\ftcuw scktiifi.
Cijfers over Bloemendaal.
Europa tegen Amerika Athletiek- of voetbalwedstrijd
Een Europeesche voetbalvlag Een Engelsche beroepsvoet
baller met rijpe ervaring over het spel op het vasteland
Holland vergeleken met Duitschland, Oostenrijk en Hon
garije
Onze hoofdredacteur heeft naar aanleiding
van de plannen, die er bestaan, om een West-
Europeesch tegen een Cenfcraal-Europeesch
voetbalelftal in het veld te brengen, in ons
nummer van 11 Januari net idee geopperd
de voorgestelde match te wijzigen in een
ontmoeting tusschen All-Europe tegen All-
America, teneinde door middel van de sport
de eerste schrede te zetten op den weg, die
leidt naar óe Vereenigde Staten van ons
"werelddeel.
Het zou inderdaad interessant zijn, wan
neer een dergelijk sportevenement zou kun
nen worden georganiseerd, doch het wil
schrijver dezes voorkomen, dat men, om dit
doel te bereiken, zich voorshands beter tot
de athletiek kan bepalen. Wellicht is het
niet algemeen bekend, dat men in die rich
ting reeds een succesvolle poging heeft on
dernomen. te weten een dual-meet" tusschen
de athleten van Engeland en Koloniën, dus
van het Britsche Rijk en die van de Ver
eenigde Staten van Noord-Amerika.
Op deze basis voortbouwend, zou bet dus
geenszins onmogelijk zijn. de gelegenheid
tot deelneming uit. te breiden tot het wereld
deel Amerika eenerzijds en Europa ander
zijds. Het voordeel van een athletiek-meeting
is toch, dat zij uit verschillende onderdeelen
bestaat en dat elk land van ons werelddeel
uitblinkers in bepaalde nummers bezit, wat
de algemeene belangstelling en eensgezind
heid slechts ten goede kan komen.
Laat, ons eens nagaan, in hoeverre een
dergelijk Europeesch team met succes zou
kunnen worden samengesteld om een ploeg
van het Amerikaansche werelddeel degelijk
partij te kunnen geven. Holland zou met
Osendarp voor de sprint en Brasser voor
den tienkamp reeds een voldoende bijdrage
hebben geleverd, Een estafette, bestaande
uit eerstgenoemde, den Zwitser Haenni, den
Zweed Strömberg en den Hongaar Sir mag
ook met eere genoemd worden, terwijl de
Engelschen met hun Olympische overwin-
naarsploeg op de 4 keer 400 Meter ongetwij
feld steri-f favoriet zouden zijn. Den Scandi-
naviërs zou men met een gerust hart de lan
ge afstandnummers en het speerwerpen
kunnen toevertrouwen, terwijl de Duitschers
te Berlijn bewezen hebben met den discus
en in het verspringen heel wat mans te zijn.
Ook op de 150-0 Meter kunnen onze Ooster
buren met succes meedingen in den persoon
van Dompert, terwijl de Ieren (O'Gallaghan)
en de Pranschen (Noël) in het hamerwerpen
een steentje konden bijdragen. De Italianen
zijn op de midden-afstanden evenmin te
versmaden en de Belgen, Franschen en
Spanjaarden zouden bij een wieier-wegwed
strijd zonder twijfel tot de favorieten be-
hoo-ren. Hongarije speelt in het waterpolo
en bij den vrijen slag (Csik) een eerste viool
en het moet al raar loopen, als de Russen
met den een of anderen Don-Kozak niet
met paardrijden een eersten prijs konden
winnen.
Bovendien zijn hun worstelaars vermaard,
evenals die van Turkije, over welks catch-
as-catch-can-vertegenwoordiger Ali Baba wij
nog kortgeleden eenige belangwekkende bij
zonderheden betreffende zijn uithoudings
vermogen en strijdlust mededeelden. Men
beweert, dat de Yoego-Slaven lang niet on
verdienstelijk roeien, terwijl daarentegen
Tsjecho-Slowakije zoowel boksers als pïng-
pongspelers van naam heeft voortgebracht.
Het is jammer, dat de tijd van voorbereiding
tot de opening van de Parijsche wereldten
toonstelling wel wat kort is, om een kracht
meting op sportgebied tusschen Europa en
Amerika met kans op succes te kunnen or-
ganiseeren.
Eén ding is zeker, Amerika zou moeite ge
noeg hebben, zelfs met de medewerking der
Argentiniërs, Urugueezen, Chileenen (Zaba-
la) en Bolivianen den zonen van de oude
wereld weerstand te bieden.
Het is wel eens interessant en tegelijkertijd
niet weinig verrassend de meening van een
bekend Engelscih internationaal voetballer te
hooren over de oorzaken, die er toe geleid
•hebben, dat Engeland in interland matches
op het vasteland van Europa dikwijls een
vrij poover figuur heeft geslagen.
Hij begint met te zeggen, dat er in de eer
ste jaren na den oorlog Britsche prof.-elf-
tallen zijn geweest, die werkelijk abomina
bel slecht en onverschillig gespeeld hebben,
zoodat de individueele prestaties in vergelij
king met die in de competitie geleverd, in
derdaad onherkenbaar en hoogst onvoldoen
de waren.
Na de internationale ontmoetingen tegen
Duitschland te Berlijn f3—3) en eenige da
gen later tegen Oostenrijk te Weenen (00),
beide door onzen landgenoot Mutters geleid,
ging men inzien, dat het spelpeil op het
vasteland met rasse schreden vooruitging en
dat men zich, wilde men een behoorlijk re
sultaat behalen, geen vrijheden meer kon
veroorloven. De speler in kwestie geeft ove
rigens als zijn overtuiging te kennen, dat
Engeland belde bovengenoemde matches
zeer zeker zou hebben gewonnen, indien niet
In beide gevallen aan een der Britsche spe
lers een ernstig ongeval was overkomen. In
Berlijn liep de halfback Marsden (die later
H.B.S. heeft getraind) een levensgevaarlijke
kwetsuur aan den nek op, die een langdurig
verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk maak
te en die een einde aan zijn loopbaan maak
te. In Weenen was het de spil Webster, die
zijn neusbeen brak en moest uitvallen, welke
ongevallen niet nalieten, de Engelsche spe
lers ernstig te beïnvloeden.
Wat dan wel de oorzaak is van de latere
vrij matige resultaten op het vasteland? Niet
het klimaat en niet de gesteldheid van de
terreinen, zooals dikwijls beweerd is. Neen.
aldus de Engelsche speler, het is de wijze,
waarop de Duitschers. de Oostenrijkers, de
Hongaren en de Nederlanders het spel op
vatten in tegenstelling met de zuidelijker
gelegen volken en zelfs met de Engelschen in
eigen land. Zij zijn voor alles studieus, zij
bestudeeren het spel op het veld en in theo
rie onder deskundige leiding en. ongeacht de
stand van de match fin hun voor- of nadeel)
blijven zij volharden in het speltype, dat
hun geleerd is. Het passeeren van den bal
van man tot man dikwijls met groote
nauwkeurigheid wordt nooit onzuiver. Het
is het typische Schotsche spel met het eenige
onderscheid, dat zij nimmer probeeren den
bal met vereende krachten in het doel te loo
pen. als hun positie en de stand van de
match wanhopig wordt. Als ze slechts be
ter konden schieten, ben ik overtuigd, aldus
deze Engelsche speler van reputatie, dat we
op hun terreinen geen enkelen wedstrijd
meer zouden winnen. Want zij hebben thans
een dergelijke vaardigheid bereikt, dat ze het
spel even goed, zoo niet beter kennen dan
hun leermeesters.
De lezer zal ongetwijfeld, evenals wij. wat
verbaasd staan over bovenstaand oordeel en
toch is het niemand minder dan de doelver-
dedlger van het Engelsche elf tel. Harry
Ilibbs. die zijn meening uit eigen ervaring
ten beste geeft. Men dient echter niet te
vergeten, dat I-Iibbs meermalen tegen de
Centraal-Europeesehe teams en slechts één
maal tegen ons land uitkwam, zoodat het
niet zoo verwonderlijk is, dat hij alle ge
noemde landsploegen in dit verband over
één kam scheert. Bovendien zal men zich
herinneren, dat de Hollandsche voorhoede
in den wedstrijd tegen Engeland in het Am-
Sterdamsche Stadion inderdaad zoo goed als
geen enkel schot loste en. practisch gespro
ken, In het stuk niet voor kwam. Niettemin
mogen we ons gevleid voelen, dat Ilibbs het
zuivere passeeren van man tot man, dat
nooit onnauwkeurig wordt bij de door hem
genoemde landsploegen en dus ook bij het
Nederlandsch elftal, als een karakteristieke
spelhoedanigheid vermeldt. Wij zelf hebben
in dit opzicht de virtuositeit van onze natio
nale ploeg nooit zoo buitengewoon kunnen
waardeeren.
Toen de Engelschen in de derde testmatch
te Melbourne hun zesde wicket in de tweede
innings verloren hadden en bijna 500 runs
achter waren, kwam Robins Leyland aan de
wickets gezelschap houden. Volgens zijn ge
woonte stak eerstgenoemde met groote ener
gie van wal en liep op eiken bal, waarop
Leyland opmerkte: „Kalm maar aan, old
chap, we hoeven vanavond niet. alle runs
meer t,e maken.
Koudegolf over Duitschland en
Polen.
Schepen door sneeuwstorm verrast.
WARSCHAU, 19 Januari (Havas) Een
zeer hevige koude teistert thans geheel Polen.
Te Warschau is de Weichsel bevroren. IJs
brekers zijn onophoudelijk in de Golf van
Dantzig in de weer.
Te Lwow (Lemberg) zijn gisteren 87 perso
nen in de ziekenhuizen behandeld, waar zij
hulp waren komen zoeken wegens bevroren
handen, voeten en ooren
BERLIJN, 19 Januari (Havas). Een sneeuw
storm heeft vannacht boven geheel Duitsch
land gewoed.
Tal van schepen werden door den storm ver
rast. Zij vluchtten Kiel en de meeste andere
Duitsche havens langs de Noord- en Oostzee
binnen.
Tengevolge van de ontzettende koude is de
rivierscheepvaart op de Oder geheel ge
staakt. De sneeuw heeft het spoorwegverkeer
ernstig belemmerd.
Spaansche regeeringstroepen
hebben succes.
De heuvel Los Angeles omsingeld.
MADRID, 19 Jan. (Havas/A.N.P.) Om
kwart over elf werd vernomen, dat de regee
ringstroepen vannacht den heuvel Los Angeles
geheel omsingeld hebben met de officieren en
manschappen van het rebelleerende garnizoen
van Getafe.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii
T reinscène.
door BERT LOVEN.
Generaal Lafontaine schrok uit zijn slapen
de houding op, toen de trein stopte en het
portier opengeworpen werd.
Bonjour, m'sieu! groette de binnenstap
pende reiziger. Lafontaine beantwoordde den
groet vriendelijk beleefd.
't Is vreeselijk stil in den trein, mijnheer,
hervatte de vreemdeling, nadat hij zijn bruin-
lederen valies in het bagagenet had gedepo
neerd en zich tegenover den generaal in de
kussens had laten vallen.
Lafontaine glimlachte. Zijn coupégenoot
scheen iemand te zijn, die hem in praatlustig
heid evenaarde, misschien wel overtrof.
Inderdaad zei hij, dat heb ik zooeven in
Parijs ook opgemerkt, toen ik instapte. Vree
selijk stil is het. Mag ik zoo vrij zijn?
Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn en
diepte daaruit zijn naamkaartje op, dat hij aan
zijn metgezel presenteerde. Deze las met stij
gende belangstelling:
G. J. W. LAFONTAINE
Generaal d.s. chez l'Armée de France.
Hij maakte een beleefde buiging voor den
veldheer en zei:
Zeer aangenaam, generaal. Het is een
buitengewone eer voor mij, in uw gezischap te
mogen reizen. Mijn naam is Charly Leblanc,
advocaat en procureur. Lafontaine glimlachte
en mompelde eveneens iets vriendelijks. Le
blanc liet het glanzende kaartje in zijn jas
zak glijden en gaandeweg begon het gesprek
te vlotten. Lafontaine wist smakelijk te vertel
len uit zijn militaire loopbaan en Leblanc.
'ermaakte zijn metgezel met grappige mo
menten uit de rechtzaal.
Is het brutaal, als ik vraag, wat het doel
van de reis is? vroeg de advocaat na een
poosje.
Orleans! zei Lafontaine lachend. Maar
het is geen dienstreis. Even aarzelde hij, toen
vervolgde hij op meer zakelijken toon: Waar
om zou ik het niet zeggen? Ik zal toch zeker
een advocaat wel kunnen vertrouwen? Stel u
voor. Enkele dagen geleden nam ik in het
centrum van Parijs een taxi en daarin vond
ikwat denkt u?
Leblanc haalde de schouders op.
Ik geef het op, zei hij lachend. Een por-
temonnaie?
Misgeraden! lachte de generaal. Schrik
niet. Ik vond in de auto, half tusschen de
kussens verborgen een damestaehje waarin
zich een halssnoer bevond, bezet met een
groot aantal zeer kostbare diamanten.
Ai!riep de ander verbaasd. Dat was
een buitenkansje voor u.
Pardon, antwoordde Lafontaine glim
lachend. Het is een buitenkansje voor de dame,
die zoo nonchalant was, het taschje te laten
liggen.
f CREMATIE J. H. A. EVERS.
HAARLEM Maandag.
Hedenmiddag vond onder groote belangstel
ling op Westerveld de crematie plaats van het
stoffelijk overschot van den heer J. H. A.
Evers, oud-inspecteur der registratie en do
meinen te Haarlem.
Wij merkten onder degenen, die den over
ledene naar zijn laatste rustplaats voerden op
den heer mr. W. G. del Baere. oud-kantonrech
ter te Haarlem, ir. W. J. Burgersdijk, directeur
en mr. E. A. Immink, secretaris der directie
der Noord Zuid-Hollandsche Tramwegmaat
schappij. Notaris N. J. Hoeflake. mr. W. P.
Paardekooper Overman, substituut-officier van
justitie, R. W. P. Peereboom, G. D. Gratama.
directeur van het Frans Halsmuseum. B. F.
Enschedé, E. H. Krelage. oud-voorzitter van de
Kamer van Koophandel, ir. J. H. Telders, direc
teur van de N.V. tot Uitvoering van Haven
werken, voorheen M. J. van Hattum te Bever
wijk, ir. J. A. A. Ochtman, directeur van de
Gasfabriek, J. de Breuk, II. H. J. Verhoeff, no
taris te A venhom, namens de Kamer van Toe
zicht op de Notarissen, mr. P. Fulrri Snethlage,
prof. mr. R. P. Cleveringa uit Leiden, O. Mend-
lik. mr. J. B. Ebbinge, belastingconsulent, A.
J. H. Reynders, C. Zaalberg. H. F. R. Dubois,
A. J. Torley Duwel, A. F. Boersema, inspecteur
der registratie en domeinen, A. P. Versluys, oud
ontvanger van de registratie en domeinen te
Haarlem, G. W. Martens, oud-inspecteur van
de belastingen te Haarlem. J. A. Scholl en W.
Nedërkoorn, beiden commies bij de registratie
en domeinen te Haarlem.
In de aula is allereerst gesproken door den
heer Mijnlieff, directeur der registratie en
domeinen, die er op wees dat hij den over
ledene reeds veertig jaar kende. De laatste
jaren waren spreker en de heer Evers elkaar
zeer dicht genaderd „Gij deedt uw werk met
toewijding, opgewektheid en trouw". Gaarne
had spreker gezien, dat de overledene zijn
werk nog lang had voort kunnen zetten en
dat was ook zijn eigen wensch. Gij waart
echter dankbaar", aldus spreker, „dat gij na
40 dienstjaren nog zoo goed in staat waart
uw taak aldus te vervullen. Later trof het
spreker, dat de overledene zich in den gang
van zaken zoo uitstekend heeft kunnen
schikken.
Destijds nam spreker afscheid van den
overledene in diens ambtelijke functie. Nu
nam hij afscheid voor altijd, maar met nog
meer waardeering dan bij het afscheid van
het. werk, want nu komen weer naar voren
de gesprekken en vertrouwelijke oogenblik-
ken van vroeger. Het was voor spreker, die
in den overledene een goed vriend verloor,
een troost te weten, dat deze een gelukkig
leven heeft geleid.
Nadat de heer Mijnlieff gesproken had,
heeft mr. W. G. del Baere, oud-kantonrechter
te Haarlem, gesproken namens de Kamer van
toezicht op de notarissen en candidaat-nota-
rissen alhier. Mr. Del Baere zei te spreken
wegens verhindering van den voorzitter mr.
G. Sluis, die gaarne aanwezig zou geweest zijn.
„Met diepen weemoed staan we hier bij de
baar van den man, die-lang in ons midden
was", zei spreker. „De Kamer van Toezicht
heeft veel aan hem te danken. Hij had een
groote kennis van zaken en zijn adviezen wer
den zeer gewaardeerd. Hij was in zijn oordeel
strikt onpartijdig en, hoewel hij eigen meening
niet gemakkelijk prijs gaf, was hij toeganke
lijk voor de meening van anderen".
Spreker dankte ook voor de vriendschap.
„Door zijn beminnelijke omgangsvormen, zijn
trouw en zijn karakter wist hij aller sympa
thie te winnen. Wij zijn dankbaar voor het
vele, dat hij ons gaf".
De heer R. W. P. Peereboom zei nacnens de
vrienden van de Haarlemsche Rotarycluib den
overledene dank te willen zeggen voor alles,
wat hij voor hen Was geweest. Ook het stand
punt van jongeren begreep hij en in de
vriendschap die de leden verbindt was hij
sinds vele jaren een der belangrijkste scha
kels. Wij zullen zijn goede, trouwe, vriendelijke
persoonlijkheid zeer missen.
Een schoonzoon, ir. W. J. Berdenis van
Berlekom te Groningen sprak namens de
familie een woord van dank voor de groote
zorg en toewijding van den overledene voor
de kinderen.
De heer J. B. Coops, oud-ontvanger, sprak
een woord van afscheid als vriend. Spr. zei
den overledene 14 jaar geleden te hebben
leeren kennen; er was een band van vriend
schap ontstaan. Na het verlaten van den
dienst der belastingen was die band nog
sterker geworden en toen de heer Evers ge
opereerd was, kon spr. hem dagelijks in het
Ach natuurlijk! verbeterde de advocaat
haastig. Het is een groot geluk voor haar, dat
het juist een hooggeplaatst militair zijn moest,
die het taschje vond. Er zijn zooveel oneerlijke
menschen op de wereld. Daar kan ik over oor-
deelen. Mijn beroep als advocaat brengt dat
met zich mede. En nu gaat u het halssnoer
terugbezorgen?
Precies! zei de ander trotsch. In het
taschje zat een kaartje met haar naam en
adres. Madame Tournier, Rue Jeanne d'Arc,
Orleans. Ik heb haar geschreven en ze ver
wacht mij nog vanavond. Raad eens, hoeveel
waarde het snoer vertegenwoordigt?
Hoe kan ik daar over oordeelen, als ik het
voorwerp in kwestie niet gezien heb? zei Le
blanc schouderophalend.
Ach ja, natuurlijk.
De generaal stond op en nam zijn koffertje
uit het net. waarbij de ander constateerde, dat
dit valies en dat van hemzelf vrij nauwkeurig
op elkaar geleken. Een oogenblik later hield hij
een schitterend juweel tusschen zijn vingers.
Zachtjes floot hij tusschen zijn tanden.
Schitterend! zei hij met oprechte bewon
dering. Hoe kan iemand met zoo'n kostbaar
sieraad zoo onachtzaam omspringen? Mag ik
eens taxeer en?
Heel graag.
Tweehonderd duizend franc?
Verbaasd keek Lafontaine hem aan.
Op z'n kop af. Juwelier Brouchard uit de
Rue de Paix schatte precies hetzelfde bedrag.
Bent u kenner van juweelen?
Leblanc bevestigde het met de woorden:
Ik taxeer nogal veel. het is bijna mijn da
gelij ksch werk. Maar als u eens wist, hoeveel
minderwaardig werk er in omloop is.
Hij gaf het sieraad terug en Lafontaine leg
de het uiterst voorzichtig weer in het dames-
t.aschje en dit in het valies, dat hij boven zijn
hoofd in het net plaatste.
Madame Tournier zal u wel dankbaar
zijn, vervolgde Leblanc. In ieder geval is dit
een juweel van ongerepte zuiverheid. Geen
vlekje zit erop.
Het gesprek werd voortgezet, waarbij de
advocaat verhaalde van diverse trucs met
valsche juweelen en van het groote aantal op
lichters waarmede hij uit den aard van zijn
beroep herhaaldelijk in aanraking kwam. Ten
slotte gaf hij Lafontaine den welgemeenden
raad voorzichtig te zijn, als hij in Orleans
uitstapte, want juist daar wemelde het van
geroutineerde juweelendieven.
De ander knikte bevestigend:
Laat dat maar aan mij over, waarde heer,
lachte de generaal. De man, die mij een poets
wil bakken, moet nog geboren worden. Guil-
laume Lafontaine is niet zoo dom. dat hij zich
door een oplichter laat beet nemen.
Dat geloof ik graag, zei Leblanc met over
tuiging. Men kan het u wel aanzien dat u niet
gemakkelijk te overrompelen bent. Trouwens
het commentaar in de dagbladen tijdens de
jongste manoeuvres geven voldoende blijk van
ziekenhuis spreken. Er is echter geen herstel
gevolgd en thans is hij uit het lijden wegge
nomen. De herinnering blijft aan hem van een
trouw en goed kameraad.
Een broeder van den overledene dankte voor
de belangstelling.
DE HEER K. TER LAAN ONDERSCHEIDEN.
Bij Koninklijk besluit is aan K. ter Laan.
op zijn verzoek, met ingang van 8 Februari
1937. eervol ontslag verleend als burgemees
ter der gemeente Zaandam, met dankbetui
ging voor de langdurige en belangrijk dien
sten. door hem als burgemeester bewezen,
met benoeming tevens tot ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw
PURMERENDER MARKTBERICHT.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 19 par
tijen, wegende 28000 K.G. Handel matig. Hoog
ste prijs f 19.
Kleine Boeren. Aanv. 6. Per 100 K.G. m.Rijksm,
f 18. Handel goed. Boter 262 f 1,60—f 1,63 per
Kilo. Weiboter f 1,36 per Kilo. Runderen, to
taal 416 stuks. Vette koeien 210 52—64 per K.G.
vlug Gelde koeien 63 80160 per stuk matig.
Melk koeien 90 110—215 per stuk matig. Stie
ren 33 45—55 per K.G. matig. Paarden 18
60—120 per stuk stug. Vette kalveren 64
30—60 oer K.G. matig. Nuchtere kalveren voor
de slacht 296 5—12 per stuk matig. Nuchtere
kalveren voor de fok 1015 per stuk matig.
Vette varkens voor de slacht 272 4144 per
K.G. matig. Magere varkens 71 1925 per
stuk vlug. Biggen 334 950—14 per stuk viug.
Schapen 829 18—30 per stuk vlug. Bokken 33
415 per stuk matig. Kipeieren 3—340 per 100
st. Eendeieren 275 per 100 st. Piepkuikens 0,65
—0,70 per K.G. Oude kippen en hanen 0,35—
0,45 per K.G. Konijnen 0,40—1.70 per stuk.
Eenden 0,25—0,55 per stuk. Duiven 0.40 per
paar. 55544 Eendeneieren A f 2,80f 4,20.
COÖP. CENTRALE E IERVEILING
PURMEREND G.A.
Aanvoer 90.000 eendeieren 2,602,75. 100.000
kippeneieren 70/80 K.G. f4f5,20; 65/66 K.G.
f3,50—f3,60; 63 64 K.G. f3,20—f3,40; 60/62
K.G. f3,05—f3,30; 58 59 K.G. f3—f3,15 56/57
K.G. f2.95—f3.05; 53/55 K.G. f2,90—f3; 50/52
K.G. f2,80—f2,90.
VEEMARKT ROTTERDAM.
Totale aanvoer 3633. Paarden 213, veulens 3,
magere runderen 950, Vette runderen 817, vette
kalveren 103, graskalveren 108, nuchtere kal
veren 1090. schapen en lammeren 268, zuig-
lammeren 4, varkens 1, bokken en geiten 76.
Prijzen per K.G.: Vette koeien le kw. 6457
2e kw. 4348. Vette ossen le 6154 2e 4550.
Stieren le 60—52 2e 48. Vette kalveren le 100—
90 2e 67—77. Schapen le 46—39 2e 32. Lamme
ren le 4940 2e 30. Graskalveren le 6050,
Nuchtere kalveren le 4843, 2e 38. Slacht
paarden le 4740, 2e 34.
Prijzen per stuk- Schapen le kw. 2518. 2e
14. Lammeren le 21—18, 2e 12. Nuchtere
slachtkalveren le 14^-12, 2e 7. Nuchtere fok-
kalveren le 19—17, 2e 15. Slachtpaarden le
195140. 2e 100. Werkpaarden le 235145, 2e
100. Hitten le 130—105. 2e 70. Stieren le 280—
25.2e 105. Kalfkoeien le 235—100, 2e 120. Melk
koeien le 240—190, 2e 135. Varekoeien le 165—
130, 2e 90. Vaarzen le 150—105, 2e 85. Pinken
le 125—100, 2e 75. Graskalveren le 70—50, 2e
65. Bokken en geiten le 12—8, 2e 4.
Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering:
Vette koeien en ossen aanvoer grooter, han
den vasthoudend, prijzen lager pr. kw. os 68—
64. Stieren aanvoer ruimer, handel stug. prij
zen niet hooger. Vette kalveren, aanvoer ge
woon, handel kalm, prijzen prijshoudend pri
ma 1.10. Schapen en lammeren aanvoer korter,
handel kalm, prijzen als gisteren. Nuchtere
slacht- en fokkalveren aanvoer als vorige week,
handel tamelijk, prijzen voor den dood staande,
voor het leven hooger. Paarden aanvoer groo
ter. handel vasthoudend, prijzen le kwal
slachtpaarden hooger. Kalf- en melkkoeien
aanvoer korter, handel matig prijzen constant.
Varekoeien aanvoer als vorige week, handel
sleepend, prijzen als vorige week. Vaarzen en
pinken, aanvoer tamelijk, handel stil, prijzen
stabiel. Graskalveren aanvoer iets ruimer, han
del matig, pri,jzen onveranderd. Bokken en
geiten aanvoer iets grooter, handel vlot, prij
zen hooger.
iiiiiiiüiiiiiiiiHiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiim
tactiek en rustige zelfverzekerdheid.
Maar toch is voorzichtigheid geboden.
Lafontaine glimlachte gevleid.
De trein begon vaart te verminderen en de
advocaat maakt zich gereed.
- Gelukkig behoef ik niet zoover als u, zei
hij. Mijn reis is bijna teneinde, althans voor
vandaag. Het spijt mij, dat ons samenzijn zoo
kort geduurd heeft, maar ik hoop u spoedig,
weer te ontmoeten en dan stel ik mij voor,
de kennismaking meer duurzaam te bevesti
gen. U kunt dan tevens mijn vrouw leeren
kennen Ik heb uw adres en u het mijne.
Hij voelde nog even in zijn zak en knikte.
Uw kaartje zit veilig opgeborgen. Mijn adres
is Boulevard Jean Jaures 23, Parijs.
Afgesproken, zei Lafontaine.
Ze reikten elkaar de hand ten afscheid en
toen de trein stilstond greep Leblanc het kof
fertje uit het net en sprong lenig tusschen de
reizigers op het perron.
Lafontaine liet zich weer in de kussens val
len en toen viel zijn blik op het bruine valies
in het bagagenet tegenover hem.
- Mon Dieu! riep hij verschrikt. Dat komt
van dat geklets. Daar heeft mijnheer Leblanc
bij vergissing het verkeerde valies meegeno
men.
Hij sprong uit den coupé en klampte een
kruier aan. Loop als de weerlicht dien mijn
heer met dat bruine valies en die grijze regen
jas achterna, beval hij. Neem dit koffertje
mee en breng het andere, dat hij in zijn hand
heeft terug. Die mijnheer heeft bij vergissing
mijn valies meegenomen. Haast je wat. want
de trein vertrekt dadelijk.
De kruier, belust op een goede fooi, snelde
weg en juist toen de chef het vertreksein gaf.
was hij weer terug. Hij reikte Lafontaine het
zelfde valies over en zei:
Het was bepaald een vergissing van u,
mijnheer. Die mijnheer had zijn eigen koffer.
Hij liet mij zien, dat er een koperen pia.atje op
wa'- .angebracht met den naam Lafontaine en
lie. nü ook zijn naamkaartje zien. Het is een
hooge oome, mijnheer. Hij is generaal. Hier is
het kaartje, ik moest u de groeten doen.
Vlug' sprong hij van de treeplank zonder
fooi en de generaal liet zich zuchtend in zijn
hoekje vallen.
- Zoo:n schobbejak!.... Zoo'n fielt, siste
hij tusschen zijn tanden. En aan hem zou ik
mijn geheele vermogen durven toevertrouwen.
Hij keerde zijn eigen naamkaartje om en las
met ingehouden woede:
- Generaal. Met dank voor de gezellige
reis, die voor mij tevens voordeelig is. Het ge
luk moet je maar dienen. U was zoo gelukkig
het taschje te vinden. Gun mij ook wat geluk.
Ik verzeker u, dat ik het halssnoer voordeelig
zaJ weten te verkoopen. Gedeelde vreugde is
dubbele vreugde, nietwaar? De groeten aan
madame Tournier en nogmaals bedankt door:
Charley Leblanc, advocaat,
alias Jean Rouge, zakkenroller.1
WOENSDAG 20 J A N. 1937
Te laat.
Twee oude vrienden liepen samen langs den
wallekant van de grijze grachten.
Als vanzelf droegen hun voeten hen langs
de bekende wegen. Waren zij niet ettelijke
malen dezen zelfden weg reeds gegaan, diep
in gesprek of zoo maar zwijgend naast elkaar
in een prettige vertrouwelijkheid, die geen
woorden van noode heeft?
Vandaag was het voor het laatst.
Weldra zou een der beiden zijn bestemming
volgen in verre landen. En nu liepen zij daar
en praatten en ieder deed zijn best voorko
mend te zijn en hartelijk en datgene te zeggen
wat de andere op zijn verdere reis door het
leven mede zou nemen als een lieve herinne-
rinS-
Het is nimmer bij hen opgekomen zich
zooveel moeite te geven, maar nu zij elkaar
voor het laatst zien nu zouden zij eigen
lijk wel ineens alles willen goedmaken wat
ooit als wanklank hun vriendschap heeft ver
stoord.
De laatste dag in den ouden werkkring
het laatste werk met hoeveel zorg wordt
het gedaan
Het Is voor het laatstdaar steekt iets
van weemoed in er is iets voorbijer
is alweer een periode afgesloten.
Er zijn er onder ons wien een afscheid
koud laat maar er zijn er ook en dat is
verreweg het grootste deel die er niet goed
tegen kunnen.
Het kan een afscheid zijn voor jaren als
familie of vrienden naar Indië vertrekken
het kan een afscheid zijn voor enkele maan
den of misschien slechts voor luttele weken.
Maar toch zeggen wij bij zoo'n gelegenheid:
Je kunt nooit wetenals het eens voor
goed was
En dan gaan we nog eens langs alle bekende
plekjes en we sloven ons uit om vooral aardig
en hartelijk te zijn en hoe gaarne offeren wij
onze rust, ons gemak en onzen persoonlijken
smaak op voor den ander. Het is immers voor
het laatst. Voor langen tijdmisschien
wel voorgoed.
En zoo'n laatsten dag hoeveel zouden wij
dan niet haastig nog willen goedmaken, in
halen uitwisschen.
Op zoo'n laatsten dag klopt maar al te
vaak de rekening niet en dan is er geen tijd
meer en geen gelegenheid om het nog eens
over te doen.
En toch is het zoo eenvoudig: als wij altijd
100% gegeven hadden dan zouden wij nu
niet tekort komen
Hoe vaak zijn wij niet ergens voor het laatst
en weten het niet.
Hoe vaak drukken wij niet iemand de hand
voor het laatst en weten het niet
En als dan later de wroeging en de spijt
komen over hetgeen we verzuimden dan
zeggen we: ja als ik dat geweten had
En dan is het te laat.
Telaatom goed te maken telaat
om in te halen telaat om het over te doen
want wij doen nooit iets over onder precies
dezelfde omstandigheden. Elk oogenblik komt
maar één keer.
Dit is een van die waarheden, waar wij door
gaans plezierig langs leven met beide oogen
stijf dicht tothet ook voor ons telaat
is. In het niet beschamend, dat wij de dreiging
van een afscheid noodig hebben om het beste
in ons tot ontolooiing te laten komen?
AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
Op 31 December j 1. was het zielental van
Bloemendaal tot 15905 gestegen. Op 1 Januari
1936 bedroeg het 15880, de netto-vermeerde
ring was dus 25.
Geboren werden 168 kinderen, terwijl 174
ingezetenen overleden: 2451 personen vestig
den zich in de gemeente, 2420 vertrokken. Het
vestigingsoverschot bedroeg derhalve 31, het
verschil tusschen sterfte en geboorte 6.
Ook in 1936 gedroeg de bevolkingsstatistiek
van Bloemendaal zich op elk onderdeel afwij
kend van de normen van het geheele land. De
netto-toeneming van 25 zielen, d, i. 0,15 pCt.,
ligt ver beneden de toeneming van geheel
Nederland, die in de drie voorafgaande jaren
1,31 1.23 en 0.98 pCt. hebben bedragen. Het
geboortecijfer, neerkomend op 10.6 geboorten
per 1000 inwoners wijkt eveneens sterk af van
het totaal-cijfer voor Nederland, dat in de
voorafgaande jaren rsp. 20.6 en 20.2 bedroeg.
Ook het sterftecijfer, n.l. 10,9 per 1000 inwo
ners wijkt van de normen af, evenwel in om
gekeerden zin. Voor het geheele land waren de
sterftecijfers over de beide voorafgaande ja
ren n.l. resp. 8,4 en 8,7 per 1000 inwoners.
Onder de 2451 nieuwe inwoners waren 668
mannen en 1783 vrouwen, onder de 2420 ver-
trekkenden 651 mannen en 1769 vrouwen. De
groote mutatie onder de vrouwelijke ingezete
nen moet meerendeels worden toegeschreven
aan verhuizingen van vrouwelijk dienstperso
neel, een verschijnsel dat zich onderling tus
schen Haarlem, Bloemendaal en Heemstede
zeer sterk voordoet.
Bij de zeer geringe netto- toename van het
totale zielental mag niet over het hoofd wor
den gezien, dat in den loop van 1936 nieuwe
voorschriften betreffende de bevolkingsregis
ters zijn tot stand gekomen, waardoor ver
pleegden in gestichten niet langer als inge
zetenen worden overgeschreven naar de ge
meente, waarin dit gesticht is gelegen Een
uitzondering hierop wordt alleen gemaakt
voor personen, die niet in gezinsverband le
ven. In de gemeente Bloemendaal ligt het
Provinciaal Ziekenhuis, met een gestichtsbe
volking van ongeveer 1000 personen, die tot
ongeveer midden 1936 als inwoners van Bloe
mendaal waren ingeschreven. Patiënten, die
sedertdien werden opgenomen, bleven in hun
oude woonplaats als inwoner geboekt en droe
gen dus niet bij tot de vermeerdering van
Bloemendaal's zielental. Anderzijds hadden
ontslagen of overleden putienten wel invloed
op de cijfers van vertrek of overlijden Dat
het totaal-beeld van de bevolkingsstatistiek
over 1936 hierdoor ongunstig wordt beïnvloed,
ligt voor de hand. Dit zelfde geldt natuurlijk
ook voor andere gemeenten, zooals Benne-
broek met de stichting Vogelenzang, Heemste
de met Meer en Bosch e. d. Wanneer na ver
loop van eenige jaren het effect van de nieu
we voorschriften geheel zal zijn doorgewerkt
zullen de plaatselijke bevolkingsstatistieken
een veel juister beeld geven omtrent de ont
wikkeling der gemeenten dan voorheen het
geval was. Wa: Bloemendaal betreft zal het
sterfte-overschot van do laatste jaren dan
wellicht ook weer in een geboorte-overschot
Veranderen.