Bij Griep Dampo. Doos 30 ct. D'E /N DE PIJP. Het Duitsche standpunt in de kwestie der vrijwilligers. Prins Bernhard Staatsraad. Thijs IJs helpt de spinnende prinses niets ge zien... VRIJDAG 8 JANUARI'1935- Voorwaarden voor steun aan het Fransch-Britsche initiatief. Berlijn voor onttrekking van alle niet-Spaansche deelnemers aan den strijd. Gelijkluidende Italiaansche nota. Aan de Fransche en Brits-che ambassadeurs Is gistermiddag het antwoord op de voorstel len hunner regeeringen ten aanzien van de verhindering van het dienstnemen van vrij willigers in Spanje overhandigd. Het Duitsche antwoord is opgesteld in over leg met de Italiaansche regeering, die tege lijkertijd een overeenkomstig antwoord heeft gegeven. Het Duitsche antwoord heeft den volgenden tekst: 1. De Duitsche regeering moet er in de eer ste plaats haar verwondering over uitspre ken. dat de Fransche en de Britsche regeering het noodig geoordeeld hebben, naast den ar beid van de commissie voor de niet-inmen- ging te Londen voor de tweede maal een bui tengewoon en onmiddellijk beroep te doen op andere, in deze commissie vertegenwoordigde regeeringen. Over het onderwerp van dit be roep het vraagstuk van het verbieden van dienstneming door buitenlandse he vrijwilli gers in Spanje, wordt op het oogenblik in de Londensche commissie beraadslaagd. Het is niet duidelijk, in hoeverre deze beraad slagingen bevorderd kunnen worden door de methode van dergelijke bijzondere diploma tieke stappen van eenige regeeringen. Indien men de procedure in de commissie voor de behandeling der Spaansche vraagstukken niet toereikend of doelmatig acht, dan zou het in het belang van de duidelijkheid en de een heid van behandeling beter zijn geheel af te zien van een verdere werkzaamheid der commissie. 2. De Duitsche regeering moet er tegen op komen, dat door den nieuwen stap der Brit sche en Fransche regeeringen de indruk ge wekt wordt, alsof het vraagstuk der buiten- landsche vrijwilligers in den Spaanse hen burgeroorlog door Duitschland veroorzaakt of ook maar miskend is. Zij stelt derhalve op nieuw vast, dat zij en de Italiaansche re geering het waren, die van het begin af aan geëischt hebben, dat het vertrek van vrijwil ligers naar Spanje verhinderd zou worden en dat het anderzijds de Britsche en Fransche regeeringen zijn geweest, die een dergelijk verbod niet wilden aanvaarden. 3. De oorspronkelijke houding van de Brit sche en Fransche regeeringen in deze zaak kan slechts zóó verklaard worden, dat deze beide regeeringen in den toevloed van vrij willigers geen ontoelaatbare inmenging in de Spaansche aangelegenheden wensehen te zien, Als beide regeeringen thans een ander stand punt verdedigen, moet de Duitsche regeering zich ernstig afvragen of het voorgestelde ver bod op dit oogenblik niet feitelijk een een zijdige bevoordeeling van de elementen, die de nationale Spaansche xegeering bestrijden, tot gevolg zou hebben. Nadat maandenlang de bolsjewistische ele menten ongehinderd zijn toegestroomd, is het werkelijk moeilijk zich te bevrijden van den indruk, dat het verbod thans alleen de bolsjewistische partij in Spanje, die klaarblij kelijk voldoende met buitenlandsche vrijwil ligers aangevuld is, ten goede zou komen. 4. Daar echter de Duitsche regeering van den beginne af op de bres heeft gestaan voor het stuiten van den vrijwilligersstroomis zij ook thans nog bereid, alle maatregelen te steunen, die dat doel kunnen verwezenlijken. Zij moet daarbij echter de verwachting uit spreken, dat nu ook alle mogelijkheden voor een middellijke of onmiddellijke inmenging in den Spaanschen s tri id eens en voor altijd uitgesloten zijn. Zij dost derhalve haar toe stemming afhankelijk zijn van de volgende voorwaarden: a. De andere belanghebbende sta ten verplichten zich tot het aanne men van dezelfde houding; b. Ook de oplossing der andere, met de middellijke inmenging samen hangende, aangelegenheden wordt onverwijld ter hand genomen, c. Alle belanghebbende regeerin gen stemmen toe in een onvoorwaar delijk doelmatig toezicht ter plaatse op de tenuitvoerlegging van het verbod, waartoe men moet besluiten. De Duitsche regeering zal haar vertegen woordiger in de Dondensche commissie opdragen, op dezen grondslag de anderhan delingen voort te zetten. Indien geen over eenstemming bereikt zou kunnen worden ten aanzien van de verhindering van de andere vormen van inmenging, dan zou de Duitsche regeering zich moeten voorbehoudenook haar standpunt ten opzichte van het pro bleem der vrijwilligers opnieuw te bepalen. De beste oplossingen van het vrijwilligers- vraagstuk zou naar de meening der Duitsche regeering verkregen worden, indien het moge lijk zou zijn, alle niet Spaansche deelnemers aan den strijd en wel met inbegrip van de politieke drijvers en propagandisten, uit Span je te verwijderen, om den toestand van Augustus van het vorige jaar te herstellen. De Duitsche regeering zou het zeer toejui chen, indien men te Londen zou nagaan, op welke wijze een dergelijke maatregel ten uit voer zou kunnen worden gelegd. Zij is bereid daarbij in ieder opzicht haar medewerking te verleenen. Vrij gunstige ontvangst te Londen. Het Duitsche antwoord ten aanzien van het vraagstuk der vrijwilligers wordt te Lon den vrij gunstig beoordeeld, aldus Havas, In gezaghebbende kringen is men van mee ning, dat het document afgezien van de opmerkingen in den aanhef, die het karak ter van een twistgeschrijf dragen bemoe digend is. De deur voor het afkondigen van een vrij- willigersverbod aldus zegt men is niet uitgesloten. Als deze indruk door een nauw keuriger bestudeering van het antwoord be vestigd wordt, zal de Britsche regeering waarschijnlijk den belanghebbenden regee ringen verzoeken, zoo spoedig mogelijk de maatregelen te nemen, die kunnen leiden tot een stuiting van den stroom van vrij willigers. Hoe dit zij, men gelooft reeds te kunnen zeggen, dat het Duitsche antwoord in belangrijke mate zal bijdragen tot een ontspanning in den diplomatieken toestand. Nader meldt het A.N.P. uit Rome: De Italiaansche minister van Buitenland sche Zaken heeft den Britschen ambassa deur en den Franschen zaakgelastigde het Italiaansche antwoord overhandigd op de Fransch-Britsche stappen ten aanzien van de kwestie der vrijwilligers voor Spanje. De tekst van de Italiaansche antwoord nota komt in groote lijnen volkomen over een met den reeds eerder gepubliceerden tekst van de Duitsche antwoordnota. China Wat Tsjarig Kai Sjek en Tsjang Sjoe Liang overeen kwamen. Uit Tokio: Van betrouwbare zijde wordt vernomen dat buisschen Tsjang Kai Sjek en Tsjang Sjoe Liang de volgende overeenkomst is gesloten, gegarandeerd door T. V. Soeng, mevrouw Tsjang Kai Sjek en den Austra liër Donald: 1. Vrijlating van Tsjang Kai Sjek teneinde weerstand te kunnen bieden tegen Japan. 2. Voorbereiding der toenadering tot En geland, Frankrijk en de Sovjet-Unie. 3. Staken van de strafexpedities tegen de communisten. 4. De regeering van Nanking verstrekt een voorschot van tien millioen Yuan aan Tsjang Sjoe Liang en Yang Hoe Tsjeng om hun mi litaire uitgaven te dekken. 5. Reorganisatie van de Nankingregeering en ontslag van de pro-Japansche ambtenaren op verantwoordelijke posten. 6. Na vrijlaten van de zes leiders van het Volksfront, die kort geleden te Sjanghai wer den gearresteerd. 7. Het geheimhouden van het dagboek, dat Tsjang Kai Sjek heeft geschreven tijdens zijn gevangenschap te Sianfoe. 8. Herstel van den status quo van voor het incident van Sianfoe en het kwijtschelden van alee strafmaatregelen tegen Tsjang Sjoe Liang. België Degrelle's radiorede in Italië. De Belgische zaakgelastigde te Rome Graaf du Chatel heeft Donderdag in den loop van den dag een bezoek gebracht aan het Palazzo Chigi, waar hij het standpunt van de Belgische regeering uiteenzette ten aanzien van de rede, die Degrelle voor Ita liaansche zenders heeft uitgesproken. Sinds dien is geen nieuwe stap gedaan. Ex-koningen ontmoeten elkaar. De hertog van Windsor en ex-koning Alfonso. Donderdagmorgen is de Hertog van Windsor te Weenen aangekomen voor een ontmoeting met ex-koning Alfonso, die terugkeerde van de teraardebestelling van Aartshertog Fre- derik van Habsburg. De beide voormalige vorsten gebruikten tezamen het dejeuner in een hotel, waarna de Hertog van Windsor zich naar de Engelsche legatie begaf. Vroeg in den middag keerde de Hertog naar En- zesfeLd terug. DE HERTOG VAN KENT ZAL BEZOEK BRENGEN AAN EX-KONING EDWARD. De Hertog van Kent wordt einde dezer week op het kasteel Enzesfield verwacht, waar hij zijn broer, den hertog van Windsor een be zoek zal brengen. Feest bij de Nederlandsche kolonie te Kaapstad. „Zuid-Afrika voelt zich één met Nederland," aldus generaal Smuts. KAAPSTAD, 7 Januari (A. N. P.) De Nederlandsche kolonie te Kaapstad viert feest ter gelegenheid van het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Z. D. H. Prins Bernhard. Generaal Smuts heeft in een bijeenkomst van het Algemeen Nederlandsch Verbond ge zegd, dat het volk van Zuid-Afrika zich één gevoelt met het volk van Nederland. Dr. Lorentz was uit Pretoria aangekomen om deel te nemen aan den dienst in de groote kerk. De kerk was geheel gevuld voor den spe- cialen dienst, welke naar aanleiding van het huwelijk is gehouden. Kwaadaardige griepepidemie in Engeland. Vele sterfgevallen. De griepepidemie, die sinds eenigen tijd te Londen heerscht heeft in de afgeloopen week in Londen en de andere groote steden van Engeland en Wales 325 sterfgevallen veroor zaakt, Dit aantal bedroeg in de voorafgaande week 97. In Londen zelf zijn de vorige week 128 personen overleden aan griep, 119 aan bronchitis en 215 aan longontsteking. WORDT RAS IMROE VERBANNEN? Naar te Rome verluidt zou een der Italiaan sche eilanden gereserveerd worden voor het onderbrengen van Ras Imroe, die op bevel van Mussolini van Addis Abeba naar Rome moet komen. Op het vliegveld van Addis Abeba heeft Ras Imroe een toespraak aangehoord van Grazianl, die er den nadruk op legde, dat het nutteloos is tegenstand te blijven bieden. Iets uit de geschiedenis van den Raad van State. De benoeminig van Prins Bernhard der Ne derlanden tot lid van den Raad van State, geeft gereede aanleiding eens even stil te staan bij eenige historische bijzonderheden omtrent dit Hooge College van Staat. In 1814 kreeg het een plaats in de Grondwet, wat ongetwijfeld in belangrijke mate te dan ken was aan Gijsbert Karei van Hogendorp, wiens Schets voor een Grondwet der door hem voorgezeten commissie tot het ontwerpen van onze staatsregeling tot leiddraad had ge strekt. In meer dan een opzicht was v. Ho gendorp er op uit geweest in de nieuw gebo ren monarchie instellingen uit de oude repu bliek over te planten, terwijl hij daarnaast ook sommige Engelsche staatsrechtelijke in richtingen nagevolgd wilde zien. Vandaar het niet onvermakelijke verhaal van de beant woording der vroeger in Leiden gebruikelijke vraag bij het doctoraal rechten en dan n.l. bij het vak staatsrecht; „Mijnheer, de candidaat, hoe keek Gijsbert Karei toen hij een ontwerp voor onze Grondwet in elkaar zette?". Terwijl het antwoord moest luiden: „met het eene oog keek hij naar Engeland, met het andere naar de oude republiek", moet er eens een exami nandus geweest zijn, die alleen de eerste helft van het goede antwoord nog wist en er toen op liet volgen: „aan het andere oog, Profes sor, was hij scheel." Wie intusschen aangaande den grooten staatsman van 1813/1814 beter op de hoogte is dan bedoelde zenuwachtige examinandus weet, dat Gijsbert Karei inderdaad ten deele bij de instellingen van de Republiek der Ver- eenigde Nederlanden in de leer was gegaan en dat zulks b.v. ook wel hier en daar in de be_ namingen tot uiting kwam; meer dan eens treft men in onze Grondwet instituten aan, welke naar hun aard geenszins, doch alleen naar hun naam „als van ouds" zijn. Welnu, dit kan in zekeren zin ook gezegd van den Raad van State, welk college reeds in den ouden Graventijd bestond en daarna in de Republiek. Toen telde hij in zijn midden de stadhouders der provincies en voorts 12' door de provincies af te vaardigen leden, ter wijl hij zich belast zag met de diplomatieke aangelegenheden, het opperbevel in krijgsza ken, het beheer van het financiewezen der Generaliteit en uitoefening van de rechts macht der Generaliteit, meestal in hoogste instantie. Vrij veelvuldig oefenden de Staten- Generaal op deze bevoegdheid inbreuk uit. Van Hogendorp nu dacht zich den Raad van State in het herboren en dank zij het door hem ondernomen initiatief tijdig weer onafhanke lijk geworden Nederland als de eigenlijke Re geering, doch een jaar later, wanneer na de vereemiging met België een nieuwe, althans geheel gewijzigde Grondewt noodig is, draagt men er zorg voor de bevoegdheid van het Col lege wel wat geringer te maken dan in 1814 was bedacht. Toch bleef de Raad wel bij uitstek het lichaam, dat den Koning in zijn taak als regeerder ter zijde zou staan en eerst wanneer in 1848 de volledige ministerieele verantwoor delijkheid haar intrede doet, ziet de Raad van State zioh door den Ministerraad verdrongen, wanneer er namens de Kroon handelend moet worden opgetreden of zij van staatkundig advies moet worden gediend. Wat de opvattingen van Gijshert Karei met betrekking tot het karakter van den Raad van State aangaat is het ongetwijfeld de moeite waard in herinnering te brengen, wat hij (Adv. Ingez. Med.) ONZE DACELUKSCHE KINDERVERTELLING Thijs en Paddekwist treden nu naderbij en kunnen duidelijk zien wat er gebeurt. De prinses draagt een kleed over haar arm en legt dat voorzichtig in den wagen. Dan neemt zij het vlas er uit. Thijs loopt op het meisje toe. „Prinses," zegt hij eerbiedig, „wij begrijpen, dat u betooverd bent. Zeg ons, wat we voor u kunnen doen, dan gaan we meteen aan het werk!" Als eenig antwoord legt de prinses den vinger op de lippen. De toovermacht verbiedt haar dus zelfs te spreken! hieromtrent in 1817 in zijn Gedenkschriften opteekende. Dit in verband met den Kabinets raad, welke bestond uit een bijeenkomst der hiertoe aangewezen Ministers onder voorzit terschap van den Koning, waarbij nog zij aan- geteekend, dat ook nog vandaag aan den dag de Koning als zoodanig voorzitter van den Raad van State is. Van Hogendorp vermeldt dan, dat hij be merkte, „dat de Prins de deliberatiën wilde bijwonen, dat hij een tweeden Kabinetsraad beoogde. Zijn verdere bezigheden, audiëntiën enz. lieten hem egter niet toe er altijd te ko men en zoo moest hij wel den draad verliezen. Daar kwam hij, dat hij mij het beleid op droeg G. K. zag zich met het vice-Presi- dentschap belast zig voorbehoudende om tusschen in te spreken; maar dan behandelde ik alles zoo volledig, dat er weinig te zeggen viel. Vervolgens kwam hij ook maar bij gewig- tige deliberatiën, en eigenlijk met een voor nemen om de zaken naar zijnen zin te doen uitvallen. Was ik het eens met hem, zoo was dit niet noodig, en zoo bepaalden zig eindelijk zijn verschijningen tot gevallen, waar hij niet zeker van mij was, of wist dat ik anders dagt. Dan zside hij mij van te voren: ik zal komen om aan te hooren, ik wil wel eens gedagten vernemen. Dog niemand was er in bedrogen. Van Hogendorp lucht dan verder zijn hart overwat er z.i. ten opzichte van dien Raad van State aan verkeerds door Willem I begaan zou zijn. Het blijkt, dat hij tenslotte over het op treden van den Koning zeer slecht te spre ken was. Dit komt bovenal tot uiting in zijn verhaal wat er met de financieele wet van 14 Mei in den Raad van State gebeurd is. Die wet ontmoette er grooten tegenstand en het kwam zoover, dat de stemmen staakten, terwijl hij G. K., een „tegen" liet hooren in het bijzijn van Willem I. Deze „kon zijn gelaat niet meester blijven en met blikken, ja met woor den aldus gaat de schrijver der Gedenk schriften en Brieven verder ondersteunde hij die met hem en schrikte hij af, die tegen hem waren.. Ik at bij hem dien dag, en genoot geen goed onthaal. Door al het gebeurde was is overtuigd, dat de vrijheid van deliberatiën verloren was, dat zijn werk niet meer bestond in het overbrengen van het advies van den Raad van State aan den Prins, maar dat deze van mij vergde om zijne denkbeelden aan te nemen en in den Raad voort te zetten. De Raad kon nooit regt vrij delibereeren over de gewig- tigste zaken, vooral van Financiën, en zijn werkzaamheid bepaalde zich hoe langer zoo meer tot mindere zaken. Het gebeurde zelfs dat, eene zaak in den Kabinetsraad verhandeld zijnde, de Prins mij zeide, dat ik nu wist hoe men het begrepen had, en dat hij de stukken aan den Raad van State zenden zou. Op deze wijze moest deze eindelijk een schaduw wor den, een bloote vorm, een naam, die indruk maakte op het publiek, op de Staten-Generaal in de eerste plaats; maar geen aanzienlijk werktuig blijven van den Regeering, daar hij bij de Grondwet toe ingesteld was." Zooals reeds opgemerkt, brengt de Grond wet van 1815 dan ook een aanmerkelijke ver andering tot stand m de door den Raad van State in ons staatsbestel ingenomen plaats, wat intusschen na en dank zij 1848 nog veel meer het geval wordt. Maar trouw aan de traditie, bekleedt ook nu nog, wat den vorm betreft, de Koning het voor. zitterschap, dat hij echter nooit, behalve dan in zeer uitzonderlijke plechtige omstandig heden, uitoefent. Het feitelijke voorzitter schap wordt vervuld door den vice-President. Eveneens is het ongetwijfeld bovenal te dan ken aan den wensch om de banden met de geschiedenis van dit college niet te verbreken, dat haast den Prins van Oranje of de daar mee gelijkgestelde troonopvolgster, voor wie na vervulling van het achttiende levensjaar auto matisch het lidmaatschap van den Raad in treedt, de wet op den Raad van State den Ko ning het recht toekent, de Prinsen van zijn Huis tot staatsraad te benoemen, terwijl deze dan bevoegd zullen zijn, naar eigen keuze, een raadgevende of een beslissende stem uit te brengen. Doordat de wet tot goedkeuring van het hu welijk onzer Prinses o.m. bepaalt, dat Prins Bernhard met leden van het Koninklijk Huis gelijk zal staan, kon de Koningin hem thans een zetel in den Raad van State toekennen, even zeer als zulks in 1901 t.o.v. Prins Hendrik het geval is geweest. Het feit, dat hij deel uitmaakt van dit Col lege biedt aan onzen Prins der Nederlanden een gemakkelijke gelegenheid om nader met kwesties van staatsbelang, bij wijze van eigen informatie en kennis, vertrouwd te geraken. En zeer valt het toe te juichen, dat de gemaal van onze Kroonprinses Staatsraad wordt, aangezien aldus een goede traditie in eere wordt gehouden. Dr. E. v. RAALTE GEZONDHEIDSTOESTAND VAN DEN PAUS GAAT VOORUIT. De verbetering in den gezondheidstoestand van Z.H. den Paus houdt aan. Gisterochtend heeft de Paus den kardi naal-staatssecretaris Pacelli in audiëntie ontvangen om met hem de loopende zaken te bespreken. EINDE DER STAKING IN DE FRANSCHE METAALINDUSTRIE. RIJSSEL, 7 Januari. Met diepe voldoe ning vernamen de 8.000 stakers in de metaal industrie en hun ruim 30.000 familieleden het einde van de staking, welke 53 diagen heeft geduurd. Het geleden loonverlies wordt op 40 millioen franc geschat, terwijl de be stellingen welke in dezen tijd hadden kunnen worden afgeleverd op minstens 500 millioen franc worden geschat. .(Havas) /vIAA&.... Douwc Egbert* Echte Triesche rieeren-Baai en Baai-Tabak. Nederlands geurigste pijptabak. F 75 (Adv. Ingez. Med.) „Geen vrouw en geen kind meer in het mitrailleurvuur." Oproeping der Madrileenschc bladen. Alle Madrileensche bladen publiceerden gis teren een oproeping tot de civiele bevolking van Madrid om de stad te verlaten onder het motto: „Geen vrouw en geen kind meer in het mitrailleurvuur". Het bombardement van de vliegtuigen en artillerievuur der opstandelingen op de hoofd stad heeft onder de burgerbevolking twee dooden en 25, meest ernstig, gewonden ge- eischt De verdedigingsraad heeft des middags het volgende communiqué gepubliceerd: „De gevechten bij Pozuelo. Las Rosas en El Plantio, welke gisteren zijn begonnen, duurden den geheelen nacht voort. De Duitschers en Marokkanen, die hier geconcentreerd liggen, oefenden gesteund door een groot aantal pantserwagens een hevigen druk uit op de regeeringstroepen. De regeeringstroepen liggen hier sterk verschanst en boden hardnekkigen tegenstand. De verliezen van den vijand zijn aanzienlijk vooral bij Las Rosas. Een pantser wagen viel in handen der regeeringstroepen." In tegenstelling met het bovenstaande meldde Havas uit Rabat, 7 Jan.: Hedenmiddag om half twee heeft defender van Sevilla ge meld, dat de opstandelingen zich meester ge maakt hebben van Las Rosas, El Plantio en Casa de Los Pinos. Hieraan wordt toegevoegd, dat vijftig vlieg tuigen der rechtsen doeltreffende hulp heb ben geboden door laag langs den grond te vliegen, door samenwerking van artillerie en infanterie slaagden de opstandelingen er in de regeeringstroepen uit hun stellingen te verdrijven. Een aanzienlijke, nog niet geïnven tariseerde buit, viel den rechtschen in handen, waarbij zich o.a. vescheidene vliegtuigen be vonden. PROfsRAMMA ZATERDAG 9 JANUARI 1937. HILVERSUM I, 1875 M. VARA-Uitzending. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.20 „Melody Circle", declamatie en giram.pl. 12.00 Gram.pl. 1.30 De Flierefluiters en zang. I.00 Gram.pl. 1.15—1.45 Vervolg De Fliereflui ters. 2.00 Causerie over onderzoekingen op medisch gebied. 2.20 De Ramblers. 3.00 Muzi kale causerie en zang. 3.15 Schaakpraatje. 3.30 Rotterdamsch Philharmonisch orkest, sopraan en cello. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Ver volg orkestconcert. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 „De Wielewaal" en toespraak. 7.00 Friesche uitzending. 7.30 Lezing. 8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.03 Berichten A.N.P., VARA- Varia. 8.15 VARA-Grootorkest. 8.45 Reportage. 9.15 VARA-Groot-orkest. 9.45 Sportreportage. 10.00 Berichten A.N.P. 10.05 VARA-Groot orkest. 11.00 Berichten. 11.0512.00 Gram.pl. HILVERSUM II, 301 M. KRO-Uitzending. 8,00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. Halfuurtje. 12.15 KRO-orkest en gra- mofoonpl. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Kinderuur. 4.00 Gram.pl. 4.10 KRO-Melodisten, zang en gram.pl. 5.30 Gram.pl. 5.45 De KRO-Nachte-? gaaltjes. 6.15 Gram.pl. 6.20 Journalistiek week overzicht. 6.50 Gram.pl. 7.00 Berichten 7.15 Kath. R.V.U. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.30 Gevar. programma. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Inter nationale Sportrevue. 10.55 KRO-Boys en zang. II.15—12.00 Gram.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Kookpraatje. 11.20 Orgelspel. 11.50 Het Shadwick strijkkwartet. 12.50 Dansmuziek (Gr.pl.) 1.20 Het Commodore Grand-orkest. 2.20 Viool en piano. 3.20 Orgelspel. 3.50 Troise's Mandoline-orkest. 4.20 Declamatie. 4.40 BBC- Schotsch orkest. 5.35 BBC-Dansorkest. 6.20 Berichten. 6.35 Sportnieuws. 6.50 Welsch inter mezzo. 7,05 Het Metropolitan Politie-orkest. 7.50 Radiojournaal. 8.20 BBC-orkest. 9.00 Ko mische voordracht. 9.20 Berichten. 9.40 Variété. 10.40 Declamatie. 11.00 Bridgewater Harp- kwintet. 11.35 Jackson's Band. 11.50 Berichten. 12.0012.20 Vervolg Dansmuziek. RADIO PARIJS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gram.pl. 11.20 Dito. 1.35 Zang. 1.50 Gram.pl. 4.20 Pascal orkest. 5.20 Gevar. concert. 8.20 Piano en zang. 9.05 Indig.-kwartet en solisten. 11.2012.35 Danskwartet „Les Ca dets de France". KEULEN, 456 M. 5.50 Raatzke's orkest. 7.50 Boerenkapel. 11.20 Omroeporkest. 1.35 Gram.pl. 3.20 Blaascon- cert. 4.35 Mannenzangvereeniging. 5.25 Ora- roepkwintet. 7.30 Omroepkleinorkest en solis ten. 9.15011.20 Omroepdansorkest. BRUSSEL, 322 M. 12.20 Gram.pl. 12.50 Omroeporkest. 1.30 Sa lonorkest. 1.50 Gram.pl. 2.23 Cellokwartet. 2.50 Pianorecital. 3.20 Gram.pl. 3.35 Ed. Loiseau's orkest. 4.20 Omroepdansorkest. 6.20 en 6.50 Gram.pl. 7.20 Pianorecital. 8.20 Opera-prog gramma. Hierna tot 12.20 Gram.pl. BRUSSEL, 484 M. 12.20 Gram.pl. 12.50 Salonorkest. 1.30 Omroep orkest. 1.50 Gram.pl. 2.20 Ed. Loiseau's orkest. Radiotooneel. 4.20 Gram.pl. 4.50 Philhar monisch orkest van Brussel. 7.05 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest en radiotooneel. 10.30 Om roepdansorkest. 11.2012.20 Gram.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gevar. concert. 9.20 Berichten. 9.50 Kwartetconcert. 10.05 Weerbericht. 10.20—11.15 Oskar Joost's dansorkest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7