De heer G. J. Droste Jr. herdacht. De heer J. J .Swens tot algemeen voorzitter gekozen Voorzitter houdt Nieuwjaarsrede. WOENSDAG 13 JANUARI 1937 KAMER VAN KOOPHANDEL. Zilveren legpenning der Kamer aan den heer C. ten Boom C. ten Boom. Dinsdagavond acht uur kwam de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken voor de eerste maal in 1937 in openbare vergadering bijeen. De Directie van de N.V. Droste's Cacao- en Chocoladefabrieken was vertegenwoordigd door vier heeren. Ook de oudste zoon van den heer Droste en de heer W. J. B. van Liemt, oud voorzitter, waren aanwezig. Zij werden aan den ingang der zaal opgewacht door de heeren A. H. baron van Hardenbroek van Ammerstol en H. J. L. Klein Schiphorst, resp. voorzitters van de afdeelingen Groot- en Kleinbedrijf. Herdenkingsrede Baron van Har denbroek. De heer A. H. baron Van Harden broek van Ammerstol sprak de vol gende rede uit „Als voorzitter van de afdeeling Grootbedrijf uwer Kamer rust op mij de taak, bij den aan vang dezer zitting de nagedachtenis van onzen algemeen voorzitter, den heer G .J. Droste, te herdenken. Toen ons op 27 December j.l. de ontstellende mededeeling bereikte, dat onze voorzitter ons ontvallen was, heeft het Bureau aanstonds overwogen, u in bijzondere zitting bijeen te roepen, teneinde officieel mededee ling te doen van het groote verlies, dat wij hebben te betreuren. Het bleek ons evenwel, dat vele leden onzer Kamer ziek waren en althans thuis moesten blijven dit goldt ook voor mij zelf, waardoor ik ook op 30 December zeer tot mijn leedwezen, in de onmogelijkheid verkeerde, onzen gewezen voorzitter de laatste eer mede te bewijzen. Het Bureau besloot eerst heden de nagedachtenis van den heer Droste hier te eeren. Wij stelden u tijdig van een en ander in kennis en het is mij een vol doening, u thans in zoo grooten getale aan wezig te zien. Alle officiëele instanties stelden wij in ken nis van het verscheiden van onzen algemeenen voorzitter. Op 65-jarigen leeftijd is de heer Droste Haarlemmer par excellence ons ontvallen. Wij kunnen ons moeilijk realiseeren, hem niet meer in ons midden te zien. U zult mij willen toestaan hem te herdenken als mensch, als industriëel en als voorzitter onzer Kamer. In de eerste plaats: als mensch. Wij zien hem voor ons als de goedhartige, zachtzinnige persoonlijkheid, die streng kon zijn, maar die een afkeer had van kwetsend optreden. Het is ons bekend, dat er zelden door hem afwij zend beschikt werd op een verzoek om steun voor een zijner minder bedeelde mede- menschen. Hij gaf in ruime mate, indien eenigszins mogelijk zonder daaraan rucht baarheid te geven. Hij was wars van uiterlijk vertoon, bleef ook in de jaren, dat zijn bedrijf zich uitbreidde, de eenvoud in persoon. Wie met hem te maken had of onder hem diende, vond telkens in hem terug de welwillende fi guur, die moeilijkheden niet ontweek, omdat hij daarvoor bevreesd was, maar die bij voor baat langs den weg van gemoedelijk overleg zijn doel trachtte te bereiken. Het is verklaar baar, dat iemand met dergelijke hoedanighe den, zich moeilijk kan onttrekken aan het vervullen van functies in het openbare leven. De plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, de Vereeniging Weldadigheid naar Vermogen, de Volksbibliotheek van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de Spaarbank en de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel hebben zijn be langstelling gehad. Als industriëel nam de heer Droste een zeer bijzondere plaats in. Als president-directeur zijner onderneming heeft hij mogen beleven, dat zijn bedrijf een wereldvermaardheid ge noot. In een menschenleeftijd heeft hij een onderneming weten te scheppen, die in bin nen- en buitenland een voortreffelijke repu tatie geniet. Hij wist zijn fabrikaat ingang te doen vinden en liet zich niet afschrikken dooi de ongunst der tijden. Onvermoeid heeft hij voortgewerkt aan het initiatief, door zijn vader in 1890 genomen. Zijn buitenlandsche reizen, het gemak, waarmede hij de vreemde talen beheerschte, de waardeering, welke hij genoot bij zijn vakgenooten, waardoor hij voorzitter werd der Nederlandsche Vereeniging van Cacao- en Chocoladefabrikanten, dat alles waren eenerzijds hulpmiddelen ter vervolma king van zijn eigen bedrijf, anderzijds bewij zen van de algemeene sympathie, welke hij genoot. En thans eenige opmerkingen over zijn voorzitterschap dezer Kamer. Sedert 1 Januari 1932 was hij leider onzer vergaderingen. Voor zoover de tijd hem zulks toeliet, trachtte hij zich van de Kamer-problemen op de hoogte te stellen. Met de groote gemoedelijkheid, hem eigen, dirigeerde hij de debatten. Waar noodig vertegenwoordigde hij de Kamer naar buiten. In het bijzonder hadden de financiëele problemen zijn aandacht. Met buitengewone interesse heeft hij zich bezig gehouden met de beslommeringen, verbonden aan den laat ste verbouw onzer behuizing. Bij herhaling kwam hij op de kantoren onzer Kamer om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van den gang van zaken. Wij zijn hem voor dat alles dankbaar. Onze gedachten gaan op dezen dag ander maal uit naar mevrouw Droste en haar kin deren. Laat mij aan het einde dezer simpele rede verklaren, dat wij den eerlijken, jovial en en strikt rechtvaardigen persoon van den heer Droste zullen blijven herdenken als een der besten, die wij in ons midden hebben gehad. Hij ruste in vrede." Deze indrukwekkende rede wordt door alle aanwezigen staande aangehoord Namens de Directie van de N.V. Droste's Cacao- en Chocoladefabrieken 'dankte de oud- te commissaris, de heer W. Stolp, den heer Van Hardenbroek voor zijn sympathieke woor den. Hij verklaarde diep onder den indruk van deze rede te zijn. Het was hein nog meer duidelijk geworden, hoe groot het verlies is van de familie, van de Kamer en van de ge> meenschap door het overlijden van den heer Droste. De vergadering wérd hierna een oogenblik geschorst. Rede C. ten Boom. Na de heropening van de vergadering zat de nestor der Kamer de heer C. ten Boom, op den voorzittersstoel. Hij hield de volgende rede: „Het zij mij vergund, om in aansluiting aan de rede van den heer Baron van Harden broek. van deze plaats een woord, van hulde én rouw uit te spreken over het verlies van onsen beminden voorzitter Droste. Toen ik hem verleden jaar Januari van deze plaats complimenteerde en de blijdschap er over uitsprak, dat hij weer opnieuw dezen presi dentszetel zou innemen, was er niemand, die vermoedde, dat dit de laatste maal zou zijn. Met groote zekerheid kan ik constateeren, dat wij hem allen respecteerden als een man van groot formaat. Hij leidde onze vergade ringen als iemand, die de zaken kion beoor- deelen en zich de moeite gaf alles te onder zoeken. De beminlijke en eenvoudige manier, Waarop hij de debatten leidde, veroorzaakte dat wij gaarne aan zijn wenken als voorzit ter gehoor gaven. Dat hij in zijn branche buitengewoon was, bewijst, wel het feit, dat zijn fabriek, die klein begonnenwas, nu over de gansche wereld bekend is. Dat óók deed ons tot hem opzien, als tegen een groot man. Toen ik hem voor de eerste maal als voorzitter begroette wees ik er reeds op, dat toen hij eens in New-York arriveerde, een man van zijn vak een groote reis 'in Amerika deed, om hem te ontmoeten die trots alle concurrentie zijn fabrikaat al- lerwege ingang deed vinden. Hij was inter nationaal als zakenman beroemd. Het is met hartelijke droefheid, dat wij hem hier missen. Als wij hem hier in ons midden met hoogachting en hartelijkheid gedenken, wat moet dan wel de smart groot zijn van de medewerkers die dagelijks met hem de zaken van zijn fabriek bestuurden? Doch vooral zijn echtgenoote en kinderen zullen hem zeer missen. Wij bieden hun om- hartelijke deel neming aan in hun groot verlies. En nu worden wij opnieuw geroepen, de zaken en de wereldgebeurtenissen onder de oogen te zien. Zoo gaat het in de menschen- wereld. Een oogenblik worden wij opgeschrikt als een onzer door den dood is weggerukt, doch wij moeten vooruit. Mijn taak als oudste lid is, om een soort trait d'union te vormen tusschen het oude en nieuwe jaar. Eigenlijk moesten wij op 31 December deze vergadering houden. Nu, 12 dagen daarna is het waarlijk moeilijk de eindjes aan elkaar te knoopen. In deze 12 dagen is er reeds zoo bijzonder veel gebeurd Ik denk daarbij natuurlijk aan het huwelijk van onze Prinses Juliana. Wie had voor een half jaar kunnen denken dat wij dit huwe lijk zoo spoedig zouden meevieren. Wie had toen ook kunnen denken, dat ons Nederland sche volk, op een onbeduidende uitzondering na, in zijn geheel het Wilhelmus mede zou zingen en dat onze vier radio-omroepvereeni- aineen eenzelfde uitzendverzor gen? Ons volk is één geworden in de hoop op het voortbestaan van ons geliefd Oran jehuis. God zegene onze Prinses Juliana en on^r Pv-;^" P-°rnhard, De handel en nijverheid, die in andere landen het eerst de nadeelige gevolgen van de crisis ondervonden, zijn weer eenigszins aan het opleven. Dat geeft een goede hoop, dat ook bij ons de welvaart, al is het dan later dan in andere landen, eenmaal wederkeert en de beleden verliezen weer zal goed maken. God geve dat die zegen moge kO'U er> e.n wij de vruchten daarvan mo gen plukker in het district onzer Kamer en in onze particuliere zaken". (Applaus). Verkiezing algemeen voorzitter. Aan de orde werd gesteld de verkiezing van een algemeen voorzitter in de vacature van wijlen den heer G. J. Droste Jr. Uitgebracht worden 19 stemmen. Hiervan verkreeg de heer J. J. Swens 13 stemmen, de heer H. J. L. Klein Schiphorst 5 en de heer Van Hardenbroek 1 stem. De heer Swens nam de benoeming aan. De heer Ten Boom wenschte hem geluk, Hij zei, dat hij hem heeft leeren kennen als Haarlemmer par excellence en hoopte, dat de heer Swens zijn functie vele jaren mocht waar nemen. De heer Swens dankte voor het in hem gestelde vertrouwen; hij hoopt dit niet te be schamen. ...Gij zult kunnen begrijpen", zei spreker, „dat ik deze plaats inneem met zeer gemengde gevoelens, daar toch mijn verkiezing haar oor zaak heeft gevonden in het overlijden van mijn hoog geachten en door ons allen zoo ge- waardeerden voorganger, den heer G. J. Droste, wiens persoon zooeven door den heer Van Hardenbroek zoo juist is geschetst en dien wij I allen slechts zoo noode missen. Hadden wij hierin zeggenschap, dan zat de heer Droste I nog op deze plaats en zouden wij ons geluk kig voelen onder zijn beproefde en aangename leiding. Wij hebben deze dingen echter niet in onze hand; wij hebben er ons bij neer te leggen, ootmoedig erkennende, dat hier hoo- gere machten regelen. Het leven gaat zijn gang en wij staan aan het begin van een nieuw jaar, dat voort zal schrijden, onherroepelijk, ondanks droevige of heuglijke gebeurtenissen. Ik wensch u toe, dat die droevige gebeurtenis sen, zoowel'in uw persoonlijk-, familie- als za kelijk leven,'weinige, de heuglijke daarentegen vele mogen zijn. Ik wil deze wenschen ook uiten tot het personeel van de Kamer, dat, onder leiding van onzen actieven secretaris, den heer Mollerus, ten slotte in daden moet omzetten, hetgeen wij hier bedenken en be spreken. Ik wensch hun, onder dankzegging voor hetgeen zij in het afgeloopen jaar voor de Kamer verricht hebben,, de kracht en werk lust toe, die zij zullen behoeven om het vele werk, dat in den loop van het thans ingetre den jaar weer hun deel zal. zijn, naar behoo- ren te verzetten." (Applaus). Voorzitters Groot- en Kleinbedrijf. Als voorzitter van de afdeeling Grootbedrijf werd herkozen de heer A. H. Baron van Har denbroek van Ammerstol. De heer H. J. L. Klem Schiphorst werd als voorzitter van de afdeeling Kleinbedrijf her kozen. Beide heeren namen hun herbenoeming aan- Tot plaatsvervangende voorzitters van de afdeelingen Groot- en Kleinbedrijf werden resp. herkozen 'de heeren ir. W. J. Burgersdijk en C. ten Boom Nieuwjaarsrede J J. Swens. „Het is een goede gewoonte", zei de heer Swens, „dat in de eerste vergadering van het jaar door den voorzitter een meer of minder uitgebreid overzicht wordt gegeven van de gebeurtenissen op economisch gebied, die in het afgeloopen jaar hebben plaats gehad en tevens over het economisch aspect van het nieuw ingetreden jaar; een economische rede zou anen het kunnen noemen. Een dergelijke rede zult gij -billijkheidshalve ditmaal van mij niet kunnen verwachten, al ware het al leen omdat het tijdstip, waarop het mij be kend was, dat ik wellicht tot de vereerende taak geroepen zou worden uw voorzitter te zijn, te kort geleden is om mij de gelegen heid te geven een dergelijke rede samen te stellen. Maar toch zou ik omtrent deze din gen wel iets tot u willen zeggen, waarbij u er dus op moet voorbereid zijn, dat van eenige volledigheid geen sprake is, maar meer van een'algemeene beschouwing, waar bij ik wellicht de gelegenheid zal hebben, hiel en daar een greep te doen uit den overvloed van gebeurtenissen op economisch gebied, die zich in het afgeloopen jaar hebben voor gedaan. Ik prijs mij gelukkig deze korte beschou wing te kunnen houden in een sfeer van blijdschap en eenheid, die alom in ons land heerscht sinds de verloving van H.K.H. Prin ses Juliana en Z.D.H. Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld en die haar hoogtepunt heeft gevonden op 7 Januari 1.1., den dag van het huwelijk. Ik weet uit uw aller naam te spreken en ook uit dien van den Haarlem- sohen handel en industrie, als wier verte genwoordigers wij hier zitten, wanneer ik het vorstelijk paar toewensch, dat in de toe komst geluk hun deel zij en de zorgen verre blijven. Het achter ons liggende jaar 1936 vertoon de inderdaad in sommige opzichten wel een zekeren vooruitgang in vergelijking met de jaren daarvoor, hoewel de hevige spannin gen, zoowel op economisch als op politiek terrein, daarop zonder twijfel een zeer be lemmerenden invloed uitoefenden. De sancties tegen Italië, die hun doel ge heel gemist hebben, mogen hier al in sommige handels- en industrieele kringen een mo- menteele opleving tengevolge hebben gehad, veroorzaakt door een kooplust, ontstaan uit angst waarschijnlijk voor een mogelijken oorlog, dien men vreesde, dat naar aanlei ding van die sancties had kunnen ontstaan, dieze kunstmatige opleving duurde slechts zeer kort en het is duidelijk, dat hierop in onzen handel met Italië een terugslag moest volgen, die zich dan ook spoedig heeft ge openbaard. Evenzoo had het verlaten door Nederland van den gouden standaard in het binnen land een zekere kooplust tengevolge, weder om uit angst, een angst ditmaal voor een sterke prijsstijging. De maatregelen door de Regeering geno men, om deze prijsstijging tegen te gaan, hoe goed en juist ook om een ongemotiveerde prijsopdrijving te voorkomen, zullen toch wel met zeer groote soepelheid moeten wor den toegepast wil men niet vervallen in de onbillijkheid, dat het allergrootste deel der lasten, die een gevolg zijn van de deprecia tie, worden gelegd op de schouders der in dustrie en van den handeldrij venden mid denstand. De cijfers, die het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert, betreffende de stijgin gen der grondstoffen en die van den levens index, geven hieromtrent wel iets te denken. De opleving, die sommige takken van be drijf. met name o.a. de scheepvaart en de scheepsbouw, te zien geven, zijn ongetwij feld uitermate verheugend. Of zij een ge volg zijn van de geweldige bewapening, waar toe vrijwel alle landen zich helaas genood zaakt voelen en zonder twijfel ook genood zaakt zijn, of dat ook gezondere motieven aan deze grootere róerigheid ten grondslag liggen, zal ons de toekomst moeten leeren. En wat zal ons die toekomst in 1937 bren gen? Ik ben geen pessimist en ik meen voor al, dat wij met dankbaarheid hebben te aanvaarden waar eenige verbetering merk baar is, maar ik heb er een hartgrondigen afkeer van, de menschen te suggereeren, dat alles nu wel geleden is, dat de toekomst er rooskleurig uitziet, wanneer men zelf daar voor geen zeer goede gronden heeft. Ik ge loof niet. dat men het bedrijfs- en zakenle ven cureert door eenige keeren per dag te gen zichzelf te zeggen: „het gaat beter, het gaat steeds beter". Ik geloof integendeel, dat het noodig is de moeilijkheden moedig on der de oogen te zien, ze niet te verdoezelen, de maatregelen te beramen, die noodig zul len zijn om ze te overwinnen en deze doel bewust en naar zijne beste krachten ten uit voer te brengen. "Want zoolang er landen blijven, die er haar streven geheel self-sup porting te worden, zoolang de tolmuren blij ven bestaan, die vrijwel alle landen om hun gebied hebben opgetrokken en hebben moe ten optrekken, elkaar daartoe dwingende; j zoolang helaas daardoor nog zoovele werk- loozen onderhouden zullen moeten worden door het productieve deel der bevolking, zoo lang verder een enorme bewapening die, laten we dit niet vergeten, het eene land voor het andere ook noodzakelijk maakt) een groot deel der belastingpenningen opeischt, zoolang zal de economische toestand m.i. nog niet veel' gemakkelijker kunnen worden en zoolang zal een gezonde verbetering slechts langzaam kunnen voortschrijden. Zoo meen ik, dat wij de toekomst in 1937 moeten zien en mocht u meenen, dat dit niet erg hoopvol klinkt, dan wijs ik u er op, dat dit m.i. niet het geval is, dan wil ik er den nadruk op leggen, dat die verbetering ao het voortschrijden is, dat 1936 tegenover ziji voorgangers ongetwijfeld een verbetering te zien gegeven heeft, en dat ook in 1937 deze verbetering zal blijven voortgaan, units ieder doordrongen is van het feit, dat het noodza kelijk zal zijn, evenals in voorgaande jaren zijn beste krachten daaraan te blijven wij den". Spreker noemde de volgende cijfers be treffende de werkzaamheden der Kamer: Het aantal nieuw ingeschreven handels zaken bedroeg in 1936: 449 tegen 511 in 1935. Het aantal wijzigingen in ingeschreven handelszaken bedroeg in 1936: 2775 tegen 2384 in 1935. Het aantal opgeheven handelszaken be droeg in 1936 300 tegen 273 in 1935. Het aantal schriftelijke inlichtingen be droeg in 1936 1335 tegen 1413 in 1935. Het aantal inlichtingen betr. contingentee- ringen bedroeg in 1936 1260 tegen 1880 in '35. Het aantal totaal verstrekte inlichtingen bedroeg in 1936 16565 tegen 20860 in 1935. Het aantal certificaten v, oorspr. en lega lisaties bedroeg in 1936 8020 tegen 7206 In '35. De heer Swens hoopte tenslotte, dat het aan de Kamer gegeven moge zijn, geduren de dit pas begonnen jaar voor ons district een heilzamen en nuttigen arbeid te mogen verrichten. De heer Van Hardenbroek zei, dat het zijn bedoeling was geweest, om na het vertrek van de heeren Krelage en Van Liemt, dezen post te verlaten na tien jaren dienst te hebben gedaan Spreker is van dit voor nemen teruggekeerd, om de continuïteit van het Bureau niet te schaden. Daar kwa.m nog bij het verzoek van den heer Droste, dat deze alleen voorzitter wilde worden, als spreker niet heenging. Helaas heeft die samenwer king slechts vijf jaar geduurd. „En nu sta ik wederom voor een dergelijk feit. De nieuwe algemeen voorzitter heeft eveneens verklaard er prijs op te stellen, dat ik nog een poosje blijf. Ik hoop dus nog eenigen tijd mijn krachten aan de Kamer te kunnen wijden en ik dank de Kamer voor "het in mij gestelde vertrouwen. Ik acht het een geluk, dat de heer Swens tijd en lust heeft om het voor zitterschap te aanvaarden. Ik hoop dus weer aangenaam met het Bureau en de leden sa men te werken". (Applaus). De heer Swens gaf den heer Van Har denbroek de verzekering, dat hij alles zou doen om de samenwerking aangenaam te doen zijn. De heer Ten Boom gehuldigd. De heer Klein Schiphorst dankte voor het in hem gestelde vertrouwen. „Het is mij", zei hij, „een buitengewoon aangename taak één onzer medeleden te huldigen. Het betreft hier onzen nestor, den heer C. ten Boom. Het is u allen bekend, dat het bedrijf, waarvan de heer Ten Boom de leidende kracht is, in 1937 zijn honderdjarig bestaan viert. Wij wenschen hem met dit bijzondere jubileum van harte geluk en 't geeft ons gereede aan leiding een oogenblik stil te staan bij de po sitie, welke de heer Ten Boom in onze Kamer inneemt. Reeds vóór de reorganisatie der Kamers van Koophandel in 1922 maakte hij deel uit van de toen bestaande gemeentelijke Kamer. In 1922 werd onze jubilaris gekozen als lid dezer Kamer en tot het huidige oogen blik heeft hij daarvan deel uitgemaakt. Elk jaar werd hij herkozen als plaatsvervangend voorzitter van de afdeeling Kleinbedrijf. In tal van commissies heeft hij zitting en hij heeft naar zijn beste weten aan de beraad slagingen deelgenomen. Maar bovendien had hij ieder jaair nog een bijzondere taak te ver vullen. In die Kamerzittingen, welke het nieuwe jaar inluidden, zat hij als nestor en tijdelijk voorzitter aan deze Bureau-tafel. Met een korte toespraak opende hij de zittingen en heette in het bijzonder den nieuw gekozen algemeen voorzitter welkom. Hij deed dat op de hem eigen wijze. Men apprecieerde zijn op treden bij de gelegenheden, omdat het zich kenmerkte door waardigheid en omdat het ge sprokene hier en daar opgefleurd werd door een geestigen kwinkslag. Niet het minst in die functie hebben wij den heer Ten Boom leeren waardeeren. Waar noodig behartigde hij de belangen van den Middenstand, niet alleen in onze Kamer, doch ook in tal van andere colle ges. De Middenstandscentrale voor Haarlem en omliggende Gemeenten en de Boazbank hadden altijd zijn bijzondere belangstelling. Onze Kamer wenscht den heer Ten Boom voor dit alles dank te zeggen en daaraan uiting te geven door het aanbieden van een huldeblijk. Den zilveren legpenning der- Ka mer hebben wij daarvoor uitgekozen. Ik weet zeker, dat daarmede gehandeld wordt in den geest van alle leden onzer Kamer. Ik hoop. dat onze nestor nog jarenlang een goede ge zondheid zal mogen genieten" (Applaus). De heer Ten Boom dankte den heer Klein Schiphorst voor zijn vriendelijke woor den. Spreker heeft steeds veel vriendelijkheid van zijn medeleden genoten, maar met het schenken van dezen penning is hij ten zeer ste ingenomen. „Ik behoor zoo zoetjes-aan tot het volk dat voorbijgaat", zei spreker, „maar ik wil gaarne de verzekering geven, dat ik altijd graag in de Kamer heb vertoefd. Ik hoop dan nog eenigen tijd de zaken van de Kamer mee te mogen blijven behartigen". (Applaus). Daarna werden de vaste commissies ge vormd. Eenige ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Hierbij waren ruim veertig condoleance-betuigingen naar aan leiding van het overlijden van den heer Dros te. Personeelszaken. Aan mej. A. N. M. van Liemt werd op de meest eervolle wijze ontslag verleend en een nieuwe overeenkomst met mej. E. P. W. Roozen werd vastgesteld. Subsidies. Op voorstel van het Bureau werd aan de commissie tot bevordering van het vischge- bruik in Nederland een subsidie van f 100 ver leend en aan de Federatie van Middenstands- vereenigingen „Haarlemmermeer" te Hoofd dorp f 15. Het Bureau stelde voor, geen subsidie te verlcenen aan de N.V. Philips Omroep Hol land-In dië. Werd goedgekeurd. Te half tien verliet de heer Ten Boom de vergadering. De heer Van Hardenbroek deelde hem mede, dat hij ook gaarne de huldigende speech van den heer Klein Schiphorst had gehouden, omdat ook de afdeeling Grootbe drijf jegens den heer Ten Boom een groote achting' koestert., „We hebben er als 't- ware om gevochten, wie de speech zou uitspreken, maar de heer Klein Schiphorst had de beste papieren, omdat gij ook tot de afdeeling Kleinbedrijf behoort. Maar ook het Grootbe drijf deelt hartelijk in de u ten deel gevallen hulde" (Applaus). Eenige verzonden brieven werden goedge keurd. Ook werd goedgekeurd een conceptbrief, aan den minister van Justitie betreffende schijn- acten. Parkeerterrein Groote Markt. En behandeling kwam de bekende con- epl-brief aan B. en W.. van Haarlem inzake iet parkeerterrein aan de Groote Markt. Zoo als onze lezers wéten is het Bureau der Kamer van oordeel, dat de bestaande toestand aldaar niet gehandhaafd kan worden en dat het ge- wenscht zou zijn, de bestaande Vischhal eveneens voor parkeerterrein aan te wijzen. Hierover had geen gedachtenwisseling plaats. De conceptbrief werd goedgekeurd. Verkiezing lid der Kamer. Besloten werd, op 15 Februari a.s. een lid der Kamer te kiezen in de vacature-G. J. Droste Jr. Hierna sluiting, aan het woord. Voor dén inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet geplaatst, loordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Het ongeluk bij het rioleeringswerk. Geachte Redactie, Sedert eenige maanden worden in IJmuiden rioleeringswerkzaamheden uitgevoerd voor re kening van het Werkfonds. Aannemers zijn de heeren Ouwehand en Bolsenbroek. Dit werk wordt uitgevoerd in werkverschaffing in ta- riefwerk. De arbeiders, die hiervoor noodig zijn, worden gekozen via de Arbeidsbeurs, waar deze menschen zich vrijwillig hebben opgeg%- ven, in de hoop iets meer te verdienen dan het bedrag van hun steun. Velen meenden dat hier een basis-uurloon van 38 cent gold, met de mogelijkheid 10 pet. meer te mogen verdie nen in tarieïwerk. Reeds eenige malen was het tarief aan ver laging onderhevig. Zoo ontving het slachtof fer van het laatste ongeluk die er wonderlijk genoeg het leven heeft aafgebracht, over de afgeloopen week slechts f 14,10. En dit was nog niet eens het laagste loon. Velen verdie nen nog minder, dan het bedrag van hun steun. En dat voor zulk een gevaarlijk en zwaar werk. Dit bestaat in het graven der thans 41/2 meter diepe sleuf. De breedte is 90 c.M. Men kan er zich nauwelijks in wenden, waarbij leidingen, buizen en kabels het opgooien van den grond belemmeren. De stempels, welke de stutwanden moeten verzekeren, vormen een ware barricade. Dit stutten is een uiterst se cuur en accuraat werk. Immers hier kan de oorzaak liggen, dat wanneer dit niet goed ge beurt, menschenlevens te betreuren zouden zijn. Dit werk gebeurt niet zooals men zou mo gen verwachten in daggeld, waardoor men zeker en kalm zou kunnen werken. Neen, ook dit is tariefwerk, dus hoe meer en hoe vlug ger gestempeld, hoe hooger het loon. Zoo zou het kunnen gebeuren, dat de vei ligheid lijden moet door het opvoeren van het uurloon. Als eerste veiligheidseisch dus: Laat dit stempelen in gewoon uurloon geschieden en door vaklieden. Er loopen tientallen tim merlieden die vroeger in beton en waterbouw werkzaam waren. Dit toch zijn de eerst aan gewezen menschen voor zulk werk, daar het hun vak is. Daar komt nog bij, dat er geen planken ver zaagd of ingekort mogen worden, zoodat er, wanneer iets dwars door de gleuf loopt; kabels of dergelijk-en er een gedeelte ongestut blijft, met -al de gevolgen er van. Ook hier wordt de zuinigheid door de wijsheid bedrogen. Dit geldt ook voor de kolkputten, welke pl.m. 150 Meter uit elkaar liggen. Deze putten zijn pl.m. 2,50 M. breed. Zoo ontstaan er hoeken, welke om onbekende reden ongestut bleven. Ook dit leidt tot bressen en instortingen. Dit kan worden voorkomen. Ook is het onverantwoord, dat men tolereert dat er stukken hout en spa nen, welke als dekking dienden voor kabels en die jaren in den grond zaten en dus glad en onbetrouwbaar waren, gebruikt worden voor het stempelen, als de stempels tekort waren. Dit is toch, zacht gezegd, onchalant. Elke vakman zal dit beamen. Vele malen is door de arbeiders hierop ge wezen, zoo ook op andere gebreken. Wanneer echter de arbeiders klaagden, dreigde de uitvoerder hen met terugsturen naar de Arbeidsbeurs. Dit beteekent natuur lijk uitsluitinig van steun. Er zijn reeds vier a vijf instortingen ge weest, waarvan soms op een diepte van 6 1/4 Meter, twee maal met het gevolg, dat er ar beiders in de knel geraakten. Bij vorige in stortingen zijn de arbeiders als door eèn won der aan het gevaar ontsnapt. Risico en ver antwoording waren voor de arbeiders, zoodat zij soms uren voor niets werkten. Met regendagen blijven de menschen in den regen staan tot het den uitvoerder behaagt, ze heen te zenden. Zoo gebeurt het, dat men soms uren in den regen moet werken, wat het tempo van den arbeid doet dalen en dus scha de beteekent voor de arbeiders. Hopende dat dit stukje mag bijdragen tot een betore en minder gevaarlijke uitvoering der werkzaamheden en tot een dagelijks toe zicht'van Openbare Werken. F. J. v. ROOYEN, Elzenstraat 40. A. v. d. HOF, Seinpostweg 18, Wij hebben met den opzichter van het werk over de door inzenders gemaakte opmerkingen gesproken, die ons in de eerste plaats er op wees, dat het hier een werk verschaf fings- object betreft en de loonkwestie dus geheel buiten de bevoegdheid van hem en den aan nemer ligt. Wat de tijdens zijn opzichterschap van c.a. 6 weken uitbetaalde loonen betreft, deze wa ren voor bepaalde categoriën als buizenleggers, stutters enz. een heel eind boven het stukwerk loon van 38 ets., zij bedroegen meermalen 45 ets. Hierop werden door den inspecteur aan merkingen gemaakt. Het werk staat onder voortdurende con trole der Arbeidsinspectie, terwijl ook de op zichters een strenge controle uitoefenen. Hoe eht ongeval op Oudejaarsdag plaats vond kon de opzichter ons niet vertellen, daar dit bij zijn tijdelijke afwezigheid geschiedde. Hii wees ons er echter op, dat doordat de grond werkers er wel eens trachten uit te halen wat er uit te halen is, de stutters soms niet mee kunnen komen. Vooral dit werk wordt echter zorgvuldig gecontroleerd. De opzichter ver moedde, dat op de plaats waar het ongeval sre- schiedde, de stutwand niet ver genoeg naar onderen was doorgebouwd, waardoor de grond onder den wand door inbreste. REDACTIE IJMUIDER COURANT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7