Het Geluk ligt in de Sneeuw - De burgemeester van Zaandam, de heer K. ter Laan, heelt Vrijdagavond in de laatste raadsvergadering als zoodanig afscheid genomen, waarbij het raadslid Kamphuis namens alle raadsleden den scheidenden burgemeester een album overhandigde FEUILLETON Een Wintersportroman. van PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden.) 42) Het kost mevrouw Prausnitz heel wat moeite haar ongeduldigen zoon aan het ver stand te brengen, dat hij zich fatsoenshalve niet vóór tien uur aan Hotel „Bristol" kan vervoegen. Als Dieter zich om dien tijd ongeveer bij den portier meldt, wordt hem verzocht te wachten. Na een half uur verschijnt mr. Ar len, vergezeld door Walter Dillmann 't Spijt me, beste Prausnitz, maar Grace is gisteren vertrokken Zoo, hmDan kan ik wel weer gaan. Jammer, ik' zou haar graag gesproken heb ben Nou, kom maar een mee, Dieter, zegt mr. Arlen met een knipoogje naar Walter Dill mann. Laten we eerst maar eens behoorlijk ontbijten Ik hoop niet, dat u het mij kwalijk neemt, mr. Arlen, maar ik zou toch liever Alleen zijn? Ben ik zoo'n ge weldige teleurstelling voor je? Neen, dat natuurlijk niet. maar Niets te maren; we zijn nu eindelijk uit- gemaard. Kom mee, ik heb nog een en ander met je te bespreken Mr. Arlen laat zijn jongen vriend nog eeni- gen tijd aan zijn teleurstelling over alvorens het gesprek te openen. Eindelijk vraagt hij. Zou je zin hebben in een onderwijzers- baantje op het platteland? Waarom niet! zegt Die ter op een toon, waaruit blijkt, dat het hem op het oogenblik vrij onverschillig is, wat hem wordt aange boden. In Pommeren, niet ver van de zee. wordt een groot riddergoed verkaveld en opnieuw betrokken. Tegen de honderd landbouwersge zinnen, meest jonge boeren, zullen er zich 1 binnenkort vestigen. Dan zal er natuurlijk een school noodig zijn Nu houd ik het niet langer uit, onder breekt Walter Dillmann ongeduldig de nuch tere mededeelingen van mr. Ai'len. Laat ik je maar eens vertellen, dat je Maecenas heeft uitgeknobbeld. M'n zuster, het rijke weeuwtje, heeft van haar overleden echtgenoote een riddergoed geërfd. M'n zwager was bankier, zooals je weet en hij heeft het onder hypothe ken begraven landgoed uit een faillissement moeten overnemen. Wat zou Gritte met zoo'n uitgestrekt bezit in Pommeren moeten begin nen Hier, deze buitengewone man wist raad. Hij heeft wat geld in Duitschland staan en daarvan meent hij geen beter gebruik te kunnen maken dan het landgoed tegen taxa tiewaarden van Gritta over te nemen en het tegen een lagen prijs aan een honderdtal jon ge boeren te verpachten Ja maar, gaat dat dan maar zoo zonder meer? wil de tamelijk verblufte Dtéter we ten. Het loopt alles als gesmeerd. Dieter, neemt mr. Arlen thans weer het woord. Hij heeft nu zijn flegmatieke houding afgelegd i en schijnt bepaald enthousiast. We komen juist van het ministerie, waar men ons in principe volledige medewerking heeft toegezegd. Ook daar bleek men zeer in genomen te zijn met het plan en heeft men het onmiddellijk in studie genomen. Giste ren hebben we een en ander uiteen gezet en reeds vandaag ontvingen we de schriftelijke toezegging, dat ons, in afwachting van een nadere officieele goedkeuring, geen moeilijk heden in den weg zullen worden gelegd. Er zijn nog slechts een paar details, die nader bekeken zullen moeten worden..... ja, voegt Walter Dillmann er trots aan toe. in de schriftelijke bevestiging die we ontvingen, wordt zelfs gerept van een zeer toe te juichen en evenzoo te waardeeren onder neming. Ik heb die passage van buiten ge leerd Dat is werkelijk niet te veel gezegd, meent Dieter. Maar kunt u uw medewer kers zelf uitzoeken? Dat kan ik en dat doe ik dan ook. Men zal er van hoogerhand zijn goedkeu ring aan moeten hechten, maar dat gebeurt slechte pro forma Ik ben er al bij, zegt- Walter Dillmann, verheugd. M'n cabine-valscherm heb ik voor verdere uitwerking aan de lufthansa af gestaan en ik ga mee als sportleeraaa: en vak onderwijzer En u, mr. Arlen? Ik kan het me, eerlijk gezegd, nog niet goed voorstellen Dat behoeft ook niet, jonge vriend. Mij is het voldoende, dat ik de zaak aan het rollen heb gebracht. Ik trek zoo spoedig mogelijk weer over het KanaalDe jeugd wil onder elkaar zijn En de leiding van het geheel dan? Die wordt aan Ernst Seilenz toever trouwd, zegt Walter. Hij stamt zelf uit een landbouwersfamilie heeft bovendien ver stand van kolonisatie Aan hem is dat wel toevertrouwd En hoe staat het met Brigitte? Die is naar huis om zich van de benoo- digde papieren te voorzien Aan haar zal op het landgoed de zorg over een groot 'hoenderpark worden toevertrouwd Voor de papieren van Ga-ace kan ik van Londen uit zorgenmerkt mr. Arlen ter loops op, maar Dieter begrijpt de wenk niet onmiddellijk. Ja, maar waar zit Grace dan eigenlijk? En waar heeft ze die bewuste papieren voor noodig? Grace is van ochtend met Gritta en Seilenz vertrokkenZe werd langzamer hand onuitstaanbaar; ik heb haar op den trein gezet om haar in de gelegenheid te stel len dat zaakje in Pommeren eens van dichtbij te bekijken, geeft mr. Arlen laconiek ten ant woord. Én die papieren, wel, die heeft ze natuurlijk noodig om te kunnen trouwen, want hi die kolonie is uiteraard alleen plaats voor getrouwde mensehen. Van die wispeltu rige vrijgezellen als jij kunnen we er niet ge bruiken, Dieter Aha, nu begrijp ik het, mr. Arlen. Dieter staat met een ruk van zijn stoel op. Mag ik u van harte gelufcwenschen, meneer Dillmann? Hij is plotseling doodsbleek. Mij, waarom? Walter kijkt mr. Arlen aan en daarna Dieter, maar dan barst hij in een schaterenden lach uit, terwijl zijn vuist dreu nend op de tafel neerkomt. Heb je ooit zoo iets gezien?Jij bent toch een reuzekerel, Dieter, neemt u me niet kwa lijk, mr. ArlenOf., nee, zeg, Dieter, waar zie je me eigenlijk voor aan? Ik ga even naar den portier om te zien of er nog post voor me is, zegt mr, Arlen, ter wijl hij zich haastig verwijdert om Dieter een dwaas figuur te besparen. Zeg eens eerlijk, Walter wendt Dieter zich tot Dillmann, ik moet in jullie oogen toch wel een reuze-ezel zijn Dat is' zoo, Dieter, maar men kan dat- jou nu eenmaal niet te zwaar aanrekenen. Au fond ben je zoo'n correcte en patente ke rel, dat een zeker tekort aan menschenken- nis en wereldwijsheid je bijna tot eer strekt, druk ik me niet buitengewoon fatsoenlijk uft? Veel te fatsoenlijk Walter, maar ik moet je toegeven, dat die zakelijke sluwheid, waar mee velen zich zoo handig een plaats in de maatschappij weten te veroveren, mij steeds een gruwel zal zijn. Dieter staat -op om zich bij mr. Arlen, die juist het vertrek weer bin nenkomt, te verontschuldigen, maar deze maakt een afwerende beweging. Laat maar, jonge vriend, ik weet er alles van. Maar vertel me nu eindelijk eens of je meedoet en het onderwijs in onze nieuwe kolonie voor je rekening wil nemen? Natuurlijk, mr. Arlen. heel graag zelfs Maar Gi-ace? Als mijn dochter iets wil, moet ik me er immers bij neerleggen. Dat is nu een maal niet anders, -besluit hij met een zucht. Hier, Dieter, lees het slot v-an dit epistel maar eens Dieter voldoet aan het verzoek. Je Grace begrijpt zeer wel, wat je bedoelt, lieve Pap, maar ik kan nu een maal niet langer overleggen. Ik heb over een en ander nagedacht, natuurlijk, maar 'het belangrijkste is tot een besluit te komen. En ik heb besloten Dieter te nemen. Niet, omdat hij een held zou zijn, want dat is hij niet, niet omdat hij een geniaal mensch zou zijn, want dat is hij evenmin en niet van wege zijn -deugd zaamheid, want ook die eigenschap ont breekt hem. Nee, Pap, ik neem Dieter, omdat hij nu eenmaal Dieter is, een goede nette jongen. Geef ons je zegen, lieve Pap en wees goed voor ons beiden Als Dieter zich spoedig hierna naar huis wil begeven, neemt mr. Arlen hem nog even,1 terzijde. Dit pakje van meneer Lersner had Grace aan je moeder moeten geven, maar ze heeft het helaas vergeten.,,. Van Lersner? Ja, van William Lersner, den gérant van het Grand Hotel. Doe je moeder de' groeten Dieter en zeg haar, dat ik hahr van-! middag kom opzoeken. j Thuis vindt Dieter een brief van Grace. j Jjieve Dieter, het is hier vinnigj koud. Kom toch gauw om alles eens tel bekijken. Er zal veel gebouwd en ver-j -nieuwd moeten worden. Seilenz bekom mert zich absoluut niet meer om me; hij1 heeft zich hals over kop op het werk ge worpen, maar zijn hart, dat weet ik, is •bij Brigitte. Gritta vindt het heerlijk, j dat zij zoo'n belangrijk aandeel heeft in ons wintel-sprookje. En Bolknann rent den gansc-hen dag over de uitgestrekte velden en vangt -muizenKom gauw Dieter. Ik wacht op je. Je Grace". P. S. Ik zal nog heel wat moeten lee- ren. Ik denk een paar weken naar Stet tin te gaan om daar een huishoudcursus te volgen. I-Iallo, moeder? Waar zit ie toch? Hier, lees dat eensWat is er aan de hand moederWat is dat voor een portret? Dieter grijpt naar een -kleine foto, die zij tevergeefs tracht te verbergen. Achmaar dat is Lersner. Ken je dien moeder? Wat beteekent datDat be grijp ik niet Je behoeft het ook niet te begrijpen, m'n jongenJa, kijk maar eens goedZie je geen enkele gelijkenisDie trek o<m den mond? Dan begrijpt Dieter plotseling, dat ze vani zijn vader spreekt, Heeft hij je, dan niets gezegd? Nee, ik heb hem er geen gelegenheid; voor gegevenEn dat paketje, moeder? Mag ik ook weten wat daar in zat? Dat wai-en onze -ringen, jongen,... j van toen. Wil jij ze hebben? Misschien kan jé' ze wel gebruiken Ja moeder, ik kan ze zeker gebruiken, .r- Ik dank je, lieve moeder. EINDE. De werkzaamheden aan de verbreeding van den Amstel- veenscheweg te Amsterdam zijn in vollen gang. Deze weg heelt door zijn smalheid menig verkeersongeluk veroorzaakt Jeugdige bewoners van het te tzija ingerichte tehuis voor weesjes van in den Spaanschen burgeroorlog gevallen soldaten Aan den vooravond van Carnaval. Een prae-historische „Maashagedis", die Zondag den optocht te Maastricht zal openen, wordt in gereedheid gebracht door leerlingen der Middelbare Kunstnijverheidsschool te Maastricht De heeren Cornelius en Van Rossum, die in de Rallye naar Monte Carlo een mooi succes hebben behaald, zijn Vrijdag bij Eysden in ons land teruggekeerd en aldaar gehuldigd Een jeugdig bewonderaar ontvangt een autogram van Koning Gustaat van Zweden tijdens diens bezoek aan de tennisspelen te Parijs gedurende het kort verblijf van den vorst in de Fran- sche hoofdstad Voor den start van den winterrit 1937 in Duitschland De deelnemers met hun wagens te Garmisch Parten, kirchen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 10