Terugblik op het jaar 1936.
P1JROL
Benzineprijs verhoogd.
R&awe
honden
DINSDAG 29 D E "C E M 5 E R' Ï93&
De opening van de Prinses
Juliana-tentoonstelling.
Korenmolen te Loosduïnen ïn
bruidstooi.
Bruidsjonkers in Den Haag.
Luitenant-kolonel Van Hej^st
25 jaar vlieger.
Criminaliteit neemt nog
iets toe.
Geen reden tot juichen.
Handelsverkeer nog sterk
belemmerd.
Geruchten over K. L. M.-
vliegtuigen.
Ernstig auto-ongeval.
Zuid-Hollandsche Bier
brouwerij.
Met een halve cent per liter.
Met ingang van heden is de prijs
van de benzines van Shell, Standard,
Texaco en Sinfina Vi cent per liter
verhoogd.
Zooals vrij algemeen bekend, zijn,
wanneer men in aanmerking neemt,
dat de belasting op benzine 7 3/4
cent per liter bedraagt, de tegen
woordige prijzen van dit product in
ons land buitengewoon laag verge
leken met den prijs op de wereld
markt.
Op 26 October jl. is de prijs welis
waar reeds met Vï cent per liter ver
hoogd, doch deze verhooging dekte
slechts een gedeelte van de door de
depreciatie van den gulden veroor
zaakte stijging van den kostprijs.
De benzinemaatschappijen hebben
daarom thans moeten besluiten tot
bovengenoemde nieuwe verhooging
en deze verhooging heeft, naar wij
vernamen, plaats ingevolge overleg
met de overheid.
Zal een zeer feestelijk karakter krijgen.
Het Werkcomité der Prinses Juliana-Ten-
toonstelling Amsterdam 1937 verzocht ons
publicatie van het volgende:
Twee overwegingen deden ons besluiten,
aan de opening een feestelijk karakter te
geven: de heugelijke gebeurtenis in ons Ko
ninklijk Huis, ter gelegenheid waarvan deze
tentoonstelling wordt georganiseerd en het
feit, dat de belangstelling er voor de ver
wachtingen, welke wij koesterden, toen wij
het plan er toe opvatten, verre overtreft De
belangstelling voor de bezichtiging teekent
zich reeds af.
Intusschen zal de schoonste gelegenheid
ter bezichtiging van deze zeldzame verzame
ling unica, betrekking hebbend op „Prinses
Juliana" zijn de openingsavond, waarop een
exclusief filmpje „Levensflitsen uit het leven
van Prinses Juliana" wordt vertoond en
waaraan tevens een kunstzinnig muzikaal
karakter zal worden verleend.
„Hubert Cuypers Minnestreelen" onder
persoonlijke leiding van den meester aan den
vleugel studeeren een speciaal programma
lri ter muzikale opluistering van den avond.
Een beperkt aantal kaarten voor deze
feestelijke opening is nog verkrijgbaar bij
hét secretariaat der Tentoonstelling (thans
gevestigd Heerengracht 4581, telefoon 34520,
a f 5 per stuk. geheel ten bate van het, Co
mité Practised Werken Amsterdam", dat
noodzakelijk aanvulling van zijn middelen
behoeft voor zijn werk, zoowel in Vondel
park als in Artis.
ZIJN KLEINKIND VERMOORD.
In hooger beroep werd voor het Bossche
Hnf behandeld de strafzaak tegen B. W. uit
Wellerlooi, die on 5 Januari 1936 aldaar op
zettelijk een pasgeboren kind, dat van zijn
dochter was. van het leven heeft beroofd.
Door de rechtbank in den Bosch is W. voor
dit feit veroordeeld tot zes jaren gevange
nisstraf.
Zoowel verdachte als de officier van justi
tie hebben tegen dit vonnis hootger beroep
aamgeteekend.
De behandeling van deze zaak geschiedde
met gesloten deuren.
De advocaat-generaal heeft tegen W. een
gevangenisstraf van tien jaar geëischt.
In 1925 heeft de gemeente 's-Gravenlhage den
molen „De Korenaer" te Loossduinen aange
kocht, teneinde dezen in stand te houden.
Deze molen, ook wel genaamd de Prins
Mauritsmolen, dateert van 172,1.
Na ingewonnen advies bij het bestuur van
de-vereeniging „De Hollandsche Molen", is
van gemeentewege naar aanwijzing van den
heer P. Boorsma te Koog a. d. Zaan, con
servator van het Molenmuseum en secretaris
van de vereeniging „De Zaansche Molen"
aan den molen, door bemiddeling van de ge
broeders Hunlage, molenmakers te Zaan
dijk, de origineele bruidstooi aangebracht.
Deze wijze van versiering is een zeer oud
gebruik, dat thans slechts zelden en dan
hoofdzakelijk in de Zaanstreek, nog werd
toegepast.
Ter gelegenheid van het vorstelijk huwe
lijk heeft het gemeentebestuur gemeend den
molen op een karakteristieke wijze te moe
ten doen versieren, daarmede is tevens een
oude traditie in eere hersteld.
De wieken zijn doorvlochten met de hoofd-
zeilen en de reserve-zeilen. Waar deze elkaar
ontmoeten, is als afsluiting het vlerkante
raam geplaatst, in den linker- en rechterbo
venhoek is een hart (symbool van de liefde)
aangebracht, terwijl in den linker- en rech
terbenedenhoek een ring (symbool van de
trouw) is geplaatst.
De bazuinblazers boven op en aan de wie
ken verkondigen de faam (de boodschap)
naar buiten uit (dus de wereld in). Boven
de kap rijst de zon (gelukszon).
Aan de snoeren hangt zoowel ter linker-,
als ter rechterzijde een ring met pijlen door
kruist (symbool van amor) daaronder een
hart, daaronder de zon, die naar men
hoopt voor de gehuwden figuurlijk en let
terlijk zal schijnen, daaronder de bruidskooi
of bruigomshuis (links) en het bruidshuis
(rechts). De bedoeling van deze voorstelling
is, dat door het huwelijk het vrijigezellenle-
ven wordt gekooid, terwijl tevens hiermede
de huwelijkstrouw is gesymboliseerd. Daar
onder hangt een oud-Hollandsche kroon.
Deze kroon heeft velerlei beteekenis, doch
de symbolische hoofdgedachte is dat de
kroon in donkere tijden licht zal brengen.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat de stand
der wieken „vreugde" beteekent. Dat dit een
vreugde van belang is wijzen de gedeeltelijk
weggenomen roeborden aan.
Het spant van dennegroen, gespannen tus-
schen de beide wieken, dient alleen om het
bord „JB" te dragen.
De molen kan in feeststand niet draaien.
Op de kap mag uitsluitend de nationale
vlag worden geplaatst.
Een molenaarsknecht uit de Zaanstreek
heeft dit werk uitgevoerd.
Maandag zijn in de Residentie aangeko
men baron von Vitinghoff en graaf C. Ahle-
feldt, die, naar men weet, bruidsjonkers sul
len zijn bij het huwelijk van Prinses Juliana
met Prins Bernhard.
De hooge gasten hebben hun intrek ge
nomen in hotel „De Wittebrug".
Eén der oude garde.
Op den laatsten dag van dit jaar herdenkt
de luitenant-kolonel F. A. van Heyst het feit,
dat hem 25 jaar geleden het eerste vliegbrevet
werd uitgereikt.
In 1911 oefende zich de toenmalige eerste
luitenant der infanterie F. A. van Heyst bij
Verweij en Lugard, destijds de eigenaars en
exploitanten van het vliegterrein Soesterberg,
op een lappen en latten toestel, voorzien van
fietswielen en voortbewogen door een motor
van ten hoogste 50 P.K. in een dergelijk uiterst
primitief toestel wist Van Heyst op 31 De
cember 1911 zijn vliegbrevet te behalen, het
welk hem door de Kon. Ned. Vereeniging voor
de Luchtvaart werd uitgereikt.
„Verweij en Lugard" zijn bij de jongere
vlieggeneratie niet of nauwelijks bekend. De
ouderen daarentegen zullen zich die namen
nog levendig herinneren. Hoewel de luitenant
Van Heyst zijn oefentijd met succes bekroond
had gezien, bleef hij toch nog ruim een jaar
bij de troep ingedeeld, omdat het Nederland-
sche leger toen nog geen vliegtuigen bezat.
Toen in 1913 het vliegkamp Soesterberg aan
het departement van oorlog werd overgedaan
en de militaire luchtvaartafdeeling aldaar
werd opgericht behoorde luitenant Van Heyst
met de toenmalige eerste luitenants Versteeg,
Roeperbosch en Coblijn tot de eerste vlieger
officieren in de Nederlandsche armee.
Bij het vertrek van kapitein W. V. Versteeg
naar Indië, waai- deze bij de K. N. I. L. M. de
functie van chef bij den vliegdienst ging ver
vullen op 1 October 1936, bleef de heer Van
Heijst aan het vliegkamp Soesterberg ver
bonden, waar hij thans den rang bekleed van
luitenant kolonel-vlieger in algemeenen dienst.
Overste Van Heyst beheerscht de vliegerij
in al haar geledingen, hij is in Soesterberg de
juiste man op de juiste plaats.
Tijdens zijn instructeursschap wisten onder
zijn deskundige leiding vele vliegers binnen
zeer korten tijd hun vliegbrevet te behalen.
Overste Van Heyst is een streng, doch hu
maan chef die om zijn eenvoud en beschei
denheid zoowel bij zijn meerderen en zijn min
deren, als bij de geheele Soesterbergsche be
volking gezien is.
Mr. H. JELGERHUIS SWILDENS OVERLEDEN.
Op bijna 68-jarigen leeftijd is Maandag te
's-Gravenhage overleden, mr. H. Jelgerhuis
Swiidens, oud-lid van den raad van Neder-
landsch-Indië, oud-president van de beide
hooge gerechtshoven in Nederlandsch-Indië,
en oud-president van het Algemeen Suiker
syndicaat in Ned.-Indië.
Vooral stijging van aantal economische
misdrijven.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft de indexcijfers der criminaliteit in Ne
derland, aangevuld tot en met het derde
kwartaal van 1936, gepubliceerd.
Het totaal aantal onherroepelijke veroor
deelingen van strafrechtelijk meederjarigen
is in verhouding met dat van het overeenkom
stige tijdvak van het vorige jaar met 350 ge
stegen. Vooral de misdrijven zijn sterk toe
genomen, met ruim 20 percent.
Het aantal misdrijven tegen de openbare
orde en het openbaar gezag is daarentegen
gedaald (derde kwartaal 1935: 377: 1936
302.)
Het aantal veroordeelingen wegens zeden
misdrijven is vrijwel onveranderd gebleven
derde kwartaal 1935 4 minder dan in 1936.)
Het aantal veroord Delingen wegens ruw
heids misdrijven (208) was 33, wegens mis
drijven tegen leven en persoon (995) 63 en ter
zake van bedelarij, landlooperij enz. (242) 10
hooger dan in het derde kwartaal van 1935.
In het derde kwartaal van dit jaar was het
totaal aantal veroordeelingen van strafrech
telijk minderjarigen 11 percent hooger dan
in 1935. Tusschen 1935 en 1934 was het on
gunstige verschil 22 percent.
Ook bij deze minderjarigen ia het aantal
economische misdrijven sterk gestegen (met
47).
In een tweeden tabel zijn de indexcijfers
betreffende de veroordeelingen van het eer
st, tweede en derde kwartaal van 1936 ge
publiceerd. Hierbij heeft men w e 1 rekening
gehouden met den bevolkingsaanwas. Maar
ook uit dezen tabel blijkt, dat de criminaliteit
is toegenomen.
Het totaal indexcijfer was voor alle drie
kwartalen van 1936 hooger dan voor de over
eenkomstige perioden van het vorige jaar:
1935 resp. 101, 111 en 105, 1936 resp. 106, 120,
115.
Tenslotte zijn nog eens samengevat de in
dexcijfers over het derde kwartaal van 1936
en 1935 en over de geheele jaren 1934 en
1935.
Voor alle groepen van strafbare feiten teza
men steeg het indexcijfer in het derde kwar
taal 1936 in vergelijking met 1935 10 punten
(van 105 tot 115). In de overeenkomstige
kwartalen der jaren 1932 tot en met 1934
bedroeg het achtereenvolgens 94, 104 en 106.
Het indexcijfer van de groep economische
misdrijven, dat in het derde kwartaal 1932
precies 100 bedroeg, klom allengs tot 156 in
het derde kwartaal van 1936.
Bijzonder gunstig was daarentegen het in
dexcijfer van de misdrijven tegen de openbare
orde en het openbaar gezag (derde kwartaal
1936 41); voor het derde kwartaal der jaren
1932 en 1934 was het overeenkomstige cijfer
resp. 50 en 59.
Bij al deze indexcijfers zijn de jaren 1911
1913 als grondslag 100) genomen.
Uit al deze cijfers kunnen wij dus conclu-
deeren, dat de criminaliteit nog steeds
iets toeneemt. Het ongunstigst zijn de cijfers
betreffende de economische misdrijven, wat
wellicht aan de slechte tijden te wijten is.
Gelukkig staat hiertegenover, dat het aan
tal misdrijven tegen de openbare orde en het
gezag vermindert.
De overige groepen van misdrijven toonen
weinig verandering.
In deze dagen zet de overzichtschrijver
zich aan zijn tafel en begint te mijmeren. De
12-maanden-periode wordt zoo meteen afge
sloten. Men verwacht van hem een leesbaar
wel-en-wee. Als de beelden in een kaleidos-
coop warrelt het afgeloopen jaar voor zijn
oogen. Het is moeilijk een keus te doen. Een
boekwerk ware te schrijven over wat 1936
ons bracht. Veel zwarte bladzijden zou het
bevatten, hier en daar slechts een lichter ge
kleurde. Onrust en wantrouwen hebben nog
al te veel den boventoon gevoerd. Van nor
male toestanden is helaas nog geen sprake.
Het werklooslheidorobleem is nationaal, noch
internationaal opgelost, de afzet onzer be
langrijkste exportartikelen laat nog veel te
wenschen over, contingenteerigenclearings-
verdragen, exportpremies en autarkische ten-
denzen beletten de ontplooiing van een in
tensief buitenlandsoh goederenverkeer. Over
weldigende hoeveelheden kostbare goederen
vinden geen afzet en worden opgestapeld of
vernietigd. Op onmeedoogenlooze wijze wordt
menigmaal de concurrentiestrijd gevoerd.
Waar men vroeger elkander de winst niet
gunde, lijkt het wel, of men elkander thans
ook het verlies afhandig wil maken. De
Overheid heeft zich hoe langer hoe meer be
zig gehouden met het particuliere bedrijfs
leven. Het is bijna onmogelijk voor den za
kenman nauwkeurig op de hoogte te zijn
van wat hij wel en van wat hij niet mag. In
kringen, waar men eertijds van overheids
ingrijpen niet het minste heil verwachtte,
roept men thans om hulp. Bijzondere tijden
vragen bijzondere maatregelen. Maar wan
neer men zich bij die gedachte aansluit, is
het onjuist tegen de overheidsinmenging
als principe te fulmineeren. In wez^n is
deze hulpverleening ongezond. Helaas zijn
vele er zoo aan gewend geraakt, dat men
niet heter meer weet. Men heeft er zijn be
drijf op ingericht. De geboden hulp aan
vaardt men als iets normaals. In feite is zij
abnormaal, werkt zij meer dan eens ener-
gie-doodend, veroorzaakt zij een steeds meer
vragen en heeft zij daardoor ten gevolge,
dat het al moeilijker zal worden er ooit weer
van verlost te worden.
Ik hoor reeds de opmerking maken: van
waar dit zonderlinge pessimisme? De toe
standen zullen zich immers dusdanig ont
wikkelen, dat de Overheid blijvend een be
langrijker taak zal hebtoen te vervullen, dan
in „normale" jaren ooit gekend werd. Die
meening is niet de mijne. Wij mogen dan
leven in abnormale tijden, wij mogen ge
noodzaakt zijn geworden de Overheid om
hulp te verzoeken, voor mij staat vast, dat
wij eens weder andere tijden zullen beleven,
dat het in het economische leven „vrijer"
zal worden, dat wij bevrijd zullen worden van
tal van ongezonde kluisters, die wij op het
oogenblifc kennen. Banden, die de eene groep
onzer medeburgers verlichting brengen, die
op een andere plaats overmatig drukkend
werken. Want daarin schuilt een der meest
kardinale bezwaren. Het dualistisch karakter
onomstootelijk verbonden aan tal van steun
maatregelen, kan bijna nooit vermeden wor
den. De rijksoverheid heeft zich immers het
algemeen belang bij elke ontworpen maat
regel als richtsnoer te stellen. De belangen
van de eene groep moeten afgewogen wor
den tegenover die van een andere groep.
Naast vreugde, wordt leed gebracht. In
stemming en kritiek wisselen elkander af.
Daarom is regeeren zoo moeilijk.
Een nationaal moment.
In onze nationale geschiedenis zal het jaar
1936 geboekstaafd blijven als het jaar, waar
in wij onze monetaire politiek gewijzigd heb
ben. Noodgedwongen, waarover is men het
naar mijn meening vrijwel eens. Onze
Regeering kon aan het einde van September
van dit jaar niet anders handelen. Indien zij
daartoe de mogelijkheid had gezien, zou zij
ongetwijfeld niet overstag zijn gegaan. Toen
Frankrijk en Zwitserland het Goudblok on
trouw werden, was Nederland de eenige over
blijvende. In den nacht van 26 op 27 Septem
ber werden wij voorbereid op den zwevenden
gulden. Na dien wordt het nieuwe economi
sche beleid dag in dag uit in de ochtenduren
uitgemaakt door een Commissie uit den Mi
nisterraad. Is dat voldoende, afdoende? Zou
het bedrijfsleven geen behoefte hebben over
de te volgen politiek mede te adviseeren?
Niet te beslissen, in geenen dcele, slechts
van advies te dienen? De wensoh daartoe is
meer dan eens te kennen gegeven.
De zwevende gulden verloste duizenden
van een angstige beklemming, 't Kwam de
groote massa voor, of een loodzwaar blok was
afgewenteld. Men voelde zich verlost, al wist
men niet waarin die verlossing precies be
stond. Zou de aanpassingspolitiek ten einde
zijn? Zou een zekere activiteit het bedrijfs
leven in nieuwe banen voeren? Aan proble
men geen gebrek.
De leuze „geen prijsverhooging" bleek wel
dra niet houdbaar te zijn, al deed de Regee
ring wat in dat opzicht in haar vermogen lag.
Maar de muntcorrectie was naast een maat
regel op het gebied der monetaire politiek ook
een factor voor onze economische politiek.
De mogelijkheid om op die internationale
markt beter te kunnen concurreeren diende
niet te leiden tot de zeer gevreesde valuta-
dumping, met alle bekende bezwaren daar
aan nu eenmaal verbonden. Een groote mate
van onzekerheid is blijven bestaan. Het zou
onjuist zijn onze Regeering daarover hard te
vallen. De in menig opzicht bestaande on
zekerheid tn de geldwereld deed de Regeering
besluiten niet over te gaan tot het vaststel
len van een nieuwe goudwaarde van den
gulden. De mogelijkheid zou immers niet uit
gesloten zijn, dat men na verloop van tijd tot
tijd die goudwaarde andermaal zou moeten
prijsgeven. De gulden ging zweven en
zweeft nog ten opzichte van het goud, in
het belang van een juiste aanpassing van de
kosten bij de opbrengst der productie. Daar
mede vertoont de huidige Nederlandsche
monetaire politiek overeenstemming met die,
welke sedert 1931 in Engeland wordt gevoerd.
Het komt er nu op aan de mogelijkheden in
daden om te zetten. Daarvoor zal een princi
pieel beleid noodig zijn. Dit beleid is niet al
leen regeeringstaak, maar ook re.geerings-
plicht. Het bedrijfsleven is er bij gebaat te
weten, waar het aan toe is. Alleen dan is het
mogelijk een nieuwe, weloverwogen bedrijfs-
politiek te voeren. Onze volkshuishouding
weet thans wel, dat het loslaten van den gou
den standaard, geenszins beteekent, dat de
moeilijkheden tot het verleden behooren.
Een groote achterstand moet ingehaald
worden. Veel wat noodig was, is niet tot uit
voering gekomen. De Staat dient zich te be
ijveren voorwaarden te scheppen voor de uit
breiding van de particuliere bedrijvigheid.
Herstel van winstmarge is onontbeerlijk, zoo
dat de normale prijsstijging niet belemmerd
moet worden. Aan het particuliere bedrijfs
leven moet waar zulks mogelijk is een
bestaansbasis worden verzekerd. Een ver
sneld tempo van openbare werkverschaffing
dient daarbij niet achterwege te blijven. Niet
alleen, omdat daardoor het aantal werkloo-
zen kan verminder en, maar bovenal, omdat
de internationale prijsstijging zich voortzet
en de prijzen der benoodigde materialen aan
zienlijk stijgen. Dat voor deze werkverschaf
fing natuurlijk alleen die openbare werken
in aanmerking moeten komen, welke nood
zakelijk zijn, spreekt van zelf.
Haussegolf op de
effectenmarkt.
Een enkele opmerking over het beeld van
de effectenmarkt mag niet achterwege blijven.
Een haussegolf is het algemeen beeld geweest.
Een opgezwiepte ondernemingsgeest heeft zich
geopenbaard. De verhoogde aandeelenkoersen
wezen op de mogelijkheid van nieuwe renta-
biliteitskansen, al kan men de gedachte niet
van zich afzetten, dat hier en daar een zekere
overdrijving in het spel was. Naast de gewij
zigde positie op de aandeelenmarkt vertoonde
de obligatiemarkt een niet onbeduidende
koersverbetering en namen de omzetten voor
beleggingsfondsen toe. Maar evenals de han
delsman verlangt te weten waar hij aan toe
is, zoo verlangt het groote publiek zoo spoe
dig mogelijk een richtsnoer te krijgen bij de
beoordeeling van de waarde van zijn bezit.
Enkele cijfers.
Zij, die korten tijd na het gewijzigde mone
taire beeld een onderzoek instelden om de
resultaten van dit experiment te mogen ver
nemen, zullen dikwijls weinig-zeggende ant
woorden hebben ontvangen. Het kon ook bijna
niet anders en het is feitelijk nog te vroeg
de balans op te maken. Toch is uit de ge
gevens van de Nederlandsche Conjunctuur,
Aflevering November 1936, samengesteld door
het Centraal Bureau voor de Statistiek, wel
een aanwijzing te halen omtrent de voorloo-
pige gevolgen. Daarbij worde wel aandacht be
steed aan het feit, dat reeds vóór het prijs
geven van den gouden standaard een kleine
verbetering van den toestand in ons land viel
waar te nemen, al bleef ons economisch leven
over het algemeen nog achter bij dat van vele
andere landen. Op het oogenblik van het los
laten van den gouden standaard verkeerde
onze industrie nog vrijwel geheel in de phase
der depressie. Symptomen van conjunctuur
verbetering waren te zien in onzen buiten-
landschen handel, in sommige takken van
productie en op de geld- en kapitaalmarkt. De
geleidelijke stijging, die onze buitenlandsche
handel, na uitschakeling der seizoeninvloeden,
sinds het midden van 1935 vertoonde, hield in
het derde kwartaal van 1936 niet alleen aan,
maar werd, voor zooveel althans de waarde
van den uitvoer betreft, nog versterkt. Bij den
invoer was dat niet in die mate het geval,
zoodat het invoer-saldo verminderde en wel
tot een zóó laag bedrag, als sinds den wereld
oorlog nog bijna nooit is voorgekomen.
Uitvoer gestegen.
De uitvoer dekte in het derde kwartaal van
1936 den invoer voor 80 procent; in September
zelfs voor 88 procent, terwijl het dekkingsper
centage de laatste 16 jaar in een kwartaal
zelden boven 75 procent en slechts eenmaal
boven 80 procent uitsteeg. De stijging van de
waarde van den uitvoer is niet uitsluitend een
gevolg van prijsstijging. Het blijkt, dat, wan
neer men de groep der minerale grondstoffen
buiten beschouwing laat, het gewicht van den
uitvoer in de eerste twee kwartalen van 1936
geringer was dan in het vierde kwartaal van
1935, waarop in het derde kwartaal
van 1936 een stijging volgde. Zoowel hij in-
als bij uitvoer zijn de resultaten een gevolg
van prijsverhooging en van prijsdalingen. Bij
den export is de daling toe te schrijven aan
de rubriek: „fabrikaten, geen voedingsmidde
len en dranken"; de stijging in het derde
kwartaal aan de groep: „voedingsmiddelen en
dranken". In vergelijking met andere jaren
zijn groote hoeveelheden: haring, eieren,
rogge, gerst, erwten en aardappelen uitge
voerd.
De toeneming der productie is vooral af
te leiden uit de stijging van den invoer van
grondstoffen, eenigermate ook uit den loop
der werkloosheidscijfers. De invoer van
grondstoffen voor de industrieën, die pro
ductiemiddelen voortbrengen, is sinds het
voorjaar van 1935 geleidelijk toegenomen,
voor de overige takken van nijverheid daar
entegen eerder iets achteruitgegaan Het
derde kwartaal gaf voor beide categorieën
een zekere inzinking, die echter geen groo-
ten omvang had.
De arbeidsmarkt bleef in de eerste drie
kwartalen 1936 stationair, waarbij de sei
zoenfluctuaties geëlimineerd zijn. In enkele
bedrijfsgroepen was verbetering vast te stel
len, in vele andere trad het tegenoverge
stelde beeld op. In de metaalbedrijven trad
in 1936 een vermindering van werkloosheid
op, waarbij evenwel groote locale verschil
len zijn vast te stellen. Waar de metaalin
dustrie dus een gunstiger beeld vertoont, kan
dit ook gezegd worden van de katoennijver
heid, de diamantnijverheid en den mijn
bouw.
Geen verbetering was vast te stellen bij
het bouwbedrijf en het houtbewerkingsbe-
drijf, terwijl de officieele gegevens van die
groepen, na de plaats gehad hebbende munt-
wijziging, nog niet bekend zijn.
In ieder geval was er op het oogenblik,
waarop de Regeering besloot den gouden
standaard los te laten een neiging tot ver
betering van den bestaanden toestand. De
voorloopige October-cijfers wezen er in me
nig geval op, dat een. zekere levendigheid viel
vast te stellen. In hoeverre deze een gevolg
was van vrees voor stijging van het bin-
nenlandsch prijspeil kon moeilijk worden
nagegaan. In ieder geval zal de toekomst
eerst uitwijzen, welke de gevolgen zijn der
gewijzigde monetaire politiek.
Wat dan wel?
Het is gewoonlijk niet moeilijk op alles en
nog wat kritiek te leveren. In die kunst heb
ben wij het al buitengewoon ver gebracht. Ik
wil daarom een poging doen in 't kort eenige
wenschen te formuleeren, waardoor wij mis
schien sneller uit den nog altijd moeilijker
economischen toestand zouden kunnen ge
raken.
Nederland is arm aan grondstoffen. Deze
moeten wij voor de ontwikkeling en instand
houding van ons bedrijfsleven invoeren. Voor
de aan ons geleverde goederen dienen wij te
betalen, in welken vorm dan ook. De kwij
ting van onze schuld is alleen mogelijk, in
dien wij exporteeren. Deze export wordt ons
om. belet door onvoldoende samenwerking
op internationaal terrein. De intensieve uit
wisseling van goederen, diensten en kapitaal
stagneert nog altijd. Vele landen meenen in
de autarkie heil te kunnen vinden en ver
geten onderdeel te zijn van een complex,
waardoor de samenstellende deelen op elkan
der zijn aangewezen. Hoog opgetrokken ta
riefmuren, betalingsbelemmerende bepalin
gen, exportpremies, contingenteeringen en
tal van andere maatregelen, behoorend hij
hetzelfde arsenaal, maken de economische
positie nog moeilijker. Vrijer verkeer en her
stel van vertrouwen en rust zal veel ten goe
de kunnen keeren. Nog altijd zijn de gevol
gen van het verdrag van Versailles merk
baar. Het internationale schuldenprobleem
böklemt vrijwel alle landen. Het is mede
oorzaak, dat het noodige vertrouwen ont
breekt in den internationalen ruilhandel.
Oplossing van dit probleem is klemmende
eisoh.
Het komende jaar.
Zoo wordt het oude jaar uitgeluid. Het
heeft in menig opzicht onnoemelijk veel leed
gebracht. Maar daarom mag niet gewan
hoopt worden. Wij hebben den menschelijken
plicht niet te versagen en te overwegen, dat
wij een taak hebben te vervullen. Met dat
optimisme bezield gaan wij het nieuwe jaar
in.
MOLLERUS.
genezen vlug met
Doos30-60ct. Bij Apolh.en Drogisten
(Adv. Ingez. Med.)
Geen enkele reden tot ongerustheid.
Naar aanleiding van bij de betrokken re-
geeringsinstanties binnengekomen vragen
omtrent de in een deel der pers tot uitdruk
king gekomen ongerustheid ten aanzien van
de luchtwaardigheid van K.L.M.-vliegtuigen,
wordt ons van officieele zijde het volgende
medegedeeld:
Bij een der gebruikelijke inspecties van de
K.L.M.-vliegtuigen is herstelling van de mo
torophanging van het vliegtuig type F 36
noodig gebleken. Aangezien deze ophanging
bij het type F 22 van soortgelijke construc
tie is, werd het wenschelijk geoordeeld, ook
de vliegtuigen van dit type in het bijzonder
op dit punt aan een nauwkeurig onderzoek te
onderwerpen.
Op grond van het bepaalde in art. 92 van
de Regeling Toezicht Luchtvaart heeft de
Rijksluchtvaartdienst de bewijzen van lucht
waardigheid voor de beide vliegtuigen van
dit type geschorst, aangezien er in den zin
der desbetreffende bepalingen van de bo
vengenoemde regeling twijfel was gerezen
aangaande luchtwaardigheid.
De genomen maatregelen berusten hijge
volg op de duidelijk sprekende bepalingen
van de R.T.L., zijn dus in geen enkel opzicht
van verontrustend karakter en dragen even
min een aanwijzing in zich van een minder
goed functioneeren van den technischen
dienst van de K.L.M.
TUSSCHEN DE BUFFERS BEKNELD.
Maandagmiddag omstreeks vier uur geraakte
de waagmeester H. W. Janssen uit Varseveld
bij het rangeeren van een wagon met kalveren,
bekneld tusschen de buffers van twee wagons.
Zijn verwondingen waren van dien aard, dat
hij eenigen tijd na het ongeluk overleed.
Een doode en een gewonde.
Maandag is op den betonweg onder Milingen
een personenauto uit Amsterdam, bestuurd
door den heer Sch„ die op weg was van Apel
doorn naar Amersfoort, geslipt en een paar
maal over den kop geslagen, waarna de wagen
tegen het hek van het koninklijk domein tot
staan kwam. De inzittenden, de bestuurder
en zijn echtgenoote, vlogen door de kap heen
en kwamen op den weg terecht.
De bestuurder van een passeerende auto
waarschuwde de militaire politie uit Millin-
gen. Per ziekenauto werden de beide slacht
offers naar het Julianaziekenhuis te Apeldoorn
vervoerd, waar de vrouw aan de opgeloopen
verwondingen is overleden.
De toestand van den heer Sch. is van dien
aard dat niet voor direct levensgevaar behoeft
te worden gevreesd.
Reorganisatie-voorstel aangenomen.
's GRAVENHAGE, 28 December. Onder voor
zitterschap van mr. R. J. H. Patijn, is Maan
dagmiddag een tweede buitengewone alge-
meene vergadering van houders van prefe
rente en gewone aandeelen der Zuid-Holland
sche Bierbrouwerij gehouden, ter behandeling
van het voorstel van directie en commissaris
sen tot afschrijving van kapitaal en tot af
stand van cumulatieve rechten en achterstal
lig dividend, en in verband hiermede wijziging
van de statuten der vennootschap.
Op 30 November j.l. heeft over dit voorstel
een uitvoerige gedachtenwisseling plaats ge
had, maar de vergadering' was toen niet ge
rechtigd tot het nemen van besluiten, aange
zien het statutair voorgeschreven quorum niet
aanwezig was.
Het voorstel werd aangenomen met 911
tegen 24 stemmen.
Na deze vergadering kwamen de gewone
aandeelhouders hij een, die de met algemeene
stemmen voorgestelde statutenwijziging heb
ben goedgekeurd.
Ook de obligatiehoudei's hebben de voorstel
len goedgekeurd.