J|
wwmmtm
De blokkade der Spaansche kust. Demonstratie met motorsproeimachines.
I wm^
H 111
iiaiffli
I J
■P'
De Landverrader
lIBIli
WLm
t si'
1
X$4. |K«
fcSt*
11111
M
JfM
W&
%Mk
Marx Dormoy (midden) heeft Woensdag de functie van
Fransch minister van Binnenlandsche Zaken aanvaard
FEUILLETON
i
I.. -> 4
JÜ
H
br'^v^aHB
m>\ TJst
l
H f
PfllJ~ -*1
Vanwege de Ned. Pomologische Vereeniging, hoofdafdeeling fruitteelt
der Ned. Heide Maatschappij, werd Donderdag in een boomgaard te
Geldermalsen een demonstratie gegeven met motorsproeimachines
De blokkade langs de Spaansche Middellandsche Zee kust. De Spaansche
kruiser „Libertad houdt een visschersvaartuig aan om het te onderzoeken
naar zijn lading
S: 1
KjX - - •••8»
v;-
I
-Oöï
I ju
«we
Prins Bernhard verlaat in gezelschap van zijn secretaris, Jhr. Röell, het gebouw
der Tweede Kamer te den Haag, waar Z. D. H. Donderdagmiddag een zitting
heeft bijgewoond
Een foto van het ernstig auto-ongeluk te Echt, waarbij de heer M. Tops,
in leven secretaris van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond te
Roermond, om het leven is gekomen
Naar hei Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
Jl)
Hij stemde hierin onmiddellijk toe en het
heele geval scheen hem vrij onverschillig te
laten. Ook sprak hij er later tegenover zijn
moeder niet anders dan terloops over. Dit
voorval echter had mijn vertrouwen in hem
weer ernstig geschokt. Ik was daarom dubbel
blij, toen hij me na het einde der groote va-
cantie mededeelde de militaire loopbaan te
willen kiezen. Volgaarne gaf ik hiertoe mijn
toestemming, nu zou hij immers weer aan
tucht moeten gewennen.
Op twintig jarigen leeftijd dan, trad hij
in de cadettenacademie, waar hij het onder
wijs in krijgskunde met groot succes volgde.
Zoozeer viel hij op door zijn bekwaamheid,
dat hij bij extra promotie bevorderd werd
tot den rang van' jongsten luitenant. Zijn
gedrag liet in geen enkel opzicht wat te wen-
schen over, en mijn vrouw en ik waren
trotsch op hem, dat spreekt van zelf.
Inmiddels was de Boerenoorlog in Trans
vaal en Oranje Vrijstaat uitgebroken en de
bloem der Engelsche jongelingschap kreeg
gelegenheid om zich te onderscheiden in de
bloedige veldslagen bij Mafeking en Bloem
fontein. Ondanks zijn herhaald aandringen
weigerden zijn superieuren hem naar het ge
vechtsterrein te zenden. George werd be
noemd tot adjudant van generaal Whitehall
die in het vaderland belast was met het
drillen der vrijwilligers. Toen het ons de eer
ste maanden in Zuid-Afrika, dank zij de
hardnekkige verdediging der ongetwijfeld
dappere Boeren, al heel weinig voor den
wind ging en steeds meer troepen naar het
gevechtsterrein werden verscheept, herhaal
de mijn zoon zijn verzoeken om te worden
uitgezonden. En nog zouden zijn onmiddel
lijke chefs hebben volhard in hunne afwij
zende houding, toen de opperste legerleiding
besloot het negentiende regiment infanterie,
waarvan ik kolonel was, naar het tooneel
van den strijd te zenden. Onmogelijk was
het toen om nog langer aan de smeekbeden
van mijn zoon weerstand te bieden. Hij deed
het voorkomen of niets hem liever zou zijn
dan te vechten in dezelfde rijen, waarin ook
zijn vader streed.
Na een voorspoedige reis landden wij aan
de Zuid-Afrikaansche kust en zonder talmen
werden wij door Lord Kitchener, den bevel
hebber der Engelsche troepen, naar een punt
van den strijd gezonden, waar deze het felst
woedde.
Weinige dagen na onze ontscheping ont
vingen wij den vuurdoop tijdens den Moedi
gen slag bij Paardenberg. Mijn zoon onder
scheidde zich door zijn moed. Hij vocht zoo
als alleen een Boroughbridge kan vechten.
De generale staf dacht er ernstig over hem,
ondanks zijn jeugdigen leeftijd, tot kapitein
te bevorderen. Terwijl de beslissing nog han
gende was, werd alvast besloten hem voor te
dragen voor het Victoria-kruis, de hoogste
onderscheiding, die men begeeren kan als
soldaat.
Weinige dagen nadien begon de kans te
keeren. De Engelsche troepen rukten dieper
het land in en het was reeds te voorzien, dat
de beslissing in dezen bloedigen kamp ten
onzen gunste zou uitvallen. Wij verkeerden
allen in de beste stemming, ondanks de ern
stige verliezen, die aan onze zijde waren gele
den. Op 'n avond waren de officieren van 't
regiment, voor zoover zij geen dient hadden,
in een tent verzameld en rustten onder vroo-
üjke kout uit van de vermoeiende marschen,
die door den snellen terugtocht der Boeren
waren noodzakelijk geworden. Alleen mijn
zoon zweeg. Anders was hij een der luidruch-
tigsten, hetgeen hem al den bijnaam had be
zorgd van „Vroolijke George", maar dien
avond was hij opvallend teruggetrokken. Ook
mij viel zijn zonderlinge houding op en ik
nam hem terzijde om hem te vragen of hem
wellicht iets scheelde. Hij antwoordde niet,
nam mij op een vrij onbeschaamde manier
van boven tot beneden in een oogopslag op
en verzocht mij toen even buiten de tent te
komen. Wij liepen een eind voort, tot aan
de grens van het kamp.
Wat wilt tu eigenlijk met dien heelen
oorlog? vroeg hij norsch.
Niet begrijpend staarde ik hem aan.
Ja, ziet u niet in, dat u verkeerd doet?
Ik zweeg, als ik op iets niet was voorbereid,
dan was het op deze zonderlinge opmerking.
Immers het behoort niet tot de bevoegdhe
den van een militair zich af te vragen of een
oorlog rechtvaardig is of niet. Hij heeft te
gaan, waar zijn regeering hem stuurt.
De Boeren zijn volkomen in hun recht
en wij zijn schurken, voegde hij ter meer
dere duidelijkheid aan zijn woorden van zoo
even toe.
Ik trachtte hem de dwaasheid uit het
hoofd te praten, maar zonder eenige gevolg.
Eerst veronderstelde ik, dat hij tengevolge
van oververmoeidheid of van een zenuw
schok zijn verstand voor een oogenblik had
verloren, maar toen hij me kort en goed
mededeelde, zoo spoedig mogelijk ontslag te
nemen uit den militairen dienst, waarin geen
mensch meer eerlijk scheen te zijn, begreep
ik maar al te goed, dat het bittere ernst was.
Toch hoopte ik nog, dat hij van inzicht
zou veranderen. Ik rekende er op, dat rust
en een verkwikkende slaap hem tot inkeer
zouden brengen en zonder dan ook verder op
zijn bezwaren in te gaan, gaf ik hem voor
dien avond en dien nacht vrij van dienst.
Hij bedankte mij op militaire wijze en bleef
achter, terwijl Ik naar de officierstent terug
liep. Daar vertelde ik hetgeen er gebeurd was
aan mijn collega's, die echter geen van allen
konden gelooven, dat hij „hardnekkig" zou
blijven.
Een uur later kwam een sergeant vertellen,
dat luitenant Boroughbridge gezien was even
buiten het kamp, terwijl hij met een Zoeloe-
kaffer een gesprek trachtte te voeren. Dit
was niets bijzonders, immers de Zoeloes stre
den aan onze zijde en de liefhebberij van
mijn zoon om de negerdialecten wat te lee-
ren spreken was algemeen bekend. Het werd
dan ook alleen medegedeeld als rapportmel
ding.
Het was volkomen rustig in het kamp. Wij
waren reeds zoo gewend aan de steeds weer-
keerende geluiden der wildernis, zooals het
geluid der jakhalzen en der hyena's, het
roepen der woudvogels en het doffe geruisch
van een aantal kleine watervallen, dat wij
deze ternauwernood nog hoorden. Op gere
gelde tijden riepen de posten hun wacht
woord, anders was er niets wat de doodsche
stilte verbrak. De nacht was niet bijzonder
helder. Terwijl wij anders op verren afstand
de zonderling gebouwde kafferkralen nog
konden zien, was het dien bewusten en nood-
lottigen nacht niet mogelijk verder dan 10
meter voor zich uit te zien. Het moet van
deze omstandigheid vooral zijn geweest, dat
de Boeren gebruik hebben gemaakt. Het
middernachtelijk uur was reeds lang voorbij
en binnen korten tijd zou de mbrgen gloren,
toen een zonderling geluid mijn ooren trof.
Eenigermate opgewonden door het gesprek
met mijn zoon, had ik onrustig geslapen en
lag nu sinds geruimen tijd wakker, steeds
denkende hoe ik George van zijn voornemen,
met welks uitvoering hij Zijn carrière op het
spel zette, zou kunnen afbrengen.
Plotseling verbeeldde ik mij door een kier
van het tentdoek sluipende gestalten waar te
nemen Ik richtte mij half overeind en tastte
onwillekeurig naar mijn revolver. Alles bleef
echter stil. Ik spiedde om mij heen, of mis
schien de andere officieren in de tent even
eens ontwaakt waren. Maar alles sliep kalm.
De plaats, waar mijn zoon placht te rusten,
was ledig, waarschijnlijk was hij het geweest
die voorbij de tent was gekomen. Zeker was
hij nog niet tot een vast besluit gekomen en
doolde hij nog door het kamp rond. Ik leg
de mij weer neder en probeerde opnieuw
den slaap te vatten. Dit was mij reeds half
en half gelukt, ik was tenminste lichtelijk
ingedommeld, toen ik na ongeveer twintig
minuten met schrik ontwaakte. Nu vlogen
ook de andere officieren overeind, want het
knallen der geweerschoten had ons allen ge
wekt
Onder vervaarlijk geschreeuw stormden
Boeren en Zoeloes ons kamp binnen. De on
betrouwbare negers waren weer eens voor
een dagje overgeloopen en gezamenlijk open
den de vijandige partijen een verwoed sper
vuur op ons. De officieren riepen de man
schappen toe, zich in carrévorm op te stel
len. Maar daar kon niets van komen, de ver
warring onder onze soldaten was te groot om
een behoorlijk geregeld gevecht te kunnen
leveren. De omsingeling was volkomen. Wil
den wij de onzen niet zien afslachten, dan
zat er niets anders op dan ons over te geven.
Tijd om te beraadslagen was er niet. Aan alle
kanten vielen onze troepen uiteen. Binnen
eenige oogenblikken bedekten tientallen lij
ken de aarde. Met een bezwaard hart gaf ik
last de witte vlag te zwaaien. Nog nooit was
het voorgekomen, dat een Boroughbridge le
vend in de handen van den vijand was ge
vallen! De Boeren hielden met vuren op en
voerden ons, ons legermateriaal, ons voedsel
en de buit, die wij eerst op hen veroverd had
den mee. Wij werden naar een der gevange
niskampen gevoerd en bleven daar tot den
oorlog, dien met de nederlaag der Boeren
eindigde, was afgeloopen.
(Wordt vervolgd).