De brand in Crystal Palace
De Landverrader
Het groote orgel in het Crystal Patace te Londen, dat met het gebouw een prooi
der vlammen is geworden
Na den ontzettenden brand in Crystal Palace te Londen. Een overzicht in een der uitgebrande transepten.
Op den voorgrond het door het vuur verwrongen metaal
FEUILLETON
De verkoop der postzegels en prentbriefkaarten ten bate van In de vaart tusschen Diemen en de Duivendrechtschebrug it
het misdeelde kind is Dinsdag in ons land begonnen. - De Dinsdag een vrachtauto, geladen met groente, te water ge
stand op het hoofdpostkantoor te Amsterdam raakt. Het vehikel wordt gelicht
H. K. H. Prinses Juliana vertoefde Dinsdagmiddag te Scheveningen, waar Zij op de Pier in gezelschap van een Harer
Hofdames eenigen tijd het wilde spel der golven gadesloeg
Prof. mr. V. H. Rutgers, hoogleeraar
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam,
die benoemd is tot vertegenwoordiger
van Nederland op de conferentie tot
herziening van het Volkenbondspact
De veerboot .Willemsdorp" wier diensten, na de
officieele opening der nieuwe Moeidijkbrug, de vaste
verbinding Noord Zuid, overbodig zullen zijn ge
worden
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
15)
Gladys kne_ep zich eens flink in den bo
venarm. Neen, ze sliep niet, alles was wel
degelijk „echt gebeurd", ze was werkelijk de
gravin Boroughbridge. Uitbundig gelukkig
voelde zij zich niet. Ze begreep, dat haar een
ernstigen en zwaren tijd te wachten stond.
Ze zou zich zoo spoedig mogelijk geheel in
haar nieuwen toestand moeten inleven en,
wat voornamer was, ze behoorde onverwijld
een begin te maken met het eerherstel van
haar vader.
Ja, het was toch wel heel jammer, dat ze
grootvader niet had gekend, dan had ze dien
kunnen overtuigen van vaders onschuld.
Maar op welke wijze? Ze moest bekennen
het niet te weten. Het was, zooals de notaris
had gezegd: de schijn was tegen haar lieven
vader.
Maar nu zoo gauw mogelijk naar tante
Olare. Die zat natuurlijk in de grootste on
gerustheid. Wat zou ze voor oogen opzetten,
als ze hoorde, dat het slechte nieuws, dat zij
voorspeld had, zoo geheel anders was uit
gekomen.
Gladys weerstond de verleiding een taxi
aan te roepen. Ze wilde nog wat denken, hoe
ze zich op de „Londen News" zou gedragen,
wat ze voor inkoopen zou doen, hoe de reis
zou zijn en de aankomst op Boroughbridge,
Maar het wilde haar niet lukken een gere-
gelden gedachtengang vast te houden. Lang
zaam drong het besef van het gebeurde tot
haar door en toen kwam ze In een geluks-
roes, die hoe langer hoe sterker werd.
Toen ze de New Eton straat bereikt had,
had ze groote zin iets heel dwaas te doen.
Maar neen, het zou nog veel prettiger zijn,
zoo gewoon bij tante binnen te komen. Maar
of ze wilde of niet, ze begon op een drafje
te loopen en zonder dat ze het wist, stormde
ze de trappen op.
Tante Clare hoorde haar aankomen en
angstig haastte zij zich naar de deur.
Zonder iets te zeggen, viel Gladys haar om
den hals en begon te lachen en te huilen te
gelijkertijd.
Maar kindje, wat is er dan? Ben je weg
gestuurd van het kantoor? Hoe kom je zoo
vroeg thuis? Heb je zulk slecht nieuws ge
hoord?
Al die vragen stelde de oude dame zonder
een antwoord te kunnen krijgen.
Op haar schouder geleund ging Gladys de
donkere kamer in en hier werd haar eerst
recht duidelijk hoe heerlijk het was, dat in
haar leven zulk een groote verandering was
getreden Uit, voorgoed uit zou het zijn met
het leven van thans.
Ze begon zachtjes te schreien, maar nu
van blijdschap.
Tante Clare wist niet wat ze van dit alles
denken moest. Hoofdschuddend hielp ze
Gladys haar hoed afzetten en haar mantel
uitdoen en het eerste wat ze zag, was
de slecht genaaide scheur in de japon.
Maar kindje, knorde ze, hoe komt dat
nu?
Als eenig antwoord trok Gladys de scheur
weer open en barstte in een helderen scha
terlach uit.
Verbijsterd staarde tante haar aan.
Ik ben bij notaris Branton geweest,
vertelde Gladys en hij heeft me gezegd, dat
ik ben, raadt u eens, tante, toe raadt u nu
eens.
Dat je wat bent? En dat is niet heele-
maal wijs. Wie trekt er nu moedwillig de
Meer en stuk?
Ach tante, het komt er allemaal niets
meer op aan, ik ben van nu af Gladys, Gra
vin Boroughbridge.
Tante Clare viel op den dichtst bijzijnderf*
stoel neer.
Wat vertel je daar voor onzin?
Ik ben gravin Boroughbridge, mijn va
der was de laatste graaf Boroughbridge en
ik ben zijn eenige dochter en erfgename van
alle bezittingen, antwoordde Gladys over
moedig,
Ze hebben je wat wijs gemaakt. Welk
verstandig meisje gelooft zulke praatje nu.
Schaam je Gladys.
Maar lieve tante, u zult het wél moeten
gelooven, of u wilt of niet, want ik heb de
bewijsstukken in mijn tasch. Hier hebt u
bijvoorbeeld een foto van het kasteel, dat ik
geërfd heb.
Een kasteel?
Ja tante en behalve dat nog een groot
huls in een der deftigste straten van Londen
en wat meer is, een groot vermogen in geld.
Zóó groot, dat de notaris het niet eens kon
opgeven.
Tante Clare bleef sprakeloos; ze zat nog
altijd op de punt van den stoel en hield den
mantel van Gladys nog in de handen.
- Gaat u nu eens in den gemakkelijken
stoel zitten, drong Gladys aan en nu was
het tante, die op den arm van het meisje
steunend, zich naar haar plaatsje aan het
raam liet geleiden. In haar bevende handen
hield ze de foto, die ze lang bekeek Maar
nog gaf ze zich niet gewonnen. Het kan niet
waar zijn, zuchtte ze, 't kan niet waar zijn,
zuchtte ze, het kan niet waar zijn.
Lees u dit dan eens tante, verzocht
Gladys en ze overhandigde de verbaasde
vrouw den brief van haar grootvader.
Wil je hem niet voorlezen? vroeg tante
Als ik zenuwachtig ben, kan ik nooit goed
zien.
Gladys zette zich op haar gewone, ver
trouwde plaatsje, waar ze iederen avond de
krant placht te lezen en ontvouwde den
brief.
I heldere stem begon ze den aanhef
van het schrijven, maar al spoedig las ze
vlugger en vluger. Bij de gedeelten, waarin
de beschuldigingen tegen haar vader ston
den, kon ze zich ternauwernood beheerschen,
Ook tante schudde het hoofd, scheen telkens
iets in het midden te willen brengen.
Toen Gladys klaar was, zeide de oude dame
ontstemd:
En dat schijn je nog goed nieuws te
willen noemen ook?
U dan niet?
En Gladys vertelde in het kort nog even
den inhoud van haar grootvaders testa
ment. Maar ook dit leek niet in staat de mee
ning van tante Clare te veranderen.
Het heele verhaal omtrent het gedrag
van je vader, zoowel in zijn jeugd als in den
oorlog is gelogen, zei ze hard. Ik heb hem
gekend en ik verzeker je, dat hij tot zooiets
niet in staat was.
Zoo denk ik er ook over, tante. Helaas
schijnen de bewijzen, dat hij inderdaad
schuldig was, zeer sterk te zijn.
Een mooie dochter ben je, om zoo iets
te zeggen.
Maar tante, nu oordeelt u toch met
rechtvaardig. Ik kan toch niet helpen, dat
de uitspraak van het Militaire Gerechtshof
in zijn nadeel is uitgevallen? Maar notaris
Branton en ik hebben besloten om geen mid
del onbeproefd te laten om de onschuld van
mijn vader aan te toonen. Gelooft u me, wij
zün er even sterk van overtuigd als u, dat
vadei zooiecs nul gedaan kan hebben; wij
zullen alles doen om licht in deze zaak te
brengen, maar wij verhelen ons daarbij niet,
dat het een bijzonder lastig geval is.
Het spijt mij, kind, dat ik me zoo heb
laten gaan. verontschuldigde tante Clare
zich, maar ze scheen nog heel weinig met
het groote nieuws te zijn ingenomen. Gladys
bemerkte het wel, maar kon de oorzaak er
van niet zoo gauw gissen.
Tante Clare zuchtte en zeide na een poosje
stilzwijgen:
Ik zal je erg missen, lief kind. Je bent
altijd zoo hartelijk voor me geweest, je was
de steun en het zonnetje van mijn ouden
dag.
Missen, hoe bedoelt u dat, tante?
- Nu je zult je intrek toch wel nemen op
het kasteel enmaar het goede mensch
kreeg de kans niet om haar zin uit te spre
ken. Gladys knielde bij haar stoel neer en
terwijl zij de wangen van de oude dame
streelde, zeide zij: Foei tante Clare. Nu is
het mijn beurt om boos te zijn op u. Na
tuurlijk neem ik u mee naar Boroughbridge
en dan zult u eens bemerken, hoe prettig
het is om vertroeteld te worden op je ouden
dag. Hoe kunt u nu denken, dat ik u hier
op deze bovenkamers zou achterlaten; ik
dacht toch, dat u mij een beetje beter kende.
Maar ze zullen het niet goed vinden
protesteerde tante Clare nog.
Wie zijn „ze"? Ik ben de baas tante,
een gravin Boroughbridge heeft alleen maar
te gebieden en anderen zijn er om haar te
gehoorzamen. Overmorgen ga ik vast vooruit
om eens te kijken en dan laat ik vlug in
een der zijvleugels een paar prachtige ka
mers voor u Inrichten. Dan kom ik u halen
en blijft u voorgoed bij me.
Maar nog had Gladys den slag niet heele-
maal gewonnen.
Ach kind, ik kan immers niet omgaan
met de menschen, die je nu zult moeten
ontvangen en als ik het zou kunnen, dan
zou ik hetmog heelemaal niet willen, want ik
verlang nog naar een paar jaar rust en niet
'naar omgang met voorname personen.
Maar lieve tante Clare, daar verplicht
ik u immers heelemaal niet toe. U kunt weg
blijven als u wilt en komen als u wilt.. U
zuit altijd mijn eeregast zijn. Maar als u
liever op u zelf blijft wonen in een afzon
derlijk gedeelte van het slot, zult u toch
moeten goed vinden, dat ik lederen dag even
bij u aanloop om een praatje te maken. Toe,
belooft u me nu, dat u komen zult.
Nu was tante Clare niet langer bestand
tegen zooveel aandrang en met een gelukki
gen glimlach knikte ze het meisje toe.
(Wordt vervolgd).
Tengevolge van den Noord-Wester-
storm is Dinsdagmiddag een groot ge
deelte van de Rotterdamsche binnen
stad onder water geloopen. Een der
overstroomde straten