Kleeding voor stille uren.
Een misverstand
opruimen.
V R IJ D A G 5 FEBR. 1937
k naangenaamheden, moeilijke situaties
ruzies komen maar al te vaak voort
uit misverstanden die niet werden
opgehelderd. Want doordat we ons
nooit geheel volmaakt kunnen uitdrukken,
komt er soms een misverstand in de wereld,
waarop de eene niet eens aandacht had
terwijl de andere daarover nu juist geval
len is. Dat hangt ook nauw samen met het
karakter van de verschillende menschen met
hun gevoeligheden, zelfs met hun overgevoelig
heden, en met de omstandigheden waaronder
sommige onderwerpen worden besproken.
Wie een misverstand tusschen zichzelf en
een ander voelt, zal, wanneer hij of zij graag
den vrede met anderen wil bewaren, zijn best
doen dit uit den weg te ruimen, want er is
iets zeer onaangenaams in om een verkeerd
onderling begrijpen, wanneer het tenminste
niet uit onwil voortkomt, te laten voortbe-
Maar tusschen het uit den weg willen rui
men van zoo'n vergissing en het tot stand
brengen van een oplossing ligt vaak nog een
groote kloof, die alleen met voorzichtigheid en
tact kan worden overbrugd.
Het is lang niet voldoende, om een misver
stand te constateeren, om er daarna met be
slistheid op uit te trekken, tegen de andere
partij te zeggen: hoor eens even, er is een
misverstand tusschen ons gerezen, dat zus en
zoo in elkaar zit, laten wij het ophelderen,
dan is het uit de wereld!
Zoo eenvoudig gaat het meestal niet: de
reactie van den ander op zoo'n misverstand is
bijna zeker niet dezelfde als onze eigen en
daarom moeten wij met de noodige tact zien
te ontdekken, hoe de ander er tegenover staat.
Wie botweg open en eerlijk noemen de
tactloozen dat maar al te graag zoo'n mis
verstand van de tafel wil schuiven, hééft
groote kans dat de zaak juist andersom uit
komt, dat de ander zich sluit voor zooveel
gebrek aan begrip van zijn standpunt en dat
dat kloof nog maar breeder wordt.
Bovendien laat de eene zich spoediger van
zijn stuk brengen door een misverstand dan de
ander, hij praat er met deze en gene over en
daardoor neemt de zaak in belangrijkheid
toe, waardoor de oplossing steeds meer tact
en liefde begint te eischen.
Natuurlijk zijn deze laatste lang niet de ge
makkelijkste menschen: zij zijn overgevoelig,
daardoor spoedig uit hun doen, of zij zijn
dadelijk beleedigd, of zij meenen dat ieder
mensch het speciaal op hun voorzien heeft.
Misschien voelen zij zich erg, of voelen zij zich
juist te weinig, wellicht roert u juist met dat
speciale onderwerp een teer punt bij hen aan,
enzoovoorts; er zijn vele redenen om elkaar
verkeerd te begrijpen. En het is zeker wel heW
heerlijkste om met menschen om te gaan die
ons goed begrijpen, die van goeden wille zijn
een ietwat scheef geplaatst woord niet te
zwaar te tillen, en om een minder gelukkige
opmerking maar liefst zoo spoedig mogelijk
te vergeten.
Maar lang niet iedereen is zóó begrijpend,
zoo weldenkend ten opzichte van anderen, en
daarom vragen misverstanden zoo nu en dan
om een opheldering.
En behalve de tact die noodig is, om deze
opheldering teweeg te brengen, is er ook ge
voel noodig voor het juiste oogenblik om
daarmee te voorschijn te komen. Lang niet
leder moment kan worden aangevat, om een
noodzakelijke explicatie te geven: soms zal
men met geduld naar zoo'n opheldering moe
ten toewerken, soms ook doet het zich eens
klaps vanzelf voor en dan is het de kunst om
deze kans te grijpen en de uitlegging te dwin
gen in de richting die men zelf wil. Het is
dan heusch niet noodig om hals over kop
aan 't uitleggen te gaan: een rustig gesprek,
behoorlijk overdacht voordat het geuit is,
heeft zeker het meeste resultaat, en het
schenkt de voldoening, dat men met een van
zijn medemenschen tot overeenstemming is
gekomen. E. E J.P.
De Mode-1937 is wèloverwogen en wél ver
zorgd, niet alleen voor de straat- en avond-
kleeding, doch ook voor die kleedingstuk-
ken „die men niet ziet".
De moderne vrouw houdt er van, het fijne
cachet dat zij in haar japonnen en complets,
in een pittig kraagje of een exquise corsage
weet te leggen, ook voort te zetten in de
intieme sfeer van haar huis in stille uren, als
geen nieuwsgierige blikken van andere vrou
wen haar rust verstoren en haar garderobe
critiseeren.
Onze teekening geeft deze week een peig
noir, nachtjapon en pyjama in zeer moder
nen stijl.
De peignoir en de pyjama zijn gedacht in
fijn viyella of flanel in een der nieuwe pas
teltinten, oudrose, bleu, zachtlila, of jade-
groen en versierd met geborduurde sterretjes
in iets donkerder tint. De coupe van de
pantalon is eveneens zeer nieuw, aan één
zijde is een knoopsluiting aangebracht.
Het nachtgewaad is van satijn of zijde,
eveneens in de meest geliefde pasteltint,
passend bij de beide andere kleedingstukken,
of in crème met gekleurde strikjes.
Een Jasje met
Borduurwerk
Modern en gracieus; bizonder geschikt voor
zonnige dagen in de nabije toekomst
Onze mode-ontwerpster kreeg deze week
een lumineus idee dat vele vroolijke vrouwen
onder onze lezeressen het hart zal verheugen:
zij schiep dit aardige borduurwerkje en paste
het toe op een donker tailleur jasje, al of niet
onderdeel van een mantelcostuum.
Apropos: hèbt u soms nog een zwart man
telpakje, dat nog steeds correct zit, maar een
weinig nieuwe fleur en kleur behoeft? Dan is
haar idee geknipt voor u.
Het jasje wordt afgezet met een rand zwart
of grijs astrakan en versierd met borduurwerk
dat onze werkteekening aangeeft. U ziet, het
is „simple comme bonjour"; uitgevoerd in
nette steelsteekjes.
U kunt het patroon op dun wit papier over
brengen, dit stevig op het jasje rijgen en dan
het borduurwerk over het papier heen werken,
dat later voorzichtig wordt verwijderd; u kunt
het patroon natuurlijk ook met dun krijt uit
de vrije hand nateekenen of doorstuiven, al
naar het u lijkt.
Het komt bij dit werkstukje vooral aan op
een goede keuze der kleuren. Kiest men hel
kleurig borduurwerk in rood, groen, blauw,
geel, m. a. w. zoo „Turksch" mogelijk, dan
moet het astrakan absoluut zwart zijn; bij
een keuze van grijs astrakan zal een borduur-
motief in grijs met zilver smaakvoller staan.
Dunkt u ook niet?
Het vlugge puntmutsje wordt in dezelfde
Kleur astrakan uitgevoerd.
Droomen van Avondschoentjes.
Een stroom van nieuwe
modellen komt uit Parijs.
Er is niets zóó wisselend, zóó snel wisselend
als de mode in avondschoentjes, er is niets zóó
verrukkelijk om naar te kijken.
Luister dan even:
Bij Bauting, een der beroemde Parijsche
„schoenkunstenaars" is een streven merkbaar
om den voet van voren te bedekken, van ach-
teren vrij te laten. Geen bloote teenen met
vuurrood gelakte nagels meer bij avondtoilet
ten: de voorvoet is geheel ingesloten door het
langgepunte schoentje, doch het sandaalidee
of als u wilt het Asschepoestersmuiltje herleeft
aan den achterkant. Het moderne schoentje
heeft geen achterzijde, zoodat de hiel der dame
geheel zichbaar is, enkel vastgebonden door
een smal bandje van leder.
De hakken varieeren van 6Vz tot 3 c.M. Soms
zijn ze vierkant van vorm en dan steeds in
harmonie met den vorm van den voorschoen.
De materialen zijn crêpe de chine of fijne
ottomanzijde soms versierd met appliques van
verzilverd chevreauleder.
Meermalen vertoont zich een klein, zilveren
gespje als zijsluiting. Een ander ontwerper, de
bekende Greco, komt nog met regelrechte san
daaltjes, doch zóó fijn uitgedacht, dat de voet
er op zijn voordeeligst in uitkomt. De schoen
tjes in alle pasteltinten crêpe de chine uit
gevoerd zijn geheel opengewerkt aan de zij
kanten, soms bedekt de voorschoen de teenen
en zet zich dan voort in enorme, waaiervormi
ge „tong", die den voet bizonder elegant maakt,
een anderen keer bestaat deze uit reepjes ge
vlochten zijde of leer en laat zij de punten der
teenen echter steeds in kousen gestoken
vrij.
Georgette, een schoenspecialiste, tenslotte
inspireerde zich voor haar modellen van
avondschoentje op de mocassin en de cothurne,
hetgeen een volkomen nieuwe lijn brengt in
het avondschoeisel. Meest zijn de hakken ge
heel plat en bestaat het heele schoentje uit een
gegolfden rand, die van achteren hooger op
loopend, de hiel omsluit, vastgebonden door
lederen of zijden banden, precies als bij mo
cassins.
Deze rand is dikwijls van goudleer, soms in
gelegd met email in verschillende fraaie pastel
tinten of in zwart. Een enkele maal heeft ook
de mocassin een zéér hoogen hak. 't Is dus
..hollen of stilstaan": een gematigd hakje
wordt zorgvuldig vermedenalthans bij het
mocassinmodel.
KINDERBOEKEN
„De School van mevrouw Hippo",
door A. S. Bergsma. Band en il
lustraties -van Rein Stuurman.
Uitg. H. Meulenhoff, A'dam.
De school van mevrouw Hippo is een school
voor de dieren, en het boek is een beschrij
ving van 'de avonturen welke die dieren bele
ven. En dan moet ik zeggen dat deze avontu
ren wel wat erg „menschelijk" zijn; er is te
weinig de sfeer van de dierenwereld in. Maar
de kinderen van 6—10 jaar zullen toch wel
volop genieten van de opeenvolging van
grappige gebeurtenissen: het varken met zijn
staart in den inktpot, een omgevallen teil met
water, een kussen dat door een raam vliegt,
een wereldvliegtocht met Tim de poes als
piloot enz. Rein Stuurman maakte aardige
tekeningen.
CEKLEEDE JUMPER MET
LANGE MOUWEN.
Voor deze jumper gebruiken we 350 gram
Ramona-wol en pennen 110. Zy2. Het opgegeven
aantal steken is voor blousemaat 44.
De manier van breien is iets anders dan
gewoon, want het voorpand wordt in 3 deelen
gebreid, het middelste stuk in de dwarste en
in 5 r. 5 a., terwijl de jumper recht wordt ge
breid.
We beginnen met de rug en zetten hiervoor
op 80 st. Om niet te veel ruimte in de taille te
krijgen minderen we om de 4 pennen aan 't
begin en aan 't eind van de pen tot we 70 st.
overhouden. Nu breien we 10 oM. op deze
70 st. en meerderen langzaam aan eiken kant
tot 84 st.
Hebben we een lengte van 22 oM. lieven de
taille, dan kanten we aan weerskanten 12 st.
af (2 x 4 en 2 x 2) voor het armsgat. Is het
armsgat 18 cM. hoog, dan breien we 20 st
voor de schouder, kanten 20 st. af voor de hals
en breien 20 st. voor de schouder.
Om een mooie schuine schouder te krijgen
(aan de halskant iets hooger dan aan de arms
gat-kant) breien we de schouder te beginnen
bij de hals 15 st., omkeeren en terugbreien
daarna 10 st. breien, omkeeren en terugbreien
daarna 5 st. omkeeren en terugbreien. Ver
volgens zetten we de steken van de schouders
op een draad.
FANTASIE VAN NAALD EN
DRAAD.
Voorpand. Voor het linkervoorpand zetten
we op 28 st. en minderen, als bij de rug, om de
4 pennen, tot 23 st. Nu breien we als bij het
rugpand tot 10 cM. boven de taille en meer
deren op de 4 pennen tot 34 st. Hebben we
de vereischte lengte tot het armsgat, dan
anten we 14 st. af, (2 x 4 en 3 x 2)
breien de schouder op, op 'dezelfde hoogte en
manier als de rug.
Het rechtervoorpand is het spiegelbeeld van
het linkervoorpand.
Tusschenstuk. Hiervoor zetten we 100 st. op en
breien 5 r. 5 a- Om het omkrullen onder en
bij den hals te voorkomen, breien we de
eerste en de laatste 5 st. aldoor recht. Na
Ï4 cM. afkanten. Vóór dat we dit tusschen
stuk aan de voorpanden naaien, steken we
het onderste gedeelte onder een vochtige
doek. Het is de bedoeling dat dit gedeelte,
dat onder de ceintuur uitkomt glad valt.
terwijl het bovengedeelte iets ruim tus
schen de voorpanden wordt genaaid.
Mouw. De mouw beginnen we als altijd
van boven; we zetten 40 st. op, meerderen
aan 't eind van elke pen 1 st. tot we 70 st.
hebben, maken er dan aan elke kant nog 10
st. bij en breien op deze 90 st. 10 pennen
aan 't begin en aan 't eind van iedere per.
minderen, tot 70 st., daarna om de 4 pen
nen tot 48 st. Breien we door tot de mouw
een lengde heeft van 60 cM., dan minderen
we om de pen af tot 30 st. waarna we af
kanten.
Bij het inzetten van de mouw rimpelen
we het rechte stuk stijf in, en zetten dat
op de kop van de schouder.
Kraag. Voor het smalle kraagje zetten
we 110 st. los op en breien 20 pennen recht
waarna we het stevig afkanten. Voor we
het kraagje op de jumper naaien wordt het
rond gelegd en onder een vochtige doek in
het gewenschte model gestreken.
Rozetten. Voor de rozetten zetten we
st. op en breien in „ribbels". Om de pen
maken we van de eerste steek twee tot er
12 st. op de pen staan. Daarna aan dezelfde
kant weer om de pen de eerste twee st. te
samen breien tot er 4 st. overblijven. Nu
weer meerderen tot 12, dan weer minderen
tot 4 st. We krijgen dan een lange reep
breiwerk, heel los gebreid, aan een kant
recht aan den anderen kant met punten,
Als we 10 punten hebben kanten we af, en
draaien er een rozet van. Een tweede even
zoo. De ceintuur is in de tint van de rok
of de jumper.
Sp. Th.
„KINDERZAAL" VAN ANKE SERVAES.
Een echt en levenswarm boek
Ter bespreking kregen wij toegezonden- den
enkelen weken geleden verschenen roman
„Kinderzaal", van een nieuwe schrijfster, die
den laatsten tijd nogal opgang maakt: Anke
Servaes. Het verscheen evenals enkele bun
dels schetsen van haar hand, bij de Hollandia-
drukkerij te Baarn
Een roman? Ja, er loopt een draad door dit
boek, er is ontwikkeling van karakters en
dus is het een roman. Toch aarzelt men even
bij de benaming: zou méér, evenals zij haar
vorige werk, dat schetsen uit het ziekenhuis
gaf knap werk in een bepaald genre de
benaming „stemmingen" of „indrukken" niet
beter zijn?
Want dit is een boek, waarin de sfeer, de
stemming van de kinderzaal, van het zieken
huis met z'n bewoners, oppermachtig heerscht.
Men ruikt er niet alleen de chloroform, men
hoort er ook het ritselen van gesteven schor
ten en het scheuren van verbandlinnen en het
hijgen van benauwde longetjes. Wat men ech
ter bovenal hoort en voelt en proeft is in dit
boek de harteklop van zuster Liesbeth, de ver
pleegster. Een vrouw in den vollen zin van dit
woord, dat eigenlijk nooit zóó schoon is als
wanneer het beteekent: meelijden, worstelen,
zwak en sterk zijn, helpen, bezwijken en over
winnen.
En nu zijn we meteen aangeland bij de
kern en kracht van „Kinderzaal" De reden,
en dan ook de eenige reden maar het is
genoeg! waarom vrouwen er gretig naar
zullen grijpen en erdoor verwarmd worden: de den!
reden, waarom het een echt boek ên een goed
boek voor vrouwen is.Er leeft en lijdt hier, in
de gevoelige, fragile figuur van Liesbeth, die
zoo innig-moederlijk en zusterlijk met „haar
kinderen" meeleeft en die telkens zoo deerlijk
gewond wordt door de harde kanten in het
verpleegstersbestaan en in het leven, een
echt vrouwenhart en bovenal een menschen-
hart, dat geen smoesjes maakt, geen wijshe
den debiteert, maar eenvoudigweg leeft er
tracht „het werk te doen".
Dit is een kostbaarheid ên een zeldzaam
heid, vooral als het ons geboden wordt in een
zoo directen, pretentieloozen vorm.
Natuurlijk heeft dit boek zwakheden en ge
breken in den bouw; het is niet monumentaal,
niet forsch opgezet, zelfs niet harmonisch.
Hier en daar schijnt de vertelster den draad
kwijt te raken om zich te verliezen in ver
warrende détails van „wat zij dacht en wat
zij deed" telkens weer boterhammetjes sme
ren en bedjes opmaken en kindjes troosten
en troetelenMaar dan treft weer in deze
schildering het echte, het innig vrouwelijke,
het zich verliezen in dit alles, omdat zij'
als vrouw en als menschenziel niet anders
kan!
En dan schijnt ons juist dit mee-lijden en
verscheurd worden precies even noodzakelijk
als de graankorrel, die in de aarde valt, moet
sterven 0111 opnieuw geboren te worden.
Dat we voelen het meer dan we het
zeggen kunnen is de groote waarde van een
boek als „Kinderzaal". We zijn er van gaan
houdenen dat kan van heel weinig knap
pere en rijpere boeken zoo oprecht gezegd wor-
Aardige toe-passing van appliques op een
eenvoudig japonnetje.
Heel vaak loopen wij vrouwen, die zelf onzfe
kleeding maken, te zoeken naar een idee om
een japonnetje van 't vorige jaar, dat nog
„heel goed" en toch in onze oogen allang niet
meer aantrekkelijk is, wat nieuwe glans bij te
zetten.
Misschien is dit idee iets voor u. Een donker
blauw, grijs of zwart jurkje met wijde mouwen
wordt alleraardigst opgefleurd met appliques
van peau de suède of dun leder.
Wij bedenken een leuk motiefje, b.v. een
dwarrelend blad en voeren de appliques uit in
groen, bruin, roestrood of donkergeel op zwart,
in grijs of beige op marineblauw en in iedere
gewenschte hellere kleur op grijs.
De appliques worden op de stof geregen en
daarna stevig met een festonsteek bevestigd.
Zondag
Kalfsvleesch-
croquetjes,
Kalfstong met
witte boonen,
Zure eiersaus,
Aardappelen,
Chocoladevla met
schuimpjes.
Maandag
Vermicellisoep (van
bouillon van de
tong),
Groene kool,
Aardappelen,
Gevulde beschuit-
bollen.
Dinsdag:
Koud vleesch,
Gedroogde appelen,
Aardappelen,
Broodschotel met
gember.
Woensdag:
Gehakt,
Brusselsch lof als
andijvie,
Aardappelen,
Citroenvla.
Donderdag:
Zuurkoolschotel met
Vanillerijst.'
saucensjes,
Vrijdag:
Gebakken bokking
Roode kool,
Aardappelen,
Griesmeelpap.
Zaterdag:
Biefstuk
Boontjes uit de
bus
Aardappelen,
Rijst met bessensap.
RECEPTEN.
Zure eiersaus. Benoodigd: 2 eierdooiers, ll/2
lepel bloem, 2y2<üL water, 1/2 dL. azijn, 60 gr.
boter, zout naar smaak.
De eierdooiers in een gaaf pannetje klop
pen met het zout. Het water, waarmee men
de bloem aangemengd heeft tot 'n dun papje
tovoegen. De azijn erbij gieten en de saus
onder goed roeren even door laten koken.
De boter in stukjes verdeeld er doorroeren
maar de saus niet meer door laten koken,
daar de boter zich dan gaat afscheiden.
Zuurkoolschotel. Benoodigd 1 K.G. zuurkool
11/4 K.G. aardappelen (waar men purée van
maakt) 4 ons saucijsjes, 50 gr. boter. Zout en
paneermeel.
De zuurkool even afspoelen en gaarkoken
in weinig water met wat zout. Van de aard
appelen purée maken, met melk en de helft
van de boter.
De saucijsjes in lauw water wasschen, in-
prikken en in de rest van de boter op een
zacht vuur bruin bakken (worden ze op een
fel vuur gebakken, dan springt het vel).
De jus met heet water afmaken. De zuur
kool, die drooggekookt moet zijn, met de purée
laag om laag in een vuurvasten schotel leggen
De saucijsjes erop leggen, een dun laagje pa
neermeel er over strooien, de jus erop schen
ken en den schotel in den oven zetten tot er
een bruin korstje op is.
Broodschotel met gember. Benoodigd: 200
gr. oud brood zonder korst, 4 dL. melk, 1 ei,
1 ons geeonfijte gember met wat stroop, 25
gr. suiker, 50 gr. boter. Kaneel, paneermeel.
Van het brood punten snijden, die naast
elkaar gelegd den bovenkant van het scho
teltje moeten vormen. De gember kleinsnij-
den. Het ei uitroeren met de suiker, de melk
toevoegen en hierin het brood weeken (de
punten voorzichtig, zoodat ze heel blijven).
De geweekte stukjes brood in een vuur
vasten schotel leggen, hierop de gember en
zoo den schotel vullen. De punten netjes
aangesloten bovenop leggen. Een mengsel van
suiker, kaneel en paneermeel maken en er
overeheen stroien.Wat gesmolten boter erover
gieten en het schoteltje in den oven zetten
tot het mooi bruin en bros is.
VEGETARISCHE MENU'S.
(ter vervanging van enkele der vleeschmenu's)
1. Magere groentesoep: Bloemkool met kaas
saus; Aardappelen: Appelpannekoeken.
2. Bloemkoolsoep; Br. lof met eieren; Aard
appelen; Botersaus; Citroenrijst met vanille-
vla.
3. AardappelomeletteVeldsla; Havermout;
Vruchtensla.
4. Macaroni met tomatensaus; Aardappelen
Spruitjes; Gesmolten boter; Versche vruch
ten.