HET NIEUWE AVONDBLAD Redders beloond. verlengd 4708 De ondergang van de Trucojo IJM 201 tentoonstelling ,oud ijmuiden ELZER's Visscherij-Snufjes 22e JAARGANG No. 30 ZATERDAG 5 DECEMBER '35' Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij M.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Uren lang hadden de vier opvarenden den dood voor de oogen. Hartelijke ontvangst op Norderney. AAN HEEREN VISCHHANDELAREN. Hierdoor deelen wij U mede, dat vanaf 1 JANUARI 1937 onze ijsprijs voor den vischhandel voor levering af fabriek of af onze standplaats in de Rijksvischhal excl. omzetbelasting zal bedragen ƒ8.25 per ton. Bij bestelling van minstens 1 ton tegelijk, zal het ijs franco voor het pakhuis van onze afnemers te IJmuiden worden geleverd. Aan onze afnemers, die meer dan 50 ton ijs in het kalenderjaar 1937 hebben betrokken en hun ongedeelde behoefte aan ijs van ons gedurende het geheele kalenderjaar 1937 hebben afgenomen en betaald, zullen wij aan het einde van dat jaar een reductie uitkeeren van 0.50 per afgenomen ton ijs. Wij zijn bereid op deze basis met U te contracteeren. Aanbevelend, N.V. Ijsfabriek en Koelhuis IJSVRIES. N.Z.H.R.M. schenkt hor loge met inscriptie aan Nestor-bemanning. Voor de redding van 9 man van den logger SCH. 68. Wegens de zeer groote belangstelling hebben wij besloten de tentoonstelling met drie dagen te verlengen, en wel maandag 7 December dinsdag 8 December woensdag 9 December telkens van 35 en 710 n.m. Keurcollectie Zelfbinders Het geschenk voor den Man TAXI VREESWIJ K AAN HEEREN REEDERS VAN VISSCHERSVAARTUIGEN. Hierdoor deelen wij U mede, dat vanaf 1 Januari 1937 onze ijsprijs voor levering franco aan boord van Uwe vaartuigen zal bedragen 6.25 p. ton van 1000 K.G. Indien U gedurende het kalenderjaar 1937 Uw ongedeelde behoefte aan ijs van ons hebt afgenomen, dan zijn wij bereid aan het eind van dit kalender jaar U een reductie uit te keeren van 25 cent per afgenomen ton ijs. Indien U dit wenscht, zijn wij bereid voor den bovengenoemden netto prijs van ƒ6.- met U een contract af te sluiten. N.V. VEREENIGDE IJSFABRIEKEN IJMUIDEN. IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2yi cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus S cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301 ADVERTENTIëN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer IS ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 26 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelLugen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DÏT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN SI DB NEVEN-EDITIE HET AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; ƒ600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; f 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; 30.- bij breuk van boven- en/of onderarm; ƒ30.- bij breuk van beven- en/of onderbeen. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobasongeval; ƒ1000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van flen man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart. tot een maximum van ƒ2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abosoné(e) zeH is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- at autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. j Het staat daar zoo nuchter in de krant: „Het visschersvaartuig Trucojo IJM. 201 is bij Norderney gestrand. De bemanning werd ge red, het schip is echter als verloren te be schouwen". Kan men korter en soberder het bericht van een scheepsramp weergeven, waar bij gedurende vele uren de vier opvarenden, allen jonge kerels de jongste was 17, de oudste 31 jaar! een strijd op leven en dood hebben gevoerd met de woedende elementen? Wel twintigmaal hadden wij den dood voor de oogen, zoo zeide ons een van de op varenden. -Wat wij hebben moeten door staan, is met geen pen te beschrijven. Eén uitvoerig relaas mochten wij opteeke- nen uit den mond van den jongen zeeman, die pas met den trein uit Duitschland was teruggekeerd en bij wien lang in herinnering zullen blijven voortleven de bange uren vóór de redding en de blijde uren daarna, gevolgd door een feestelijke ontvangst op het schoone Duiteche Waddeneiland. Donderdag 26 November was de Trucojo IJM. 201, een snurrevaad-botter, uitgerust met een 50 P.K. motor van IJmuiden vertrokken om langs de Waddeneilanden te gaan visschen. Het was goed weer, met Oostelijken wind. Za terdag zijn we, aldus de jonge zeeman, ter hoogte van Terschelling gaan visschen tot Zaterdagmiddag, waarna we naar Borkum stoomden, een afstand van ongeveer 50 mijl. Maandagmorgen 6 uur kwamen we bij Borkum, waar we om 7 uur voor het eerst het net uit wierpen. De zee was wat „rumoerig" gewor den, maar het was nog goed vischweer. Spoedig kregen we pech, doordat het net vastliep. Maandagmorgen 11 uur vingen we met ons radiotoestel het Deensche weerbericht op. Dat voorspelde weinig goeds: Verwacht krachtige tot stormachtige wind uit het Westen tot het Noordwesten. Dit deed ons besluiten, vóór den storm Borkum binnen te loopen. Maar daar het inmiddels te laat was geworden, om vóór het vallen van den avond de haven van Bcpr- kum te bereiken, besloten we, het ruime sop te blijven houden, door met den kop in den Wind te blijven steken. Het weer werd slechter. Het weer werd steeds slechter en Maandag avond 9 uur was het vliegend stormweer. We maakten alles zeeklaar aan dek om den storm te kunnen doorstaan. Touwwerk en netten werden stevig vastgesjord en de luiken van het bun gooiden we open om een goede loozing te krijgen van het overslaande water. En zoo, met den kop op zee wachtten we de dingen af, die zouden gebeuren. Dit was niet veel goeds. Het werd noodweer met windsterkte 12, zooals we later hebben vernomen. We probeerden, door onzen motor met volle kracht te laten draaien, den kop in den wind te houden. Het werd noodweer. Huizenhooge zeeën liepen over het schip heen. Op dat oogenblik verkeerden we in nood en van dat oogenblik af tot onze redding hadden we twintigmaal den dood voor de oogen. We stakelden naar een schip, dat zich in onze nabijheid bevond. Maar zonder succes. Zagen ze onze vuurpijlen niet, of hadden ze met zich zelf teveel te doen om ons te kunnen helpen? Tot overmaat van ramp begon het zeil uit te scheuren en gaf de motor het op, vermoe delijk doordat we er te veel van gevergd had den. We maakten nu van het vierkante zeil, dat we voerden een driekant door de giek te laten zakken en aan den mast vast te sjorren. Er bleef ons toen maar één middel over tot redding: te trachten, om met een „onklaar" anker, d.w.z. het anker zoo in te richten, dat het niet grijpt, maar over den bodem voort glijdt, met den kop op zee te houden. Haast alle beschikbare ketting en trossen hadden we op het anker gestoken. Hadden we een klaar anker uitgegooid, dan zou zeer zeker de ankerketting zijn gebroken en hadden we ons eenig anker verspeeld, wat ons tot een speelbal der golven had gemaakt of waren we onderstboven geworpen. Nadat we al onze vuurpijlen hadden afge stoken, bedden en stroozakken hadden ver brand, om maar alles te doen om de aan dacht te trekken, dreven we hoe langer hoe meer naar het Norderneyer Rif in Z.O. rich ting. Hier kregen we het geweldig te kwaad; gevaarlijk opkrullende zeeën, de echte bran dingverschijnselen. En we dachten niet anders, of we zouden het er niet levend afbrengen. Zoo verstreek de nacht en zelden is de da geraad blij der begroet dan door ons, na zulk een ontzettende nacht Zoo werd het Dinsdagmorgen. We heschen een vlag, als dagteeken, dat we in nood ver keerden. We konden zelf niets meer doen dan te controleeren, dat de luiken goed gesjord, bleven. In de kajunt was het 's nachts al een ruïne geworden. Het radiotoestel was kapotge slagen, kachel en tafel omver geworpen. Maar daar trokken we ons niets van aan. Alles was gericht op lijfsbehoud. Het schip hield zich buitengewoon goed. Met onze reddinggordels om wachtten we af, wat er met ons gebeuren zou Over het rif gewor-pen. Zoo werden we over het eerste rif geworpen. Dat hadden we tenminste overleefd. E'ven kwam er wat verademing, maar we waren nog lang niet buiten gevaar. Voor ons kookte de branding van het eiland Norderney. Ons anker te laten slippen, om zoo hoog mogelijk op het strand te worden geworpen, durfden we niet. We waren bang dat we zonder het sleepanker in den grond gegooid zouden worden. Om 9 uur Dinsdagmorgen zagen we het strand op ongeveer 2 K.M. van ons verwijderd. Hulpeloos werden we naar de kust gedreven. De zee was egaal wit en alles om ons heen was één kokende, kolkende massa. Hoe komen we daar doorheen, vroegen we ons af. Maar ook deze vier zeelui mochten onder vinden, dat waneer de nood het hoogst is, de redding nabij is. De reddingboot is in aantocht. Toen zagen we de reddingboot van Norder ney, de Bremen, een motorreddingboot op ons af komen, 'die was uitgevaren ondanks dat men op het eiland dacht, dat we al lang van boord waren geslagen. Het was in de geweldige branding van het rif een daad van onvergete- lijlcen heldenmoed, ons ter hulp te komen. Op gevaar van een botsing kwam de Bremen zoo dicht mogelijk bij ons. Dit gelukte na eenige handige manoeuvres van den Duitschen schip per. In volle vaart voer de Bremen alngs ons heen, twee van ons, de stuurman en 'de kok sprongen over. De schipper en de matroos bleven nog achter. Men wierp toen een lijn over, die door den schipper gegrepen werd. Nu slaagde de red dingboot er niet meer in dicht bij ons te komen. Daarom bond de schipper den matroos de lijn om het lichaam, waarna de bemanning van de reddingboot den matroos door het water naar zich toetrok. Op het oogenblik, dat men den matroos aan dek zou hijschen, wer den beide schepen als het ware onder één hevige zee bedolven. De matroos kwam onder de reddingboot terecht, doch kon nog aan boord getrokken worden. Door dezelfde stort zee sloeg schipper Emmelot van de Trucojo overboord. Men zag hem even later 50 M. ach ter de reddingboot in de branding. Snel voer de Bremen achteruit en ook de schipper kon worden gered. Tien minuten later was de Trucojo een prooi van de branding. Half twaalf kwam ide Bremen met de vier schipbreukelingen in de haven van Norderney aan. De Bremen had een reddingswerk ver richt, als maar zelden in de annalen van het reddingswezen wordt opgeteekend. Hartelijke ontvangst op Norderney. Nauwelijks waren de Hollandsche schip breukelingen aan wal of ze werden naar een hotel gebracht. In het hotel kregen we allereerst een paar cognacjes voor den schrik en tegen de koude, waarna men ons naar het Rathaus bracht, waar we door den burgemeester Dr. de Haan allerhartelijkst werden ontvangen. Deze zorgde er voor dat we in nieuwe kleeren werden ge stoken en we een goed onderdak kregen. Men liet het ons aan niets ontbreken. Des avonds wer er ter eere van onze redding een feest georganiseerd onder leiding van den burgemeester. Daarbij waren ook de beman ning van de Bremen tegenwoordig en tal van officieele personen. De burgemeester hield een toespraak waarbij hij de bemanning van de reddingboot hulde bracht voor hun kranige redding. Ook schipper Emmeloot dankte de moedige redders, waarbij hij zeide, dat hij niet geloofd had, in zulk weer gered te zullen worden. De redders ontvingen een telegrafischen ge- lukwensch van den Führer. Zoo is het lijf gered van de vier jonge kerels. Dat is wel het groote geluk. Maar al hun have en goed is verloren en zoowel de schipper als de drie andere opva renden zijn hun „job" kwijt. Berooid van alles en dat na zulk een reis. Hierover is, hopen we, het laatste woord nog niet gesproken. VERKOOP VAN KAARTEN VOOR WERKLOOZEN. De verkoop van kaarten voor werkloozen, voor werkloozen den wedstrijd V.S.V.Sparta wordt gehouden uitsluitend Zaterdagmiddag van 35 uur op het terrein. HARINGLOGGERS SNIJDEN AF. In verband met het vergevorderde haring- seizoen hebben eenige loggers de teelt be ëindigd. Zij worden voor de trawlvisscherij gereed gemaakt en zullen over eenige weken voor het uitoefenen va nhun wintervisscherij naar zee gaan. PERSONALIA. Onze vroegere plaatsgenoot de heer R. van der Mast Jr. slaagde te Utrecht voor het voorber. Kerk-examen. DE AZIMUTH KRIJGT EEN ECHOLOOD. De Azimuth, die in het dok is geplaatst om de stormschade té herstellen, zal worden uit gerust met een echolood. ANS J OVIS V OORRAAD. De voorraad ansjovis, opgeslagen in de kel ders en pakhuizen van de Coöp. Ansjovis- verkoopvereeniging te Amsterdam per 1 De cember j.l. bedroeg 37495 ankers en 784 ton nen. In November werden opgeslagen 185 ankers en uitgeslagen 2108 ankers. (Adv. Ingez. Med.) Oprechte hartelijkheid sprak uit de woorden, die de heer P. E. Tegelberg, voorzitter van de Noord- en Zuid-Hol- landsche Redding Mij. richtte tot de bemanning van de sleepboot Nestor van Bureau Wijsmuller bij het uitrei ken van de horloges met inscriptie een gouden voor den kapitein, een zil veren voor de vijf andere opvarenden, welke de N. Z. H. R. M. schonk als be looning voor de moedige redding van negen schipbreukelingen van de SCH. 68. Deze uitreiking geschiedde gistermorgen op eenigszins plechtige wijze ten kantore van Bureau Wijsmuller in tegenwoordigheid van den heer L. Goedkoop, directeur der N.V. Ree- derij voorheen Goedkoop te Amsterdam,. H. Th. de Booij, secretaris der Noord- en Zuid- Hollandsche, de heeren R. Rutten, C. Oud en J. Seijffert van de plaatselijke commissie, de bemanning van de Neeltje Jacoba en den heer J. Boon, directeur en personeel van Bu reau Wijsmuller. n Mannen van de Nestor, aldus de heer Te gelberg, het is mij een voorrecht, u in te genwoordigheid van uwe directie te kunnen toespreken. Gij begrijpt, dat de N.Z.H.R.M. al les, wat hier op de kust gebeurt, met de groot ste aandacht volgt. De Zuid-Hollandsche Mij. tot Redding van Schipbreukelingen doet dit op haar terrein bezuiden de Maas. Uw optre den op 27 October is onze aandacht niet ont gaan, zoo vervolgde de heer Tegelberg. Wij hebben in de couranten uitstekende beschrij vingen van de redding gelezen en de weten schap, dat onze Hollandsche sleepbootreeders en ook de bemanningen der sleepbooten eer ste klas zijn, is door de verslagen bevestigd. In zijn vergadering van 17 November van het bestuur van de N. Z. H. R. M. is een uit voerige beschouwing gehouden over hetgeen gij dien dag hebt gedaan. Het bestuur heeft gemeend, daar het zoo zelden voorkomt, iets te kunnen doen voor de bemanning van sleep booten, waarvan de moeilijke taak en de zee manskunst en de moed bekend zijn en die niet onder doen voor de bemanningen der redding booten, aan de opvarenden van de Nestor, die met groot levensgevaar veel menschen hebben gered, een aandenken te schenken. Hierna overhandigde de heer Tegelberg de fraaie horloges, eerst het gouden aan schip per M. de Koe, daarna de zilveren aan A. Broek, stuurman, J. H. Stol, machinist, M. A. de Visser, stoker, A. C. Blinkhoff en J. v d Graaff matrozen. Hij complimenteerde daarna den heer Boon met de uitstekende bemanning der sleep booten. De heer Boon dankte daarop het hoofdbe stuur en de plaatselijke commissie der N. Z H. R. M. voor de mooie belooningen en de uitingen van waardeering. Ons werk, zoo sprak de heer Boon, is zoo vlug mogelijk bij de schepen te komen om wat te verdienen. Maar er zijn momenten, dat ze niet vragen: wat is er te verdienen, maar: wat kan ik doen voor mijn medemenschen. Het telegram van hulde van de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard had spreker zeer getroffen. De heer Boon verzekerde, dat de menschen niets zul len nalaten om steeds klaar te staan, hun me demenschen te redden. Bureau Wijsmuller had tegenover de N. Z. H. R. M. een kleine schuld in te lossen wegens de redding van de opvarenden van de Drente. Toen hebben uwe menschen de onzen gered, onze menschen heb ben nu met deze redding hun schuld afgelost. Als er wat te doen is op de Nederlandsche kust, zoo besloot de heer Boon, kan men steeds op Bureau Wijsmuller en zijn menschen rekenen. Na afloop van de plechtigheid bleef men nog eenigen tijd bijeen om alles, wat er op dien noodlottigen stormdag was geschied, nog eens de revue te laten passeeren. HEERENMODEMAGAZIJN TROMPSTRAAT 22 (Adv. Ingez. Med.) PECH BIJ HET UITVAREN. De Amsterdam IJM. 58 had deze week wel pech bij het uitvaren. Op punt van vertrek constateerde men lekkage van den ketel. Het vertrek werd daarom uitgesteld tot des mid dags. Nauwelijks had het schip des middags achteruitgeslagen om van den kant te komen, of opnieuw bleek de ketel lek te zijn, zoodat het vertrek opnieuw moest worden uitgesteld. De schipbreukelingen van de Trucojo IJM. 201 (zittend) en hun Duitsche redders. Passagiers verzekerd IGARAGE Tusschenbeeksweg7 (Adv. Ingez. Med.) CCLXXXIII. Het gaat zeker niet slecht met de visscherij, maar als we rekening houden met alles wat aan het bedrijf vast zit en verder kijken dan onze neus lang is, dat is de bodem wel weer tamelijk vulkaan-achtig. Wel zijn het maar flauwe rookwolkjes, die uit den krater op stijgen, maar af en toe hoor je een verdacht gerommel, dat in den regel aan een uitbar sting vooraf gaat. De tijd, dat er onderhandeld wordt tusschen de reeders en de organisaties en dat komt voor rondom eiken Nieuwjaarsdag gedurende een langere of kortere periode, naar gelang van de omstandigheden is altijd een tijd vol spanning. Ook dit jaar is dit het geval. We hebben dezer dagen de verlangens van de organisaties in de IJmuider Courant kunnen lezen en daarover zal wel weer een hartig woordje gesproken worden. Ik wil op de din gen niet vooruitloopen en zal maar eens rus tig afwachten wat ons de naaste toekomst brengt. Alleen hoop ik maar, dat het niet tot een conflict komt. Niet alleen aan de Zuidzijde, ook aan de Noordzijde is het tamelijk onrustig en wel sedert den dag, waarop de regeering is begon nen met het inkoopen van visch voor de werk loozen. Het is ons allen nu al duidelijk ge worden, dat de handel door deze regeerings- concurrentie ernstig geschaad wordt. Ik heb hier tot nu toe niet veel over gezegd, omdat ik ongaarne afging op uit de streken, waar de visch gedistribueerd is overgewaaide be richten. Maar nu weet ik toch wel positief, dat voor den binmenlandschen handel de strijd om het be staan al weer moeilijker is geworden. Ik heb mij er van kunnen overtuigen, dat handelaars in IJmuiden uit die plaatsen, waarheen door de regeering visch is gezonden, veel minder bestellingen kregen dan anders, evenals dat ik nu ook weet, dat er met de visch op sommige plaatsen raar is omgesprongen. Zoo komt de binnenlandsche handel hoe langer hoe meer in de verdrukking en wordt het voor velen hoe langer hoe moeilijker, het hoofd boven water te houden. Daarvoor is het noodig, dat men eensgezind en met opzij zet ten van persoonlijke belangen zich tegien den aanval verweert. De laatsten tijd hebben de beide vereeni- gingen van vischhandelaars, de IJmuider Vischhandel Vereeniging en de Zeevisch Groothandel, nauw samenwerkend, de strijd bijl gehanteerd. Dat is natuurlijk heel mooi, maar het bleven toch twee verschillende legers,, aangevoerd door verschillende leiders. Zou een vereenigd leger onder één leiding niet met meer succes strijd kunnen voeren? Men be oogt toch immers hetzelfde doel? Ik mag het hier wel verklappen:! er wordt gestreefd naar fusie, naar het stichten van één vereeniging, die den ganschen handel omvat. Zoover is men reeds, dat ik durf voorspellen dat de fusie er komt, waardoor een eenheids front kan worden gevormd, dat de grootst mogelijke weerbaarheid bezit om den vijand, die van alle kanten aan komt stormen het hoofd te kunnen bieden. Dat is verblijdend nieuws. Waarom twee vereenigingen als men met één kan volstaan? Deze week is onze vloot weer met een groo- ten trawler uitgebreid. Dat is goed nieuws. Ik had nog geen gelegenheid, met Lord Chelmsford, die reeds in zijn nieuwe home is aangekomen, kennis te maken. Het moet een mooie boot zijn, nog jong genoeg om nog ge durende tal van jaren de kleuren van IJmui den met eere te voeren. Er is gezegd, dat het de grootste boot van de IJmuidensche vloot is, maar dat is niet juist. De Schoorl en de Alkmaar zijn zeker grooter. PIETERMAN. (Adv. Ingez. Med.) VOOR DE T. B. C.-BESTRIJDING. De uitvoering die Varia onlangs met „Baldpate" in Concordia gaf, ten bate van de Vereeniging tot bestrijding der Tuber culose heeft opgebracht f 152.41. OPENBARE VERGADERING DER N. S. B. De Kring Kennemerland der N. S. B. belegt Donderdag 10 December a.s. een openbare vergadering in Thalia. Ais spreker zal optreden Ds. G. van Duyll,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 1