moderne wereldstad! Er is in deze stad iets, dat den vreemdeling onwillekeurig overweldigt: -dat is het breede, het koninklijke, het monumentale van den aanleg. Ik kon mij den trots van -den Madri leen voor zijn stad verklaren, al was ik vol strekt niet blind voor h-et parvenu-a-chtlge. Ik waande mij telkens in een millioenensta-d en had soms moeite te bedenken, dat Madrid niet veel -grooter is danAmsterdam of Brussel.Wan- neer men op de Plaza de Cibeles staat of op de Plaza de Canovas del C-astello en men overziet de hierop uitkomende paseos, dan maakt Madrid ondanks alles een mach tigen indruk. Het is het geheel dat imponeert. Dat breede, ruime, bijna grootsche kennen wij in onze Hollandsche en ook in andere Europeesche steden niet. En het verkeer bij ons lijkt nog maar in een beginstadium te zijn, als men het verge lijkt met Madrid! Van de drukte 's middags om 6 uur, op de Puerte del Sol het voor naamste plein van Madrid kan een Hollan der zich nauwelijks een voorstelling maken. Daar kringelen de auto's, de trams -en de rij tuigen in een voortdurende warreling rond! En daaromheen deint een duizendkoppige menschen-menigte heen en weer. De Dam te Amsterdam is een rustig provinciepleintje vergeleken bij de roezemoezige, overvolle Puerte del Sol. En ah je dan nog bedenkt, dat een groot gedeelte van het verkeer door de metro van de straat wordt afgeleid, dan sta j-e voor één van die puzzles, -die j-e niet kunt oplossen. Je kijkt onwillekeurig even in j-e Baedeker, en je ve-rbaast je er over als je leest, dat Madrid maar 800.000 inwoners heeft! J. B. SCHUHi,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3