Ordening in land- en tuinbouw.
Geen verkorting van den arbeidsduur.
Weldra wijziging dienstplichtwet?
DINSDAG 8 DECEMBER 1936
Sociale Zaken
Bij onderhandelingen geen overeen
stemming bereikt.
Verdere invoering van de
arbeidswet.
Autodieven en helers in arrest.
Organisatie over het heele land
Instelling van nieuwe organen overwogen.
Uit bedrijfsleven te
vormen.
Nieuwe landbouw-uitvoerwef in
voorbereiding.
Wetsontwerp heeft reeds het departement verlaten.
Inhalen van achterstand.
Negen millioen voor
distributie van levensmiddelen
Mislukte noodlanding van
militair vliegtuig.
Binnenkort goedkoope blikgroenten
en bak- en braadvet.
De jongste werkloosheidscijfers
'geven inderdaad den indruk, aldus
wordt in de Memorie van Antwoord
betreffende het twaalfde hoofdstuk
(Sociale Zaken) der rijksbegrooting
voor 1937 gezegd, alsof een geringe
verbetering in de werkloosheid te
bespeuren is. De minister zal uiter
aard alles aanwenden, wat in zijn ver
mogen is en binnen de lijnen van de
algemeene regeeringspolitiek ligt, om
het werkloosheidscijfers zoo gunstig
mogelijk te doen worden. Echter is ook
hij van oordeel, dat in de naaste toe
komst vermoedelijk op een groote, min
of meer permanente, werkloosheid zal
moeten worden gerekend.
Voor de aansporing om ten aanzien van de
werkloosheidszorg een beter doordacht beleid
te voeren bestaat z.i. geen enkele goede grond.
Geen verkorting van den arbeidsduur.
Noemt het voorloopig verslag de ver
korting van den arbeidsduur van 48 tot 40 uur
als het voornaamste middel om meer arbei
ders aan de productie te doen deelnemen, de
minister zou hier veeleer van een zeer gewaagd
middel willen spreken. De verkorting van den
arbeidstijd is een tweesnijdend zwaard.
Zoowel de directeur-generaal van den ar
beid als de minister zelf, hebben besprekingen
gevoerd met de vertegenwoordigers van werk
gevers en arbeiders uit eenige bedrijven, waar
een verkorting van den werktijd het minst
bezwaarlijk scheen. Genoemd kunnen worden
het lithografisch-, het chemigrafisch- en het
bouwbedrijf.
Resultaten zijn daarbij niet bereikt,
vooral omdat de inzichten van werk
gevers en arbeiders omtrent de be
antwoording van de vraag, in hoe
verre de verkorting van den arbeids
tijd zou moeten samengaan met ver
laging van het weekloon, al te zeer uit
eenliepen.
Bovendien bleek, dat het opleggen aan een
bedrijf van een verkorten arbeidstijd tot aller
lei andere moeilijkheden, vaak van neteligen
aard, aanleiding zou geven, bijvoorbeeld door
den samenhang van dat bedrijf met andere
bedrijven, dan wel in verband met de be
staande vrijheid van den patroon om te wer
ken wanneer hij wil, of met het oog op werk
zaamheden, die arbeiders in hun vrijen tijd
voor eigen rekening zouden willen verrichten.
Dit is dan ook de reden, waarom de minister
voorshands van het nemen van een beslissing
inzake de invoering van de 40-urige werkweek
in het bouwbedrijf afziet.
Verdere invoering van de Arbeidswet.
Voor het personeel, belast met transport-
arbeid per auto, zullen, nu de Rijtijdwet haar
beslag gekregen heeft, binnen afzienbaren
tijd arbeids- en rusttijdbepalingen kunnen
worden vastgesteld.
De minister heeft besloten, de invoering
van de arbeidswet voor volwassen kantoor
personeel te bevorderen. Hij vertrouwt, dat
een regeling terzake in den loop van de eerste
helft van 1937 tot stand kan zijn gekomen. Ook
vormt eenige beperking van den arbeidstijd
van het hotel-, café- en restaurant personeel
een punt van ernstige overweging bij hem.
De klacht, dat de kinderarbeid in land- en
tuinbouw toeneemt, komt den minister ge
grond voor.
De voorbereiding van een wettelijke rege
ling, welke den kinderarbeid in den landbouw
in loondienst beperkt, wil de minister in over
weging nemen.
Betere verdeeling van den be
schikbaren arbeid.
Zoowel in eenige inperking van het arbeids
terrein voor vrouwelijke arbeidskrachten als
in het remmen van de vervanging van vol
wassen arbeiders door jeugdige personen ziet
de minister met den hoogen raad van arbeid,
een taak weggelegd voor de regeering op het
gebied van een betere verdeeling van den be
schikbaren arbeid. Deze materie zal, naar de
minister zich voorstelt, binnenkort in een
wetsvoorstel, belichaamd worden.
Geen stimuleering van
woningbouw.
1
De Minister erkent de mogelijkheid, dat
eerlang weder een min of meer algemeen
tekort aan woonruimte zal ontstaan. Die
mogelijkheid geeft hem echter geen vrijheid,
daar woningbouw te stimuleeren, waar no
toir is, dat momenteel geen behoefte be
staat. In enkele gevallen, waarin die behoef
te dubieus is, beraadt de regeering zich no
pens de wenschelijkheid van verderen aan
bouw.
De minister overweegt, naar aanleiding
van een desbetreffend verzoek eener groote
gemeente, de wenschelijkheid en de uitvoer
baarheid technisch, financieel en comp
tabel van het verleenen van rijkssteun
voor de verbetering van bestaande wonin
gen, subsidiair voor onderhoudswerken.
Arbeid van vreemdelingen.
Sedert de invoering van de wet van den
16den Mei 1934 tot regeling van het verrich
ten van arbeid door vreemdelingen, op 1
October 1934, tot en met 31 October 1936 zijn
door den directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling 76.794 vergunningen verleend ten be
hoeve van buitenlandsche arbeidskrachten.
Tot 31 October 1936 waren afgegeven 21.700
vergunningen tot het doen verrichten van
arbeid door buitenlandsche dienstboden,
waaronder niet begrepen zijn dienstboden en
ander vrouwelijk personeel in hotel-, café-
restaurantbedrijven, winkels, enz.
Aan de opleiding van Nederlandsche dienst
meisjes wordt regelmatig steun verleend, zoo
wel aan de opleiding in internaten als op
dag cursussen.
Jongeren moeten in het
bedrijfsleven.
De Minister ziet de bestrijding van de
werkloosheid onder de jeugd aldus, dat hij,
nu eenige opleving in het bedrijfsleven valt
te bespeuren, mede in overleg met de rijks
commissie van advies voor de jeugdwerk
loosheid, alle krachten inspant om de jonge
ren in het gedrijfsleven geplaatst te krijgen.
Om dit te bereiken zal nog meer dan tot
nu toe groote aandacht worden geschonken
aan de scholing en aan de vermeerdering
van de vakbekwaamheid. Het aantal cen
trale werkplaatsen wordt dan ook geregeld
uitgebreid, terwijl dit eveneens het geval is
met de vakcursussen Daarnaast wordt het
noodige gedaan om het stelsel „twee-op-een"
zooveel mogelijk te bevorderen. Reeds heb
ben naast gemeentebedrijven in Den Haag,
enkele particuliere bedrijven en ook het
staatsbedrijf der P.T.T. tot invoering beslo
ten. De betrokken afdeeling van zijn depar
tement is door den Minister geïnstrueerd,
deze zaak met kracht aan te vatten en ver
der te brengen. Waar het stelsel wordt toe
gepast, is men alleszins tevreden over de
resultaten.
Deze maand nog distributie
van blikgroenten?
Met de distributie van bussen groenten
(andijvie, spercieboonen, prinsessenboonen,
Duitsche boonen .snijboonen, stoofsla) zal
vermoedelijk nog deze maand een aanvang
kunnen worden gemaakt.
In Januari goedkoop
bak- en braadvet.
Zoodra de aanmaak van goedkoop bak- en
braadvet zal zijn geregeld, zal dit product
aan de reeds in distributie gebrachte levens
middelen worden toegevoegd. Dit zal, naar
de Minister vertrouwt, begin Januari kun
nen plaats vinden.
HEYMANS EN SLUYTER TE TUNIS.
TUNIS, 7 December (A.N.P.) De sportvlie
gers Heymans en Sluyter zijn hedenochtend
om 6.56 uur pl t. uit Benghasi vertrokken.
Na een tusschenlanding te Tripolis, waar zij
om 12.20 uur weer opstegen, zijn zij om 15.55
uur te Tunis aangekomen. De tocht werd
door mooi weer begunstigd.
Groot aantal personen er bij betrokken.
In de omgeving van Eindhoven
werd in de laatste maanden een aan
tal personenauto's van den openbaren
weg ontvreemd, waarbij het aanvan
kelijk niet mocht gelukken de daders
sporen.
Toch had de recherche te Eindho
ven reeds vlug een goed spoor gevon
den, maar het gelukte haar niet dade
lijk klaarheid in deze zaak te bren
gen. Toen te Gemert evenwel een
auto gestolen werd, werd iemand, die
in den gestolen wagen zat, herkend
als zekere G. B. wonende te Eindho
ven.
Hierop volgde arrestatie van G. B., P. B. en
S., allen wonende te Eindhoven. Deze perso
nen werden te Roermond ingesloten doch S.
en P. B. moesten, wegens gebrek aan bewijs,
worden losgelaten. Enkele dagen later werd
S. echter te Rijnsburg betrapt bij het ste
len van een auto uit een garage, terwijl hij
in gezelschap was van zekeren J.. wonende
te Eindhoven.
De Eindhovensche politie werkte verder. Zij
was er achter gekomen, dat Vrijdagavond jJ.
een der gestolen auto's te 's-Hertogenbosch
zou worden afgeleverd. Eenige rechercheurs
en een inspecteur hadden zich naar 's-Herto
genbosch begeven, doch wachtten tevergeefs,
totdat zij vernamen, dat de auto, even voor
het vertrek naar Den Bosch, door de politie
te Bussum was in beslag genomen. Onmid-
dllijk begaven de politiemannen zich toen
naar Bussum, waar inmiddels ook de politie
uit Schijndel was aangekomen. Bij het on
derzoek daar bleek, dat men op het goede
spoor was, niet alleen van de autodieven, doch
ook van de helers.
In dien nacht heeft de recherche gearres
teerd zekeren G., wonende te Soesterberg, H.,
garagehouder te Zeist, T., benzinestationhou
der te Baarn, terwijl op telefonisch verzoek
nog zijn aangehouden zekere D. te Ruinen
en V. wonende te Amsterdam, allen verdacht
van heling.
Te Eindhoven was inmiddels weer aange
houden, onder verdenking van diefstal van
verschillende auto's, P. B., die zooals reeds ge
meld te Roermond weer was losgelaten. De
andere autodieven bevinden zich reeds te
's-Gravenhage en te Roermond in arrest. Bij
na alle verdachten hebben een volledige be
kentenis afgelegd. Drie auto's werden in
De minister van Landbouw zegt in zijn
Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer,
dat hij zich meent te moeten aansluiten bij de
leden, die van oordeel zijn, dat van de depre
ciatie voor den landbouw in zijn geheel geen
groote voordeelen te verwachten zijn, indien
deze niet gepaard gaat met een ruimer han
delsverkeer.
Een ingesteld onderzoek wijst uit,
dat bij een muntdepreciatie van 20
pet. de verhooging van de productie
kosten voor het akkerbouwbedrijf, ten
gevolge van het duurder worden van
kunstmest e.d., slechts 3 a 4 pet. be
loopt. Bij de veehouderijbedrijven en
de gemengde bedrijven is de stijging,
veroorzaakt door den duurderen aan
koop van voedergranen, uiteraard aan
zienlijker. Deze is gelegen tusschen
8 en 15 procent. Deze verhooging van
de productiekosten is, voorzoover zij
niet door prijsstijging van het eind
product werd vergoed, door andere
maatregelen gecompenseerd
Opheffing van crisismaatregelen?
Of een belangrijk deel van het crisisapparaat
zou kunnen verdwijnen, indien de gulden kon
worden gekoppeld aan het pond, valt naar de
meening van den minister te betwijfelen.
Hoewel van een liquidatie der landbouw
crisismaatregelen nog geen sprake kan zijn,
zal toch, waar mogelijk, naar opheffing dezer
maatregelen moeten worden gestreeefd.
Devaluatie en vaste lasten.
De regeering wijdt bijzondere aandacht aan
de gevolgen van het prijsgeven van den gou
den standaard, voor zoover zij de vaste las
ten betreffen.
Ten aanzien van de hypotheken hoopt de
minister, dat de feiten zich zoo zullen ont
wikkelen, dat ontwerpen van wet tot vermin
dering van den druk der hypotheekschulden
niet zullen behoeven te worden ingediend.
Het zou, naar de minister meent, niet van
goed beleid getuigen, indien de wetgever bij
dalende markt bepalingen zou vaststellen met
de betrekking tot de rente van loopende cre-
dieten.
Een nieuwe landbouw-uitvoerwet.
Een nieuw ontwerp van landbouwuitvoer-
wet verkeert in zoodanig stadium van voor
bereiding, dat het eerlang het departement
zal kunnen verlaten.
Decentralisatie crisismaatregelen.
Evenals de commissie-van Loon is de mi
nister van meening, dat de uitvoering der
landbouwcrisismaatregelen meer gedecentra
liseerd behoort te geschieden.
Nieuwe organen
Wanneer, zooals de minister uiteen
zet, dat het geval is, het toepassen van
teeltregelingen in den land- en tuin
bouw voorloopig niet kan worden ge
mist, dan rijst de vraag, welke instan
tie met de uitvoering daarvan moet
worden belast. Het komt den minister
voor dat deze taak moet worden opge
dragen aan organen, te vormen uit de
vertegenwoordigers van het bedrijfs
leven, die beter gefundeerd zijn in de
uit het vrije bedrijfsleven opgekomen
vereenigingen dan de uit den aard der
zaak vluchtige getimmerten der cri
sisorganisaties.
Voor deze bedrijfsorganen in den
land- en tuinbouw ziet de minister ook
nog anderen arbeid weggelegd. Zij zul
len tevens kunnen worden ingescha
keld bij de bevordering van den uit
voer.
Bij den scherpen strijd, dien de exporteurs
van tal van landen op de verkleinde wereld
markt voeren, is het van het grootste belang,
dht Nederland een product van de beste hoe
bedrijfsorganen vinden hier een vruchtbaar
bedijrfsorganen vinden hier een vruchtbaar
arbeidsveld.
Ook op nog andere wijze kunnen de genoem
de bedrijfsorganen den uitvoer van land- en
tuinbouwproducten bevorderen. In vele lan
den zijn, ter bescherming van den nationalen
land- en tuinbouw, maatregelen genomen, die
tot strekking hebben den beoefenaren van deze
bedrijven een bepaalden prijs te verzekeren.
Bij onzen uitvoer moet daarmede rekening
worden gehouden. Exporteert Nederland tegen
lagere prijizen dan in het land, waarheen
wordt geëxporteerd gewenscht worden geacht,
dan derft het Nederlandsch nationaal inko
men niet alleen noodeloos inkomsten, maar
loopen wij bovendien het ernstige gevaar, dat
het land waarheen wordt geëxporteerd, uit
vrees voor dumping onzen uitvoer gaat belem
meren, zoo niet afsnijden. Zoolang de interna
tionale economische verhoudingen zijn als
thans het geval is, zullen de bedrijfsorganen
nuttig werk kunnen doen door er aan mede
te werken, dat de uitvoer onder zoodanige om
standigheden plaats heeft, dat een onheil, als
waarop hier is gewezen, kan worden afge
wend. Ook bij het doen van concessies bij on
derhandelingen kunnen de bedrijfsorganen
wellicht een nuttige uitvoerende taak ver
vullen. Moet worden aangenomen, dat voor
de bovengenoemde bedrijfsorganen een be
langrijke taak kan zijn weggelegd, dan rijst de
vraag, op welke wijze deze organen moeten
worden samengesteld. Naar de meening van
den minister moeten deze organen niet van
bovenaf door de overheid worden opgelegd,
maar van onderop uit het bedrijfsleven zelf
worden opgebouwd.
De sterk ontwikkelde organisaties in
den land- en tuinbouw bieden een mo
gelijkheid de bedrijfsorganen op de
juiste wijze samen te stellen. Aan de
belangen van industrie en midden
stand zal daarbij ook moeten worden
gedacht. Voorts zal aan de overheid
als hoedster van het algemeen belang
op afdoende wijze de gelegenheid moe
ten worden gegeven om te waken te-
Het heeft den minister van Defensie ver
baasd, aldus wordt in de Memorie van Ant
woord in zake de Defensie begrooting ver
klaard, dat het wetsontwerp betreffende de
Defensie-uitgaven voor Indië door zijn dus
genaamde beperkte strekking ernstige te
leurstelling heeft gewekt bij vele leden, die
daarmede blijkbaar de „ontsteltenis en ont
stemming" in Nederlandsch-Indië, waarvan
zij gewaagden, deelden. Deze gevoelens mis
sen eiken grond en miskennen ten eenenmale
de draagwijdte van het ontwerp.
Dat voorshands alleen gelden wor
den aangevraagd voor een deel van
het vlootmateriaal beteekent aller
minst een inperking van het vloot-
plan, doch beoogt slechts een uitspraak
van den begrootingswetgever, te
verkrijgen over de schepen en vlieg
tuigen, die in 1937 op stapel zullen
worden gezet of aangeschaft. In 1938
zullen de gelden moeten worden aan
gevraagd die noodig zijn voor het
verder inhalen van den achterstand.
Dat deze leden ter handhaving van onze
neutraliteit en van ons volksbestaan gaarne
een sneller tempo van de versterking van de
zeemacht in de Indische wateren wenschen
te zien, laat zich begrijpen. Ook de regee
ring staat op dit standpunt, maar zij moet
rekening houden met hetgeen op grond van
personeele en financieele factoren uitvoerbaar
is en het is niet redelijk van haar te eischen,
dat een belangrijke achterstand, ontstaan om
dat in de voorafgaande jaren voor den aan
bouw weinig of geen fondsen konden worden
beschikbaar gesteld en de omstandigheden'
dit destijds niet onvermijdelijk maakten, in
een handomdraai moet worden ingehaald.
Ook het verwijt, dat de regeering slechts
oog heeft voor de Maritieme defensie in In
dië en geen maatregelen voorstelt ter voorzie
ning in het groeiend tekort van de maritieme
defensie in Europa, moet zij terugwijzen.
Medegedeeld wordt, dat het doel is de moe-
derlandsche verdediging aan de zeezijde terug
te brengen tot een afsluiting der zeegaten en
andere toegangen van uit zee door mijnver-
sperringen, die door bewakingsvaartuigen
tegen opruiming door licht materieel eener te
genpartij zullen worden beschermd.
Van het gebruik van onderzeebooten in de
gen onjuiste beslissingen. De organen
zullen vermoedelijk meer in aantal
moeten zijn. De taak der teeltregeling
zal uit den aard der zaak meer ge
westelijk moeten worden bekeken, ter
wijl de exportkant meer een nationaal
karakter moet hebben. Ook op dit
laatste gebied zal vermoedelijk met een
bedrijfsorkaan niet kunnen worden
volstaan.
De taak dor bedrijfsorganen vloeit reeds ge
deeltelijk voort uit hetgeen boven omtrent hun
noodzakelijkheid werd opgemerkt. Zij zullen
op economisch terrein werkzaam zijn. Voorop
zal moeten staan de uitvoerende taak der be
drijfsorganen. Als zoodanig zullen zij in een
nuttig „zelf doen" aan de uitvoering van wet
ten en algemeene maatregelen van bestuur
voor land- en tuinbouw moeten medewerken.
Hierbij behoeft het evenwel niet te blijven.
Naast de uitvoerende taak kan hun ook mits
op voorzichtige wijze, een regelende taak wor
den toevertrouwd. Men kan zich zulks in dezen
vorm denken, dat bepaalde besluiten onder be
paalde voorwaarden door de overheid verbin
dend worden verklaard.
De minister ontveinst zich geen oogenblik,
dat bij een uitwerken van deze plannen nog
ernstige moeilijkheden zullen moeten worden
overwonnen.
Al deze moeilijkheden ontslaan intusschen
den minister niet van den plicht voor de ont
wikkeling van den land- en tuinbouw de rich
ting te wijzen, welke hij de juiste acht. Van
daar, dat aan zijn departement wordt gewerkt
aan een uitwerking van de hier ontwikkelde
algemeene gedachten, om tot concrete voor
stellen te komen. Vermoedelijk zullen deze be-
teekenen een wijziging van de landbouw-crisis-
wet, welke voorloopig de draagster kan worden
der bedrijfsorganen, die aanvankelijk geheel
op den crisisarbeid ingesteld, straks ook nog
een taak zullen blijken te hebben, wanneer
meer gestabiliseerde verhoudingen zijn inge
treden.
Steunmaatregelen voor visscherij
kunnen niet gemist worden.
Hoewel bij enkele onderdeelen van het vis
scherij bedrijf wel eenige verbetering valt te
bespeuren, moet worden toegegeven, dat de
toestand in de visscherij, zoowel de zee- als de
zoutwater visscherij, nog te wenschen overlaat,
zoodat steunmaatregelen niet gemist kunnen
worden.
Bij het afsluiten van handelsverdrageen
worden de belangen van de visscherij zooveel
mogelijk in het ooog gehouden.
Dat nog altijd te veel buitenlandsche visch
hier te lande wordt ingevoerd, kan niet worden
toegegeven.
De minister heeft een commissie ingesteld,
welke tot taak heeft na te gaan, welke moge
lijkheden in het conserveeren van visch ge
legen kunnen zijn om 'n regelmatiger prijsver-
loop te verkrijgen dan tot dusverre bestaat.
Met betrekking tot de haring moge op de
vraag, welk standpunt de minister tegenover
de maatregelen, aanbevolen in een redevoe
ring, welke mr. J. H. Kiewiet de Jonge onlangs
heeft gehouden en in een adres van de Ka
mer van Koophandel te Vlaardingen worden
opgemerkt, dat de daar aanbevolen maat
regelen overweging verdienen. De betalings
moeilijkheden en invoerbelemmeringen in
sommige landen zijn echter oorzaak, dat deze
maatregelen voor een deel niet kunnen worden
uitgevoerd. De maatregelen, welke bestemd
zijn den afzet der baringproducten te stimulee
ren, hebben de volle belangstelling van den
minister.
Ten einde te komen tot meer bevredigende
uitkomsten voor het garnalenvisscherijbedrijf
en om de veelvuldig voorkomende ontduikin
gen van de minimum prijsregeling te ontgaan,
is de minister overgegaan tot de oprichting
van een verkoopkantoor voor garnalen, waar
door de financieele band tusschen vissehers
en handelaren kon worden verbroken, omdat
alle aangevoerde garnalen aan het verkoop
kantoor moeten worden afgeleverd, wellk kan
toor daarna de garnalen weer doorgeeft aan
de handelaren.
organisatie van het materieel, dat speciaal
voor de maritieme defensie van Nederland is
bestemd, is om financieele redenen voors
hands afgezien. Het denkbeeld, waarop ons
weermachtstelsel gegrond is, is in zijn wezen
uitsluitend defensief al beteekent dit aller
minst dat de weermacht, nadat we aangeval
len zijn, ook slechts defensief zal moeten
ageeren.
Het minimum der strijdkrachten voor Ned.-
Indië, benoodigd voor deze in wezen defen
sieve actie, wordt geleverd door de vloot
van het nagenoeg ongewijzigde plan-1930,
vermeerderd met voorloopig 39 landbommen-
wèrpers.
De vraag hoe de regeering denkt te voorzien
in het personeelstekort bij de Kon. Marine,
kan worden beantwoord door te wijzen op het
op volle kracht werken van alle opleidingen,
terwijl bovendien op 1 Mei 1937 een extra
klasse van 100 jongelieden de opleiding voor
matroos te Vlissingen zal beginnen.
De uitlating van den heer Van Duyl, dat de
leiding van het Indisch leger, in groote
meerderheid aan de zijde der N.S.B. zou staan,
is in strijd met de waarheid.
Voor de economische en industrieele voor
bereiding der verdediging wordt tijdelijk over
het departement een nieuwe afdeeling in het
leven geroepen.
Het in de troonrede in uitzicht ge
stelde ontwerp van wet tot wijziging
van de dienstplichtwet welk ont
werp inmiddels het departement van
defensie heeft verlaten behelst
enkele voorzieningen tot uitbreiding
van de vredessterkte bij de zeemacht
door middel van verlenging van den
eersten oefeningstijd van de daaraan
toegewezen dienstplichtigen en tot
vermeerdering van het getal herha
lingsoefeningen bij land- en zee
macht; voorts maatregelen om te be
vorderen, dat bij vergrooting van de
lichtingssterkte waarvoor een
ander, ingrijpender wetsvoorstel wordt
gereedgemaakt de beoogde ver
sterking spoedig kan intreden.
Een hechter verband tusschen vredes- en
oorlogsorganisatie zal medebrengen, dat weer
worde overgegaan tot de instelling van de
derde compagnie per regiment infanterie.
De vraag hoever de uitbreiding van
het contingent en met de verlenging
van den eersten oefentijd zal gegaan
moeten worden, zal zoowel afhangen
van de financieele mogelijkheden als
van de militaire eischen, die gesteld
dienen te worden. Om een denkbeeld
te geven van de financieele gevolgen,
die verbonden zullen zijn aan een lich
tingssterkte van ongeveer 32.000 man
en een eersten oefentijd van 12 maan
den voor de onberedenen, moge
dienen, dat een globale berekening
heeft uitgewezen, dat daarvoor een
kapitaalsuitgave van rond 20 millioen
zal noodig zijn en dat de verhoogïng
der jaarlijksche uitgaven ongeveer 15
millioen zal bedragen.
Hoewel kan worden ingestemd met de wen
schelijkheid om ook hen, die niet in het
legerverband worden opgenomen, aan oefe
ningen te doen deelnemen, verliest deze ge
dachte veel van hare beteekenis indien de
thans in voorbereiding zijnde voorzieningen,
later tot wet zullen worden verheven. Immers
is dan te voorzien, dat alle lichamelijk ge-
schikten in het legerverband zullen worden
opgenomen.
De minister onderneemt stappen om te
komen tot instelling van een commissie, die
tot taak zal hebben haar oordeel uit te
spreken, omtrent de vraag, welke maatregelen
zouden kunnen worden genomen om zooveel
mogelijk te voorkomen, dat dienstplichtigen
hun betrekking verliezen als gevolg van hun
militaire verplichtingen.
Luchtverdediging.
Binnenkort zal het wetsontwerp worden in
gediend door den minister van waterstaat, in
samenwerking met de hoofden der andere
erbij betrokken departementen strekkende tot
het in het leven roepen van een onder het
departement van waterstaat ressorteerend
lichaam, waarin zullen worden samengebracht
vertegenwoordigers van alle aanschaffende
rijks- en particuliere diensten op luchtvaart
gebied, vertegenwoordigers van de Neder
landsche vliegtuigindustrie en de rijksstudie
dienst voor de luchtvaart. De regeering ver
wacht hierdoor tevens te zullen komen tot
een, ook harerzijds gewenschte, concentratie
van aanschaffingen, met de daaruit voort
vloeiende bezuiniging, alsmede tot het, even
zeer door haar gewenschte, zooveel eenigs-
zins mogelijk bevorderen van de belangen van
genoemde industrie.
Voor de distributie van 6000 ton bak- en
braadvet aan werkloozen en armlastigen
tegen den vermoedelijken prijs van 40 cent
per kilo af fabriek, is op de begrooting van
Sociale Zaken een bedrag van f 2.400.000 uitge
trokken.
Voor de totale kosten van de levensmiddelen
distributie is een totaal van f 9.000.000 ge
raamd.
Geen persoonlijke ongelukken.
Maandagmiddag omstreeks half een moest
een militair vliegtuig, bestuurd door den
leerling-vlieger luitenant J. L. J. Swartjes,
nabij Lekkerkerk wegens een defect aan den
motor een noodlanding maken. De bestuur
der trachtte het toestel veilig aan den grond
te zetten, doch wegens de gladheid van het
terrein slaagde hij hierin niet, zoodat het
toestel tegen een boom terecht kwam. waar
door een der vleugels afbrak.
De bestuurder, luitenant Swartjes en zijn
mede-inzittende, de mecanicien, sergeant G.
A. van Heere, kwamen er zonder letsel af.
Het toestel, een verkenner van het type Fok
ker c. 1, werd zwaar beschadigd.