Duizenden groeten de „De Ruyter Een zware verkoudheid Schilderkunst in Haarlem en daarbuiten PUROL WOENSDAG 13 JANUARI 1937 I ff Hcln.i voor nieuw Bij vertrek uit Den Helder Ongekende belangstelling. De belangstelling, welke er getoond is voor het vertrek van Hr. Ms. „De Ruyter" stelt wel al het vorige wat men op dit gebied in Den Helder heetf meegemaakt, in de schaduw. Reeds vroeg in den morgen viel er in Neer land's eerste marinestad een bedrijvigheid te bespeuren, welke op een belangrijke ge beurtenis wees. De treinen brachten een ze-er groot aantal belangstellenden aan, waarvan wij er verscheidenen zagen, wiens revers ge tooid was met marine-eereteekenen De wind was Zuid-Oost en hoewel het licht vroor, was het in het stralende zonnetje toch niet onaangenaam aan den buitenkant. In dit opzicht had Hr. Ms. „De Ruyter" geen schoo ner dag kunnen uitkiezen. Tegen elf uur, toen er reeds vele honderden aan de haven bijeengroepten, maakten de sleepbooten „Utrecht" en „Nestor" zich klaar om het schip te assisteeren. Te ruim half twaalf kwam schout-bij - J. J. Dikkers, vergezeld van den adjudant van den marine-commandant, luitenant ter zee eerste klasse I. W. Reinierse, aan boord van de „De Ruyter", aan de valreep verwel komd door kolonel A. C. van de Sande Lacoste commandant van het schip. Aanstonds werd den opvarenden het sein: „verzamelen op het achterdek" gegeven, welk hevel vlot werd uitgevoerd. Toen de équipage op het achter dek vereenigd was, sprak schout-bij-nacht. Dikkers haar toe en zeide, dat hij afscheid kwam nemen namens den marine-comman dant, den viee-admiraal T. L. Kruys, die door ziekte verhinderd was persoonlijk „goede reis" te komen wenschen. De schout-bij-nacht spi-ak dr- "ua een persoonlijk woord tot de op vare r:„Houdt het weerzien voor oogen", hij, „en zorgt er voor, zoover dat van u .hangt, dat het een gelukkig weer zien zal zijn." Vervolgens wees spreker op den onverbre- kelijken band, welke er tusschen Nederland en Nederlandseh Oost-Indië bestaat. De marine vormt één van de factoren, welke tot instandhouding van dien band dient. Dit is een taak, haar in het staatsbestel opgedragen, waarvan men zich met volle toewijding dient te kwijten. Onze groote ad miraal De Ruvter heeft voor zijn laatste reis gezegd: „De Heeren hebben mij niet te ver zoeken, maar te bevelen. Als ik slechts met één schip zou moeten uitvaren, dan zou ik zee kiezen. Waar de Heeren Stateii hun vlag betrouwen, daar zal ik mijn plicht niet ver zuimen." Spreker wees de opvarenden op dit groot- sche staal van plichtsbesef van den admiraal en hoopt, dat, als het eens noodig mocht zijn. men daarnaar zou handelen. „De omstandig heden zijn thans gewijzigd. Gij dient op een goed schip, op een volwaardigen kruiser, Gij allen zijt er trotsch op, daarop geplaatst te zijn. Zorgt er voor, dat gij allen een geheel vormt en dat het geheél volkomen sluit. Doet uw plicht tot heil van ons vorstenhuis en van ons land. Leve de Koningin." Met de pet in de hand brachten allen een driewerf „hoezee" uit, waarna schout-bij - nacht Dikkers den officieren en den chef d'équipage voor onderofficieren en minderen een goede reis toewenschte. De belangstelling bleek vooral tegen twaalf uur enorm te zijn. Duizenden hadden zich opgesteld op de wit beijzelde steigers van het wierhoofd en langs den gelieelen zeedijk. Even over twaalven verliet de schout-bij- nacht het schip. Nauwelijks wa,s hij vari de valreep gestapt, of daar donderden elf scho ten. Enkele minuten over half een werd ei- ge floten: een paar signalen klonken en met een plons vielen de uithouwers in het water. Tegelijkertijd werden de laatste verbindingen met den wal verbroken en meteen was er be weging in het schip. Langzaam, statig dreef het naar het midden van de haven, gehou den door twee sleepbooten, een voor en een achter. De duizenden trachtten mee te loopen maar het was onmogelijk. Het was een com pacte menschenmassa, die zich uitte op een buitengewoon enthousiaste wijze. Overal gingen de petten de hoogte in. Overal riep men den vertrekkenden een laatste vaarwel toe. De marinekapel, onder leiding van den kapelmeester L. L, Leistikow speelde het Wilhelmus. Het was een zeer plechtig mo ment, de klanken van de nationale hymne te hooren, terwijl de kruiser wegvoer. Stram SKond alles in het gelid aan stuurboord. Ter wijl de marinekapel een paar marsohen in zette, als eerste waarvan het „In een blauw geruiten kiel", wendde de kruiser zijn neus zeewaarts en begon zijn reis.. Oslo-plan. Critielc in Duitschïand. In Belgische handels- en finan-cieele krin- gen wordt alle mogelijke aandacht gesehon ken aan het nieuwe Oslo-plan van dr. Colijn. De „Agence Economique et Financière schrijft te hopen, dat de eerste minister van Nederland volkomen zal slagen in zijn onder' neming. De kleine landen van Europa zouden volgens het blad een groote rol kunnen spelen in den economischen wederopbouw van Europa Duitsche critiek. Het- „Berliner Tageblatt" meent, dat dr. Colijn's interview een pointe had tegen de Duitsche handelspolitiek. Het blad heeft deze gevonden in de volgende zinsneden van het interview, welke in „Svenska Dagbladet" voor komen ,Een ideale oplossing der Europeesche pro blemen, politiek zoowel als economisch, kan slechts bereikt worden, wanneer West-Euro pa en in het bijzonder Duitschïand tot een gezonde economische samenwerking genoop! zou-den worden. Duitschiands beteekenis is verbruiker producent is tot nog toe zoo groot geweest, dat men slechts met diepe teleurstelling in de eerste plaats voor Duitschïand zelf en dan ook voor alle andere naties mee kan aanzien, hoe het zich van de economische samenwerking met het overige Europa afzondert. Want, nu het er naar uitziet, alsof Duitschïand bezig is een economische politiek te volgen, die wij met het woord autarkie plegen aan te duiden bestaat er klaarblijkelijk weinig hoop op een economische samenwerking, welke allen om vat, en daarom zien wij ons gedwongen den op een na besten wég in te slaan. Volgens de Tel. valt te Berlijn in politieke zoowel als in economische kringen te con- stateeren, dat in afwachting van een even- tueele uitvoering d-er door dr. Colijn voor gestelde plannen, deze te Berlijn op zijn minst genomen bevreemding hebben gewekt, Men meent in genoemde kringen nl. reden te hebben te veronderstellen, dat een verwe zenlijking van minister Colijn's project den toch al zwaar belasten Duitschen handel nog moeilijker zou maken. GENERAAL-MAJOOR W. D. A. OPHORST Op 75-jarigen leeftijd is te Huis ter Heide overleden de generaal-majoor b.d. W. D. A. Ophorst, oud-inspecteur der infanterie, oud commandant van de Stelling van Amsterdam. JAPANSCH HOOFDAMBTENAAR BEZOEKT INDIë. BATAVIA. 12 -Januari. (Aneta-A.N.P.) Met de „Perkoetoet" arriveerde van Singapore de heer Tanichiro Yoshida, hoofdambtenaar aan het Dep. van buitenlandsche zaken Japan. De heer Tanichiro Yoshida had te voren bezoeken gebracht aan Indo-China, de straits settlements en Medan. Morgen zal hij door den Gouverneur-generaal in audiëntie wor den ontvangen. Op 16 Januari a.s. vangt de heer' Tanichiro Yoshida zijn tournee door den archipel aan, waarbij o.a. Bandjermasin, Soerabaja, Sema- rang-en D jok ja worden aangedaan.. Hij is voornemens op 23 Januari a.s. van Batavia via Singapore naar Japan terug te keeren. Het doel van de reis van den heer Tanichiro Yoshida is algemeene oriëntatie. D geneest men spoedig door inwrijvinfc en inademing van Dampo. Pot 50. Doos. 30, ct. Bij Apoth. en DrogJstert, 3111 PO daar lucht Je van opf (Adv. Ingez. Med.) Geschenk van den Paus. Voor Prinses Juliana èn Prins Bernhard. Naar de Msb. meldt heeft de Internuntius te 's Gravenhage, Mgr. Paolo Gi-obbe, aan Prinses Juliana en Prins Bernhard bij gelegenheid van hun huwelijk als geschenk van den Paus een gouden medaille van de Katholieke Wereld perstentoonstelling, welke te Rome gehouden wordt, overhandigd. 9000 felicitatie-telegrammen voor Koninklijk Huis. Door den N-ederlandschen telegraafdienst zijn ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard rond 9000 felicitatietelegrammen aan het Konink lijk -Huis afgeleverd. Hierbij waren verschei dene zeer lange telegrammen. Het langste Ibevatte niet minder dan 3000 woorden. Van hert' totale aantal wanen ongeveer 2000 telegrammen uit Indië afkomstig en 7000 uit Nederland. Van deze laatsten waren onge veer 5000 stuks op het bijzondere daarvoor ontworpen formulier aangeboden de overige waren deels gewone telegrammen, deels wer den deze aangeboden op een. der toestaande 5 soorten van gelukstelegrammen. Van de 5000 speciale ihuiwelijks tele gram men, van welke men, zooals bekend, op het zelfde formulier een afschrift Ikon krijgen, zijn ruim 2500 van deze afschriften ver strekt. Aanvragen daartoe komen nog steeds binnen, hieraan zal zoolang de voorraad for mulieren toereikend is, worden voldaan. illlllllllllllillllllllllllllll Tentoonstelling van den Holland- schen Kunstenaarskring te Am sterdam. De tentoonstelling van den Hollandschen Kunstenaarskring is Zaterdagmiddag met de gebruikelijke plechtigheid en in bijzijn van Amsterdam's b*irgemeester in het Stedelijk Museum der hoofdstad geopend. Nog één jaar en deze vereeniging van Hollandsche schil ders en beeldhouwers, die zich tot de belang rijksten onder de jongeren blijvend wist te be perken, zal alweer een kwart eeuw bestaan hebben. Wij mogen misschien voor 1938 op een belangrijke retrospectieve van dit artistenge- nootschap rekenen. De over de honderd kunstwerken, die dit jaar vertoond worden, profiteeren alvast van de nieuwe aankleeding der zalen in het Ge meente-museum, die een frisschen, helderen achtergrond achter de ruim gehangen schilde rijen aanbiedt en de groepsgewijze plaatsing der werken zelf maakt weer voor iederen in zender zijn of haar inzending tot een prettig te overschouwen geheel, Het is niet om zijn voorzitterschap van dit college, dat wij de eerste van enkele aanteekeningen, over deze expositie 'te maken, met die over Piet van Wijngaardt aanvangen. De officieele baantjes in kunstenaarsgenootschappen worden niet als regel door de belangrijkste artistieke fi guren waargenomen. Maar Van Wijngaerdt is dit jaar ook door eenig werk al zeer opmer kelijk en verdient den voorrang. Met zijn por tret van Ds. Brussaard, dat wij hierbij repro- duceeren, komt de schilder in een qualiteit tot ons die wij, eerlijk gezegd, niet meer van hem verwacht hadden, Niet dat wij aan een ver mindering van zijn potentie getwijfeld zou den hebben is daar de oorzaak van, maar het verraste ons hem plots te zien terugkeeren uit een sfeer van gewilde deformatie naar het zich aan een gegeven gebonden-voelen, en dat op een wijze die een waardeering zonder voor behoud mogelijk maakt. Van Wijngaerdt, die tot de aanstichters van den Kunstenaarskring behoorde en nu zoo langzamerhand de zestig gepasseerd zal zijn of ze angstvallig gaat na deren, handhaaft zich in zijn werk als de sterke schilder met het klankrijk palet, waar voor wij altijd bewondering zijn blijven voe len ook als hij bij tijden, wel eens op onge motiveerde wijze buiten zijn eigen proporties ging staan. Dat hij de hem aangeboren .schil-1 derqualiteiten ook thans nog weet te dwingen tot veel meer dan de soms wel eens oppervlak- J Twee voetgangsters steken onvoorzichtig over. Door een auto gegrepen. Eén van hen op slag gedood. Op den Bezuidenhoutschen weg te 's Gravenhage ter hoogte van het Emmapar-k zijn Dinsdagmiddag om streeks 5 uur twee voetgangsters door een personenauto aangereden en tegen den grond gesmakt, met, het gevolg dat een van haar de 25-jarige mej. M. v. d. L. aan de bekomen verwondingen is overleden. De andere de 39-jarige W. M. D. bleef ongedeerd. De dames, beiden woonachtig te 's Graven hage, stonden op een vluchtheuvel in het midden van den weg en wilden gearmd over steken. Zij hebben daartoe niet voldoende aandacht aan het verkeer geschonken en be merkten niet, dat uit de richting van de stad een personenauto, bestuurd door den 45-jari gen H. M. B. uit Amsterdam, naderde. Door krachtig remmen trachtte de bestuurder een aanrijding te voorkomen, doch de dames had den zich zoo plotseling op den rijweg bege ven, dat dit niet meer mogelijk was. Beiden werden tegen den grond geslingerd, waarbij mej. v. d. L. een schedelbasisfractuur kree; waaraan zij vrijwel onmiddellijk overleed. De andere dame kwam met den schrik vrij. Man door tram gedood. Bij het uitstappen uit een auto. Dinsdagavond omstreeks zes uur is de vijftig jarige gToentenahndelaar Holman uit Sloeh- teren in de nabijheid van Heiligerle-e door een locomotief van de tramwegmaatschappij „Oos telijk Groningen" -ge-grepen. Het slachtoffer stapte uit een stilstaande auto, toen het onge luk gebeurde. Vermoedelijk heeft hij den wa gen, die vlak langs de rails stond, verlaten, uit vrees, dat deze door de tram zou worden aangereden. De man was op slag dood. Voor het Prinselijk jacht. Ned. Ver. van Huisvrouwen geeft keukeninrïehting. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Ver eeniging van huisvrouwen is met het alge meene comité tot aanbieding van een natio naal huwelijksgeschenk overeengekomen, dat het aandeel der vereeniging in voornoemd ge schenk zal bestaan in de keukeninrichting van het prinselijk jacht, welke geheel door haar zal worden verzorgd. Vrachtauto op groep kinderen ingereden. Meisje op slag gedood. Tweelingzusje licht gewond. Dinsdagochtend te elf uur is te Haaren nabij -Oisterwijk (N.-Br,), een vrachtauto op een groep' schoolkinderen ingereden. Het ne genjarige dochtertje van- de .familie W. Ver- stijnen te Haaren kwam onder d-e wielen te recht en werd vrijwel' iop slag gedood. Ook het tweelingzusje van het kind werd dooi den wagen, gegrepen, doch werd slechts licht gewond. Tegen den bestuurder van de -auto is pro ces-verbaal opgemaakt In December is er veel met Indië gesproken. Radiotelefoondienst heeft het druk gehad. In December jl. werden met Ned.-Indië in totaal 602 gesprekken gevoerd, waarvan 243 in Nederland en 239 in Indië werden aange vraagd. In December 1935 bedroegen deze aantallen 159, 77 resp. 82, De stijging bedroeg derhalve in totaal bijna 280 procent en was het grootst bij de gesprekken in Indië aan gevraagd. Dat van de gelegenheid om Kerst- en Nieuw] aarsgesprekken te voeren steeds meer gebruik wordt [gemaakt, is ook thans weer gebleken. In de periode van 21 December t. ui. 6 Januari werden in totaal 616 van zulke ge sprekken gevoerd, waarvan 157 in ons land werden aangevraagd en 459 in Indië, terwijl voor dezelfde periode verleden jaar deze aantallen waren 474, 131 resp. 343, een stij ging in totaal derhalve met ongeveer 30 procent. Ministers Gelissen en Deckers vertrokken. De ministers Gelissen en Deckers, vergezeld van den heeren Lamping, directeur van de handelsaocoorden en Peters, secretaris van minister Deckers, zijn Dinsdagavond om 6.51 uur uit den Haag vertrokken, om via Hamburg naar Scandinavië te reizen. Naar men weet geschiedt deze reis ter be vordering van het handelsverkeer tusschen Nederland en de Scandinavische staten. Gespan op onbewaakten overweg aangereden. Twee paarden gedood. Dinsdagmiddag om drie uur is de trein, wel ke om 14,34 uit Groningen naar Roode- school vertrekt, op een onbewaakten land- overweg tusschen Sauwerd en Winsum in botsing gekomen met een gespan. De wagen met twee paarden, welke werd bestuurd dooi den landbouwer J. Bakker uit Sauwerd, zou juist de spoorbaan overgaan, toen de trein na derde. Beide paarden werden een eind meege sleurd en op slag gedood. De wagen werd slechts even geraakt. De voerman, die op het laatste oogenblik den trein zag aankomen, sprong van den wagen en bleef ongedeerd. Nationaal Herstel wil een defensie-leening. Naar het Zwitsersche voorbeeld. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad 1886 13 Januari: Uit Aalsmeer wordt gemeld Sedert veertien dagen is de vaart op Amsterdam gesloten. Maandag j.l. heb ben de stoo-mbooten van Carsjens een poging gedaan om door het ijs te bre ken, maar zij konden het niet verder brengen dan tot de Nieuwe Meer. Beter gelukte dit een paar dagen later in de richting Leiden, zoodat men thans toch van hier kan komen. Het is te begrijpen, dat er verlangend uitgezien wordt naar het tot stand ko men der tramverbinding met Amster dam; in het hartje van Holland gelegen, is Aalsmeer, in een tijd als deze, van de wereld afgesloten. In een-adres aan den ministerraad heeft het hoofdbestuur van het verbond voor nationaal herstel verklaard, dat het de overtuiging i, toegedaan, dat -snel en krachtig de achter stand in dé defensiemidde-len- in Nederland en Indië moet worden ingehaald en dat het kennis genomen heeft van den geest waar mee het Zwitsersche volk bezield is, om zijn zelfstandigheid van land en volk te hand haven, het welk o.a. gebleken is uit de ruime overteekening van een door de Zwitsersche regeering uitgeschreven vrijwillige oorlogs- leening tegen lagen rentestandaard. Adressant is de meening. toegedaan, dat ook óns volk met denzelfden geest ten aan zien van de. verdediging van ons rijk bezield is en hij dringt er derhave krachtig 'op aan, zoo spoedig mogelijk in ons land eveneens een vrijwillige oorlogs-leening tegen lagen rente standaard uito te schrijven. kig-wellustige schilderdrift, waaraan hij offer de bewijst mijns inziens dit portret van den Bloemendaalschen predikant, waarmee Van Wijngaerdt onder de „jongeren" prachtig voor den dag komt wat aangaat kracht van expres sie en belle peinture. Beide zijn in den kop van den voorgestelde waar te nemen en de laatste zal niemand bestrijden, die ziet hoe vlot en rijk de zwarte toga geschilderd is en hoe zwierig-sterk daartegen het rood-pluche boekbandje, dat de theoloog in de hand houdt, afsteekt. Ik geloof dat dit portret voor Van Wijngaerdt in velerlei opzicht een succes zal blijken. Er zullen er misschien zijn die er een „terug naar de oude paden" in zien en zich dan vergissen. Want zooals ik mij een enkel portret door hem, van jaren geleden, herin ner dat van zijn moeder o.a. ligt tusschen dat en dit niet alleen een afstand van tijd, maar eén groote periode van vrijen groei en geworden rijpheid. Goede landschappen van den schilder, als hier, vooral, Brabant en Oogsttijd, die het portret flankeeren, bevatten per slot van rekening de elementen waaruit dit domineesportret in zijn breede gebonden heid kon worden geschilderd. Dat een sterk schilder als Vijn Wijngaerdt die gebondenheid van vormgeving niet behoeft uit den weg te gaan is verblijdend voor den schilder maar ook voor hen die zijn begaafdheid waar- deeren. Een tweede belangrijkheid dezer expositie het groote doek van Matthieu Wiegman, Martha en Maria voorstellend, toevend bij Je- IJsverm a ak geeft ruwe huid verzacht - geneest (Adv. Ingez. Med.) zus, in een vertrek waarin van links het licht valt door een open vensternis, waarin bloe men zijn opgesteld. Matthieu Wiegman's palet heeft in den loop der laatste jaren een over wegende combinatie van paarsen en roest- bruin-roode kleur opgeleverd, waardoor het werk weliswaar een gansch eigendommelijk karakter verkreeg en onmiddellijk als het zij ne te herkennen is. doch waardoor iets van de jeugdige fleurigheid zijner Bergensche jeugd jaren te loor ging. Nu is het eigenaardige van dit groote doek, dat wij in de linkerhelft ervan, in de partij waar, achter de Christusfiguur, die bloemen in de nis staan, aan dien Bergen- schen tijd herinnerd worden. Wat mij betreft, zeer tot mijn vreugde.maar aan den an deren kant is er daardoor misschien eenige tweespalt in den samenklank ontstaan, een tweezijdigheid die het werk, als een geheel ge zien, een weinig onrustig maakt. Qverigens is heeft men zich eenmaal met Wiegman's do- mineerende kleurverhouding vertrouwd ge maakt, juist in de houding der drie figuren een groote rust, een resignatie tot uitdruk king gebracht, die dit werk tot de zeer opmer kelijke en belangrijke schilderijen dezer ex positie doet behooren. Opmerkelijk is hier voorts de verschijning eener schilderes, mevrouw Sorella, met een groep van zeven werken, die veler bewonde ring wekken en inderdaad de daartoe benoo- digde qualiteiten in zekere mate bezitten. Het curieuse van de verschijning zelve draagt daar evenwel ook toe bij. Een secret de Polichinelle te verklappen kan geen onbescheidenheid zijn en de lezer moge daarom weten dat Sorella het „zusje" is van Lizzy Ansingh en de echtge- noote van Bart Peizel en eerst op haar veer tigste jaar ongeveer er toe gekomen is, in het gilde der familie zich te doen opnemen. Is het al niet te verwonderen, dat in het werk familie traditie en verwantschap zich zouden doen kennen, nog sterker treft het juist daarom, dat desondanks een zekere eigenheid, die mis schien met de late ontluiking dezer capaciteit samenhangt, te voorschijn komt. Het werk is kan het anders, bij wat uit dezen bron komt charmeerend. Van onderwerp, van kleur, van behandeling. Loshangende bloemen tegen lichten, dun-geschilderden achtergrond Tuinbloemen in een entourage van blaren en I planten, zoo' verzorgd en voornaam geschil derd, dat de oude Allebé er plezier in zou ge had hebben; een damesportret (Charlotte van Mexico) dat voor iemand die laat begon een opmerkelijke routine verraadt, een portret eener „roepende", met guirlandes omhangen, dat daarentegen sommige zwakheden der di- 'ettanten heeftalles bij elkaar een boeien de verschijning toch, dit zusje, nichtje, echt- genoote van wie met verf omgingen ener door gegrepen werd Schilderende families zijn in de Hollandsche kunst geen uitzondering.- De traditie wordt voortgezet. Over enkele andere kunstwerken nog iets in een volgend stuk. Prinselijk Echtpaar dankt Haagsche politie. De burgemeester van 's-Gravenhage heeft onder dagteekening van 11 Januari j.l. van den kamerheer van Prinses. Juliana den volgenden brief ontvangen: „Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana heeft mij voor haar vertrek opgedragen U Hoogedelachtbare te verzoeken den zeer oprech-ten dank van H.K.H. en van Z.K.H. Prins Bernhard over te brengen aan het pqlitiepersoneel, dat gedurende de bruidsdagen en op den huwelijksdag op zoo voortreffelijke wijze de orde heeft -gehandhaafd en bij tal va-n -gelegenheden zich tot het uiterste in gespannen heeft, om een vlot ver loop der feestelijkheden te bevorde ren. Hunne Koninklijke Hoogheden zijn daarvoor ten zeerste erkentelijk en zullen het op prijs stellen indien U aan den hoofdcommissaris van po litie en het overige politiepersoneel van Hoogstderzelver groote ingeno menheid hiermede zoudt willen doen blijken". De burgemeester heeft den hoofd commissaris verzocht, den inhoud van dien brief ter kennis van het politie personeel te brengen. Dienstbode wilde zich op haar mevrouw wreken. Vergif in een flesch wijn gedaan. Zes maanden gevangenisstraf geëischt. De Arnhems-che rechtbank heeft Dinsdag de strafzaak behandeld tegen de 23-jarige dienst bode W. B. te De Steeg, die op 25 September het bejaarde echtpaar H. aldaar, bij wie zij in dienst was, heeft willen vergiftigen. Het meisje werd herhaaldelijk -door mevrouw H. berispt en uit verbolgenheid daarover had zij uit een fleschje vloeibare nicotine welke diende voor bestrijding van plantenziekte, eenige druppels in een flesch wijn gedaan, waarvan bij het diner zou worden gedronken. Bijna tegelijkertijd1 hadden de heer en me vrouw H. des avonds bij het diner een slok van d-en vergiftigd-en wijn gedronken. Me vrouw H. had tijdig den bijsmaak beproefd en. den wijn uitgespuwd. De heer H. daarentegen had den slok wijn doorgeslikt e-n ondervond terstond de gevoigen. Hij verloor het bewust zijn, vrijwel onmiddellijk. Terstond wer'd dr. Bloemers te De Steeg gewaarschuwd, die dade lijk tegengif toediende en daardoor den heer H. van een wissen dood redde. De verdachte verklaarde dat zij zich dé standjes van mevrouw altijd erg aantrok. Ten einde zich op mevrouw H. te wreken, had zij de vloeistof in -den wijn gedaan. Het O.M. eischte zes maanden gevangenis straf met aftrek der preventieve hechtenis. Uitspraak 26 Januari. Lijster-ramp gevolg van den mist. Oordeel der Engelsche jury. Ds. J. C. Brussaard, te Bloemendaal. 1 J. H. DE BOIS Het gerechtelijk onderzoek naar de ramp van de „Lijster" is Dinsdag voor den coroner van East-Surrey afgesloten. Majoor J. P. C. Cooper, inspecteur voor on gevallen bij het Britsche ministerie van de Luchtvaart, heeft verklaard, dat, omdat het zicht zeer slecht was dit werd door hem op dertig yards geschat, het toestel bij het vertrek de witte lijn moest volgen die speciaal is aangebraeth om de veiligheid bij het op stijgen tijdens mistig weer te verzekeren. Deze lijn loopt van Oost naar West terwijl Hillcrestroad, waar het vliegtuig neerstortte, ten Zuiden van het vliegveld is gelegen. De koers der wielsporen welke door majoor Cooper op een plaat was vastgelegd, toont volgens de Tel. aan, dat het vliegtuig de witte lijn volgde over een afstand van iets meer dan tweehonderd yards, daarna over de lijn heen reed en zich allengs naar het Zuiden keerde. Het bakboord-wiel bleef hierbij langer op den grond dan het stuurboordwiel, dat nog over een afstand van plus minus 450 yards den grond bleef raken, daarbij tevens verder als gevolg van de terrein-glooiïng afslippend. Een licht getimmerte werd hierbij geraakt. Ten slotte verliet het vliegtuig den grond. Tachtig yards verder troffen beide wielen het ijzeren hek aan de Zuidelijke grens van het vliegveld. De wielen lieten op dit hek hun sporen achter zoodat kon worden vastgesteld, dat het vliegtuig toen 1.20 tot 1.50 meter van den grond was. Na het hek te hebben gepas seerd nam het vliegtuig een deel mede van het net rond het hierachter gelegen tenniscourt. Daarna zijn geen sporen meer te vinden, doch de verdere koers van het toestel kon nu wor den vastgesteld uit de verklaringen van getui gen, die het vlak boven hun hoofd zagen pas- seeren. Uit het onderzoek is volgens majoor Cooper verder gebleken, dat de richtinginstrumenten volkomen in orde waren. De motoren van het toestel waren te zeer vernield om eenigerlei conclusie te rechtvaardigen. De jury gaf als haar oordeel te kennen, dat het ongeluk aan den mist te wijten is ge weest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 2