Aftreden van Edward onvermijdelijk? Buitenlandsch overzicht
Engelsche Koningen en hun
huwelijksproblemen.
Thijs IJs en Dickie Dons in de wolken.
Geen speciale wetgeving ten behoeve
van het huwelijk.
De morganatische echtverbintenissen van
George IV en William IV.
ZATERDAG 5 DECEMBER 1936
Verklaring van Baldwin in het
Lagerhuis.
Duitsch vliegtuig in
Frankrijk verongelukt.
De Burgeroorlog in Spanje.
Delbos over Spanje's buiten
landsche politiek.
Steun aan Engeland toegezegd
Echtpaar viert zijn honderd
jarig huwelijksfeest.
De goede cijfers der Joodsche
leerlingen.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Havas meldt uit Londen 4 Decem
ber: Minister-president Baldwin heeft
in het Lagerhuis in antwoord op een
vraag van den Labour-afgevaardigde
Attlee verklaard, dat de regeering niet
bereid was, speciale wetgevende maat
regelen te nemen om het voorgenomen
huwelijk van den koning te vergemak
kelijken.
In parlementaire kringen is men
van meening, dat de oppositie, die
Baldwin tegen het huwelijk van den
koning heeft ontketend, den troons
afstand van den koning vrijwel onver
mijdelijk maakt.
„Sommige persorganen", zeide Baldwin in
zijn rede, „hebben gisteren en vandaag het
denkbeeld geopperd dat, indien de koning
mocht besluiten te trouwen, zijn gemalin niet
noodzakelijkerwijze koningin zou behoeven
te worden. Deze denkbeelden missen elke con-
stitutioneele basis. Onze wet kent niet zoo
iets als een morganatisch huwelijk. Het eenige
middel, dat het mogelijk zou maken een der
gelijk gevolg te vermijden, zou zijn een wet
geving voor een speciaal geval.
De regeering is niet bereid een dergelijke
wet in te dienen.
Bovendien zijn deze kwesties van
gemeenschappelijk belang voor het
geheele gemeenebest, en een zoodanige
verandering zou niet zonder de goed
keuring van alle dominions tot stand
gebracht kunnen worden. Na een door
mij ingesteld onderzoek, ben ik tot
de overtuiging gekomen, dat een der
gelijke toestemming niet zou worden
verleend.
Ik heb gemeend, dat het mijn plicht
was. deze verklaring af te leggen voor
dat het huis uiteengaat, teneinde elk
misverstand uit den weg te ruimen.
Op het oogenblik heb ik niets meer
te verklaren."
Na de woorden van Baldwin werd de zitting
van het Lagerhuis verdaagd.
De geruchten, volgens welke Churchill een
nieuw kabinet zou vormen en aldus het con-
stitutioneele geschil zou regelen tusschen
kabinet en vorst worden in Engelsche politieke
kringen als weinig gefundeerd beschouwd. Een
zoodanig kabinet zou trouwens geen 25 stem
men in het Lagerhuis achter zich hebben. Men
veronderstelt, dat deze geruchten hun oor
sprong vinden in de sympathie die Churchill
voor den koning gevoelt.
De aartsbisschop van Canterbury heeft een
beroep gedaan op allen, tot wier plicht het
behoort tot het volk te spreken, om zich te
onthouden van een bespreking van den bui
tengewoon moeilijken delicaten toestand tot
dat de beslissingen bekend zijn gemaakt.
De voorzitter van het Trade Union Congress,
Bevin, verklaarde, dat naar de meening van
het congres de supprematie van het parle
ment gehandhaafd moet blijven, hoe moeilijk
ook de kwestie mocht zijn.
Wedgwood, de Labour afgevaardigde, die
een motie heeft ingediend, waarin uiting werd
gegeven aan den wensch van het Lagerhuis,
koste wat het kost, te voorkomen dat de ko
ning afstand doet, heeft talrijke brieven en
telegrammen, voor het meerendeel afkomstig
van oud-strijders ontvangen, waarin hij ge-
lukgewenscht wordt. Een bewoner van Canada
verklaart in zijn telegram, er van overtuigd
te zijn, dat een referendum, dat in het geheele
Britsche rijk zou worden gehouden, ongetwij
feld gunstig voor de zaak van den koning zou
uitvallen.
In den laten avond trok gister een drie
honderdtal jongemannen en vrouwen door
Hydepark naar de poorten van het Bucking
ham Paleis, waar zij het volkslied zongen en
riepen: „Wij willen koning Edward, doch ook
Baldwin". De demonstranten werden door
eenige politieagenten met zachte hand van het
paleis verwijderd.
Minister-president Baldwin heeft gisteren
een onderhoud van 20 minuten met koning
Edward gehad.
Mevr. Simpson in Frankrijk.
In den nacht op Vrijdag is mrs.
Simpson incognito te Dieppe aange
komen aan boord van de „Newha-
ven" van de lijn DieppeNewhaven.
Alleen de officieren wisten wie de
reizigster was.
Mrs. Simpson vertrok vervolgens
met haar auto, welke uit Engeland
was overgekomen. Later werd ge
meld, dat zij op weg was naar de Ri-
vièra.
Op weg naar Spanje?
Bloedig gevecht bij Vill%verde.
Radio Sevilla meldt, dat de troepen van
Franco, na een dag rust genoten te heb
ben, gistermiddag den aanval hebben her
opend over het geheele front bij Villaverde.
De strijd eindigde met een aanval op Cerro
los Pedrigos, waarbij gebruik gemaakt werd
van handgranaten, terwijl met de bajonet
gevochten werd, driehonderd vreemdelingen,
strijdende aan de zijde der linkschen, wer
den gedood. Veel oorlogstuig viel den recht-
schen in handen. De luchtmacht van Franco
bombardeerde de wijk Reguélles en den sector
Pozuele. Het bombardement der linksche
stellingen in den sector Madrid is hervat.
Russisch stoomschip door
opstandelingen doorzocht.
Gibraltar, 4 December (Reuter-A.N.P.)
Een kanonneerboot der opstandelingen heeft
op eenigen afstand van Gibraltar een Rus
sisch stoomschip doorzocht. Een officier
heeft zich aan boord van het schip begeven,
dat thans koers zet naar Ceuta, begeleid
door de kanonneerboot.
Buitenlandsche vrijwilligers
in den burgeroorlog.
De subcommissie der non-interventie-com
missie heeft blijkens het officieele communi
qué in haar gisteren gehouden zitting van
gedachten gewisseld over de kwestie van de
toenemende deelneming van buitenlandsche
vrijwilligers aan den Spaanschen burgeroor
log alsmede over andere vormen van indi
recte interventie.
In de eerstvolgende zitting, welke op 7 De
cember zal worden gehouden, zullen te dien
aanzien voorstellen worden uitgewerkt, wel
ke aan de plenaire commissie zullen worden
Voorgelegd.
Uit Grenoble, 4 December. Het plaatselijk
blad „Petit Dauphinois" meldt, dat tegen den
middag een groot Duitsch vliegtuig bij Grand
Bornand is gevallen. Nadat het tegen den
grond was geslagen, gleed het in een ravijn.
Sneeuw maakte het onmogelijk, het toestel
te bereiken. Op de plaats, waar het vliegtuig
het eerst den grond had geraakt, heeft men
in het Spaansch gestelde vlugschriften ge
vonden die eindigen met de leuze „leve
Spanje".
Volgens een Havas-bericht uit Annecy be
hoort het toestel aan de Lufthansa. Het is
een groot transportvliegtuig, dat 20 plaat
sen had. Tegen den middag geraakte het
vliegtuig in een sneeuwstorm. Een jonge man
die zich in een bergchalet bevond, zag hoe
het toestel trachtte den berg te passeeren,
vervolgens tegen den top botste en langs de
rotshelling het ravijn ingleed. Het toestel
werd totaal verwrongen en men heeft geen
enkele inzittende teruggevonden. Men ver
onderstelt. dat de bemanning bestond uit
een bestuurder, een marconist en een meca
nicien. Bevestigd wordt het vinden van de
vlugschriften, die behalve het reeds ge
melde opschrift, vijf pijlen vertoonden.
Voorstellen te Genève aangekondigd.
In de Fransche Kamer heeft minister Del-
bos het woord gevoerd over den internatio
nalen politieken toestand.
De verdragsschendingen en de ineen-
schrompeling van den Volkenbond hebben
geleid tot toestanden, die reeds een prikkel
tot oorlog vormt, zeide hij.
Onze pogingen, aldus Delbos, zijn er op ge
richt, den brand in Spanje in het belang van
geheel Spanje te beperken en te blusschen.
Een politiek van koelbloedigheid sluit geen
standvastigheid uit. Frankrijk is sterk ge
noeg om zijn belangen en zijn rechten te ver
dedigen.
De regeering en het geheele land, zoo ver
volgde Delbos, zijn in vriendschap verbonden
met Engeland, een vriendschap, die hoek
steen vormt voor den Europeeschen vrede.
Ik verklaar uit naam van de Fran
sche regeering, aldus Delbos, dat de
geheele gewapende macht van
Frankrijk te land, tor zee en in de
lucht eveneens spontaan en onmid
dellijk gebruikt zou worden voor de
verdediging van Groot-Brittannië
ingeval van een niet uitgelokten aan
val. Ik zou hetzelfde zeggen ten aan
zien van België.
De verschjllen, die tusschen onze opvat
tingen bestaan, zijn geringer geworden, al
dus spreker. Frankrijk en België zijn het
eens omtrent de toepassing van het Locarno-
pact. Wij hebben Duitschland uitgenoodigd
tot dit veiligheidspact toe te treden.
Delbos wees vervolgens op den weerklank,
die de rede van Roosevelt overal ter wereld
had gevonden, en verklaarde, dat de demo
cratie de hoop der wereld blijft.
Spreker zeide vervolgens zich te verheugen
over de vriendschap tusschen Frankrijk en
de Kleine Entente, waarmede Frankrijk het
handelsverkeer wil ontwikkelen om de ooli-
tiekè banden te versterken. Dezelfde yt 'oe-
lens van vriendschap bestaan ten aanzien van
de Sovjet-Unie, die evenals Frankrijk ver
knocht is.
Delbois richtte vervolgens woorden van
vriendschap tot Polen.
Vervolgens verklaarde spreker, dat Frank
rijk trouw blijft aan den Volkenbond. De
overbewapening voert de volken naar ruïnee
ring en oorlog. Daarom arbeidt Frankrijk aan
de ontwapening, zonder zijn veiligheid uit
het oog te verliezen. De woorden van Roose
velt waren in dit opzicht een troost.
Over enkele dagen zullen wij te
Genève onze voorstellen verdedigen
tot voorkomen van oorlog en tot ont
wapening. Tot alle landen zal een
uitnoodiging gericht worden voor een
beperkt plan tot ontwapening.
Hoezeer wij ook aan den Volkenbond ge
hecht zijn, aldus vervolgde Delbos, wij zul
len niettemin blijven arbeiden voor toenade
ring met de landen die er geen deel van
uitmaken. Spreker gaf in dit verband uiting
aan zijn verlangen naar toenadering tot
Italië.
Ten aanzien von Duitschland zeide hij:
Niets zou voor den vrede meer noodzakelijk
zijn dan een toenadering tusschen Frankrijk
en Duitschland, die elkaar op het slagveld
hebben leeren achten. Een zoodanig bondge
nootschap is mogelijk met het beginsel van
niet-inmenging in blnnenlandsche aangele-
geheden.
De minister verklaarde vervolgens, dat een
ideologische kruistocht het gevaar mede
brengt, dat de oorlog in Spanje ontaardt in
een Europeeschen oorlog. Onder levendig ap
plaus van allen afgevaardigden, met uitzon
dering van de communisten, zeide Delbos,
dat een ontzaggelijke meerderheid in het land
de politiek der regeering heeft goedgekeurd. Ik
heb, aldus Delbos, nimmer mijn gevoelens van
sympathie voor de Spaansche republiek ver
heeld. doch wanneer men de verantwoorde
lijkheid voor vrede en oorlog draagt, zet men
gevoel sovervvegingen terzii de
Wij hebben niet gewild, dat de burgeroorlog
in Spanje naar Europa overslaat, en wij wil
len het ook thans niet.
In een groote politieke rede in de Kamer
heeft de Fransche minister van buitenland
sche zaken, Yvon Delbos, een uiteenzetting ge
geven van Frankrijik's standpunt tegenover de
groote politieke vraagstukken van het oogen
blik. Delbos heeft hierbij geantwoord op de
rede, die de Engelsche minister Anthony Eden
dezer dagen te Leaning-ton heeft gehouden en
waarin deze steun toezegde aan Frankrijk, in
dien dit land het slachtoffer zou worden van
een niet uitgelokten aanval.
Een zelfde houding zal Frankrijk op zijn
beurt tegenover Engeland aannemen en ten
opzichte van België, wanneer het zou worden
aangevallen.
Delbos bevestigde verder, dat Frankrijk, En
geland en België het eens zijn geworden over
-de toepassing van het Verdrag van Locarno en*
dat Duitschland uitgenoodigd was tot dit vei
ligheidsstelsel toe te treden.
Veelbeteekenend was het zeker, dat de com
munisten zich van instemming onthielden,
toen Delbos zeide, dat een geweldige meerder
heid van het Fransche volk de politiek van de
regeering inzake den Spaanschen burgeroor
log goedgekeurde. Men weet, dat juist over deze
kwestie de groote tegenstelling tusschen de
communisten en de Volksfrontregeering be
staat. Zij zijn van oordeel, dat de positie van
de loyalen in den Spaanschen burgeroorlog
aanmerkelijk verzwakt is door de politiek der
non-interventie, waarvan het initiatief des
tijds van Léon Blum is uitgegaan. Toch
heerscht op het oogenblik de opvatting, dat de
Communistische Partij' het niet op een breuk
met het Volksfront wil laten aankomen. Veel
eerder is men in Fransche politieke kringen
van oordeel,dat Thorez e.s. eieren voor hun geld
zullen kiezen en zich meer aan de politiek der
regeering zullen houden, daar zij thans immers
een positie innemen, die na een uittreden uit
het Volksfront, vermoedelijk niet meer zoo
spoedig voor hen is weggelegd.
Zooals te verwachten was bleef ook Roo
sevelt's jongste rede niet onbesproken in het
betoog van Delbos. De minister onderschreef
de uitspraak van den Amerika,anschen presi
dent, dat de democratie de hoop der wereld
blijft.
Delbos kondigde nog aan, dat Frankrijk over
enkele dagen te Genève met nieuwe voorstel
len zal bomen ten behoeve der ontwapening
en het voorkomen van oorlog. Tot alle landen
zal een uitnoodiging worden gericht voor deel
neming aan een beperkt ontwapeningsplan.
Groote gebeurtenis in Zuid-Slavisch dorp.
Onze Weensche correspondent schrijft ons:
De bewoners van den Balkan schijnen van
een gezond en sterk ras te zijn. Hoe dikwijls
toch leest men niet, dat de een of andere
Bulgaar of Zuid-Slavische staatsburger hon
derd jaar of ver over de honderd is! Een echt
paar, dat in de buurt van Nisch in Zuid-Slavië
woont, schijnt wel de kroon te spannen, want
deze echtelieden, die Philipovietsj heeten en
die zich in „jongere" jaren met den land
bouw hebben bezig gehouden, vierden thans
hun honderdjarige huwelijksfeest. Honderd
jaar geleden waren zij met elkander in het
beroemde huwelijksbootje gestapt. En honderd
jaar hadden zij het met elkander uitgehouden.
Voorwaar geen kleinigheid! Zij zijn dus van
een ander slag dan dat echtpaar, dat zich
onlangs te Belgrado liet scheiden na een ver
bintenis van vijfenzeventig jaar.
Baas Philipovietsj telt thans honderd-
zeventien en zijn vrouw honderdvijftien jaren.
Zij zijn dus wel op jeugdigeen leeftijd met
elkaar gehuwd. Maar dat is op den Balkan
niet zoo iets heel bijzonders!
De heele gemeente is hen op hun feest geluk
komen wenschen, er werd muziek voor de deur
van hun huis gemaakt, er waren vlaggen uit
gestoken en het heele kroost van de oudjes
verkeerde in feeststemming. Die nakomelingen
en hun gezinnen, dat zijn de zoons en doch
ters, schoonzoons en schoondochters, kleinkin
deren achterkleinkinderen en achter-achter
kleinkinderen bestaan uit honderd personen.
Een kleine volksstam op zich zelf. De clan
Philipovietsj
W. M. BEKAAR.
In een reportage over het leven der kin,de
ren in Frankrijk geeft de „Kölnische
Illustrierte Zeitung" ook de lijst der beste leer
lingen van het Lycée Molière. De „Westdeut-
scher Beobachter" richt zich thans tegen eerst
genoemd blad met de opmerking, dat „de ver
baasde lezer opmerkt, dat van de 41 namen
van uitverkoren leerlingen er ongeveer 20 een
echt Joodschen klank hebben".
Namen als Blumenfeld, Feigenberg, Klang,
Meyer-Oulif, Bloch, Morgen en Bernstein mo
gen aldus de Westd. Beobachter hiervoor
het bewijs vormen, „waarbij wij het nauwelijks
mis kunnen hebben, dat zich onder deze des-
Nu door een predikatie van den bisschop
van Bradford en door een hoofdartikel in de
Times, alsmede in verschillende andere Brit
sche persorganen van aanzien, openlijk uiting
is gegeven aan het bezwaard gemoed van de
Engelsche burgerij in verband met beweerde
huwelijksplannen van den huidigen Koning,
gaat onwillekeurig de gedachte terug naar het
verleden. Het ware n.l. onjuist te meenen, dat
zich vroeger geen moeilijkheden op dit gebied
met eenig staatshoofd van Groot-Brittannië
zouden hebben voorgedaan.
Zoo is bijv. in de geschiedenis zeer bekend,
om geen andere uitdrukking te bezigen, het
morganatisch huwelijk door Koning George
IV gesloten toen hij nog Prins van Wales was.
(Men houde bij het lezen van dit artikel voor
al rekening met den tijd, waarin de door den
schrijver behandelde gebeurtenissen zich af
speelden. Red.)
In 1785 leerde hij een bekoorlijk weeuwtje
kennen, een dochter uit een der oude Katho
lieke families van Lancashire, Mrs. Maria
Anne Fitzherbert. Vier jaar te voren was zij
voor de tweede maal weduwe geworden. De
Prins was toen 23 en de nog jonge weduwe
een vrouw van onbesproken gedrag, 29. Innig
geloovig dacht zij er niet aan zijn voorstel om
zijn maitresse te worden, te aanvaarden. Ze
verwierp dit verre van zich als een beleedi-
ging. In zijn opgewonden stemming over dit
blauwtje bracht de Prins van Wales zichzelf
een dolkstoot toe (daarbij zijn temperament
nog voldoende in bedwang houdende om er
voor te zorgen, dat de verwonding niet ge
vaarlijk was!), waarop hij haar liet verzoe
ken hem in zijn paleis te bezoeken, opdat zij
zou aanschouwen, hoe hij in den letterlijken
zin des woordse van wanhoop bloedde. De uit
verkorene van zijn hart trachtte hem wel tot
bedaren te brengen, doch zelfs dit bewijs van
zijn liefde kon haar niet bewegen op de in
haar oogen onbehoorlijke voorstellen in te
gaan, wat al evenmin met andere heftige
scènes te bereiken bleek. Daarop stemde Prins
George toe in een huwelijk, ofschoon hij heel
goed wist, dat tengevolge van de Koninklijke
huwelijkswet een dergelijke echtvereeniging
ongeldig zou zijn zonder de toestemming van
den regeerenden vorst, zijn vader; trouwens,
zelfs indien het huwelijk wel geldig geweest
ware, zou hij, daar het hier gold te trouwen
met een Katholieke vrouw, zijn aanspraak op
de troonopvolging verspeeld hebben, dank zij
de betreffende wet van 1701. Mevrouw Fitz
herbert werd echter gerustgesteld door de
verzekering, dat niettegenstaande deze staats
rechtelijke hinderpalen het huwelijk in de
oogen van de Kerk en tevens van alle welden-
kenden geheel en al in orde zou zijn. Daarop
gaf zij haar ja-woord en zoo vond dan in De
cember 1875 ten haren huize de huwelijksvol
trekking door een geestelijke van de Engel
sche kerk, met haar broer en haar oom als ge
tuigen, plaats. Tien jaar later ging het twee
tal uit elkaar toen de Prins van Wales er zich
toe liet brengen met Caroline van Brunswijk
in den echt te treden. Hij had haar nooit ge
zien, maar zijn slechte financieele "toestand
bewoog hem aan den wensch van zijn vader
gevolg te geven, nu de Regeering hem beloofd
had zijn schulden een half millioen pond
te zullen betalen en zijn jaarlijksch inko
men te zullen helpen verhoogen als hij een
huwelijk zou sluiten dat constitutioneel wettig
was. Het Parlement bleek inderdaad in ver
band met de voorgenomen echtvereeniging
met Prinses Caroline bereid overeenkomstig
de toezeggingen van de Regeering te hande
len.
De eerste kennismaking tusschen het jonge
tijds ook bij ons niet onbekende namen zoo
menige Joodsche spruit bevindt, die in het
nat. soc. Duitschland op een Duitsche school
bank heeft gezeten. Wij verwonderen ons in-
tusschen niet, bij een schoolsysteem, dat voor
het typisch Joodsche streven naar intellec
tueele schittering ruimte laat, namen aan te
treffen, zooals zij in de voorste rij dezer uit
verkorenen worden gevonden".
De Westdeutscher Beobachter verwijt de
Kölnische Illustrierte Ztg., zich te hebben
schuldig gemaakt aan een zwaren misslag
Het geïllustreerde blad, aldus de W. B.
voelt zich blijkbaar geroepen, door een licht
vaardige publicatie van deze kindernamen
het sprookje van de Joodsche vooraanstaande
geestelijke eigenschappen opnieuw ter tafel te
brengen. En hiermede zou het de zuivering der
Duitsche scholen van Joodsche elementen in
een twijfelachtig licht kunnen stellen
Het was heel stil in het kasteel. Er was niets van de bewoners te
bespeuren. En zij liepen al maar te zoeken naar de zaal, waar Thijs
was binnengekomen. Want daar was het toovertouw.
Plotseling hoorde Thijs achter zich een licht gerucht. Toen hij
omkeek, zag hij den toovenaar staan.
„Dat is de toovenaar," dacht Thijs, „die Dick hierheen heeft mee
genomen."
Maar Akoedeboe peinsde; „Waar wil die vreemdeling met Dick
naar toe?"
paar viel niet bepaald mee. Prins George was
hoogelijk verbolgen bij het denkbeeld, dat hij
een zoozeer van uiterlijke schoonheid gespeen
de Prinses als Caroline van Brunswijk tot echt-
genoote moest nemen en stak dit dan ook
geenszins onder stoelen of banken, dat hij het
liefst de troonopvolging zou laten aan een
der kinderen van zijn broers. En van haar
kant was Prinses Caroline pijnlijk verbaasd
over het onhebbelijke optreden van haar brui
degom, die zich zelfs bij die gelegenheid alles
behalve als een gentleman gedragen had.
Het gedrag van den Prins van Wales, die
zelfs op zijn trouwdag heel wat meer belang
stelling voor sterken drank aan den dag legde,
dan behoorlijk en wenschelijk kon heeten,
muntte ook naderhand geenszins uit door
fatsoen. Zoo baarde het dan ook geen verwon
dering, dat het vorstelijk paar kort na de ge
boorte van hun eenig kind, Prinses Charlotte,
(die even met onzen later en Koning Willem
II verloofd is geweest en op jeugdigen leef
tijd stierf als gemalin van Leopold van Sak-
sen-Cobrug, België's eersten Koning) voor goed
uit elkaar ging. Tot een officieele echtschei
ding kwam het niet. Wat den Prins van Wales
niet belette in 1800 het dringend verzoek tot
Mrs. Fitzherbert te richten weer tot hem terug
te keeren. Zij gaf daaraan pas gevolg, nadat
zij volgens de verklaring van den Paus nog
steeds de wettige vrouw van den Prins was.
Te Brighton, vlak bij het Koninklijk Paviljoen,
door Prins George betrokken, koos zij een wo
ning, die zelfs door een onderaardsche gang
met het paviljoen van den Prins van Wales
verbonden geweest moet zijn. Het dramatisch
einde brak zes jaar later aan. Toen de Prins
van Wales een groot diner in Carlton House
gaf (in 1806) en Mrs. Fitzherbert vernam, dat
zij niet haar gewone, hooge plaats aan den
disch kreeg, doch dat zij dit keer overeen
komstig haar rang, eenvoudig als Mrs. Fitz
herbert zou aanzitten, beschouwde zij dit als
een afscheidsgroet en ging zij heen. Van Geor
ge genoot zij, sinds deze in 1795 met Caroline
getrouwd was, een jaargeld van 10.000 pond,
dat de opvolger van George IV, Koning Wil
liam IV tot 6000 pond terugbracht. Deze stond
haar echter wel toe, dat haar personeel de
Koninklijke livrei droeg en wanneer zij ten
Hove kwam, behandelde hij haar met dezelf
de eerbewijzen als een Koninklijke Weduwe.
Met het constitutioneele huwelijk van
George IV, die, na 10 jaar voor zijn buiten
staat tot regeeren geraakten vader het Re
gentschap te hebben bekleed, bij diens dood
in 1820 eindelijk als Koning optrad, mocht
het menschelijk gesproken eigenlijk van den
beginne af mis zijn geweest, eerst na zijn
troonsbestijging trachtte hij een scheidings-
wet door het Parlement te doen aannemen.
Aanvankelijk had het Kabinet zelfs gewei
gerd hem hierbij behulpzaam te zijn, zoodat
zich bij die gelegenheid ten aanzien van even-
tueele ontbinding van een Koninkelijk huwe
lijk al een even scherpe botsing tusschen Ko
ning en Ministers voordeed als thans tus
schen Eduard VIII en Baldwin met de zijnen
voorgekomen schijnt te zijn. Toen eind 1820
het betreffende wetsontwerp, dat tenslotte
toch was ingediend, slechts een meerderheid
van 9 stemmen in het Hoogerhuis haalde, za
gen de Ministers zich wel genoodzaakt, waar
het zeker was, dat het Lagerhuis tot verwer
ping zou overgaan, het voorstel te laten ver
vallen. Groote vreugde onder de bevolking,
drie avonden lang illuminatie te Londen
vormden de uiterlijke kenteekenen van wat
er leefde in de publieke opinie, die in dat ge
val zich sterker macht dan de wil des Ko-
nings had getoond.
Heel wat behoorlijker dan George IV gedroeg
zich zijn broer William IV, die hem in 1831 op
volgde en toen al sinds 13 jaar de voorbeeldige
echtgenoot was van Prinses Adelaide, dochter
van den Hertog van Saksen-Meiningen. Toen
hij met haar in het huwelijk trad, maakte hij
aan zijn verbintenis met de populaire blijspel
actrice Dorothea Jordan, bij wie hij liefst een
tiental kinderen had, een einde. Zij kreeg van
hem een jaargeld van 1000 pond, maar toen
de Hertog van Clarence aldus de titel van
William IV voor hij Koning werd haar voor
stelde dit bedrag tot de helft te verminderen,
zond ze hem het onderste stuk van een affiche
terug, waarop stond: „Na het halen van het
doek wordt geen geld terugbetaald". Wat on
getwijfeld pleitte, zoowel voor het zakelijk in
zicht als voor den humor van deze actrice,
wier kinderen onder den naam Fitzclarence in
het gezin van Koning William IV eenzelfde
plaats innamen als waren zij uit zijn echt met
Prinses Adelaide gesproten. Bij zijn troonsbe
stijging had hij hen trouwens in den adelstand
verheven, en het is dezen spruiten uit de
„morganatische verbintenis" ook later in het
maatschappelijk leven goed gegaan.
Een andere actrice zou het echter in zeke
ren zin nog verder brengen, n.l. Louisa Fair-
brother, die in 1840 trouwde met Prins George,
kleinzoon van Koning George III, en zoon
van den Hertog van Cambridge, welken titel
hij zelf bij den dood van zijn vader (in 1850)
verwierf. Jarenlang was hij opperbevelhebber
en veldmaarschalk van het Engelsche leger.
Maar zijn vrouw werd niet Hertogin van Cam
bridge, bleef Mevrouw FitzGeorge, doordat Ko
ningin Victoria geen toestemming voor het hu
welijk had gegeven, welke ingevolge de wet-
van 1772 noodig is, wil een door een nog niet
25 jaar oud zijnde afstammeling van George
II gesloten echtverbintenis geldig zijn. Bij den
dood van zijn vrouw ontving de Hertog van
Cambridge intusschen een allerhartelijkst con
doleance-schrijven van de Koningin!
Het Engelsche adelsboek gaat werkelijk zoo
ver, dat het vermeldt, dat de Hertog van
Cambridge ongehuwd stierf. Met dat al placht
men in de groote uitgaande wereld, wat zeker
voor haar sprak, de vrouw van dezen zoon van
vorstelijken bloede niet als slechts met de lin
kerhand getrouwd te beschouwen. Men bracht
aan Mevrouw FitzGeorge de eerbewijzen, die
elk lid van de Koninklijke familie genoot, zoo
dat in dit geval nu eens ten aanzien van het
inconstitutioneele en daardoor illegale huwe
lijk in feite werd opgetreden alsof alles geheel
en al in orde was.
Er zouden nog heel wat meer moeilijkheden
met betrekking tot huwelijken in de Engel
sche Koninklijke familie uit het geschiedboek
op te halen zijn, doch ik moge met deze paar
voorbeelden volstaan. Zij toonen reeds duide
lijk genoeg aan, dat er zich in Engeland ook
vroeger wel voor Prinsen en Koningen pro
blemen hebben voorgedaan als zij de keuze
van hun hart wilden volgen. In zooverre staat
het geval van den huidigen koning niet alleen.
Al dient erkend, dat het overigens wel eenig
in zijn soort is.
Or. E. V. RAALTE