Prinselijk echtpaar naar Polen
BEVERWIJK
WIJK AAN ZEE
HEEMSKERK
Winterprofetie.
Alle journalisten misleid.
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN
BURGERLIJKE STAND
Een mooi suces voor D. O. K.
Zij wint den Zilveren Molen.
De Krach tspor tver eeniging D. O. K. heeft
met veel succes deelgenomen aan de wed
strijden om den zilveren molen, georganiseerd
door „Sandow" te Zaandam. D. O. K. kwam
voor een jaar in het bezit van dezen wissel-
prijs, doordat zij in dit tournooi 5 eersten, 1
tweeden en een derden prijs behaalde.
De uitslagen voor D. O. K. waren j.l. Zon
dag in de eerste af deeling vedergewicht: H.
Groeneveld, eerste prijs met 1 strafpunt in 4
partijen; lichtgewicht N. C. Groeneveld, eer
ste prijs met 1 strafpunt in 3 partijen: W.
Brandjes, derde prijs met 7 straf punten; mid
den B-gewicht H. Duin eerste prijs met- 1
strafpunt in 4 partijen; zwaar gewicht G. van
Soest, eerste prijs met 0 strafpunten.
Op de beide Zondagen van den wedstrijd
behaalde D. O. K. 17 overwinningen op
touché.
DE R.K. STAATPARTIJ VERGADERT.
De R.K. Staatspartij, af deeling St. Agatha,
houdt Donderdagavond in het K. S. A.-ge-
bouw een ledenvergadering.
In deze bijeenkomst zal worden overgegaan
tot voorloopige aanwijzing van Candida ten
voor de Tweede Kamer.
HARTELIJKE HULDIGING VAN DEN HEER
A HOFLAND.
Zaterdagavond is den heer A. Hofland, die
dezer dagen zijn zeventigsten verjaardag
vierde, in het gebouw „Harmonie" een harte
lijke huldiging bereid. In de wereld van de
drankbestrijding heeft de heer Hofland ge
durende 35 jaren een zeer vooraanstaande
plaats ingenomen en hoezeer zijn arbeid op
dit terrein gewaardeerd wordt, bleek Zater
dagavond uit het groote aantal drankbestrij
ders, dat van heinde en verre was gekomen
om den ouden strijder een onvergetelijken
avond te bereiden. Deze huldiging was ge
organiseerd door de plaatselijke af deeling
van den A.N.G.O.B.. de Geheelonthouders-
tooneelvereeniging „Nieuw Leven", de geheel
onthouders-kinderclub „Kindergeluk" en de
geheelonthouderszangvereeniging D.O.V.
Nadat de heer Hofland met zijn echtge-
noote per auto van huis was gehaald, werd
hij door den voorzitter van den A.N.G.OJ3.,
den heer P. Veth verwelkomd. Spreker deel
de in de eerste plaats mede, dat geTukwen-
schen waren ingekomen van mevr. A. van i
Hattum-Dekker, van de afdeelingen Haar
lem, Zaandam n, Koog aan de Zaan. West-
zaan. Assendelft en van de plaatselijke af-
deeling Beverwijk van de N.C.G.O.V.
De heer Veth herinnerde uitvoerig aan het
vele werk, dat de heer Hofland voor de
drankbestrijding verrichtte in het bijzonder
ook voor „Nieuw Leven", „Kindergeluk" en
D.O.V.
Namens de leden bood hij den heer Hof
land een wandelstok met inscriptie aan. Me
vrouw Hofland ontving bloemen.
Onder leiding van den heer G. Berghuis
zongen de oudste meisjes en een aantal oud
leden van „Kindergeluk" een drietal liedjes,
alsmede een voor deze gelegenheid vervaar
digd feestlied.
De zangvereeniginig D.O.V. bracht vervol
gens onder leiding van haar dirigent, den
heer P. Potgieter ten gehoore „De blauwe
vaan" van Schafstall, „Komt dan kamera
den" van Sullivan en ..Sneeuw" van Olman.
De voorzitter van D.O.Vde heer Sluis,
sprak een gelukwensch tot den jarige, die tot
de oprichters van de zangvereeniging be
hoort.
De heer Martinus, voorzitter van het
hoofdbestuur van den A.N.G.O.B., heeft in
een uitvoerige rede de verdiensten van den
heer Hofland geschetst.
De jarige is wars van alle uiterlijk vertoon
aldus spr., werkend en strijdend en zijn
krachten gevend voor het heil van anderen.
Hofland was een toonbeeld van trouw aan
de beweging en een voorbeeld voor de jon
geren.
Spr. betrok ook mevr. Hofland in izijn hul
de en speldde tenslotte den jarige onder da
verende toejuichingen de eere-medaille van
den A.N.G.OB. op de borst.
Achtereenvolgens werd nog het woord ge
voerd door afgevaardigden van de Noord-
Hollandsche Propagandacommissie, en van
de afdeelingen St. Pancras, Broek op Lan-
gendijk, Alkmaar, Velsen-Noord, Krommenie-
Assendelft, Zaandam I, Zaandijk, Haarlem,
IJmuiden-Oost, Wormerveer, Santpoort, de
Schakel, de J. V. O. en de I. O. G. T.
Namens „Nieuw Leven" sprak tenslotte de
heer J. P. Schelvis een kernachtig woord,
waarin hij alle leden van den A.N.G.O.B
krachtig aanspoorde tot intensieven arbeid
voor de drankbestrijding, omdat daarin de
heer Hofland het mooiste geschenk zou zien.
De heer G. Berghuis complimenteerde na
mens .Kindergeluk". Bijna alle afgevaardig
den boden bloemen of geschenken aan.
Mevr. Schelvis-Jansen droeg met veel suc
ces een gelegenheidsgedicht voor, vervaar
digd door onzen oud-plaatsgenoot, den heer
J. Visser.
Na dezen stroom van gelufcwenschen heeft
de heer Hofland een woord van dank ge
sproken, waarin hij onder meer zeide, dat hij
tot het werk in staat was gesteld, omdat hij
zich al die jaren gesteund wist door goede
kameraadschap. Hij hoopte tenslotte nog
eenige jaren voor de beweging naar zijn
beste krachten te mogen werken.
Nog eenige uren bleef het groote gezelschap
in feestelijke stemming bijeen, waarbij zang,
muziek en voordrachten elkander afwissel
den.
Voor den heer Hofland en zijn echtgenoote
was het een onvergetelijke avond.
GYMNASTIEKUITVOERING VAN DEN
N. A. S. B.
Zaterdagavond werd in Odeon de eerste of-
ficieele uitvoering van de plaatselijke afdee-
ling van den Nederlandschen Arbeiders
Sportbond gegeven.
In zijn openingswoord gaf de voorzitter,
de heer W. Onstenk, zijn voldoening te ken
nen over de flinke belangstelling. Verder
wekte hij de aanwezingen op, om zich op te
geven als lid, daar de verschillende afdee
lingen, en speciaal het heerengelid, nog een
flinke versterking noodig hebben.
Hierna kwamen de turnersisters) op maat
van de muziek, die door de Kennemer Boys
verzorgd werd, binnen en maakten een keu-
rigen opmarsch onder leiding van den trai
ner, den heer Müller uit Amsterdam
Het eerste nummer, de vrije oefeningen
voor jongens maakte al direct een goeden
Indruk. Ook het optreden van de kleutergroep
was een succes.
Het balspel van de jongens viel zeer in den
smaak.
Het lintenspel voor meisjes, waarbij ver
schillende rhythmische oefeningen uitge
voerd werden, was keurig
Ook het hoogspringen van de jongens was
goed verzorgd, maar een halfuur voor dit
nummer was veel te lang.
Een aardig slot van het programma voor
de pauze was het tweede optreden van de
kleutergroep.
Na een leuk kabouterdansje, vertelde de
heer Müller sprookjes, die door de kleintjes
met bewegingen werden uitgebeeld.
Een woord van lof komt den leider toe, die
na een korte oefentijd, al zoo veel met de
kinderen wi't te bereiken.
Na de pau-'.e, waarin een verloting gehouden
werd, begon en de meisjes met ringzwaaien
Er werd goed gewerkt, maar ook was het weer
het bezwaar, dat het te lang duurde.
Beter waren de oefeningen aan de ringen
voor de dames. Deze werden in een vlot tem
po afgewerkt, en waren in één woord af.
Aan de rekoefeningen voor heer en namen,
door ziekte slechts vijf heeren deel, maar wat
dit kleine groepje presteerde, wekte terecht
de bewondering op.
De brugoefeningen voor beide groepen wa
ren beter. Het laatste nummer van het pro-
gramm, paardspringen (gemengd) vormde
een keurig slot.
De welgeslaagde uitvoering werd besloten
met een ge.zellig bal.
R.K. KIESVEREENIGING.
Het bestuur der R.K. Kiesvereeniging heeft
een ledenvergadering belegd op Dinsdag 12
Januari in restaurant Sonnevanck.
FEESTAVOND B.VIi.
Woensdag 27 Januari a.s. zal de jaarlijksche
feestavond van de leden der B.V.L. met hun
dames, plaats vinden in het R.K. Vereenigings-
gebouw.
Op dezen avond zal tevens de prijsuitreiking
plaats vinden aan de winnaars der gehouden
schietwedstrijd door den nieuwen comman
dant majoor Borre. Niet minder dan 60 schit
terende prijzen zijn voor dit doel beschikbaar
gesteld.
DRIEKONINGENFEEST OP „ASSUMBURG".
Zaterdagavond werd in de jeugdherberg
„Assumburg" weer het traditioneele Drie
koningenfeest gehouden.
Onder de genoodigden bevonden zich burge
meester Vreugde van Heemskerk en burge
meester Ter Laan van Zaandam.
De heer G. Diis, herbergvader verwelkomde
de genoodigden, waarna een der trekkers een
uiteenzetting gaf van de viering van het Drie
koningenfeest. Vervolgens werden eenige lie
deren door de trekkers en tr eksters gezongen,
waarna de heer Dils de aandacht vroeg voor
MAANDAG 1l. JAN. 1937
(In den herfst werd van Fransche
zijde de komst van een uitzonder
lijk strengen winter voorspeld.
Thans voorspelt men in Engeland
dat de winter ongewoon zacht
zal zijn.)
Een Franschman heeft een Franschen
slag geslagen
Als weerprofeet, nu maanden al gelêe.
Hij zag de komst van barre winterdagen,
Is het totnutoe uitgekomen? Nee!
Dertig December zou de koude komen,
Acht dagen later d' allerkoudste dag,
Zoo was 't dat die profeet het in zijn
droomen,
Totaal verkeerd, naar is gebleken, zag.
Nu komt uit Engeland een weervoorspelling,
Die heel wat anders in de toekomst ziet.
Zij komt tot de finale tegenstelling,
Dat er totaal geen ijs ligt in 't verschiet.
De winter wordt een ongewone warme,
De lente staat al practisch voor de deur,
Dat is een goede tijding voor de armen,
Al stelt het schaatsen vrienden wel teleur.
Maar mag men nu op dien profeet
vertrouwen,
Ziet hij het scherper dan de Franschman
zag?
Nou, ik geloof dat men in zijn beschouwen
Dit ook nog niet als vaststaand nemen mag.
Maar moet ik u nu in verwarring laten?
Dat nooit en daarom spring ik op de bres,
Ik kom nu met mijn eigen resultaten.
Vertrouwend op een daverend succes.
Ik profeteer: van tijd tot tijd wat regen,
Soms vorst en zonnig, sneeuw zoo nu en dan,
Wij hebben al veel frisschen wind gekregen.
Maar zijn ook nog niet aan het eind daarvan.
Wij krijgen slechte dagen, maar ook mooie,
Voordat de winter voor de lente wijkt.
In 't kort gezegd: 't kan vriezen en 't kan
dooien,
Wacht nu eens af, of dat geen waarheid
blijkt.
U vraagt mij. hoe ik daartoe ben gekomen?
Tot die onthulling ben ik ook bereid,
Ik heb het juiste standpunt ingenomen,
Dat hier den mensch past; de onwetendheid.
P. GASUS.
een tooneelspel „De Drie koningen", waarvan
het eerste bedrijf vroolijk, en het tweede be
drijf een meer ernstik karakter droeg.
Na een korte pauze, waarin de ruim 200
treksters en trekkers eenige liederen zongen,
werd het „Driekoningenbrood" rondgedeeld,
waarin twee boonen gebakken waren.
Aan het slot van den avond bracht de heer
Dils een woord van dank aan de afd. Haarlem
van den Ned. Trekkersbond voor het gebodene.
Ten slotte dankte een trekker allen voor
hun medewerking aan het feest, in het bij
zonder den herbergvader en moeder de heer
en mevr. Dils.
ZILVEREN JUBILEUM.
Op 2 Februari a.s. zal het 25 jaar geleden
zijn, dat de heer J. van der Heide in dienst
kwam hij den landbouwer J. Dijkman.
R. K. V. V. „A.D.O.".
De uitslagen van Zondag luiden;
A.D.O. 3Oranje Wit 3 uitgesteld
AD.O. a—U. S. V. a 0—1
U.S.V. bA.D.O. b 1—0
R. K. KIESVEREENIGING.
Maandagavond houdt de R. K Kiesvereeni
ging een ledenvergadering 's avonds half acht
in het vereenigingsgebouw.
De agenda vermeldt o.a. bestuursverkiezing
(wegens bedanken van den heer H. v. d£>Zon)
en candidaatstelling voor de Tweede Kamer.
Candidaten, zoowel voor bestuur als Tweede
Kamer, kunnen tot de vergadering worden in
gediend.
GERARDUS MAJELLA VEREENIGING.
De afdeeling Heemskerk van het Wit-Gele-
Kruis vergaderd Donderdagavond 14 Januari
's avonds half acht in het vereenigings
gebouw
Faroek, Egypte's jeugdige koning, heeft op zijn jacht Khassed Kheir zijn eerste
reis door het land gemaakt.
Wij kunnen thans mededeelen, dat Prinses Juliana en Prins Bernhard
Vrijdag j.l., eerst laat in den middag, Den Haag hebben verlaten en
zich per auto naar Brussel hebben begeven.
Daar zijn zij in den trein gestapt en doorgereisd naar Polen. Zater
dagavond laat is het jonge paar te Krynica aangekomen en heeft zijn
intrek genomen in „Patria", het bekende hotel van den beroemden
Poolschen zanger Jan Kiepura.
Zoo hebben dus de Prinses en de Prins kans
gezien, om de heele wereld en de heele inter
nationale pers en dat wil wat zeggen
op een dwaalspoor te brengen.
Naar de Courant meent te weten, hebben
de Prinses en de Prins Donderdagmiddag
wel afscheid genomen van de gasten en zijn
zij in een auto weggereden, doch deze is naar
een garage achter het paleis gegaan en daar
hebben Prinses Juliana en Prins Bernhard
gewacht tot alle gasten weg waren. Toen zijn
zij te voet naar het paleis teruggekeerd,
waar zij nog tot Vrijdagmiddag hebben ver
toefd. Om de pers op een dwaalspoor te bren
gen waren nog kamers gehuurd in Igls en
bagage naar Engeland gezonden. De list is
geslaagd en rustig hebben de Prinses en Prins
naar Krynica kunnen reizen.
Krynica op de grens
tusschen Oost en West.
Een redacteur van het A. N. P. die in Kry
nica bekend is en daar onlangs nog heeft
vertoefd schrijft het volgende:
Urenlang duurt de treinreis van de Duitsch-
Poolsche grens naar Krynica, het miniatuur
stadje, ergens verweg in de Beskiden, het
voorgebergte van de Karpathen.
Wij zitten in den expressetrein Berlijn
—Boekarest en op den stillen wintersohen
middag, al spoedig gevolgd door den langen
avond, is het alsof de sneltrein zich moei
zaam voortsleept door de eindelooze vlakten
van Zuid-Polen, waar slechts hier en daar
een stadje of dorp de eentonigheid voor een
oogenblik verbreekt en daardoor de verla
tenheid der streek nog scherper accen
tueert. Langs Polen's oudste stad, Krakau, de
stad der honderd kerken, voert de trein ons
naar Tarnau, eveneens een groote stad, doch
met een stationnetje, dat ons aan het een of
ander gehucht in een uithoek van ons eigen
land doet denken.
Aan de Noordzijde van de route is alles een
egale, grauwe vlakte, zonder nuanceering,
zonder natuurschoon. De Zuidzijde is inmid
dels interessanter geworden, daar teekenen
zich in de verte de bergen van de Hohe Ta-
tra af. Zelfs in den donkeren avond kan men
de witte sneeuwhelllngen en sneeuwtoppen
onderschelden.
In Tarnau moeten wij overstappen; den in
ternationalen trein, waar tenminste nog op
schriften waren, welke wij lezen konden, waar
de conducteur ons nog kon verstaan, en wij
ons nog eenigszins verbonden gevoelden met
West-Europa, verlaten en in een echt Pool
schen trein stappen, welke ons in ruim vier
uren naar Krynia zou brengen. Daar houdt
het verband met West-Europa op. Daar voelt
men de grens tusschen het Westen en het
Oosten genaderd te zijn. Aan tallooze klei
nigheden kan men constateeren, dat het
daar een andere wereld is, een gastvrije en
vriendelijke wereld weliswaar, maar toch een
geheel andere.
De trein rijdt door de vlakte. Alles sneeuw,
zoover het oog reikt. Wij turen over de ein
delooze velden. Dit is Polen, het oude Galicië.
Geleidelijk wordt het landschap meer berg
achtig. De sneeuw ligt meters hoog over het
land en een ijzige temperatuur maakt, dat de
bewoner van een land met zachte winters
zich ietwat onbehagelijk gevoelt.
De Polen in den trein dragen alle dikke
bontjassen. Zij kijken den vreemdeling, die
in een gewone winterjas gekleed, zich in hun
midden heeft gewaagd, eenigszins meewarig
aan. En een van hen, die zich in gebroken
Duitsch kan uitdrukken, vraagt, of men niet
wist, dat het 's winters in galicië koud is. Wij
voelen ons genoodzaakt, ons eenigszins te ver
ontschuldigen over de nonchalance, waar
mede wij de reis zijn begonnen en brengen als
excuus naar voren, dat onze warme klee
ding in de bagage zit. De Polen begrijpen er
nog minder van. Men reist in dit land nu een
maal niet zonder pels. Deze zijn daar geen
weeldeartikelen. Iedereen heeft er een.
Lange bontjassen, met hooge bonte mutsen,
dat is d e kleederdracht
Eindelijk, reeds ver na het middernachtelijk
uur, stopt de trein in Krynica; de Poolsche
„kuurplaats", zeer bekend in het land zelf.
docli volkomen onbekend in het buitenland.
Het Poolsche Vichy.
Krynica is het Poolsche Vichy. Als winter
sportplaats heeft het niet die beteekenis, welke
bijvoorbeeld Zakopane heeft. Daar is een meer
Alpinistisch landschap. In Krynica is de na
tuur echter niet zoo grootsch, doch wel liefe
lijk. Zoowel in den zomer als in den winter
vertoeven er talrijke Poolsche families. Het
ligt op ruim 500 meter hoogte, in een dal, af
gesloten naar het Noorden, Oosten en Westen.
Naar het Zuiden is het open, zoodat de zoele
Zuidenwinden ongehinderd kunnen binnen
komen.
Beschut tegen koude bergwinden door met
loofbosschen bedekte hoogten, heeft Krynica
een zeer mild en zonnig klimaat,
Een bijzonder ozon-rijke lucht, en een groot
aantal geneeskrachtige bronnen maken, dat
Krynica een zeer gezocht oord is voor perso
nen. die rust behoeven na een inspannenden
tijd of die voor een kwaal genezing zoeken.
Zooals West-Europa naar Vichy. naar Spa,
naar Bad Nauheim, naar Pyrmont trekt, zoo
trekt Polen en de naaste omgeving naar
Krynica.
Als men in Krynica aankomt, kan men geen
taxi nemen naar zijn hotel. Is het in den zo
mer dan kan men den rit per fiacre maken,
doch in den winter is het eenige vervoermid
del; de slede. Alles gaat per slede. Twee. soms
zelfs vier paarden trekken u met een flink
vaartje door de besneeuwde, bevroren straten
van het stadje. De koetsier, natuurlijk in een
voor onze begrippen kostbaren pels gehuld,
stopt u onder een warmen vacht envoort
gaat het.
Krynica en Jan Kiepura.
De beroemde Poolsche zanger Jan Kiepura
is de man, die Krynica in den laatsten tijd
vermaard heeft gemaakt.
Jan Kiepura's ouders woonden in Krynica
en voerden er een bescheiden hotelletje. Hun
zoon werd een zanger van wereldreputatie en
verdiende een reusachtig vermogen. Wat moest
hij met zijn geLd doen? Een zanger kan niet
altijd blijven zingen, eens komt het moment,
dat hij zal constateeren, zijn roem overleefd
te hebben en dat zijn naam niet meer die
magische kracht heeft, van weleer.
Jan Kiepura heeft dit begrepen en gezocht
naar een object waarin hij zijn vermogen kon
beleggen.
Hij werd hotelier en maandenlang sprak de
wereld over de zonderlinge combinatie zanger
hotelier.
Jan Kiepura, de hotelier, dat wil zeggen:
hij bouwde in Krynica een luxe-hotel, betaalde
alles contant, zoodat hij geen zorg behoefde
te hebben over rentebetaling en aflossing en
liet het beheer verder aan zijn vader over.
Totdat voor hem de tijd komt, om zich aan
de dagelijksche leiding van het bedrijf te moe
ten geven.
Tegen een berghelling op behoorlijken af
stand van den weg, vrij van stof, met heerlijke,
afdalende terrassen, ligt hotel „Patria". het
eigendom -van Jan Kiepura. Van de frontzijde
heeft men een heerlijk uitzicht over de bos-
schen, de achterzijde geeft een blik op het
verfijnde, luxueuze en modernt hotel-archi-
berglandschap.
„Patria" -is het laatste woord van de meest
tectuür en -techniek. Beneden is alles van
rosig marmer: de hall, de eetzaal, de dans
zaal, zij doen den bezoeker zich afvragen,
of men in een sprookjespaleis is aangekomen.
Men vergeet de ruige vlakten van Polen,
men vergeet de betrekkelijk armoedige om
standigheden waarin men in Polen leeft, men
vergeet de bescheiden eischen, welke men
daar aan hotels en pensions moet stellen, men
vergeet de arme Gallicische bevolking, evenals
het armelijke stationnetje van Krynica.
„Das kann ja so in Paris stehen" had iemand
ons verteld, toen wij over „Patria" spraken.
En inderdaad, „Patria" detoneert eigenlijk in
Krynica. Het is eigenlijk „Paradijs" in de Pool
sche verlatenheid.
Traditie van Krynica: ijshockey.
De traditie van Krynica is eigenlijk ijs-
hockeysport. De groote wereldkampioenschap
pen werden er gehouden, doch in den laat
sten tijd zijn deze overgenomen doorZakopane.
Toch is de roem van Krynica in de kringen
van de wintersport nog steeds gebaseerd op
de ijshockey. Jaren geleden heeft men beroemde
Amerikaansche en Canadeesche ijshockey
spelers naar Krynica laten komen, om daar
de ijshockeysport populair te maken. Men
heeft er kapitalen geïnvesteerd en inderdaad
heeft men dezen tak van wintersport tot een
groote hoogte weten op te voeren.
Thans echter is de ijshockeysport in Krynica
hoofdzakelijk traditioneel. Zakopane, dat zoo
veel meer biedt aan wintersport-mogelijk
heden, tengevolge van het sterkere alpinische
karakter, heeft ook uitstekende ijshockey-
banen. Wel is het terrein in de omgeving van
Krynica door de lange, flauwe hellingen
uiterst geschikt voor sledetochten en skiloo-
pen. Dat wordt daar dan ook zeer druk be
oefend.
In dit milieu eenerzijds van modern genoe
gen en verfijning van smaak, anderzijds van
den typischen Poolschen eenvoud, zullen onze
Prins en onze Prinses hun wittebroodsweken
doorbrengen. Zij zullen er gelegenheid te over
hebben, zich te wijden aan den wintersport en
tegelijkertijd genieten van de schoonheid van
het landschap.
Prinses Juliana en Prins Bernhard hebben
in „Patria" hun intrek genomen onder den
naam van zravin en prraaf van Sterrenberg.
Willem de Geus. Wilde Vaart. Den
Haag. Leopold's U. M. Klaas Sme-
lik. Ship Ahoy! Burk's wilde jaren
A'dam, H. Meulenhoff.
De avonturenroman is in de Nederlandsche
letteren der laatste jaren een plaats, zooal
niet van gewicht, dan toch van omvang gaan
innemen. De heer Werumeus Buning, die een
voorwoord schreef bij Klaas Smelik's boekje,
verbaast zich daarin erover, dat er zoo weinig
schrijvers zijn die hun stof aan de zee en het
leven op zee ontleenen, en dat in een land
dat aan en in het water ligt en er een goed
deel van zijn bestaan aan dankt"! We] ver
geet hij Van Schendel's Fregatschip en de
boeken van Verhoog. Jef Last en sommige an
deren niet, doch wij moesten er, zoo meent
hij, thans tientallen bezitten. Het is immers
te gek dat wie niet zelf gevaren heeft zoo
ongeveer niets afweet van het leven aan en
onder dek. En dat na eeuwen zeèvaart. En
terwijl nog steeds, volgens Buning, negen
•tiende onzer litteratuur door dames en hee
ren met zielsproblemen gefourneerd wordt.
Ik mag dat sputteren wel van iemand, die
een naam draagt die, in een ver verleden,
voor mij onverbrekelijk verbonden is met De
reis van Bootsman Klapperdos en, in een nog
jonge herinnering, aan Maria Lecina.
Maaren ook Buning beaamt dat ver
moedelijk, voor de litteratuur is het niet van
belang dat er over zeelui, boeren, smokkelaars
enz. geschreven wordt, doch uitsluitend hóe
dat geschiedt. Of het litteraire kunst is, ten
slotte. En dat geldt even goed voor de dames
en heeren met hun zielsproblemen. Waarom
Van Schendel's Fregatschip een kunstwerk is
en Verhoog's en anderer verhalen meer of min
artistiek gekleurde reportage zijn, valt niet in
een paar volzinnen duidelijk uiteen te zetten,
maar wie daar van nature gevoelig voor is
of zich door training die fijnproeverij heeft
aangeleerd, voelt dat onmiddellijk. Zooals dat
ook met schilderkunst en muziek het geval is.
Nu is het een feit dat tegenwoordig velen
„schrijven" kunnen. Er wordt zelfs ontzagge
lijk veel geproduceerd dat goed geschreven is
en niettemin in de litteratuur niet thuis be
hoort. Voor dat alles is evenwel plaats, door
dat de consumptie het blijkbaar verwerken
kan en een werkelijk gaaf kunstwerk toch nog
altijd een witte raaf blijft. Tusschen dat en
het onverdedigbare prul zijn de variëteiten en
de nuances ontelbaar en men moet erkennen
dat in het Nederlandsche schrijfwezen van
vandaag het gemiddelde van vrij hoog ge
halte is.
De avonturenroman ligt den Nederlander
niet slecht, doch hij is zelden een roman.
Wanneer een zeeman schrijven gaat ligt voor
hem het avontuur voor het grijpen doch hij
laat het meestal bij een relaas ervan blijven
en zoekt zijn heil in een overdaad van termi
nologie, die voor hem en zijn maats verstaan
baar is, doch voor den lezer, die daar geen kijk
op heeft, een verklarende woordenlijst noodig
maakt. Die overstelpende hoeveelheid scheeps
termen en uitdrukkingen mogen de modieuse
neiging voor zakelijkheid in de kunst in het
gevlei komen, metterdaad is zij slechts een
bemanteling van een gebrek, een tekort aan
fantasie, zonder welke geen artist van eenig
belang het zal kunnen stellen. Een dichter als
Gezelle kan een beeldend, kernachtig woord
uit een of ander ambacht hebben gegrepen
om er de eigen taal mee te verrijken en
hoevele kernachtige woorden kent onze taal
niet reeds, die aan 't varen onzer vaderen zijn
ontsproten uit het moderne internationale
gebrabbel van donkeyman en messroomjongen
valt weinig zuivers meer te peuren. Een teveel
daarvan is nutteloos vermoeiend. Willem de
Geus maakt zich daaraan in Wilde Vaart in
het bijzonder schuldig en Klaas Smelik blijft
bij hem slechts een neuslengte achter. Dat dit
voor de jury, die Wilde Vaart uitkoos om in
de internationale prijsvraag voor romans mede
te dingen, geen bezwaar geweest is. zou kun
nen bevreemden, tenzij men juist dat inter
nationale scheepsgebrabbel voor deze gelegen
heid een aanbeveling achtte. Maar de heer
Werumeus Buning, die Smelik inleidde, zat ook
in de jury die De Geus verkoos, waarmee de
laatste zeker niet gewanboft heeft. De liefde
voor de zee is Buning ingeboren.
De avonturenroman, zooals die thans bij
ons geschreven wordt, staat onder Engelsch-
Amerikaanschen invloed. Joseph Conrad vindt
hier, terecht, oprechte bewondering. In deze
romans is voor „de liefde" slechts een beschei
den, nuchter verlicht plaatsje ingeruimd. In
den alleroudsten zeevaardersroman, de Odys
see van Homerus, wordt daaraan warempel
nog meer aandacht besteed. In den Fran
schen avonturenroman van dezen tijd wordt
ze niet verwaarloosd, integendeel. Albert Thi-
baudet maakte eens de amusante opmerking,
dat zoo Robinson Crusoe's vader een Fransch
man geweest ware, hij van Vrijdag zeker een
juffrouw zou gemaakt hebben.
In Wilde Vaart komt bij stuurman Krijnen
heel even een psychisch conflict met zijn eros
door de ruitjes van het verhaal kijken, voor
het overige wordt daarin en in Ship Ahoy de
zaak op de meest zakelijke en weinig ontstel
lende wijs afgedaan. De materie gaat In bei
de boeken, die wij vandaag bespraken, boven
den geest In Smelik's klein verbaal is mis
schien nog meer innerlijke karakteristiek ol
althans een poging daartoe waar te ne
men dan in de Wilde Vaart, terwijl déérin
weer veel meer afwisseling, door ruimer men
schengroepeering en verplaatsing, te waardec
ren valt. Beide verhalen zijn onderhoudend
en belichten het leven van den Hollandschen I
zeeman aan boord en in zijn werk, den zee- j
man van de groote en de kleine vrachtvaart;
zij teekenen zijn doening in scherpe contou
ren en geven zijn zegging haast phonetisch
juist weer. Beide auteurs zijn scherpe re-
gistreerapparaten en zij kunnen alweer goed
schrijven al heeft Smelik vooral iets eigen
zinnigs in zijn techniek Maar dat ondefinieer
bare dat een kunstwerk heeft, dat het Fregat
schip van Van Schendel bezit en een Alain
Fournier eigen Is, missen zij voorloopig nog.
J. H. DE BOIS
HAARLEM, 9 Januari 1937
Bevallen. 5 Jan. J. Antonisse-Helman, z. 7 Jan.
J. P. de KortDe Vries, z. A. GroeninkBruin,
z. 8 Jan.: A. Bouwman—Simeth, z. G. Riet
man—Nijhuis, z. L. M. Oliemans—Heijsteeg,
d. H. P. H. van der NeutLoeff, z. H. van der
Vossen—Van den Eisen, z.; M. J. Kersten—
Costerus, d. 9 Jan.: M. van der Putten—Van
Eis. z. J. Hoff- Beljaards, d. T. Vennik—
Zwaanswijk, d.
Overleden. 7 Jan.: Th. Konijn, 70 jaar, Ver-
gierdeweg. A. F. Moseman—Thelen, 77 jaar,
Zuid Brouwersstraat. H. Wesseling, 78 jaar,
Kruisweg. 8 Jan.: M W. Bosschïeter Hirdes,
54 j.. Ooievaarstraat. C. E. Schellings—Neder-
koorn, 72 jaar, Jansstraat. 9 Jan.: J. M. Ku-
vener, 32 jaar, Z-uldpolderstraat.