Was het accept valsch? DRUKPERSVRIJHEID VERDEDIGD. Suikerconferentie DONDERDAG 28 JANUARI 1937 TWEEDE KAMER Nieuwe organen hadden niet veel om het lijf' De machfigings-wetgeving. J. 8choutcn (A.RJ DEN HAAG Woensdag. Volgens den heer Schouten (a.r.) leenen zich labiele tijden geenszins voor algemeene herziening der Grondwet, vooral niet, wan neer de denkbeelden tot wijziging der staats inrichting nog geen vasten vorm hebben aan genomen. Vandaar, dat het z.i. juist was, dat de Regeering zich tot het voorstellen van wij zigingen van beperkten aard en omvang be paald heeft. Voor zoover in de practijk van het staatsleven nieuwe organen met wetge vende bevoegdheid gewenscht zouden zijn., kunnen die hun grondslag vinden in het be staande art. 194. Met Mr. Goseling beval spr. aan het vraag stuk van delegatie van wetgevende macht eens nader te laten bestudeeren. Handhaving van art. T (drukpers-vrijheid) can 's heeren Schou- en's instemming ten rolle hebben. Hij acht te intusschen een ver schijningsverbod niet in strijd met het hui dige Grondwettelijke voorschrift, doch be twijfelt de doelmatig heid er van, omdat veel meer dan in dag bladen in ongeregeld het licht ziende pu blicaties misbruik van de persvrijheid te bespeuren valt. Mr. Joe kes (v.d.) wees er op, dat in hoofdzaak deze Grondwetsherziening een ge volg is van het verschijnsel van toeneming van scherpe extremistische uitingen. Dien tengevolge rees de vraag of en hoe men daar tegen zou kunnen ingaan. Zoo kwam dan de staatscommissie (wier werk Mr. Goseling wel wat al te zeer onderschat had) met voorstellen voor den dag t.a.v. beperking der persvrijheid en aangaande optreden tegen revolutionaire volksvertegenwoordigers. Nu is de drukpersvrijheid wel een van de allerbelangrijkste volksrechten. De aantas ting, door de staatscommissie beoogd, kwam hierop neer, dat art. 7 der Grondwet een tij delijk verschijningsverbod mogelijk zou moe ien maken, wat dan eventueel door de Regee ring zou kunnen geheven. Hiertegen had Mr. Joekes ernstig bezwaar. Zulk een verbod, bij rechterlijk vonnis uitgevaardigd, achtte spr. echter wèl toelaat baar, doch dat kan z.i. ook nu, mits de wet gever hiervoor verder zorg drage. De vraag is, of heden ten dage de gewone wettelijke bepalingen op dit punt wel voldoende effectief zijn om tegen pers excessen met succes te kunnen optreden. Aan een Kamer voor het bedrijfsleven be drijfsleven bestaat naast of in de Stafcen- Generaal, die het hee- le volk vertegenwoordigen, geen behoefte. Vastlegging van de bevoegdheid tot het aan nemen van „machtigings-wetgeving" verdient geen aanbeveling. Beter is het aan den wet gever over te laten hoever men met die over dracht wenscht te gaan. Los van de vraag of hiertoe al of niet Grondwetsherziening noodig is, zou het wel goed wezen de kwestie van „functioneele de centralisatie" eens aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ook de positie van de Eerste Kamer ware nadere bestudeering waard. Mr. Coops (lib.), die eerst uiteenzette, dat er van een historisch gegroeide ordening nog geen sprake is, zoodat de liberalen critisch staan tegen de hierop betrekking hebbende voorstellen der Regeering, juichte ongewijzigde handhaving der grondwettelijk gewaarborgde drukpersvrijheid van art. 7 toe. Drukpersvrij heid, goed opgevat aldus ook Buys is het ware middel tot volksopvoeding. Natuurlijk moet tegen pers-excessen opge komen, doch met Ir. Albarda onderstreept deze afgevaardigde, dat art. 7 der 'Grondwet een tijdelijk verschijningsverbod mogelijk zou maken. Ds. Zandt (Staatk. Ger.) betreurt, dat de voorstellen de drukpersvrijheid niet aan ban den leggen, wil van ordening door nieuwe or ganen niets weten en betoogt verder dat de maatregelen t.a.v. het kiesrecht de kleine par tijen bedoelen te schaden ten bate van de positie der Regeering. Jhr. Mr. De Geer (c.-h.) vestigde er met een beroep op de geschiedenis de aandacht op, hoe een beraadslaging over Grondwets herziening reeds voldoende kan zijn, om tot uiting te doen komen, dat de Grondwet een bepaalden gang van zaken toelaat, waarvan men vroeger meende, dat die uitgesloten was. Na de ter gelegenheid van de herzie ning van 1887 gevoer de discussies was vast komen te staan, dat ook het bestaande grondwetsartikel, zon der wijziging te on dergaan, subsidiee- ring van bijzondere scholen toeliet. Met het gevolg, dat hier toe twee jaar later de wet-Mackay ontstond Thans is aan het licht getreden, dat men in vrij breeden kring de meening toe- in tegenstelling met de vroeger tureele beteekenis. Spr hield zich verder vooral bezig met deze Regeering te verwij ten. dat zij een belangrijk deel van het volk nl. allen, die het principieel met haar on eens zijn buiten de rechtsorde sluit. Waar na de communist de Visser ook al een klaaglied aanhief over de ingediende ont werpen, die 2.i. de kroon zetten op het werk der staatkundige reactie, onder leiding van het kabinet-Colijn ondernomen. De voorstellen zijn in strijd met het pro gramma van Dr. Colijn van 1933. dat immers o m. inhield, dat zijn bewind niets zou on dernemen, wat de bestaande politieke tegen stellingen zou toespitsen. De kleine partijen, welke o.m. door de bepaling inzake het even redigheids-stelsel bedreigd worden, heeft de Regeering dus reeds bij voorbaat buiten de politieke gemeenschap gesteld. Reactionnair is verder, wat men ontworpen heeft t.o.v. de uitsluiting van „revolutionnaire volksverte genwoordigers" en door te bepalen, dat de aldus open komende plaatsen niet meer bezet zullen worden, is men er op uit een romp- parlement te scheppen. Intusschen vernamen we nog. dat de communisten als ze moeten kiezen tusschen Colijn en Mussert aan eerst genoemde de voorkeur geven! Op dit alles zal Minister De Wilde Donder dag van antwoord dienen. E. v. R. De Grondwetswijziging. Mr. A. M. Joeke. (V.D» "(Sri.)'" Oyer gedaan is ten dezen gekoesterde opvatting dat het huidige art. 7, wel degelijk een tijdelijk ver schijningsverbod toelaat. Wat de Regeeringsvoorstellen t.o.v. ..nieu we organen" inhouden heeft eigenlijk niet veel om het lijf en brengt in wezen, na het bestaande voorschrift van art. 194 niets nieuws. Met betrekking tot de ontworpen regeling aangaande revolutionnaire volksver tegenwoordigers stipte spr. aan, dat hij ern stig bezwaar had tegen het plan om de uit sluiting door de vertegenwoordigende licha men zelf. waarvan de eventueele „delinquen ten" deel uitmaken, te doen uitspreken ep niet door een ander onpartijdig college. Ten slotte was deze spr. evenmin als de heeren Schouten en Goseling gesticht over wat de Regeering over machtigingswetten had be toogd. Dergelijke wetten moeten niet mis bruikt buiten haar bedoeling en zin, zooals geschied is bij de Landbouwcrislswet. Mr. Wester man (nation.) verkondigde de stelling, dat democratie nooit bestaan had. Bij besturen van den Staat is selectie noodig. Het huidige stelsel is niet goed. het heeft zichzelf overleefd. Intusschen brengen tieae herzieningsvoorstellen niets van struc- De cumulatie van pensioen als Kamerlid en de inkomsten uit een ambt. De heer Suring c-s. hebben, op het amende ment Van den Heuvel in zake cumulatie van pensioen van Kamerleden een sub-amendement ingediend, waarvan de strekking is. ook een regeling bij de wet mogelijk te maken van cumulatie van een pensioen als Kamerlid en de inkomsten, genoten uit het be kleed en van een ambt of het vervullen van een betrekking en van cumulatie van zoodanig pensioen en een ambtenaarspensioen. De heer Donker c.s. hebben een amendement ingediend op het voorstel der regeering, dat de Kamers een wet tot wijziging van de be dragen in zake het inkomen der Kroon niet kunnen aannemen dan met de stemmen van twee derden van het aantal leden, waaruit elk der Kamers bestaat. De voorstellers willen deze bepaling ook doen gelden bij wijziging of intrekking van zoo danige wet. Gestolen auto teruggevonden. Dader bleek een zwakzinnige te zijn. Maandagavond is, naar wij hebben gemeld1, te Roosendaal een vrachtauto door een z.g. meerijder gestolen, toen de chauffeur even was uitgestapt om een zaak af te doen. Naar later is gebleken, was de meerijder een zwak zinnige, die te Dordrecht is aangetroffen. Hij is naar een gesticht overgebracht. De wagen werd aan den buitenkant van Dordrecht gevonden. Dr. Colijn en Mac-Donald werken samen. Doel: Regeling productie en verkoop. Dr. Colijn, voorzitter van de eco nomische commissie van de in 1933 in Londen gehouden conferentie, en de heer Ramsay MacDonald, die voorzitter was van deze conferentie, hebben besloten in April a.s. in Lon den een internationale conferentie bijeen te roepen, welke tot taak zal hebben de mogelijkheid te onderzoe ken om te komen tot een accoord over de productie en den verkoop van suiker. Reeds tijdens genoemde economi sche wereldconferentie hebben tus schen eenige landen besprekingen plaats gehad over het suikervraag- stuk. Deze besprekingen hebben toen geen resultaat opgeleverd. Nadien zijn echter voortdurend informeele besprekingen over dit vraagstuk ge houden, welke nu hebben geleid tot een in overleg tusschen de heeren Ramsay MacDonald en Dr. Colijn genomen beslissing om thans uit- noodigingen te richten toteen in Londen te houden officieele confe rentie. Daarbij is de datum van 5 April in het oog gevat, doch die datum is nog onzeker. Postboot in ijs vastgeraakt. Ameland nog geïsoleerd. Gist raakt op. Toen Dinsdagavond de postboot de ..Wad denzee", die den dagelijkschen dienst tus schen Nes en Holwerd onderhoudt, te acht uur 20 met tien passagiers en post van drie dagen kon vertrekken, meende men dat het isolement van Ameland zou zijn opgeheven. Op vijftig meter afstand van de pier te Holwerd geraakte de boot echter in het ijs vast, zoodat men den geheelen nacht op de Wadden heeft moeten doorbrengen. Pas Woensdagochtend om half twaalf heeft men de passagiers en de post met de sloep te Holwerd aan land kunnen zetten. De boot kan tengevolge van ijsgang en lagen water stand op de Wadden de terugreis niet aan vaarden. Men heeft thans bereikt, dat passagiers van Ameland alsmede de post van drie da gen op den vasten wal zijn. Ameland is echter reeds vier dagen van nieuws- en familiebe richten verstoken Ook begint de gist op te raken, zoodat de bakker zeer spoedig geen brood meer kan bakken. Op het eiland hoopt men, dat de K.L.M. uitkomst zal brengen. OPTOCHTVEREENIGING TE 'S-HERTOGEN- BOSCH OPGERICHT. Op initiatief van den burgemeester van 's-Hertogenbosch is aldaar opgericht de op- tochtvereeniging Jeroen Bosch. Deze ver- eeniging heeft ten doel op Maandagmiddag van Carnaval een grootsche, artistieke en geestige optocht te organ iseeren. Allerwege werd bij de voorbereiding, welke in vollen gang is, groote medewerking ondervonden. De provinciale en gemeentelijke diensten en na genoeg alle in 's-Hertogenbosch gevestigde grootere bedrijven zullen Maandagmiddag van carnaval in verband met dien optocht gesloten zijn. Door locomotief doodgereden. Bejaarde man het slachtoffer. Woensdagmiddag liep de 68-jarige J. de J., wonende aan de Putsche laan te Rotterdam, in deze laan dicht langs het hek. dat de rijstraat van de trambaan van de R.T.M. scheidt, toen uit de richting Rosestraat een locomotief kwam. De J. merkte de machine blijkbaar te laat op, hij werd gegrepen en tegen de straat geslingerd. Hij liep een gapende hoofdwonde op, terwijl hem beide beenen onder de knie werden verbrijzeld. In zorgwekkenden toestand is 'de man opgenomen en naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, waar hij in den loop van den middag is overleden. RECHTBANK Dekwestievan de verloren portefeuille. Voor de Arr. Rechtbank werd gisteren voort gezet de zaak tegen den directeur van een bouwonderneming uit Heemskerk, die 23 Nov. '34 een portefeuille met f 19.500 verloren zou hebben bij een bezoek aan Haarlem. Verd. wordt ervan beschuldigd, een accept ten be drage van f 11.570.50 te hebben afgegeven, zonder dat daartoe aanleiding was. Het accept zou dus valsch geweest zijn. Als getuige werd gehoord een 51-jarige Heemskerker, die verd. bouwcrediet zou heb ben verstrekt tot een totaal bedrag van pl.m. f 27.500. In den loop van den bouw had verd. hem verschillende accepten tot een bedrag van f 15.000 verstrekt. Ten slotte had get. 24 Nov. '34 van verd. een accept van f 11.570,50 ont vangen. Get. verklaarde, dit geld' niet aan verd. te hebben overhandigd. Wel was hij dien zelfden dag bij zijn bank geweest, doch daar had hij slechts f 800, be stemd voor arbeidsloon, gehaald. Hij had verd. geen geld gegeven. Get.: „Het accept was valsch. Het moest bij een eventueel faillissement gebruikt worden, om mijn gel'd, dat ik in de zaak had gestoken, te redden." Verdachte voerde hier tegen aan, dat get. hem wel degelijk het geld ter hand had ge steld. Zelfs nog f 8000 meer. Get. zou dit geld onder zijn berusting hebben gehad. Het was echter van een vriend uit Indië. Verd.: ,-Hij heeft een luikje op zijn zolder, waar hij dat geld bewaart. Daar heeft hij ook revolvers!" Getuige haalt de schouders op. Het geld dat verd. dien bewusten dag had ontvangen, had hij in een kast gesloten, waar na hij weg ging. Later is hij terug gekomen. Toen heeft hij de portefeuille bij zich gestoken. Hij weet echter niet, of het geld toen nog in de portefeuille was. Verd. is naar Haarlem gegaan, om met het geld een schuld af te lossen. Toen hij echter in Haarlem bij zijn schuldeischers kwam, miste hij zijn geld. Verd. insinueert, dat get. zelf het geld wel gestolen zou hebben. Get. heeft na het fail lissement nog enkele malen geld aan verd. gegeven. Verd. zou hem daartoe hebben ge prest. Get. ontkent echter stellig, dat verd. hem ervan zou hebben beschuldigd, het geld te hebben ontvreemd. De curatrice in het faillissement van verd. verklaarde, dat de crediteuren door de mani pulatie met het valsche accept gedupeerd zou den zijn geworden. Haar was niet gebleken, dat de bouwmaatschappij met groote verliezen werkte. Een derde getuige had geld aan verdachte geleend. Toen hij het geld niet terugkreeg, had hij gezegd, dat deze dan maar het geld dat hij uit de portefeuille had genomen moest geven. Verd. had geantwoord: „Ik heb dat geld nooit gehad, en heb het ook niet verloren!" De jongedame, die belast was met het schoonhouden van de keet, verklaarde dat zij op den dag dat verd. het geld zou hebben ver loren, gezien had dat de eerste get. met verd. in de keet was. Er lag toen geld op tafel. Ook verklaarde zij, dat deze get. een sleutel had bezeten van de kast, waarin het geld eenigen tijd bewaard werd. Get. ontkent dit. De Officier van Justitie stelde na dit getui genverhoor voor, de zaak opnieuw uit te stel len, ten einde een onderzoek te kunnen instel len naar sommige beweringen van verd. De verdediger, mr. H. O. Drilsma protesteer de hiertegen. Verd. is thans reeds meer dan drie maanden in voorarrest, en zou hierdoor bij een eventueele vrijspraak nog meer gedu peerd worden. Nadat de rechtbank zich in de raadskamer had teruggetrokken om over dit voorstel te beraadslagen, verklaarde de president, jhr. mr. J. Strick van Linschoten. dat de rechtbank geen termen aanwezig achtte, het vooronder zoek opnieuw te openen. Ook een voorstel van den Officier, om de zaak met het oog op het late uur te schorsen, werd afgewezen. De Officier van Justitie, requisitoir ne mende, achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Aan verd. is valsoh- heid in geschrifte ten laste gelegd. De get. heeft verklaard, dat het accept inderdaad valsoh was, doch de verklaringen van verd. staan daar lijnrecht tegenover. Get. heeft zelf aan de knoeierij meegedaan, maar be kent thans eerlijk zijn aandeel in deze zaak. De verklaringen van getuige zijn niet over al betrouwbaar. Er zijn inderdaad enkele hiaten, doch zijn verklaringen klinken waar schijnlijker dan die van verd. De politie heeft onmiddellijk argwaan ge kregen, toen verd. aangifte deed van het verlies van zijn portefeuille. Verd. moet, als zijn verklaringen juist zijn, toch wel heel onvoorzichtig met zijn geld zijn omgespron gen. Nu beschuldigt hij den get, van diefstal, doch hij heeft daar nooit eerder over ge sproken. Ook zijn andere verklaringen zijn heel zonderling. Het meisje heeft wel geld gezien, doch spr. vraagt zich af. waar get. het bedrag van f 19.570.50 dan wel vandaan zou moeten hebben gehaald. Het verhaal van verd. over dien vriend uit Indië is maar een fabeltje. De verklaring die get. van de aanwezigheid van het geld geeft, is trouwens heel aannemelijk. Het feit is zeer ernstig, en een strenge straf is hier gerechtvaardigd. De Off. vraagt een straf van 1 jaar en 6 maanden, met af trek van voorarrest. De verdediger Mr. H. O. Drilsma, vangt op een vergevorderd uur 't is reeds half ze ven zijn pleidooi aan. De bewijsvoering is zeer dubieus. De verklaringen van de get. lijken inderdaad heel aannemelijk, doch de verklaringen van verd. zijn ook niet onge loofwaardig te noemen. De eenige bezwarende aanwijzingen tegen verd. zijn van de get. afkomstig en deze is zelf bij deze zaak betrokken. Alles wat get. verklaart, wordt even stellig ontkend door verd., en omgekeerd. Een der get. heeft het geld op tafel zien liggen, waar de get. eerst geen woord van gerept had. Get. geeft daar nu wel een ver klaring van, doch die komt wel wat laat en •kan pl. niet erg bevredigen. Get. heeft verd. gedreigd, hem „er in te zullen draaien". Dat heeft hij nu inderdaad Bovendien heeft de get. verklaard, dat hij alles slechts heeft geaan, om verd te hel pen. Hij heeft daarbij zelf alles op het spel gezet, wat toch wel een heel wonderlijk voor beeld van philantropie zou zijn. Er blijft tenslotte heel weinig van de be wijsvoering over, aldus pleiter. Practisch is het materiaal zeer zwak. Pl. concludeert dan ook vrijspraak. De Officier zegt in zijn repliek, dat de verdediger aan de verklaringen van het meisje wel veel waarde kan hechten maar de get. geeft toch een heel geloofwaardige verklaring voor deze zaak. Wanneer de get. het geld inderdaad ge stolen zou hebben, zooals de veid. insinueert, dan zou een andere dief niet alleen de leege portefeuille moeten hebben gestolen, maar deze bovendien in een voortuintje van het perceel in Haarlem, dat verd. heeft bezocht, moeten hebben gedeponeerd, wat toch wel erg onwaarschijnlijk moet worden geacht. Het is evenmin aan te nemen, dat de get. zoo geraffineerd is geweest, om eerst het geld te stelen, om daarna verd. na te reizen, de portefeuille te rollen, en deze in het voortuintje te depone eren. De Officier persisteert bij zijn eisch. De verdediger zegt tenslotte in zi.in du pliek, dat het overtuigend bewijs niet gele verd is. „Wij weten niets", aldus pl., „en er moet dan ook vrijspraak volgen!" Verdachte houdt zijn onschuld vol. Uitspraak op Donderdag 4 Februari a.s. IJs op de pont. Een ijsverkooper uit Veleen-Noord was in beroep gekomen van het vonnis van den Kan tonrechter van 14 Sept., waarbij hij was ver oordeeld tot een boete van f 10 subs. 6 dagen, wegens het venten van ijs op de Velserpont, wat verboden is bij politieverordening. De pontwachter, als getuige gehoord, ver telde dat verd. in een autobus, welke op de pont stond, ijs zou hebben verkocht. Verd. bekende dit, doch voerde aan, niet op de pont te zijn geweest. -Hij was in de bus ge bleven. In die bus bevond zich een besloten gezelschap, zoodat de politieverordening hier z.i. niet van kracht zou zijn geweest.. De Officier verwees naar een analoog geval en vroeg bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter. Uitspraak 4 Februari Verspreiding van pamfletten. Een 54-jarige Haarlemsche werklooze, lid van de C. P. N., had appèl aangeteekend tegen het vonnis van den Kantonrechter, van 10 Oct., waarbij hij was veroordeeld tot een geld' boete van f 10 subs. 5 dagen, wegens het ver spreiden van pamfletten bij een stempellokaal aan de Bakenessergracht. De eerste getuige, agent van politie te Haar lem had gezien, dat verd. de pamfletten aan verschillende personen uitreikte. Bij fouillee ring was een voorraad vlugschriften op hem gevonden. Verd. voerde aan, de stukken slechts bij zich te hebbengehad, om ze aan bepaalde adressen af te leveren. Er waren bij het stempellokaal wel pamfletten uitgedeeld, doch niet door hem. Om dit te bewijzen, had hij drie getuigen a décharge meegebracht. Deze verklaarden niet te hebben gezien, dat verd. de pamflet ten uitdeelde. Een van hen had wel zoo'n pam- "flet ontvangen, doch niet van verdachte. Een ander had met verd. staan praten. Verd. had toen geen pamfletten uitgedeeld. De Officier achtte in zijn requisitoir het ten laste gelegde bewezen. De getuigen a décharge hadden geen nieuw licht in deze zaak ge bracht, en spr. vroeg bevestiging van het von nis van den Kantonrechter. Uitspraak 4 Februari. Dronken achter het stuur. Een 24-jarige Haarlemmer sbond in hooger beroep terecht, omdat hij Zondag 26 Sept. onder den invloed van sterken drank met zijn auto het verkeer in gevaar had gebracht op den Schotersingel, waarna hij tenslotte tegen een pilaar van het viaduct aan den Kinder huissingel was gebotst. Uit de getuigenverklaringen bleek, dat verd. inderdaad zeer woest en onverantwoordelijk had gebeden. Na de aanrijding had hij het op een loopen gezet, de auto in de steek latend. Hij was echter gearresteerd, en bleek dronken te zijn. Verd. verklaarde, den geheelen dag niets te hebben gegeten. Toevallig had hij een fleschje Voorburg in zijn wagen, en dat had hij toen maar leeggedronken. De Officier achtte het ten laste gelegde be wezen. De straf welke de Kantonrechter heeft opgelegd 14 d. hechtenis en een jaar ont zegging van de bevoegdheid, een motorrijtuig te besturen was zeer clement. Spr. blijft dan ook bij het vonnis van den kantonrechter. De verdediger drong aan op clementie. Het feit is niet goed te praten, maar verd. is een rustige, bedaarde jongen. Preventie is hier niet noodig en het zou wenschelijk zijn, den jonge man uit de gevangenis te houden. Pl. drong aan op een geldboete. Uitspraak 4 Februari. Verlenging van contingentee- ringen. Contingenteering van basterdsuiker wordt opgeheven. De contingenteering van basterdsuiker zal binnenkort worden opgeheven. De contingen- teeringen van de andere suikersoorten blij ven voorloopig gehandhaafd. Voorts zal de contingenteering van gres- buiaen per 1 Februari a.s. voor den duur van 6 maanden worden verlengd. Als basistijdvak is vastgesteld 1933-1934, het percentage be draagt 50 van het bruto-gewicht. De aandacht wordt er op gevestigd, dat bovengenoemd percentage alleen betrekking heeft op de autonome landencontingenten, derhalve niet op de bij handelsverdrag ver leende contingenten, welke in vele gevallen hooger zijn. Nederlandsche Bond van Vischwinkeliers. Een goede keurmeester te IJmuiden gevraagd. Dezer dagen is te Utrecht de jaarvergade ring gehouden van den Nederlandschen Bond van vischwinkeliers. In principe werd besloten tot aansluiting bij den Koninklijken Nederlandschen Mid denstandsbond over te gaan. Verder werd be sloten over te gaan tot de uitgave van een landelijk blad. Inzake de distributie van visch van regee- ringswege aan werkloozen werd een telegram gericht aan den minister van landbouw en visscherij, waarin verzocht werd de distri butie van visch aan werkloozen te staken en de heffing op de bakolie te verminderen. Er zal een verzoek tot de spoorwegen worden gericht om de vrachtkosten voor schaal- en schelpdieren gelijk te maken met die voor stukgoederen. Na allerlei besprekingen van huishoudelij- ken aard werd overgegaan tot de rondvraag, waarbij nog eenige belangrijke punten ter sprake kwamen, zooals de kwestie van een goeden keurmeester te IJmuiden, de onbil lijkheid, dat melk- en groentenhandelaren wel visch mogen verkoopen, maar omgekeerd de vischhandelaren geen melk of groenten. Ook de heffing van de belasting op de bakolie leverde veel stof tot discussie. Postautodiefstal te Eindhoven opgehelderd Twee mannen aangehouden. De Eindhovensche politie heeft Woensdag middag, in verband met het ontvreemden van een postauto op Maandagavond j.l„ in het perceel Boschdijk 214 aldaar gearresteerd den 29-jarigen recidivist J. M. Otten en in het perceel Hugo de Grootstraat 36, den 35- jarigen Fr. Damen. Tevoren was in beide per- ceelen huiszoeking gedaan. De béide mahnen ontkennen alle schuld. De politie meent echter voldoende bewijzen tegen hen in handen te hebben om hun in arrest te houden. De aangehoudenen staan ongunstig bekend. Het vliegtuigongeluk bij Senlis. Drie slachtoffers ter aarde besteld. Woensdagmiddag is op de Algemeene Be graafplaats in Den Haag het stoffelijk over schot teraardebesteld van den heer J. Tissot, die bij de ramp van de PH-AMG in Frankrijk het leven liet. Verscheiden bekende figuren uit de luchtvaart- en de motorsport waren gekomen om den jeugdigen kameraad de laatste eer te bewijzen. Toen de met bloemen bedekte baar bij de groeve was aangekomen, nam een familielid Jhr. L. A. P. Six, het woord, die de eenvoud en de ongekunsteldheid schetste van den overledene. Zijn aantrekkelijke levenshou ding schonk hem vele vrienden en zijn on verwachte dood veroorzaakte een groote schok. Ons medeleven gaat uit naar de jonge vrouw van Tissot en naar zijn moeder, die zoo zielsveel van hem hielden. Wij allen her denken hem in deemoed en wenschen de familie kracht om den ontzettenden slag te dragen. Vervolgens sprak de heer Wernink namens den Raad van Beheer van de N.L.S. De heer Bresser sprak enkele woorden na mens de motorclub „Zuid-Holland". Chef-mecanicien Janus Hoeven teraardebesteld. Onder zeer groote belangstelling is op de begraafplaats Crooswijk te Rotterdam het stoffelijk overschot van den chef-mecanicien der Nationale Luchtvaart School, Janus Hoe ven teraardebesteld. Het eerst werd het woord gevoerd door den heer Van Alphen, vice-voorzitter van de N. L. S., die zeide, dat het verlies van Janus Hoeven voor zijn sportvrienden moeilijk te dragen is. Het eerst gaan sprekers gedachten uit naar de weduwe van Hoeven, die in hem een trouw echtvriend heeft verloren. De overledene was een meer dan bekwaam vak man en een goed vriend van alle sportvlie gers. Moge zijn weduwe troost putten uit de mooie herinneringen' welke zij aan hem heeft. De heer Schmidt Crans herdacht den overledene niet alleen als chef doch ook als vriend. De heer D. H. Reynders, voorzitter van de Haagsche Aeroclub, zeide, dat J. Hoeven een trouwe hulp was voor hen, die aan hun kun nen als vlieger begonnen te twijfelen. De heer Pander, sprak tenslotte namens alls sportvliegers. Begrafenis van mecanicien Maltha. Op de algemeene begraafplaats te Schie dam werd het stoffelijk hulsel van den meca nicien J. Maltha teraardebesteld. Nadat de kist in de kapel was geplaatst, sprak de heer W. van Alphen eenige woor den van afscheid namens den Raad van Be heer van de Nationale Luchtvaart School. De heer Schmidt-Crans, sprak woorden van waardeering voor den gestorven kame raad en wees op de leergierigheid van den makker, die in korten tijd tot een rechtge aard mecanicien was gegroeid. Na deze korte toespraken werd de kist ten grave gedragen, waarbij instructeurs van de Nationale Luchtvaart School als slippendra- gers fungeerden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 2