Cet Geluk ligt in de Sneeuw
Ferwerda, de keeper van Blauw Wit in actie tijdens den
wedstrijd welke Zondag tegen Ajax in het stadion te
Amsterdam werd gespeeld
Geert Dils, de bekende slotvoogd van de jeugherberg .Slot Assumburg" te Heemskerk,
wist het publiek tijdens het Driekoningenfeest op Zaterdagavond aangenaam bezig te
houden
Van de werf Intermaas te Slikkerveer is Zaterdag de „Minjak", gebouwd
voor de ICP.M. en bestemd voor de Indische wateren, met goed gevolg te
water gelaten
FEUILLETON
Een Wintersportroman.
PETER KRAYENBÜHL.
19)
(Nadruk verboden.)
Pas op, Dieter, die sneeuwneus daar
.•echtsroept Grace zoo hard zij kan met
haar beide handen aan den mond. Angst
grijpt haar aan, maar nóg is haar waarschu
wende kreet niet geheel weggestorven, als
Dieter reeds na ettelijke prachtig uitgevoerde,
maar riskante Christianiazwenkingen op het
stroombed tot staan is gekomen en Grace een
vroolijken jodelgroet toezendt.
Beneden ontdoet hij zijn eigen skies
en die van Grace van de zeehondenvellen
Daar zij nog een goed uur den tijd hebben,
besluiten zij niet direct naar Antonswil te
gaan, maar een omweg langs den Langen Fin
ger te maken. Zij hebben nauwelijks eenige
meters afgelegd, als Grace halt comman
deert
Hoor je niets?
Ik hoor jou. Grace en dat is me genoeg.
Zeur niet, boy.... Hoor je werkelijk
niets?
Ja, wat moet ik dan hooren? Je staat
als aan den grond genageld.
Daar bromt iets, luisternet een
vliegmachine!
Ik hoor werkelijk niets, Grace...,
Nou, dan vergis i> me zeker
Maar na een paar seconden blijft Die ter
plotseling staan.
«-=• Ja, nu hoor ik het ook.Daar moet
een of ander vliegtuig rondcirkelen.
Ze staren tevergeefs omhoog. De lucht is zoo
wazig, dat er geen vijftig meter hoogte-
zicht is. Hoor je wel, daar is het weer, nu
heel dichtbij
Wat moet die hier uitvoeren? Hij kan
hier toch nergens landen! Misschien is hij
de richting kwijt
Het brommen van de motor wordt duidelij
ker en komt steeds meer naderbij.
Vooruit, Grace, daar naar beneden
Ik geloof, dat men onze hulp noodig heeft
Grace en Dieter hebben dezen ochtend reeds
een en ander gepresteerd en hun beenspieren
zijn dan ook lichtelijk stijf. Zij letten er ech
ter niet op en schuiven hun skies met her
nieuwde kracht zoo snel mogelijk over de
sneeuw.
DaarEén oogenblik staan zij beiden
als verlamd van schrik: een oor ver doo vend
gebrom en geratel van motoren, dan een he
vige knal, een gedreun, duizendvoudig weer
kaatst
Links houden, Grace, dat was boven op
de „Steinigen Balde"!
Walter komt uit de lucht vallen,
Pas op, Grace, niet te dicht bijWe ko
men hier toch te laat
De volgende seconde schijnt Dieter in het
gelijk te zullen stellen een korte serie he
vige exploisies vindt haar einde in een vijf me
ter hooge blauwe steekvlam, als Dieter en Gra
ce de plaats des onheids bereikt hebben, is
het vuur reeds bijna uitgewoed. Een paar
kleine vlammetjes lekken nog speels langs
het houten geraamte van de draagvlakken;
de zware gummibanden van het landingsge
stel zijn reeds lang verbrand en verspreiden
een ondragelijken stank.
Rond het smeulende wrak is de sneeuw tot
vuil-geel water versmolten.
Kijk toch eens. Dieter daar ligt iemand.
Dat móet de piloot zijn zegt Grace, ter
wijl zij naar rechts wijst. Beiden rennen zij
naar de plek, waar een gedeelte van een arm
boven de sneeuw uitsteekt.
Misschien is hij er nog bijtijds uitge
sprongen!
Met hun handen graven zij de sneeuw om
den man weg, waardoor althans het lichaam
vrij komt te liggen. Het dunkt hun niet raad
zaam den verongelukte op te tillen, daar het
geenszins tot de onmogelijkheden behoort,
dat een zijner ledematen gebroken is. Voor
zichtig neemt Grace den naar voren gescho
ven valhelm weg en bekijkt het sympathieke
gelaat van den jongen man; het merk
waardig vierkante voorhoofd, waarover een
blonde haarlok hangt en de volle wangen,
waartusschen de smalle neus met een verme-
telen boog naar voren springt. De kleine mond
met de smalle lippen daarom en de scherpe,
maar niet brutale kin., verraden een sterken
wil
Hij leeft, Grace, zegt Dieter als resultaat
van een vluchtig en uiteraard dilettantisch
onderzoek naar den toestand van den veron
gelukte. Er schijnt niets gebroken te zijn.
Ik zal zijn gezicht met sneeuw afwrijven
stelt Grace voor.
En ik riskeer een beetje kunstmatige
ademhaling.
Beiden doen hun werk en inderdaad ver
nemen zij na enkele minuten tot hun vol
doening een zacht gekreun. Het bewustzijn
schijnt terug te keeren, de man strekt zijn le
dematen uit en uit zijn diep liggende, blauwe
oogen glijdt zijn blik als van ver verbaasd en
zelfs eenigszins angstig over het gelaat van
de naar hem toegebogen Grace.
Hebt u pijn?
Zij moet de vraag, die hij niet direct schijnt
te begrijpen, herhalen, maar dan wendt hij
het hoofd naar den rechter schouder.
Die ter stelt onmiddellijk een onderzoek in:
gelukkig slechts ontwricht! De jonge piloot
tilt voorzichtig zijn rechterbeen op; snel
maakt Dieter de veters van den hoogen rijg
schoen los: waarschijnlijk een voetspier ver
rekt. Grace heeft intusschen een sinaasappel
geschild. Met een dankbaren blik grijpt de
jongeman ennaars
Hoe staat het met de machine;...? wil
hij weten, terwijl hij een poging doet om
overeind te komen. Dieter en Grace helpen
hem op de been en ondersteunen hem.
Vernield, totaal uitgebrand...." zegt
Dieter, op den chaos van metaal, hout en
draden wijzend, waaruit nog hier en daar
kleine vlammen oplaaien.
Verschrikkelijk, afschuwelijkWaar
ben ik eigenlijk
Tusschen St. Valentin en Antonswil....
Nooit van gehoord
Over de grens?
In het Arlberggebied
Dieter is even verbaasd over den toon,
waarop deze vraag wordt gesteld.
Natuurlijk! hebt u geen pas bij u?
Neen, helaas nietIk moet verdwaald
zijn, antwoordt hij aarzelend en het voor
hoofd fronsend, neemt hij Dieter en Grace
bijna wantrouwend op.
Ja, waar kan ik hier ergens onder dak
komen?
Het beste in Antonswil, maar dat ligt
op ski's een uur hier vandaan en te voet bij
deze hooge sneeuw minstens vijf. Dat zult u
wel niet klaar spelen..,.
Misschien zouden we hem naar de
sneeuwhut bij de Kiegerhohe kunnen bren
gen. Dieter, zegt Grace, dat is maar een
afstand van twintig minuten.
Maar als die nu eens gesloten is.... op
pert Dieter.
Ach daar zullen we wel binnen kunnen
komen, antwoordt ze gedecideerd.
Kunt u ski-loopen?
Op het oogenblik niet, zegt de vreemde
ling met een pijnlijke glimlach. Maar als u
mij wat zou willen ondersteunen, kan ik
misschien op die latten glijden.
Goed, hier hebt u de mijneIk kom
wel door dé sneeuw heen, zegt Dieter. Maar
vóór we op stap gaan, moet u nog een stuk
brood eten om op krachten te komen.
Graag, antwoordt de verongelukte piloot,
terwijl gretig naar de broodjes met ham grijpt
welke Dieter hem toereikt.
Veertig minuten later heeft het trio dé
hut bereikt. Aan de zware deur hangt een
groot slot aan dikke dwarsbalken.
Daar staan we, zegt Dieter, eenigszins
moedeloos. Wat moeten we nu doen? Het
beste is misschien, dat we achter door het
raam probeeren binnen te komen.
De uit de lucht gevallen piloot lacht mees
muilend.
Een kleinigheid, zoo'n antiek monstrum
open te krijgen. Hoe dikker en grooter, hoe
gemakkelijker
Uit een der vele zakken van zijn leeren jek
ker vischt hij een smal étui waarin een of an
der geheimzinnig werktuig van verchroomd
staal. Na eenige seconden reeds springt het
slot met een klik open.
Wat denkt u nu wel van mij? vraagt hij
met hoog opgetrokken wenkbrauwen.
Voorloopig alleen nog maar, dat u handig
met zulke dingen weet om te gaan, zegt Grace
lachend.
Zij gaan de hut binnen; Dieter neemt de
luiken van de kleine vensters.
Ik geloof, dat het hier wel uit te hou
den is, zegt hij tot den vreemdeling. Al
thans voor een paar uur tot we een slede heb
ben. besteld om u af te halen.
Zelfs wel wat langer, vermoed ikzegt
de ander, meer tot zichzelf dan tegen zijn
redders, terwijl hij het vertrek tevreden op
neemt.
Het is een soliede gebouwtje, eigendom van
de gemeente Antonswil, van binnen rijkelijk
met planken betimmerd en met een kook
ruimte, welke door een houten wand van het
eigenlijke woonvertrek is afgescheiden. Boven
den grooten haard hangt een ketel aan een
zware, ijzeren ketting. Tegen den muur staan
twee houten britsen, welke vroeger aan het
'eger hebben toebehoord en die een slaapgele
genheid bieden voor vier personen.
(Wordt vervolgd.)]