De Prinses Julianatentoonstelling
De Landverrader
FEUILLETON
Een delegatie van het Ned. Roode Kruis, vergezeld door een
aantal verpleegsters, heeft Woensdag aan het Vorstelijk Paar
in het paleis Kneuterdijk te den Haag een huwelijksgeschenk
aangeboden. Het gezelschap voor het paleis
De Prinses Julianatentoonstelling in de kunstzalen der fa. Goudstikker te
Amsterdam is Woensdagavond door minister Slingenberg geopend. De
minister bezichtigt een der belangwekkende inzendingen
Ter gelegenheid van het Vorstelijk
Huwelijk hebben de leerlingen van het
Instituut voor Nijverheidsonderwijs te
Amsterdam, onder toezicht der leeraren,
als huwelijksgeschenk voor H. K. H.
Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bern-
hard, voor ieder een reisboek vervaar
digd, het eene in indigo-blauw, het
andere in herfst-rood safiaanleder ge
bonden, met de initialen in goud op
gedrukt
Door de Gereformeerde Jeugdbonden
wordt aan het vorstelijk bruidspaar een
Statenbijbel met lessenaar aangeboden
Het begin der estafette van de Amsterdamsche studenten naar
den Haag voor het overbrengen der gelukwenschen van den
Academischen Senaat aan het vorstelijk Bruidspaar. De eerste
looper neemt den koker met gelukwensch van den pedel der
Amsterdamsche Universiteit in ontvangst
De fontein, welke in den hofvijver te den Haag is aangelegd in verband met
de feestelijkheden, heeft Woensdagavond proefgespoten. De 20 meter
hooge door floodlight belichte fontein in actie
Naar het Engelsch .-werkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden)
3d)
Was dat Gladys. Was dat het meisje, dat
Sij een dag geleden nog stralend van ge
zondheid en levenslust voor zich had zien
staan?
Onmogelijk! De trekken waren veranderd.
Gladys was onmiskenbaar ouder geworden.
Om de oogen lagen doffe kringen, langs den
neus naar den mond toe liepen lijnen, die
daar vroeger niet waren geweest, in het
voorhoofd, eens zoo smetteloos blank, waren
twee diepe, breede voren gekomen
Gladys, kindlief, wat is er met je ge
beurd?
Het is niets tante Clare, het is niets.
Ik gevoel me alleen niet goed. Vanavond is
het over. Ik ben te veel vermoeid. Ik heb,
vervolgde ze met zwakke stem, maar één
wensch op het oogenblik, dat is met rust
gelaten te worden. Ik moet over iets na
denken.
Maar lieveling, zeg dan toch, wat er
aan de hand is. Wil ik den dokter laten ko
men?
Dank u tante. Heusch, gelooft me, het
heeft niets te beteekenen.
Mary, wendde ze zich tot haar vriendin,
wil je den majoor vragen mij bij onze gas
ten te verontschuldigen en geef Jones last
dat niemand mij stoort voor ik heb ge
scheld.
Ze deed een zwakke poging om te glimla
Chen en wenkte toen met de hm-d dat 7:
yerder alleen gela'en wensch te te weiden
Tante Clare ging, met tranen in de oogen.
Dat kon onmogelijk alleen vermoeidheid
zijn. Glady was ziek. Ze besloot bij zich zelf
om nog een middag af te wachten en als er
dan geen verbetering te bespeuren was, den
dokter te laten komen.
Mary dacht er wat luchthartiger over. Ze
bracht tante Clare weer naar haar kamer en
ging zingend naar de ontbijtzaal
Vrijwel alle gasten waren aanwezig en
men begin zich reeds te verwonderen over
het wegblijven van de gravin.
Mary werd aan den ingang der zaal ..goe
de morgen" geheeten door den jongen Ran
dall en dat verheugde haar zóó, dat ze haar
boodschap aan Peacock en aan Jones totaal
vergat.
Toen de majoor echter op haar toekwam
en op zijn grofsten toon vroeg: „Zeg, weet
jij misschien, waar de gravin uithangt?"
herkreeg ze haar geheugen en antwoordde
voor iedereen verstaanbaar:
Gravin Boroughbridge laat zich veront
schuldigen. Ze gevoelt zich een weinig on
gesteld en zal niet voor vanavond kunnen
verschijnen. Zij verzoekt majoor Peacock de
leiding van de vossenjacht op zich te willen
nemen en wenscht u allen veel genoegen.
en algemeen gemompel van teleurstelling
ging op. Ook de majoor keek somber. Hij
vreesde, dat tijdens zijn afwezigheid Gladys
haar pogingen om het geheim te ontraadse
len zou voortzetten, in het geheel niet ver
moedend, dat alles al was ontdekt en nog
minder, tot welke gevolgen deze ontdekking
had geleid.
Maar er zat niets anders voor hem op dan
de leiding inderdaad op zich te nemen. Zoo
iets deed hij wel graag en hij was dan ook
vrij spoedig weer in zijn gewone humeur. Al
leen vond hij het noodig Mary een bestraf-
fenden blik toe te werpen, doch deze be
merkte daar niets van.
Ze was in druk gesprek met Richard Ran
dall, die haar het opwindend genot van een
jachtpartij in welsprekende bewoordingen
afschilderdf-
Gladys had niet geslapen. Zij had na het
vertrek van tante Clare in een soort ver-
dooving geleefd, zonder zich bewust te zijn
van wat er om haar heen gebeurde.
Zij ontwaakte eerst uit haar bewusteloos
heid, toen de jachthorens op het binnen
plein schalden.
Was dit de thuiskomst of de uitrit? Ze
dacht een oogenblik na, zag naar buiten,
waar het reeds begon donker te worden.
Neen, men moest reeds thuis komen. Ze
hoorde vaag het vroolijk geroep en gepraat
der gasten, het getrappel en het gehinnik der
paarden, het blaffen der talrijke honden.
Plotseling greep ze naar den brief. Nu was
ze weer helder en herinnerde zich scherp wat
er gebeurd was. Ze stond op van den divan
en trok driemaal aan het schelkoord.
Terwijl ze wachtte op de komst van - den
buttler, voelde ze hoe zwak ze was. Het
leek wel of haar beenen en haar knieën van
was waren, of ze er ieder oogenblik door
heen kon zakken.
Jones verscheen. Toen hij binnentrad, ver
scheen op zijn anders zoo onbewogen gelaat
een glimp van medelijden.
Mevrouw heeft gescheld?
Jones, ik heb een belangrijke opdracht
voor je. Neem dezen brief, .breng hem in de
auto zoo snel mogelijk naar Ashford, naar
de spoorwerken en overhandig hem persoon
lijk aan ingenieur Montleven. Maar voor je
weggaat, moét je mij ook voor vanavond bij
majoor Peacock verontschuldigen.
De buttler boog en ging.
Jones temperde de vaart en de auto
schoot het binnenplein op. Met een handi-
gen draai hield hij stil en verzocht Mont
leven uit te stijgen.
Ik veronderstel, dat de gravin zich naar
haar vertrekken heeft begeven. Mag ik u
maar voortgaan?
Montleven knikte.
De buttler wees hem den weg tot aan de
gang, waaraan de kamers van Gladys lagen.
De tweede deur links, deelde hij mede. Mocht
u mij noodig hebben, dan ben ik op de per
son eelskamer te bereiken.
Ronald liep haastig naar de aangewezen
deur.
Het waren zijn voetstappen, welke Gladys
wekten.
Hij hield een oogenblik stil, bedacht, dat
hij hier eigenlijk niets te maken had, nu hij
niet geroepen bleek te zijn.
Binnen hoorde Gladys iemand voor haar
kamerdeur stilstaan, ze voelde als het ware,
hoe de persoon achter de deur aarzelde. Ze
richtte zich snel op, sloop onhoorbaar over
het tapijt naar de deur en drukte zich zelf
tegen den wand.
Ronald echter overwon zijn bezwaren bin
nen een halve minuut, hij had haar immers
lief, het was mogelijk, dat haar een of an
der gevaar bedreigde, hij behoorde dus hier
bij haar te zijn, al was ze ook honderd maal
met een ander verloofd.
Hij klopte.
Ik wensch niet gestoord te worden,
klonk het beslist.
Gladys, doe open ik ben het, antwoordde
hij met gedempte stem.
Er volgde op deze woorden een lichte kreet.
Nu duwde Ronald de deur open en stond
in het vertrek.
Ter zijde van de deur stond Gladys ze zag
doodsbleek.
Waarom, waarom heb je dat gedaan?
bracht ze er zacht verwijtend uit.
Gladys, ik houd van je en jij hebt mij
immers lief, moet ik dan nu niet bij je zijn?
Bij mij zijn? Je moet juist nooit meer
bij me komen, verweerde ze zich zwak.
Gladys, zoo mag je niet spreken.
Er volgde een oogenblik van stilte. Hij
stond nu vlak bij haar en hij begreep zelf
niet, waarom hij wachtte met haar aan zijn
borst te drukken.
Ronald, begon de schuchtere meisjes
stem weder. Ronald, je moet hier niet blij
ven. Dat is beter. Ik stel alle mogelijke moei
te in bet wei-k om om te bewijzen, dat
ik toch wel rf-goUjk heel veel van je. houd,
maar je moet geduld hebben, misschien komt
alles nog goed. Als je hier blijft komt mis
schien je leven in gevaar, want de man, dien
ik.... haar stem stokte dien ik
trouwen moetmoet.... versta je, is in
staat om je te dooden.
Maar wat is dat dan voor iemand?
Ik kan het je niet zeggen. Wat geeft
het of ik je zijn naam al noem, daar zijn
we niets verder mee.
Gladys, ik weet maar één ding en dat is
voor mij van het grootste belang. Wij heb
ben elkander lief en daarvoor moet al het
andere wijken. Zoolang je me niet zegt, wat
de reden is, van je afwijzen van mijn liefde,
zal ik niet kunnen gelooven, dat je het recht
had zoo te doen.
Hij had hard en beslist gesproken en
Gladys hoorde in zijn stem gewonde liefde
en gewonde trots.
Ronald, je moet niet hard tegen me zijn,
als ik je alles zou kunnen uitleggen dan
Ze kwam niet verder, ze sloeg de handen
voor het gezicht en brak in schreien uit.
Haar lichaam schokte heftig.
Ontzet legde Ronald zijn arm om haar
heen en teeder trok hij haar naar zich toe.
Lieveling, Gladys, wees maar stil. Ik
geloof in je, ik weet, dat je me lief hebt,
maar, och het is zoo zwaar op deze manier
te moeten leven.
Kan ik je dan niet helpen? Kan ik je
dan niet bevrijden van dien man? Kun je me
onmogelijk zeggen, wie het is? Stil maar, zoo,
huil maar uit, ik heb je geen verwijten wil
len doen. Ik zou je gelukkig willen zien, mijn
liefste, mijn Gladys.
Het meisje bedaarde en veegde haar tra
nen weg. O, hoe oneindig groot was nu haar
verlangen om haar armen om zijn sterken
hals te kunnen slaan, om hem een kus op
het van zorgen reeds zoo zwaar gerimpelde
voorhoofd te kunnen drukken, maar ook nu
nog hield het besef verraad te zullen plegen,
aan de nagedachtenis van haar onvergete-
lijken vader, haar +erug.
(Wordt vervolgd)