Terugblik op het jaar 1936. P1JROL Benzineprijs verhoogd. R&awe honden DINSDAG 29 D E "C E M 5 E R' Ï93& De opening van de Prinses Juliana-tentoonstelling. Korenmolen te Loosduïnen ïn bruidstooi. Bruidsjonkers in Den Haag. Luitenant-kolonel Van Hej^st 25 jaar vlieger. Criminaliteit neemt nog iets toe. Geen reden tot juichen. Handelsverkeer nog sterk belemmerd. Geruchten over K. L. M.- vliegtuigen. Ernstig auto-ongeval. Zuid-Hollandsche Bier brouwerij. Met een halve cent per liter. Met ingang van heden is de prijs van de benzines van Shell, Standard, Texaco en Sinfina Vi cent per liter verhoogd. Zooals vrij algemeen bekend, zijn, wanneer men in aanmerking neemt, dat de belasting op benzine 7 3/4 cent per liter bedraagt, de tegen woordige prijzen van dit product in ons land buitengewoon laag verge leken met den prijs op de wereld markt. Op 26 October jl. is de prijs welis waar reeds met Vï cent per liter ver hoogd, doch deze verhooging dekte slechts een gedeelte van de door de depreciatie van den gulden veroor zaakte stijging van den kostprijs. De benzinemaatschappijen hebben daarom thans moeten besluiten tot bovengenoemde nieuwe verhooging en deze verhooging heeft, naar wij vernamen, plaats ingevolge overleg met de overheid. Zal een zeer feestelijk karakter krijgen. Het Werkcomité der Prinses Juliana-Ten- toonstelling Amsterdam 1937 verzocht ons publicatie van het volgende: Twee overwegingen deden ons besluiten, aan de opening een feestelijk karakter te geven: de heugelijke gebeurtenis in ons Ko ninklijk Huis, ter gelegenheid waarvan deze tentoonstelling wordt georganiseerd en het feit, dat de belangstelling er voor de ver wachtingen, welke wij koesterden, toen wij het plan er toe opvatten, verre overtreft De belangstelling voor de bezichtiging teekent zich reeds af. Intusschen zal de schoonste gelegenheid ter bezichtiging van deze zeldzame verzame ling unica, betrekking hebbend op „Prinses Juliana" zijn de openingsavond, waarop een exclusief filmpje „Levensflitsen uit het leven van Prinses Juliana" wordt vertoond en waaraan tevens een kunstzinnig muzikaal karakter zal worden verleend. „Hubert Cuypers Minnestreelen" onder persoonlijke leiding van den meester aan den vleugel studeeren een speciaal programma lri ter muzikale opluistering van den avond. Een beperkt aantal kaarten voor deze feestelijke opening is nog verkrijgbaar bij hét secretariaat der Tentoonstelling (thans gevestigd Heerengracht 4581, telefoon 34520, a f 5 per stuk. geheel ten bate van het, Co mité Practised Werken Amsterdam", dat noodzakelijk aanvulling van zijn middelen behoeft voor zijn werk, zoowel in Vondel park als in Artis. ZIJN KLEINKIND VERMOORD. In hooger beroep werd voor het Bossche Hnf behandeld de strafzaak tegen B. W. uit Wellerlooi, die on 5 Januari 1936 aldaar op zettelijk een pasgeboren kind, dat van zijn dochter was. van het leven heeft beroofd. Door de rechtbank in den Bosch is W. voor dit feit veroordeeld tot zes jaren gevange nisstraf. Zoowel verdachte als de officier van justi tie hebben tegen dit vonnis hootger beroep aamgeteekend. De behandeling van deze zaak geschiedde met gesloten deuren. De advocaat-generaal heeft tegen W. een gevangenisstraf van tien jaar geëischt. In 1925 heeft de gemeente 's-Gravenlhage den molen „De Korenaer" te Loossduinen aange kocht, teneinde dezen in stand te houden. Deze molen, ook wel genaamd de Prins Mauritsmolen, dateert van 172,1. Na ingewonnen advies bij het bestuur van de-vereeniging „De Hollandsche Molen", is van gemeentewege naar aanwijzing van den heer P. Boorsma te Koog a. d. Zaan, con servator van het Molenmuseum en secretaris van de vereeniging „De Zaansche Molen" aan den molen, door bemiddeling van de ge broeders Hunlage, molenmakers te Zaan dijk, de origineele bruidstooi aangebracht. Deze wijze van versiering is een zeer oud gebruik, dat thans slechts zelden en dan hoofdzakelijk in de Zaanstreek, nog werd toegepast. Ter gelegenheid van het vorstelijk huwe lijk heeft het gemeentebestuur gemeend den molen op een karakteristieke wijze te moe ten doen versieren, daarmede is tevens een oude traditie in eere hersteld. De wieken zijn doorvlochten met de hoofd- zeilen en de reserve-zeilen. Waar deze elkaar ontmoeten, is als afsluiting het vlerkante raam geplaatst, in den linker- en rechterbo venhoek is een hart (symbool van de liefde) aangebracht, terwijl in den linker- en rech terbenedenhoek een ring (symbool van de trouw) is geplaatst. De bazuinblazers boven op en aan de wie ken verkondigen de faam (de boodschap) naar buiten uit (dus de wereld in). Boven de kap rijst de zon (gelukszon). Aan de snoeren hangt zoowel ter linker-, als ter rechterzijde een ring met pijlen door kruist (symbool van amor) daaronder een hart, daaronder de zon, die naar men hoopt voor de gehuwden figuurlijk en let terlijk zal schijnen, daaronder de bruidskooi of bruigomshuis (links) en het bruidshuis (rechts). De bedoeling van deze voorstelling is, dat door het huwelijk het vrijigezellenle- ven wordt gekooid, terwijl tevens hiermede de huwelijkstrouw is gesymboliseerd. Daar onder hangt een oud-Hollandsche kroon. Deze kroon heeft velerlei beteekenis, doch de symbolische hoofdgedachte is dat de kroon in donkere tijden licht zal brengen. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat de stand der wieken „vreugde" beteekent. Dat dit een vreugde van belang is wijzen de gedeeltelijk weggenomen roeborden aan. Het spant van dennegroen, gespannen tus- schen de beide wieken, dient alleen om het bord „JB" te dragen. De molen kan in feeststand niet draaien. Op de kap mag uitsluitend de nationale vlag worden geplaatst. Een molenaarsknecht uit de Zaanstreek heeft dit werk uitgevoerd. Maandag zijn in de Residentie aangeko men baron von Vitinghoff en graaf C. Ahle- feldt, die, naar men weet, bruidsjonkers sul len zijn bij het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard. De hooge gasten hebben hun intrek ge nomen in hotel „De Wittebrug". Eén der oude garde. Op den laatsten dag van dit jaar herdenkt de luitenant-kolonel F. A. van Heyst het feit, dat hem 25 jaar geleden het eerste vliegbrevet werd uitgereikt. In 1911 oefende zich de toenmalige eerste luitenant der infanterie F. A. van Heyst bij Verweij en Lugard, destijds de eigenaars en exploitanten van het vliegterrein Soesterberg, op een lappen en latten toestel, voorzien van fietswielen en voortbewogen door een motor van ten hoogste 50 P.K. in een dergelijk uiterst primitief toestel wist Van Heyst op 31 De cember 1911 zijn vliegbrevet te behalen, het welk hem door de Kon. Ned. Vereeniging voor de Luchtvaart werd uitgereikt. „Verweij en Lugard" zijn bij de jongere vlieggeneratie niet of nauwelijks bekend. De ouderen daarentegen zullen zich die namen nog levendig herinneren. Hoewel de luitenant Van Heyst zijn oefentijd met succes bekroond had gezien, bleef hij toch nog ruim een jaar bij de troep ingedeeld, omdat het Nederland- sche leger toen nog geen vliegtuigen bezat. Toen in 1913 het vliegkamp Soesterberg aan het departement van oorlog werd overgedaan en de militaire luchtvaartafdeeling aldaar werd opgericht behoorde luitenant Van Heyst met de toenmalige eerste luitenants Versteeg, Roeperbosch en Coblijn tot de eerste vlieger officieren in de Nederlandsche armee. Bij het vertrek van kapitein W. V. Versteeg naar Indië, waai- deze bij de K. N. I. L. M. de functie van chef bij den vliegdienst ging ver vullen op 1 October 1936, bleef de heer Van Heijst aan het vliegkamp Soesterberg ver bonden, waar hij thans den rang bekleed van luitenant kolonel-vlieger in algemeenen dienst. Overste Van Heyst beheerscht de vliegerij in al haar geledingen, hij is in Soesterberg de juiste man op de juiste plaats. Tijdens zijn instructeursschap wisten onder zijn deskundige leiding vele vliegers binnen zeer korten tijd hun vliegbrevet te behalen. Overste Van Heyst is een streng, doch hu maan chef die om zijn eenvoud en beschei denheid zoowel bij zijn meerderen en zijn min deren, als bij de geheele Soesterbergsche be volking gezien is. Mr. H. JELGERHUIS SWILDENS OVERLEDEN. Op bijna 68-jarigen leeftijd is Maandag te 's-Gravenhage overleden, mr. H. Jelgerhuis Swiidens, oud-lid van den raad van Neder- landsch-Indië, oud-president van de beide hooge gerechtshoven in Nederlandsch-Indië, en oud-president van het Algemeen Suiker syndicaat in Ned.-Indië. Vooral stijging van aantal economische misdrijven. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de indexcijfers der criminaliteit in Ne derland, aangevuld tot en met het derde kwartaal van 1936, gepubliceerd. Het totaal aantal onherroepelijke veroor deelingen van strafrechtelijk meederjarigen is in verhouding met dat van het overeenkom stige tijdvak van het vorige jaar met 350 ge stegen. Vooral de misdrijven zijn sterk toe genomen, met ruim 20 percent. Het aantal misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag is daarentegen gedaald (derde kwartaal 1935: 377: 1936 302.) Het aantal veroordeelingen wegens zeden misdrijven is vrijwel onveranderd gebleven derde kwartaal 1935 4 minder dan in 1936.) Het aantal veroord Delingen wegens ruw heids misdrijven (208) was 33, wegens mis drijven tegen leven en persoon (995) 63 en ter zake van bedelarij, landlooperij enz. (242) 10 hooger dan in het derde kwartaal van 1935. In het derde kwartaal van dit jaar was het totaal aantal veroordeelingen van strafrech telijk minderjarigen 11 percent hooger dan in 1935. Tusschen 1935 en 1934 was het on gunstige verschil 22 percent. Ook bij deze minderjarigen ia het aantal economische misdrijven sterk gestegen (met 47). In een tweeden tabel zijn de indexcijfers betreffende de veroordeelingen van het eer st, tweede en derde kwartaal van 1936 ge publiceerd. Hierbij heeft men w e 1 rekening gehouden met den bevolkingsaanwas. Maar ook uit dezen tabel blijkt, dat de criminaliteit is toegenomen. Het totaal indexcijfer was voor alle drie kwartalen van 1936 hooger dan voor de over eenkomstige perioden van het vorige jaar: 1935 resp. 101, 111 en 105, 1936 resp. 106, 120, 115. Tenslotte zijn nog eens samengevat de in dexcijfers over het derde kwartaal van 1936 en 1935 en over de geheele jaren 1934 en 1935. Voor alle groepen van strafbare feiten teza men steeg het indexcijfer in het derde kwar taal 1936 in vergelijking met 1935 10 punten (van 105 tot 115). In de overeenkomstige kwartalen der jaren 1932 tot en met 1934 bedroeg het achtereenvolgens 94, 104 en 106. Het indexcijfer van de groep economische misdrijven, dat in het derde kwartaal 1932 precies 100 bedroeg, klom allengs tot 156 in het derde kwartaal van 1936. Bijzonder gunstig was daarentegen het in dexcijfer van de misdrijven tegen de openbare orde en het openbaar gezag (derde kwartaal 1936 41); voor het derde kwartaal der jaren 1932 en 1934 was het overeenkomstige cijfer resp. 50 en 59. Bij al deze indexcijfers zijn de jaren 1911 1913 als grondslag 100) genomen. Uit al deze cijfers kunnen wij dus conclu- deeren, dat de criminaliteit nog steeds iets toeneemt. Het ongunstigst zijn de cijfers betreffende de economische misdrijven, wat wellicht aan de slechte tijden te wijten is. Gelukkig staat hiertegenover, dat het aan tal misdrijven tegen de openbare orde en het gezag vermindert. De overige groepen van misdrijven toonen weinig verandering. In deze dagen zet de overzichtschrijver zich aan zijn tafel en begint te mijmeren. De 12-maanden-periode wordt zoo meteen afge sloten. Men verwacht van hem een leesbaar wel-en-wee. Als de beelden in een kaleidos- coop warrelt het afgeloopen jaar voor zijn oogen. Het is moeilijk een keus te doen. Een boekwerk ware te schrijven over wat 1936 ons bracht. Veel zwarte bladzijden zou het bevatten, hier en daar slechts een lichter ge kleurde. Onrust en wantrouwen hebben nog al te veel den boventoon gevoerd. Van nor male toestanden is helaas nog geen sprake. Het werklooslheidorobleem is nationaal, noch internationaal opgelost, de afzet onzer be langrijkste exportartikelen laat nog veel te wenschen over, contingenteerigenclearings- verdragen, exportpremies en autarkische ten- denzen beletten de ontplooiing van een in tensief buitenlandsoh goederenverkeer. Over weldigende hoeveelheden kostbare goederen vinden geen afzet en worden opgestapeld of vernietigd. Op onmeedoogenlooze wijze wordt menigmaal de concurrentiestrijd gevoerd. Waar men vroeger elkander de winst niet gunde, lijkt het wel, of men elkander thans ook het verlies afhandig wil maken. De Overheid heeft zich hoe langer hoe meer be zig gehouden met het particuliere bedrijfs leven. Het is bijna onmogelijk voor den za kenman nauwkeurig op de hoogte te zijn van wat hij wel en van wat hij niet mag. In kringen, waar men eertijds van overheids ingrijpen niet het minste heil verwachtte, roept men thans om hulp. Bijzondere tijden vragen bijzondere maatregelen. Maar wan neer men zich bij die gedachte aansluit, is het onjuist tegen de overheidsinmenging als principe te fulmineeren. In wez^n is deze hulpverleening ongezond. Helaas zijn vele er zoo aan gewend geraakt, dat men niet heter meer weet. Men heeft er zijn be drijf op ingericht. De geboden hulp aan vaardt men als iets normaals. In feite is zij abnormaal, werkt zij meer dan eens ener- gie-doodend, veroorzaakt zij een steeds meer vragen en heeft zij daardoor ten gevolge, dat het al moeilijker zal worden er ooit weer van verlost te worden. Ik hoor reeds de opmerking maken: van waar dit zonderlinge pessimisme? De toe standen zullen zich immers dusdanig ont wikkelen, dat de Overheid blijvend een be langrijker taak zal hebtoen te vervullen, dan in „normale" jaren ooit gekend werd. Die meening is niet de mijne. Wij mogen dan leven in abnormale tijden, wij mogen ge noodzaakt zijn geworden de Overheid om hulp te verzoeken, voor mij staat vast, dat wij eens weder andere tijden zullen beleven, dat het in het economische leven „vrijer" zal worden, dat wij bevrijd zullen worden van tal van ongezonde kluisters, die wij op het oogenblifc kennen. Banden, die de eene groep onzer medeburgers verlichting brengen, die op een andere plaats overmatig drukkend werken. Want daarin schuilt een der meest kardinale bezwaren. Het dualistisch karakter onomstootelijk verbonden aan tal van steun maatregelen, kan bijna nooit vermeden wor den. De rijksoverheid heeft zich immers het algemeen belang bij elke ontworpen maat regel als richtsnoer te stellen. De belangen van de eene groep moeten afgewogen wor den tegenover die van een andere groep. Naast vreugde, wordt leed gebracht. In stemming en kritiek wisselen elkander af. Daarom is regeeren zoo moeilijk. Een nationaal moment. In onze nationale geschiedenis zal het jaar 1936 geboekstaafd blijven als het jaar, waar in wij onze monetaire politiek gewijzigd heb ben. Noodgedwongen, waarover is men het naar mijn meening vrijwel eens. Onze Regeering kon aan het einde van September van dit jaar niet anders handelen. Indien zij daartoe de mogelijkheid had gezien, zou zij ongetwijfeld niet overstag zijn gegaan. Toen Frankrijk en Zwitserland het Goudblok on trouw werden, was Nederland de eenige over blijvende. In den nacht van 26 op 27 Septem ber werden wij voorbereid op den zwevenden gulden. Na dien wordt het nieuwe economi sche beleid dag in dag uit in de ochtenduren uitgemaakt door een Commissie uit den Mi nisterraad. Is dat voldoende, afdoende? Zou het bedrijfsleven geen behoefte hebben over de te volgen politiek mede te adviseeren? Niet te beslissen, in geenen dcele, slechts van advies te dienen? De wensoh daartoe is meer dan eens te kennen gegeven. De zwevende gulden verloste duizenden van een angstige beklemming, 't Kwam de groote massa voor, of een loodzwaar blok was afgewenteld. Men voelde zich verlost, al wist men niet waarin die verlossing precies be stond. Zou de aanpassingspolitiek ten einde zijn? Zou een zekere activiteit het bedrijfs leven in nieuwe banen voeren? Aan proble men geen gebrek. De leuze „geen prijsverhooging" bleek wel dra niet houdbaar te zijn, al deed de Regee ring wat in dat opzicht in haar vermogen lag. Maar de muntcorrectie was naast een maat regel op het gebied der monetaire politiek ook een factor voor onze economische politiek. De mogelijkheid om op die internationale markt beter te kunnen concurreeren diende niet te leiden tot de zeer gevreesde valuta- dumping, met alle bekende bezwaren daar aan nu eenmaal verbonden. Een groote mate van onzekerheid is blijven bestaan. Het zou onjuist zijn onze Regeering daarover hard te vallen. De in menig opzicht bestaande on zekerheid tn de geldwereld deed de Regeering besluiten niet over te gaan tot het vaststel len van een nieuwe goudwaarde van den gulden. De mogelijkheid zou immers niet uit gesloten zijn, dat men na verloop van tijd tot tijd die goudwaarde andermaal zou moeten prijsgeven. De gulden ging zweven en zweeft nog ten opzichte van het goud, in het belang van een juiste aanpassing van de kosten bij de opbrengst der productie. Daar mede vertoont de huidige Nederlandsche monetaire politiek overeenstemming met die, welke sedert 1931 in Engeland wordt gevoerd. Het komt er nu op aan de mogelijkheden in daden om te zetten. Daarvoor zal een princi pieel beleid noodig zijn. Dit beleid is niet al leen regeeringstaak, maar ook re.geerings- plicht. Het bedrijfsleven is er bij gebaat te weten, waar het aan toe is. Alleen dan is het mogelijk een nieuwe, weloverwogen bedrijfs- politiek te voeren. Onze volkshuishouding weet thans wel, dat het loslaten van den gou den standaard, geenszins beteekent, dat de moeilijkheden tot het verleden behooren. Een groote achterstand moet ingehaald worden. Veel wat noodig was, is niet tot uit voering gekomen. De Staat dient zich te be ijveren voorwaarden te scheppen voor de uit breiding van de particuliere bedrijvigheid. Herstel van winstmarge is onontbeerlijk, zoo dat de normale prijsstijging niet belemmerd moet worden. Aan het particuliere bedrijfs leven moet waar zulks mogelijk is een bestaansbasis worden verzekerd. Een ver sneld tempo van openbare werkverschaffing dient daarbij niet achterwege te blijven. Niet alleen, omdat daardoor het aantal werkloo- zen kan verminder en, maar bovenal, omdat de internationale prijsstijging zich voortzet en de prijzen der benoodigde materialen aan zienlijk stijgen. Dat voor deze werkverschaf fing natuurlijk alleen die openbare werken in aanmerking moeten komen, welke nood zakelijk zijn, spreekt van zelf. Haussegolf op de effectenmarkt. Een enkele opmerking over het beeld van de effectenmarkt mag niet achterwege blijven. Een haussegolf is het algemeen beeld geweest. Een opgezwiepte ondernemingsgeest heeft zich geopenbaard. De verhoogde aandeelenkoersen wezen op de mogelijkheid van nieuwe renta- biliteitskansen, al kan men de gedachte niet van zich afzetten, dat hier en daar een zekere overdrijving in het spel was. Naast de gewij zigde positie op de aandeelenmarkt vertoonde de obligatiemarkt een niet onbeduidende koersverbetering en namen de omzetten voor beleggingsfondsen toe. Maar evenals de han delsman verlangt te weten waar hij aan toe is, zoo verlangt het groote publiek zoo spoe dig mogelijk een richtsnoer te krijgen bij de beoordeeling van de waarde van zijn bezit. Enkele cijfers. Zij, die korten tijd na het gewijzigde mone taire beeld een onderzoek instelden om de resultaten van dit experiment te mogen ver nemen, zullen dikwijls weinig-zeggende ant woorden hebben ontvangen. Het kon ook bijna niet anders en het is feitelijk nog te vroeg de balans op te maken. Toch is uit de ge gevens van de Nederlandsche Conjunctuur, Aflevering November 1936, samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, wel een aanwijzing te halen omtrent de voorloo- pige gevolgen. Daarbij worde wel aandacht be steed aan het feit, dat reeds vóór het prijs geven van den gouden standaard een kleine verbetering van den toestand in ons land viel waar te nemen, al bleef ons economisch leven over het algemeen nog achter bij dat van vele andere landen. Op het oogenblik van het los laten van den gouden standaard verkeerde onze industrie nog vrijwel geheel in de phase der depressie. Symptomen van conjunctuur verbetering waren te zien in onzen buiten- landschen handel, in sommige takken van productie en op de geld- en kapitaalmarkt. De geleidelijke stijging, die onze buitenlandsche handel, na uitschakeling der seizoeninvloeden, sinds het midden van 1935 vertoonde, hield in het derde kwartaal van 1936 niet alleen aan, maar werd, voor zooveel althans de waarde van den uitvoer betreft, nog versterkt. Bij den invoer was dat niet in die mate het geval, zoodat het invoer-saldo verminderde en wel tot een zóó laag bedrag, als sinds den wereld oorlog nog bijna nooit is voorgekomen. Uitvoer gestegen. De uitvoer dekte in het derde kwartaal van 1936 den invoer voor 80 procent; in September zelfs voor 88 procent, terwijl het dekkingsper centage de laatste 16 jaar in een kwartaal zelden boven 75 procent en slechts eenmaal boven 80 procent uitsteeg. De stijging van de waarde van den uitvoer is niet uitsluitend een gevolg van prijsstijging. Het blijkt, dat, wan neer men de groep der minerale grondstoffen buiten beschouwing laat, het gewicht van den uitvoer in de eerste twee kwartalen van 1936 geringer was dan in het vierde kwartaal van 1935, waarop in het derde kwartaal van 1936 een stijging volgde. Zoowel hij in- als bij uitvoer zijn de resultaten een gevolg van prijsverhooging en van prijsdalingen. Bij den export is de daling toe te schrijven aan de rubriek: „fabrikaten, geen voedingsmidde len en dranken"; de stijging in het derde kwartaal aan de groep: „voedingsmiddelen en dranken". In vergelijking met andere jaren zijn groote hoeveelheden: haring, eieren, rogge, gerst, erwten en aardappelen uitge voerd. De toeneming der productie is vooral af te leiden uit de stijging van den invoer van grondstoffen, eenigermate ook uit den loop der werkloosheidscijfers. De invoer van grondstoffen voor de industrieën, die pro ductiemiddelen voortbrengen, is sinds het voorjaar van 1935 geleidelijk toegenomen, voor de overige takken van nijverheid daar entegen eerder iets achteruitgegaan Het derde kwartaal gaf voor beide categorieën een zekere inzinking, die echter geen groo- ten omvang had. De arbeidsmarkt bleef in de eerste drie kwartalen 1936 stationair, waarbij de sei zoenfluctuaties geëlimineerd zijn. In enkele bedrijfsgroepen was verbetering vast te stel len, in vele andere trad het tegenoverge stelde beeld op. In de metaalbedrijven trad in 1936 een vermindering van werkloosheid op, waarbij evenwel groote locale verschil len zijn vast te stellen. Waar de metaalin dustrie dus een gunstiger beeld vertoont, kan dit ook gezegd worden van de katoennijver heid, de diamantnijverheid en den mijn bouw. Geen verbetering was vast te stellen bij het bouwbedrijf en het houtbewerkingsbe- drijf, terwijl de officieele gegevens van die groepen, na de plaats gehad hebbende munt- wijziging, nog niet bekend zijn. In ieder geval was er op het oogenblik, waarop de Regeering besloot den gouden standaard los te laten een neiging tot ver betering van den bestaanden toestand. De voorloopige October-cijfers wezen er in me nig geval op, dat een. zekere levendigheid viel vast te stellen. In hoeverre deze een gevolg was van vrees voor stijging van het bin- nenlandsch prijspeil kon moeilijk worden nagegaan. In ieder geval zal de toekomst eerst uitwijzen, welke de gevolgen zijn der gewijzigde monetaire politiek. Wat dan wel? Het is gewoonlijk niet moeilijk op alles en nog wat kritiek te leveren. In die kunst heb ben wij het al buitengewoon ver gebracht. Ik wil daarom een poging doen in 't kort eenige wenschen te formuleeren, waardoor wij mis schien sneller uit den nog altijd moeilijker economischen toestand zouden kunnen ge raken. Nederland is arm aan grondstoffen. Deze moeten wij voor de ontwikkeling en instand houding van ons bedrijfsleven invoeren. Voor de aan ons geleverde goederen dienen wij te betalen, in welken vorm dan ook. De kwij ting van onze schuld is alleen mogelijk, in dien wij exporteeren. Deze export wordt ons om. belet door onvoldoende samenwerking op internationaal terrein. De intensieve uit wisseling van goederen, diensten en kapitaal stagneert nog altijd. Vele landen meenen in de autarkie heil te kunnen vinden en ver geten onderdeel te zijn van een complex, waardoor de samenstellende deelen op elkan der zijn aangewezen. Hoog opgetrokken ta riefmuren, betalingsbelemmerende bepalin gen, exportpremies, contingenteeringen en tal van andere maatregelen, behoorend hij hetzelfde arsenaal, maken de economische positie nog moeilijker. Vrijer verkeer en her stel van vertrouwen en rust zal veel ten goe de kunnen keeren. Nog altijd zijn de gevol gen van het verdrag van Versailles merk baar. Het internationale schuldenprobleem böklemt vrijwel alle landen. Het is mede oorzaak, dat het noodige vertrouwen ont breekt in den internationalen ruilhandel. Oplossing van dit probleem is klemmende eisoh. Het komende jaar. Zoo wordt het oude jaar uitgeluid. Het heeft in menig opzicht onnoemelijk veel leed gebracht. Maar daarom mag niet gewan hoopt worden. Wij hebben den menschelijken plicht niet te versagen en te overwegen, dat wij een taak hebben te vervullen. Met dat optimisme bezield gaan wij het nieuwe jaar in. MOLLERUS. genezen vlug met Doos30-60ct. Bij Apolh.en Drogisten (Adv. Ingez. Med.) Geen enkele reden tot ongerustheid. Naar aanleiding van bij de betrokken re- geeringsinstanties binnengekomen vragen omtrent de in een deel der pers tot uitdruk king gekomen ongerustheid ten aanzien van de luchtwaardigheid van K.L.M.-vliegtuigen, wordt ons van officieele zijde het volgende medegedeeld: Bij een der gebruikelijke inspecties van de K.L.M.-vliegtuigen is herstelling van de mo torophanging van het vliegtuig type F 36 noodig gebleken. Aangezien deze ophanging bij het type F 22 van soortgelijke construc tie is, werd het wenschelijk geoordeeld, ook de vliegtuigen van dit type in het bijzonder op dit punt aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Op grond van het bepaalde in art. 92 van de Regeling Toezicht Luchtvaart heeft de Rijksluchtvaartdienst de bewijzen van lucht waardigheid voor de beide vliegtuigen van dit type geschorst, aangezien er in den zin der desbetreffende bepalingen van de bo vengenoemde regeling twijfel was gerezen aangaande luchtwaardigheid. De genomen maatregelen berusten hijge volg op de duidelijk sprekende bepalingen van de R.T.L., zijn dus in geen enkel opzicht van verontrustend karakter en dragen even min een aanwijzing in zich van een minder goed functioneeren van den technischen dienst van de K.L.M. TUSSCHEN DE BUFFERS BEKNELD. Maandagmiddag omstreeks vier uur geraakte de waagmeester H. W. Janssen uit Varseveld bij het rangeeren van een wagon met kalveren, bekneld tusschen de buffers van twee wagons. Zijn verwondingen waren van dien aard, dat hij eenigen tijd na het ongeluk overleed. Een doode en een gewonde. Maandag is op den betonweg onder Milingen een personenauto uit Amsterdam, bestuurd door den heer Sch„ die op weg was van Apel doorn naar Amersfoort, geslipt en een paar maal over den kop geslagen, waarna de wagen tegen het hek van het koninklijk domein tot staan kwam. De inzittenden, de bestuurder en zijn echtgenoote, vlogen door de kap heen en kwamen op den weg terecht. De bestuurder van een passeerende auto waarschuwde de militaire politie uit Millin- gen. Per ziekenauto werden de beide slacht offers naar het Julianaziekenhuis te Apeldoorn vervoerd, waar de vrouw aan de opgeloopen verwondingen is overleden. De toestand van den heer Sch. is van dien aard dat niet voor direct levensgevaar behoeft te worden gevreesd. Reorganisatie-voorstel aangenomen. 's GRAVENHAGE, 28 December. Onder voor zitterschap van mr. R. J. H. Patijn, is Maan dagmiddag een tweede buitengewone alge- meene vergadering van houders van prefe rente en gewone aandeelen der Zuid-Holland sche Bierbrouwerij gehouden, ter behandeling van het voorstel van directie en commissaris sen tot afschrijving van kapitaal en tot af stand van cumulatieve rechten en achterstal lig dividend, en in verband hiermede wijziging van de statuten der vennootschap. Op 30 November j.l. heeft over dit voorstel een uitvoerige gedachtenwisseling plaats ge had, maar de vergadering' was toen niet ge rechtigd tot het nemen van besluiten, aange zien het statutair voorgeschreven quorum niet aanwezig was. Het voorstel werd aangenomen met 911 tegen 24 stemmen. Na deze vergadering kwamen de gewone aandeelhouders hij een, die de met algemeene stemmen voorgestelde statutenwijziging heb ben goedgekeurd. Ook de obligatiehoudei's hebben de voorstel len goedgekeurd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2