■Ml
De Landverrader
'r W -v v
FEUILLETON
Wegens een teveel aan biggen moeten de boeren een aantal van deze beestjes inleveren om geslacht te worden. - Tijdens de
biggenselectie op een der boerderijen te Hoogwoud
De nieuwe burgemeester
van Assendelft, de heer J.
de Boer, is Maandag ge-
installeerd. Het dochtertje
van den burgemeester be
kijkt na de installatie met
bewondering vaders ambts
keten
Te Amsterdam reed Maandagavond een auto bij de Reguliersgracht in de Heeren-
giacht; de inzittenden werden gered en de brandweer bracht den wagen op
het droge
«li-
Hi I Ér :mÊËÊëm - ÉHÉÉ Éli
I
HBii.
,:v: -
'i
De .November-spekmarkt" te Alkmaar,
waar vele particulieren een varken
koopen om te slachten voor de kuip,
was Maandag weer druk bezocht. Een
kijkje op de markt, genomen vanuit
den Waagtoren
Het eerste doelpunt van Italië in den internationalen voetbalwedstrijd Duitschland
Italië te Berlijn. De Duitsche keeper Jakob heeft het nakijken
De strijd om Madrid. Nationalistische soldaten nemen hun maaltijd na de verovering der Madrileen-
sche voorstad Alcorcon
In gezelschap van zijn kleindochtertje
neemt ir. M. H. Damme, directeur-
generaal der P.T.T., de gelukwenschen
in ontvangst tijdens de muzikale hulde
door de Postharmonie bij zijn zestigsten
verjaardag
De internationale luchtvaarttentoonstelling te Parijs. Een detail van de Nederlandscha
afdeeling op deze expositie
Naar toet Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
2)
i
Maar de verwondering van het meisje werd
tot verbazing, toen zij het adres las. Het
was een groote gele enveloppe, waarop net
jes en regelmatig haar naam was getypt:
Aan mejuffrouw G. Boroughbridge,
New Eton straat 348,
Londen.
en onder in den linkerhoek stond met kleine
zwarte lettertjes gedrukt:
Notariskantoor
Branton Son.
Wat ter wereld wilde een der bekendste
Londensche notariskantoren van haar heb
ben? Een vaag gevoel van onrust maakte
zich van het meisje meester en zeker zou ze
nog langer hebben geaarzeld met naar bin
nen te gaan, als de deur niet was geopend
Kom toch binnen, Gladys. Wat doe je
zoolang voor de deur? vroeg een oude dame,
half lachend, half verwijtend.
Dag lieve tante, schertste het meisje en
sloeg haar handen pardoes om de kleine ge
bogen gestalte.
Maar kind, je bent druipnat, weerde
tante Clare het nichtje af, nu werkelijk een
beetje boos. Je bent me er ook eentje, knor
de ze, eerst sta je een kwartier op de mat
en dan vergeet je nog je voeten te vegen, i
Kijk nu toch eens, wat je weer een modder
mee naar binnen brengt.
Wees maar niet boos op me, tante, ik
ben toch veel te blij om het me aan te
trekken.
Zoo en waarom ben je dan zoo bijzon
der verheugd? vroeg de tante, nu op haar
beurt verwonderd.
Omdat de gebreken van den ouderdom
zich bij u nog niet hebben aangediend.- Uw
gehoor is nog goed hoor, dat u me de trap
hebt hooren opkomen, plaagde Gladys.
Tante Clara lachte weer, ze kon onmoge
lijk lang kwaad blijven op haar oogappel en
zeker niet als haar een complimentje werd
gemaakt over haar flinkheid.
Terwijl Gladys in het nauwe gangetje
haar regenjas en hoedje aan den kapstok te
drogen hing, zag haar tante den brief, die
het meisje stijf in de hand hield gekneld.
Zoo, is er een brief voor mij?
Niet voor u, tante, maar voar mej. G.
Boroughbridge, New Eton straat 348, Londen,
las Gladys deftig voor. En n-u mag u raden
van wien hij komt, daagde ze de oude dame
vroolijk uit.
Maar inplaats van op de uitnoodiging in
te gaan, betrok het gelaat van tante Clare
en ze zei een beetje bits: Ga maar gauw mee
naar de huiskamer, dat kan niets goeds zijn,
dat zie ik zoo al.
Onwillekeurig moest Gladys glimlachen
om deze bezorgdheid, maar toen tante ern
stig bleef kijken, bekroop haar weer het on
rustig gevoel van daareven. Zwijgend volgde
ze tante naar de kamer.
Daar was het heel wat behagelijker dan op
de gang en heel wat beter van temperatuur
dan buiten. De huiskamer was maar klein en
vrij donker, daar zij uitzag op een binnen
plaats. De ramen hingen scheef en verveloos
in de kozijnen, de gordijnen er voor hadden
hun oorspronkelijke kleur lang verloren. Het
behang vertoonde menige kale plek. Wel
hadden de bewoonsters getracht deze zooveel
mogelijk te bedekken met een paar aardige
en smaakvolle platen, maar toch had op ver
schillende plaatsen het vocht kringen en
vlekken achtergelaten.
Op den vloer lag een kleed, dat betere da
gen had gekend. Ook hier was geprobeerd
door een slimme plaatsing van tafels en
stoelen de kaalheid te bedekken, maar ook
op het karpet was dit niet gelukt. In een
hoek stond de kleine theetafel, ongetwijfeld
het „kostbaarste" stuk van de heele inventa
ris, maar het servies had menig gebarsten
en gelijmd stuk.
In het midden van het vertrek stond een
ronde tafel waarop een rood pluchen kleed
lag. Een kleine ruiker voorjaarsbloemen
stond vriendelijk midden op te prijken en
gaf eigenlijk aan de heele kamer een feeste
lijk aanzien. Ondanks de betrekkelijke ar
moede was het in de kamer volstrekt niet
ongezellig. Integendeel er hing een sfeer van
tevredenheid en vriendelijkheid, van orde en
rust, die alleen innerlijk-beschaafde men-
schen aan hun kamers weten te geven.
Gladys draaide het electrisch licht op en
schoof de gordijnen toe. Nu viel het nog
sterker op, dat de welstand van de bewo
ners maar heel gering was en dat de meubels
en het behang waarlijk niet door een teveel
aan zonlicht waren verschoten. Nu was het
gemakkelijker de twee vrouwen, die onder
het lamplicht stonden, op te nemen. De oud
ste, tante Clare, was een vrouw, die den
middelbaren leeftijd reeds langer gepasseerd
scheen, dan tien jaren. Ze liep sterk voor
over gebogen en het haar was sneeuwwit.
De gestrengheid van den blik harer oogen
werd getemperd door de vriendelijke trekken
om den mond. Men kon haar de zorgen en
het verdriet aanzien; het leven was aan haar
niet voorbij gegaan, zonder zijn sporen op
haar gelaat achter te laten. Het kleine voor
hoofd was doorploegd van tallooze groote en
kleine rimpels, de wangen en de handen wa
ren dor en rimpelig. De oude vrouw droeg
een lange japon, waarvan de kleur niet ge
makkelijk meer viel vast te stellen, waar
schijnlijk was zij jaren geleden zwart ge
weest.
Welk een tegenstelling vormde Gladys
met haar tante!
Zoo frisch en ongerept als een nauwelijks
ontloken rozenknop was haar vriendelijk,
verstandig gezichtje. Twee fijne, diepzwarte
wenkbrauwen lagen om de donker blauwe
oogen, terwijl een weelde van krullend, zwart
haar het jonge gelaat omsloot. Het jonge
meisje was groot voor haar leeftijd, haar
gestalte was lenig en veerkrachtig, haar
handen onberispelijk van vorm. Kortom, zij
was een jonge schoonheid, maar toch een
voudig en zonder eenige zweem van ijdel-
heid gekleed. Wel herkende men in de snit
van haar kleedje, in de wijze waarop zij het
haar had opgemaakt, aanstonds de vrouw
van goeden smaak en aangeboren talent om
zich te kieeden, ook met geringe middelen.
Tante Clare zette met een flink gebaar
haar bril op en rekte zich tevergeefs uit om
het adres te lezen op de enveloppe, die haar
nichtje, nog altijd een beetje plagerig, tegen
het licht hield.
Kom, talm nu niet, lieve, vermaande zij
en deed dit op zoo ernstigen en dringenden
toon dat Gladys haar onrust voelde stijgen.
Het meisje legde den brief op tafel, zoodat
tante nu ook het gedrukte afzendersadres
kon lezen.
Zie je wel, zie je nu wel, ik heb wel ge
zegd, dat het niets goeds kon zijn, mompel
de de oude vrouw.
Maar hoe weet u dat dan toch? vroeg
Gladys, die ongedurig naar een voorwerp
zocht om den brief mee open te snijden.
Ik ken dien naam, kindje, ik ken dien
naam al zoo lang.
Maar ik kan me niet herinneren, ooit
een brief van dien notaris hier in huis ge
zien te hebben, wierp het meisje, steeds
meer verwonderd, tegen.
Ik ben ook al weer zoo veel ouder dan
jij, meisje, vóór jij kwam kijken is er heel
wat gebeurd.
Gladys gaf geenantwoord meer. maar
scheurde nu de enveloppe open. Er lag een
klein, éénmaal dubbel gevouwen briefje, met
het hoofd van het notariskantoor er boven
gedrukt, in den omslag.
Tante rekte zich weer uit, om maar vooral
gelijktijdig te kunnen meelezen. Maar dat
gelukte haar niet, want haar nichtje hield
den brief vlak bij haar mooie oogen. Na een
oogenblik gooide ze het papier op tafel, ter
wijl ze een beetje teleurgesteld uitriep: Nu
weet ik precies evenveel.
Met zenuwachtig-bevende handen pakte
tante Clare den brief op en las het volgende:
Londen, 29 April 19....
Mejuffrouw Gladys Boroghbridge,
48 New Eton straat, Londen
Geachte Mejuffrouw,
Hierdoor hebben wij de eer u beleefd te
verzoeken, zich a.s. Woensdag 30 Apr. zoo
mogelijk tusschen half twaalf en een uur,
te willen vervoegen op ons kantoor, 18 War
wick Lane, alhier, ter bespreking eener drin
gende en belangrijke aangelegenheid.
Wij zullen het op hoogen prijs stellen, in
dien u aan ons verzoek wilt voldoen en tee
kenen inmiddels met de meeste hoogachting,
Uw dwn. dn.,
Branton Son,
Notarissen.
Begrijpt u er iets van tante? vroeg het
meisje en er was eenige spanning in haar
stem.
Neen. niets, moest de oude vrouw, ken
nelijk tot haar spijt, bekennen.
Dus uw voorspelling, dat het slecht
nieuws zou zijn, gaat niet door?
Daar weet ik nog niets van. Ja, ik durf
eigenlij} wel volhouden, dat dit briefje je
niet veel goeds zal brengen.
Maar waarom toch, tante Clare?
Precies kan ik het je ook niet zeggen;
mijn vermoeden is maar zoo. j<
-Wordt Ywm*k±