BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. ZATERDAG 14 NOV. 1936 VOOR EEN RECENDACJE HAMID EN INASJA. Heel vroeger, toen er nog dzjinns en andere goede en kwade geesten waren, woonde er een arme jongen in Indië. Zijn naam was Ha- mid. Hij hield heel veel van Inasja, de doch ter van een rijk koopman. Inasja hield ook van Hamid, maar haar vader wilde niet heb ben, dat zij met hem trouwde omdat hij zoo arm was. Nu was Hamid tuinman in de mooie groote tuin van Inasja's vader. De mooiste bloemen en planten stonden in dien tuin. die aan één kant aan de zee grensde. Inasja wandelde na tuurlijk dikwijls door den tuin, omdat zij dan Hamid kon zien en spreken. Haar vader wist dat wel, maar zei er niets van. Hij was eigen lijk wel een goede man; zijn eenige kwaal Was, dat hij wilde, dat zijn dochter met een man zou trouwen, die nog rijker was dan hij zelf. Nu was dit een heel moeilijke eisch, want hij was de rijkste man in het heele land. Hamid woonde in een klein hutje in den tuin. Het hutje stond dicht bij de zee. Dik wijls zag hij mooie blauwe kleine vischjes met gele strepen. Wanneer hij ze zag, gaf hij ze altijd wat rijst, hoe weinig hij zelf ook had. Hij had er zoo'n genoegen in naar hen te kijken, dat hij gaarne wat rijst er voor op offerde. Vooral, toen hij merkte, dat de visch jes altijd hongerig waren, ging hij iederen avond, wanneer de zon aan den horizon stond naar zee en voerde de vischjes, die al spoedig op vaste tijden naar hem toekwamen. Op een avond zat hij weer naar de visch jes te kijken. Plotseling kwam het zeewater hevig in beroering en verscheen er een dzjinn. Deze keek Hamid vriendelijk aan en zeide tot hem: „Ik ben enkele weken naar de zeer van mijn oudsten zoon geweest, want hij was zwaar ziek. Mijn vischjes moest ik hulpeloos achterlaten. Gisteren was mijn zoon weer beter en keerde ik terug. Mijn vischjes vertelden mij toen, dat jij zoo goed voor ze had gezorgd, hoewel je zelf erg arm bent. Neem als mijn dank deze gouden ring van mij aan. Wanneer je in moeilijkheden komt, draai je den ring driemaal om je vinger rond en zegt: „Kom bij mij, o dzjinn van de zee." Enkele dagen later kwam Inasja met be huilde oogen naar hem toe en vertelde, dat haar vader een rijke man voor haar had uit gekozen. Ze vond dezen man echter in het geheel niet aardig en moest toch over twee maanden al met hem trouwen. Hamid troost te haar door te zeggen, dat hij wel iets zou verzinnen voor hen beiden. Hij kreeg echter niet veel tijd om hier lang over na te denken. Amkar, zoo heette de man, die door Inasja's vader was uitgekozen, kwam namelijk den volgenden dag logeeren. Daar hoorde hij, dat Inasja en den tuinman veel van elkander hielden. Hij beval toen aan zijn knechten, zonder dat Inasja's vader het wist, dat zij Hamid des nachts moesten overvallen vastbinden en in zee werpen. Hamid had geen slot op de deur van zijn hutje, zoodat de knechten van Amkar in den nacht gemakkelijk binnen konden dringen; zij bonden zijn handen en voeten vast en wierpen hem in zee nadat ze ook nog een groote, zware steen aan zijn voeten hadden gebonden. Hamid wist eerst niet goed, wat er gebeurde, maar toen hij begreep, wat ze met hem voor hadden, draaide hij snel den gouden ring driemaal om zijn vinger; hij kon dat nog net doen met zijn vastgebonden handen. Juist voordat hij met het water in aanraking kwam, had hij uitgeroepen: „Kom bij mij, o dzjinn van de zee!'' Hij zonk snel. naar de diepte. Toen hij de bodem der zee bereikte, zag Hamid den dzjinn voor zich staan, die hem snel bevrijdde van de touwen en hem 'n kleine vrucht te eten gaf waardoor hij onder water gewoon kon praten en ademhalen. „Ik hoorde je stem mijn vriend", sprak de dzjinn. „Welke booze menschen hebben jou in zee gegooid?" Hamid vertelde hem het heele verhaal. De dzjinn dacht even na en zeide. „Had mij maar meteen verteld, dat je zooveel van Inasja hield en veel geld moest hebben om met haar te mogen trouwen. Ik ben zoo vreeselijk rijk, wel millioen maal zoo rijk als Inasja's vader en heb toch niet veel aan mijn rijkdom. Ik zal jou tien maal zoo rijk als haar vader maken. Kom maar met me mee, dan zal ik je wat verder op de kust weer aan land brengen. Daarna zal ik wat van mijn schatten laten halen." Vier kilometers verder van de plaats, waar de tuin van Inasja's vader aan de zee grens de, bracht de dzjinn Hamid. weer op het strand, daarna verdween hij weer onder water en even later zag Hamid een lange rij vis- schen, die allemaal goud en paarlen en dia manten in hun mond droegen. Even latei- kwam de dzjinn ook. Hij stapte op het strand stampte vijf .maal met zijn rechtervoet op den grond en ziedaar verschenen duizend dienaren in de schitterendste kleeren. Daarna stampte hij drie keer op den grond met zijn linkervoet en daar zag Hamid voor zijn verbaasde oogen achthonderd, mooi op getuigde paarden en vijfhonderd ezels, als uit den grond omhoogrijzen. De ezels waren beladen met vele balen mooie stoffen en groote pakken graansoorten. De dzjinn zocht een mooi gouden kleed uit en liet dat Hamid aantrekken. Daarna gaf hij hem een groot, glanzend wit paard en zeide tot hem: „Zie vriend, dit is alles voor jou; deze duizend die naren zullen je trouw dienen. Ga met hen en met al de dieren en sieraden en stoffen naar Inasja's vader en vertel hem, dat Amkar jou in zee heeft laten gooien. Bovendien zul je veel rijker zijn dan Amkar, dus zul je met Inasja mogen trouwen. Denk niet, mijn vriend,, dat je mij eeuwig dankbaar moet zijn, omdat ik je zooveel rijkdom geef. Ik heb immers zooveel, dat ik het in het geheel niet zal missen. Een ander geval was het, toen jij mijn vischjes zooveel rijst gaf, want dat kon je eigenlijk niet missen. Ik wensch je het beste en hoop, dat je zoo goed en vriendelijk zult blijven, ook wanneer je rijk bent. Ga in vrede, mijn vriend." De eenige, die hem direct herkende was Inasja, die dadelijk tegen haar vader zeide: „Dat is Hamid," en ja, toen haar vader goed keek, herkende hij hem ook. Hij verwelkom de hem met al de ceremonies, welke men ver schuldigd is aan een rijken gast. Amkar was dien dag juist op jacht gegaan en was dus niet aanwezig, Hamid vertelde toen alles wat hem was overkomen. Inasja's vader was vree selijk verontwaardigd en Hamid kreeg de hand van zijn dochter. Toen zij getrouwd waren en Hamid het huis van haar vader kreeg, vaardigde hij het bevel uit, dat er tot op vier kilometer afstand van den tuin niet mocht worden gevischt en wanneer er veel visschen aan het waterop pervlak zouden verschijnen, moest hij ge waarschuwd worden, want dat zou een tee- ken zijn, dat de dzjinn weer naar een van zijn zoons was en de visschen dus niet kon voeden. Hij, Hamid zou dan iederen dag rijst in het water gooien. Zoo leefden Hamid en Inasja nog vele ja ren in geluk met elkaar en in vriendschap met den dzjinn van de zee. Het lijkt wel, of dit vliegtuig zonder piloot vliegt; maar als jullie goed kijkt, zi« je dat die er toch is! EEN AARDIG PORTEMONNAIETJE OM ZELF TE MAKEN. EEN MOLENTJE VOOR DE SPEELGOEDDOOS WIE ZOEKT ER MEE? VERRASSING. Waarschijnlijk zal wel niemand van jul lie met één oogopslag zien, wat bovenstaand wirwar van lijntjes voorstelt. Maar als jé die vakjes met potlood of inkt zwart maakt, waarin je een punt ziet staan, krijg je een aardig plaatje. Deze kok is van plan een konijn klaar te gaan maken. Wie ziet het dier? Over een maand is het Sinterklaas en daar om zullen we hier een cadeautje bespreken, dat iedereen graag zal ontvangen en dat niet moeilijk te maken is. Hierbij zien jullie dan hoe Ie een aardige portemonnaie kunt vervaardigen. Waar schijnlijk heb je in je lappendoos nog wel een aardig lapje goed en een stukje mooie zijde, dat is overgebleven van een jurk. Deze lapjes moeten 30 centimeter lang en 10 cen- timer breed zijn. De portemonnaie bestaat uit twee deelen: het stuk ABCDEF en het kleine stukje ftBGF. Dit kleine stukje wordt het zakje. Verder heb je nog een bandje noo- dig, dat 3 centimeter breed is en 11 centime ter lang, om de klep mee af te sluiten. Borduur op het gekozen goed kleine nopjes van bruine, licht roode en grijze wol. Dan zet je de voering er tegen en strijkt alles goed plat. De afwerking geschiedt op de manier, die op de teekening is aangegeven. Het best kun je voor dit festonneeren een van de drie kleuren wol nemen, die je voor de nopjes hebt gekozen. Wanneer je nu klaar bent. haal je dp klep door het bandje Je zult eens zien, wat een aardig portemon- naietje je aldus verkregen hebt. L. B. Tot m'n spijt moet ik jullie thans weer teleurstellen. A.s. Woensdag kan ik door an dere werkzaamheden geen club houden. Ik begrijp dat jullie het jammer vinden. Daar om hoop ik a.s. Woensdag over 1 week, dus 25 Nov. de club niet om 3.30 te beëindigen, maar om 4.00 uur. Dus houden we dan in plaats van IV2 uur, 2 uur club. Lief RIETVINKJE. Prettig voor het jon getje, dat hij 'nu inplaats van in het zieken huis te liggen, weer naar school kan gaan. Kleine Wim is als het zoo doorgaat spoedig een groote Wim. Ja hoor, ik vind Koos ook een echte ondeugd. Als hij mijn broertje was, stopte ik hem met bloote beenen naar bed of nam z'n ooren en plaatste er z'n neus tus- sehen. Dag Rietvinkje. Best KOOLMEESJE. Je postpapier was wel bemorst, maar gelukkig buiten je schuld Wat heb je veel jarigen in de familie. Je zult het druk hebben met visite maken. Toch wel gezellig vind je niet? A.s. Woensdag kan ik weer geen club houden. Maar we halen de schade wel in. Dag Koolmeesje. Beste LOTUS. Je bent van schuilnaam veranderd? Ik vind het best hoor. Hoe was het mogelijk de Kon. Fam. vier maal te zien? Je bent dan zeker niet bij je klas gebleven. Marietje M. mag weer komen, wanneer ze twee weken trouw geschreven heeft en dan geregeld blijft schrijven. Deze regeling wordt toegepast op de andere kinderen dus ook op Marietje M. Haar zusje is echter nog te klein voor het clubwerk. Zij moet nog wat geduld houden. Dag Lotus. Lief SPARRETJE- Meisjelief, wat was je dit keer vlug. Je hebt zeker vooruit gewerkt om 1.1 Woensdag vrij te kunnen zijn. 'k Be grijp dat je nu niet graag zal gaan zwem men, maar liever wacht tot warmer weer. De kaart is natuurlijk ook opgenomen in den zo mer. Je bent verleden Zaterdag fijn uit ge weest. Zoo gaat het ,.ik ga zoet naar les en Henny gaat naar een leuke teekenfilm zien". Bij een volgende gelegenheid ruilen we om. Waar blijven de jurken die je voor me zou koopen? Je kijgt zoo heel wat in te lossen zeg. Dag Sparretje. Lief DOORNROOSJE. Wel gefeliciteerd met je zus. Wat ga jij groot worden zeg. Je wordt een echte jonge dame. Bevalt het je nog goed bij moeder thuis en bij de zusters op de naailes? Je wenschen zal ik vervullen. Dag Doornroosje. Lief LELIETJE VAN DALEN Van harte gefeliciteerd, 'k Hoop dat je een prettig dagje gehad hebt. 'Je zuster vertelde mij. dat je heelveel ekdeaux gekregen hebt. 'k Wil het gelooven. Je hebt nogal eenige broers en zus ters, neefjes en nichtjes, Ze zullen zich allen wel beijverd hebben om je met weldaden te overladen. Dag Lelietje van Dalen. Béste MOEDER'S JONGEN. Wel vriend hoe staat het leven. Op twee beenen of op je hoofd? Heb je 1.1. Donderdag ook een pret tig dagje gehad? 'k Geloof dat je reeds vroeg van de partij was. Heb je al vernomen of St. Nicolaas reeds op de boot is gegaan? Als je het zeker weet, bericht je me dan even? Dag Moeder's Jongen. Beste BERENMAN M'n dank voor het boomenplaatje, 'k Weet niet hoeveel ik er thans heb. Hoe vonden je ouders je werk of heb je het niet laten zien? Ja het weer is hoogst onaangenaam, maar, we moeten niet vergelen dat we in November zijn. Dag Berenman. Lief KALFJE. Ja, ik vond het jammer je niet op de club te zien. 'k Hoop dat je spoe dig beter bent zoodat je 25 November weer kunt komen. (18 November ben ik verhinderd club te houden). Gezellig dat je nichtje je zoo nu en dan komt voorlezen. Nu het beste hoor. Dag Kalfje, Beste POLLY. Dat zal gezellig worden zeg. Jij orgelles en je broer vioolles Als ik nog eens zoover kom, veel tijd vrij te heb ben, dan kom ik eens luisteren, 'k Hoop dat m'n kopje thee nog steeds op me staat te wachten. A.s. Woensdag kan ik geen club houden. Dus tot 26 November. Dag Polly. Lief SNEEUWVLOKJE. Leuk dat je 1.1. Vrijdag een gezellig dagje hebt gehad. Je zusje schijnt met haar verjaardag aardig ver wend te zijn. 'k Geloof dat het beter is geen goudvischje meer te nemen. Je hebt steeds maar weer opnieuw leed, wanneer het beestje dood gegaan is. Tot ziens. Dag Sneeuwvlokje. Best DUINSPARRETJE. Gelukkig dat je weer schrijven kunt. De wond is dus weer genezen. Heb je je werk nog aan je moeder laten zien? 'k Hoop je 25 Nov. weer te zien. Je mag dan aan een ander werkje beginnen. Dag Duinsparretje. Lief STERRETJE. Zoo ga jij op school F? Dat is zeker ver zeg, een half uur voor je op school bent Ga je tusschen den middag ook heen en weer naar school? Zorg je goed voor je konijntjes? Is het volgende versje ook op jou van toepassing? „Als ik 's middags kool ga eten, Vraag ik altijd aan m'n moe Om de blaadjes en ik breng ze Naar m'n lief konijntje toe. 't Beestje zit al voor de tralies Haar neusje gaat steeds op en neer Het lijkt mij, dat het mij wil vragen, Breng je me de blaadjes weer?" Dag Sterretje. Beste NEPTUNUS. Ik dank je voor je briefje. Zal je me niet meer vergeten? Loop a.s. Woensdag niet in vergissing naar ons clublokaal hoor. 25 Nov. mag je weer komen en dan een half uur langer blijven. Nag Nep- tunus. Tot ziens. LIEF ANNELIESJE. Dus je moeder heeft je werk heel aardig gevonden? Het is ook aardig, vooral als je het later met borstplaatjes of chocolade vult. We maken nog meer aardige voorwerpen van hetzelfde materiaal o.a. ook een Zeppelin. Spaar de cartonnen hulzen maar trouw voor de club op. Dag Anneliesje. Beste BELLADONNA. Meisjelief, hoe kan je mij nu vergeten? Dat je je boterham ver geet op te eten of een lekker koekje dat je moeder voor je heeft klaar gelegd, kan ik plaatsei maar... dat je mij vergeet te schrij ven? Dat is me een raadsel. Maar gelukkig ik heb er nog geen slapeloozen nacht door ge had. Krijg ik nu weer trouw een briefje van je? Best, afgesproken, 'k Dank je voor je rijmpje. Dag Belladonna. 't Kan heiaas niet draaien, maar 't is toch wel een aardig Zaansch molentje. Knip het netjes uit en plak het dan op carton. Voeg er vooral het onderstuk bij. Nu gaan we kleu ren: de romp van de molen groen, de wieken grijs. Het onderstuk van de molen geel met groen onderdeurtje en ook alle vensters groen Lief FOPPENMOEDERTJE. Je hebt een passenden schuilnaam uitgezocht zeg. Zorg maar goed voor je poppenkinderen. Geef ze vooral op tijd hun eten en leg ze vroeg te bed. Dag Poppenmoedertje. Lief HANDWERKSTERTJE. Ik weet van de visite af. Jan is met recht een kleine rak ker. Zoo langzamerhand zal het gooien wel minder worden. Hij is nu nog jong. Klein tjes doen het heel graag en vinden het dol prettig, wanneer men maar steeds de stukken opraapt. Ik vind je het korte haar heusch niet slecht staan. Je zus droomt. Dag Handwerk- stertje. Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Je, vrees omtrent het weer was ongegrond. Het was 1.1. Woensdag tot ongeveer 6 uur droog, 's Avonds was ik in Haarlem. Het goot ont zettend. A.s. Woensdag kan ik geen club hou den. 'k. Vind het zelf jammer, maar andere plichten roepen me. Dus tot 25 Nov. .Dag Zusjesbeschermstertje. Lief ROZENKNOPJE. Wat heb ik prachtig geraden zeg. Bruintje Beer houdt dus 's nachts de wacht bij je bed. Prettig', dat je steeds graag naar de club gaat. Het is er ook echt gezellig, voorals als jullie allen aan het werk bent. 't Spijt je natuurlijk dat er a.s. Woensdag geen clüb is. We zullen de schade trachten in te halen. Bedankt voor je teekening. Dag Rozenknopje. Beste KLEINE ZUS. Jij hebt even een goeden verjaardag. De kleurtjes met kleur boek komen je goed te pas. De kaart heb je dus op tijd ontvangen. Ik dank je voor je keurige teekening. Dag kleine Zus. Beste VERONIKA. Je felicitatie heb ik overgebracht. Ja je werk schiet al aardig op. Je werkt keurig en dat vind ik heel prettig. Slordig werk vind ik hoogst onaangenaam. Ik heb het in Dordt heel prettig gehad en was er eens heeiemaal uit. A.s. Woensdag kan ik geen club houden, dus tot Woensdag over 8 dagen. Je hebt je kaartjes keurig geteekend. Dag Veronika. BESTE TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk dank ik je voor je teekeningen. Je hebt er heel wat voor mij gemaakt. Is je werk van de club goed thuis gekomen? Heb je het al opge hangen? Waar? Zal ik eens raden? Boven je bed." Heb ik goed geraden? Dag Teekenaarstertje. Lief KRULLEKOPJE. Ja, wat gaan de dagen, toch vlug voorbij. De Woensdagen volgen elkander spoedig op. Ja het verhaal is bijzonder mooi. Het wordt steeds spannender. Je moeder heeft gelijk. Een meisje dat gezond is kan heusch wel' 's avonds, in plaats van niets te doen, eenige toertjes breien. De zelfgebreide, sokjes draag je later met meer vreugde dan de sokjes die je klaar in een winkel gekocht hebt. De moeilijkheid van het breien in de rondte heb je met een weinig goede wil, zoo onder de knie.. Dag Krullekopje. Best DUIKELAARTJE. Wel gefeliciteerd met ie tante. Je was fijn van de partij, zeg. V/at "heeft je tante veel cadeaux gekregen. Al haar nichtjes en neefjes hebben haar ver wend. Oefen je nog steeds je beroep van dui kelaar uit? Dag Duikelaartje. Lief PRINSESJE. Wel meisje wat ben je nu gaan doen? Wie gaat nu zichzelf pijn doen? 'k Begrijp dat je met een gekneusde duim niet kon werken. Het beste hoor en beterschap. Dag Prinsesje. Best SNEEUWKLOKJE. Dat je van de club thuis blijft, wanneer je vriendinnetje verhinderd is te gaan, vind ik best. Het eind is tè ver om alleen te gaan, vooral nu het zoo vroeg donker is. A.s. Woensdag is er geen club° 'k Verwacht jullie dus 25 November weer. Heb je 1.1. Donderdag een gezellig dagje gehad? 'k Denk van wel. Dag Sneeuwklokje. Veel groeten van Mej S. VÏJLBRIEF. O, DIE TOOS door W. B.Z. O, die Toos, Maakt ieder boos. Want ze denkt niet om 't verkesr Rijdt pardoes tegen dien heer. Wat komt daar nu van terecht? O! wat rijdt die Toos toch slecht O, die Toos, Wordt straks zelf boos. Want daar nadert een agent. Toos denkt nog: wat wil die vent? Ze moet zeggen: wie ze is, Krijgt een standje'lang niet mis. Het hek een kleur donkerder groen. De gras vlakte een kleur lichter groen. Je bemerkt, dat er weer een voetstuk aan is, dat omge bogen moet worden en dan in een gleuf van een karton deksel of doos geschoven moet worden. Je kunt er ook een stukje hout tegen plakken. Knip deze cirkelvormige figuur eens netjes uit en plak ze op carton, dat een beetje ste vig moet zijn. Begin nu te kleuren. Eerst Juf frouw Zuurpruim met een witte ijsmuts op, een groen manteltje aan met vergulde knoo- pen en klompen aan de voeten. Dan Janus Langhals. Hij moet een clown pakje aan b.v blauw met rood gespikkeld en een rooden broek Vervolgens Dickie Bolhoofd. Steek hem maar in een blauw matrozenpakje. Zijn door W. B.Z. kraagje en das moeten blauw met wit geruit zijn en zijn kousen evenzoo. Ten slotte kleur je Michiel de hardlooper in vuurroode tricot met dito broek en zwarte ceintuur en figuurtjes. Ook zijn puntschoenen moeten vuurrood zijn. Als je met dit alles ge reed bent, kun je er een tol van maken, door in het midden een stokje te steken, dat aar den onderkant wat puntig is. Je zult eens zien, hoe aardig de 4 poppetjes aan 't draaien gaan, als je tolt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10