Aftreden van Edward onvermijdelijk? Buitenlandsch overzicht Engelsche Koningen en hun huwelijksproblemen. Thijs IJs en Dickie Dons in de wolken. Geen speciale wetgeving ten behoeve van het huwelijk. De morganatische echtverbintenissen van George IV en William IV. ZATERDAG 5 DECEMBER 1936 Verklaring van Baldwin in het Lagerhuis. Duitsch vliegtuig in Frankrijk verongelukt. De Burgeroorlog in Spanje. Delbos over Spanje's buiten landsche politiek. Steun aan Engeland toegezegd Echtpaar viert zijn honderd jarig huwelijksfeest. De goede cijfers der Joodsche leerlingen. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Havas meldt uit Londen 4 Decem ber: Minister-president Baldwin heeft in het Lagerhuis in antwoord op een vraag van den Labour-afgevaardigde Attlee verklaard, dat de regeering niet bereid was, speciale wetgevende maat regelen te nemen om het voorgenomen huwelijk van den koning te vergemak kelijken. In parlementaire kringen is men van meening, dat de oppositie, die Baldwin tegen het huwelijk van den koning heeft ontketend, den troons afstand van den koning vrijwel onver mijdelijk maakt. „Sommige persorganen", zeide Baldwin in zijn rede, „hebben gisteren en vandaag het denkbeeld geopperd dat, indien de koning mocht besluiten te trouwen, zijn gemalin niet noodzakelijkerwijze koningin zou behoeven te worden. Deze denkbeelden missen elke con- stitutioneele basis. Onze wet kent niet zoo iets als een morganatisch huwelijk. Het eenige middel, dat het mogelijk zou maken een der gelijk gevolg te vermijden, zou zijn een wet geving voor een speciaal geval. De regeering is niet bereid een dergelijke wet in te dienen. Bovendien zijn deze kwesties van gemeenschappelijk belang voor het geheele gemeenebest, en een zoodanige verandering zou niet zonder de goed keuring van alle dominions tot stand gebracht kunnen worden. Na een door mij ingesteld onderzoek, ben ik tot de overtuiging gekomen, dat een der gelijke toestemming niet zou worden verleend. Ik heb gemeend, dat het mijn plicht was. deze verklaring af te leggen voor dat het huis uiteengaat, teneinde elk misverstand uit den weg te ruimen. Op het oogenblik heb ik niets meer te verklaren." Na de woorden van Baldwin werd de zitting van het Lagerhuis verdaagd. De geruchten, volgens welke Churchill een nieuw kabinet zou vormen en aldus het con- stitutioneele geschil zou regelen tusschen kabinet en vorst worden in Engelsche politieke kringen als weinig gefundeerd beschouwd. Een zoodanig kabinet zou trouwens geen 25 stem men in het Lagerhuis achter zich hebben. Men veronderstelt, dat deze geruchten hun oor sprong vinden in de sympathie die Churchill voor den koning gevoelt. De aartsbisschop van Canterbury heeft een beroep gedaan op allen, tot wier plicht het behoort tot het volk te spreken, om zich te onthouden van een bespreking van den bui tengewoon moeilijken delicaten toestand tot dat de beslissingen bekend zijn gemaakt. De voorzitter van het Trade Union Congress, Bevin, verklaarde, dat naar de meening van het congres de supprematie van het parle ment gehandhaafd moet blijven, hoe moeilijk ook de kwestie mocht zijn. Wedgwood, de Labour afgevaardigde, die een motie heeft ingediend, waarin uiting werd gegeven aan den wensch van het Lagerhuis, koste wat het kost, te voorkomen dat de ko ning afstand doet, heeft talrijke brieven en telegrammen, voor het meerendeel afkomstig van oud-strijders ontvangen, waarin hij ge- lukgewenscht wordt. Een bewoner van Canada verklaart in zijn telegram, er van overtuigd te zijn, dat een referendum, dat in het geheele Britsche rijk zou worden gehouden, ongetwij feld gunstig voor de zaak van den koning zou uitvallen. In den laten avond trok gister een drie honderdtal jongemannen en vrouwen door Hydepark naar de poorten van het Bucking ham Paleis, waar zij het volkslied zongen en riepen: „Wij willen koning Edward, doch ook Baldwin". De demonstranten werden door eenige politieagenten met zachte hand van het paleis verwijderd. Minister-president Baldwin heeft gisteren een onderhoud van 20 minuten met koning Edward gehad. Mevr. Simpson in Frankrijk. In den nacht op Vrijdag is mrs. Simpson incognito te Dieppe aange komen aan boord van de „Newha- ven" van de lijn DieppeNewhaven. Alleen de officieren wisten wie de reizigster was. Mrs. Simpson vertrok vervolgens met haar auto, welke uit Engeland was overgekomen. Later werd ge meld, dat zij op weg was naar de Ri- vièra. Op weg naar Spanje? Bloedig gevecht bij Vill%verde. Radio Sevilla meldt, dat de troepen van Franco, na een dag rust genoten te heb ben, gistermiddag den aanval hebben her opend over het geheele front bij Villaverde. De strijd eindigde met een aanval op Cerro los Pedrigos, waarbij gebruik gemaakt werd van handgranaten, terwijl met de bajonet gevochten werd, driehonderd vreemdelingen, strijdende aan de zijde der linkschen, wer den gedood. Veel oorlogstuig viel den recht- schen in handen. De luchtmacht van Franco bombardeerde de wijk Reguélles en den sector Pozuele. Het bombardement der linksche stellingen in den sector Madrid is hervat. Russisch stoomschip door opstandelingen doorzocht. Gibraltar, 4 December (Reuter-A.N.P.) Een kanonneerboot der opstandelingen heeft op eenigen afstand van Gibraltar een Rus sisch stoomschip doorzocht. Een officier heeft zich aan boord van het schip begeven, dat thans koers zet naar Ceuta, begeleid door de kanonneerboot. Buitenlandsche vrijwilligers in den burgeroorlog. De subcommissie der non-interventie-com missie heeft blijkens het officieele communi qué in haar gisteren gehouden zitting van gedachten gewisseld over de kwestie van de toenemende deelneming van buitenlandsche vrijwilligers aan den Spaanschen burgeroor log alsmede over andere vormen van indi recte interventie. In de eerstvolgende zitting, welke op 7 De cember zal worden gehouden, zullen te dien aanzien voorstellen worden uitgewerkt, wel ke aan de plenaire commissie zullen worden Voorgelegd. Uit Grenoble, 4 December. Het plaatselijk blad „Petit Dauphinois" meldt, dat tegen den middag een groot Duitsch vliegtuig bij Grand Bornand is gevallen. Nadat het tegen den grond was geslagen, gleed het in een ravijn. Sneeuw maakte het onmogelijk, het toestel te bereiken. Op de plaats, waar het vliegtuig het eerst den grond had geraakt, heeft men in het Spaansch gestelde vlugschriften ge vonden die eindigen met de leuze „leve Spanje". Volgens een Havas-bericht uit Annecy be hoort het toestel aan de Lufthansa. Het is een groot transportvliegtuig, dat 20 plaat sen had. Tegen den middag geraakte het vliegtuig in een sneeuwstorm. Een jonge man die zich in een bergchalet bevond, zag hoe het toestel trachtte den berg te passeeren, vervolgens tegen den top botste en langs de rotshelling het ravijn ingleed. Het toestel werd totaal verwrongen en men heeft geen enkele inzittende teruggevonden. Men ver onderstelt. dat de bemanning bestond uit een bestuurder, een marconist en een meca nicien. Bevestigd wordt het vinden van de vlugschriften, die behalve het reeds ge melde opschrift, vijf pijlen vertoonden. Voorstellen te Genève aangekondigd. In de Fransche Kamer heeft minister Del- bos het woord gevoerd over den internatio nalen politieken toestand. De verdragsschendingen en de ineen- schrompeling van den Volkenbond hebben geleid tot toestanden, die reeds een prikkel tot oorlog vormt, zeide hij. Onze pogingen, aldus Delbos, zijn er op ge richt, den brand in Spanje in het belang van geheel Spanje te beperken en te blusschen. Een politiek van koelbloedigheid sluit geen standvastigheid uit. Frankrijk is sterk ge noeg om zijn belangen en zijn rechten te ver dedigen. De regeering en het geheele land, zoo ver volgde Delbos, zijn in vriendschap verbonden met Engeland, een vriendschap, die hoek steen vormt voor den Europeeschen vrede. Ik verklaar uit naam van de Fran sche regeering, aldus Delbos, dat de geheele gewapende macht van Frankrijk te land, tor zee en in de lucht eveneens spontaan en onmid dellijk gebruikt zou worden voor de verdediging van Groot-Brittannië ingeval van een niet uitgelokten aan val. Ik zou hetzelfde zeggen ten aan zien van België. De verschjllen, die tusschen onze opvat tingen bestaan, zijn geringer geworden, al dus spreker. Frankrijk en België zijn het eens omtrent de toepassing van het Locarno- pact. Wij hebben Duitschland uitgenoodigd tot dit veiligheidspact toe te treden. Delbos wees vervolgens op den weerklank, die de rede van Roosevelt overal ter wereld had gevonden, en verklaarde, dat de demo cratie de hoop der wereld blijft. Spreker zeide vervolgens zich te verheugen over de vriendschap tusschen Frankrijk en de Kleine Entente, waarmede Frankrijk het handelsverkeer wil ontwikkelen om de ooli- tiekè banden te versterken. Dezelfde yt 'oe- lens van vriendschap bestaan ten aanzien van de Sovjet-Unie, die evenals Frankrijk ver knocht is. Delbois richtte vervolgens woorden van vriendschap tot Polen. Vervolgens verklaarde spreker, dat Frank rijk trouw blijft aan den Volkenbond. De overbewapening voert de volken naar ruïnee ring en oorlog. Daarom arbeidt Frankrijk aan de ontwapening, zonder zijn veiligheid uit het oog te verliezen. De woorden van Roose velt waren in dit opzicht een troost. Over enkele dagen zullen wij te Genève onze voorstellen verdedigen tot voorkomen van oorlog en tot ont wapening. Tot alle landen zal een uitnoodiging gericht worden voor een beperkt plan tot ontwapening. Hoezeer wij ook aan den Volkenbond ge hecht zijn, aldus vervolgde Delbos, wij zul len niettemin blijven arbeiden voor toenade ring met de landen die er geen deel van uitmaken. Spreker gaf in dit verband uiting aan zijn verlangen naar toenadering tot Italië. Ten aanzien von Duitschland zeide hij: Niets zou voor den vrede meer noodzakelijk zijn dan een toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland, die elkaar op het slagveld hebben leeren achten. Een zoodanig bondge nootschap is mogelijk met het beginsel van niet-inmenging in blnnenlandsche aangele- geheden. De minister verklaarde vervolgens, dat een ideologische kruistocht het gevaar mede brengt, dat de oorlog in Spanje ontaardt in een Europeeschen oorlog. Onder levendig ap plaus van allen afgevaardigden, met uitzon dering van de communisten, zeide Delbos, dat een ontzaggelijke meerderheid in het land de politiek der regeering heeft goedgekeurd. Ik heb, aldus Delbos, nimmer mijn gevoelens van sympathie voor de Spaansche republiek ver heeld. doch wanneer men de verantwoorde lijkheid voor vrede en oorlog draagt, zet men gevoel sovervvegingen terzii de Wij hebben niet gewild, dat de burgeroorlog in Spanje naar Europa overslaat, en wij wil len het ook thans niet. In een groote politieke rede in de Kamer heeft de Fransche minister van buitenland sche zaken, Yvon Delbos, een uiteenzetting ge geven van Frankrijik's standpunt tegenover de groote politieke vraagstukken van het oogen blik. Delbos heeft hierbij geantwoord op de rede, die de Engelsche minister Anthony Eden dezer dagen te Leaning-ton heeft gehouden en waarin deze steun toezegde aan Frankrijk, in dien dit land het slachtoffer zou worden van een niet uitgelokten aanval. Een zelfde houding zal Frankrijk op zijn beurt tegenover Engeland aannemen en ten opzichte van België, wanneer het zou worden aangevallen. Delbos bevestigde verder, dat Frankrijk, En geland en België het eens zijn geworden over -de toepassing van het Verdrag van Locarno en* dat Duitschland uitgenoodigd was tot dit vei ligheidsstelsel toe te treden. Veelbeteekenend was het zeker, dat de com munisten zich van instemming onthielden, toen Delbos zeide, dat een geweldige meerder heid van het Fransche volk de politiek van de regeering inzake den Spaanschen burgeroor log goedgekeurde. Men weet, dat juist over deze kwestie de groote tegenstelling tusschen de communisten en de Volksfrontregeering be staat. Zij zijn van oordeel, dat de positie van de loyalen in den Spaanschen burgeroorlog aanmerkelijk verzwakt is door de politiek der non-interventie, waarvan het initiatief des tijds van Léon Blum is uitgegaan. Toch heerscht op het oogenblik de opvatting, dat de Communistische Partij' het niet op een breuk met het Volksfront wil laten aankomen. Veel eerder is men in Fransche politieke kringen van oordeel,dat Thorez e.s. eieren voor hun geld zullen kiezen en zich meer aan de politiek der regeering zullen houden, daar zij thans immers een positie innemen, die na een uittreden uit het Volksfront, vermoedelijk niet meer zoo spoedig voor hen is weggelegd. Zooals te verwachten was bleef ook Roo sevelt's jongste rede niet onbesproken in het betoog van Delbos. De minister onderschreef de uitspraak van den Amerika,anschen presi dent, dat de democratie de hoop der wereld blijft. Delbos kondigde nog aan, dat Frankrijk over enkele dagen te Genève met nieuwe voorstel len zal bomen ten behoeve der ontwapening en het voorkomen van oorlog. Tot alle landen zal een uitnoodiging worden gericht voor deel neming aan een beperkt ontwapeningsplan. Groote gebeurtenis in Zuid-Slavisch dorp. Onze Weensche correspondent schrijft ons: De bewoners van den Balkan schijnen van een gezond en sterk ras te zijn. Hoe dikwijls toch leest men niet, dat de een of andere Bulgaar of Zuid-Slavische staatsburger hon derd jaar of ver over de honderd is! Een echt paar, dat in de buurt van Nisch in Zuid-Slavië woont, schijnt wel de kroon te spannen, want deze echtelieden, die Philipovietsj heeten en die zich in „jongere" jaren met den land bouw hebben bezig gehouden, vierden thans hun honderdjarige huwelijksfeest. Honderd jaar geleden waren zij met elkander in het beroemde huwelijksbootje gestapt. En honderd jaar hadden zij het met elkander uitgehouden. Voorwaar geen kleinigheid! Zij zijn dus van een ander slag dan dat echtpaar, dat zich onlangs te Belgrado liet scheiden na een ver bintenis van vijfenzeventig jaar. Baas Philipovietsj telt thans honderd- zeventien en zijn vrouw honderdvijftien jaren. Zij zijn dus wel op jeugdigeen leeftijd met elkaar gehuwd. Maar dat is op den Balkan niet zoo iets heel bijzonders! De heele gemeente is hen op hun feest geluk komen wenschen, er werd muziek voor de deur van hun huis gemaakt, er waren vlaggen uit gestoken en het heele kroost van de oudjes verkeerde in feeststemming. Die nakomelingen en hun gezinnen, dat zijn de zoons en doch ters, schoonzoons en schoondochters, kleinkin deren achterkleinkinderen en achter-achter kleinkinderen bestaan uit honderd personen. Een kleine volksstam op zich zelf. De clan Philipovietsj W. M. BEKAAR. In een reportage over het leven der kin,de ren in Frankrijk geeft de „Kölnische Illustrierte Zeitung" ook de lijst der beste leer lingen van het Lycée Molière. De „Westdeut- scher Beobachter" richt zich thans tegen eerst genoemd blad met de opmerking, dat „de ver baasde lezer opmerkt, dat van de 41 namen van uitverkoren leerlingen er ongeveer 20 een echt Joodschen klank hebben". Namen als Blumenfeld, Feigenberg, Klang, Meyer-Oulif, Bloch, Morgen en Bernstein mo gen aldus de Westd. Beobachter hiervoor het bewijs vormen, „waarbij wij het nauwelijks mis kunnen hebben, dat zich onder deze des- Nu door een predikatie van den bisschop van Bradford en door een hoofdartikel in de Times, alsmede in verschillende andere Brit sche persorganen van aanzien, openlijk uiting is gegeven aan het bezwaard gemoed van de Engelsche burgerij in verband met beweerde huwelijksplannen van den huidigen Koning, gaat onwillekeurig de gedachte terug naar het verleden. Het ware n.l. onjuist te meenen, dat zich vroeger geen moeilijkheden op dit gebied met eenig staatshoofd van Groot-Brittannië zouden hebben voorgedaan. Zoo is bijv. in de geschiedenis zeer bekend, om geen andere uitdrukking te bezigen, het morganatisch huwelijk door Koning George IV gesloten toen hij nog Prins van Wales was. (Men houde bij het lezen van dit artikel voor al rekening met den tijd, waarin de door den schrijver behandelde gebeurtenissen zich af speelden. Red.) In 1785 leerde hij een bekoorlijk weeuwtje kennen, een dochter uit een der oude Katho lieke families van Lancashire, Mrs. Maria Anne Fitzherbert. Vier jaar te voren was zij voor de tweede maal weduwe geworden. De Prins was toen 23 en de nog jonge weduwe een vrouw van onbesproken gedrag, 29. Innig geloovig dacht zij er niet aan zijn voorstel om zijn maitresse te worden, te aanvaarden. Ze verwierp dit verre van zich als een beleedi- ging. In zijn opgewonden stemming over dit blauwtje bracht de Prins van Wales zichzelf een dolkstoot toe (daarbij zijn temperament nog voldoende in bedwang houdende om er voor te zorgen, dat de verwonding niet ge vaarlijk was!), waarop hij haar liet verzoe ken hem in zijn paleis te bezoeken, opdat zij zou aanschouwen, hoe hij in den letterlijken zin des woordse van wanhoop bloedde. De uit verkorene van zijn hart trachtte hem wel tot bedaren te brengen, doch zelfs dit bewijs van zijn liefde kon haar niet bewegen op de in haar oogen onbehoorlijke voorstellen in te gaan, wat al evenmin met andere heftige scènes te bereiken bleek. Daarop stemde Prins George toe in een huwelijk, ofschoon hij heel goed wist, dat tengevolge van de Koninklijke huwelijkswet een dergelijke echtvereeniging ongeldig zou zijn zonder de toestemming van den regeerenden vorst, zijn vader; trouwens, zelfs indien het huwelijk wel geldig geweest ware, zou hij, daar het hier gold te trouwen met een Katholieke vrouw, zijn aanspraak op de troonopvolging verspeeld hebben, dank zij de betreffende wet van 1701. Mevrouw Fitz herbert werd echter gerustgesteld door de verzekering, dat niettegenstaande deze staats rechtelijke hinderpalen het huwelijk in de oogen van de Kerk en tevens van alle welden- kenden geheel en al in orde zou zijn. Daarop gaf zij haar ja-woord en zoo vond dan in De cember 1875 ten haren huize de huwelijksvol trekking door een geestelijke van de Engel sche kerk, met haar broer en haar oom als ge tuigen, plaats. Tien jaar later ging het twee tal uit elkaar toen de Prins van Wales er zich toe liet brengen met Caroline van Brunswijk in den echt te treden. Hij had haar nooit ge zien, maar zijn slechte financieele "toestand bewoog hem aan den wensch van zijn vader gevolg te geven, nu de Regeering hem beloofd had zijn schulden een half millioen pond te zullen betalen en zijn jaarlijksch inko men te zullen helpen verhoogen als hij een huwelijk zou sluiten dat constitutioneel wettig was. Het Parlement bleek inderdaad in ver band met de voorgenomen echtvereeniging met Prinses Caroline bereid overeenkomstig de toezeggingen van de Regeering te hande len. De eerste kennismaking tusschen het jonge tijds ook bij ons niet onbekende namen zoo menige Joodsche spruit bevindt, die in het nat. soc. Duitschland op een Duitsche school bank heeft gezeten. Wij verwonderen ons in- tusschen niet, bij een schoolsysteem, dat voor het typisch Joodsche streven naar intellec tueele schittering ruimte laat, namen aan te treffen, zooals zij in de voorste rij dezer uit verkorenen worden gevonden". De Westdeutscher Beobachter verwijt de Kölnische Illustrierte Ztg., zich te hebben schuldig gemaakt aan een zwaren misslag Het geïllustreerde blad, aldus de W. B. voelt zich blijkbaar geroepen, door een licht vaardige publicatie van deze kindernamen het sprookje van de Joodsche vooraanstaande geestelijke eigenschappen opnieuw ter tafel te brengen. En hiermede zou het de zuivering der Duitsche scholen van Joodsche elementen in een twijfelachtig licht kunnen stellen Het was heel stil in het kasteel. Er was niets van de bewoners te bespeuren. En zij liepen al maar te zoeken naar de zaal, waar Thijs was binnengekomen. Want daar was het toovertouw. Plotseling hoorde Thijs achter zich een licht gerucht. Toen hij omkeek, zag hij den toovenaar staan. „Dat is de toovenaar," dacht Thijs, „die Dick hierheen heeft mee genomen." Maar Akoedeboe peinsde; „Waar wil die vreemdeling met Dick naar toe?" paar viel niet bepaald mee. Prins George was hoogelijk verbolgen bij het denkbeeld, dat hij een zoozeer van uiterlijke schoonheid gespeen de Prinses als Caroline van Brunswijk tot echt- genoote moest nemen en stak dit dan ook geenszins onder stoelen of banken, dat hij het liefst de troonopvolging zou laten aan een der kinderen van zijn broers. En van haar kant was Prinses Caroline pijnlijk verbaasd over het onhebbelijke optreden van haar brui degom, die zich zelfs bij die gelegenheid alles behalve als een gentleman gedragen had. Het gedrag van den Prins van Wales, die zelfs op zijn trouwdag heel wat meer belang stelling voor sterken drank aan den dag legde, dan behoorlijk en wenschelijk kon heeten, muntte ook naderhand geenszins uit door fatsoen. Zoo baarde het dan ook geen verwon dering, dat het vorstelijk paar kort na de ge boorte van hun eenig kind, Prinses Charlotte, (die even met onzen later en Koning Willem II verloofd is geweest en op jeugdigen leef tijd stierf als gemalin van Leopold van Sak- sen-Cobrug, België's eersten Koning) voor goed uit elkaar ging. Tot een officieele echtschei ding kwam het niet. Wat den Prins van Wales niet belette in 1800 het dringend verzoek tot Mrs. Fitzherbert te richten weer tot hem terug te keeren. Zij gaf daaraan pas gevolg, nadat zij volgens de verklaring van den Paus nog steeds de wettige vrouw van den Prins was. Te Brighton, vlak bij het Koninklijk Paviljoen, door Prins George betrokken, koos zij een wo ning, die zelfs door een onderaardsche gang met het paviljoen van den Prins van Wales verbonden geweest moet zijn. Het dramatisch einde brak zes jaar later aan. Toen de Prins van Wales een groot diner in Carlton House gaf (in 1806) en Mrs. Fitzherbert vernam, dat zij niet haar gewone, hooge plaats aan den disch kreeg, doch dat zij dit keer overeen komstig haar rang, eenvoudig als Mrs. Fitz herbert zou aanzitten, beschouwde zij dit als een afscheidsgroet en ging zij heen. Van Geor ge genoot zij, sinds deze in 1795 met Caroline getrouwd was, een jaargeld van 10.000 pond, dat de opvolger van George IV, Koning Wil liam IV tot 6000 pond terugbracht. Deze stond haar echter wel toe, dat haar personeel de Koninklijke livrei droeg en wanneer zij ten Hove kwam, behandelde hij haar met dezelf de eerbewijzen als een Koninklijke Weduwe. Met het constitutioneele huwelijk van George IV, die, na 10 jaar voor zijn buiten staat tot regeeren geraakten vader het Re gentschap te hebben bekleed, bij diens dood in 1820 eindelijk als Koning optrad, mocht het menschelijk gesproken eigenlijk van den beginne af mis zijn geweest, eerst na zijn troonsbestijging trachtte hij een scheidings- wet door het Parlement te doen aannemen. Aanvankelijk had het Kabinet zelfs gewei gerd hem hierbij behulpzaam te zijn, zoodat zich bij die gelegenheid ten aanzien van even- tueele ontbinding van een Koninkelijk huwe lijk al een even scherpe botsing tusschen Ko ning en Ministers voordeed als thans tus schen Eduard VIII en Baldwin met de zijnen voorgekomen schijnt te zijn. Toen eind 1820 het betreffende wetsontwerp, dat tenslotte toch was ingediend, slechts een meerderheid van 9 stemmen in het Hoogerhuis haalde, za gen de Ministers zich wel genoodzaakt, waar het zeker was, dat het Lagerhuis tot verwer ping zou overgaan, het voorstel te laten ver vallen. Groote vreugde onder de bevolking, drie avonden lang illuminatie te Londen vormden de uiterlijke kenteekenen van wat er leefde in de publieke opinie, die in dat ge val zich sterker macht dan de wil des Ko- nings had getoond. Heel wat behoorlijker dan George IV gedroeg zich zijn broer William IV, die hem in 1831 op volgde en toen al sinds 13 jaar de voorbeeldige echtgenoot was van Prinses Adelaide, dochter van den Hertog van Saksen-Meiningen. Toen hij met haar in het huwelijk trad, maakte hij aan zijn verbintenis met de populaire blijspel actrice Dorothea Jordan, bij wie hij liefst een tiental kinderen had, een einde. Zij kreeg van hem een jaargeld van 1000 pond, maar toen de Hertog van Clarence aldus de titel van William IV voor hij Koning werd haar voor stelde dit bedrag tot de helft te verminderen, zond ze hem het onderste stuk van een affiche terug, waarop stond: „Na het halen van het doek wordt geen geld terugbetaald". Wat on getwijfeld pleitte, zoowel voor het zakelijk in zicht als voor den humor van deze actrice, wier kinderen onder den naam Fitzclarence in het gezin van Koning William IV eenzelfde plaats innamen als waren zij uit zijn echt met Prinses Adelaide gesproten. Bij zijn troonsbe stijging had hij hen trouwens in den adelstand verheven, en het is dezen spruiten uit de „morganatische verbintenis" ook later in het maatschappelijk leven goed gegaan. Een andere actrice zou het echter in zeke ren zin nog verder brengen, n.l. Louisa Fair- brother, die in 1840 trouwde met Prins George, kleinzoon van Koning George III, en zoon van den Hertog van Cambridge, welken titel hij zelf bij den dood van zijn vader (in 1850) verwierf. Jarenlang was hij opperbevelhebber en veldmaarschalk van het Engelsche leger. Maar zijn vrouw werd niet Hertogin van Cam bridge, bleef Mevrouw FitzGeorge, doordat Ko ningin Victoria geen toestemming voor het hu welijk had gegeven, welke ingevolge de wet- van 1772 noodig is, wil een door een nog niet 25 jaar oud zijnde afstammeling van George II gesloten echtverbintenis geldig zijn. Bij den dood van zijn vrouw ontving de Hertog van Cambridge intusschen een allerhartelijkst con doleance-schrijven van de Koningin! Het Engelsche adelsboek gaat werkelijk zoo ver, dat het vermeldt, dat de Hertog van Cambridge ongehuwd stierf. Met dat al placht men in de groote uitgaande wereld, wat zeker voor haar sprak, de vrouw van dezen zoon van vorstelijken bloede niet als slechts met de lin kerhand getrouwd te beschouwen. Men bracht aan Mevrouw FitzGeorge de eerbewijzen, die elk lid van de Koninklijke familie genoot, zoo dat in dit geval nu eens ten aanzien van het inconstitutioneele en daardoor illegale huwe lijk in feite werd opgetreden alsof alles geheel en al in orde was. Er zouden nog heel wat meer moeilijkheden met betrekking tot huwelijken in de Engel sche Koninklijke familie uit het geschiedboek op te halen zijn, doch ik moge met deze paar voorbeelden volstaan. Zij toonen reeds duide lijk genoeg aan, dat er zich in Engeland ook vroeger wel voor Prinsen en Koningen pro blemen hebben voorgedaan als zij de keuze van hun hart wilden volgen. In zooverre staat het geval van den huidigen koning niet alleen. Al dient erkend, dat het overigens wel eenig in zijn soort is. Or. E. V. RAALTE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7