\ftcuw scktiifi. Cijfers over Bloemendaal. Europa tegen Amerika Athletiek- of voetbalwedstrijd Een Europeesche voetbalvlag Een Engelsche beroepsvoet baller met rijpe ervaring over het spel op het vasteland Holland vergeleken met Duitschland, Oostenrijk en Hon garije Onze hoofdredacteur heeft naar aanleiding van de plannen, die er bestaan, om een West- Europeesch tegen een Cenfcraal-Europeesch voetbalelftal in het veld te brengen, in ons nummer van 11 Januari net idee geopperd de voorgestelde match te wijzigen in een ontmoeting tusschen All-Europe tegen All- America, teneinde door middel van de sport de eerste schrede te zetten op den weg, die leidt naar óe Vereenigde Staten van ons "werelddeel. Het zou inderdaad interessant zijn, wan neer een dergelijk sportevenement zou kun nen worden georganiseerd, doch het wil schrijver dezes voorkomen, dat men, om dit doel te bereiken, zich voorshands beter tot de athletiek kan bepalen. Wellicht is het niet algemeen bekend, dat men in die rich ting reeds een succesvolle poging heeft on dernomen. te weten een dual-meet" tusschen de athleten van Engeland en Koloniën, dus van het Britsche Rijk en die van de Ver eenigde Staten van Noord-Amerika. Op deze basis voortbouwend, zou bet dus geenszins onmogelijk zijn. de gelegenheid tot deelneming uit. te breiden tot het wereld deel Amerika eenerzijds en Europa ander zijds. Het voordeel van een athletiek-meeting is toch, dat zij uit verschillende onderdeelen bestaat en dat elk land van ons werelddeel uitblinkers in bepaalde nummers bezit, wat de algemeene belangstelling en eensgezind heid slechts ten goede kan komen. Laat, ons eens nagaan, in hoeverre een dergelijk Europeesch team met succes zou kunnen worden samengesteld om een ploeg van het Amerikaansche werelddeel degelijk partij te kunnen geven. Holland zou met Osendarp voor de sprint en Brasser voor den tienkamp reeds een voldoende bijdrage hebben geleverd, Een estafette, bestaande uit eerstgenoemde, den Zwitser Haenni, den Zweed Strömberg en den Hongaar Sir mag ook met eere genoemd worden, terwijl de Engelschen met hun Olympische overwin- naarsploeg op de 4 keer 400 Meter ongetwij feld steri-f favoriet zouden zijn. Den Scandi- naviërs zou men met een gerust hart de lan ge afstandnummers en het speerwerpen kunnen toevertrouwen, terwijl de Duitschers te Berlijn bewezen hebben met den discus en in het verspringen heel wat mans te zijn. Ook op de 150-0 Meter kunnen onze Ooster buren met succes meedingen in den persoon van Dompert, terwijl de Ieren (O'Gallaghan) en de Pranschen (Noël) in het hamerwerpen een steentje konden bijdragen. De Italianen zijn op de midden-afstanden evenmin te versmaden en de Belgen, Franschen en Spanjaarden zouden bij een wieier-wegwed strijd zonder twijfel tot de favorieten be- hoo-ren. Hongarije speelt in het waterpolo en bij den vrijen slag (Csik) een eerste viool en het moet al raar loopen, als de Russen met den een of anderen Don-Kozak niet met paardrijden een eersten prijs konden winnen. Bovendien zijn hun worstelaars vermaard, evenals die van Turkije, over welks catch- as-catch-can-vertegenwoordiger Ali Baba wij nog kortgeleden eenige belangwekkende bij zonderheden betreffende zijn uithoudings vermogen en strijdlust mededeelden. Men beweert, dat de Yoego-Slaven lang niet on verdienstelijk roeien, terwijl daarentegen Tsjecho-Slowakije zoowel boksers als pïng- pongspelers van naam heeft voortgebracht. Het is jammer, dat de tijd van voorbereiding tot de opening van de Parijsche wereldten toonstelling wel wat kort is, om een kracht meting op sportgebied tusschen Europa en Amerika met kans op succes te kunnen or- ganiseeren. Eén ding is zeker, Amerika zou moeite ge noeg hebben, zelfs met de medewerking der Argentiniërs, Urugueezen, Chileenen (Zaba- la) en Bolivianen den zonen van de oude wereld weerstand te bieden. Het is wel eens interessant en tegelijkertijd niet weinig verrassend de meening van een bekend Engelscih internationaal voetballer te hooren over de oorzaken, die er toe geleid •hebben, dat Engeland in interland matches op het vasteland van Europa dikwijls een vrij poover figuur heeft geslagen. Hij begint met te zeggen, dat er in de eer ste jaren na den oorlog Britsche prof.-elf- tallen zijn geweest, die werkelijk abomina bel slecht en onverschillig gespeeld hebben, zoodat de individueele prestaties in vergelij king met die in de competitie geleverd, in derdaad onherkenbaar en hoogst onvoldoen de waren. Na de internationale ontmoetingen tegen Duitschland te Berlijn f3—3) en eenige da gen later tegen Oostenrijk te Weenen (00), beide door onzen landgenoot Mutters geleid, ging men inzien, dat het spelpeil op het vasteland met rasse schreden vooruitging en dat men zich, wilde men een behoorlijk re sultaat behalen, geen vrijheden meer kon veroorloven. De speler in kwestie geeft ove rigens als zijn overtuiging te kennen, dat Engeland belde bovengenoemde matches zeer zeker zou hebben gewonnen, indien niet In beide gevallen aan een der Britsche spe lers een ernstig ongeval was overkomen. In Berlijn liep de halfback Marsden (die later H.B.S. heeft getraind) een levensgevaarlijke kwetsuur aan den nek op, die een langdurig verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk maak te en die een einde aan zijn loopbaan maak te. In Weenen was het de spil Webster, die zijn neusbeen brak en moest uitvallen, welke ongevallen niet nalieten, de Engelsche spe lers ernstig te beïnvloeden. Wat dan wel de oorzaak is van de latere vrij matige resultaten op het vasteland? Niet het klimaat en niet de gesteldheid van de terreinen, zooals dikwijls beweerd is. Neen. aldus de Engelsche speler, het is de wijze, waarop de Duitschers. de Oostenrijkers, de Hongaren en de Nederlanders het spel op vatten in tegenstelling met de zuidelijker gelegen volken en zelfs met de Engelschen in eigen land. Zij zijn voor alles studieus, zij bestudeeren het spel op het veld en in theo rie onder deskundige leiding en. ongeacht de stand van de match fin hun voor- of nadeel) blijven zij volharden in het speltype, dat hun geleerd is. Het passeeren van den bal van man tot man dikwijls met groote nauwkeurigheid wordt nooit onzuiver. Het is het typische Schotsche spel met het eenige onderscheid, dat zij nimmer probeeren den bal met vereende krachten in het doel te loo pen. als hun positie en de stand van de match wanhopig wordt. Als ze slechts be ter konden schieten, ben ik overtuigd, aldus deze Engelsche speler van reputatie, dat we op hun terreinen geen enkelen wedstrijd meer zouden winnen. Want zij hebben thans een dergelijke vaardigheid bereikt, dat ze het spel even goed, zoo niet beter kennen dan hun leermeesters. De lezer zal ongetwijfeld, evenals wij. wat verbaasd staan over bovenstaand oordeel en toch is het niemand minder dan de doelver- dedlger van het Engelsche elf tel. Harry Ilibbs. die zijn meening uit eigen ervaring ten beste geeft. Men dient echter niet te vergeten, dat I-Iibbs meermalen tegen de Centraal-Europeesehe teams en slechts één maal tegen ons land uitkwam, zoodat het niet zoo verwonderlijk is, dat hij alle ge noemde landsploegen in dit verband over één kam scheert. Bovendien zal men zich herinneren, dat de Hollandsche voorhoede in den wedstrijd tegen Engeland in het Am- Sterdamsche Stadion inderdaad zoo goed als geen enkel schot loste en. practisch gespro ken, In het stuk niet voor kwam. Niettemin mogen we ons gevleid voelen, dat Ilibbs het zuivere passeeren van man tot man, dat nooit onnauwkeurig wordt bij de door hem genoemde landsploegen en dus ook bij het Nederlandsch elftal, als een karakteristieke spelhoedanigheid vermeldt. Wij zelf hebben in dit opzicht de virtuositeit van onze natio nale ploeg nooit zoo buitengewoon kunnen waardeeren. Toen de Engelschen in de derde testmatch te Melbourne hun zesde wicket in de tweede innings verloren hadden en bijna 500 runs achter waren, kwam Robins Leyland aan de wickets gezelschap houden. Volgens zijn ge woonte stak eerstgenoemde met groote ener gie van wal en liep op eiken bal, waarop Leyland opmerkte: „Kalm maar aan, old chap, we hoeven vanavond niet. alle runs meer t,e maken. Koudegolf over Duitschland en Polen. Schepen door sneeuwstorm verrast. WARSCHAU, 19 Januari (Havas) Een zeer hevige koude teistert thans geheel Polen. Te Warschau is de Weichsel bevroren. IJs brekers zijn onophoudelijk in de Golf van Dantzig in de weer. Te Lwow (Lemberg) zijn gisteren 87 perso nen in de ziekenhuizen behandeld, waar zij hulp waren komen zoeken wegens bevroren handen, voeten en ooren BERLIJN, 19 Januari (Havas). Een sneeuw storm heeft vannacht boven geheel Duitsch land gewoed. Tal van schepen werden door den storm ver rast. Zij vluchtten Kiel en de meeste andere Duitsche havens langs de Noord- en Oostzee binnen. Tengevolge van de ontzettende koude is de rivierscheepvaart op de Oder geheel ge staakt. De sneeuw heeft het spoorwegverkeer ernstig belemmerd. Spaansche regeeringstroepen hebben succes. De heuvel Los Angeles omsingeld. MADRID, 19 Jan. (Havas/A.N.P.) Om kwart over elf werd vernomen, dat de regee ringstroepen vannacht den heuvel Los Angeles geheel omsingeld hebben met de officieren en manschappen van het rebelleerende garnizoen van Getafe. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii T reinscène. door BERT LOVEN. Generaal Lafontaine schrok uit zijn slapen de houding op, toen de trein stopte en het portier opengeworpen werd. Bonjour, m'sieu! groette de binnenstap pende reiziger. Lafontaine beantwoordde den groet vriendelijk beleefd. 't Is vreeselijk stil in den trein, mijnheer, hervatte de vreemdeling, nadat hij zijn bruin- lederen valies in het bagagenet had gedepo neerd en zich tegenover den generaal in de kussens had laten vallen. Lafontaine glimlachte. Zijn coupégenoot scheen iemand te zijn, die hem in praatlustig heid evenaarde, misschien wel overtrof. Inderdaad zei hij, dat heb ik zooeven in Parijs ook opgemerkt, toen ik instapte. Vree selijk stil is het. Mag ik zoo vrij zijn? Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn en diepte daaruit zijn naamkaartje op, dat hij aan zijn metgezel presenteerde. Deze las met stij gende belangstelling: G. J. W. LAFONTAINE Generaal d.s. chez l'Armée de France. Hij maakte een beleefde buiging voor den veldheer en zei: Zeer aangenaam, generaal. Het is een buitengewone eer voor mij, in uw gezischap te mogen reizen. Mijn naam is Charly Leblanc, advocaat en procureur. Lafontaine glimlachte en mompelde eveneens iets vriendelijks. Le blanc liet het glanzende kaartje in zijn jas zak glijden en gaandeweg begon het gesprek te vlotten. Lafontaine wist smakelijk te vertel len uit zijn militaire loopbaan en Leblanc. 'ermaakte zijn metgezel met grappige mo menten uit de rechtzaal. Is het brutaal, als ik vraag, wat het doel van de reis is? vroeg de advocaat na een poosje. Orleans! zei Lafontaine lachend. Maar het is geen dienstreis. Even aarzelde hij, toen vervolgde hij op meer zakelijken toon: Waar om zou ik het niet zeggen? Ik zal toch zeker een advocaat wel kunnen vertrouwen? Stel u voor. Enkele dagen geleden nam ik in het centrum van Parijs een taxi en daarin vond ikwat denkt u? Leblanc haalde de schouders op. Ik geef het op, zei hij lachend. Een por- temonnaie? Misgeraden! lachte de generaal. Schrik niet. Ik vond in de auto, half tusschen de kussens verborgen een damestaehje waarin zich een halssnoer bevond, bezet met een groot aantal zeer kostbare diamanten. Ai!riep de ander verbaasd. Dat was een buitenkansje voor u. Pardon, antwoordde Lafontaine glim lachend. Het is een buitenkansje voor de dame, die zoo nonchalant was, het taschje te laten liggen. f CREMATIE J. H. A. EVERS. HAARLEM Maandag. Hedenmiddag vond onder groote belangstel ling op Westerveld de crematie plaats van het stoffelijk overschot van den heer J. H. A. Evers, oud-inspecteur der registratie en do meinen te Haarlem. Wij merkten onder degenen, die den over ledene naar zijn laatste rustplaats voerden op den heer mr. W. G. del Baere. oud-kantonrech ter te Haarlem, ir. W. J. Burgersdijk, directeur en mr. E. A. Immink, secretaris der directie der Noord Zuid-Hollandsche Tramwegmaat schappij. Notaris N. J. Hoeflake. mr. W. P. Paardekooper Overman, substituut-officier van justitie, R. W. P. Peereboom, G. D. Gratama. directeur van het Frans Halsmuseum. B. F. Enschedé, E. H. Krelage. oud-voorzitter van de Kamer van Koophandel, ir. J. H. Telders, direc teur van de N.V. tot Uitvoering van Haven werken, voorheen M. J. van Hattum te Bever wijk, ir. J. A. A. Ochtman, directeur van de Gasfabriek, J. de Breuk, II. H. J. Verhoeff, no taris te A venhom, namens de Kamer van Toe zicht op de Notarissen, mr. P. Fulrri Snethlage, prof. mr. R. P. Cleveringa uit Leiden, O. Mend- lik. mr. J. B. Ebbinge, belastingconsulent, A. J. H. Reynders, C. Zaalberg. H. F. R. Dubois, A. J. Torley Duwel, A. F. Boersema, inspecteur der registratie en domeinen, A. P. Versluys, oud ontvanger van de registratie en domeinen te Haarlem, G. W. Martens, oud-inspecteur van de belastingen te Haarlem. J. A. Scholl en W. Nedërkoorn, beiden commies bij de registratie en domeinen te Haarlem. In de aula is allereerst gesproken door den heer Mijnlieff, directeur der registratie en domeinen, die er op wees dat hij den over ledene reeds veertig jaar kende. De laatste jaren waren spreker en de heer Evers elkaar zeer dicht genaderd „Gij deedt uw werk met toewijding, opgewektheid en trouw". Gaarne had spreker gezien, dat de overledene zijn werk nog lang had voort kunnen zetten en dat was ook zijn eigen wensch. Gij waart echter dankbaar", aldus spreker, „dat gij na 40 dienstjaren nog zoo goed in staat waart uw taak aldus te vervullen. Later trof het spreker, dat de overledene zich in den gang van zaken zoo uitstekend heeft kunnen schikken. Destijds nam spreker afscheid van den overledene in diens ambtelijke functie. Nu nam hij afscheid voor altijd, maar met nog meer waardeering dan bij het afscheid van het. werk, want nu komen weer naar voren de gesprekken en vertrouwelijke oogenblik- ken van vroeger. Het was voor spreker, die in den overledene een goed vriend verloor, een troost te weten, dat deze een gelukkig leven heeft geleid. Nadat de heer Mijnlieff gesproken had, heeft mr. W. G. del Baere, oud-kantonrechter te Haarlem, gesproken namens de Kamer van toezicht op de notarissen en candidaat-nota- rissen alhier. Mr. Del Baere zei te spreken wegens verhindering van den voorzitter mr. G. Sluis, die gaarne aanwezig zou geweest zijn. „Met diepen weemoed staan we hier bij de baar van den man, die-lang in ons midden was", zei spreker. „De Kamer van Toezicht heeft veel aan hem te danken. Hij had een groote kennis van zaken en zijn adviezen wer den zeer gewaardeerd. Hij was in zijn oordeel strikt onpartijdig en, hoewel hij eigen meening niet gemakkelijk prijs gaf, was hij toeganke lijk voor de meening van anderen". Spreker dankte ook voor de vriendschap. „Door zijn beminnelijke omgangsvormen, zijn trouw en zijn karakter wist hij aller sympa thie te winnen. Wij zijn dankbaar voor het vele, dat hij ons gaf". De heer R. W. P. Peereboom zei nacnens de vrienden van de Haarlemsche Rotarycluib den overledene dank te willen zeggen voor alles, wat hij voor hen Was geweest. Ook het stand punt van jongeren begreep hij en in de vriendschap die de leden verbindt was hij sinds vele jaren een der belangrijkste scha kels. Wij zullen zijn goede, trouwe, vriendelijke persoonlijkheid zeer missen. Een schoonzoon, ir. W. J. Berdenis van Berlekom te Groningen sprak namens de familie een woord van dank voor de groote zorg en toewijding van den overledene voor de kinderen. De heer J. B. Coops, oud-ontvanger, sprak een woord van afscheid als vriend. Spr. zei den overledene 14 jaar geleden te hebben leeren kennen; er was een band van vriend schap ontstaan. Na het verlaten van den dienst der belastingen was die band nog sterker geworden en toen de heer Evers ge opereerd was, kon spr. hem dagelijks in het Ach natuurlijk! verbeterde de advocaat haastig. Het is een groot geluk voor haar, dat het juist een hooggeplaatst militair zijn moest, die het taschje vond. Er zijn zooveel oneerlijke menschen op de wereld. Daar kan ik over oor- deelen. Mijn beroep als advocaat brengt dat met zich mede. En nu gaat u het halssnoer terugbezorgen? Precies! zei de ander trotsch. In het taschje zat een kaartje met haar naam en adres. Madame Tournier, Rue Jeanne d'Arc, Orleans. Ik heb haar geschreven en ze ver wacht mij nog vanavond. Raad eens, hoeveel waarde het snoer vertegenwoordigt? Hoe kan ik daar over oordeelen, als ik het voorwerp in kwestie niet gezien heb? zei Le blanc schouderophalend. Ach ja, natuurlijk. De generaal stond op en nam zijn koffertje uit het net. waarbij de ander constateerde, dat dit valies en dat van hemzelf vrij nauwkeurig op elkaar geleken. Een oogenblik later hield hij een schitterend juweel tusschen zijn vingers. Zachtjes floot hij tusschen zijn tanden. Schitterend! zei hij met oprechte bewon dering. Hoe kan iemand met zoo'n kostbaar sieraad zoo onachtzaam omspringen? Mag ik eens taxeer en? Heel graag. Tweehonderd duizend franc? Verbaasd keek Lafontaine hem aan. Op z'n kop af. Juwelier Brouchard uit de Rue de Paix schatte precies hetzelfde bedrag. Bent u kenner van juweelen? Leblanc bevestigde het met de woorden: Ik taxeer nogal veel. het is bijna mijn da gelij ksch werk. Maar als u eens wist, hoeveel minderwaardig werk er in omloop is. Hij gaf het sieraad terug en Lafontaine leg de het uiterst voorzichtig weer in het dames- t.aschje en dit in het valies, dat hij boven zijn hoofd in het net plaatste. Madame Tournier zal u wel dankbaar zijn, vervolgde Leblanc. In ieder geval is dit een juweel van ongerepte zuiverheid. Geen vlekje zit erop. Het gesprek werd voortgezet, waarbij de advocaat verhaalde van diverse trucs met valsche juweelen en van het groote aantal op lichters waarmede hij uit den aard van zijn beroep herhaaldelijk in aanraking kwam. Ten slotte gaf hij Lafontaine den welgemeenden raad voorzichtig te zijn, als hij in Orleans uitstapte, want juist daar wemelde het van geroutineerde juweelendieven. De ander knikte bevestigend: Laat dat maar aan mij over, waarde heer, lachte de generaal. De man, die mij een poets wil bakken, moet nog geboren worden. Guil- laume Lafontaine is niet zoo dom. dat hij zich door een oplichter laat beet nemen. Dat geloof ik graag, zei Leblanc met over tuiging. Men kan het u wel aanzien dat u niet gemakkelijk te overrompelen bent. Trouwens het commentaar in de dagbladen tijdens de jongste manoeuvres geven voldoende blijk van ziekenhuis spreken. Er is echter geen herstel gevolgd en thans is hij uit het lijden wegge nomen. De herinnering blijft aan hem van een trouw en goed kameraad. Een broeder van den overledene dankte voor de belangstelling. DE HEER K. TER LAAN ONDERSCHEIDEN. Bij Koninklijk besluit is aan K. ter Laan. op zijn verzoek, met ingang van 8 Februari 1937. eervol ontslag verleend als burgemees ter der gemeente Zaandam, met dankbetui ging voor de langdurige en belangrijk dien sten. door hem als burgemeester bewezen, met benoeming tevens tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw PURMERENDER MARKTBERICHT. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 19 par tijen, wegende 28000 K.G. Handel matig. Hoog ste prijs f 19. Kleine Boeren. Aanv. 6. Per 100 K.G. m.Rijksm, f 18. Handel goed. Boter 262 f 1,60—f 1,63 per Kilo. Weiboter f 1,36 per Kilo. Runderen, to taal 416 stuks. Vette koeien 210 52—64 per K.G. vlug Gelde koeien 63 80160 per stuk matig. Melk koeien 90 110—215 per stuk matig. Stie ren 33 45—55 per K.G. matig. Paarden 18 60—120 per stuk stug. Vette kalveren 64 30—60 oer K.G. matig. Nuchtere kalveren voor de slacht 296 5—12 per stuk matig. Nuchtere kalveren voor de fok 1015 per stuk matig. Vette varkens voor de slacht 272 4144 per K.G. matig. Magere varkens 71 1925 per stuk vlug. Biggen 334 950—14 per stuk viug. Schapen 829 18—30 per stuk vlug. Bokken 33 415 per stuk matig. Kipeieren 3—340 per 100 st. Eendeieren 275 per 100 st. Piepkuikens 0,65 —0,70 per K.G. Oude kippen en hanen 0,35— 0,45 per K.G. Konijnen 0,40—1.70 per stuk. Eenden 0,25—0,55 per stuk. Duiven 0.40 per paar. 55544 Eendeneieren A f 2,80f 4,20. COÖP. CENTRALE E IERVEILING PURMEREND G.A. Aanvoer 90.000 eendeieren 2,602,75. 100.000 kippeneieren 70/80 K.G. f4f5,20; 65/66 K.G. f3,50—f3,60; 63 64 K.G. f3,20—f3,40; 60/62 K.G. f3,05—f3,30; 58 59 K.G. f3—f3,15 56/57 K.G. f2.95—f3.05; 53/55 K.G. f2,90—f3; 50/52 K.G. f2,80—f2,90. VEEMARKT ROTTERDAM. Totale aanvoer 3633. Paarden 213, veulens 3, magere runderen 950, Vette runderen 817, vette kalveren 103, graskalveren 108, nuchtere kal veren 1090. schapen en lammeren 268, zuig- lammeren 4, varkens 1, bokken en geiten 76. Prijzen per K.G.: Vette koeien le kw. 6457 2e kw. 4348. Vette ossen le 6154 2e 4550. Stieren le 60—52 2e 48. Vette kalveren le 100— 90 2e 67—77. Schapen le 46—39 2e 32. Lamme ren le 4940 2e 30. Graskalveren le 6050, Nuchtere kalveren le 4843, 2e 38. Slacht paarden le 4740, 2e 34. Prijzen per stuk- Schapen le kw. 2518. 2e 14. Lammeren le 21—18, 2e 12. Nuchtere slachtkalveren le 14^-12, 2e 7. Nuchtere fok- kalveren le 19—17, 2e 15. Slachtpaarden le 195140. 2e 100. Werkpaarden le 235145, 2e 100. Hitten le 130—105. 2e 70. Stieren le 280— 25.2e 105. Kalfkoeien le 235—100, 2e 120. Melk koeien le 240—190, 2e 135. Varekoeien le 165— 130, 2e 90. Vaarzen le 150—105, 2e 85. Pinken le 125—100, 2e 75. Graskalveren le 70—50, 2e 65. Bokken en geiten le 12—8, 2e 4. Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering: Vette koeien en ossen aanvoer grooter, han den vasthoudend, prijzen lager pr. kw. os 68— 64. Stieren aanvoer ruimer, handel stug. prij zen niet hooger. Vette kalveren, aanvoer ge woon, handel kalm, prijzen prijshoudend pri ma 1.10. Schapen en lammeren aanvoer korter, handel kalm, prijzen als gisteren. Nuchtere slacht- en fokkalveren aanvoer als vorige week, handel tamelijk, prijzen voor den dood staande, voor het leven hooger. Paarden aanvoer groo ter. handel vasthoudend, prijzen le kwal slachtpaarden hooger. Kalf- en melkkoeien aanvoer korter, handel matig prijzen constant. Varekoeien aanvoer als vorige week, handel sleepend, prijzen als vorige week. Vaarzen en pinken, aanvoer tamelijk, handel stil, prijzen stabiel. Graskalveren aanvoer iets ruimer, han del matig, pri,jzen onveranderd. Bokken en geiten aanvoer iets grooter, handel vlot, prij zen hooger. iiiiiiiüiiiiiiiiHiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiim tactiek en rustige zelfverzekerdheid. Maar toch is voorzichtigheid geboden. Lafontaine glimlachte gevleid. De trein begon vaart te verminderen en de advocaat maakt zich gereed. - Gelukkig behoef ik niet zoover als u, zei hij. Mijn reis is bijna teneinde, althans voor vandaag. Het spijt mij, dat ons samenzijn zoo kort geduurd heeft, maar ik hoop u spoedig, weer te ontmoeten en dan stel ik mij voor, de kennismaking meer duurzaam te bevesti gen. U kunt dan tevens mijn vrouw leeren kennen Ik heb uw adres en u het mijne. Hij voelde nog even in zijn zak en knikte. Uw kaartje zit veilig opgeborgen. Mijn adres is Boulevard Jean Jaures 23, Parijs. Afgesproken, zei Lafontaine. Ze reikten elkaar de hand ten afscheid en toen de trein stilstond greep Leblanc het kof fertje uit het net en sprong lenig tusschen de reizigers op het perron. Lafontaine liet zich weer in de kussens val len en toen viel zijn blik op het bruine valies in het bagagenet tegenover hem. - Mon Dieu! riep hij verschrikt. Dat komt van dat geklets. Daar heeft mijnheer Leblanc bij vergissing het verkeerde valies meegeno men. Hij sprong uit den coupé en klampte een kruier aan. Loop als de weerlicht dien mijn heer met dat bruine valies en die grijze regen jas achterna, beval hij. Neem dit koffertje mee en breng het andere, dat hij in zijn hand heeft terug. Die mijnheer heeft bij vergissing mijn valies meegenomen. Haast je wat. want de trein vertrekt dadelijk. De kruier, belust op een goede fooi, snelde weg en juist toen de chef het vertreksein gaf. was hij weer terug. Hij reikte Lafontaine het zelfde valies over en zei: Het was bepaald een vergissing van u, mijnheer. Die mijnheer had zijn eigen koffer. Hij liet mij zien, dat er een koperen pia.atje op wa'- .angebracht met den naam Lafontaine en lie. nü ook zijn naamkaartje zien. Het is een hooge oome, mijnheer. Hij is generaal. Hier is het kaartje, ik moest u de groeten doen. Vlug' sprong hij van de treeplank zonder fooi en de generaal liet zich zuchtend in zijn hoekje vallen. - Zoo:n schobbejak!.... Zoo'n fielt, siste hij tusschen zijn tanden. En aan hem zou ik mijn geheele vermogen durven toevertrouwen. Hij keerde zijn eigen naamkaartje om en las met ingehouden woede: - Generaal. Met dank voor de gezellige reis, die voor mij tevens voordeelig is. Het ge luk moet je maar dienen. U was zoo gelukkig het taschje te vinden. Gun mij ook wat geluk. Ik verzeker u, dat ik het halssnoer voordeelig zaJ weten te verkoopen. Gedeelde vreugde is dubbele vreugde, nietwaar? De groeten aan madame Tournier en nogmaals bedankt door: Charley Leblanc, advocaat, alias Jean Rouge, zakkenroller.1 WOENSDAG 20 J A N. 1937 Te laat. Twee oude vrienden liepen samen langs den wallekant van de grijze grachten. Als vanzelf droegen hun voeten hen langs de bekende wegen. Waren zij niet ettelijke malen dezen zelfden weg reeds gegaan, diep in gesprek of zoo maar zwijgend naast elkaar in een prettige vertrouwelijkheid, die geen woorden van noode heeft? Vandaag was het voor het laatst. Weldra zou een der beiden zijn bestemming volgen in verre landen. En nu liepen zij daar en praatten en ieder deed zijn best voorko mend te zijn en hartelijk en datgene te zeggen wat de andere op zijn verdere reis door het leven mede zou nemen als een lieve herinne- rinS- Het is nimmer bij hen opgekomen zich zooveel moeite te geven, maar nu zij elkaar voor het laatst zien nu zouden zij eigen lijk wel ineens alles willen goedmaken wat ooit als wanklank hun vriendschap heeft ver stoord. De laatste dag in den ouden werkkring het laatste werk met hoeveel zorg wordt het gedaan Het Is voor het laatstdaar steekt iets van weemoed in er is iets voorbijer is alweer een periode afgesloten. Er zijn er onder ons wien een afscheid koud laat maar er zijn er ook en dat is verreweg het grootste deel die er niet goed tegen kunnen. Het kan een afscheid zijn voor jaren als familie of vrienden naar Indië vertrekken het kan een afscheid zijn voor enkele maan den of misschien slechts voor luttele weken. Maar toch zeggen wij bij zoo'n gelegenheid: Je kunt nooit wetenals het eens voor goed was En dan gaan we nog eens langs alle bekende plekjes en we sloven ons uit om vooral aardig en hartelijk te zijn en hoe gaarne offeren wij onze rust, ons gemak en onzen persoonlijken smaak op voor den ander. Het is immers voor het laatst. Voor langen tijdmisschien wel voorgoed. En zoo'n laatsten dag hoeveel zouden wij dan niet haastig nog willen goedmaken, in halen uitwisschen. Op zoo'n laatsten dag klopt maar al te vaak de rekening niet en dan is er geen tijd meer en geen gelegenheid om het nog eens over te doen. En toch is het zoo eenvoudig: als wij altijd 100% gegeven hadden dan zouden wij nu niet tekort komen Hoe vaak zijn wij niet ergens voor het laatst en weten het niet. Hoe vaak drukken wij niet iemand de hand voor het laatst en weten het niet En als dan later de wroeging en de spijt komen over hetgeen we verzuimden dan zeggen we: ja als ik dat geweten had En dan is het te laat. Telaatom goed te maken telaat om in te halen telaat om het over te doen want wij doen nooit iets over onder precies dezelfde omstandigheden. Elk oogenblik komt maar één keer. Dit is een van die waarheden, waar wij door gaans plezierig langs leven met beide oogen stijf dicht tothet ook voor ons telaat is. In het niet beschamend, dat wij de dreiging van een afscheid noodig hebben om het beste in ons tot ontolooiing te laten komen? AMY GROSKAMP—TEN HAVE. Op 31 December j 1. was het zielental van Bloemendaal tot 15905 gestegen. Op 1 Januari 1936 bedroeg het 15880, de netto-vermeerde ring was dus 25. Geboren werden 168 kinderen, terwijl 174 ingezetenen overleden: 2451 personen vestig den zich in de gemeente, 2420 vertrokken. Het vestigingsoverschot bedroeg derhalve 31, het verschil tusschen sterfte en geboorte 6. Ook in 1936 gedroeg de bevolkingsstatistiek van Bloemendaal zich op elk onderdeel afwij kend van de normen van het geheele land. De netto-toeneming van 25 zielen, d, i. 0,15 pCt., ligt ver beneden de toeneming van geheel Nederland, die in de drie voorafgaande jaren 1,31 1.23 en 0.98 pCt. hebben bedragen. Het geboortecijfer, neerkomend op 10.6 geboorten per 1000 inwoners wijkt eveneens sterk af van het totaal-cijfer voor Nederland, dat in de voorafgaande jaren rsp. 20.6 en 20.2 bedroeg. Ook het sterftecijfer, n.l. 10,9 per 1000 inwo ners wijkt van de normen af, evenwel in om gekeerden zin. Voor het geheele land waren de sterftecijfers over de beide voorafgaande ja ren n.l. resp. 8,4 en 8,7 per 1000 inwoners. Onder de 2451 nieuwe inwoners waren 668 mannen en 1783 vrouwen, onder de 2420 ver- trekkenden 651 mannen en 1769 vrouwen. De groote mutatie onder de vrouwelijke ingezete nen moet meerendeels worden toegeschreven aan verhuizingen van vrouwelijk dienstperso neel, een verschijnsel dat zich onderling tus schen Haarlem, Bloemendaal en Heemstede zeer sterk voordoet. Bij de zeer geringe netto- toename van het totale zielental mag niet over het hoofd wor den gezien, dat in den loop van 1936 nieuwe voorschriften betreffende de bevolkingsregis ters zijn tot stand gekomen, waardoor ver pleegden in gestichten niet langer als inge zetenen worden overgeschreven naar de ge meente, waarin dit gesticht is gelegen Een uitzondering hierop wordt alleen gemaakt voor personen, die niet in gezinsverband le ven. In de gemeente Bloemendaal ligt het Provinciaal Ziekenhuis, met een gestichtsbe volking van ongeveer 1000 personen, die tot ongeveer midden 1936 als inwoners van Bloe mendaal waren ingeschreven. Patiënten, die sedertdien werden opgenomen, bleven in hun oude woonplaats als inwoner geboekt en droe gen dus niet bij tot de vermeerdering van Bloemendaal's zielental. Anderzijds hadden ontslagen of overleden putienten wel invloed op de cijfers van vertrek of overlijden Dat het totaal-beeld van de bevolkingsstatistiek over 1936 hierdoor ongunstig wordt beïnvloed, ligt voor de hand. Dit zelfde geldt natuurlijk ook voor andere gemeenten, zooals Benne- broek met de stichting Vogelenzang, Heemste de met Meer en Bosch e. d. Wanneer na ver loop van eenige jaren het effect van de nieu we voorschriften geheel zal zijn doorgewerkt zullen de plaatselijke bevolkingsstatistieken een veel juister beeld geven omtrent de ont wikkeling der gemeenten dan voorheen het geval was. Wa: Bloemendaal betreft zal het sterfte-overschot van do laatste jaren dan wellicht ook weer in een geboorte-overschot Veranderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8