Nederland nog een paradijs van rust".
Haarlem's Kunstbezit.
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1935
TWEEDE KAMER.
n
Meening van de „Times" door Dr, Colijn gedeeld
Algemeen begrootingsdebat
afgeloopen.
Spionnage door Heerlensche
meisjes;
Internationaal oplichter staat
terecht.
De Haagsche zedenzaak.
J. H. DE BOIS.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886
Prins Bernhard vliegt met de
K. L. M.
Van Berlijn naar Twente
Prof. Vening Meinesz gaat eeri
nieuwen tocht maken.
3.790.000 steun aan den
tuinbouw.
Stroomlijn wint steeds meer
veld.
Getuigenis voor vrede.
Ds O. H. Kers te»
(SLGer.f^
DEN HAAG Dinsdas
Repliekenmiddag. Dat wil zeggen, dat de
Kamen al betreft het dan het algemeen be-
grootingsdebat er zoo ongeveer uitziet als een
troosteloos verlaten vlakte.
De heer Ling beek (Herv. Ger.) wierp Mr.
de Geer (c.h.) een citaat van Groen v. Prinste-
rer omtrent het ongewenschte van samengaan
met de Katholieken voor de voeten, waarna
de Staatkundig Gereformeerde Ds. Kersten
zich moeite gaf om aan Dr. Colijn duidelijk te
maken, waarom deze
in geval eener nieu
we opdracht tot Ka
binetsformatie
eigenlijk ook Katho
lieken, vrijzinnig-de
mocraten en libera
len hoorde uit te
sluiten.
Ir. Al bar da (s.
d.) gaf te, kennen, dat
z.i. tot veler teleur
stelling het kabinet
Colijn de aanpassings
politiek niet zal ver
laten. Verwezenlij
king van het Plan van den Arbeid zou volgens
hem geenszins credietinflatie veroorzaakt heb
ben. Op politiek terrein komende, merkte de
woordvoerder der s.d. fractie op, dat men de
vorige week een paar voorzichtige liefdesver
klaringen had gehoord. Daar was de uiting
van toenadering tussehen Katholieken en anti
revolutionairen, van wie intusschen de eersten
zooveel, de laatsten zoo weinig mogelijk orde
ning willen.
Van een eenheidsfront met de communisten
wilde Ir. Albarda niets weten en wat pogingen
tot 'n eenheidsfront van rechts aangaat, kreeg
Dr. Colijn, die zich meer staatsman dan de
partij-man Schouten had betoond, een pluim
pje. Ook in ander opzicht had de Premier van
een ruimer standpunt blijk gegeven, n.l. door
zijn toezegging tot nadere overweging met be
trekking tot het z.g.n. ambtenarenverbod. Met
dat al gispte spr. sommige volgens hem een
zijdige handelingen der overheid, waaronder
het voornemen om aan de vrijdenkers-organi
satie „De Dageraad" geen zendtijd meer te
geven.
Mr. G o s e 1 i n g (R.K.) bleek dank zij Dr.
Colijn's mededeelingen, dat hij bij de Memorie
van Antwoord betreffende de Defensie-begroo
ting zijn denkbeelden aangaande noodzake
lijk te achten verbetering onzer weermacht ken
baar zal maken en op grond hetgeen de Minis
ter-President verder nog met betrekking tot 't
defensie-vraagstuk had gezegd, tot op zekere
hoogte tevreden gesteld. Maar de verkiezin
gen hebben niets te maken met een zoo urgen
te zaak als versterking van het personeel. De
katholieken zijn bereid tijdig en nauwkeurig
hun verantwoordelijkheid te bepalen t.a.v. de
fensie-maatregelen ons door omstandigheden
van buiten opgedrongen. Mede daarom hoopt
hij, dat de Regeering nog eens gunstig zal wil
len overwegen spoedig voorstellen in te dienen.
Later kwam Dr. Bier erna (lib.), niet bevre
digd door de verklaring-Colijn met een motie,
waarin tenslotte bepaald verzocht wordt dat-
geene waarop de R.K. fractie-leider aandrong,
die eindigde met te verklaren, dat zijn groep
aan het kabinet wel een „slotvertrouwenscre-
d-iet wil geven. Dich de Regeering z.i. met be
trekking tot het sociaal-economisch beleid nog
steeds het elan, noodig om tot meer activiteit
te prikkelen.
Dr. B ie re ma (lib.) was blij met 't breede
standpunt door Dr .Colijn t.o.v. mogelijke sa
menwerking met vrijzinnigen ingenomen en
had voorts met in
stemming vernomen,
dat groote werken
zullen worden uitge
voerd. Maar minder
goed was hij te spre
ken over het weder-
instellen van crisis
diensten bij de ge
meenten, waartoe z.i.
de opzet van het werk
loosheids-subsidie
fonds feitelijk zal
leiden.
Ook Mr. Joeker
(v.d.) toonde zich in
sommige opzichten tevreden over wat hij van
de Regeeringstafel had vernomen; zoo b.v. de
toezegging om nog eens te kijken of het toch
niet mogelijk ware een betere regeling in de
plaats van het huidige ambtenarenverbod in
't leven te roepen. Zoo eveneens wat de plan
nen tot 't ondernemen van nieuwe openbare
werken. Mocht de Minister van Financiën den
ken aan invoering van een vrijgezellenbelas
ting, dan zal hij tevens onder de oogen moe
ten zien of het stelsel van kortingen voor de
ongehuwde ambtenaren niet eenige wijziging-
behoeft.
Van de overige sprekers noteeren we, dat
de revol. soc. Sneevliet beweerde, dat de
Minister-President de deur had opengehou
den voor de sociaal-democraten, die echter
pas zullen binnenkomen, na zich in Oranje-
hemd te hebben gehuld en dat Mr.
Westerman (wild nation.) „Volk en Va
derland" niet zoo erg vond als „De Tribune"
De aanvoerder van
de a.r. partij, de heer
Schouten, achtte
thans geen reden aan
wezig om, gelijk de li
beralen nu wilden met
hun motie, een uit
spraak door de Kamer
te doen plaats vinden
onver 't defensie-vraag
stuk. De a. r. spreker
hield vol, dat een sterk
democratisch bewind
geen sociaal-demo
craat in zijn midden
moet opnemen, en dat
de inhoud der christelijke beginselen als
grondslag van het staatkundig leven moet
dienen. Na den hekken-sluiter v. Houten
(Chr. dem), kregen we nog laat op den mid
dag de dupliek van den Minister-President.
Dr. C o 1 ij n gaf, naar aanleiding van wat
hieromtrent Mr. Goseling en Mr. Westerman
vragenderwijze hadden aangeroerd, te ken
nen, dat hij meent voorloopig niet tot ver
bod van bepaalde organisaties te moeten
overgaan, al zal hij hieromtrent nog eens
overleg plegen met Minister v. Schaik.
De in zijn repliek door Mr. Westerman ge
geven voorstelling van zaken alsof ten on
zent het gepeupel de straat regeert, klopt
niet bepaald met het oordeel van een veel
bereisd Engelsch journalist, die na eenige
Xï. Sneevliet (R.8.PJ
J* Schouten (A.RJ
maanden heel Europa doorkruist te hebben,
ons land terecht een paradijs van rust
en orde noemde.
Met klem kwam de Prernier er tegen op,
dat zijn kabinet t. a. v. de Defensie te weinig
zou hebben aangepakt. Met de cijfers toont
hij aan, hoe er thans vergeleken bij de be
grooting van 1934 liefst 47 millioen (over de
40 pet.) aan werkelijke defensie-uitgaven zijn
voorgesteld. Aan de motie-Bierema heeft spr.
geen behoefte. De Regeering wil haar voor
stellen tijdig kenbaar maken en ze ook zoo
spoedig mogelijk aan de Kamer voorleggen,
maar dat zal toch niet eerder dan vlak voor
den stembus-strijd kunnen zijn. Natuurlijk
kunnen de kiezers niet alleen daarover uit
spraak doen. doch zij zullen mede hierom
trent hun meening tot uiting kunnen brengen
Nadat Minister Oud gerepliceerd had, die
daarbij o.m. nog de kwestie van de crisis
diensten bij de gemeenten verdedigde en de
hoop uitsprak, dat we van de waardevermin
dering van den gulden „slechts gulden vruch
ten zullen plukken", trok Dr. Bierema z'n
motie „voorloopig" terug teneinde een on
zuivere stemming te voorkomen. Hierop ging
Hoofdstuk I er z.h.st. door.
AVONDVERGADERING.
Binnenlandsche Zaken.
De heer Duymaer van Twist (a.-r.)
opende met een pleidooi voor strenge hand
having van de Zondagsrust, voor verlaging
van scheepvaartrechten en 't maken eener
steunregeling voor schippers de rij der 17
sprekers. Sprekende
over noodzakelijk ge
bleken verscherping
van het toezicht op
de geldmiddelen van
den bijzonderen Vrij-
willigen Landstorm,
betoogde deze land
storm-specialist dat
de Nationale Land
stormcommissie niets
geweten had van de
malversaties in Zee
land.
■De heer Stein-
m e t z (r.-k.) had be
zwaren tegen de uniformiteit, die met be
hulp van art. 125 der Ambtenarenwet, t.a.v.
gemeentelijke salaris- en loonregelingen
wordt betracht.
De heer Krol (c.-h.), die ten zeerste ver
langt naar een nieuwe Zondagswet, vroeg
wat meer financieele bewegingsvrijheid voor
de plattelandsgemeentebesturen en zoo noo
dig hulp door kasgeldleeningen
Na den heer Schaepman (r.-k.), die
het had over de noodzakelijkheid en 't nut
van den luchtbeschermingsdienst en een be
toog van den heer Kooiman (v.-d.), hier
op neerkomende, dat het heusch niet alleen
aan den Minister ligt, als er zoo veelvuldig
bij de gemeenten moet worden ingegrepen,
klaagde Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) over
ten achterstelling der Gereformeerden bij
burgemeestersbenoemingen, terwijl ook deze
spreker met de naleving van de Zondagsrust
niet tevreden was.
De heer v. d. Bilt (r.-k.) kondigde aan,'
dat op zijn medewerking en evenmin op
L. F. Duymaer van Twi*»
(A.R.)
die zijner vrienden voor den aankoop van
het nieuwe te Haarlem gehuurde pand dat
bestemd is als ambtswoning van den Com
missaris der Koningin, niet licht te rekenen
valt. Hij ried den Minister aan eens te lezen,
wat er in de pers over deze zaak geschreven
is Mr. de Wilde weet dus vast, wat hem t.a.v
deze aangelegenheid te wachten staat als
hij straks gelijk hij in de Memorie van
Antwoord kenbaar maakte te zullen doen
bij een voorstel tot wijziging van Hoofdstuk
V der Rijksbegrooting voor 1936 gelden voor
bedoelden aankoop zal aanvragen.
De heer Zadelhoff (s-d.) haalde eenige
staaltjes van fascistische verschijnselen aan,
die zich hier en daar in burgerwachtkringen
nog wel eens geopenbaard zouden hebben en
gaf te kennen in 't algemeen niet zeer ge
rust te zijn met betrekking tot het karakter
van het instituut der burgerwachten. Daarna
kreeg de Bijzondere Vrijwillie Landstorm een
beurt, al staat deze insteling bij de soc.-de
mocraten, wel in iets minder kwade reuk
De heer D r e e s (s.-d meende, dat het
gelukkig zou wezen als eindelijk 't oude poli
tieke kluifje van de Zondagswet van den
parlementairen disch zou kunnen verdwij
nen.
De heer ter Laan (S.D.) klaagde erover,
dat er te veel gewerkt wordt met „arbeids
contractanten" over de 10.000, waarvan
alleen reeds 4000 bij de P.T.T. om aldus
goedkoop te komen aan personeel, dat eigen
lijk de functies van ambtenaren moest beklee-
den.
Mr. Wendelaar (lib.) haalde nog eens
de rood-wit-blauwe vlag voor den dag. Of
juister nog, hij drong er vooral op aan. dat
de Regeering eindelijk 'n beslissing zal nemen,
waardoor officieel d e kleuren der Nederland-
sche vlag zullen komen vast te staan. Het
ware toch wel gelukkiger geweest, als op dit
punt zekerheid ware verkregen vóór de ko
mende nationale feesten. Verder zou het ge
wenscht zijn te verbieden de nationale vlag
als reclame-object te misbruiken. Overigens
meende spr. dat politieke gebaren bij wijze
van partij-demonstraties achterwege hooren
te blijven ter gelegenheid van nationale fees
ten of huldigingen van het Koninklijk Huis.
Dr. Vos (lib.) betoogde tegenover den heer
v. Zadelhoff, dat zoowel de Burgerwachten
als de Bijzondere Vrijwillige Landstorm vol
komen betrouwbare instituten voor het wettig
gezag zijn en dat er toch waarlijk niets tegen
te zeggen valt, dat meer-gegoeden in belang
rijke mate deze instellingen financieel steunen.
Het beleid van den Minister i.z. het krach
tig optreden tegen financieel onverantwoor
delijk handelende gemeenten, juichte spr. toe.
Alleen vraagt de heer Vos zich af. of de vorm
waarin het toezicht van den Haag plaats
vindt, misschien niet eenige verandering zou
kunnen ondergaan, b.v. door de instelling
van een adviseerende commissie, bestaande uit
vertegenwoordigers van Gedeputeerden, groo
te, middel-groote en kleinere gemeenten.
De heer Drop (s.d.) klaagde over de hooge
lasten, die op de binnenscheepvaart rusten.
Nog 'n enkele spreker en dan verdaagde, ver
na middernacht, als van het gezelschap
spreeklustigen nog lang niet alle gegadigden
aan de beurt zijn geweest, de President dezer
bijeenkomst, dé heer v. Dijk (a.r.), het debat
over Hoofdstuk V tot Donderdagavond.
E. v. R.
PROF. DR. L. BROEKEMA OVERLEDEN.
De winner van de Wilhelmina-tarwe.
Te Wageningen is Dinsdagavond na een
langdurig ziekbed op bijna 86-jarigen leeftijd
overleden prof. dr. Luitje Broekema, oud-hoog
leeraar aan de landbouwhoogesohool aldaar.
De overledene bewoog zich in hoofdzaak op
het gebied van veredeling van landbouwge
wassen. Het meest bekende resultaat hiervan
is het winnen van een'uitstekende nieuwe
tarwevarieteit, de bekende Wilhelmina-tarwe,
welke thans algemeen in ons land wordt ge
bruikt.
Twee jongedames op het vliegveld te Aken
gearresteerd.
Op het vliegveld te Aken zouden eenige
dagen geleden, volgens de Tel. de twee jonge
dames D. en L. uit Heerlen zijn gearresteerd,
die er van verdacht zouden worden, zich aan
spionnage te hebben schuldig gemaakt.
Het tweetal zou ten laste worden gelegd aan
een agent van den Belgischen veiligheids
dienst, mededeelingen te hebben verstrekt
aangaande het aantal militaire troepen, dat
o.a. te Düren, Jülich en Aken is ondergebracht
en waarover een paar dagen geleden mede
deelingen werden gedaan in de Belgische
pers.
Twee jaar tegen hem geëischt.
De 46-jarige Duitsche monteur O. L. A. L„
die als internationaal oplichter staat gesig
naleerd, en als zoodanig in verschillende lan
den met de gevangenis kennis maakte, stond
Dinsdag voor de Haagsche rechtbank terecht,
omdat 'hij in de maanden Augustus en Sep
tember van dit jaar, wederom verschillende
personen, onder allerlei bedriegelijke mede
deelingen, geldsbedragen, varieerend tussehen
f 40 en f 300, afhandig heeft gemaakt. Hij
deed zich daarbij voor als vertegenwoordiger
van groote fabrieken in Duitschland, voor
welke hij ons land per auto bereisde.
Het O.M. eischte tegen verdachte twee jaar
gevangenisstraf.
„IBIS" ZAL EEN KERSTVLUCHT NAAR
INDIë MAKEN.
De nieuwe Douglas D. C. 3, de „Ibis", zal
in den gewonen dienst een Kerstvlucht naar
Indië maken.
Nadere inlichtingen van den minister van
Justitie gevraagd.
De commissie van rapporteurs uit de Tweede
Kamer over de begrooting van Justitie 1937
vestigt er in het verslag over deze begrooting
de aandacht op, dat in het voorloopig verslag
bij de bespreking van de z.g. Haagsche zeden
zaak een opmerking is gemaakt en een vraag
is gesteld, waarop de minister niet is ingegaan.
De opmerking betreft de volgende zinsnede:
„deze leden meenden te weten, dat de geheele
aanklacht steunde op de verklaringen van één
minderjarigen getuige, op wiens betrouwbaar
heid zeer veel, zoo niet alles, af te dingen valt.
Hoewel daaraan niet de vorm van een uitdruk
kelijke vraag gegeven is, was het ongetwijfeld
de bedoeling van de leden, die deze opmerking
maakten, van den minister te vernemen, of
deze voorstelling van zaken juist is.
De vraag, waarop geen antwoord is gegeven,
is die, „of de minister heeft overwogen om
eerst een onderzoek te doen instellen naar de
betrouwbaarheid van den getuige, op wiens
verklaringen de aanklacht., rustte."
De commissie van rapporteurs meent, dat
een goéde basis voor de openbare behandeling
van deze zaak ontbreekt, zoolang feitelijke
mededeelingen daaromtrent vanwege de re
geering ontbreken.
Cornelis van Haarlem en Van
Mander's Schilderboek.
Carel van Mander verlaat ons nog niet. Zijn
Schilderboek is nu dezer dagen, in de heden-
daagsche Nederlandsche taal overgebracht,
bij de Wereldbibliotheek verschenen en is
tot een kostelijk plaatwerk, met ver over de
tweehonderd mooie reproducties, uitgedijd. De
bewerkers, de heer-en A. F. Mirande en prof.
Overdiep zagen hun arbeid door de uitgevers
in een waardig kleed gestoken en de kunst
minnende Nederlander kan zich nu, zonder
de moeilijkheden van het oud-Nederlandsch
en bovendien van de betrekkelijke zeldzaam
heid der vroegere edities, vermeien in de anec-
dotische schildersportretten, die Van Mander
van zijn tijdgenooten en groote voorgangers
neerschreef. Dat zijn werk die belangstelling
meer dan waard is werd in de laatste vijftig
jaar ook in het buitenland ingezien. In die
periode werd een Fransche vertaling door
prof. Henri Hymans en een Duitsche door dr.
Hans Floerke in het licht gezonden. Welis
waar werd in het midden der achttiende eeuw
(1764) Van Mander's boek nog eens in Am
sterdam herdrukt en bij Van Esveldt uitgege
ven. maar ook die uitgaaf leest niet vlot en
is bovendien ook al tamelijk zeldzaam. Bo
vendien maken de moderne reproductiemid-
-delen thans een illustratie mogelijk, waa.r-
aan men vroeger niet denken kon, zoodat bij
voorbeeld in deze Wereldbibliotheek-uit
gaaf talloos vele schilderijen waarover Van
Mander in 1618 sprak, bij den tekst konden
afgebeeld worden.
Alle kunstcritische wetenschappelijke
puzzles die zich de laatste halve eeuw op
dit terrrein hebben voorgedaan, zijn in deze
bewerking voorzichtig buiten beschouwing
gelaten opdat de lezer niet vermoeid en daar
door in zijn genoegen gestoord zou worden,
wat ons zeer juist lijkt, waar, zoovele puzzles,
als het Jan Hubert van Eyk-probleem, wel al
tijd in den puzzle-staat zullen blijven ver-
keeren. Niet anders is 't met de quaestie, wie
het leven van Karei van Mander zelf beschre
ven heeft, waarmee zijn boek opent. Sinds
Dr. H. E. Greve den dichter Bredero als den
auteur had aangewezen, werd dit vrij alge
meen aanvaard doch de heeren Mirande en
Overdiep wenschen zich vrij te houden en Ka-
rel's biograaf voorloopig als onbekend te blij
ven beschouwen.
Bijkomstigheden, interessant voor specia
listen en die het genot door het boek verschaft
onaangeroerd laten. Wij laten er al dadelijk
onze lezers van meeprofite-eren door Van Man
der het woord te geven over zijn vriend Cor
nelis van Haarlem, van wien wij voor deze
week een plaatje op ons program hadden. Zij
krijgen dan tevens een indruk van Van
Mander's verhaaltrant, zooals die in de nieuwe
bewerking is overgebracht.
„Er bestaat een algemeene volkswijsheid of
spreekwoord dat de een zijn dood de ander
zijn brood is, of dat een ongeluk nog wel eens
van eenig geluk vergezeld kan gaan voor
iemand, zooals de Hemel mededoogen en be
wogenheid aan den dag legt voor de mensche-
lijke ellende. Ten tijde dat de oude, aanzien- 1
lijke stad Haarlem de heele wereld verbaasd
deed staan en een ieder over haar sprak, ter
wijl zij 31 weken lang door het groote, gruwe
lijke Spaansche geweld belegerd, met zwak
ke wallen maar manmoedig en krachtdadig
weerstand heeft geboden, toen wilde het ge
luk, of het was kort daarna, dat een groot
prachtig huis op het Spaarne ter bewaring en
bewoning werd toevertrouwd aan Pieter Schil
der, te weten: Pieter, den zoon van Langen
Pier van Amsterdam, die hierdoor het wek
kende voorbeeld en de eerste leermeester werd
van Cornelis Cornelisz, geboren te Haarlem in
1562, wiens ouders om den krijg te ontwijken,
zich elders ophielden. Het was dus in 1572 en
'73 dat Cornelis op nog zeer jeugdigen leeftijd
zich geheel aan de schilderkunst overgaf door
dien hij in huis datgene zag beoefenen waar
toe de natuur hem voorbeschikt had."
„Toen hij 17 jaar en een goed schilder was,
is hij naar Rouan in Frankrijk gegaan, doch
de pest was oorzaak dat hij daar niet lang
bleef, maar naar het om zijn schilders be
roemde Antwerpen vertrok, waar hij bij eenige
van de beste meesters moeite deed en na
Frans Pourbus aangezocht te hebben is hij
gekomen bij Gillis Coignet, bij welken mees
ter hij zich een jaar lang heeft toegelegd op
een „zoeter en vloeiender manier" van schil
deren, zooals ik aan een doek heb gezien dat
hij ten huize van Coignet of kort na zijn ver
trek vandaar had gemaakt en waarop eenige
goed gedane lieftallige vrouwtjes voorkwa
men waarvan de kleuren op zoetvloeiende wij
ze in elkaar overgaan en verwerkt zijn."
Op deze gemoedelijke wijze vertelt Van
Mander en brengt al wat hij weet, aan den
man. Het mag dan misschien een beetje wijd-
loopig zijn, dat is bij hem niet zoo hinderlijk
daar het een symptoom van zijn tijd is
als bij moderne scribenten, bij wie men proe
ven kan dat zij per regel betaald worden. En
in ieder geval blijft hij de bron waaruit vol
gende generaties konden putten en aanlei
ding vinden tot verder onderzoek.
Met dat al hebben wij tot nu toe nog niets
over de Haarlemsche Schilderijen van Cor
nelis Corneliszoon te berde gebracht. In het
Frans Halsmuseum zijn er een elftal zoodat
men zich hier over Cornelis' groei en beteeke-
nis uitnemend op de hoogte stellen kan. Een
paar der belangrijkste hangen hier als bruik
leen van den Nederlandsehen Staat, andere
waren voor de stad Haarlem geschilderd of wer
den in later jaren aan de gemeente geschon
ken. Zoo is de Adam e,n Eva, hierbij afge
beeld in 1863 als geschenk van Jhr. Quarles
van Ufford aanvaard. Het doek is 1620 geda
teerd en behoort dus tot Cornelis' laatste pe
riode. De schildering der naakte figuren is
orachtig transparant van kleur, hun houding
los en bevallig van
teekening; dat de slang
hier een menschelijke
gedaante verkregen
heeft en alleen een
staartpunt nog met
het bijbelverhaal ac
coord gaat, lijkt vreem
der dan het is, daar
zulke vrijheden vaker
In de kunst voorkomen.
Zoo is ook een voor
stelling van de Schep
ping van Eva uit
Adam's rib, in een
landschap waar vele
paren genoegelijk rond
wandelen eenigszins
afwijkend van de voor
stelling die wij ons
van de eenzaamheid
in het paradijs plach
ten te maken, evenwel
geen zeldzaamheid.
Om tot ons schilderij
van heden terug te
keeren: men vindt er
een ongedwongenheid
;n natuurlijkheid van
•ompositie in die er
ins aan herinnert dat
lornelis een der eer
den was, die de door
/an Mander uit Zuid-
federland meegebrach
e theorieën over een
ranker en reëeler na
tuurverbeelding, aan-
ïing. Een volgend
naai zullen wij mis-
ohien ook Cornelis'
mdere werken uit
ns Museum nog eens
ader beschouwen.
18 November:
De mazelen-epidemie te Scheveningen
is toenemend en wordt zeer hevig. Dit
blijkt reeds op de huizen, waaraan vol
gens de wet het heerschen dier be
smettelijke ziekte wordt kenbaar ge
maakt, maar daaruit zou men evenwel
de groote uitgebreidheid der ziekte niet
leeren kennen. In tal van gezinnen op
geheele erven en hofjes, waar de ziekte
heerscht, wordt het inroepen van ge
neeskundige hulp nagelaten. Dit werkt
de besmetting zeer in de hand, aangezien
de scholen bevolkt blijven door kinderen
bij wie thuis de mazelen heerschen.
Een particuliere school is tot 3 Ja
nuari gesloten, aangezien de meeste
kinderen dier school óf door mazelen
zijn aangetast óf tot gezinnen behooren
waar zij zijn.
Prinses Juliana ter verwelkoming op het
vliegveld.
Men schrijft ons: Prins Bernhard is Dins
dagmiddag van Berlijn naar ons land gevlo
gen. Op verzoek van den Prins zette gezag
voerder Te Roller de Douglas D.C. 2 „Sperwer"
op het vliegveld Twente neer, vanwaar de reis
per auto naar 't Loo verder ging. De Prins was
vergezeld door zijn secretaris jhr. mr. Röell,
terwijl zich verder nog zeven passagiers in
het toestel bevonden. Helaas heeft de Prins
op den belangwekkenden luchtweg tussehen
de Duitsche hoofdstad en Oostelijk Nederland
weinig kunnen genieten van het fraaie land
schap. daar het zeer mistig was en de wolken
laag hingen.
De kennismaking van zoo nabij met de Ne
derlandsche luchtvaart is Prins Bernhard
evenwel zeer goed bekomen, waarvan hij dan
ook in hartelijke bewoordingen aan gezag
voerder Te Roller getuigde, toen de „Sperwer"
op Twente was neergestreken.
Prinses Juliana was op het vliegveld aanwe
zig toen het toestel om 3.45 uur uit de rich
ting Berlijn binnenkwam. De Prinses werd
vergezeld door de moeder van den Prins, Prin
ses Armgard, door den burgemeester van En
schedé, den heer Rückert en zijn echtgenoote
en generaal D. Q. C. F. de Jonge van der
Halen.
Het Prinselijke paar heeft zich zonder lan
ger op het vliegveld Twente te verwijlen per
auto naar 't Loo begeven.
Prof, dr. F. A. Vening Meinesz, die van
zich heeft doen spreken door zijn reis met
de K 18, zal binnenkort een nieuwen tocht
maken, welke eveneens gewijd zal zijn aan
het zee-onderzoek.
De tocht zal duren van 11 Januari tot 17
Maart e.k. en worden gemaakt aan boord van
H.M.'s O 16.
Het „terrein" van prof. Vening Meinesz' on
derzoekingen zal zijn de Atlantische Oceaan.
In de staatscourant van Dinsdag is opge
nomen de „Crisis-steunbeschikking 1936"
(fruit en warmoezerijgewassen X).
Blijkens deze beschikking zal uit het land
bouwcrisisfonds aan hen, die als teler van
gewassen van den tuinbouw zijn aangesloten
bij de Nederlandsche Groenten- en Fruitcen-
trale, steun verleend worden tot een totaal
bedrag van ten hoogste f 3.790.000.
Deze steun betreft druiven, frambozen,
andijvie, augurken, bloemkolo, pronk- en snij-
boonen, spekboonen, doperwten, kaskomkom-
mers, platglaskomkommers, gele-, roode-,
spits- en witte kool, meloenen, peulen, prei,
radijs, sla en tomaten.
Spoorwegen laten locomotieven verbouwen.
De Spoorwegen laten thans zes sneltrein-
locomotieven tot stroomlijnlocomotieven om
bouwen en als ook de proef met deze zes
machines er is reeds één stroomlij nloco-
motief slaagt, zullen alle sneltreinlocomo
tieven in stroomlijn worden omgebouwd.
Vergadering van vrouwen te Amsterdam.
De samenwerkende Nederlandsche vrouwen-
vredesvereenigingen hebben Dinsdagavond in
Bellevue" te Amsterdam een vergadering ge
houden, welke gewijd is geweest aan een het
inzicht verhelderende bespreking van het in
ternationale vredescongres, dat van 36 Sep
tember 1.1. te Brussel is gehouden.
De vergadering werd geleid door mejuffrouw
Selma Meyer, die in haar inleidend woord
deed uitkomen, dat het, nu zich in de inter
nationale politiek symptomen voordoen, welke
een bedreiging van den vrede in zich houden,
meer dan ooit noodzakelijk is, alle krachten
in te spannen voor de bereiking van het
ideaal: den oorlog internationaal voor altijd
uit te bannen. Ook de Nederlandsche vrouwen
hebben zoo zeide spreekster in dit op
zicht een taak te vervullen en de wijze, waar
op deze taak dient te worden opgevat, kan
het beste tot uiting worden gebracht door een
■nadere beschouwing van de besprekingen,
welke tijdens het Brusselsche congres zijn ge
houden.
In aansluiting op deze inleiding gaven hier
na, ieder over een onderdeel van het congres,
o.m. mevrouw C. RamondtHirschmann, me
vrouw L. TillemaHeynen en mejuffrouw M.
H. Peteri haar indrukken weer, indrukken, die
er in belangrijke mate toe hebben bijgedragen,
dat voor de aanwezigen de beteekenis van dit
congres als een indrukwekkende demonstratie
van het diep verlangen naar vrede in velerlei
opzicht duidelijk is geworden.