De Landverrader
Na hat lichten van de Sch. 68.
FEUILLETON
Naar het Engeisch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboderp
Enkele voorbijgangers zagen verwonderd
naar haar, maar geen dacht er aan, haar
zijn hulp te bieden. In een wereldstd als Lon
den is het medelijden voor den evenmensch
niet groot.
Plotseling hoorde Gladys duidelijk het ca
rillon van een der naastbijzijnde kerktorens
spelen, en het zilveren geluid dezer klanken
gaf haar de bezinning terug.
Hoe laat zou het zijn? dacht ze hardop.
Gladys herinnerde zich thans met scherpe
duidelijkheid wat er zooeven was voorgeval
len in restaurant Grechstone.
Is hij nu een fielt of een beklagens
waardig iemand? vroeg ze zich af, terwijl ze
van de étalage terug trad.
Ze hervatte haar wandeling, zonder nog te
beseffen in welke richting ze liep. Woord
voor woord kwam het gesprek weer in haar
herinnering terug. En meteen begreep ze,
dat zij het onderspit in dezen strijd zou moe
ten delven. Misschien zou hij het nog een
maand met haar aanzien, maar dan zou ze
zeker ontslagen worden. Wat de gevolgen
daarvan waren, had Gladys al te dikwijls
voor zich zelf overwogen om de volle zwaar
te niet reeds vooruit te kennen. Werkloosheid
en armoede stonden voor de deur. Het zou
heel, heel moeilijk zijn iets anders te vinden.
Ze wist hoelang Mary „zonder" had geloo-
pen voor ze bij de „London News" werd aan
gesteld. En toch voor al het goud en de ge-
jnakken van de wereld te zamen zou ze nog
niet hebben toegestemd de vrouw van Blash-
mere te worden.
Gladys had zich nooit het hoofd al te zeer
vermoeid met het probleem van de liefde;
één ding was voor haar vaststaand: als ze
ooit zou trouwen, dan zou het zijn met den
man van haar eigen keus en niet met een,
die zich zelf, of die anderen, aan haar zou
den opdringen.
Verschillende jongelui hadden al naar
haar gunst gedongen, maar geen van hen
allen had het verder kunnen brengen dan
een oppervlakkige kennismaking. De meesten
vonden haar trotsch, anderen vonden haar
wat onvriendelijk en konden haar terughou
dendheid niet goed verdragen, weer anderen
oordeelden dat zij nog te veel kind was.
Gladys, die zoowel van het een als van het
ander op de hoogte was, liet ze praten. Ze
stelde geen belang in de vertelsels van op
pervlakkige heeren. Ze was zooals ze was en
vond 't niet noodig zich zelve te gaan veran
deren. En liep er al eens een ernstige jonge
man tusschen haar bewonderaars, dan had
ze voor deze weinige uitzonderingen toch
nooit meer dan vriendschappelijke gevoelens
kunnen koesteren. Een bepaalde voorstelling
van haar mogelijken aanstaanden man had
ze in het geheel niet; maar één ding was
toch ook weer heel zeker: Blashmere maak
te niet de minste kans.
Gladys verdiepte 'zich nu weer in het ge
beurde. Ze ging nog eens na, of zij misschien
op de een of andere manier aanleiding zou
kunnen hebben gegeven om Blashmere te
doen veronderstellen, dat hij eenige hoop op
een gunstig antwoord mocht koesteren, maar
ze kon niet anders besluiten dan dat ze hem
juist altijd zoo koel mogelijk behandeld had.
Neen, indien hij werkelijk ook maar een
klein beetje van me had gehouden, had hij
het gesprek op een andere manier beëindigd
dan met 'n dreigement van ontslag.
Dit drong nu sterk tot haar door en stelde
haar volkomen gerust. Ze behoefde heusch
geen medelijden met hem te hebben, hij was
het niet waard. Deze gevolgtrekking maakte
haar kalm, zelfs blij. Het was immers veel
beter weg te moeten aan de „London News"
en gebrek te lijden, dan in overvloed te moe
ten leven bij den man, die je niet lief hebt.
Opnieuw speelde het carillon, nu korter
dan zooeven. Gladys bleef stilstaan en streek
met de hand over haar oogen. Waar ben ik
in vredesnaam naar toegeloopen? vroeg ze,
terwijl ze rondzag om te weten, op welk punt
van de stad zij zich bevond. Een lachje plooi
de haar wit en vermoeid gezicht, ze was blijk
baar in een kring rondgeloopen, want ze
stond een paar huizen van Restaurant
Grechstone af. Vlug liep ze terug naar de
autobushalte en keek onderwijl op de elec-
trische klok van een horlogewinkel hoe laat
het eigenijk was. Tien minuten voor eenen.
Het zou onmogelijk zijn om half twee op de
redactie terug te wezen. Maar of ik er nu
een paar weken eerder of later weg moet, wat
doet dat er eigenlijk toe? Misschien is het
wel het beste, dat ik zoo spoedig mogelijk
verdwijn; nu nog naast Blashmere te moe
ten zitten is ook een verschrikkelijk ding.
Ze besefte nu eerst recht, hoezeer ze toch
van het werk was gaan houden. Er waren
vervelende dingen geweest, zeker, maar alles
bij elkaar genomen speet het haar diep, weg
te moeten uit een werkkring, die ze bijna
drie jaren stipt en met opgewektheid had
vervuld. En het gezelschap van Mary zou ze
ook heel erg missen. Ze moest er maar niet
te veel aan denken, je werd er hoe langer
hoe ellendiger van.
Ofschoon ze het zich zelf niet wilde beken
nen, kwam de vrees voor 't nieuwe onaan
gename avontuur, dat ze hoogstwaarschijn
lijk bij den notaris tegemoet ging, er nog bij
om haar wederom ongerust te maken En
toen Gladys in de autobus stapte, die haar
naar Warwick Lane moest brengen, reken
de ze al heelemaal op nog meer narigheid.
ook dat maakt een mensch kalm!
De rit duurde een volle twintig minuten
en van de halte naar het notarishuis bleek
ook nog bijna een kwartier te zijn, zoodat
het bij half twee reeds ws, toen Gladys aan
belde.
Warwick Lane is een der deftigste straten
van Londen. Het verschil met de buurt, waar
Gladys haar dagen sleet, was wel heel groot.
Terwijl ginds de straten nauw en modderig
waren, vol bochten en kronkels en met een
zeer slechte bestrating was hier in het mid
den van de breede, geasfalteerde laan een
goed onderhouden grasperk aangebracht,
waarin de late crocussen en enkele vroege tul
pen stonden te prijken. De huizen waren alle
deftige, statige heerenhuizen, met breede,
zware deuren en hooge vensters. Voor me
nige woning stond een schitterende auto te
wachten en op de portieren van verschillende
dezer prachtige wagens was het wapen eener
adellijke familie geschilderd.
No. 18 was een wit geschilderd huis met
een kleine stoep. Met sierlijke letters stond op
de eikenhouten deur geschilderd: Alfred
Branton, Notaris. Het was gemakkelijk te ra
den, dat Branton de Londensche aristocratie
tot vaste klant had.
Gladys zette haar vrees voor nieuwe scè
nes op zij en trok kordaat aan de zware trek
bel.
Het bleef eenige oogenblikken doodstil in
het deftige huis, toen hoorde ze iemand aan
sloffen. De zware deur week en een huis
knecht in gestreept jasje monsterde Gladys
met een snellen blik van het hoofd tot de
voeten.
U wenscht? vroeg hij een beetje uit de
hoogte. De goede man kon zich onmogelijk
voorstellen, wat een arm meisje hier te ma
ken moest hebben. Een bedelpartij was het
niet, dat zag hij aanstonds.
Mag ik notaris Branton spreken? vroeg
Gladys verlegen.
Wie mag ik aandienen?
Gladys gaf hem haar kaartje, geen mooi
gedrukt kaartje, maar een wit stukje kar
ton, waarop ze vanmorgen zelf haar naam
had getypt.
De huisknecht bekeek het met een menge
ling van spot en medelijden in de oogen,
toen vroeg hij:
r— Kan ik misschien zeggen, waarvoor u
komt?
De notaris verwacht mij, antwoordde
Gladys droogjes.
Wacht u dan een oogenblik, en dit
zegende liet de man haar op de mat staan
en liep op zijn gemak de vestibule door en
de monumentale trap op.
Er volgde eenig gestommel boven. Wat er
precies gebeurde, kon Gladys niet bemerken;
het scheen of er iemand vrij onzacht opzij
werd geduwd, terwijl een nijdige stem zeide:
Maar dat is toch al te gek. Tegelijkertijd
klonken er voetstappen op de bovengang en
iemand kwam vlug de trap af.
Gladys verwachtte den huisknecht al te
rug te zien, die haar kort en goed buiten de
deur zou zetten, toen ze tot haar verbazing
een heer op gevorderden leeftijd op haar zag
afkomen, wien de ergernis van het gelaat te
lezen viel.
Ik vraag u duizendmaal vergeving, miss
Boroughbridge, voor de onbeschoftheid van
mijn portier. Het is werkelijk ongehoord u
hier op de mat te laten staan.
O, het is zoo heel erg niet, vergoelijkte
Gladys.
Wilt u mij dan maar volgen? Op mijn
privékantoor kunnen wij rustig met elkan
der spreken.
Eenige deuren ging het tweetal voorbij, tot
de oude heer er een openstootte en met een
buiging Gladys verzocht binnen te treden.
r— Zoo, hier worden we niet gestoord.
Neemt u hier plaats, verzocht hij, terwijl hij
een lederen clubfauteuil aanschoof en staat
u mij toe even het dossier, dat op uw zaak
betrekking heeft, uit de brandkast te nemen.
Gladys begreep er werkelijk niets meer
van, alleen had haar onrust plaats gemaakt
voor een groote nieuwsgierigheid.
(Wordt vervolgd).
Het park van bet paleis te Soestdijk, waar H. K. H. Prinses Juliana en Prins
Bernhard na Hun huwelijk Hun intrek zullen nemen, wordt thans in gereedheid
gebracht voor het planten van nieuwe bollen
De leerlingen van de Juliana ven Stoft)ergschool te den Haag vervaardigen thans een kleed, dat aan M. K. H. Prinses Juliana en
Prins Bernhard bij Hun huwelijk zal worden aangeboden
Een Engeisch vrachtschip, komende uit Londen, arriveerde Maandag te Amsterdam, om
rechtstreeks aan de markthallen een lading van 4300 kisten appelen te lossen, hetgeen in
het Amsterdamsche havenbedrijf nog niet is voorgekomen
Titulescu vertoeft voor her
stel zijner gezondheid te
Monaco
Na de ramp van de Sch. 68 in de
haven van IJmuiden. De zich nog
aan boord bevindende tonnen met
haring worden gelost nadat het schip
door twee drijvende bokken was gelicht
De Ned. Spoorwegen hebben de Commissie voor Pers, Propaganda en Verkeer
van de Wereldjamboree 1937 een rijtuig ter beschikking gesteld, dat op de
Centrale Werkplaatsen te Haarlem tot kantoor van den Propagandadienst werd
omgebouwd en aan het station S.S. te den Haag geplaatst zal worden
Prof. A. Picard uit Brussel tijdens zijn lezing over .Aviation et Stratosphère" op de buitengewone
vergadering van het Kon. Instituut van Ingenieurs, die Maandag in DÜigentta te den Haag gehouden
werd
De aankomst van het stoffelijk over
schot van den Franschen minister
Salengro aan het stadhpis te Lille,
vanwaar de begrafenis plaats had