Ordening in land- en tuinbouw. Geen verkorting van den arbeidsduur. Weldra wijziging dienstplichtwet? DINSDAG 8 DECEMBER 1936 Sociale Zaken Bij onderhandelingen geen overeen stemming bereikt. Verdere invoering van de arbeidswet. Autodieven en helers in arrest. Organisatie over het heele land Instelling van nieuwe organen overwogen. Uit bedrijfsleven te vormen. Nieuwe landbouw-uitvoerwef in voorbereiding. Wetsontwerp heeft reeds het departement verlaten. Inhalen van achterstand. Negen millioen voor distributie van levensmiddelen Mislukte noodlanding van militair vliegtuig. Binnenkort goedkoope blikgroenten en bak- en braadvet. De jongste werkloosheidscijfers 'geven inderdaad den indruk, aldus wordt in de Memorie van Antwoord betreffende het twaalfde hoofdstuk (Sociale Zaken) der rijksbegrooting voor 1937 gezegd, alsof een geringe verbetering in de werkloosheid te bespeuren is. De minister zal uiter aard alles aanwenden, wat in zijn ver mogen is en binnen de lijnen van de algemeene regeeringspolitiek ligt, om het werkloosheidscijfers zoo gunstig mogelijk te doen worden. Echter is ook hij van oordeel, dat in de naaste toe komst vermoedelijk op een groote, min of meer permanente, werkloosheid zal moeten worden gerekend. Voor de aansporing om ten aanzien van de werkloosheidszorg een beter doordacht beleid te voeren bestaat z.i. geen enkele goede grond. Geen verkorting van den arbeidsduur. Noemt het voorloopig verslag de ver korting van den arbeidsduur van 48 tot 40 uur als het voornaamste middel om meer arbei ders aan de productie te doen deelnemen, de minister zou hier veeleer van een zeer gewaagd middel willen spreken. De verkorting van den arbeidstijd is een tweesnijdend zwaard. Zoowel de directeur-generaal van den ar beid als de minister zelf, hebben besprekingen gevoerd met de vertegenwoordigers van werk gevers en arbeiders uit eenige bedrijven, waar een verkorting van den werktijd het minst bezwaarlijk scheen. Genoemd kunnen worden het lithografisch-, het chemigrafisch- en het bouwbedrijf. Resultaten zijn daarbij niet bereikt, vooral omdat de inzichten van werk gevers en arbeiders omtrent de be antwoording van de vraag, in hoe verre de verkorting van den arbeids tijd zou moeten samengaan met ver laging van het weekloon, al te zeer uit eenliepen. Bovendien bleek, dat het opleggen aan een bedrijf van een verkorten arbeidstijd tot aller lei andere moeilijkheden, vaak van neteligen aard, aanleiding zou geven, bijvoorbeeld door den samenhang van dat bedrijf met andere bedrijven, dan wel in verband met de be staande vrijheid van den patroon om te wer ken wanneer hij wil, of met het oog op werk zaamheden, die arbeiders in hun vrijen tijd voor eigen rekening zouden willen verrichten. Dit is dan ook de reden, waarom de minister voorshands van het nemen van een beslissing inzake de invoering van de 40-urige werkweek in het bouwbedrijf afziet. Verdere invoering van de Arbeidswet. Voor het personeel, belast met transport- arbeid per auto, zullen, nu de Rijtijdwet haar beslag gekregen heeft, binnen afzienbaren tijd arbeids- en rusttijdbepalingen kunnen worden vastgesteld. De minister heeft besloten, de invoering van de arbeidswet voor volwassen kantoor personeel te bevorderen. Hij vertrouwt, dat een regeling terzake in den loop van de eerste helft van 1937 tot stand kan zijn gekomen. Ook vormt eenige beperking van den arbeidstijd van het hotel-, café- en restaurant personeel een punt van ernstige overweging bij hem. De klacht, dat de kinderarbeid in land- en tuinbouw toeneemt, komt den minister ge grond voor. De voorbereiding van een wettelijke rege ling, welke den kinderarbeid in den landbouw in loondienst beperkt, wil de minister in over weging nemen. Betere verdeeling van den be schikbaren arbeid. Zoowel in eenige inperking van het arbeids terrein voor vrouwelijke arbeidskrachten als in het remmen van de vervanging van vol wassen arbeiders door jeugdige personen ziet de minister met den hoogen raad van arbeid, een taak weggelegd voor de regeering op het gebied van een betere verdeeling van den be schikbaren arbeid. Deze materie zal, naar de minister zich voorstelt, binnenkort in een wetsvoorstel, belichaamd worden. Geen stimuleering van woningbouw. 1 De Minister erkent de mogelijkheid, dat eerlang weder een min of meer algemeen tekort aan woonruimte zal ontstaan. Die mogelijkheid geeft hem echter geen vrijheid, daar woningbouw te stimuleeren, waar no toir is, dat momenteel geen behoefte be staat. In enkele gevallen, waarin die behoef te dubieus is, beraadt de regeering zich no pens de wenschelijkheid van verderen aan bouw. De minister overweegt, naar aanleiding van een desbetreffend verzoek eener groote gemeente, de wenschelijkheid en de uitvoer baarheid technisch, financieel en comp tabel van het verleenen van rijkssteun voor de verbetering van bestaande wonin gen, subsidiair voor onderhoudswerken. Arbeid van vreemdelingen. Sedert de invoering van de wet van den 16den Mei 1934 tot regeling van het verrich ten van arbeid door vreemdelingen, op 1 October 1934, tot en met 31 October 1936 zijn door den directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling 76.794 vergunningen verleend ten be hoeve van buitenlandsche arbeidskrachten. Tot 31 October 1936 waren afgegeven 21.700 vergunningen tot het doen verrichten van arbeid door buitenlandsche dienstboden, waaronder niet begrepen zijn dienstboden en ander vrouwelijk personeel in hotel-, café- restaurantbedrijven, winkels, enz. Aan de opleiding van Nederlandsche dienst meisjes wordt regelmatig steun verleend, zoo wel aan de opleiding in internaten als op dag cursussen. Jongeren moeten in het bedrijfsleven. De Minister ziet de bestrijding van de werkloosheid onder de jeugd aldus, dat hij, nu eenige opleving in het bedrijfsleven valt te bespeuren, mede in overleg met de rijks commissie van advies voor de jeugdwerk loosheid, alle krachten inspant om de jonge ren in het gedrijfsleven geplaatst te krijgen. Om dit te bereiken zal nog meer dan tot nu toe groote aandacht worden geschonken aan de scholing en aan de vermeerdering van de vakbekwaamheid. Het aantal cen trale werkplaatsen wordt dan ook geregeld uitgebreid, terwijl dit eveneens het geval is met de vakcursussen Daarnaast wordt het noodige gedaan om het stelsel „twee-op-een" zooveel mogelijk te bevorderen. Reeds heb ben naast gemeentebedrijven in Den Haag, enkele particuliere bedrijven en ook het staatsbedrijf der P.T.T. tot invoering beslo ten. De betrokken afdeeling van zijn depar tement is door den Minister geïnstrueerd, deze zaak met kracht aan te vatten en ver der te brengen. Waar het stelsel wordt toe gepast, is men alleszins tevreden over de resultaten. Deze maand nog distributie van blikgroenten? Met de distributie van bussen groenten (andijvie, spercieboonen, prinsessenboonen, Duitsche boonen .snijboonen, stoofsla) zal vermoedelijk nog deze maand een aanvang kunnen worden gemaakt. In Januari goedkoop bak- en braadvet. Zoodra de aanmaak van goedkoop bak- en braadvet zal zijn geregeld, zal dit product aan de reeds in distributie gebrachte levens middelen worden toegevoegd. Dit zal, naar de Minister vertrouwt, begin Januari kun nen plaats vinden. HEYMANS EN SLUYTER TE TUNIS. TUNIS, 7 December (A.N.P.) De sportvlie gers Heymans en Sluyter zijn hedenochtend om 6.56 uur pl t. uit Benghasi vertrokken. Na een tusschenlanding te Tripolis, waar zij om 12.20 uur weer opstegen, zijn zij om 15.55 uur te Tunis aangekomen. De tocht werd door mooi weer begunstigd. Groot aantal personen er bij betrokken. In de omgeving van Eindhoven werd in de laatste maanden een aan tal personenauto's van den openbaren weg ontvreemd, waarbij het aanvan kelijk niet mocht gelukken de daders sporen. Toch had de recherche te Eindho ven reeds vlug een goed spoor gevon den, maar het gelukte haar niet dade lijk klaarheid in deze zaak te bren gen. Toen te Gemert evenwel een auto gestolen werd, werd iemand, die in den gestolen wagen zat, herkend als zekere G. B. wonende te Eindho ven. Hierop volgde arrestatie van G. B., P. B. en S., allen wonende te Eindhoven. Deze perso nen werden te Roermond ingesloten doch S. en P. B. moesten, wegens gebrek aan bewijs, worden losgelaten. Enkele dagen later werd S. echter te Rijnsburg betrapt bij het ste len van een auto uit een garage, terwijl hij in gezelschap was van zekeren J.. wonende te Eindhoven. De Eindhovensche politie werkte verder. Zij was er achter gekomen, dat Vrijdagavond jJ. een der gestolen auto's te 's-Hertogenbosch zou worden afgeleverd. Eenige rechercheurs en een inspecteur hadden zich naar 's-Herto genbosch begeven, doch wachtten tevergeefs, totdat zij vernamen, dat de auto, even voor het vertrek naar Den Bosch, door de politie te Bussum was in beslag genomen. Onmid- dllijk begaven de politiemannen zich toen naar Bussum, waar inmiddels ook de politie uit Schijndel was aangekomen. Bij het on derzoek daar bleek, dat men op het goede spoor was, niet alleen van de autodieven, doch ook van de helers. In dien nacht heeft de recherche gearres teerd zekeren G., wonende te Soesterberg, H., garagehouder te Zeist, T., benzinestationhou der te Baarn, terwijl op telefonisch verzoek nog zijn aangehouden zekere D. te Ruinen en V. wonende te Amsterdam, allen verdacht van heling. Te Eindhoven was inmiddels weer aange houden, onder verdenking van diefstal van verschillende auto's, P. B., die zooals reeds ge meld te Roermond weer was losgelaten. De andere autodieven bevinden zich reeds te 's-Gravenhage en te Roermond in arrest. Bij na alle verdachten hebben een volledige be kentenis afgelegd. Drie auto's werden in De minister van Landbouw zegt in zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer, dat hij zich meent te moeten aansluiten bij de leden, die van oordeel zijn, dat van de depre ciatie voor den landbouw in zijn geheel geen groote voordeelen te verwachten zijn, indien deze niet gepaard gaat met een ruimer han delsverkeer. Een ingesteld onderzoek wijst uit, dat bij een muntdepreciatie van 20 pet. de verhooging van de productie kosten voor het akkerbouwbedrijf, ten gevolge van het duurder worden van kunstmest e.d., slechts 3 a 4 pet. be loopt. Bij de veehouderijbedrijven en de gemengde bedrijven is de stijging, veroorzaakt door den duurderen aan koop van voedergranen, uiteraard aan zienlijker. Deze is gelegen tusschen 8 en 15 procent. Deze verhooging van de productiekosten is, voorzoover zij niet door prijsstijging van het eind product werd vergoed, door andere maatregelen gecompenseerd Opheffing van crisismaatregelen? Of een belangrijk deel van het crisisapparaat zou kunnen verdwijnen, indien de gulden kon worden gekoppeld aan het pond, valt naar de meening van den minister te betwijfelen. Hoewel van een liquidatie der landbouw crisismaatregelen nog geen sprake kan zijn, zal toch, waar mogelijk, naar opheffing dezer maatregelen moeten worden gestreeefd. Devaluatie en vaste lasten. De regeering wijdt bijzondere aandacht aan de gevolgen van het prijsgeven van den gou den standaard, voor zoover zij de vaste las ten betreffen. Ten aanzien van de hypotheken hoopt de minister, dat de feiten zich zoo zullen ont wikkelen, dat ontwerpen van wet tot vermin dering van den druk der hypotheekschulden niet zullen behoeven te worden ingediend. Het zou, naar de minister meent, niet van goed beleid getuigen, indien de wetgever bij dalende markt bepalingen zou vaststellen met de betrekking tot de rente van loopende cre- dieten. Een nieuwe landbouw-uitvoerwet. Een nieuw ontwerp van landbouwuitvoer- wet verkeert in zoodanig stadium van voor bereiding, dat het eerlang het departement zal kunnen verlaten. Decentralisatie crisismaatregelen. Evenals de commissie-van Loon is de mi nister van meening, dat de uitvoering der landbouwcrisismaatregelen meer gedecentra liseerd behoort te geschieden. Nieuwe organen Wanneer, zooals de minister uiteen zet, dat het geval is, het toepassen van teeltregelingen in den land- en tuin bouw voorloopig niet kan worden ge mist, dan rijst de vraag, welke instan tie met de uitvoering daarvan moet worden belast. Het komt den minister voor dat deze taak moet worden opge dragen aan organen, te vormen uit de vertegenwoordigers van het bedrijfs leven, die beter gefundeerd zijn in de uit het vrije bedrijfsleven opgekomen vereenigingen dan de uit den aard der zaak vluchtige getimmerten der cri sisorganisaties. Voor deze bedrijfsorganen in den land- en tuinbouw ziet de minister ook nog anderen arbeid weggelegd. Zij zul len tevens kunnen worden ingescha keld bij de bevordering van den uit voer. Bij den scherpen strijd, dien de exporteurs van tal van landen op de verkleinde wereld markt voeren, is het van het grootste belang, dht Nederland een product van de beste hoe bedrijfsorganen vinden hier een vruchtbaar bedijrfsorganen vinden hier een vruchtbaar arbeidsveld. Ook op nog andere wijze kunnen de genoem de bedrijfsorganen den uitvoer van land- en tuinbouwproducten bevorderen. In vele lan den zijn, ter bescherming van den nationalen land- en tuinbouw, maatregelen genomen, die tot strekking hebben den beoefenaren van deze bedrijven een bepaalden prijs te verzekeren. Bij onzen uitvoer moet daarmede rekening worden gehouden. Exporteert Nederland tegen lagere prijizen dan in het land, waarheen wordt geëxporteerd gewenscht worden geacht, dan derft het Nederlandsch nationaal inko men niet alleen noodeloos inkomsten, maar loopen wij bovendien het ernstige gevaar, dat het land waarheen wordt geëxporteerd, uit vrees voor dumping onzen uitvoer gaat belem meren, zoo niet afsnijden. Zoolang de interna tionale economische verhoudingen zijn als thans het geval is, zullen de bedrijfsorganen nuttig werk kunnen doen door er aan mede te werken, dat de uitvoer onder zoodanige om standigheden plaats heeft, dat een onheil, als waarop hier is gewezen, kan worden afge wend. Ook bij het doen van concessies bij on derhandelingen kunnen de bedrijfsorganen wellicht een nuttige uitvoerende taak ver vullen. Moet worden aangenomen, dat voor de bovengenoemde bedrijfsorganen een be langrijke taak kan zijn weggelegd, dan rijst de vraag, op welke wijze deze organen moeten worden samengesteld. Naar de meening van den minister moeten deze organen niet van bovenaf door de overheid worden opgelegd, maar van onderop uit het bedrijfsleven zelf worden opgebouwd. De sterk ontwikkelde organisaties in den land- en tuinbouw bieden een mo gelijkheid de bedrijfsorganen op de juiste wijze samen te stellen. Aan de belangen van industrie en midden stand zal daarbij ook moeten worden gedacht. Voorts zal aan de overheid als hoedster van het algemeen belang op afdoende wijze de gelegenheid moe ten worden gegeven om te waken te- Het heeft den minister van Defensie ver baasd, aldus wordt in de Memorie van Ant woord in zake de Defensie begrooting ver klaard, dat het wetsontwerp betreffende de Defensie-uitgaven voor Indië door zijn dus genaamde beperkte strekking ernstige te leurstelling heeft gewekt bij vele leden, die daarmede blijkbaar de „ontsteltenis en ont stemming" in Nederlandsch-Indië, waarvan zij gewaagden, deelden. Deze gevoelens mis sen eiken grond en miskennen ten eenenmale de draagwijdte van het ontwerp. Dat voorshands alleen gelden wor den aangevraagd voor een deel van het vlootmateriaal beteekent aller minst een inperking van het vloot- plan, doch beoogt slechts een uitspraak van den begrootingswetgever, te verkrijgen over de schepen en vlieg tuigen, die in 1937 op stapel zullen worden gezet of aangeschaft. In 1938 zullen de gelden moeten worden aan gevraagd die noodig zijn voor het verder inhalen van den achterstand. Dat deze leden ter handhaving van onze neutraliteit en van ons volksbestaan gaarne een sneller tempo van de versterking van de zeemacht in de Indische wateren wenschen te zien, laat zich begrijpen. Ook de regee ring staat op dit standpunt, maar zij moet rekening houden met hetgeen op grond van personeele en financieele factoren uitvoerbaar is en het is niet redelijk van haar te eischen, dat een belangrijke achterstand, ontstaan om dat in de voorafgaande jaren voor den aan bouw weinig of geen fondsen konden worden beschikbaar gesteld en de omstandigheden' dit destijds niet onvermijdelijk maakten, in een handomdraai moet worden ingehaald. Ook het verwijt, dat de regeering slechts oog heeft voor de Maritieme defensie in In dië en geen maatregelen voorstelt ter voorzie ning in het groeiend tekort van de maritieme defensie in Europa, moet zij terugwijzen. Medegedeeld wordt, dat het doel is de moe- derlandsche verdediging aan de zeezijde terug te brengen tot een afsluiting der zeegaten en andere toegangen van uit zee door mijnver- sperringen, die door bewakingsvaartuigen tegen opruiming door licht materieel eener te genpartij zullen worden beschermd. Van het gebruik van onderzeebooten in de gen onjuiste beslissingen. De organen zullen vermoedelijk meer in aantal moeten zijn. De taak der teeltregeling zal uit den aard der zaak meer ge westelijk moeten worden bekeken, ter wijl de exportkant meer een nationaal karakter moet hebben. Ook op dit laatste gebied zal vermoedelijk met een bedrijfsorkaan niet kunnen worden volstaan. De taak dor bedrijfsorganen vloeit reeds ge deeltelijk voort uit hetgeen boven omtrent hun noodzakelijkheid werd opgemerkt. Zij zullen op economisch terrein werkzaam zijn. Voorop zal moeten staan de uitvoerende taak der be drijfsorganen. Als zoodanig zullen zij in een nuttig „zelf doen" aan de uitvoering van wet ten en algemeene maatregelen van bestuur voor land- en tuinbouw moeten medewerken. Hierbij behoeft het evenwel niet te blijven. Naast de uitvoerende taak kan hun ook mits op voorzichtige wijze, een regelende taak wor den toevertrouwd. Men kan zich zulks in dezen vorm denken, dat bepaalde besluiten onder be paalde voorwaarden door de overheid verbin dend worden verklaard. De minister ontveinst zich geen oogenblik, dat bij een uitwerken van deze plannen nog ernstige moeilijkheden zullen moeten worden overwonnen. Al deze moeilijkheden ontslaan intusschen den minister niet van den plicht voor de ont wikkeling van den land- en tuinbouw de rich ting te wijzen, welke hij de juiste acht. Van daar, dat aan zijn departement wordt gewerkt aan een uitwerking van de hier ontwikkelde algemeene gedachten, om tot concrete voor stellen te komen. Vermoedelijk zullen deze be- teekenen een wijziging van de landbouw-crisis- wet, welke voorloopig de draagster kan worden der bedrijfsorganen, die aanvankelijk geheel op den crisisarbeid ingesteld, straks ook nog een taak zullen blijken te hebben, wanneer meer gestabiliseerde verhoudingen zijn inge treden. Steunmaatregelen voor visscherij kunnen niet gemist worden. Hoewel bij enkele onderdeelen van het vis scherij bedrijf wel eenige verbetering valt te bespeuren, moet worden toegegeven, dat de toestand in de visscherij, zoowel de zee- als de zoutwater visscherij, nog te wenschen overlaat, zoodat steunmaatregelen niet gemist kunnen worden. Bij het afsluiten van handelsverdrageen worden de belangen van de visscherij zooveel mogelijk in het ooog gehouden. Dat nog altijd te veel buitenlandsche visch hier te lande wordt ingevoerd, kan niet worden toegegeven. De minister heeft een commissie ingesteld, welke tot taak heeft na te gaan, welke moge lijkheden in het conserveeren van visch ge legen kunnen zijn om 'n regelmatiger prijsver- loop te verkrijgen dan tot dusverre bestaat. Met betrekking tot de haring moge op de vraag, welk standpunt de minister tegenover de maatregelen, aanbevolen in een redevoe ring, welke mr. J. H. Kiewiet de Jonge onlangs heeft gehouden en in een adres van de Ka mer van Koophandel te Vlaardingen worden opgemerkt, dat de daar aanbevolen maat regelen overweging verdienen. De betalings moeilijkheden en invoerbelemmeringen in sommige landen zijn echter oorzaak, dat deze maatregelen voor een deel niet kunnen worden uitgevoerd. De maatregelen, welke bestemd zijn den afzet der baringproducten te stimulee ren, hebben de volle belangstelling van den minister. Ten einde te komen tot meer bevredigende uitkomsten voor het garnalenvisscherijbedrijf en om de veelvuldig voorkomende ontduikin gen van de minimum prijsregeling te ontgaan, is de minister overgegaan tot de oprichting van een verkoopkantoor voor garnalen, waar door de financieele band tusschen vissehers en handelaren kon worden verbroken, omdat alle aangevoerde garnalen aan het verkoop kantoor moeten worden afgeleverd, wellk kan toor daarna de garnalen weer doorgeeft aan de handelaren. organisatie van het materieel, dat speciaal voor de maritieme defensie van Nederland is bestemd, is om financieele redenen voors hands afgezien. Het denkbeeld, waarop ons weermachtstelsel gegrond is, is in zijn wezen uitsluitend defensief al beteekent dit aller minst dat de weermacht, nadat we aangeval len zijn, ook slechts defensief zal moeten ageeren. Het minimum der strijdkrachten voor Ned.- Indië, benoodigd voor deze in wezen defen sieve actie, wordt geleverd door de vloot van het nagenoeg ongewijzigde plan-1930, vermeerderd met voorloopig 39 landbommen- wèrpers. De vraag hoe de regeering denkt te voorzien in het personeelstekort bij de Kon. Marine, kan worden beantwoord door te wijzen op het op volle kracht werken van alle opleidingen, terwijl bovendien op 1 Mei 1937 een extra klasse van 100 jongelieden de opleiding voor matroos te Vlissingen zal beginnen. De uitlating van den heer Van Duyl, dat de leiding van het Indisch leger, in groote meerderheid aan de zijde der N.S.B. zou staan, is in strijd met de waarheid. Voor de economische en industrieele voor bereiding der verdediging wordt tijdelijk over het departement een nieuwe afdeeling in het leven geroepen. Het in de troonrede in uitzicht ge stelde ontwerp van wet tot wijziging van de dienstplichtwet welk ont werp inmiddels het departement van defensie heeft verlaten behelst enkele voorzieningen tot uitbreiding van de vredessterkte bij de zeemacht door middel van verlenging van den eersten oefeningstijd van de daaraan toegewezen dienstplichtigen en tot vermeerdering van het getal herha lingsoefeningen bij land- en zee macht; voorts maatregelen om te be vorderen, dat bij vergrooting van de lichtingssterkte waarvoor een ander, ingrijpender wetsvoorstel wordt gereedgemaakt de beoogde ver sterking spoedig kan intreden. Een hechter verband tusschen vredes- en oorlogsorganisatie zal medebrengen, dat weer worde overgegaan tot de instelling van de derde compagnie per regiment infanterie. De vraag hoever de uitbreiding van het contingent en met de verlenging van den eersten oefentijd zal gegaan moeten worden, zal zoowel afhangen van de financieele mogelijkheden als van de militaire eischen, die gesteld dienen te worden. Om een denkbeeld te geven van de financieele gevolgen, die verbonden zullen zijn aan een lich tingssterkte van ongeveer 32.000 man en een eersten oefentijd van 12 maan den voor de onberedenen, moge dienen, dat een globale berekening heeft uitgewezen, dat daarvoor een kapitaalsuitgave van rond 20 millioen zal noodig zijn en dat de verhoogïng der jaarlijksche uitgaven ongeveer 15 millioen zal bedragen. Hoewel kan worden ingestemd met de wen schelijkheid om ook hen, die niet in het legerverband worden opgenomen, aan oefe ningen te doen deelnemen, verliest deze ge dachte veel van hare beteekenis indien de thans in voorbereiding zijnde voorzieningen, later tot wet zullen worden verheven. Immers is dan te voorzien, dat alle lichamelijk ge- schikten in het legerverband zullen worden opgenomen. De minister onderneemt stappen om te komen tot instelling van een commissie, die tot taak zal hebben haar oordeel uit te spreken, omtrent de vraag, welke maatregelen zouden kunnen worden genomen om zooveel mogelijk te voorkomen, dat dienstplichtigen hun betrekking verliezen als gevolg van hun militaire verplichtingen. Luchtverdediging. Binnenkort zal het wetsontwerp worden in gediend door den minister van waterstaat, in samenwerking met de hoofden der andere erbij betrokken departementen strekkende tot het in het leven roepen van een onder het departement van waterstaat ressorteerend lichaam, waarin zullen worden samengebracht vertegenwoordigers van alle aanschaffende rijks- en particuliere diensten op luchtvaart gebied, vertegenwoordigers van de Neder landsche vliegtuigindustrie en de rijksstudie dienst voor de luchtvaart. De regeering ver wacht hierdoor tevens te zullen komen tot een, ook harerzijds gewenschte, concentratie van aanschaffingen, met de daaruit voort vloeiende bezuiniging, alsmede tot het, even zeer door haar gewenschte, zooveel eenigs- zins mogelijk bevorderen van de belangen van genoemde industrie. Voor de distributie van 6000 ton bak- en braadvet aan werkloozen en armlastigen tegen den vermoedelijken prijs van 40 cent per kilo af fabriek, is op de begrooting van Sociale Zaken een bedrag van f 2.400.000 uitge trokken. Voor de totale kosten van de levensmiddelen distributie is een totaal van f 9.000.000 ge raamd. Geen persoonlijke ongelukken. Maandagmiddag omstreeks half een moest een militair vliegtuig, bestuurd door den leerling-vlieger luitenant J. L. J. Swartjes, nabij Lekkerkerk wegens een defect aan den motor een noodlanding maken. De bestuur der trachtte het toestel veilig aan den grond te zetten, doch wegens de gladheid van het terrein slaagde hij hierin niet, zoodat het toestel tegen een boom terecht kwam. waar door een der vleugels afbrak. De bestuurder, luitenant Swartjes en zijn mede-inzittende, de mecanicien, sergeant G. A. van Heere, kwamen er zonder letsel af. Het toestel, een verkenner van het type Fok ker c. 1, werd zwaar beschadigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2