Het Geluk ligt in de Sneeuw Burgemeester Max van Brussel be groet Koning Gustaaf van Zweden bij diens bezoek aan het stadhuis der Belgische hoofdstad De koetsier Anton Kabelaar te den Haag herdenkt 15 Februari a.s. den dag, waarop hij vóór 50 jaar het leven redde van wijlen Koningin Emma en H. M. de Koningin door de op hol geslagen paarden van de koninklijke koets tot stilstand te brengen het bezoek van het Engelsche vliegtuigmoederschip „Hermes" aan de Indische vlootbasis te Soerabaja kon het schip door den merkwaardigen vorm van den romp niet aan de kade meren, zoodat de verbinding met den wal door middel van pontons tot stand gebracht moest worden De nieuwe verkeersbrug in den provincialen weg Amsterdam 't Gooi ter vervanging van de oude draaibrug over het Merwedekanaal te Weesperkarspel is Donderdag in gebruik genomen Het nieuwe raadhuis van Boxtel is Donderdag in tegenwoordigheid van vele autoriteiten geopend.,Foto van de eerste officieele raadszitting tijdens de rede van den commissaris der Koningin in Noord-Brabant, jhr. mr. dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel Vier moderne .Heemskinderen" met hun ros Beyaart op de Rijks- voorjaarskeuring van hengsten te Maastricht De opmetingen bij den bouw van de nieuwe Beurs aan den Coolsingel te Rotterdam geschieden bij regen onder een parasol FEUILLETON Een Wintersportroman. van PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden.) 41) De avond eindigt met een verrassing: de productieleider van een groot filmconcern heeft in Walter Dillmann den componist van de schlagers op het bal-masqué ontdekt en neemt hem terzijde. Daar beiden elkaar voor treffelijk begrijpen, is al spoedig een contract opgesteld en geteekend, waarbij Walter zich verplicht de muziek te componeeren voor de hem toe te zenden schlagerteksten tegen een maandelijksche vergoeding van duizend mark. Allen wenschen hem geluk met deze aardige „bijverdienste" en hij kan er dan ook niet aan ontkomen zijn succes met eenige flesschen champagne te vieren. Nu, Walter, heb je nog altijd spijt van je vlucht naar het geluk? vraagt Grace hem over de tafel heen. Al lang niet meer, miss Grace! Hij vult zijn glas opnieuw en treedt dicht op haar toe. Op Die ter.fluistert hij haar in 't oor. De zilveren klank der champagnekelken brengt nieuwe hoop in het hart van de jonge Engelsche. Wat Dieter in Ponteresina van de Duitsche skiespringers over den toestand in verschil lende plaatsen van hun vaderland hoort, heeft zijn volle belangstelling. Zij hebben echter niet veel tijd voor uitvoerige verhalen, want In het oefenkamp heerscht strenge discipline en er wordt ijverig en onverbiddelijk ge traind. Dieter probeert nog zich voor het spring concours te laten inschrijven, maar een zeer hooghartige Italiaan, die als voorzitter van de jury fungeert, verzet zich krachtig daar tegen omdat hij Dieter in zijn kwaliteit van skileeraar als professional beschouwt. Dieter kan daar slechts om lachen en dat brengt den Italiaan tenslotte tot een soort razernij De eerstvolgende trein vertrekt over een kwartier. Eerst onderweg komt Dieter tot de ontdekking, dat hij Antonswil zal aandoen.... Dan is het plotseling uit met de kalmte, die hij zich de laatste dagen heeft eigen ge maakt; het vooruitzicht Grace weer te kunnen ontmoeten, stemt hem overgelukkig.... Hallo met het Grand Hotel? Dieter telefoneert van het ver afgelegen station Antonswil. In de portiersloge van het hotel meldt zich een onbekende, nuchter- trieste stem. Kan ik mister of miss Arlen spreken? Het spijt me, de familie Arlen is vanmor gen vertrokken Vertrokken Het is Dieter of hij een klap in het gezicht krijgt. Vertrokken? Waarheen? Dat is me niet bekend Is meneer Lersner dan misschien te spre ken? Ook niet, neen, meneer Lersner is naar München. Dank u, dank u wel,Dieter voelt den grond onder zich wegzinken. Hij staart in een leegte, die hij niet begrijpt en die hem zinloos voorkomt. Meer verbaasd en verwon derd dan bedroefd en teleurgesteld haast hij zich uit de telefooncel en op het perron pakt hij nog net den bagagewagen van den juist vertrekkenden trein. De föhn strijkt lauw over het meer als Die ter in Bregenz overstapt. Een zoele lentelucht laat haar sporen achter op boom en struik, maar aan de andere zijde van de Main regeert nog de wintersche majesteit met onvermin derde kracht. Een felle oostenwind dringt de hevige koude door de kieren van het coupé raampje in den slecht verwarmden trein. Die ter rilt Hij behoudt zijn kalmte, ofschoon een hei melijke angst zich van hem meester maakt, een niet te onderdrukken, vrees voor het on- verwachte alleen zijn Achter Erfurt geraakt de trein in een he vige sneeuwbui. Lang staart Dieter in ge dachten naar den werveldans der groote sneewvlokken tot de avond valt en de nacht. Hij schuift het blauwe schermpje over het electrisch licht aan het plafond, strekt zich uit op den harden bank en weldra glijdt hij weg in de duistere, mysterieuze diepte van het land der droomen Ook als hij niet had geslapen, zou hij er onkundig van zijn gebeven aan welk een be langrijk stuk van het verleden de voortsnel lende trein hem voorbij droeg. Dicht bij Weimar verheft zich boven den zachtgiooienden heuvelrug van het golvende bergland een reeds van verre zichtbare, dicht beboschte top, op welks oostelijike helling een oude, eenvoudige buitenplaats ligt, waarvan ■het woonhuis in vroege empire stijl is opge trokken. Twee helder verlichte'vensters zijn zelfs van uit den trein duidelijk te onderschei den; om de staande lamp zitten twee vrou wen: Lisa Stabern en Petra, Petra von Brit- tinghoff. De zwijgzame Petra heeft, nadat zij reeds twee weken hier, bij de vroegere verloofde van haar overleden broeder is, eindelijk haar vriendin in vertrouwen genomen. Zij heeft haar verteld van de ontmoeting met den jon gen skileeraar Dieter Prausnitz, die haar in enkele uren tijds teruggaf, wat zij meende reeds lang te hebben verloren: haar vertrou wen in de wereld. Zij verzwijgt zelfs haar plotseling ontwaakte liefde voor den jonge man, dien zij het leven redde, een liefde, die weliswaar niet werd beantwoord, omdat ook hier de jeugd haar rechten eischte en sterker bleek dan een door vele desillusies verbitterd gemoed, maar die haar desondanks de over tuiging heeft bijgebracht, dat elke mensch een natuurlijk recht heeft op een plaats in deze wereld, dat men zijn plicht verzaakt door zich in eenzaamheid af te zonderen wanneer men zich nuttig kan maken en dat tenslotte elkeen de smid is van zijn eigen geluk. Zie je, Lisa, zoo besluit Petra haar biecht. dat alles bracht men in korter tijd dan ik ooit voor mogelijk zou hebben gehoudpn tot 'het besluit de mij toegedachte plaats in de wereld weer in te nemen, mij opnieuw aan te sluiten bij den macht, die ons alles leven verder draagt en al moge die plaats dan niet naast Dieter zijn, zij zal mij, ook zonder hem en waar ze ook zij, meer voldoening schen ken dan m'n kluizenaarsbestaan in de ber gen, dat geen ruimte liet voor idealen, zonder welke ons leven nu eenmaal geen waarde heeft Zoo is het Petra, zegt haar vriendin en in haar stem ligt oprechte blijdschap over de groote verandering, die er in Petra heeft plaats gegrepen. Met beide voeten op den grond blijven staan, maar opzien naar de Sterrenik weet niet waar ik het dezer dagen las, maar dat lijikt me wel een bij uit stek gezonde levensopvattingIk hef) het zelf ook niet gemakkelijk gehad, je weet liet, maar al trok ik me dan ook zooveel mogelijk uit het gezelschapsleven terug, omdat dit te veel droeve herinneringen bood, ik heb m'n vertrouwen in het goede van den mensch nooit verloren En ik heb het nu teruggevonden Lisa, dank zij Die ter.M'n vertrouwen inde menschen en.in mijzelf. En al zullen wij elkaar ook nooit terugzien, Dieter en ik, dan nog zal onze ontmoeting niet tevergeefs zijn geweest, want zij leerde me in enkele uren meer, dan de jaren van eenzame afzondering daar bij het Satanshom. BerlijnAnhalter BahnhofAllen uit stappen! Dieter doet zijn rugzak om, legt zijn skies op den schouder en draagt zijn stokken on der den arm. I-Iij is blij het doel van zijn reis bereikt te hebben. Het doel? vraagt hij zich zelf af. Is een moeder het doel? Niet slechts het begin het uitgangspunt, het verleden? Een deel van den weg legt hij te voet af om de straat weer eens te voelen, de geasfal teerde straat van een wereldstad. Zij is nat van ae mist, die zich klam en vochtig op ge laat en handen der voorbijgangers legt Zoo zacht mogelijk ontdoet Dieter zich in het portaal van zijn bagage, hij trekt zijn zware laarzen uit en sluipt op z'n teenen naar zijn kamer. Juist wil hij de deur achter zich sluiten, als hij_^otsjling hoort roepen: Dieter? Dieter, ben je daar? Ja moeder, ik ben het. Wel te rusten laat je maar niet storen..,. Kom maar binnen, Dieter, 't is toch al bij zessen. Dieter voldoet aan het verzoek. Moeder en zoon begroeten elkaar allerhartelijkst, maax nemen elkaar tevens onderzoekend op Ga maar naar de keuken; op tafel staat een thermosflesch met thee. Brood, boter en wat je verder mocht noodig hebben staan in de kast. Ja.... Zeg moeder, heb je me dan ver wacht? Ach ik dacht wel dat je dezer dagen weer eens aan zou komen. Hoezoo? En waarom alleen maar „aanko- men"? Ga nu maar en drink eerst eens een paar koppen thee. Je bent zeker door en door kou d Dieter gaat naar de keuken, maar hij gunt zich niet veel tijd. Een paar minuten later is j hij alweer terug. Vertel nu eens, moeder.... Zij richt zich op en lacht. Eet toch eerst i wat, Dieter. jij gedeserteerde kluizenaar Moeder! Er is hier iemand geweest; dat zijn jouw woorden niet.Zeg eerlijk, was z ij hier? Ja, Dieter, zij was hierDaar op het1 hoektafeltje onder die vaas ligt een brief voor je. Haastig stelt Dieter zich in het bezit van het ongesloten epistel, dat hij vluchtig doorleest en daarna nog eens voor de tweede voor de derde maal: „Domme Dieter, lieve Dieter, gedeser teerde kluizenaar! Je moeder is een voor beeldige vrouw. Het ware te wenschen, dat je wat meer van haar had! Ga naar hotel Bristol, daar zul je ons aantreffen of misschien ook niet, als je niet heel gauw komt. In dat geval zal ik een brief bij den portier achterlaten. Tot ziens! Het is een schande, zooals ik je na loop.... Hartelijke groeten van GRACE". .(Slot volgU v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5