HET NIEUWE AVONDBLAD
Redders beloond.
verlengd
4708
De ondergang van de Trucojo IJM 201
tentoonstelling
,oud ijmuiden
ELZER's
Visscherij-Snufjes
22e JAARGANG No. 30
ZATERDAG 5 DECEMBER '35'
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij M.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
Uren lang hadden de vier opvarenden den
dood voor de oogen.
Hartelijke ontvangst op Norderney.
AAN HEEREN VISCHHANDELAREN.
Hierdoor deelen wij U mede, dat vanaf 1 JANUARI 1937 onze ijsprijs
voor den vischhandel voor levering af fabriek of af onze standplaats in
de Rijksvischhal excl. omzetbelasting zal bedragen ƒ8.25 per ton.
Bij bestelling van minstens 1 ton tegelijk, zal het ijs franco voor het
pakhuis van onze afnemers te IJmuiden worden geleverd.
Aan onze afnemers, die meer dan 50 ton ijs in het kalenderjaar 1937
hebben betrokken en hun ongedeelde behoefte aan ijs van ons
gedurende het geheele kalenderjaar 1937 hebben afgenomen en
betaald, zullen wij aan het einde van dat jaar een reductie uitkeeren
van 0.50 per afgenomen ton ijs.
Wij zijn bereid op deze basis met U te contracteeren.
Aanbevelend,
N.V. Ijsfabriek en Koelhuis IJSVRIES.
N.Z.H.R.M. schenkt hor
loge met inscriptie aan
Nestor-bemanning.
Voor de redding van 9 man
van den logger SCH. 68.
Wegens de zeer groote
belangstelling hebben wij
besloten de tentoonstelling
met drie dagen te verlengen,
en wel
maandag 7 December
dinsdag 8 December
woensdag 9 December
telkens van 35 en 710 n.m.
Keurcollectie Zelfbinders
Het geschenk voor den Man
TAXI
VREESWIJ K
AAN HEEREN REEDERS VAN
VISSCHERSVAARTUIGEN.
Hierdoor deelen wij U mede, dat vanaf
1 Januari 1937 onze ijsprijs voor levering
franco aan boord van Uwe vaartuigen
zal bedragen 6.25 p. ton van 1000 K.G.
Indien U gedurende het kalenderjaar
1937 Uw ongedeelde behoefte aan ijs
van ons hebt afgenomen, dan zijn wij
bereid aan het eind van dit kalender
jaar U een reductie uit te keeren van
25 cent per afgenomen ton ijs.
Indien U dit wenscht, zijn wij bereid
voor den bovengenoemden netto prijs
van ƒ6.- met U een contract af te sluiten.
N.V. VEREENIGDE IJSFABRIEKEN
IJMUIDEN.
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2yi cents incasso, per kwartaal f 1.20
plus S cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
ADVERTENTIëN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer
IS ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 26 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelLugen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DÏT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN SI DB NEVEN-EDITIE HET
AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; ƒ600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; f 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; 30.- bij breuk van
boven- en/of onderarm; ƒ30.- bij breuk van beven- en/of onderbeen. Ten
gevolge van spoor-, tram- of autobasongeval; ƒ1000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van flen man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar
tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart.
tot een maximum van ƒ2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abosoné(e) zeH is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- at autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-
Bank te Schiedam. j
Het staat daar zoo nuchter in de krant:
„Het visschersvaartuig Trucojo IJM. 201 is bij
Norderney gestrand. De bemanning werd ge
red, het schip is echter als verloren te be
schouwen". Kan men korter en soberder het
bericht van een scheepsramp weergeven, waar
bij gedurende vele uren de vier opvarenden,
allen jonge kerels de jongste was 17, de
oudste 31 jaar! een strijd op leven en dood
hebben gevoerd met de woedende elementen?
Wel twintigmaal hadden wij den dood
voor de oogen, zoo zeide ons een van de op
varenden. -Wat wij hebben moeten door
staan, is met geen pen te beschrijven.
Eén uitvoerig relaas mochten wij opteeke-
nen uit den mond van den jongen zeeman,
die pas met den trein uit Duitschland was
teruggekeerd en bij wien lang in herinnering
zullen blijven voortleven de bange uren vóór
de redding en de blijde uren daarna, gevolgd
door een feestelijke ontvangst op het schoone
Duiteche Waddeneiland.
Donderdag 26 November was de Trucojo
IJM. 201, een snurrevaad-botter, uitgerust met
een 50 P.K. motor van IJmuiden vertrokken
om langs de Waddeneilanden te gaan visschen.
Het was goed weer, met Oostelijken wind. Za
terdag zijn we, aldus de jonge zeeman, ter
hoogte van Terschelling gaan visschen tot
Zaterdagmiddag, waarna we naar Borkum
stoomden, een afstand van ongeveer 50 mijl.
Maandagmorgen 6 uur kwamen we bij Borkum,
waar we om 7 uur voor het eerst het net uit
wierpen. De zee was wat „rumoerig" gewor
den, maar het was nog goed vischweer. Spoedig
kregen we pech, doordat het net vastliep.
Maandagmorgen 11 uur vingen we met ons
radiotoestel het Deensche weerbericht op. Dat
voorspelde weinig goeds: Verwacht krachtige
tot stormachtige wind uit het Westen tot het
Noordwesten. Dit deed ons besluiten, vóór den
storm Borkum binnen te loopen. Maar daar
het inmiddels te laat was geworden, om vóór
het vallen van den avond de haven van Bcpr-
kum te bereiken, besloten we, het ruime sop
te blijven houden, door met den kop in den
Wind te blijven steken.
Het weer werd slechter.
Het weer werd steeds slechter en Maandag
avond 9 uur was het vliegend stormweer. We
maakten alles zeeklaar aan dek om den storm
te kunnen doorstaan. Touwwerk en netten
werden stevig vastgesjord en de luiken van
het bun gooiden we open om een goede loozing
te krijgen van het overslaande water. En zoo,
met den kop op zee wachtten we de dingen
af, die zouden gebeuren.
Dit was niet veel goeds. Het werd noodweer
met windsterkte 12, zooals we later hebben
vernomen.
We probeerden, door onzen motor
met volle kracht te laten draaien, den
kop in den wind te houden. Het werd
noodweer. Huizenhooge zeeën liepen
over het schip heen. Op dat oogenblik
verkeerden we in nood en van dat
oogenblik af tot onze redding hadden
we twintigmaal den dood voor de
oogen. We stakelden naar een schip,
dat zich in onze nabijheid bevond.
Maar zonder succes. Zagen ze onze
vuurpijlen niet, of hadden ze met zich
zelf teveel te doen om ons te kunnen
helpen?
Tot overmaat van ramp begon het zeil uit
te scheuren en gaf de motor het op, vermoe
delijk doordat we er te veel van gevergd had
den. We maakten nu van het vierkante zeil,
dat we voerden een driekant door de giek te
laten zakken en aan den mast vast te sjorren.
Er bleef ons toen maar één middel over tot
redding: te trachten, om met een „onklaar"
anker, d.w.z. het anker zoo in te richten, dat
het niet grijpt, maar over den bodem voort
glijdt, met den kop op zee te houden. Haast
alle beschikbare ketting en trossen hadden
we op het anker gestoken. Hadden we een
klaar anker uitgegooid, dan zou zeer zeker
de ankerketting zijn gebroken en hadden we
ons eenig anker verspeeld, wat ons tot een
speelbal der golven had gemaakt of waren
we onderstboven geworpen.
Nadat we al onze vuurpijlen hadden afge
stoken, bedden en stroozakken hadden ver
brand, om maar alles te doen om de aan
dacht te trekken, dreven we hoe langer hoe
meer naar het Norderneyer Rif in Z.O. rich
ting. Hier kregen we het geweldig te kwaad;
gevaarlijk opkrullende zeeën, de echte bran
dingverschijnselen. En we dachten niet anders,
of we zouden het er niet levend afbrengen.
Zoo verstreek de nacht en zelden is de da
geraad blij der begroet dan door ons, na zulk
een ontzettende nacht
Zoo werd het Dinsdagmorgen. We heschen
een vlag, als dagteeken, dat we in nood ver
keerden. We konden zelf niets meer doen dan
te controleeren, dat de luiken goed gesjord,
bleven. In de kajunt was het 's nachts al een
ruïne geworden. Het radiotoestel was kapotge
slagen, kachel en tafel omver geworpen. Maar
daar trokken we ons niets van aan. Alles was
gericht op lijfsbehoud.
Het schip hield zich buitengewoon goed.
Met onze reddinggordels om wachtten we af,
wat er met ons gebeuren zou
Over het rif gewor-pen.
Zoo werden we over het eerste rif geworpen.
Dat hadden we tenminste overleefd. E'ven
kwam er wat verademing, maar we waren nog
lang niet buiten gevaar. Voor ons kookte de
branding van het eiland Norderney. Ons anker
te laten slippen, om zoo hoog mogelijk op het
strand te worden geworpen, durfden we niet.
We waren bang dat we zonder het sleepanker
in den grond gegooid zouden worden.
Om 9 uur Dinsdagmorgen zagen we het
strand op ongeveer 2 K.M. van ons verwijderd.
Hulpeloos werden we naar de kust gedreven.
De zee was egaal wit en alles om ons heen
was één kokende, kolkende massa. Hoe komen
we daar doorheen, vroegen we ons af.
Maar ook deze vier zeelui mochten onder
vinden, dat waneer de nood het hoogst is, de
redding nabij is.
De reddingboot is in aantocht.
Toen zagen we de reddingboot van Norder
ney, de Bremen, een motorreddingboot op ons
af komen, 'die was uitgevaren ondanks dat
men op het eiland dacht, dat we al lang van
boord waren geslagen.
Het was in de geweldige branding
van het rif een daad van onvergete-
lijlcen heldenmoed, ons ter hulp te
komen. Op gevaar van een botsing
kwam de Bremen zoo dicht mogelijk
bij ons. Dit gelukte na eenige handige
manoeuvres van den Duitschen schip
per. In volle vaart voer de Bremen
alngs ons heen, twee van ons, de
stuurman en 'de kok sprongen over.
De schipper en de matroos bleven nog
achter.
Men wierp toen een lijn over, die door den
schipper gegrepen werd. Nu slaagde de red
dingboot er niet meer in dicht bij ons te
komen. Daarom bond de schipper den matroos
de lijn om het lichaam, waarna de bemanning
van de reddingboot den matroos door het
water naar zich toetrok. Op het oogenblik, dat
men den matroos aan dek zou hijschen, wer
den beide schepen als het ware onder één
hevige zee bedolven. De matroos kwam onder
de reddingboot terecht, doch kon nog aan
boord getrokken worden. Door dezelfde stort
zee sloeg schipper Emmelot van de Trucojo
overboord. Men zag hem even later 50 M. ach
ter de reddingboot in de branding. Snel voer
de Bremen achteruit en ook de schipper kon
worden gered.
Tien minuten later was de Trucojo een prooi
van de branding.
Half twaalf kwam ide Bremen met de vier
schipbreukelingen in de haven van Norderney
aan. De Bremen had een reddingswerk ver
richt, als maar zelden in de annalen van het
reddingswezen wordt opgeteekend.
Hartelijke ontvangst op Norderney.
Nauwelijks waren de Hollandsche schip
breukelingen aan wal of ze werden naar een
hotel gebracht.
In het hotel kregen we allereerst een paar
cognacjes voor den schrik en tegen de koude,
waarna men ons naar het Rathaus bracht,
waar we door den burgemeester Dr. de Haan
allerhartelijkst werden ontvangen. Deze zorgde
er voor dat we in nieuwe kleeren werden ge
stoken en we een goed onderdak kregen. Men
liet het ons aan niets ontbreken.
Des avonds wer er ter eere van onze redding
een feest georganiseerd onder leiding van den
burgemeester. Daarbij waren ook de beman
ning van de Bremen tegenwoordig en tal van
officieele personen. De burgemeester hield een
toespraak waarbij hij de bemanning van de
reddingboot hulde bracht voor hun kranige
redding. Ook schipper Emmeloot dankte de
moedige redders, waarbij hij zeide, dat hij
niet geloofd had, in zulk weer gered te zullen
worden.
De redders ontvingen een telegrafischen ge-
lukwensch van den Führer.
Zoo is het lijf gered van de vier jonge kerels.
Dat is wel het groote geluk.
Maar al hun have en goed is verloren en
zoowel de schipper als de drie andere opva
renden zijn hun „job" kwijt. Berooid van alles
en dat na zulk een reis.
Hierover is, hopen we, het laatste woord
nog niet gesproken.
VERKOOP VAN KAARTEN VOOR
WERKLOOZEN.
De verkoop van kaarten voor werkloozen,
voor werkloozen den wedstrijd V.S.V.Sparta
wordt gehouden uitsluitend Zaterdagmiddag
van 35 uur op het terrein.
HARINGLOGGERS SNIJDEN AF.
In verband met het vergevorderde haring-
seizoen hebben eenige loggers de teelt be
ëindigd. Zij worden voor de trawlvisscherij
gereed gemaakt en zullen over eenige weken
voor het uitoefenen va nhun wintervisscherij
naar zee gaan.
PERSONALIA.
Onze vroegere plaatsgenoot de heer R. van
der Mast Jr. slaagde te Utrecht voor het
voorber. Kerk-examen.
DE AZIMUTH KRIJGT EEN ECHOLOOD.
De Azimuth, die in het dok is geplaatst om
de stormschade té herstellen, zal worden uit
gerust met een echolood.
ANS J OVIS V OORRAAD.
De voorraad ansjovis, opgeslagen in de kel
ders en pakhuizen van de Coöp. Ansjovis-
verkoopvereeniging te Amsterdam per 1 De
cember j.l. bedroeg 37495 ankers en 784 ton
nen. In November werden opgeslagen 185
ankers en uitgeslagen 2108 ankers.
(Adv. Ingez. Med.)
Oprechte hartelijkheid sprak uit de
woorden, die de heer P. E. Tegelberg,
voorzitter van de Noord- en Zuid-Hol-
landsche Redding Mij. richtte tot de
bemanning van de sleepboot Nestor
van Bureau Wijsmuller bij het uitrei
ken van de horloges met inscriptie
een gouden voor den kapitein, een zil
veren voor de vijf andere opvarenden,
welke de N. Z. H. R. M. schonk als be
looning voor de moedige redding van
negen schipbreukelingen van de
SCH. 68.
Deze uitreiking geschiedde gistermorgen op
eenigszins plechtige wijze ten kantore van
Bureau Wijsmuller in tegenwoordigheid van
den heer L. Goedkoop, directeur der N.V. Ree-
derij voorheen Goedkoop te Amsterdam,. H.
Th. de Booij, secretaris der Noord- en Zuid-
Hollandsche, de heeren R. Rutten, C. Oud en
J. Seijffert van de plaatselijke commissie, de
bemanning van de Neeltje Jacoba en den
heer J. Boon, directeur en personeel van Bu
reau Wijsmuller.
n
Mannen van de Nestor, aldus de heer Te
gelberg, het is mij een voorrecht, u in te
genwoordigheid van uwe directie te kunnen
toespreken. Gij begrijpt, dat de N.Z.H.R.M. al
les, wat hier op de kust gebeurt, met de groot
ste aandacht volgt. De Zuid-Hollandsche Mij.
tot Redding van Schipbreukelingen doet dit
op haar terrein bezuiden de Maas. Uw optre
den op 27 October is onze aandacht niet ont
gaan, zoo vervolgde de heer Tegelberg. Wij
hebben in de couranten uitstekende beschrij
vingen van de redding gelezen en de weten
schap, dat onze Hollandsche sleepbootreeders
en ook de bemanningen der sleepbooten eer
ste klas zijn, is door de verslagen bevestigd.
In zijn vergadering van 17 November van
het bestuur van de N. Z. H. R. M. is een uit
voerige beschouwing gehouden over hetgeen
gij dien dag hebt gedaan. Het bestuur heeft
gemeend, daar het zoo zelden voorkomt, iets
te kunnen doen voor de bemanning van sleep
booten, waarvan de moeilijke taak en de zee
manskunst en de moed bekend zijn en die niet
onder doen voor de bemanningen der redding
booten, aan de opvarenden van de Nestor, die
met groot levensgevaar veel menschen hebben
gered, een aandenken te schenken.
Hierna overhandigde de heer Tegelberg de
fraaie horloges, eerst het gouden aan schip
per M. de Koe, daarna de zilveren aan A.
Broek, stuurman, J. H. Stol, machinist, M. A.
de Visser, stoker, A. C. Blinkhoff en J. v d
Graaff matrozen.
Hij complimenteerde daarna den heer Boon
met de uitstekende bemanning der sleep
booten.
De heer Boon dankte daarop het hoofdbe
stuur en de plaatselijke commissie der N. Z
H. R. M. voor de mooie belooningen en de
uitingen van waardeering. Ons werk, zoo sprak
de heer Boon, is zoo vlug mogelijk bij de
schepen te komen om wat te verdienen. Maar
er zijn momenten, dat ze niet vragen: wat is
er te verdienen, maar: wat kan ik doen voor
mijn medemenschen. Het telegram van hulde
van de Koningin, Prinses Juliana en Prins
Bernhard had spreker zeer getroffen. De heer
Boon verzekerde, dat de menschen niets zul
len nalaten om steeds klaar te staan, hun me
demenschen te redden. Bureau Wijsmuller
had tegenover de N. Z. H. R. M. een kleine
schuld in te lossen wegens de redding van de
opvarenden van de Drente. Toen hebben uwe
menschen de onzen gered, onze menschen heb
ben nu met deze redding hun schuld afgelost.
Als er wat te doen is op de Nederlandsche
kust, zoo besloot de heer Boon, kan men
steeds op Bureau Wijsmuller en zijn menschen
rekenen.
Na afloop van de plechtigheid bleef men
nog eenigen tijd bijeen om alles, wat er op
dien noodlottigen stormdag was geschied, nog
eens de revue te laten passeeren.
HEERENMODEMAGAZIJN
TROMPSTRAAT 22
(Adv. Ingez. Med.)
PECH BIJ HET UITVAREN.
De Amsterdam IJM. 58 had deze week wel
pech bij het uitvaren. Op punt van vertrek
constateerde men lekkage van den ketel. Het
vertrek werd daarom uitgesteld tot des mid
dags. Nauwelijks had het schip des middags
achteruitgeslagen om van den kant te komen,
of opnieuw bleek de ketel lek te zijn, zoodat
het vertrek opnieuw moest worden uitgesteld.
De schipbreukelingen van de Trucojo IJM. 201 (zittend) en hun
Duitsche redders.
Passagiers verzekerd
IGARAGE Tusschenbeeksweg7
(Adv. Ingez. Med.)
CCLXXXIII.
Het gaat zeker niet slecht met de visscherij,
maar als we rekening houden met alles wat
aan het bedrijf vast zit en verder kijken dan
onze neus lang is, dat is de bodem wel weer
tamelijk vulkaan-achtig. Wel zijn het maar
flauwe rookwolkjes, die uit den krater op
stijgen, maar af en toe hoor je een verdacht
gerommel, dat in den regel aan een uitbar
sting vooraf gaat.
De tijd, dat er onderhandeld wordt tusschen
de reeders en de organisaties en dat komt
voor rondom eiken Nieuwjaarsdag gedurende
een langere of kortere periode, naar gelang
van de omstandigheden is altijd een tijd vol
spanning. Ook dit jaar is dit het geval. We
hebben dezer dagen de verlangens van de
organisaties in de IJmuider Courant kunnen
lezen en daarover zal wel weer een hartig
woordje gesproken worden. Ik wil op de din
gen niet vooruitloopen en zal maar eens rus
tig afwachten wat ons de naaste toekomst
brengt. Alleen hoop ik maar, dat het niet tot
een conflict komt.
Niet alleen aan de Zuidzijde, ook aan de
Noordzijde is het tamelijk onrustig en wel
sedert den dag, waarop de regeering is begon
nen met het inkoopen van visch voor de werk
loozen. Het is ons allen nu al duidelijk ge
worden, dat de handel door deze regeerings-
concurrentie ernstig geschaad wordt. Ik heb
hier tot nu toe niet veel over gezegd, omdat
ik ongaarne afging op uit de streken, waar
de visch gedistribueerd is overgewaaide be
richten.
Maar nu weet ik toch wel positief, dat voor den
binmenlandschen handel de strijd om het be
staan al weer moeilijker is geworden. Ik heb
mij er van kunnen overtuigen, dat handelaars
in IJmuiden uit die plaatsen, waarheen door
de regeering visch is gezonden, veel minder
bestellingen kregen dan anders, evenals dat ik
nu ook weet, dat er met de visch op sommige
plaatsen raar is omgesprongen.
Zoo komt de binnenlandsche handel hoe
langer hoe meer in de verdrukking en wordt
het voor velen hoe langer hoe moeilijker, het
hoofd boven water te houden. Daarvoor is het
noodig, dat men eensgezind en met opzij zet
ten van persoonlijke belangen zich tegien den
aanval verweert.
De laatsten tijd hebben de beide vereeni-
gingen van vischhandelaars, de IJmuider
Vischhandel Vereeniging en de Zeevisch
Groothandel, nauw samenwerkend, de strijd
bijl gehanteerd. Dat is natuurlijk heel mooi,
maar het bleven toch twee verschillende
legers,, aangevoerd door verschillende leiders.
Zou een vereenigd leger onder één leiding niet
met meer succes strijd kunnen voeren? Men be
oogt toch immers hetzelfde doel?
Ik mag het hier wel verklappen:! er wordt
gestreefd naar fusie, naar het stichten van één
vereeniging, die den ganschen handel omvat.
Zoover is men reeds, dat ik durf voorspellen
dat de fusie er komt, waardoor een eenheids
front kan worden gevormd, dat de grootst
mogelijke weerbaarheid bezit om den vijand, die
van alle kanten aan komt stormen het hoofd
te kunnen bieden.
Dat is verblijdend nieuws. Waarom twee
vereenigingen als men met één kan volstaan?
Deze week is onze vloot weer met een groo-
ten trawler uitgebreid. Dat is goed nieuws.
Ik had nog geen gelegenheid, met Lord
Chelmsford, die reeds in zijn nieuwe home is
aangekomen, kennis te maken. Het moet een
mooie boot zijn, nog jong genoeg om nog ge
durende tal van jaren de kleuren van IJmui
den met eere te voeren. Er is gezegd, dat het
de grootste boot van de IJmuidensche vloot
is, maar dat is niet juist. De Schoorl en de
Alkmaar zijn zeker grooter.
PIETERMAN.
(Adv. Ingez. Med.)
VOOR DE T. B. C.-BESTRIJDING.
De uitvoering die Varia onlangs met
„Baldpate" in Concordia gaf, ten bate van
de Vereeniging tot bestrijding der Tuber
culose heeft opgebracht f 152.41.
OPENBARE VERGADERING DER N. S. B.
De Kring Kennemerland der N. S. B. belegt
Donderdag 10 December a.s. een openbare
vergadering in Thalia.
Ais spreker zal optreden Ds. G. van Duyll,