Nederland nog een paradijs van rust". Haarlem's Kunstbezit. WOENSDAG 18 NOVEMBER 1935 TWEEDE KAMER. n Meening van de „Times" door Dr, Colijn gedeeld Algemeen begrootingsdebat afgeloopen. Spionnage door Heerlensche meisjes; Internationaal oplichter staat terecht. De Haagsche zedenzaak. J. H. DE BOIS. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886 Prins Bernhard vliegt met de K. L. M. Van Berlijn naar Twente Prof. Vening Meinesz gaat eeri nieuwen tocht maken. 3.790.000 steun aan den tuinbouw. Stroomlijn wint steeds meer veld. Getuigenis voor vrede. Ds O. H. Kers te» (SLGer.f^ DEN HAAG Dinsdas Repliekenmiddag. Dat wil zeggen, dat de Kamen al betreft het dan het algemeen be- grootingsdebat er zoo ongeveer uitziet als een troosteloos verlaten vlakte. De heer Ling beek (Herv. Ger.) wierp Mr. de Geer (c.h.) een citaat van Groen v. Prinste- rer omtrent het ongewenschte van samengaan met de Katholieken voor de voeten, waarna de Staatkundig Gereformeerde Ds. Kersten zich moeite gaf om aan Dr. Colijn duidelijk te maken, waarom deze in geval eener nieu we opdracht tot Ka binetsformatie eigenlijk ook Katho lieken, vrijzinnig-de mocraten en libera len hoorde uit te sluiten. Ir. Al bar da (s. d.) gaf te, kennen, dat z.i. tot veler teleur stelling het kabinet Colijn de aanpassings politiek niet zal ver laten. Verwezenlij king van het Plan van den Arbeid zou volgens hem geenszins credietinflatie veroorzaakt heb ben. Op politiek terrein komende, merkte de woordvoerder der s.d. fractie op, dat men de vorige week een paar voorzichtige liefdesver klaringen had gehoord. Daar was de uiting van toenadering tussehen Katholieken en anti revolutionairen, van wie intusschen de eersten zooveel, de laatsten zoo weinig mogelijk orde ning willen. Van een eenheidsfront met de communisten wilde Ir. Albarda niets weten en wat pogingen tot 'n eenheidsfront van rechts aangaat, kreeg Dr. Colijn, die zich meer staatsman dan de partij-man Schouten had betoond, een pluim pje. Ook in ander opzicht had de Premier van een ruimer standpunt blijk gegeven, n.l. door zijn toezegging tot nadere overweging met be trekking tot het z.g.n. ambtenarenverbod. Met dat al gispte spr. sommige volgens hem een zijdige handelingen der overheid, waaronder het voornemen om aan de vrijdenkers-organi satie „De Dageraad" geen zendtijd meer te geven. Mr. G o s e 1 i n g (R.K.) bleek dank zij Dr. Colijn's mededeelingen, dat hij bij de Memorie van Antwoord betreffende de Defensie-begroo ting zijn denkbeelden aangaande noodzake lijk te achten verbetering onzer weermacht ken baar zal maken en op grond hetgeen de Minis ter-President verder nog met betrekking tot 't defensie-vraagstuk had gezegd, tot op zekere hoogte tevreden gesteld. Maar de verkiezin gen hebben niets te maken met een zoo urgen te zaak als versterking van het personeel. De katholieken zijn bereid tijdig en nauwkeurig hun verantwoordelijkheid te bepalen t.a.v. de fensie-maatregelen ons door omstandigheden van buiten opgedrongen. Mede daarom hoopt hij, dat de Regeering nog eens gunstig zal wil len overwegen spoedig voorstellen in te dienen. Later kwam Dr. Bier erna (lib.), niet bevre digd door de verklaring-Colijn met een motie, waarin tenslotte bepaald verzocht wordt dat- geene waarop de R.K. fractie-leider aandrong, die eindigde met te verklaren, dat zijn groep aan het kabinet wel een „slotvertrouwenscre- d-iet wil geven. Dich de Regeering z.i. met be trekking tot het sociaal-economisch beleid nog steeds het elan, noodig om tot meer activiteit te prikkelen. Dr. B ie re ma (lib.) was blij met 't breede standpunt door Dr .Colijn t.o.v. mogelijke sa menwerking met vrijzinnigen ingenomen en had voorts met in stemming vernomen, dat groote werken zullen worden uitge voerd. Maar minder goed was hij te spre ken over het weder- instellen van crisis diensten bij de ge meenten, waartoe z.i. de opzet van het werk loosheids-subsidie fonds feitelijk zal leiden. Ook Mr. Joeker (v.d.) toonde zich in sommige opzichten tevreden over wat hij van de Regeeringstafel had vernomen; zoo b.v. de toezegging om nog eens te kijken of het toch niet mogelijk ware een betere regeling in de plaats van het huidige ambtenarenverbod in 't leven te roepen. Zoo eveneens wat de plan nen tot 't ondernemen van nieuwe openbare werken. Mocht de Minister van Financiën den ken aan invoering van een vrijgezellenbelas ting, dan zal hij tevens onder de oogen moe ten zien of het stelsel van kortingen voor de ongehuwde ambtenaren niet eenige wijziging- behoeft. Van de overige sprekers noteeren we, dat de revol. soc. Sneevliet beweerde, dat de Minister-President de deur had opengehou den voor de sociaal-democraten, die echter pas zullen binnenkomen, na zich in Oranje- hemd te hebben gehuld en dat Mr. Westerman (wild nation.) „Volk en Va derland" niet zoo erg vond als „De Tribune" De aanvoerder van de a.r. partij, de heer Schouten, achtte thans geen reden aan wezig om, gelijk de li beralen nu wilden met hun motie, een uit spraak door de Kamer te doen plaats vinden onver 't defensie-vraag stuk. De a. r. spreker hield vol, dat een sterk democratisch bewind geen sociaal-demo craat in zijn midden moet opnemen, en dat de inhoud der christelijke beginselen als grondslag van het staatkundig leven moet dienen. Na den hekken-sluiter v. Houten (Chr. dem), kregen we nog laat op den mid dag de dupliek van den Minister-President. Dr. C o 1 ij n gaf, naar aanleiding van wat hieromtrent Mr. Goseling en Mr. Westerman vragenderwijze hadden aangeroerd, te ken nen, dat hij meent voorloopig niet tot ver bod van bepaalde organisaties te moeten overgaan, al zal hij hieromtrent nog eens overleg plegen met Minister v. Schaik. De in zijn repliek door Mr. Westerman ge geven voorstelling van zaken alsof ten on zent het gepeupel de straat regeert, klopt niet bepaald met het oordeel van een veel bereisd Engelsch journalist, die na eenige Xï. Sneevliet (R.8.PJ J* Schouten (A.RJ maanden heel Europa doorkruist te hebben, ons land terecht een paradijs van rust en orde noemde. Met klem kwam de Prernier er tegen op, dat zijn kabinet t. a. v. de Defensie te weinig zou hebben aangepakt. Met de cijfers toont hij aan, hoe er thans vergeleken bij de be grooting van 1934 liefst 47 millioen (over de 40 pet.) aan werkelijke defensie-uitgaven zijn voorgesteld. Aan de motie-Bierema heeft spr. geen behoefte. De Regeering wil haar voor stellen tijdig kenbaar maken en ze ook zoo spoedig mogelijk aan de Kamer voorleggen, maar dat zal toch niet eerder dan vlak voor den stembus-strijd kunnen zijn. Natuurlijk kunnen de kiezers niet alleen daarover uit spraak doen. doch zij zullen mede hierom trent hun meening tot uiting kunnen brengen Nadat Minister Oud gerepliceerd had, die daarbij o.m. nog de kwestie van de crisis diensten bij de gemeenten verdedigde en de hoop uitsprak, dat we van de waardevermin dering van den gulden „slechts gulden vruch ten zullen plukken", trok Dr. Bierema z'n motie „voorloopig" terug teneinde een on zuivere stemming te voorkomen. Hierop ging Hoofdstuk I er z.h.st. door. AVONDVERGADERING. Binnenlandsche Zaken. De heer Duymaer van Twist (a.-r.) opende met een pleidooi voor strenge hand having van de Zondagsrust, voor verlaging van scheepvaartrechten en 't maken eener steunregeling voor schippers de rij der 17 sprekers. Sprekende over noodzakelijk ge bleken verscherping van het toezicht op de geldmiddelen van den bijzonderen Vrij- willigen Landstorm, betoogde deze land storm-specialist dat de Nationale Land stormcommissie niets geweten had van de malversaties in Zee land. ■De heer Stein- m e t z (r.-k.) had be zwaren tegen de uniformiteit, die met be hulp van art. 125 der Ambtenarenwet, t.a.v. gemeentelijke salaris- en loonregelingen wordt betracht. De heer Krol (c.-h.), die ten zeerste ver langt naar een nieuwe Zondagswet, vroeg wat meer financieele bewegingsvrijheid voor de plattelandsgemeentebesturen en zoo noo dig hulp door kasgeldleeningen Na den heer Schaepman (r.-k.), die het had over de noodzakelijkheid en 't nut van den luchtbeschermingsdienst en een be toog van den heer Kooiman (v.-d.), hier op neerkomende, dat het heusch niet alleen aan den Minister ligt, als er zoo veelvuldig bij de gemeenten moet worden ingegrepen, klaagde Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) over ten achterstelling der Gereformeerden bij burgemeestersbenoemingen, terwijl ook deze spreker met de naleving van de Zondagsrust niet tevreden was. De heer v. d. Bilt (r.-k.) kondigde aan,' dat op zijn medewerking en evenmin op L. F. Duymaer van Twi*» (A.R.) die zijner vrienden voor den aankoop van het nieuwe te Haarlem gehuurde pand dat bestemd is als ambtswoning van den Com missaris der Koningin, niet licht te rekenen valt. Hij ried den Minister aan eens te lezen, wat er in de pers over deze zaak geschreven is Mr. de Wilde weet dus vast, wat hem t.a.v deze aangelegenheid te wachten staat als hij straks gelijk hij in de Memorie van Antwoord kenbaar maakte te zullen doen bij een voorstel tot wijziging van Hoofdstuk V der Rijksbegrooting voor 1936 gelden voor bedoelden aankoop zal aanvragen. De heer Zadelhoff (s-d.) haalde eenige staaltjes van fascistische verschijnselen aan, die zich hier en daar in burgerwachtkringen nog wel eens geopenbaard zouden hebben en gaf te kennen in 't algemeen niet zeer ge rust te zijn met betrekking tot het karakter van het instituut der burgerwachten. Daarna kreeg de Bijzondere Vrijwillie Landstorm een beurt, al staat deze insteling bij de soc.-de mocraten, wel in iets minder kwade reuk De heer D r e e s (s.-d meende, dat het gelukkig zou wezen als eindelijk 't oude poli tieke kluifje van de Zondagswet van den parlementairen disch zou kunnen verdwij nen. De heer ter Laan (S.D.) klaagde erover, dat er te veel gewerkt wordt met „arbeids contractanten" over de 10.000, waarvan alleen reeds 4000 bij de P.T.T. om aldus goedkoop te komen aan personeel, dat eigen lijk de functies van ambtenaren moest beklee- den. Mr. Wendelaar (lib.) haalde nog eens de rood-wit-blauwe vlag voor den dag. Of juister nog, hij drong er vooral op aan. dat de Regeering eindelijk 'n beslissing zal nemen, waardoor officieel d e kleuren der Nederland- sche vlag zullen komen vast te staan. Het ware toch wel gelukkiger geweest, als op dit punt zekerheid ware verkregen vóór de ko mende nationale feesten. Verder zou het ge wenscht zijn te verbieden de nationale vlag als reclame-object te misbruiken. Overigens meende spr. dat politieke gebaren bij wijze van partij-demonstraties achterwege hooren te blijven ter gelegenheid van nationale fees ten of huldigingen van het Koninklijk Huis. Dr. Vos (lib.) betoogde tegenover den heer v. Zadelhoff, dat zoowel de Burgerwachten als de Bijzondere Vrijwillige Landstorm vol komen betrouwbare instituten voor het wettig gezag zijn en dat er toch waarlijk niets tegen te zeggen valt, dat meer-gegoeden in belang rijke mate deze instellingen financieel steunen. Het beleid van den Minister i.z. het krach tig optreden tegen financieel onverantwoor delijk handelende gemeenten, juichte spr. toe. Alleen vraagt de heer Vos zich af. of de vorm waarin het toezicht van den Haag plaats vindt, misschien niet eenige verandering zou kunnen ondergaan, b.v. door de instelling van een adviseerende commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van Gedeputeerden, groo te, middel-groote en kleinere gemeenten. De heer Drop (s.d.) klaagde over de hooge lasten, die op de binnenscheepvaart rusten. Nog 'n enkele spreker en dan verdaagde, ver na middernacht, als van het gezelschap spreeklustigen nog lang niet alle gegadigden aan de beurt zijn geweest, de President dezer bijeenkomst, dé heer v. Dijk (a.r.), het debat over Hoofdstuk V tot Donderdagavond. E. v. R. PROF. DR. L. BROEKEMA OVERLEDEN. De winner van de Wilhelmina-tarwe. Te Wageningen is Dinsdagavond na een langdurig ziekbed op bijna 86-jarigen leeftijd overleden prof. dr. Luitje Broekema, oud-hoog leeraar aan de landbouwhoogesohool aldaar. De overledene bewoog zich in hoofdzaak op het gebied van veredeling van landbouwge wassen. Het meest bekende resultaat hiervan is het winnen van een'uitstekende nieuwe tarwevarieteit, de bekende Wilhelmina-tarwe, welke thans algemeen in ons land wordt ge bruikt. Twee jongedames op het vliegveld te Aken gearresteerd. Op het vliegveld te Aken zouden eenige dagen geleden, volgens de Tel. de twee jonge dames D. en L. uit Heerlen zijn gearresteerd, die er van verdacht zouden worden, zich aan spionnage te hebben schuldig gemaakt. Het tweetal zou ten laste worden gelegd aan een agent van den Belgischen veiligheids dienst, mededeelingen te hebben verstrekt aangaande het aantal militaire troepen, dat o.a. te Düren, Jülich en Aken is ondergebracht en waarover een paar dagen geleden mede deelingen werden gedaan in de Belgische pers. Twee jaar tegen hem geëischt. De 46-jarige Duitsche monteur O. L. A. L„ die als internationaal oplichter staat gesig naleerd, en als zoodanig in verschillende lan den met de gevangenis kennis maakte, stond Dinsdag voor de Haagsche rechtbank terecht, omdat 'hij in de maanden Augustus en Sep tember van dit jaar, wederom verschillende personen, onder allerlei bedriegelijke mede deelingen, geldsbedragen, varieerend tussehen f 40 en f 300, afhandig heeft gemaakt. Hij deed zich daarbij voor als vertegenwoordiger van groote fabrieken in Duitschland, voor welke hij ons land per auto bereisde. Het O.M. eischte tegen verdachte twee jaar gevangenisstraf. „IBIS" ZAL EEN KERSTVLUCHT NAAR INDIë MAKEN. De nieuwe Douglas D. C. 3, de „Ibis", zal in den gewonen dienst een Kerstvlucht naar Indië maken. Nadere inlichtingen van den minister van Justitie gevraagd. De commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over de begrooting van Justitie 1937 vestigt er in het verslag over deze begrooting de aandacht op, dat in het voorloopig verslag bij de bespreking van de z.g. Haagsche zeden zaak een opmerking is gemaakt en een vraag is gesteld, waarop de minister niet is ingegaan. De opmerking betreft de volgende zinsnede: „deze leden meenden te weten, dat de geheele aanklacht steunde op de verklaringen van één minderjarigen getuige, op wiens betrouwbaar heid zeer veel, zoo niet alles, af te dingen valt. Hoewel daaraan niet de vorm van een uitdruk kelijke vraag gegeven is, was het ongetwijfeld de bedoeling van de leden, die deze opmerking maakten, van den minister te vernemen, of deze voorstelling van zaken juist is. De vraag, waarop geen antwoord is gegeven, is die, „of de minister heeft overwogen om eerst een onderzoek te doen instellen naar de betrouwbaarheid van den getuige, op wiens verklaringen de aanklacht., rustte." De commissie van rapporteurs meent, dat een goéde basis voor de openbare behandeling van deze zaak ontbreekt, zoolang feitelijke mededeelingen daaromtrent vanwege de re geering ontbreken. Cornelis van Haarlem en Van Mander's Schilderboek. Carel van Mander verlaat ons nog niet. Zijn Schilderboek is nu dezer dagen, in de heden- daagsche Nederlandsche taal overgebracht, bij de Wereldbibliotheek verschenen en is tot een kostelijk plaatwerk, met ver over de tweehonderd mooie reproducties, uitgedijd. De bewerkers, de heer-en A. F. Mirande en prof. Overdiep zagen hun arbeid door de uitgevers in een waardig kleed gestoken en de kunst minnende Nederlander kan zich nu, zonder de moeilijkheden van het oud-Nederlandsch en bovendien van de betrekkelijke zeldzaam heid der vroegere edities, vermeien in de anec- dotische schildersportretten, die Van Mander van zijn tijdgenooten en groote voorgangers neerschreef. Dat zijn werk die belangstelling meer dan waard is werd in de laatste vijftig jaar ook in het buitenland ingezien. In die periode werd een Fransche vertaling door prof. Henri Hymans en een Duitsche door dr. Hans Floerke in het licht gezonden. Welis waar werd in het midden der achttiende eeuw (1764) Van Mander's boek nog eens in Am sterdam herdrukt en bij Van Esveldt uitgege ven. maar ook die uitgaaf leest niet vlot en is bovendien ook al tamelijk zeldzaam. Bo vendien maken de moderne reproductiemid- -delen thans een illustratie mogelijk, waa.r- aan men vroeger niet denken kon, zoodat bij voorbeeld in deze Wereldbibliotheek-uit gaaf talloos vele schilderijen waarover Van Mander in 1618 sprak, bij den tekst konden afgebeeld worden. Alle kunstcritische wetenschappelijke puzzles die zich de laatste halve eeuw op dit terrrein hebben voorgedaan, zijn in deze bewerking voorzichtig buiten beschouwing gelaten opdat de lezer niet vermoeid en daar door in zijn genoegen gestoord zou worden, wat ons zeer juist lijkt, waar, zoovele puzzles, als het Jan Hubert van Eyk-probleem, wel al tijd in den puzzle-staat zullen blijven ver- keeren. Niet anders is 't met de quaestie, wie het leven van Karei van Mander zelf beschre ven heeft, waarmee zijn boek opent. Sinds Dr. H. E. Greve den dichter Bredero als den auteur had aangewezen, werd dit vrij alge meen aanvaard doch de heeren Mirande en Overdiep wenschen zich vrij te houden en Ka- rel's biograaf voorloopig als onbekend te blij ven beschouwen. Bijkomstigheden, interessant voor specia listen en die het genot door het boek verschaft onaangeroerd laten. Wij laten er al dadelijk onze lezers van meeprofite-eren door Van Man der het woord te geven over zijn vriend Cor nelis van Haarlem, van wien wij voor deze week een plaatje op ons program hadden. Zij krijgen dan tevens een indruk van Van Mander's verhaaltrant, zooals die in de nieuwe bewerking is overgebracht. „Er bestaat een algemeene volkswijsheid of spreekwoord dat de een zijn dood de ander zijn brood is, of dat een ongeluk nog wel eens van eenig geluk vergezeld kan gaan voor iemand, zooals de Hemel mededoogen en be wogenheid aan den dag legt voor de mensche- lijke ellende. Ten tijde dat de oude, aanzien- 1 lijke stad Haarlem de heele wereld verbaasd deed staan en een ieder over haar sprak, ter wijl zij 31 weken lang door het groote, gruwe lijke Spaansche geweld belegerd, met zwak ke wallen maar manmoedig en krachtdadig weerstand heeft geboden, toen wilde het ge luk, of het was kort daarna, dat een groot prachtig huis op het Spaarne ter bewaring en bewoning werd toevertrouwd aan Pieter Schil der, te weten: Pieter, den zoon van Langen Pier van Amsterdam, die hierdoor het wek kende voorbeeld en de eerste leermeester werd van Cornelis Cornelisz, geboren te Haarlem in 1562, wiens ouders om den krijg te ontwijken, zich elders ophielden. Het was dus in 1572 en '73 dat Cornelis op nog zeer jeugdigen leeftijd zich geheel aan de schilderkunst overgaf door dien hij in huis datgene zag beoefenen waar toe de natuur hem voorbeschikt had." „Toen hij 17 jaar en een goed schilder was, is hij naar Rouan in Frankrijk gegaan, doch de pest was oorzaak dat hij daar niet lang bleef, maar naar het om zijn schilders be roemde Antwerpen vertrok, waar hij bij eenige van de beste meesters moeite deed en na Frans Pourbus aangezocht te hebben is hij gekomen bij Gillis Coignet, bij welken mees ter hij zich een jaar lang heeft toegelegd op een „zoeter en vloeiender manier" van schil deren, zooals ik aan een doek heb gezien dat hij ten huize van Coignet of kort na zijn ver trek vandaar had gemaakt en waarop eenige goed gedane lieftallige vrouwtjes voorkwa men waarvan de kleuren op zoetvloeiende wij ze in elkaar overgaan en verwerkt zijn." Op deze gemoedelijke wijze vertelt Van Mander en brengt al wat hij weet, aan den man. Het mag dan misschien een beetje wijd- loopig zijn, dat is bij hem niet zoo hinderlijk daar het een symptoom van zijn tijd is als bij moderne scribenten, bij wie men proe ven kan dat zij per regel betaald worden. En in ieder geval blijft hij de bron waaruit vol gende generaties konden putten en aanlei ding vinden tot verder onderzoek. Met dat al hebben wij tot nu toe nog niets over de Haarlemsche Schilderijen van Cor nelis Corneliszoon te berde gebracht. In het Frans Halsmuseum zijn er een elftal zoodat men zich hier over Cornelis' groei en beteeke- nis uitnemend op de hoogte stellen kan. Een paar der belangrijkste hangen hier als bruik leen van den Nederlandsehen Staat, andere waren voor de stad Haarlem geschilderd of wer den in later jaren aan de gemeente geschon ken. Zoo is de Adam e,n Eva, hierbij afge beeld in 1863 als geschenk van Jhr. Quarles van Ufford aanvaard. Het doek is 1620 geda teerd en behoort dus tot Cornelis' laatste pe riode. De schildering der naakte figuren is orachtig transparant van kleur, hun houding los en bevallig van teekening; dat de slang hier een menschelijke gedaante verkregen heeft en alleen een staartpunt nog met het bijbelverhaal ac coord gaat, lijkt vreem der dan het is, daar zulke vrijheden vaker In de kunst voorkomen. Zoo is ook een voor stelling van de Schep ping van Eva uit Adam's rib, in een landschap waar vele paren genoegelijk rond wandelen eenigszins afwijkend van de voor stelling die wij ons van de eenzaamheid in het paradijs plach ten te maken, evenwel geen zeldzaamheid. Om tot ons schilderij van heden terug te keeren: men vindt er een ongedwongenheid ;n natuurlijkheid van •ompositie in die er ins aan herinnert dat lornelis een der eer den was, die de door /an Mander uit Zuid- federland meegebrach e theorieën over een ranker en reëeler na tuurverbeelding, aan- ïing. Een volgend naai zullen wij mis- ohien ook Cornelis' mdere werken uit ns Museum nog eens ader beschouwen. 18 November: De mazelen-epidemie te Scheveningen is toenemend en wordt zeer hevig. Dit blijkt reeds op de huizen, waaraan vol gens de wet het heerschen dier be smettelijke ziekte wordt kenbaar ge maakt, maar daaruit zou men evenwel de groote uitgebreidheid der ziekte niet leeren kennen. In tal van gezinnen op geheele erven en hofjes, waar de ziekte heerscht, wordt het inroepen van ge neeskundige hulp nagelaten. Dit werkt de besmetting zeer in de hand, aangezien de scholen bevolkt blijven door kinderen bij wie thuis de mazelen heerschen. Een particuliere school is tot 3 Ja nuari gesloten, aangezien de meeste kinderen dier school óf door mazelen zijn aangetast óf tot gezinnen behooren waar zij zijn. Prinses Juliana ter verwelkoming op het vliegveld. Men schrijft ons: Prins Bernhard is Dins dagmiddag van Berlijn naar ons land gevlo gen. Op verzoek van den Prins zette gezag voerder Te Roller de Douglas D.C. 2 „Sperwer" op het vliegveld Twente neer, vanwaar de reis per auto naar 't Loo verder ging. De Prins was vergezeld door zijn secretaris jhr. mr. Röell, terwijl zich verder nog zeven passagiers in het toestel bevonden. Helaas heeft de Prins op den belangwekkenden luchtweg tussehen de Duitsche hoofdstad en Oostelijk Nederland weinig kunnen genieten van het fraaie land schap. daar het zeer mistig was en de wolken laag hingen. De kennismaking van zoo nabij met de Ne derlandsche luchtvaart is Prins Bernhard evenwel zeer goed bekomen, waarvan hij dan ook in hartelijke bewoordingen aan gezag voerder Te Roller getuigde, toen de „Sperwer" op Twente was neergestreken. Prinses Juliana was op het vliegveld aanwe zig toen het toestel om 3.45 uur uit de rich ting Berlijn binnenkwam. De Prinses werd vergezeld door de moeder van den Prins, Prin ses Armgard, door den burgemeester van En schedé, den heer Rückert en zijn echtgenoote en generaal D. Q. C. F. de Jonge van der Halen. Het Prinselijke paar heeft zich zonder lan ger op het vliegveld Twente te verwijlen per auto naar 't Loo begeven. Prof, dr. F. A. Vening Meinesz, die van zich heeft doen spreken door zijn reis met de K 18, zal binnenkort een nieuwen tocht maken, welke eveneens gewijd zal zijn aan het zee-onderzoek. De tocht zal duren van 11 Januari tot 17 Maart e.k. en worden gemaakt aan boord van H.M.'s O 16. Het „terrein" van prof. Vening Meinesz' on derzoekingen zal zijn de Atlantische Oceaan. In de staatscourant van Dinsdag is opge nomen de „Crisis-steunbeschikking 1936" (fruit en warmoezerijgewassen X). Blijkens deze beschikking zal uit het land bouwcrisisfonds aan hen, die als teler van gewassen van den tuinbouw zijn aangesloten bij de Nederlandsche Groenten- en Fruitcen- trale, steun verleend worden tot een totaal bedrag van ten hoogste f 3.790.000. Deze steun betreft druiven, frambozen, andijvie, augurken, bloemkolo, pronk- en snij- boonen, spekboonen, doperwten, kaskomkom- mers, platglaskomkommers, gele-, roode-, spits- en witte kool, meloenen, peulen, prei, radijs, sla en tomaten. Spoorwegen laten locomotieven verbouwen. De Spoorwegen laten thans zes sneltrein- locomotieven tot stroomlijnlocomotieven om bouwen en als ook de proef met deze zes machines er is reeds één stroomlij nloco- motief slaagt, zullen alle sneltreinlocomo tieven in stroomlijn worden omgebouwd. Vergadering van vrouwen te Amsterdam. De samenwerkende Nederlandsche vrouwen- vredesvereenigingen hebben Dinsdagavond in Bellevue" te Amsterdam een vergadering ge houden, welke gewijd is geweest aan een het inzicht verhelderende bespreking van het in ternationale vredescongres, dat van 36 Sep tember 1.1. te Brussel is gehouden. De vergadering werd geleid door mejuffrouw Selma Meyer, die in haar inleidend woord deed uitkomen, dat het, nu zich in de inter nationale politiek symptomen voordoen, welke een bedreiging van den vrede in zich houden, meer dan ooit noodzakelijk is, alle krachten in te spannen voor de bereiking van het ideaal: den oorlog internationaal voor altijd uit te bannen. Ook de Nederlandsche vrouwen hebben zoo zeide spreekster in dit op zicht een taak te vervullen en de wijze, waar op deze taak dient te worden opgevat, kan het beste tot uiting worden gebracht door een ■nadere beschouwing van de besprekingen, welke tijdens het Brusselsche congres zijn ge houden. In aansluiting op deze inleiding gaven hier na, ieder over een onderdeel van het congres, o.m. mevrouw C. RamondtHirschmann, me vrouw L. TillemaHeynen en mejuffrouw M. H. Peteri haar indrukken weer, indrukken, die er in belangrijke mate toe hebben bijgedragen, dat voor de aanwezigen de beteekenis van dit congres als een indrukwekkende demonstratie van het diep verlangen naar vrede in velerlei opzicht duidelijk is geworden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2